HAAGSCHE COURANT Kind en school II f, De begrafenis commodore Schott van Hoe zullen de slagkruisers er uit zien? STADSNIEUWS Zaterdag 10 Februari 1940 r Verwoest Nederlandsch consulaat in Finland Veel de overeenkomst met Scharnhorst en Gneisenau -4^^- DERDE BLAD. Onder zeer groote belangstelling werd op het kerkhof ,,Laanhof” te Batavia het stoffelijk overschot van Dr. Ph. C. VISSER INSTRUCTIE IN SPIONNAGEZAAK GESLOTEN den K.N.I.L.M.-vlieger Schott, die bij de ramp van de P.K. A.F.O. om het leven kwam, ter aarde bcsteid. Mr. D. Crena de longh spreekt aan het graf. DU1TSCHE ONDERSCHEIDING VOOR BRIGADIER VAN POLITIE Een van de Nederlandsche consulaten ergens in Finland, hetwelk ia verwoest bij een luchtaanval der Russen. Weerkundige Waarnemingen nige kennis, kunde en handigheid bijbrengt als waarvoor hij ontvan kelijk blijkt te zijn, en dat er op is gericht, hem tot een bruikbaar nuttig mensch in de maatschappij te maken, hoe primitief die kennis en kunde, hoe bescheiden de maatschappelijke taak ook moge zijn Een gelukkige jeugd, een gelukkig leven voor zoover dit bereikbaar is. Dit alles wordt nader uitgewerkt in het genoemde geschriftje, waar van wij de lezing aanbevelen aan alle ouders, die er belang bij heb ben. Het beantwoordt ook de vraag, op welke wijze de ouders zich kunnen doen voorlichten als zij voor een beslissing staan ten aanzien van een kind, dat op de gewone lagere school blijkt niet te kunnen meekomen. Men raadplege (naast eigen oor deel) tijdig de leerkrachten, die het nog jonge kind reeds hebben leeren kennen; den medicus (met name den schoolarts), hoofd of leerkracht eener school voor bui tengewoon onderwijs, vakmen- schen met ervaring immers op dit terrein; bureau van beroepskeuze met psychologisch onderzoek. De beslissing mag zeer zeker niet lichtvaardig worden genomen, noch ten gunste van het voortgaan op de gewone school, nóch ten gunste van den overgang naar de buitengewone; want er hangt voor het kind t e veel van af: zijn geluk, zijn toekomst. Angstvallig dient ertegen te worden gewaakt, dat een kind, hetwelk door tijdelijke of toevallige oorzaken is achterge bleven op school, als achterlijk wordt beschouwd en overgebracht naar een school, waarop het niet thuis behoort en waar het zijn leven jammerlijk zou zien misluk ken. Dit zou een vreeselijke fout zijn van de ouders en van hun adviseurs. Enkel en alleen in d i e gevallen, waarin op zeer degelijke gronden als vaststaande moet worden aan genomen, dat het kind door zijn aangeboren geringe verstandelijke vermogens niet in staat is en nooit in staat zal zijn om het gewone la gere onderwijs te volgen, is plaat sing op de school voor buitenge woon lager onderwijs gerechtvaar digd. Maar dan ook is die plaatsing moreele plicht. maal als onbruikbare en onnutte leden van de maatschappij ten laste van anderen te komen? Neen Als er een weg is, waarlangs men deze achterlijke kinderen kan ma ken tot menschen, die weten dat zij niet nutteloos, niet onwaar dig of waardeloos zijn, tot bruik bare leden van de samenleving, dan is men tegenover deze mede- menschen en tegenover de maat schappij verplicht, dien weg op te gaan. In een lezenswaardig geschriftje „Opmerkelijke cijfers”, door H. van der Vlist en W. N. de Vletter (van de Ned. Stichting voor psy chotechniek te Utrecht) uitge geven bij van Gorcum en Comp N.V. te Assen wordt aan de hand van cijfers betoogd, dat de buitengewone lagere school ge middeld slechts de helft van het aantal leerlingen krijgt, dat er be hoort te zijn. Er blijken n.l. allerlei remmende invloeden te zijn, zoowel bij de ouders als bij de scholen, die den overgang naar het hooggeprezen buitengewoon lager onderwijs te genhouden De schrijvers hebben daarbij, evenals wij in het voor afgaande in het bijzonder het oog op de kinderen met geringen ver- standelijken aanleg Een van die remmende invloe den is. dat de ouders niet of te laat bemerken, dat hun kind ach terlijk is; zij zoeken de oorzaak van de moeilijkheden op school elders De paedagoog. de onderwij zer. de psycholoog echter beschik ken over de middelen om de ach terlijkheid te onderkennen. Maar ook als school of practijk de ouders waarschuwen, is het voor dezen veelal zeer moelijk om tot de (voor velen van hen verdrie tige) erkenning van de achterlijk heid van hun kind te komen, en in een soort struisvogelpolitiek laten vele ouders ook dan nog hun kind op de gewone school, met alle funeste gevolgen daarvan. An dere ouders, die zich wellicht (hoezeer ook ten onrechte) scha men voor hun achterlijke kind zul len het van de gewone school nemen niet echter om het naar de buitengewone school te sturen, waarvan men het officieele stem pel der „achterlijkheid” vreest, maar om het (nu het immers niet meer leerplichtig is) thuis te hou den, het als het ware te verbergen en te verwaarloozen. Beter is het dan toch, als men zijn kind verbergen wil, dit te doen in een internaat met school, waar het tot zijn heil door deskundigen wordt opgeleid en opgevoed. Een van de redenen, waarom men aarzelt, zijn kind toe te ver trouwen aan het buitengewoon lager onderwijs, is voorts de angst voor psychische besmetting door den omgang met achterlijke kin deren van allerlei geestelijk ni veau. De waarheid is echter, dat juist op de gewone school het ach terlijke kind in de ziel wordt ge kwetst en geknakt door de „nor male” kinderen en door het be wustzijn van eigen minderwaar digheid. Bij het buitengewone on derwijs is het de geduldige onder- wijzer-paedagoog. die tegen psy chische infectie waakt. Andere ouders meenen in hun pessimisme, dat hun achterlijke kind tóch niets leeren kan en dat het daarom geen zin heeft het naar een school voot buitengewoon onderwijs te zenden Het is een miskenning van de verrassende k bekommeren dat nagenoeg niets leerenOf hen - arren moede ten slotte door ie ouders van de school moot laten nemen, waarna zij verder scha-) loos” zullen rondloonon om Er kunnen voor het achterblij ven verschillende oorzaken zijn, b.v slechthoorendheid. die het kind belet het onderwijs te volgen; zwakte of lichamelijk lijden, waar door de kracht ook tot geestelijke inspanning ontbreekt. De oorzaak kan ook schuilen in huiselijke omstandigheden van het kind, in onderdrukking van zijn geest, in gebrek aan nachtrust enz.; of in veelvuldig schoolverzuim, als ge volg van gebrekkige gezondheid of anderszins. Op dit terrein ligt een belangrijke taak voor den medicus, in het bijzonder den schoolarts en voor den onderwijzer, vooral als deze laatste een goed paedagoog en psycholoog en daarbij een ruim denkend en warm-voelend mensch is Samenwerking tusschen me dicus en paedagoog, zoo eenigs- zins mogelijk in harmonie met de ouders, zal in vele ge vallen uitnemende resultaten kunnen hebben, van het grootste belang voor het levensgeluk en de toekomst van kinderen, die door andere oorzaken dan aangeboren geestelijke achterlijkheid gedoemd schijnen om reeds op de lagere school te mislukken. Anders staat het met kinderen, tengevolge van aangeboren verstandelijke achterlijkheid niet In zijn, het onderwijs op de lagere school te volgen. 18 oorzaak, waaraan me dicus en paedagoog en psycholoog geinig of niets kunnen verhelpen dlt zeggen, dat men hen dan daaraan hun lot moet overlaten’’ j n van iaar tot jaar in een zelfde klas moet laten zitten en Jan maar weer eens een klasje nooger zetten zonder er zich om - __t zij niets of Ieder kent het verschijnsel van het kind, dat op de lagere school niet kan meekomen, keer op keer blijft zitten, eerst op vrij gevor derden leeftijd het einde haalt of (veelal) tuuschentijds van school wordt genomen omdat er toch niets te bereiken valt. Het zijn de achterblijvers, die, ook als zij een klas gedoubleerd hebben (hetgeen in veel gevallen heilzaam kan zijn) het onderwijs op de gewone lagere school niet kunnen volgen, hun mede-leerlingen niet kunnen bij houden. Men spreekt, in zeer dui delijke gevallen, waarbij geen on wil maar onmiskenbaar onvermo gen de oorzaak van het verschijnsel is. van achterlijke kinderen. Die benaming heeft in veler oor een onaangenamer beteekenis dan ermee bedoeld is, de beteekenis n.l. van min of meer imbeciel of gestoord in de geestvermogens. Zóó is het echter niet. Achterlijk is het kind, dat intellectueel be neden den norm blijft, welke voor het gewone lagere onderwijs moet worden gesteld, aanmerkelijk beneden het verstandelijke peil van het gemiddelde schoolkind. Tn die achterlijkheid zelve vindt men tal van graduaties, van stomp zinnig tot bijna normaal. Niets is gevaarlijker dan een verkeerde opvatting van de woor den, welke bij een (al of niet één zijdige) gedachtenwisseling wor den gebruikt en het is zaak, het omtrent de beteekenis daarvan te voren eens te worden. Daarom wijzen wij hier op de onjuiste beteekenis. die veelal aan de woorden „normaal” en „abnormaal” ten aanzien van menschen of kin deren wordt gehecht. Met „abnor maal” wil men vaak te kennen geven, dat iemand in zijn gees telijke vermogens is gekrenkt. ,.gek” of „idioot” of op z’n minst „raar” is Maar dit is de betee kenis van het woord toch niet. Abnormaal wil zeggen: afwijkende van den norm, van het gemiddel de in meerdere of in mindere mate, naar den éénen of naar den anderen kant. Het geniale kind, dat spelenderwijs alles wat het moet leeren en nog veel méér in zich opneemt, is naar boven evenzeer abnormaal als naar beneden het achterlijke school kind. dat bij voortduring achter blijft en het onderwijs van de ge wone school blijkt niet te kunnen volgen. Deze weg kan niet leiden door de gewone lagere school. Want men bedenke even, welke groote nadeelen de aanwezigheid van achterlijke kinderen op die school meebrengt. Reeds dadelijk voor het onder wijs. Het is duidelijk, dat elke behoorlijke onderwijzer zijn uiter ste best zal doen om zijn geheele klasse volgens het leerplan te ont wikkelen en dat daarbij elke leer ling, die niet kan meekomen, in hooge mate remmend werkt op het onderwijs in de geheele klas Op den duur zal de onderwijzer dan ook de achterlijken moeten loslaten om niet de normale leer lingen de dupe te doen worden en het onderwijs in zijn klas te zien mislukken. Hoezeer hij ook moge zijn begaan met het lot van de achterlijken, hij mag de anderen niet aan hen opofferen. Maar ook nadat hij zijn hardnekkige pogin gen om de achterlijken mee te nemen in zijn onderwijs heeft moe ten opgeven, zal toch nog de aan wezigheid van die achterlijken een schadelijken invloed hebben in de klas en op het onderwijs, al was het alleen maar omdat deze aan hun lot overgelaten enkelingen, die niet meer worden bezig ge houden, verstrooiing zullen zoeken tegen hun verveling en daardoor de anderen zullen afleiden en het onderwijs herhaaldelijk verstoren. Dit klemt te meer, omdat de ach terlijken door hun herhaaldelijk zittenblijven weldra eenige jaren ouder zullen zijn dan de normale leerlingen en daardoor allicht een zeker overwicht van den „groote” over de „kleintjes” zullen doen gelden, doorgaans niet ten voor- deele van deze laatsten. Men bedenke ook, welk een ncodlottigen invloed in vele ge vallen het achterlijke kind zal ondervinden van zijn aanwezigheid tusschen normale kinderen, met wier onderwijs het niet kan mee komen. De achterlijke zal veelal spoedig de „domme” zijn, de stak ker. die wordt uitgelachen, ge plaagd. bespot, met minachting be handeld door zijn mede-scholieren. Hij zal zijn minderwaardigheid steeds sterker gaan gevoelen, steeds meer lijden onder de harte- looze behandeling van de zijde der nu eenmaal onnadenkende jeugd Hoe licht zal niet de achterlijke in dit milieu van normalen, die bo vendien meestal jonger zijn dan hij (of zij), zich ongelukkig gaan gevoelen; hoezeer zal hij zich ge stempeld gaan achten tot een niets waardige. een tot mislukking ge doemde; en hoe dikwijls zal hier door de toekomst van een mensch bij voorbaat vernietigd worden, zonder dat dit onvermijdelijk ware geweest. Voor de maatschappij wordt op deze wijze de achterlijke later in derdaad een nutteloos, zelfs voor zijn omgeving een schadelijk lid Hij heeft niets geleerd, weet niets, kent niets, kan niets, mist alle zelfstandigheid, -alle zelfvertrou wen; hij kan slechts aanleunen tegen anderen, zich pijnlijk bewust van zijn minderwaardigheid. Als het zóó gaat) is het jammer lijk, voor het achterlijke kind zelf én voor de samenleving. Maar het behoeft immers niet zoo te gaan! Het wordt nog veel te weinig beseft, welk een zegen de instel ling van het buitengewoon lager onderwijs is. Dit is het speciale onderwijs, onder speciale leiding, voor de achterlijke kinderen. Wat bij het gewone onderwijs een on mogelijkheid is, dat ziet men hier; een onderwijs, dat niet volgens een vastgesteld leerplan klassege- wijs wordt gegeven, maar een on derwijs, dat zich aanpast aan de mate van bevattelijkheid en bij zonderen aanleg of geaardheid der verschillende leerlingen, die in overeenstemming daarmee groeps gewijze worden vereenigd; een on derwijs, dat zich bezig houdt met eiken leerling afzonderlijk, zich richtend naar ieders persoonlijke eischen en hoedanigheden. Een on derwijs door juist voor dit doel geschoolde, door hun persoonlijk heid bijzonder geschikte krachten, in een omgeving, waar de achter lijke niet de vernederende verge lijking met normale kinderen kent en geen spot, plagerij of minach ting vindt Een onderwijs, dat aar eiken leerling zooveel en zooda- resultaten, die men bij dit onder wijs reeds heeft behaald en voort durend behaalt, zelfs met zéér achterlijke kinderen, waaraan de leek elke moeite verspild zou ach ten maar die door den geschoolden en bovenal toegewijden onderwij zer toch ten slotte zóóver worden gebracht dat zij in de samenleving bruikbaar, vaak zelfs op beschei den schaal nuttig kunnen worden, goede burgers en goede menschen dikwijls ook. De tonnaga, Aan den brigadier van politie J. van Zijl is toegekend de medaille van ver dienste. verbonden aan de orde van den Duitschen Adelaar. No. 17490. Het gebied van hoogen luchtdruk, waar van de kern over Noord-Scandinavië ligt, strekt zich thans Zuidwaarts tot over de Britsche eilanden en onze omgeving uit. Onder invloed van dit hoogedrukgebied worden voortdurend koude luchtmassa's uit het Noordoosten in de richting van ons land aangevoerd, waardoor de tem peraturen hier belangrijk gedaald zijn. In de randstaten is de vorst nog strenger geworden. Hier komen temperaturen on der -30 graden voor. De vorstgrens heeft zich naar het Zuiden verplaatst tot in Frankrijk, het Alpengebied en Hongarije. De depressie, welke gisteren over Zuid- Frankrijk lag, verplaatste zich naar Italië. Onder haar invloed nam in onze omgeving de windkracht tijdelijk tot krachtig toe. Over den Oceaan ligt een depressie, welke zich slechts zeer langzaam ver plaatst. Stormwaarschuwingsdienst. Het K.N.M.I. te de Bilt seinde heden morgen om 7.40 uur aan alle posten: „Attentiesein neerhalen”. Zonsopgang: 11 Febr. 7.26 u. en 12 Febr. 7.25 u. Zonsondergang: 11 Febr. 5.03 u. en 12 Febr. 5.05 u. Lantarens aan: 11 Febr. tot 6.56 u. v.m.; 11 Febr. 5.33 u. nam.; 12 Febr tot 6.54 u. v.m.; 12 Febr. 5.35 u. nam. Hoogwater te Scheveningen. 11 Febr. 's morgens 4 40 u.; nam. 5.— u. 12 Febr. 's morgens 5.20 u.; nam. 5 40 u. Maandag schietoefeningen op het strand tusschen Katwijk en Wassenaarscheslag van paal 88-92.5 van 10 u. v.m.1 u. nam. Barometerstand van hedemniduag 1'2 uur Het dunne pijltje geett den stand aan va i ffiateron Terug naar Ankara. De Nederlandsche gezant te Anka ra, dr. Ph. C. Visser, die eenigen tijd verlof heeft gehad, zal binnenkort naar zijn standplaats terugkeeren. Het ligt in zijn bedoeling Zaterdag 17 Februari de terugreis naar Turkije te aanvaarden. De heer Visser zal de reis in Brussel onderbreken om een bezoek te brengen aan onzen gezant in de Belgische hoofdstad, mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten, die met den heer Visser aan een van de tochten naar het Karakorumgebied heeft deelgenomen. Verwachting tot den avond van 11 Febr.: Voor het Noorden: Wind: meest zwak, veranderlijk; 's nachts helder tot licht- bewolkte lucht, met strenge tot matige vorst, overdag toenemende bewolking met kans op eenige sneeuw en matige tot lichte vorst. Voor het Zuiden: Wind: matig tot zwak. Oostelijk tot Noordelijk helder tot half- bewolkte lucht, met strenge tot matige vorst 's nachts en overdag matige tot lichte vorst. horst, met dit verschil, dat onze sche pen twee schoorsteenen krijgen, m plaats van één. Een type, dat qua tonnage min of meer hiermede overeenkomt zijn de Fransche 26.500 tons metende schepen Dunkerque en Strassbourg, doch de Fransche oorlogsbodems beschikken als zware bewapening over 8 kanons van 33 c.m., welke in twee vierlingto- rens op het voorschip zijn geplaatst, terwijl de Gneisenau en Scharnhorst 9 vuurmonden hebben van 28 c.rru, verdeeld over drie drielingto- rens, waarvan twee voor de commando brug en één op het achterschip. Wat de tonnage onzer slagkruiser» betreft, deze zal minstens 27.000 tons bedragen. Men diene niet te vergeten, dat men bij dergelijke schepen met vice factoren heeft te maken, welke zeef nauw met elkaar in verband staan, te weten met de snelheid, de bewapening, het pantser en de actie-radius. Maakt men nu de schepen kleiner dan 27.000 tons, dan blijft voor de bepantsering te weinig over Met betrekking tot de snel heid speelt de lengte 'n groote rol. Doch grootere lengte beteekent meer pant- Scharn- ser. En dat pantser een belangrijke fao Duitich journalist en Nederlander zullen binnenkort terechtstaan De instructie in de zaak tegen den Duitschen journalist D en den Neder lander B.. die, verdacht van spionnage in het Huis van Bewaring te Rotter dam zijn ingesloten, is Donderdag j.l. resioten Naar wij vernemen kan de behandeling der zaak voor de rechtbank unnen enkele weken tegemoet worden gezien Als raadsman van verdachten treedt op mr. A. T. J. Etmans uit Leiden. Barometer alhier v.m. 8 uur 767J m m., v.m. 12 uur 767J m.m.; thermometer resp. -8 gr. en -5 gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag 12 uurs stationnair. Hoe zullen de slagkruisers waarvan in de Memorie van Antwoord melding wordt gemaakt, er uitzien Dat is een vraag, welke waarschijnlijk velen zich hebben gesteld en welke wij trachten te beantwoorden, afgaande op be schouwingen. voordrachten c. d., welke van deskundige zijde in den loop der laatste maanden zijn gehouden Met volle beslistheid is hierop geen antwoord te geven, doch men kan wel zeggen, dat de drie sche pen in groote trekken veel overeen komst zullen vertoonen met de Duit- sche in 1936 gebouwde kruisers 26.000 tons metende Gneisenau en <s: ST/e» a I M JL o ks o

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9