aan Er is groote behoefte volledige ambulances flaafsche Courant van Dinsdag 13 Februari 1940 Vlucht uit Moskou In Finland Twee woorden kennen de Finnen niet: Mopperen en Bukken &C.7~n‘eu,i!',''er-A,5,u' daar behoorde nog he?l v neen’ Steeds weer ga? NiJeu T meer toe' ders in haar handen u Wat an’ STADSNIEUWS Nederlandsche geste wordt zeer gewaardeerd „Wij zijn geen Zweden, wij willen geen Russen zijn, wij zijn Finnen Sirenes loeien Auteurs- XII. onder de De vooruitgang van Finland. FEUILLETON. Wordt vervo^|d.l VIJFDE BLAD, PAGINA 1. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden.)' EEN TREIN BLEEF OP DEN OVERWEG STILSTAAN Nu de heer Wrede over den voor uitgang van Finland in de laatste 20 jaar spreekt, doet hij dat met geest drift. Hij wijst op de tallooze scholen, die hier tot in de verste uithoeken zijn Oprechte eenheid Finnen. 1 i i i i i i i i i i i i i i i i i t i i Gehecht aan vrede, vrijheid en onafhankelijkheid. BOND TER BEHARTIGING VAN DE BELANGEN VAN HET KIND Alle onderwerpen met de toevoeging „gezien in het licht der moderne psycho logie”. Het Congres zal besloten worden met een lezing van prof. dr. J. Boeke te Utrecht over „De hoogere roeping der Wetenschap”. (Von onzen specialen verslaggever.) XI* E. F. BARON WREDE secretaris-generaal van het Roode Kruis in Finland. Nationaal Congres„Ons onderwijs, gezien in het licht der moderne psychologie”. De Bond ter Behartiging van de be langen van het kind organiseert, zooals gemeld, op 28 en 29 Maar. e.k. hier ter stede een Nationaal Congres over het onderwerp„Ons onderwijs, gezien in het licht der moderne psychologie”. Inleidingen zullen worden gehouden door de hieronder genoemde dames en heeren over de achter hun namen ver melde onderwerpen Mej. J. E. Schaap, gem. inspectrice bij het L.O. te Rotterdam Het Kleuter onderwijs met aansluiting Voorb. Ond. L. O. Mej. B. Perne, voorzitster van den Bond van Onderwijzeressen b.h. Voorb. Ond.Het Voorbereidend Onderwijs. R. Schoemaker te SappemeerDe moeilijkheden in verband met de grootte der schoolklassen. J. A. Sellenraad, gem. inspecteur bij het L.O. te Enschedé Aansluiting L.O./ M. O., vanuit het standpunt van het L.O. Dr. W. F. de Groot, directeur Dalton H.B.S. t Aansluiting L.O./M.O., vanuit het standpunt M.O. en gegrond op erva ring. C. de Galan te Enschedé Het Nijver heidsonderwijs voor jongens. Mej. C. Boele van Hensbroek te AmersfoortHet Nijverheidsonderwijs voor meisjes. W. Terpstra, gem. inspecteur bij het L.O. te UtrechtOpleiding van onder wijzer en leeraar. Prof. dr. R. Casimir Het Middelbaar Onderwijs. J. M. van der Lijke te Bilthoven De Lichamelijke Opvoeding. Dr. J. Smit, rector Hervormd Lyceum te Amsterdam Het Tuchtprobleem. Prof. dr. M. J. Langeveld, alhier De Zedelijke en Godsdienstige Opvoeding. Wat moest zij hier met haar eenzame avonden beginnen? Zoolang zij werkte, was alles goed. Eenzaamheid echter beteekende verlangen en zich verlaten voelen... Nog echter had zij het atelier niet den rug toegekeerd, of er kwam een telefoontje van Helena Trubetzkoy. Of u zin hebt vanavond in het Russische restaurant te komen, made moiselle Bernekamp? vroeg de kleine Fransche telefoniste. Madame Tru betzkoy zal zorgen er om acht uur te zijn. Monsieur Stolyn zal u afhalen. Zegt u maar, dat ik heel graag kom, alleen Lisaweta bekeek zich zelf critisch. Zij had immers niet veel meer dan een wandeltoiletje. Hoe moet men zich voor zoo’n avond in het Russische restaurant kleeden? Dat doet iedereen zoo goed als hij kan, instrueerde Lucilla Bascha- row haar. Heb je geen avondjapon? Lisaweta werd er verlegen van. Wat was dat nu toch een ontactische vraag van die Lucilla Bascharow! De blonde Russin uit het gouverne ment Tomsk echter lachte Lisaweta bemoedigend toe. De meesten van ons komen hier zoo aan. Sommigen bezitten zelfs nog geen paar behoorlij ke schoenen. Maar wie Helena Tru betzkoy onder haar vleugelen neemt, kan er van op aan, dat hij vooruit komt. Voorloopig moeten we elkaar een beetje helpen. We zijn vrijwel even groot; als je wilt, kan je van mij wel een jurk te leen krijgen. Maar dat gaat toch niet! protes teerde Lisaweta. Lucilla Bascharow liet zich echter niet zoo gemakkelijk afschepen. Ik zou niet weten waarom niet. I Als je eens wist, hoe vaak ik al kou- van één tot tien keer per dag in een schuilkelder moesten gaan zitten om er het signaal „Alles veilig” af te wachten. In de schuilkelders, waar ik tot nu toe ben geweest, heerschte daarentegen de beste stemming. Men zat er te lezen, te praten of te breien, maar het eenige, dat men niet deed, was: mopperen De Finnen achter het front zijn even vast besloten. als de Finnen aan het front. Wat zouden wij. Nederlanders, doen als wij een paar dagen lang geen cigaretten konden krijgen? Ik vrees, dat menigeen er zijn goede humeur door zou laten' be derven. De Finnen niet. Een van de bombardementen op Aabo heeft ernstige schade opgeleverd voor een opslagplaats van cigaretten Als gevolg daarvan zijn er sedert een paar dagen volgende week zal het over zijn moeilijk ciga retten te krijgen. De Finnen aanvaarden dat met opgewekte lankmoedigheid. In dien men morgen tegen hen zoudt zeg gen, dat zij zich op allerlei gebied ern stig moeten gaan bekrimpen, zouden zij het prompt doen. En wie zal zeggen, dat het daartoe niet komen zal? teerde Lucilla, maar dat zullen we wel even verhelpen. Reeds had zij een electrisch strijkijzer ingeschakeld en terwijl ze tusschen de bedrijven door haastig thee dronk, biscuits knabbelde en sigaretten rookte, wreef zij met een lap benzine over de stofvlekken, om daarna de zoo stiefmoederlijk behan- Dit volk is zoomin een militairistisch volk als het Nederlandsche. Finland heeft ook nooit groote-mogendheid-al- lures aangenomen, gelijk wijlen Poien het deed, en gelijk sommige heethoof den het ons land willen laten doen. Finland vertoont ook nu, in de oor- logslectuur, welke in èlken oorlog ont staat. niets van dat ziekeiijke „heroïs me", dat het heeft over de heerlijkheid van den dood op het slagveld. De Finnen blijven, wat zij altijd wa ren: een gezond en eenvoudig boeren volk, gehecht aan vrede, vrijheid en onafhankelijkheid, individualistisch wat niet hetzelfde is als egoïstisch! en godsdienstig. Hun lyriek mag af en toe pathetisch zijn dat was zij al in de dagen van Runeberg „he- roisch” is zij niet, al heeft de eeuwen lange strijdpositie van de Finnen diepe sporen in hun literatuur nagelaten. Wat ik in de laatste dagen aan „ge- legenheidsliteratuur” te lezen heb ge had, laat veeleer een toon van eerlijke menschelijkheid hooren. Het handelt niet over vrouwen, die zich gelukkig voelen, omdat haar mannen den vijand gaan weerstaan, en niet over moeders. sen en kleeren heb geleend! Bovendien stelt Helena Trubetzkoy er prijs op, dat haar employé’s bij dergelijke ge legenheden behoorlijk voor den dag ko men. Af en toe verschijnen er nog wel eens vreemdelingen in het Russische restaurant en daaronder bevinden zich vaak cliënten van het Atelier Trubetz koy. Wij gelden nu eenmaal als een soort bezienswaardigheid ze lachte wat spottend. Nou ja, tenslotte krijgt ook niet elkeen zijn soep door een voormaligen Russischen prins op geschept, of zijn garderobe door een vroegere hofdame overhandigd. We zijn dus een soort tentoonstel- lingsobject? Om Lisaweta’s mond ver scheen een wat pijnlijke trek. Dat heb ik aanvankelijk ook ge dacht, maar mettertijd stoor je je daar niet meer aan. Wat wij zelf zijn, kan immers niemand ons afnemen. Dat hebben zelfs de bolsjewieken ons moeten laten. Dat blijft dus afgespro ken, besloot zij haar pleidooi,-jij krijgt van mij een jurk. Helena Tru betzkoy zou het mjj zeker nooit ver geven, als ik je in dezen niet behulp zaam was. Er bleef Lisaweta niet veel anders over dan het vriendelijke aanbod met beide handen aan te nemen. De beide meisjes schoten haastig in haar man tel, er volgde een luidruchtig afscheid van de andere employé’s, gelach en gescherts dan sloot de boekhouder, monsieur Renaul, die er uitzag als een Fransche markies, de buitendeur van het atelier. Lucilla’s woning bestond uit een vrij kleine kamer met een daarbij aanslui tende alcoof. Er heerschte een onbe schrijfelijke chaos, maar in al deze wanorde lag toch een zekers grade. INT. VEREEN. BELLAMY. Donderdagavond wordt in gebouw „Musica” een openbare propaganda-ver- gadering gehouden van afd. 5 district den Haag van de Intern. Vereeniging Bellamy. Beslissende beteekenis van dezen oorlog. Het eens revolutionnalre woord van den Finschen patriot Arwidsson: „Wij zijn geen Zweden, wij willen geen Russen zijn, wij zijn Finnen”, heeft nieuwe beteekenis gekregen. Als niet iedere Fin van de beslis sende beteekenis van dezen oorlog doordrongen was. zou het ondenk baar zijn, dat deze strijd van vijf tig tegen één nu al twee maanden duurt, zonder dat de in aantal over- machtige Russen ook maar iets zijn opgeschoten. Want dat is militair de werkelijkheid Geen massa-aanvallen. geen bombar dementen, geen pogingen tot verras sing hebben gebaat. Het roode leger, dat als een onweerstaanbare macht beschreven was. heeft niet de minste kans gezien, Finland binnen te drin gen. En ik geloof, dat het buitenland daarover veel meer verwonderd is dan de Finnen het zelf zijn. Zij hebben een gezond zelfvertrou wen. al beseffen zij terdege, dat er een nijpende behoefte is aan huip. Men- schen en jachtvliegtuigen zijn hier noodig. Dat hoort men in alle toonaar den en dat leest men in alle toonaar den. Maar intusschen zetten de Fin nen hun eigen krachten tot het laatste procent in: „Wij willen geen Russen zijn” MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS. In verband met de actualiteit van dit onderwerp, zal bij den morgenmiddag te half drie in het Museum voor het On derwijs, Hemsterhuisstraat 2E, te hou den rondgang een inleiding gegeven worden over de kracht van het water, waarbij een film vertoond wordt over: „Kruiend ijs op onze groote rivieren". „Erop of eronder”. Toch kan de eenvoudigheid van het Finsche volk dien hardnekkigen weer stand, dien zij tegen de Russen volhou den, maar gedeeltelijk verklaren. Ik houd ’t er voor, dat men met nog iets an ders terdege rekening houden moet en denk aan het besef, dat de Finnen heb ben van de beteekenis van hun strijd Voor hen is het „erop of eronder”. Ik kan geen Fin spreken, of hij blijkt er van doordrongen, dat een overweldiging door de Russen het einde van de levens mogelijkheden van de Finnen beteeke nen zou. In dien zin sprak vandaag in een schuilkelder een spoorwegbeambte tegen mij, en later op den dag een han delsman. In dien zin spreekt, en denkt heel Fin land. En daarom heeft iedere Fin het gevoel, dat hij w e e t. wat er op het spel staat Zooals hij óók het gevoel heeft, dat de Russen niet weten, waarvoor zij vechten. In Rusland is het luisteren naar buitenlandsche radiostations evenzeer verboden als in Duitschland De couran ten staan er sedert twintig jaar onder onmiddellijke controle van de regeering. En al wil menige Fin erkennen, dat de Russen voor de Russen veel tot stand hebben gebracht, nooit zal hij voor zich en de zijnen iets anders willen dan het recht om eigen lot zélf te bepalen. Helsinki, 4 Februari. Het Finsche volk is niet, als het Ne derlandsche, een verwend volk. En dat is een van zijn beste eigenschappen. In den loop van de jaren zijn wij, Neder landers, wat teveel „stadsvolk” gewor den: wij zijn gewend aan allerlei com fort, en aan een levensstandaard, die veel hooger ligt dan die van de Finnen, veel hooger ook dan hij, gelet op onze, huidige mogelijkheden, liggen moest. Met die gehardheid van de Finnen moet men in hooge mate rekening houden, in dien men iets van den huldigen oorlog begrijpen wil. Niet, dat hier aan het een of ander gebrek is. De bevolking heeft voedsel genoeg, en de regeering waakt er voor, dat er geen gebrek ontstaat. Dat neemt niet weg, dat de Finnen heel een voudig moeten leven, willen zij de zor gen van het heden, en die van morgen vooral, kunnen blijven dragen. Het moet ieder, die hier is. treffen, dat iedereen ook dat zonder mopperen doet. Ik hoor mijn landgenooten al klagen, indien zij Wij vestigen er de aandacht op, dat cp 3 Februari, den dag dat onze speciale verslaggevet* zijn brief schreef, dr. Winckel inderdaad nog niet in Stockholm was gearriveerd Gisteren publiceerden wij echter artikel X van zijn hand „Een gesprek in Helsinki met dr. Winckel". boor bet feit, dat Finland in oorlog is, tomen de brieven van onzen specialen verslaggever, die eerst de censuur moe ten passeeren. niet altijd in ons bezit in de volgorde, waarin zij zijn geschreven. zijn. Maar het eenige, waaraan hier niemand denkt is: bukken. Van den ouden Per Evind Svinhufvud, die nog bij leven en welzijn legendarisch is ge worden. loopen hier heel wat verhalen. Een er van vertelt, hoe iemand een Duitschen prins vroeg naar den indruk, dien Svinhufvud op hem had gemaakt. De prins antwoordde: „1st er nicht wie eine Söule?” En de vrager reageerde: „Ja, wie eine viereckige Saule”. Svin hufvud karakteriseert de Finnen: een hard maar hartelijk, een eenvoudig en gezond, een onbuigzaam en eerlijk volk. Over het Finsche land zijn ontelbare stormen gevaren. Eeuwen tang is het het slagveld geweest, waarop Zweden en Rusland hun eindelooze twisten be slechtten. Nu het eenmaal vrij land geworden is, zullen de Finnen er alles opzetten, om het vrij te laten blijven. Zóó wil het hier iedereen. Wie het voorrecht heeft, Zweedsch te verstaan en dus met allerlei slag menschen te kunnen spreken, moet al naar zijn aard meelij voelen of ergernis jegens den man, die zich als trekpop van chef eener heeft Vrede Toen ik in het middaguur terugwan delde naar mijn hotel begonnen de si renes te loeien. Even later bereik ik een schuilkelder en weer zitten wij gedwee op de ongeschaafde houten banken bij een walmend petroleumlichtje of een kaars, terwijl in de verte het luchtaf weergeschut zijn dof dreunen de lucht inzendtNeen, reizen in Finland is nü geen genoegen! Mijn plannen om via het Noorden naar Hammerfest te ko men, raken al meer en meer aan het wankelen. In theorie kan het wel, zegt men hier, maar de practische uitvoer baarheid is gering. Het gebied, waar ik door zou moeten, is in staat van be leg en permissie om er op eigen houtje door te reizen, krijgt men niet of nau welijks. Een Hongaarsche journalist, met wien ik de zaak terloops besprak hij kwam zoo juist uit Rovaniemi was door en door pessimistisch „dat gaat persé niet, dat wordt een onmoge lijke expeditie” Maar de arme man was ook veertien dagen in het hooge Noorden met een zware angina behept geweest (Nadruk verboden. recht voorbehouden). van Stalin, de rol van chef die de dapperheid van haar zonen be- „volksregeering” heeft aangemeten: Otto Kuusinen, den zetbaas van het Kreml, die nauwelijks genoeg Finsch terrein beschikbaar heeft om er met zijn medeministers op te kunnen staan. De overval op Finland is, dunkt mij, misdaad genoeg. Waartoe dan nog die verzwarende omstandigheid van dat harlekijnenkabinet van Kuusinen, den secretaris van de Komintern, een kabi net, waarmee Stalin warempel een Russisch-Finsch verdrag is gaan slui ten? Ik had het er vandaag met een Fin over. Hij lachte, en zei: er is huiche larij, welke zich tegen den huichelaar keert...... En misschien is het wel zoo. Gisteravond tusschen half zeven en zeven uur bleef op een der overwegen op de Weteringkade plotseling een trein stilstaan. Het vreemde van het geval was, dat de wielen van de locomotief bleven doordraaien. Zij die voor de boomen ongeduldig stonden te wachten, dachten reeds, dat door de vorst de rails met een laag ijs bedekt waren, zoodat de wielen van de loco motieven niet meer pakten. De oorzaak van de „doordraaierij” lag echter ergens anders, naar men ons van bevoegde zijde mededeelde. De motoren van de locomotief bleken door een of ander defect niet op volle kracht te kunnen werken, zoodat zij den trein niet meer konden trekken. Na herhaalde vergeefsche pogingen besloot men assistentie te vrageiw Twee locomotieven werden achter den trein gezet om dezen op te duwen. Spoedig kwam er beweging in tot groote opluchting van de velen, die achter de slagboomen ongeveer 20 mi nuten hadden staan te trappen van ongeduld en van de koude. De oorlog voor de Finnen een noodzakelijk kwaad. De Finnen aanvaarden den oorlog als noodzakelijk kwaad. Hoe eerder het vrede wordt, hoe liever het hun zal verrezen op de uiterst moderne zie kenhuizen, die in menigte zijn gebouwd en op den bijna ongeloofelijken voor uitgang van de economische en sociale verhoudingen. Zelf herhaaldelijk als Finsche gedelegeerde bij de onderhan- delingen over handelsverdragen opge treden, heeft hij recht van spreken. Finland heeft, zoo zegt hij, op tal van terreinen groote prestaties geleverd. Het volk is door en door gezond en krachtig, het blaakt van energie, het wil werken en het kan werken. Het is door en door vredelievend maar nu het overvallen wordt, zet het de tanden op elkaar, zooals het dat menigmaal neeft moeten doen. „Komt u na den vrede hier nog eens terug 1" moedigt hij mij aan, „maar dan in den zomer. Reis door het land het is zoo mooi Ga eens zeilen tus schen onze eilanden jubelen. Kon ik Ekelund’s „Een woord in den nacht” of Viljo Kajava’s „Een groet aan moeder”, dan wei Arvi Kivi- maa’s „Nachtelijke wandeling” of Otto Varhia’s „Bij de geëvacueerden" voor u vertalen (het proza zou te veel plaats vergen en poëzie rhythmisch vertaién kan ik niet) gij zoudt getroffen wor den door een toon, welke niets gemeen heeft met de hoerastemming, waarin eindelooze marschmuziek en schette rende redevoeringen andere volken moeten houden. Je handen moeten de ziel van die dingen weergeven, verklaarde Ninette. Begrijp je wel? Lisaweta begreep het, tot Ninette’s groote voldoening, zeer spoedig. Het leek, alsof elk van deze voorwerpen afzonderlijk een geheime tooverkracht uitstraalde. Het was een genot deze uitgezóchte dingen te mogen vasthou den. Met de aangeboren fijngevoeligheid en den goeden smaak van de Russin wist zij met alles iets te beginnen. Na dat zü haar eerste onzekerheid had overwonnen, viel het haar uiterst ge makkelijk al die mooie dingen te han- teeren. Zij zou trouwens geen echte vrouw zijn geweest, wanneer zij aan de bekoring, welke daarvan uitging, weerstand had kunnen bieden! Hoe lang had zij het niet moeten ontberen glanzende zijde te voelen, met een mooie ketting te spelen, een paar bloe men vast te houden! Het oude Rusland herleefde in zulke oogenblikken. Ninette behoefde er niet veel aan te I verbeteren en ook gravin Trubetzkoy, I die zeer geagiteerd tusschen twee vi sites het atelier kwam binnen vallen, knikte tevreden: Ga zoo maar door, kind! Ninette, leg het direct maar vast. Vanmiddag heb ik een paar proefafdrukken noodig voor het „Jour nal des Femmes”. Lisaweta bloosde van blijdschap. En nu zette Ninette er allen denkbaren spoed achter. De opnamen waren na oen paar uren ontwikkeld, af gedrukt i»n gedroogd. Lucilla Bascharow ver dween haastig met haar map om de foto’s naar de redactie van het vrou wentijdschrift te brengen. Om zes uur werd het atelier gesloten. Lisaweta I voelde het bijna als een teleurstelling. De vaderlandsliefde, welke men on der de Finnen vindt, heeft overigens geen ziekelijke elementen. Finland deed nimmer aan „soldaatjë-spelen” dan voor zoover het noodzakelijk was. Het moet u opgevallen zijn, hoe op recht de eenheid onder de Finnen is De wrijvingen, die twintig jaar onaf hankelijkheid niet konden wegnemen, ze zijn om zoo te zeggen in één nacht verdwenen. Finland wordt aangevallen, en het voelt zich een vooruitgeschoven post van het Westen onze strijd is de strijd van geheel West-Europa”. heeft al aan een reeks aanvallen bloot gestaan. Het huis van een mijner naaste familieleden kreeg een voltref fer de bewoners waren uit, maar van hun have en goed was niets meer over toen zjj terugkwamen. Raakt een bom een ziekenhuis het is herhaaldelijk gebeurd dan is de ellende niet te overzien. Alleen al het vluchten naar de kelders is voor veel patiënten hoogst bezwaarlijk, en veelal gevaarlijk bovendien. En niettemin missen al die bombardementen elke demoraliseeren- de uitwerking. Eer verharden zij de Finnen in hun wil, om achter de fron ten met niet geringere standvastigheid vol te houden dan in de linies zelf. men *en ket- vint. ')Uden dan bloe- •i'ta 2* met een vaasje of een le»en«telling tea Mwettenpypje* Het paste geheel bij Lucilla’s persoon lijkheid. Met een enkel vlotte handbe weging schoof zü een japon, een taschje en een muts van een der leun stoelen. De theebus stond op een mi niatuur toilettafeltje midden tusschen ettelijke schoonheidsmiddelen en een paar zijden kousen. Maar in minder dan geen tijd had zjj de tafel gedekt, delde japon met het strijkijzer te be- Uit een of anderen hoek van een mooie antieke kast dook zij een trommeltje biscuit op en nadat ook de suiker op een of andere uitzonderlijke plaats was gevonden, kon aan theezetten worden gedacht. Nauwelijks echter hadden zij eenige minuten gezeten, of Lucilla sprong al weer overeind en begon met haar ge wone voortvarendheid een kleerenkast overhoop te halen. Waar heb ik dat nu toch gela ten hier nee, dat is het niet. Ze smeet een lichtblauwe pyama, diverse schoenen en een hoedendoos in het midden van de kamer op een hoop, waar het een waar stilleven vormde. Heb ik die jurk nu eigenlijk we van Maria Mirkinowa terug gekregen? peinsde ze, een oogenblik tot rust ko mend. Je moet weten, dat ik haar het ding voor een filmopname heb ge leend, waarbij zij moest figureeren. Dat is ook een hopeloos geval als je niets hebt om aan te trekken het kind zat met de handen in 't haar ah, daar heb ik 'm, riep ze enthousi ast, onder uit de kast een tamelijk verfomfaaid geelachtig vodje opvis- schend. Het bleek zich bij nadere be schouwing als het gezochte gele avondtoilet te ontpoppen. Hier aan den zoom zitten welis waar een paar stofvlekken en het is nogal leelük gekreukeld ook, conata- Grappig, die zakelijke trots, dacht Lisaweta. Maar daarachter stak dan toch een zich nauw verbonden voelen met het werk, met Helena Trubetzkoy. Zou zij zelf dezen band ook nog eens bespeuren en hierin haar grootste vol doening vinden? Misschien zou dat in derdaad wel gekund hebben, wanneer daar niet dat smartelijke verlangen die herinnering aan een warme man nenstem, aan den teederen blik van ai..pAar lieve 00Men was geweest bonten ketting, twee’ S.chaal’ een 10SM bl“- moest zij met al 5. foto - en nu voorwerpen „poaeeren”* ver’c*'illende dat vakkundig noemde' 2°0B Ninette Lisaweta leerde, ho_ tir g anders moet men, en hoe de boek moeten Een onderhond met E. F. baron Wrede, secretaris- J generaal van het Roode Kruis in Finland, die vol enthousiasme over den vooruitgang van het land in de laatste 20 jaar spreekt! werken. Lisaweta paste de jurk voor den kleinen toiletspiegel. Zij zat haar als aangegoten. Lucilla was tevreden. Met haar zwart haar zag Lisaweta er in de glanzende zijde werkelijk allerbekoor lijkst uit. Alleen moet je je nog wat bij werken, adviseerde Lucilla. Je kunt toch niet met zoo’n kaal gezicht gaan! Lucilla viel bijna flauw bij de ge dachte, dat iemand zonder behoorlijke make up op een avondfeest zou dur ven verschijnen. Het hielp Lisaweta niet, of zü al protesteerde; zü werd „opgemaakt”. Lucilla ontpopte zich als een voortref- felijke schoonheidsspecialiste. Een warm en een koud gezichtsbad boven twee kleine schaaltjes, daarna toilet water, crème en schmink. Te geel, nee, nu weer te rood, we moeten het mengen, mompelde Lucilla voor zich heen. Lisaweta hield zich stil tegen Lucilla kon zü toch niet op en ein- delük mocht zü zichzelf in den spie gel bewonderen. Haar gezicht bleek een ingrüpende verandering te hebben ondergaan. Onder de geverfde wim pers schitterden haar oogen nog ster ker dan gewoonlük. Haar anders zoo bleek gezicht had een rose tint, als dat van een kind. HELSINKI, 3 Februari. ,A la guerre comme a la guerre” pier heeft iedereen alle officieel ge doe aan kant gedaan de conventies, die geslachten hebben opgebouwd zoo in den trant van „dat kun je niet doen" en „hoe hoort het eigenlijk?" zij zijn op den eersten oorlogsdag over boord gezethier gaat men bij een minister op audiëntie in zware sport- kleeren en hooge laarzen, hier neemt men het gelukkig niet „nauw” meer. En daarom lacht baron Wrede, de secretaris-generaal van het Roode Kruis in Finland, wanneer ik mijn ski- laarzen en mijn sportpak bij hem ver ontschuldig. Het heeft moeite gekost, hem te pakken te krijgen. Toen ik in Vasa was, zei mij de hoofdredacteur van „Vasabladet”. dat ik den heer Wre de in Helsinki zou treffen; toen ik in Helsinki kwam, bleek de heer Wrede in Vasa te zitten, maar inmiddels is hij naar de hoofdstad teruggekeerd en vandaag had ik met hem een lang ge sprek en ondervond ik van hem een uiterst hoffelijke gastvrijheid. Natuurlijk informeerde ik naar dr. Winckel, die op weg is naar Helsinki, om de overkomst van de Nederlandsche ambulance naar Finland te regelen. „Hij is nog niet in Stockholm”, ver nam ik, „want wij hebben vandaag nog telefonisch bij de legatie naar hem ge ïnformeerd. Ik stel er prijs op u te ver zekeren, dat wij de Nederlandsche geste hoogelijk waardeeren. Juist aan volle dige ambulances heeft Finland zooveel behoefte. Die kunnen immërs als een heden optreden en zij ontmoeten dus geen moeilykheden met de taal en de samenwerking. Ik hoor van verschillen de zijden, dat Nederland groot belang stelt in de Finsche zaak en uw consul va ader Vlugt wiens vader’s gedach tenis hier hoog in eere wordt gehou den en dien ik tot mijn goede vrien den reken, zal zeker doen was hij kan, om de humanitaire hulp aan ons land te vergrooten. Dat is ook hard noodig. Een verschrikkelijke oorlog. Ik kan mij niet voorstellen, dat er tot nu toe ooit op zoo verschrikkelijke manier oorlog is gevoerd als hier nu. Neem bijvoorbeeld Vasa, een kleine stad zonder eenig militaire beteekenis, zonder garnizoen, zonder versterkin gen. Vijfmaal is het gebombardeerd. Nog erger bijna zijn de aanvallen op autobussen, eenzame wandelaars, of naar school gaande kinderen. Soms duikt een Russische machine pijlsnel omlaag en dan volgt mitrailleurvuur op alles wat leeft Borgaa beteekent mili tair óók niets, maar ook dat stadje ■mMM L;|| i' M •'•'50 t (Nadruk verboden.) 19) V00rby Was’ dat V00rby te^niet(!vBlr dag had Lisaweta ech- reeds vr?’ tot nadenken. Zij zat ±raVfrp°eg in het atelier en liet zich zoo eenvr^A?' Was echter nog niet haar han^ *con maar niet zoo i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 17