de van schepen van op zee Verhooging veiligheid commissie van Rapport der t Haaff verschenen Tniinha'ia'L'S STADSNIEUWS Défilé HAAGSCTTE COURANT VAN ZATERDAG 10 FEBRUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 9. HET ONTWERP-WINSTBELASTING Scheveningsche klanken het bataljon Grenadiers van In de huidige omstandig heden bijzondere maat regelen noodzakelijk BRANDSTOFVERSTREKKING AAN WERKLOOZEN EN ARMLASTIGEN VOOR HELDERE WASCH I Permanente advies-commissie voorgesteld cxxv. Zie verder 4e blad, pag\ 3 I RECLAMES. 1 c de Tweede Kamer 25: i 1 Verdaging beslissing. voor dat Sloepenrol een groot belang. als in Militaire KEES DE KLINKER. VAN-STOLKPABK. l de 2e Reddingbooten gereed onmiddellijk gebruik. cen| cent cent cent 1 1 Uiteraard zullen de kosten voor de verschillende schepen uiteenloopen en varieeren met de grootte, het type en de inrichting. Naar een zeer globale schatting zullen de gemiddelde kosten per jaar echter een bedrag van onge veer 6000 uitmaken. Voor de geheele Nederlandsche koopvaardijvloot betee- kent dit een uitgave van ca. ƒ2.600.000. Een aantal reederijen heeft reeds voor zieningen in den geest van dit advies getroffen. De kosten, daaraan besteed, zijn in genoemd bedrag begrepen. het voeren van paravanen voor schepen met een bruto inhoud van 4000 ton en meer dwingend zou moeten worden voorgeschreven. Zij stuitte évenwel op de moeilijkheid, dat het aanbrengen van de inrichting, welke voor het voeren van paravanen noodig is, op sommige sche pen met zeer groote moeilijkheden ge paard zoude gaan. Dit is b.v. het geval met alle schepen, die van een z.g. Mayersteven zijn voorzien. Bovendien is het onmogelijk in een korte spanne tijds over een voldoend aantal paravanen te beschikken. Om deze redenen heeft zij thans van een dwingend voorschrift af gezien. De commisie heeft zich beraden om trent de wijze waarop de booten, welke vóór het te water laten buitenboord gedraaid moeten worden, in het ge vaarlijke gebied opgesteld behooren te zijn. Zij kwam tot het inzicht, dat de beoordeeling hiervan aan den kapitein moet worden overgelaten. Wèl acht zij het gewenscht en zij stelt als voorschrift voor dat de middelen, waarmede deze booten vol doende gesjord buitenboord gehouden kunnen worden, aanwezig zijn. Het verdient aanbeveling een voor schrift voor den kapitein op te nemen, dat de booten voor onmiddellijk ge bruik gereed moeten zijn. Zoo behoo ren b.v. alle bedekkingen over de red dingbooten en over de bewegende dee- len van de davits weggenomen te zijn. De kosten der voorgestelde maatregelen. De commissie heeft gemeend, dat het rapport niet volledig zou zijn, in dien geen melding werd gemaakt van de kosten van uitvoering der voorge stelde maatregelen, welke in het be lang van de veiligheid van schepen en opvarenden in de huidige bijzondere tijdsomstandigheden strikt noodzake lijk moeten worden geacht. Gezamenlijk varen. De commissie acht het gewenscht, dat de Regeering zich thans reeds de bevoegdheid verschaft om het geza menlijk varen van twee of meer sche pen door het gevaarlijke gebied dwin gend te kunnen voorschrijven. Het voorstoomen door een sleepboot met paravanen heeft vooral beteekenis voor schepen, welke niet van eigen pa ravanen zijn voorzien. De commissie meent, dat het landsbelang hierdoor zou worden gediend, indien de finan- cieele bezwaren werden opgeheven. De commissie meent, dat den reeders zou moeten worden ontraden hun sche pen bij eenig convooi van een der oor logvoerende partijen te doen aanslui ten. T Y G FRUITWEG 2« M W3 TEL. 392255' EÉN WASCHPROCES: Met name de dubbele belasting, die van vennootschappen, welke een bedrijf in Nederlandsch-Indië hebben, geheven wordt volgens het bepaalde bij art. 7, wordt onjuist geacht, en in den geest der gedachte van Rijkseenheid voelt het Indische bedrijfsleven deze dubbele be lasting dan ook als niet gerecht vaardigd. Ook overigens leidt artikel 7 tot on juistheden ten aanzien van het principe van niet-heffing van dubbele belasting door het bepaalde in lid 3. De billijk heid ten aanzien van levensverzeke ringmaatschappijen, spaarkassen, „be leggingsmaatschappijen en dergelijke eischt, dat de beperking, uitgedrukt door de woorden „uitmakende ten min ste een vierde”, komt te vervallen. Voorts ligt in art. 40 lid 2 een on billijkheid ten aanzien van Indische vennootschappen. Uit deze bepaling, welke luidt: „Uitdeelingen, welke na het overgangstijdperk worden gedaan ten laste van de op het overgangstijd- stip in de vennootschap, vereeniging of maatschappij aanwezige winst, worden gevoegd bij, en vervolgens gerekend tot, de winst over het jaar, waarin de uitdeeling plaats vindt,” volgt dat de aldus verhoogde winst ten volle wordt belast. Indien derhalve een Indische onderneming, welke uit niet-uitgekeerde Indische winsten een reserve heeft opgebouwd, tot uitkee- ring dezer winst overgaat, zal zij hier voor het volle bedrag van de Neder landsche winstbelasting moeten betalen, hoewel voor deze bedragen reeds ven nootschapsbelasting in Indië is betaald. Hier eischt de billijkheid, dat een split sing gemaakt wordt tusschen de Hol- landsche en de Indische winsten. Tenslotte neemt adressant deze ge legenheid te baat, de Tweede Kamer op de moeilijkheden te wijzen, welke in de practijk zullen ontstaan bij de beoor deeling van het begrip „goed koop- mansgebruik”, dat in deze wet wordt gebezigd. De bemoeiing van den fiscus met hetgeen aan afschrijving en reser- veering al dan niet toelaatbaar wordt geacht, zal aanleiding geven tot tallooze geschillen en tengevolge van de on zekerheid over hetgeen uiteindelijk be taald moet worden in sterke mate be- drijfsbelemmerend werken. Adressante meent daarom, uiting te mogen geven aan haar vrees, dat, in dien deze voorstellen tot wet zouden worden verheven, de geschillen, welke naar aanleiding van de uitvoering dezer wettelijke bepalingen zullen rijzen tus schen fiscus en bedrijfsleven, noch in eerste instantie, noch in beroep vol doende van bedrijfseconomisch stand punt worden bezien. De deskundigheid van de belasting inspectie of van de Raden van Beroep voor de Directe Belastingen wenscht adressante niet in twijfel te trekken, maar zij acht het dringend gewenscht, dat bij de beoordeeling van geschillen omtrent reserveeringen en afschrijvin gen in beroep een college of commissies zullen worden ingeschakeld, welke door een samenstelling uit personen, die zelf in het bedrijfsleven werkzaam zijn, waarborgen bieden voor een juiste be oordeeling der financieele politiek van naamlooze vennootschappen met name van afschrijvingen volgens goed koop- mansgebruik, subsidiair beveelt adres sante aan, om personen uit het bedrijfs leven in de bestaande beroepsinstanties op te nemen. Indien, zooals verwacht mag worden, de bestelde paravanen vóór Juni a.s. af geleverd zullen zijn, dan zullen op en kele uitzonderingen na, alle passagiers schepen met een bruto inhoud van 4000 ton en meer, met paravanen zijn uit gerust. Ruim honderd vrachtschepen met een bruto inhoud van 4000 ton en meer blijven er dan over, die niet over paravanen beschikken. De commissie is van oordeel, dat een reductie van de molestpremie voor sche pen, die met paravanen zijn uitgerust, alleszins gemotiveerd zoude zijn. Tenslotte meent de commissie, dat het gewenscht is nogmaals aandrang op de reeders uit te oefenen om alsnog tot het aanschaffen van paravanen over te gaan. De commissie heeft ook overwogen, of wordt ’n anker uièt-egoaid met ’n boei MEDEDEELINGEN VAN B. EN W. Op de reeds meegedeelde vragen van het Raadslid van Dijk hebben B. en W. geantwoord: Bekend is, dat o.m. door de langduri ge vorst en den grooten sneeuwval eenige moeilijkheden zijn ontstaan in den aanvoer van eierkolen en de distri butie van eierkolen en cokes aan werk- loozen en armlastigen. Ontkend wordt echter, dat gedurende de vorige week het meerendeel der brandstoffenhande laren op volstrekt onvoldoen- de wijze de bestellingen zou hebben ten uitvoer gebracht. Tot Maandag 5 Febr. 1940. 14 uur, heeft zich slechts een 12- tal ondersteunden tot den dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon gewend, op wier verzoek de bons voor eierkolen zijn geruild tegen bons voor cokes. Krijgsschool hadden zich eveneens op gesteld kolonel W. F. K. Bischoff van Heemskerck, commandant van de Eerste divisie, vergezeld van zijn adjudant, en majoor J. R. de Visser, waarnemend- ccunmandant van het regiment Grena diers. Onder het spelen van „Turf in j« ransel” door de Koninklijke Militaire Kapel trok de troep voorbij. JUBILEUM GEREF. SI HOOLBOND. De Geref. Schoolbond hier ter stede zal Woensdag 6 Maart a.s. in de Noor- derkerk zijn 40-jarig bestaan vieren. Als sprekers zullen opt reden de hee- ren dr. A. de Bondt, voorzitter, deoud- ministers mr. J. A. de Wilde en dr. J. J. C. van Dijk, beiden >toud-bestuurs- lid, ds. L. Oranje, Geref.tópredikant te den Haag-West. zoon var» den over leden voorzitter wijlen ds. L. Oranje, en J. v. d. Bosch, die de< oprichtings vergadering 40 jaar geleden ook heeft gepresideerd en nog voorzitter is van de oudste der Geref. schkA’en in onze stad, de KeucheniusschoolT Deur de strenge winter, die we de leste tèid mee-emaekt ebbe, is 't met de export-andel non al wekelang „doad nacht” eweest. Alles wat er nog nae verschillende kante-n-onderw^g was, èit vast-evrore-n-ezete. Zendinge. die in ’t lest van December en begin Januaeri owestierd wazze. konne der bestemming maar iet krèige. Der is gelukkig non ’n beetje uiètzicht ekom- me-n-op verbetering. As ’t zachte weer Ter voldoening aan de I bepalingen der Woningwet heeft van r24 October tot en met 20 November 19 36 voor een ieder op de Gemeentesecr et larie ter in zage gelegen het ontwerp van een Raadsbesluit tot wijziging vian de Ver- ordening-Van-Stolkpark metfceenige ter zake dienende bescheiden. Naar aanleiding hiervan k.zijn ver schillende adressen ingedienfe Het des wege door B. en W. ingest elde onder zoek is nog niet afgeloopen, (zoodat het zich laat aanzien, dat zij den^Raad niet zoo tijdig een voorstel kunnen doen, dat deze binnen den wettelijk vastge- stelden termijn (3 maanden pa afloop van de tervisielegging, derhafcwe uiter lijk 20 Februari 1940) omtrent (het ont werp een beslissing zal kunnenj nemen. Deze beslissingikan evenwel Overeen komstig het beparalde in arftiLel 43, juncto artikel 37, lid 2, der Womingwet, voor ten hoogste drie maanden# ivorden verdaagd. B. en W. geven den Raad inloiverwe- ging dienovereenkomstig te besluiten. De „snorrevaadvisscherij” ver schilt machtig veul met de visscherij, die deur onze trawlschepe-n-uièt- oefend wordt. Met onze geweune trawl- visscherij wordt 't vischnet met zoa- veul mogelik vaert langs de bodem van de zèi esleept. Maar de „snorrevaad- visschers” sjouwe-n-op 'n èil aare me- nier. Op de plek, waere ze gaen vissche, In druk is verschenen het rapport van de door den minister van Waterstaat in gestelde commissie, aan welke is opge dragen, den minister op korten termijn van advies te dienen omtrent de vraag of, en zoo ja, welke maatregelen in deze bijzondere tijdsomstandigheden getrof fen zouden kunnen worden ter verhoo ging van de veiligheid van schepen en hun opvarenden in verband met heerschende gevaren ter zee. (De commissie van 't Haaff). De commissie wil vooropstellen, de bestaande voorschriften met betrek king tot de veiligheid ter zee, zooals deze zijn neergelegd in de Schepenwet en nader uitgewerkt in het Schepenbe sluit, voor normale omstandigheden al leszins voldoende mogen worden geacht, terwijl haar bovendien is gebleken, dat ook de controle op de naleving van deze voorschriften op effectieve wijze ge schiedt. De vele onvoorziene gevaren, waaraan dc schepelingen in de huidige omstan digheden blootstaan, maken evenwel af zonderlijke, dan wel uitgebreider voor zorgsmaatregelen noodzakelijk Met voldoening werd vastgesteld, dat een aantal reederijen reeds maatregelen heeft getroffen of bezig is te treffen, welke de gevaren voor de opvarenden, volgens hun inzicht, zooveel mogelijK kunnen beperken, doch deze maatrege len zijn niet uniform. Uniformiteit is echter wel zeer gewenscht. Bovendien moet hetgeen thans geschiedt nog niet geheel afdoende worden geacht. Adviezen der commissie De commissie adviseert den minister: le. Een permanente commissie in te stellen .waarin naast ambtelijke instan ties, zoowel de reeders als de opvaren den zijn vertegenwoordigd, die op kor ten termijn ten aanzien van de veilig heid ter zee kan bijeenkomen en advies geven aan de Regeering of aan regee- ringsinstanties. Hiertoe zou de huidige commissie, al dan niet aangevuld, kunnen worden ge handhaafd. In spoedgevallen zou een kern dezer commissie onmiddellijk kunnen bijeen komen. 2e. De noodige maatregelen te nemen, waardoor de Regeering zich de bevoegd heid verschaft een tijdelijk uitvaarver- bod uitte vaardigen, indien de om standigheden daartoe aanleiding zouden geven. De commissie heeft een groot aantal maatregelen, welke op grond van de huidige ervaring met betrekking tot de gevaren ter zee in het belang van de veiligheid getroffen zouden kunnen worden, onder het oog gezien. Zoo geeft zij o.a. haar inzichten te kennen, betref fende de plaats van de olievoorraden in het schip, waterdichte afsluitingen, het gesloten houden van patrijspoorten, uni formiteit van kenteekenen, zwemgor dels, de wenschelijkheid van radio aan boord, verhooging van vrij boord, enz. Het nut van paravanen. De diepgang van een schip is een zeer belangrijke factor ter beoordeeling of paravanen nuttig werk kunnen leve ren. Bovendien kunnen paravanen slechts worden toegepast, indien de snelheid van het schip met uitgezette paravanen niet minder dan c.a. 9 zeemijlen per uur bedraagt, terwijl de minimum water diepte, in verband met het aan den grond loopen der paravanen in het al gemeen tenminste 18 meter moet zijn. Er kan echter wel gezegd worden, dat schellen met een bruto inhoud van 4000 ton en grooter, met voldoende snelheid er vermogen, in het belang van de be veiliging tegen verankerde mijnen, van paravanen zouden moeten zijn voorzien. De commissie acht het van zeer groot belang, dat, behalve de in het schepen besluit voorgeschreven oefeningen, vóór het vertrek voor een reis, welke door het gevaarlijke gebied voert, een sloepenoefening gehouden wordt met alle pasasgiers en alle leden der be manning. Ingeval van een ramp is er dan veel minder kans, dat een paniek onder de passagiers ontstaat, omdat ieder dan precies weet wat hij doen moet. De Kamer van Koophandel en Fa brieken voor ’s-Gravenhage heeft zich naar aanleiding van de voorgestelde winstbelasting met een adres tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht. Het volgende is eraan ontleend: De moeilijkheden, welke het Indische bedrijfsleven van enkele bepalingen in dit wetsontwerp vreest, nopen adres sante, binnen welker gebied een groot aantal en zeer belangrijke Indische naamlooze vennootschappen gevestigd zijn, ertoe, hierop in de eerste plaats de aandacht te vestigen. HET BESTE! Voor ieder passende tarieven naar ge lang de verdere afwerking. Voordeelig vastrechttarief voor grootere wasschen. STOOMEN VERVEN der op. Van die boei vandaen wordt rondvürmig over ’n groate oppervlakte ’n lèin uièt-elege. En wel zèa, dat ’t ende van die lèin weer met die boei ansluièting krèigt. ’t Vischnet, dat veul lichter van maekelij is as onze geweune trawlnette, maar toch oak weer ’n groate oppervlakte bestrèikt, wordt in ’t midde van die lèin vast-emaekt. Dus dat Deensche vischnet komt recht teugenover de boei uièt te staen. ’t Schip zélf is dus weer op de plek van de boei brom-ekomme. En van ’t schip óf wordt dan daedelik begonne om ’t net met de visch, die in die ófgeperkte oppervlakte tussche de lèine-n-anwezig is, binne boord te aèle. Op die menier worde der èil wat vischjes verschalkt. Diezelfde werk methodes worde wel zus of acht keire- n-op ’n dag er-aèld. De' Dene staene der bekend voor, datte ze met die soort van visscherij, nae ver-ouding de mèiste visch vange. En daer is ’t toch maar om begonne. Dan eit die visscherij oak dat nog vóór, dat ze allien maar op den dag met goeie resultaete-n-uièt-oefend ken wor de. Enkeld met daglicht benne de visch- lèine voor de visch zichtbaer. Oak de vischjes benne-n-op zelfbe-oud bedocht en geve met dat doel der oage de kost. Maar ze loape daerdeur juust in de val. Want deur de beweging, die de visch- lèine in ’t waeter maeke, blèive ze binne die ofgeperkte plaes en worde met net en al an boord etrokke. Oak daerom is die visscherij onder de teugewoordige oarlogsomstandig- eedes minder gevaerlik, omdatte de schepe op de ienmael vastgestelde plek voorloapig blèive legge. Dat is met de geweune trawlvisscherij nog wel ’n beetje aars. Daer motte dag en nacht groate ófstande bij owelege worde. En dan ken met die Deensche visscherij met vier mensche volstaen worde. Ter- wel oak de rekening van de stookolie ’n èil verschil anwèize zeL ’t Zou ’n erg moai ding weze-n-as die proof, die non enome wordt, tot bevredigende resultaete moch lije. ’n Nieuwe bron van inkomste zou ’t voor onze visschersplaes kenne worde. En dat in ’n tèid van ’t jaer, die moeie- lik op ’n aare menier rendaebel emaekt ken worde. Ongerekend nog ’t belang van de vorsche visch-andel, dat er de eirste plaes al bij gemoeid is. Zenu wta bletten koker 75 MaagtableUen .koker 75 Hoofdpijntabletten .koker 60 Laxeertabletten doos 60 Alleenecht met den naatan Mijnhardt. De „snorrevaadvisscherij”. ’t Is ’n lang en ’n moeielik woord van Deen sche ófkomst. En wel de benaeming van ’n zeker soort visscherij op vor sche visch, die al tien talie jaere lang deur Deensche visschers uièt-oefend wordt, ’t Is 'n Deensche vinding en de resultaete, die-e de mensche daer met de „snorrevaadvisscherij” ebbe wete te berèike, benne mee van dien aerd, dat de Deensche vloot de leste tèid aerdig uièt-ebreid is en de Deensche vis- schersscheepies aèves binnevalle, waere ze van z’n leve nog noait eweest aane. ’t Is voor ’n Ollansche visscher- man waerlik om jeloersch op te worde en gien wonder, dat er al der is meir keire-n-over eprakkezeerd is om ’t Deensche voorbeeld te volge. Dat zei zoawat in 1921 of 1922 eweest ebbe, dat er zoawel van Scheveling as van Kattek ’n ernstige poging edaen is, om die soort visscherij oak ier ingevoerd te krèige. 'k Weet nog goed, dat de visscherijmaeschappij „de Toekomst” dat indertèid met 'n logger eprobeerd eb. Maar die vlieger is toe jammer genog, iet oppegaen. Waer 't an elege- n-eb, zou ik je niet meir kenne ver- telle. Wèl weet ik, datte de schepe voor dat doel iet te groat magge weze. En vooral mag de motor iet te licht weze. Dat zei toetertèid wel ien van de oarzaeke-n-eweest ebbe, waer- om of die poging tot mislukking edoemd eweest is. En non zei der deuzer daege van Scheveling uièt weer ’n goed vóórbe reide prebaesie edaen worde-n-om tot „snorrevaadvissche” te komme. De logger SCH 69 van de ondernemende rèiderij J. J. van der Toorn is voor dat doel anneweze. Gien al te groate log ger met ’n flinke starke motor. Da’s alvast ’n goed begin. En de spulle, die voor die visscherij noadig benne, wor de met de groaste zürg klaer-emaekt. Oak is de verstandige vóórzürg in acht enome, dat er tenvolle rekening ouwe wordt met de langjaerige Deensche er- vaering op dat gebied. Voor alle zeker- èid gaet er ’n Deensche visscherman met t schip mee. Die èige man is oak anwezig met ’t klaer maeke van de visscherij spulle. Elk onderdèil wordt goed vóórbereid. Meevoeren van vlotten ge wenscht. Voor alle passagiersschepen in het gevaarlijke gebied zou de commissie willen voorschrijven, dat boven hetgeen reeds in het schepenbesluit wordt ge- eischt, voor tenminste 25 pCt. van het aantal opvarenden, aanvullende red dingsmiddelen (vlotten e.d aanwezig zijn. Daarenboven lijkt het der commissie gewenscht, dat passagiersschepen nog een aantal „zware” vlotten meevoeren voor tenminste 10 procent van het aan tal opvarenden. Voor de vrachtschepen in het ge vaarlijke gebied beveelt de commissie eveneens een aantal zware vlotten aan. Zij vestigt nog de aandacht op de waarde van kapokmatrassen. Indien deze matrassen in de zijden worden verstevigd en van grijplijnen voorzien, zijn het bruikbare reddingsmiddelen, waarop een drenkeling zich verschei dene uren boven water kan houden. Voorts acht de commissie het van belang, dat alle schepen van een radiotelegraafinrichting voorzien zou den kunnen worden, benevens van een radiorichtingzoeker. Extra brandstoffen. B. en W. zijn inderdaad van oordeel, dat werkloozen en armlastigen dringend behoefte hebben aan brandstoffen, in verband waarmede dan ook reeds twee maal een extra verstrekking van brandstoffen heeft plaats gehad. Als gevolg hiervan zijn in het alge meen aan de werkloozen en armlastigen meer brandstoffen verstrekt, dan zij zich tegen den door de Regeering voor werkloozen vastffestelden bijslag zoo deze in geld zou zijn uitbetaald tegen kleinhandelsnrijzen zouden hebben kun nen a an schaffen. Ofschoon nog regelmatig aanvoer van eierkolen naar den Haag plaats vindt, zijn, met het oog op den door de hevige koude veroorzaakten grooteren omzet van de handelaren, reeds Zaterdag 3 Februari 1940, maatregelen getroffen, teneinde te trachten een grooteren en vluggeren aanvoer van eierkolen te be vorderen. Naar het oordeel van B. en W. bestaat er thans geen aanleiding in de verstrek king van brandstoffen wijziging te bren gen, althans niet in dier voege, dat in plaats van cokes of eierkolen anthraciet wordt verstrekt. an-ouwe mag, dan is er tenminste leven- dig-èid in den andel te verwachte. En dat is met onze groate vcorraed wel broadnoadig. De verzending nae België is oak al ’n tèid lang estagneerd eweest. De wege wazze voor de vrachtwaegens zoa goed as iet te berije. De motorschuiète zitte-n-al weke lang in ’t èis vast En der zei nog wel langer as ’n week bij weggaen, eir dat er van vaere spraeke ken weze. lene schipper is er, die zoa gelukkig eweest is, om van de week al nae België te vertrekke. Dat èit de man nog te danke-n-an ’t voorrecht, dat ie met z’n schuièt in de visschersaève lag, die deur ’t zoute waeter èisvrij ebleve-n-is. Onder al die bedrèive deur is die schipper nog ’n stik vóór op z’n konkurrente. Vrooger konne de binneschippers nog er is ’n wintertje vele. Maar teugewoordig is ’n lange winter ’n dubbelde teugevaller. Oak de roakers ebbe rede van klaege-n-in verband met de mindere anvoer van sloe-aèring. As ’t waer is, watte ze zegge, dan zou der maar züstig percent van verlede jaer inne- voerd magge worde. En toe wier der al veul minder toe-elaete-n-as de jaere dervoor. Ze zoue dat allemael nog wel kenne plaese, as ’t om ’n artikel ging, dat voor ’t binneland bestemd was. Maar de sloe-bokkempies gaene, zoa- as ze zegge, vernaemelik nae België toe. De levendig-èid en bedrèivig-èid, die er met ’t roake-n-en ver-andele van de sloe-aèring gepaerd gaet, vermindert op die menier van jaer tot jaer. En wat er nog bij komt, zegge ze, dat is ’t ergste nog van de zaek. We verlieze daerdeur Belgisch ófzet- terrèin. Levere wij gien sloebokkem genog, dan wete de Beige der wel op ’n aare menier an te komme. Ze impor- teere de sloe-aèring geweunweg zélf uièt Noorwege. Dat deeje ze toch al gedèiltelik, maar dat werke wij op zoa’n menier tot ons èige naedèil erg in de and. En de Belgische roakers benne met zukke maetregele maar wat in der sas. Oe minder sloebokkem of er van Olland komt, oe meir kans owe ze ebbe-n-om onder de Belgische klante van de Ollandsche roakerije vaste voet te krèige. De Belgische roakerije kenne spekbokkem levere te kust en te keur. Zou der in zoa’n geval gien rege ling te verzinne weze-n-om onze ex porteurs net zoaveul sloe-aèring te laete-n-importeere-n-as datte ze nae België kenne verstiere? Desnoads met verplichting bewèize van uiètvoer over te legge? Maar èigelik is dat ’t werk van de koapmansverieniginge. Azze die der belange met de betrekke Regeerings- persone tèidig genog en met overtuiè- ging besproke-n-aane, geloaf dan maar zeker, dat ’t van die kant an gien me dewerking ontbroke zou ebbe ONDERSTEUNING N. GIESEKAM. Het Raadslid J. H. Scholte, heeft tot B. en W. de volgende schriftelifjke- vra gen gericht: 1. Is het aan B. en W. bekend^r-dat de werklooze N. Giesekam door Ma a(schap pelijk Hulpbetoon sedert meerdlene we ken ten minste sedert half Nervember is uitgesloten voor steun? 2. Is het juist, dat de inhoud ing: van den steun haar oorzaak vindt in het feit, dat Giesekam aanvang Octolier ver scheidene malen des morgens bij den hoofdcommissaris van politie is#ontbo- den, waarmede geruimen tijd gfemoeid was, zoodat Giesekam niet op den-vast- gestelden tijd kon stempelen? 3. Zijn B. en W. niet van meening,. dat het ontboden worden bij een andere ge meentelijke autoriteit een wettigrï»eden van verhindering voor een werklooze oplevèrt ten aanzien van den stenipel- plicht? 4. Achten B. en W. het juist, da t indien de voorgaande vragen toesVem- mend worden beantwoord Maat schappelijk Hulpbetoon aan Giesekam om deze redenen den steun onthoudt? Op deze vragen hebben B. en W volgt geantwoord: 1. Ja. Sedert 4 November 1939 tisi N. Giesekam door den Gemeentelijken dienst voor Maatschappelijk Hulpbe toon uitgesloten van steun. 2. Neen. De steun van N. Giesekiann is ingehouden, omdat hij nadrukkelijlq ge weigerd heeft zich te melden op de plaats, welke daarvoor was aangew<?:-en, terwijl hij bovendien hoewel het mst- stond, dat hij door onjuiste voorlichting onrechtmatig steun genoten had ge weigerd heeft dienaangaande een (ver klaring te onderteekenen. 3. B. en W. zijn van meening, dat leen oproep, als hier bedoeld, een wettige! re den van verhindering ten aanzien fvan den plicflht der werkloozenmelding [kan opleveren. 4. De antwoorden op de vragen (X 2 en 3 maken beantwoording van deze vraag overbodig. Adres der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor ’s-Gravenhage aan Hedenmorgen om half elf heeft het ba taljon Grenadiers, onder commando van majoor Antheunissen, langs het gebouw van de Hoogere Krijgsschool, Nieuwe Uitleg 1, voorafgegaan door de Konink lijke Militaire Kapel, onder leiding van kapitein C. L. Walther Boer, gedefileerd voor generaal-majoor jhr. J. T Alting von Geusau. Op het bordes vóór de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14