de
van
schepen
van
op zee
Verhooging
veiligheid
commissie
van
Rapport der
t Haaff verschenen
Tniinha'ia'L'S
STADSNIEUWS
Défilé
HAAGSCTTE COURANT VAN ZATERDAG 10 FEBRUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 9.
HET ONTWERP-WINSTBELASTING
Scheveningsche klanken
het bataljon Grenadiers
van
In de huidige omstandig
heden bijzondere maat
regelen noodzakelijk
BRANDSTOFVERSTREKKING AAN
WERKLOOZEN EN ARMLASTIGEN
VOOR HELDERE WASCH
I
Permanente advies-commissie
voorgesteld
cxxv.
Zie verder 4e blad, pag\ 3
I
RECLAMES.
1
c
de Tweede Kamer
25:
i
1
Verdaging beslissing.
voor
dat
Sloepenrol een groot belang.
als
in
Militaire
KEES DE KLINKER.
VAN-STOLKPABK.
l
de
2e
Reddingbooten gereed
onmiddellijk gebruik.
cen|
cent
cent
cent
1
1
Uiteraard zullen de kosten voor de
verschillende schepen uiteenloopen en
varieeren met de grootte, het type en
de inrichting. Naar een zeer globale
schatting zullen de gemiddelde kosten
per jaar echter een bedrag van onge
veer 6000 uitmaken. Voor de geheele
Nederlandsche koopvaardijvloot betee-
kent dit een uitgave van ca. ƒ2.600.000.
Een aantal reederijen heeft reeds voor
zieningen in den geest van dit advies
getroffen. De kosten, daaraan besteed,
zijn in genoemd bedrag begrepen.
het voeren van paravanen voor schepen
met een bruto inhoud van 4000 ton en
meer dwingend zou moeten worden
voorgeschreven. Zij stuitte évenwel op
de moeilijkheid, dat het aanbrengen van
de inrichting, welke voor het voeren van
paravanen noodig is, op sommige sche
pen met zeer groote moeilijkheden ge
paard zoude gaan. Dit is b.v. het geval
met alle schepen, die van een z.g.
Mayersteven zijn voorzien. Bovendien is
het onmogelijk in een korte spanne tijds
over een voldoend aantal paravanen te
beschikken. Om deze redenen heeft zij
thans van een dwingend voorschrift af
gezien.
De commisie heeft zich beraden om
trent de wijze waarop de booten, welke
vóór het te water laten buitenboord
gedraaid moeten worden, in het ge
vaarlijke gebied opgesteld behooren te
zijn. Zij kwam tot het inzicht, dat de
beoordeeling hiervan aan den kapitein
moet worden overgelaten.
Wèl acht zij het gewenscht en zij
stelt als voorschrift voor dat de
middelen, waarmede deze booten vol
doende gesjord buitenboord gehouden
kunnen worden, aanwezig zijn.
Het verdient aanbeveling een voor
schrift voor den kapitein op te nemen,
dat de booten voor onmiddellijk ge
bruik gereed moeten zijn. Zoo behoo
ren b.v. alle bedekkingen over de red
dingbooten en over de bewegende dee-
len van de davits weggenomen te zijn.
De kosten der voorgestelde
maatregelen.
De commissie heeft gemeend, dat
het rapport niet volledig zou zijn, in
dien geen melding werd gemaakt van
de kosten van uitvoering der voorge
stelde maatregelen, welke in het be
lang van de veiligheid van schepen en
opvarenden in de huidige bijzondere
tijdsomstandigheden strikt noodzake
lijk moeten worden geacht.
Gezamenlijk varen.
De commissie acht het gewenscht,
dat de Regeering zich thans reeds de
bevoegdheid verschaft om het geza
menlijk varen van twee of meer sche
pen door het gevaarlijke gebied dwin
gend te kunnen voorschrijven.
Het voorstoomen door een sleepboot
met paravanen heeft vooral beteekenis
voor schepen, welke niet van eigen pa
ravanen zijn voorzien. De commissie
meent, dat het landsbelang hierdoor
zou worden gediend, indien de finan-
cieele bezwaren werden opgeheven.
De commissie meent, dat den reeders
zou moeten worden ontraden hun sche
pen bij eenig convooi van een der oor
logvoerende partijen te doen aanslui
ten.
T Y G FRUITWEG 2«
M W3 TEL. 392255'
EÉN WASCHPROCES:
Met name de dubbele belasting, die
van vennootschappen, welke een bedrijf
in Nederlandsch-Indië hebben, geheven
wordt volgens het bepaalde bij art. 7,
wordt onjuist geacht, en in den geest
der gedachte van Rijkseenheid voelt het
Indische bedrijfsleven deze dubbele be
lasting dan ook als niet gerecht
vaardigd.
Ook overigens leidt artikel 7 tot on
juistheden ten aanzien van het principe
van niet-heffing van dubbele belasting
door het bepaalde in lid 3. De billijk
heid ten aanzien van levensverzeke
ringmaatschappijen, spaarkassen, „be
leggingsmaatschappijen en dergelijke
eischt, dat de beperking, uitgedrukt
door de woorden „uitmakende ten min
ste een vierde”, komt te vervallen.
Voorts ligt in art. 40 lid 2 een on
billijkheid ten aanzien van Indische
vennootschappen. Uit deze bepaling,
welke luidt: „Uitdeelingen, welke na
het overgangstijdperk worden gedaan
ten laste van de op het overgangstijd-
stip in de vennootschap, vereeniging of
maatschappij aanwezige winst, worden
gevoegd bij, en vervolgens gerekend
tot, de winst over het jaar, waarin de
uitdeeling plaats vindt,”
volgt dat de aldus verhoogde winst
ten volle wordt belast. Indien derhalve
een Indische onderneming, welke uit
niet-uitgekeerde Indische winsten een
reserve heeft opgebouwd, tot uitkee-
ring dezer winst overgaat, zal zij hier
voor het volle bedrag van de Neder
landsche winstbelasting moeten betalen,
hoewel voor deze bedragen reeds ven
nootschapsbelasting in Indië is betaald.
Hier eischt de billijkheid, dat een split
sing gemaakt wordt tusschen de Hol-
landsche en de Indische winsten.
Tenslotte neemt adressant deze ge
legenheid te baat, de Tweede Kamer op
de moeilijkheden te wijzen, welke in de
practijk zullen ontstaan bij de beoor
deeling van het begrip „goed koop-
mansgebruik”, dat in deze wet wordt
gebezigd. De bemoeiing van den fiscus
met hetgeen aan afschrijving en reser-
veering al dan niet toelaatbaar wordt
geacht, zal aanleiding geven tot tallooze
geschillen en tengevolge van de on
zekerheid over hetgeen uiteindelijk be
taald moet worden in sterke mate be-
drijfsbelemmerend werken.
Adressante meent daarom, uiting te
mogen geven aan haar vrees, dat, in
dien deze voorstellen tot wet zouden
worden verheven, de geschillen, welke
naar aanleiding van de uitvoering dezer
wettelijke bepalingen zullen rijzen tus
schen fiscus en bedrijfsleven, noch in
eerste instantie, noch in beroep vol
doende van bedrijfseconomisch stand
punt worden bezien.
De deskundigheid van de belasting
inspectie of van de Raden van Beroep
voor de Directe Belastingen wenscht
adressante niet in twijfel te trekken,
maar zij acht het dringend gewenscht,
dat bij de beoordeeling van geschillen
omtrent reserveeringen en afschrijvin
gen in beroep een college of commissies
zullen worden ingeschakeld, welke door
een samenstelling uit personen, die zelf
in het bedrijfsleven werkzaam zijn,
waarborgen bieden voor een juiste be
oordeeling der financieele politiek van
naamlooze vennootschappen met name
van afschrijvingen volgens goed koop-
mansgebruik, subsidiair beveelt adres
sante aan, om personen uit het bedrijfs
leven in de bestaande beroepsinstanties
op te nemen.
Indien, zooals verwacht mag worden,
de bestelde paravanen vóór Juni a.s. af
geleverd zullen zijn, dan zullen op en
kele uitzonderingen na, alle passagiers
schepen met een bruto inhoud van 4000
ton en meer, met paravanen zijn uit
gerust. Ruim honderd vrachtschepen
met een bruto inhoud van 4000 ton en
meer blijven er dan over, die niet over
paravanen beschikken.
De commissie is van oordeel, dat een
reductie van de molestpremie voor sche
pen, die met paravanen zijn uitgerust,
alleszins gemotiveerd zoude zijn.
Tenslotte meent de commissie, dat
het gewenscht is nogmaals aandrang op
de reeders uit te oefenen om alsnog tot
het aanschaffen van paravanen over te
gaan.
De commissie heeft ook overwogen, of wordt ’n anker uièt-egoaid met ’n boei
MEDEDEELINGEN VAN B. EN W.
Op de reeds meegedeelde vragen van
het Raadslid van Dijk hebben B. en W.
geantwoord:
Bekend is, dat o.m. door de langduri
ge vorst en den grooten sneeuwval
eenige moeilijkheden zijn ontstaan in
den aanvoer van eierkolen en de distri
butie van eierkolen en cokes aan werk-
loozen en armlastigen. Ontkend wordt
echter, dat gedurende de vorige week
het meerendeel der brandstoffenhande
laren op volstrekt onvoldoen-
de wijze de bestellingen zou hebben ten
uitvoer gebracht. Tot Maandag 5 Febr.
1940. 14 uur, heeft zich slechts een 12-
tal ondersteunden tot den dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon gewend,
op wier verzoek de bons voor eierkolen
zijn geruild tegen bons voor cokes.
Krijgsschool hadden zich eveneens op
gesteld kolonel W. F. K. Bischoff van
Heemskerck, commandant van de Eerste
divisie, vergezeld van zijn adjudant, en
majoor J. R. de Visser, waarnemend-
ccunmandant van het regiment Grena
diers. Onder het spelen van „Turf in j«
ransel” door de Koninklijke Militaire
Kapel trok de troep voorbij.
JUBILEUM GEREF. SI HOOLBOND.
De Geref. Schoolbond hier ter stede
zal Woensdag 6 Maart a.s. in de Noor-
derkerk zijn 40-jarig bestaan vieren.
Als sprekers zullen opt reden de hee-
ren dr. A. de Bondt, voorzitter, deoud-
ministers mr. J. A. de Wilde en dr.
J. J. C. van Dijk, beiden >toud-bestuurs-
lid, ds. L. Oranje, Geref.tópredikant te
den Haag-West. zoon var» den over
leden voorzitter wijlen ds. L. Oranje,
en J. v. d. Bosch, die de< oprichtings
vergadering 40 jaar geleden ook heeft
gepresideerd en nog voorzitter is van
de oudste der Geref. schkA’en in onze
stad, de KeucheniusschoolT
Deur de strenge winter, die we
de leste tèid mee-emaekt ebbe, is 't
met de export-andel non al wekelang
„doad nacht” eweest. Alles wat er nog
nae verschillende kante-n-onderw^g
was, èit vast-evrore-n-ezete. Zendinge.
die in ’t lest van December en begin
Januaeri owestierd wazze. konne der
bestemming maar iet krèige. Der is
gelukkig non ’n beetje uiètzicht ekom-
me-n-op verbetering. As ’t zachte weer
Ter voldoening aan de I bepalingen
der Woningwet heeft van r24 October
tot en met 20 November 19 36 voor een
ieder op de Gemeentesecr et larie ter in
zage gelegen het ontwerp van een
Raadsbesluit tot wijziging vian de Ver-
ordening-Van-Stolkpark metfceenige ter
zake dienende bescheiden.
Naar aanleiding hiervan k.zijn ver
schillende adressen ingedienfe Het des
wege door B. en W. ingest elde onder
zoek is nog niet afgeloopen, (zoodat het
zich laat aanzien, dat zij den^Raad niet
zoo tijdig een voorstel kunnen doen,
dat deze binnen den wettelijk vastge-
stelden termijn (3 maanden pa afloop
van de tervisielegging, derhafcwe uiter
lijk 20 Februari 1940) omtrent (het ont
werp een beslissing zal kunnenj nemen.
Deze beslissingikan evenwel Overeen
komstig het beparalde in arftiLel 43,
juncto artikel 37, lid 2, der Womingwet,
voor ten hoogste drie maanden# ivorden
verdaagd.
B. en W. geven den Raad inloiverwe-
ging dienovereenkomstig te besluiten.
De „snorrevaadvisscherij” ver
schilt machtig veul met de visscherij,
die deur onze trawlschepe-n-uièt-
oefend wordt. Met onze geweune trawl-
visscherij wordt 't vischnet met zoa-
veul mogelik vaert langs de bodem van
de zèi esleept. Maar de „snorrevaad-
visschers” sjouwe-n-op 'n èil aare me-
nier. Op de plek, waere ze gaen vissche,
In druk is verschenen het rapport van
de door den minister van Waterstaat in
gestelde commissie, aan welke is opge
dragen, den minister op korten termijn
van advies te dienen omtrent de vraag
of, en zoo ja, welke maatregelen in deze
bijzondere tijdsomstandigheden getrof
fen zouden kunnen worden ter verhoo
ging van de veiligheid van schepen en
hun opvarenden in verband met
heerschende gevaren ter zee. (De
commissie van 't Haaff).
De commissie wil vooropstellen,
de bestaande voorschriften met betrek
king tot de veiligheid ter zee, zooals
deze zijn neergelegd in de Schepenwet
en nader uitgewerkt in het Schepenbe
sluit, voor normale omstandigheden al
leszins voldoende mogen worden geacht,
terwijl haar bovendien is gebleken, dat
ook de controle op de naleving van deze
voorschriften op effectieve wijze ge
schiedt.
De vele onvoorziene gevaren, waaraan
dc schepelingen in de huidige omstan
digheden blootstaan, maken evenwel af
zonderlijke, dan wel uitgebreider voor
zorgsmaatregelen noodzakelijk
Met voldoening werd vastgesteld, dat
een aantal reederijen reeds maatregelen
heeft getroffen of bezig is te treffen,
welke de gevaren voor de opvarenden,
volgens hun inzicht, zooveel mogelijK
kunnen beperken, doch deze maatrege
len zijn niet uniform. Uniformiteit is
echter wel zeer gewenscht. Bovendien
moet hetgeen thans geschiedt nog niet
geheel afdoende worden geacht.
Adviezen der commissie
De commissie adviseert den minister:
le. Een permanente commissie in te
stellen .waarin naast ambtelijke instan
ties, zoowel de reeders als de opvaren
den zijn vertegenwoordigd, die op kor
ten termijn ten aanzien van de veilig
heid ter zee kan bijeenkomen en advies
geven aan de Regeering of aan regee-
ringsinstanties.
Hiertoe zou de huidige commissie, al
dan niet aangevuld, kunnen worden ge
handhaafd.
In spoedgevallen zou een kern dezer
commissie onmiddellijk kunnen bijeen
komen.
2e. De noodige maatregelen te nemen,
waardoor de Regeering zich de bevoegd
heid verschaft een tijdelijk uitvaarver-
bod uitte vaardigen, indien de om
standigheden daartoe aanleiding zouden
geven.
De commissie heeft een groot aantal
maatregelen, welke op grond van de
huidige ervaring met betrekking tot de
gevaren ter zee in het belang van de
veiligheid getroffen zouden kunnen
worden, onder het oog gezien. Zoo geeft
zij o.a. haar inzichten te kennen, betref
fende de plaats van de olievoorraden in
het schip, waterdichte afsluitingen, het
gesloten houden van patrijspoorten, uni
formiteit van kenteekenen, zwemgor
dels, de wenschelijkheid van radio aan
boord, verhooging van vrij boord, enz.
Het nut van paravanen.
De diepgang van een schip is een
zeer belangrijke factor ter beoordeeling
of paravanen nuttig werk kunnen leve
ren.
Bovendien kunnen paravanen slechts
worden toegepast, indien de snelheid
van het schip met uitgezette paravanen
niet minder dan c.a. 9 zeemijlen per uur
bedraagt, terwijl de minimum water
diepte, in verband met het aan den
grond loopen der paravanen in het al
gemeen tenminste 18 meter moet zijn.
Er kan echter wel gezegd worden, dat
schellen met een bruto inhoud van 4000
ton en grooter, met voldoende snelheid
er vermogen, in het belang van de be
veiliging tegen verankerde mijnen, van
paravanen zouden moeten zijn voorzien.
De commissie acht het van zeer groot
belang, dat, behalve de in het schepen
besluit voorgeschreven oefeningen,
vóór het vertrek voor een reis, welke
door het gevaarlijke gebied voert, een
sloepenoefening gehouden wordt met
alle pasasgiers en alle leden der be
manning.
Ingeval van een ramp is er dan veel
minder kans, dat een paniek onder
de passagiers ontstaat, omdat ieder dan
precies weet wat hij doen moet.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor ’s-Gravenhage heeft zich
naar aanleiding van de voorgestelde
winstbelasting met een adres tot de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
gericht. Het volgende is eraan ontleend:
De moeilijkheden, welke het Indische
bedrijfsleven van enkele bepalingen in
dit wetsontwerp vreest, nopen adres
sante, binnen welker gebied een groot
aantal en zeer belangrijke Indische
naamlooze vennootschappen gevestigd
zijn, ertoe, hierop in de eerste plaats de
aandacht te vestigen.
HET BESTE!
Voor ieder passende tarieven naar ge
lang de verdere afwerking.
Voordeelig vastrechttarief
voor grootere wasschen.
STOOMEN VERVEN
der op. Van die boei vandaen wordt
rondvürmig over ’n groate oppervlakte
’n lèin uièt-elege. En wel zèa, dat ’t
ende van die lèin weer met die boei
ansluièting krèigt. ’t Vischnet, dat veul
lichter van maekelij is as onze geweune
trawlnette, maar toch oak weer ’n
groate oppervlakte bestrèikt, wordt in
’t midde van die lèin vast-emaekt. Dus
dat Deensche vischnet komt recht
teugenover de boei uièt te staen. ’t
Schip zélf is dus weer op de plek van
de boei brom-ekomme. En van ’t schip
óf wordt dan daedelik begonne om ’t
net met de visch, die in die ófgeperkte
oppervlakte tussche de lèine-n-anwezig
is, binne boord te aèle.
Op die menier worde der èil wat
vischjes verschalkt. Diezelfde werk
methodes worde wel zus of acht keire-
n-op ’n dag er-aèld. De' Dene staene
der bekend voor, datte ze met die soort
van visscherij, nae ver-ouding de mèiste
visch vange. En daer is ’t toch maar
om begonne.
Dan eit die visscherij oak dat nog
vóór, dat ze allien maar op den dag met
goeie resultaete-n-uièt-oefend ken wor
de. Enkeld met daglicht benne de visch-
lèine voor de visch zichtbaer. Oak de
vischjes benne-n-op zelfbe-oud bedocht
en geve met dat doel der oage de kost.
Maar ze loape daerdeur juust in de val.
Want deur de beweging, die de visch-
lèine in ’t waeter maeke, blèive ze binne
die ofgeperkte plaes en worde met net
en al an boord etrokke.
Oak daerom is die visscherij onder
de teugewoordige oarlogsomstandig-
eedes minder gevaerlik, omdatte de
schepe op de ienmael vastgestelde plek
voorloapig blèive legge. Dat is met de
geweune trawlvisscherij nog wel ’n
beetje aars. Daer motte dag en nacht
groate ófstande bij owelege worde. En
dan ken met die Deensche visscherij
met vier mensche volstaen worde. Ter-
wel oak de rekening van de stookolie
’n èil verschil anwèize zeL
’t Zou ’n erg moai ding weze-n-as
die proof, die non enome wordt, tot
bevredigende resultaete moch lije. ’n
Nieuwe bron van inkomste zou ’t voor
onze visschersplaes kenne worde. En
dat in ’n tèid van ’t jaer, die moeie-
lik op ’n aare menier rendaebel emaekt
ken worde. Ongerekend nog ’t belang
van de vorsche visch-andel, dat er
de eirste plaes al bij gemoeid is.
Zenu wta bletten koker 75
MaagtableUen .koker 75
Hoofdpijntabletten .koker 60
Laxeertabletten doos 60
Alleenecht met den naatan Mijnhardt.
De „snorrevaadvisscherij”. ’t Is ’n
lang en ’n moeielik woord van Deen
sche ófkomst. En wel de benaeming
van ’n zeker soort visscherij op vor
sche visch, die al tien talie jaere lang
deur Deensche visschers uièt-oefend
wordt, ’t Is 'n Deensche vinding en de
resultaete, die-e de mensche daer met
de „snorrevaadvisscherij” ebbe wete te
berèike, benne mee van dien aerd, dat
de Deensche vloot de leste tèid aerdig
uièt-ebreid is en de Deensche vis-
schersscheepies aèves binnevalle, waere
ze van z’n leve nog noait eweest aane.
’t Is voor ’n Ollansche visscher-
man waerlik om jeloersch op te worde
en gien wonder, dat er al der is meir
keire-n-over eprakkezeerd is om ’t
Deensche voorbeeld te volge. Dat zei
zoawat in 1921 of 1922 eweest ebbe,
dat er zoawel van Scheveling as van
Kattek ’n ernstige poging edaen is, om
die soort visscherij oak ier ingevoerd
te krèige. 'k Weet nog goed, dat de
visscherijmaeschappij „de Toekomst”
dat indertèid met 'n logger eprobeerd
eb. Maar die vlieger is toe jammer
genog, iet oppegaen. Waer 't an elege-
n-eb, zou ik je niet meir kenne ver-
telle. Wèl weet ik, datte de schepe
voor dat doel iet te groat magge
weze. En vooral mag de motor iet te
licht weze. Dat zei toetertèid wel ien
van de oarzaeke-n-eweest ebbe, waer-
om of die poging tot mislukking
edoemd eweest is.
En non zei der deuzer daege van
Scheveling uièt weer ’n goed vóórbe
reide prebaesie edaen worde-n-om tot
„snorrevaadvissche” te komme. De
logger SCH 69 van de ondernemende
rèiderij J. J. van der Toorn is voor dat
doel anneweze. Gien al te groate log
ger met ’n flinke starke motor. Da’s
alvast ’n goed begin. En de spulle, die
voor die visscherij noadig benne, wor
de met de groaste zürg klaer-emaekt.
Oak is de verstandige vóórzürg in acht
enome, dat er tenvolle rekening ouwe
wordt met de langjaerige Deensche er-
vaering op dat gebied. Voor alle zeker-
èid gaet er ’n Deensche visscherman
met t schip mee. Die èige man is oak
anwezig met ’t klaer maeke van de
visscherij spulle. Elk onderdèil wordt
goed vóórbereid.
Meevoeren van vlotten ge
wenscht.
Voor alle passagiersschepen in het
gevaarlijke gebied zou de commissie
willen voorschrijven, dat boven hetgeen
reeds in het schepenbesluit wordt ge-
eischt, voor tenminste 25 pCt. van het
aantal opvarenden, aanvullende red
dingsmiddelen (vlotten e.d aanwezig
zijn.
Daarenboven lijkt het der commissie
gewenscht, dat passagiersschepen nog
een aantal „zware” vlotten meevoeren
voor tenminste 10 procent van het aan
tal opvarenden.
Voor de vrachtschepen in het ge
vaarlijke gebied beveelt de commissie
eveneens een aantal zware vlotten aan.
Zij vestigt nog de aandacht op de
waarde van kapokmatrassen. Indien
deze matrassen in de zijden worden
verstevigd en van grijplijnen voorzien,
zijn het bruikbare reddingsmiddelen,
waarop een drenkeling zich verschei
dene uren boven water kan houden.
Voorts acht de commissie het van
belang, dat alle schepen van een
radiotelegraafinrichting voorzien zou
den kunnen worden, benevens van een
radiorichtingzoeker.
Extra brandstoffen.
B. en W. zijn inderdaad van oordeel,
dat werkloozen en armlastigen dringend
behoefte hebben aan brandstoffen, in
verband waarmede dan ook reeds twee
maal een extra verstrekking van
brandstoffen heeft plaats gehad.
Als gevolg hiervan zijn in het alge
meen aan de werkloozen en armlastigen
meer brandstoffen verstrekt, dan zij
zich tegen den door de Regeering voor
werkloozen vastffestelden bijslag zoo
deze in geld zou zijn uitbetaald tegen
kleinhandelsnrijzen zouden hebben kun
nen a an schaffen.
Ofschoon nog regelmatig aanvoer van
eierkolen naar den Haag plaats vindt,
zijn, met het oog op den door de hevige
koude veroorzaakten grooteren omzet
van de handelaren, reeds Zaterdag 3
Februari 1940, maatregelen getroffen,
teneinde te trachten een grooteren en
vluggeren aanvoer van eierkolen te be
vorderen.
Naar het oordeel van B. en W. bestaat
er thans geen aanleiding in de verstrek
king van brandstoffen wijziging te bren
gen, althans niet in dier voege, dat in
plaats van cokes of eierkolen anthraciet
wordt verstrekt.
an-ouwe mag, dan is er tenminste leven-
dig-èid in den andel te verwachte. En
dat is met onze groate vcorraed wel
broadnoadig.
De verzending nae België is oak
al ’n tèid lang estagneerd eweest. De
wege wazze voor de vrachtwaegens zoa
goed as iet te berije. De motorschuiète
zitte-n-al weke lang in ’t èis vast En
der zei nog wel langer as ’n week bij
weggaen, eir dat er van vaere spraeke
ken weze. lene schipper is er, die zoa
gelukkig eweest is, om van de week al
nae België te vertrekke. Dat èit de man
nog te danke-n-an ’t voorrecht, dat ie
met z’n schuièt in de visschersaève
lag, die deur ’t zoute waeter èisvrij
ebleve-n-is. Onder al die bedrèive deur
is die schipper nog ’n stik vóór op
z’n konkurrente. Vrooger konne de
binneschippers nog er is ’n wintertje
vele. Maar teugewoordig is ’n lange
winter ’n dubbelde teugevaller.
Oak de roakers ebbe rede van
klaege-n-in verband met de mindere
anvoer van sloe-aèring. As ’t waer is,
watte ze zegge, dan zou der maar
züstig percent van verlede jaer inne-
voerd magge worde. En toe wier der al
veul minder toe-elaete-n-as de jaere
dervoor. Ze zoue dat allemael nog wel
kenne plaese, as ’t om ’n artikel ging,
dat voor ’t binneland bestemd was.
Maar de sloe-bokkempies gaene, zoa-
as ze zegge, vernaemelik nae België
toe. De levendig-èid en bedrèivig-èid,
die er met ’t roake-n-en ver-andele van
de sloe-aèring gepaerd gaet, vermindert
op die menier van jaer tot jaer.
En wat er nog bij komt, zegge
ze, dat is ’t ergste nog van de zaek.
We verlieze daerdeur Belgisch ófzet-
terrèin. Levere wij gien sloebokkem
genog, dan wete de Beige der wel op
’n aare menier an te komme. Ze impor-
teere de sloe-aèring geweunweg zélf
uièt Noorwege. Dat deeje ze toch al
gedèiltelik, maar dat werke wij op
zoa’n menier tot ons èige naedèil erg
in de and. En de Belgische roakers
benne met zukke maetregele maar wat
in der sas. Oe minder sloebokkem of er
van Olland komt, oe meir kans owe ze
ebbe-n-om onder de Belgische klante
van de Ollandsche roakerije vaste voet
te krèige. De Belgische roakerije kenne
spekbokkem levere te kust en te keur.
Zou der in zoa’n geval gien rege
ling te verzinne weze-n-om onze ex
porteurs net zoaveul sloe-aèring te
laete-n-importeere-n-as datte ze nae
België kenne verstiere? Desnoads met
verplichting bewèize van uiètvoer over
te legge?
Maar èigelik is dat ’t werk van
de koapmansverieniginge. Azze die der
belange met de betrekke Regeerings-
persone tèidig genog en met overtuiè-
ging besproke-n-aane, geloaf dan maar
zeker, dat ’t van die kant an gien me
dewerking ontbroke zou ebbe
ONDERSTEUNING N. GIESEKAM.
Het Raadslid J. H. Scholte, heeft tot
B. en W. de volgende schriftelifjke- vra
gen gericht:
1. Is het aan B. en W. bekend^r-dat de
werklooze N. Giesekam door Ma a(schap
pelijk Hulpbetoon sedert meerdlene we
ken ten minste sedert half Nervember
is uitgesloten voor steun?
2. Is het juist, dat de inhoud ing: van
den steun haar oorzaak vindt in het
feit, dat Giesekam aanvang Octolier ver
scheidene malen des morgens bij den
hoofdcommissaris van politie is#ontbo-
den, waarmede geruimen tijd gfemoeid
was, zoodat Giesekam niet op den-vast-
gestelden tijd kon stempelen?
3. Zijn B. en W. niet van meening,. dat
het ontboden worden bij een andere ge
meentelijke autoriteit een wettigrï»eden
van verhindering voor een werklooze
oplevèrt ten aanzien van den stenipel-
plicht?
4. Achten B. en W. het juist, da t
indien de voorgaande vragen toesVem-
mend worden beantwoord Maat
schappelijk Hulpbetoon aan Giesekam
om deze redenen den steun onthoudt?
Op deze vragen hebben B. en W
volgt geantwoord:
1. Ja. Sedert 4 November 1939 tisi N.
Giesekam door den Gemeentelijken
dienst voor Maatschappelijk Hulpbe
toon uitgesloten van steun.
2. Neen. De steun van N. Giesekiann is
ingehouden, omdat hij nadrukkelijlq ge
weigerd heeft zich te melden op de
plaats, welke daarvoor was aangew<?:-en,
terwijl hij bovendien hoewel het mst-
stond, dat hij door onjuiste voorlichting
onrechtmatig steun genoten had ge
weigerd heeft dienaangaande een (ver
klaring te onderteekenen.
3. B. en W. zijn van meening, dat leen
oproep, als hier bedoeld, een wettige! re
den van verhindering ten aanzien fvan
den plicflht der werkloozenmelding [kan
opleveren.
4. De antwoorden op de vragen (X 2
en 3 maken beantwoording van deze
vraag overbodig.
Adres der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor ’s-Gravenhage aan
Hedenmorgen om half elf heeft het ba
taljon Grenadiers, onder commando van
majoor Antheunissen, langs het gebouw
van de Hoogere Krijgsschool, Nieuwe
Uitleg 1, voorafgegaan door de Konink
lijke Militaire Kapel, onder leiding van
kapitein C. L. Walther Boer, gedefileerd
voor generaal-majoor jhr. J. T Alting
von Geusau. Op het bordes vóór de