aan
Er is groote behoefte
volledige ambulances
flaafsche Courant van Dinsdag 13 Februari 1940
Vlucht uit Moskou
In Finland
Twee woorden
kennen
de
Finnen
niet:
Mopperen
en
Bukken
&C.7~n‘eu,i!',''er-A,5,u'
daar behoorde nog he?l v neen’
Steeds weer ga? NiJeu T meer toe'
ders in haar handen u Wat an’
STADSNIEUWS
Nederlandsche geste
wordt zeer gewaardeerd
„Wij zijn geen Zweden,
wij willen geen Russen
zijn, wij zijn Finnen
Sirenes loeien
Auteurs-
XII.
onder de
De vooruitgang van Finland.
FEUILLETON.
Wordt vervo^|d.l
VIJFDE BLAD, PAGINA 1.
(Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden.)'
EEN TREIN BLEEF OP DEN
OVERWEG STILSTAAN
Nu de heer Wrede over den voor
uitgang van Finland in de laatste 20
jaar spreekt, doet hij dat met geest
drift. Hij wijst op de tallooze scholen,
die hier tot in de verste uithoeken zijn
Oprechte eenheid
Finnen.
1
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
t
i
i
Gehecht aan vrede, vrijheid
en onafhankelijkheid.
BOND TER BEHARTIGING VAN DE
BELANGEN VAN HET KIND
Alle onderwerpen met de toevoeging
„gezien in het licht der moderne psycho
logie”. Het Congres zal besloten worden
met een lezing van prof. dr. J. Boeke te
Utrecht over „De hoogere roeping der
Wetenschap”.
(Von onzen specialen verslaggever.)
XI*
E. F. BARON WREDE
secretaris-generaal van het Roode
Kruis in Finland.
Nationaal Congres„Ons onderwijs,
gezien in het licht der moderne
psychologie”.
De Bond ter Behartiging van de be
langen van het kind organiseert, zooals
gemeld, op 28 en 29 Maar. e.k. hier ter
stede een Nationaal Congres over het
onderwerp„Ons onderwijs, gezien in
het licht der moderne psychologie”.
Inleidingen zullen worden gehouden
door de hieronder genoemde dames en
heeren over de achter hun namen ver
melde onderwerpen
Mej. J. E. Schaap, gem. inspectrice bij
het L.O. te Rotterdam Het Kleuter
onderwijs met aansluiting Voorb. Ond.
L. O.
Mej. B. Perne, voorzitster van den
Bond van Onderwijzeressen b.h. Voorb.
Ond.Het Voorbereidend Onderwijs.
R. Schoemaker te SappemeerDe
moeilijkheden in verband met de grootte
der schoolklassen.
J. A. Sellenraad, gem. inspecteur bij
het L.O. te Enschedé Aansluiting L.O./
M. O., vanuit het standpunt van het L.O.
Dr. W. F. de Groot, directeur Dalton
H.B.S. t Aansluiting L.O./M.O., vanuit
het standpunt M.O. en gegrond op erva
ring.
C. de Galan te Enschedé Het Nijver
heidsonderwijs voor jongens.
Mej. C. Boele van Hensbroek te
AmersfoortHet Nijverheidsonderwijs
voor meisjes.
W. Terpstra, gem. inspecteur bij het
L.O. te UtrechtOpleiding van onder
wijzer en leeraar.
Prof. dr. R. Casimir Het Middelbaar
Onderwijs.
J. M. van der Lijke te Bilthoven De
Lichamelijke Opvoeding.
Dr. J. Smit, rector Hervormd Lyceum
te Amsterdam Het Tuchtprobleem.
Prof. dr. M. J. Langeveld, alhier De
Zedelijke en Godsdienstige Opvoeding.
Wat moest zij hier met haar eenzame
avonden beginnen? Zoolang zij werkte,
was alles goed. Eenzaamheid echter
beteekende verlangen en zich verlaten
voelen...
Nog echter had zij het atelier niet
den rug toegekeerd, of er kwam een
telefoontje van Helena Trubetzkoy.
Of u zin hebt vanavond in het
Russische restaurant te komen, made
moiselle Bernekamp? vroeg de kleine
Fransche telefoniste. Madame Tru
betzkoy zal zorgen er om acht uur te
zijn. Monsieur Stolyn zal u afhalen.
Zegt u maar, dat ik heel graag
kom, alleen Lisaweta bekeek zich
zelf critisch. Zij had immers niet veel
meer dan een wandeltoiletje. Hoe
moet men zich voor zoo’n avond in
het Russische restaurant kleeden?
Dat doet iedereen zoo goed als
hij kan, instrueerde Lucilla Bascha-
row haar. Heb je geen avondjapon?
Lisaweta werd er verlegen van. Wat
was dat nu toch een ontactische vraag
van die Lucilla Bascharow!
De blonde Russin uit het gouverne
ment Tomsk echter lachte Lisaweta
bemoedigend toe. De meesten van
ons komen hier zoo aan. Sommigen
bezitten zelfs nog geen paar behoorlij
ke schoenen. Maar wie Helena Tru
betzkoy onder haar vleugelen neemt,
kan er van op aan, dat hij vooruit
komt. Voorloopig moeten we elkaar
een beetje helpen. We zijn vrijwel even
groot; als je wilt, kan je van mij wel
een jurk te leen krijgen.
Maar dat gaat toch niet! protes
teerde Lisaweta. Lucilla Bascharow
liet zich echter niet zoo gemakkelijk
afschepen.
Ik zou niet weten waarom niet.
I Als je eens wist, hoe vaak ik al kou-
van één tot tien keer per dag in een
schuilkelder moesten gaan zitten om er
het signaal „Alles veilig” af te wachten.
In de schuilkelders, waar ik tot nu toe
ben geweest, heerschte daarentegen de
beste stemming. Men zat er te lezen,
te praten of te breien, maar het eenige,
dat men niet deed, was: mopperen De
Finnen achter het front zijn even vast
besloten. als de Finnen aan het front.
Wat zouden wij. Nederlanders, doen als
wij een paar dagen lang geen cigaretten
konden krijgen? Ik vrees, dat menigeen
er zijn goede humeur door zou laten' be
derven. De Finnen niet. Een van de
bombardementen op Aabo heeft ernstige
schade opgeleverd voor een opslagplaats
van cigaretten Als gevolg daarvan zijn
er sedert een paar dagen volgende
week zal het over zijn moeilijk ciga
retten te krijgen. De Finnen aanvaarden
dat met opgewekte lankmoedigheid. In
dien men morgen tegen hen zoudt zeg
gen, dat zij zich op allerlei gebied ern
stig moeten gaan bekrimpen, zouden zij
het prompt doen. En wie zal zeggen, dat
het daartoe niet komen zal?
teerde Lucilla, maar dat zullen we
wel even verhelpen. Reeds had zij een
electrisch strijkijzer ingeschakeld en
terwijl ze tusschen de bedrijven door
haastig thee dronk, biscuits knabbelde
en sigaretten rookte, wreef zij met een
lap benzine over de stofvlekken, om
daarna de zoo stiefmoederlijk behan-
Dit volk is zoomin een militairistisch
volk als het Nederlandsche. Finland
heeft ook nooit groote-mogendheid-al-
lures aangenomen, gelijk wijlen Poien
het deed, en gelijk sommige heethoof
den het ons land willen laten doen.
Finland vertoont ook nu, in de oor-
logslectuur, welke in èlken oorlog ont
staat. niets van dat ziekeiijke „heroïs
me", dat het heeft over de heerlijkheid
van den dood op het slagveld.
De Finnen blijven, wat zij altijd wa
ren: een gezond en eenvoudig boeren
volk, gehecht aan vrede, vrijheid en
onafhankelijkheid, individualistisch
wat niet hetzelfde is als egoïstisch!
en godsdienstig. Hun lyriek mag af en
toe pathetisch zijn dat was zij al
in de dagen van Runeberg „he-
roisch” is zij niet, al heeft de eeuwen
lange strijdpositie van de Finnen diepe
sporen in hun literatuur nagelaten.
Wat ik in de laatste dagen aan „ge-
legenheidsliteratuur” te lezen heb ge
had, laat veeleer een toon van eerlijke
menschelijkheid hooren. Het handelt
niet over vrouwen, die zich gelukkig
voelen, omdat haar mannen den vijand
gaan weerstaan, en niet over moeders.
sen en kleeren heb geleend! Bovendien
stelt Helena Trubetzkoy er prijs op,
dat haar employé’s bij dergelijke ge
legenheden behoorlijk voor den dag ko
men. Af en toe verschijnen er nog wel
eens vreemdelingen in het Russische
restaurant en daaronder bevinden zich
vaak cliënten van het Atelier Trubetz
koy. Wij gelden nu eenmaal als een
soort bezienswaardigheid ze lachte
wat spottend. Nou ja, tenslotte
krijgt ook niet elkeen zijn soep door
een voormaligen Russischen prins op
geschept, of zijn garderobe door een
vroegere hofdame overhandigd.
We zijn dus een soort tentoonstel-
lingsobject? Om Lisaweta’s mond ver
scheen een wat pijnlijke trek.
Dat heb ik aanvankelijk ook ge
dacht, maar mettertijd stoor je je
daar niet meer aan. Wat wij zelf zijn,
kan immers niemand ons afnemen.
Dat hebben zelfs de bolsjewieken ons
moeten laten. Dat blijft dus afgespro
ken, besloot zij haar pleidooi,-jij
krijgt van mij een jurk. Helena Tru
betzkoy zou het mjj zeker nooit ver
geven, als ik je in dezen niet behulp
zaam was.
Er bleef Lisaweta niet veel anders
over dan het vriendelijke aanbod met
beide handen aan te nemen. De beide
meisjes schoten haastig in haar man
tel, er volgde een luidruchtig afscheid
van de andere employé’s, gelach en
gescherts dan sloot de boekhouder,
monsieur Renaul, die er uitzag als een
Fransche markies, de buitendeur van
het atelier.
Lucilla’s woning bestond uit een vrij
kleine kamer met een daarbij aanslui
tende alcoof. Er heerschte een onbe
schrijfelijke chaos, maar in al deze
wanorde lag toch een zekers grade.
INT. VEREEN. BELLAMY.
Donderdagavond wordt in gebouw
„Musica” een openbare propaganda-ver-
gadering gehouden van afd. 5 district
den Haag van de Intern. Vereeniging
Bellamy.
Beslissende beteekenis van
dezen oorlog.
Het eens revolutionnalre woord van
den Finschen patriot Arwidsson:
„Wij zijn geen Zweden, wij willen
geen Russen zijn, wij zijn Finnen”,
heeft nieuwe beteekenis gekregen.
Als niet iedere Fin van de beslis
sende beteekenis van dezen oorlog
doordrongen was. zou het ondenk
baar zijn, dat deze strijd van vijf
tig tegen één nu al twee maanden
duurt, zonder dat de in aantal over-
machtige Russen ook maar iets zijn
opgeschoten.
Want dat is militair de werkelijkheid
Geen massa-aanvallen. geen bombar
dementen, geen pogingen tot verras
sing hebben gebaat. Het roode leger,
dat als een onweerstaanbare macht
beschreven was. heeft niet de minste
kans gezien, Finland binnen te drin
gen. En ik geloof, dat het buitenland
daarover veel meer verwonderd is dan
de Finnen het zelf zijn.
Zij hebben een gezond zelfvertrou
wen. al beseffen zij terdege, dat er een
nijpende behoefte is aan huip. Men-
schen en jachtvliegtuigen zijn hier
noodig. Dat hoort men in alle toonaar
den en dat leest men in alle toonaar
den. Maar intusschen zetten de Fin
nen hun eigen krachten tot het laatste
procent in: „Wij willen geen Russen
zijn”
MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS.
In verband met de actualiteit van dit
onderwerp, zal bij den morgenmiddag te
half drie in het Museum voor het On
derwijs, Hemsterhuisstraat 2E, te hou
den rondgang een inleiding gegeven
worden over de kracht van het water,
waarbij een film vertoond wordt over:
„Kruiend ijs op onze groote rivieren".
„Erop of eronder”.
Toch kan de eenvoudigheid van het
Finsche volk dien hardnekkigen weer
stand, dien zij tegen de Russen volhou
den, maar gedeeltelijk verklaren. Ik
houd ’t er voor, dat men met nog iets an
ders terdege rekening houden moet en
denk aan het besef, dat de Finnen heb
ben van de beteekenis van hun strijd
Voor hen is het „erop of eronder”. Ik
kan geen Fin spreken, of hij blijkt er
van doordrongen, dat een overweldiging
door de Russen het einde van de levens
mogelijkheden van de Finnen beteeke
nen zou. In dien zin sprak vandaag in
een schuilkelder een spoorwegbeambte
tegen mij, en later op den dag een han
delsman.
In dien zin spreekt, en denkt heel Fin
land. En daarom heeft iedere Fin het
gevoel, dat hij w e e t. wat er op het spel
staat Zooals hij óók het gevoel heeft,
dat de Russen niet weten, waarvoor zij
vechten. In Rusland is het luisteren naar
buitenlandsche radiostations evenzeer
verboden als in Duitschland De couran
ten staan er sedert twintig jaar onder
onmiddellijke controle van de regeering.
En al wil menige Fin erkennen, dat de
Russen voor de Russen veel tot stand
hebben gebracht, nooit zal hij voor zich
en de zijnen iets anders willen dan het
recht om eigen lot zélf te bepalen.
Helsinki, 4 Februari.
Het Finsche volk is niet, als het Ne
derlandsche, een verwend volk. En dat
is een van zijn beste eigenschappen. In
den loop van de jaren zijn wij, Neder
landers, wat teveel „stadsvolk” gewor
den: wij zijn gewend aan allerlei com
fort, en aan een levensstandaard, die
veel hooger ligt dan die van de Finnen,
veel hooger ook dan hij, gelet op onze,
huidige mogelijkheden, liggen moest.
Met die gehardheid van de Finnen moet
men in hooge mate rekening houden, in
dien men iets van den huldigen oorlog
begrijpen wil. Niet, dat hier aan het een
of ander gebrek is. De bevolking heeft
voedsel genoeg, en de regeering waakt
er voor, dat er geen gebrek ontstaat. Dat
neemt niet weg, dat de Finnen heel een
voudig moeten leven, willen zij de zor
gen van het heden, en die van morgen
vooral, kunnen blijven dragen. Het moet
ieder, die hier is. treffen, dat iedereen
ook dat zonder mopperen doet. Ik hoor
mijn landgenooten al klagen, indien zij
Wij vestigen er de aandacht op, dat
cp 3 Februari, den dag dat onze speciale
verslaggevet* zijn brief schreef, dr.
Winckel inderdaad nog niet in Stockholm
was gearriveerd Gisteren publiceerden
wij echter artikel X van zijn hand „Een
gesprek in Helsinki met dr. Winckel".
boor bet feit, dat Finland in oorlog is,
tomen de brieven van onzen specialen
verslaggever, die eerst de censuur moe
ten passeeren. niet altijd in ons bezit in
de volgorde, waarin zij zijn geschreven.
zijn. Maar het eenige, waaraan hier
niemand denkt is: bukken. Van den
ouden Per Evind Svinhufvud, die nog
bij leven en welzijn legendarisch is ge
worden. loopen hier heel wat verhalen.
Een er van vertelt, hoe iemand een
Duitschen prins vroeg naar den indruk,
dien Svinhufvud op hem had gemaakt.
De prins antwoordde: „1st er nicht wie
eine Söule?” En de vrager reageerde:
„Ja, wie eine viereckige Saule”. Svin
hufvud karakteriseert de Finnen: een
hard maar hartelijk, een eenvoudig en
gezond, een onbuigzaam en eerlijk
volk.
Over het Finsche land zijn ontelbare
stormen gevaren. Eeuwen tang is het
het slagveld geweest, waarop Zweden
en Rusland hun eindelooze twisten be
slechtten. Nu het eenmaal vrij land
geworden is, zullen de Finnen er alles
opzetten, om het vrij te laten blijven.
Zóó wil het hier iedereen. Wie het
voorrecht heeft, Zweedsch te verstaan
en dus met allerlei slag menschen te
kunnen spreken, moet al naar zijn
aard meelij voelen of ergernis
jegens den man, die zich als trekpop
van chef eener
heeft
Vrede
Toen ik in het middaguur terugwan
delde naar mijn hotel begonnen de si
renes te loeien. Even later bereik ik een
schuilkelder en weer zitten wij gedwee
op de ongeschaafde houten banken bij
een walmend petroleumlichtje of een
kaars, terwijl in de verte het luchtaf
weergeschut zijn dof dreunen de lucht
inzendtNeen, reizen in Finland is
nü geen genoegen! Mijn plannen om via
het Noorden naar Hammerfest te ko
men, raken al meer en meer aan het
wankelen. In theorie kan het wel, zegt
men hier, maar de practische uitvoer
baarheid is gering. Het gebied, waar
ik door zou moeten, is in staat van be
leg en permissie om er op eigen houtje
door te reizen, krijgt men niet of nau
welijks. Een Hongaarsche journalist,
met wien ik de zaak terloops besprak
hij kwam zoo juist uit Rovaniemi
was door en door pessimistisch „dat
gaat persé niet, dat wordt een onmoge
lijke expeditie” Maar de arme man
was ook veertien dagen in het hooge
Noorden met een zware angina behept
geweest
(Nadruk verboden.
recht voorbehouden).
van Stalin, de rol van chef
die de dapperheid van haar zonen be- „volksregeering” heeft aangemeten:
Otto Kuusinen, den zetbaas van het
Kreml, die nauwelijks genoeg Finsch
terrein beschikbaar heeft om er met
zijn medeministers op te kunnen staan.
De overval op Finland is, dunkt mij,
misdaad genoeg. Waartoe dan nog die
verzwarende omstandigheid van dat
harlekijnenkabinet van Kuusinen, den
secretaris van de Komintern, een kabi
net, waarmee Stalin warempel een
Russisch-Finsch verdrag is gaan slui
ten? Ik had het er vandaag met een Fin
over. Hij lachte, en zei: er is huiche
larij, welke zich tegen den huichelaar
keert...... En misschien is het wel zoo.
Gisteravond tusschen half zeven en
zeven uur bleef op een der overwegen
op de Weteringkade plotseling een
trein stilstaan. Het vreemde van
het geval was, dat de wielen van de
locomotief bleven doordraaien. Zij die
voor de boomen ongeduldig stonden te
wachten, dachten reeds, dat door de
vorst de rails met een laag ijs bedekt
waren, zoodat de wielen van de loco
motieven niet meer pakten.
De oorzaak van de „doordraaierij”
lag echter ergens anders, naar men
ons van bevoegde zijde mededeelde.
De motoren van de locomotief bleken
door een of ander defect niet op volle
kracht te kunnen werken, zoodat zij
den trein niet meer konden trekken.
Na herhaalde vergeefsche pogingen
besloot men assistentie te vrageiw
Twee locomotieven werden achter den
trein gezet om dezen op te duwen.
Spoedig kwam er beweging in tot
groote opluchting van de velen, die
achter de slagboomen ongeveer 20 mi
nuten hadden staan te trappen van
ongeduld en van de koude.
De oorlog voor de Finnen
een noodzakelijk kwaad.
De Finnen aanvaarden den oorlog als
noodzakelijk kwaad. Hoe eerder het
vrede wordt, hoe liever het hun zal
verrezen op de uiterst moderne zie
kenhuizen, die in menigte zijn gebouwd
en op den bijna ongeloofelijken voor
uitgang van de economische en sociale
verhoudingen. Zelf herhaaldelijk als
Finsche gedelegeerde bij de onderhan-
delingen over handelsverdragen opge
treden, heeft hij recht van spreken.
Finland heeft, zoo zegt hij, op tal van
terreinen groote prestaties geleverd.
Het volk is door en door gezond en
krachtig, het blaakt van energie, het
wil werken en het kan werken. Het is
door en door vredelievend maar nu
het overvallen wordt, zet het de tanden
op elkaar, zooals het dat menigmaal
neeft moeten doen.
„Komt u na den vrede hier nog eens
terug 1" moedigt hij mij aan, „maar
dan in den zomer. Reis door het land
het is zoo mooi Ga eens zeilen tus
schen onze eilanden
jubelen. Kon ik Ekelund’s „Een woord
in den nacht” of Viljo Kajava’s „Een
groet aan moeder”, dan wei Arvi Kivi-
maa’s „Nachtelijke wandeling” of Otto
Varhia’s „Bij de geëvacueerden" voor
u vertalen (het proza zou te veel plaats
vergen en poëzie rhythmisch vertaién
kan ik niet) gij zoudt getroffen wor
den door een toon, welke niets gemeen
heeft met de hoerastemming, waarin
eindelooze marschmuziek en schette
rende redevoeringen andere volken
moeten houden.
Je handen moeten de ziel van die
dingen weergeven, verklaarde Ninette.
Begrijp je wel?
Lisaweta begreep het, tot Ninette’s
groote voldoening, zeer spoedig. Het
leek, alsof elk van deze voorwerpen
afzonderlijk een geheime tooverkracht
uitstraalde. Het was een genot deze
uitgezóchte dingen te mogen vasthou
den.
Met de aangeboren fijngevoeligheid
en den goeden smaak van de Russin
wist zij met alles iets te beginnen. Na
dat zü haar eerste onzekerheid had
overwonnen, viel het haar uiterst ge
makkelijk al die mooie dingen te han-
teeren. Zij zou trouwens geen echte
vrouw zijn geweest, wanneer zij aan
de bekoring, welke daarvan uitging,
weerstand had kunnen bieden! Hoe
lang had zij het niet moeten ontberen
glanzende zijde te voelen, met een
mooie ketting te spelen, een paar bloe
men vast te houden! Het oude Rusland
herleefde in zulke oogenblikken.
Ninette behoefde er niet veel aan te
I verbeteren en ook gravin Trubetzkoy,
I die zeer geagiteerd tusschen twee vi
sites het atelier kwam binnen vallen,
knikte tevreden: Ga zoo maar door,
kind! Ninette, leg het direct maar
vast. Vanmiddag heb ik een paar
proefafdrukken noodig voor het „Jour
nal des Femmes”.
Lisaweta bloosde van blijdschap. En
nu zette Ninette er allen denkbaren
spoed achter. De opnamen waren na
oen paar uren ontwikkeld, af gedrukt
i»n gedroogd. Lucilla Bascharow ver
dween haastig met haar map om de
foto’s naar de redactie van het vrou
wentijdschrift te brengen. Om zes uur
werd het atelier gesloten. Lisaweta
I voelde het bijna als een teleurstelling.
De vaderlandsliefde, welke men on
der de Finnen vindt, heeft overigens
geen ziekelijke elementen. Finland
deed nimmer aan „soldaatjë-spelen”
dan voor zoover het noodzakelijk was.
Het moet u opgevallen zijn, hoe op
recht de eenheid onder de Finnen is
De wrijvingen, die twintig jaar onaf
hankelijkheid niet konden wegnemen,
ze zijn om zoo te zeggen in één nacht
verdwenen.
Finland wordt aangevallen, en
het voelt zich een vooruitgeschoven
post van het Westen onze strijd is de
strijd van geheel West-Europa”.
heeft al aan een reeks aanvallen bloot
gestaan. Het huis van een mijner
naaste familieleden kreeg een voltref
fer de bewoners waren uit, maar van
hun have en goed was niets meer over
toen zjj terugkwamen. Raakt een bom
een ziekenhuis het is herhaaldelijk
gebeurd dan is de ellende niet te
overzien. Alleen al het vluchten naar
de kelders is voor veel patiënten
hoogst bezwaarlijk, en veelal gevaarlijk
bovendien. En niettemin missen al die
bombardementen elke demoraliseeren-
de uitwerking. Eer verharden zij de
Finnen in hun wil, om achter de fron
ten met niet geringere standvastigheid
vol te houden dan in de linies zelf.
men *en ket-
vint. ')Uden dan bloe-
•i'ta 2*
met een vaasje of een le»en«telling
tea Mwettenpypje*
Het paste geheel bij Lucilla’s persoon
lijkheid. Met een enkel vlotte handbe
weging schoof zü een japon, een
taschje en een muts van een der leun
stoelen. De theebus stond op een mi
niatuur toilettafeltje midden tusschen
ettelijke schoonheidsmiddelen en een
paar zijden kousen. Maar in minder
dan geen tijd had zjj de tafel gedekt, delde japon met het strijkijzer te be-
Uit een of anderen hoek van een mooie
antieke kast dook zij een trommeltje
biscuit op en nadat ook de suiker op
een of andere uitzonderlijke plaats
was gevonden, kon aan theezetten
worden gedacht.
Nauwelijks echter hadden zij eenige
minuten gezeten, of Lucilla sprong al
weer overeind en begon met haar ge
wone voortvarendheid een kleerenkast
overhoop te halen.
Waar heb ik dat nu toch gela
ten hier nee, dat is het niet. Ze
smeet een lichtblauwe pyama, diverse
schoenen en een hoedendoos in het
midden van de kamer op een hoop,
waar het een waar stilleven vormde.
Heb ik die jurk nu eigenlijk we
van Maria Mirkinowa terug gekregen?
peinsde ze, een oogenblik tot rust ko
mend. Je moet weten, dat ik haar
het ding voor een filmopname heb ge
leend, waarbij zij moest figureeren.
Dat is ook een hopeloos geval als je
niets hebt om aan te trekken het
kind zat met de handen in 't haar
ah, daar heb ik 'm, riep ze enthousi
ast, onder uit de kast een tamelijk
verfomfaaid geelachtig vodje opvis-
schend. Het bleek zich bij nadere be
schouwing als het gezochte gele
avondtoilet te ontpoppen.
Hier aan den zoom zitten welis
waar een paar stofvlekken en het is
nogal leelük gekreukeld ook, conata-
Grappig, die zakelijke trots, dacht
Lisaweta. Maar daarachter stak dan
toch een zich nauw verbonden voelen
met het werk, met Helena Trubetzkoy.
Zou zij zelf dezen band ook nog eens
bespeuren en hierin haar grootste vol
doening vinden? Misschien zou dat in
derdaad wel gekund hebben, wanneer
daar niet dat smartelijke verlangen
die herinnering aan een warme man
nenstem, aan den teederen blik
van
ai..pAar lieve 00Men was geweest
bonten ketting, twee’ S.chaal’ een
10SM bl“-
moest zij met al 5. foto - en nu
voorwerpen „poaeeren”* ver’c*'illende
dat vakkundig noemde' 2°0B Ninette
Lisaweta leerde, ho_
tir g anders moet
men, en hoe de
boek moeten
Een onderhond met E. F.
baron Wrede, secretaris-
J generaal van het Roode
Kruis in Finland, die vol
enthousiasme over den
vooruitgang van het land
in de laatste 20 jaar
spreekt!
werken.
Lisaweta paste de jurk voor den
kleinen toiletspiegel. Zij zat haar als
aangegoten.
Lucilla was tevreden. Met haar
zwart haar zag Lisaweta er in de
glanzende zijde werkelijk allerbekoor
lijkst uit.
Alleen moet je je nog wat bij
werken, adviseerde Lucilla. Je kunt
toch niet met zoo’n kaal gezicht gaan!
Lucilla viel bijna flauw bij de ge
dachte, dat iemand zonder behoorlijke
make up op een avondfeest zou dur
ven verschijnen.
Het hielp Lisaweta niet, of zü al
protesteerde; zü werd „opgemaakt”.
Lucilla ontpopte zich als een voortref-
felijke schoonheidsspecialiste. Een
warm en een koud gezichtsbad boven
twee kleine schaaltjes, daarna toilet
water, crème en schmink. Te geel,
nee, nu weer te rood, we moeten het
mengen, mompelde Lucilla voor zich
heen. Lisaweta hield zich stil tegen
Lucilla kon zü toch niet op en ein-
delük mocht zü zichzelf in den spie
gel bewonderen. Haar gezicht bleek
een ingrüpende verandering te hebben
ondergaan. Onder de geverfde wim
pers schitterden haar oogen nog ster
ker dan gewoonlük. Haar anders zoo
bleek gezicht had een rose tint, als
dat van een kind.
HELSINKI, 3 Februari.
,A la guerre comme a la guerre”
pier heeft iedereen alle officieel ge
doe aan kant gedaan de conventies,
die geslachten hebben opgebouwd
zoo in den trant van „dat kun je niet
doen" en „hoe hoort het eigenlijk?"
zij zijn op den eersten oorlogsdag over
boord gezethier gaat men bij een
minister op audiëntie in zware sport-
kleeren en hooge laarzen, hier neemt
men het gelukkig niet „nauw”
meer. En daarom lacht baron Wrede,
de secretaris-generaal van het Roode
Kruis in Finland, wanneer ik mijn ski-
laarzen en mijn sportpak bij hem ver
ontschuldig. Het heeft moeite gekost,
hem te pakken te krijgen. Toen ik in
Vasa was, zei mij de hoofdredacteur
van „Vasabladet”. dat ik den heer Wre
de in Helsinki zou treffen; toen ik in
Helsinki kwam, bleek de heer Wrede in
Vasa te zitten, maar inmiddels is hij
naar de hoofdstad teruggekeerd en
vandaag had ik met hem een lang ge
sprek en ondervond ik van hem een
uiterst hoffelijke gastvrijheid.
Natuurlijk informeerde ik naar dr.
Winckel, die op weg is naar Helsinki,
om de overkomst van de Nederlandsche
ambulance naar Finland te regelen.
„Hij is nog niet in Stockholm”, ver
nam ik, „want wij hebben vandaag nog
telefonisch bij de legatie naar hem ge
ïnformeerd. Ik stel er prijs op u te ver
zekeren, dat wij de Nederlandsche geste
hoogelijk waardeeren. Juist aan volle
dige ambulances heeft Finland zooveel
behoefte. Die kunnen immërs als een
heden optreden en zij ontmoeten dus
geen moeilykheden met de taal en de
samenwerking. Ik hoor van verschillen
de zijden, dat Nederland groot belang
stelt in de Finsche zaak en uw consul
va ader Vlugt wiens vader’s gedach
tenis hier hoog in eere wordt gehou
den en dien ik tot mijn goede vrien
den reken, zal zeker doen was hij kan,
om de humanitaire hulp aan ons land
te vergrooten. Dat is ook hard noodig.
Een verschrikkelijke oorlog.
Ik kan mij niet voorstellen, dat er
tot nu toe ooit op zoo verschrikkelijke
manier oorlog is gevoerd als hier nu.
Neem bijvoorbeeld Vasa, een kleine
stad zonder eenig militaire beteekenis,
zonder garnizoen, zonder versterkin
gen. Vijfmaal is het gebombardeerd.
Nog erger bijna zijn de aanvallen op
autobussen, eenzame wandelaars, of
naar school gaande kinderen. Soms
duikt een Russische machine pijlsnel
omlaag en dan volgt mitrailleurvuur op
alles wat leeft Borgaa beteekent mili
tair óók niets, maar ook dat stadje
■mMM
L;||
i' M
•'•'50
t
(Nadruk verboden.)
19)
V00rby Was’ dat V00rby
te^niet(!vBlr dag had Lisaweta ech-
reeds vr?’ tot nadenken. Zij zat
±raVfrp°eg in het atelier en liet zich
zoo eenvr^A?' Was echter nog niet
haar han^ *con maar niet zoo
i