van
Vandaag heeft de winter
1940 alle
Haagschc Courant van Woensdag 14 Februari 1940
DERDE BLAD, PAGINA 1.
records geslagen
In Finland-
1
M
Rust heerscht in een Finschen schuil-
kelder, ook als
bom
de
een
m
buurt inslaat!
vdl
Vandaag:
naar
Een interview met
Axel Solitander
Onderzoek
weerstoestand uitermate
moeilijk
Veertig jaar geleden:
CZARISME,
WOORDBREUK,
BEROERING!
den
Rationeele exploitatie van
de boschrijkdommendat
Finland’s bestaans
mogelijkheid
w
te huldigen
is
STALINISME,
WOORDBREUK,
BEROERING!
I
Weerkundige Waarnemingen
Een bezoek aan hel Koninklijk
Nederlandsch Meteorologisch
Instituut
Op Zondagmorgen in het
oude stadje Borgaa, in
welks kerk in 1809 de
Finsche stenden bijeen
kwamen, om Czaar
Alexander in
I
Allen zijn gelijk gestemd.
XIII.
voor
„ergens
XIV.
Dr. H. G. Cannegieler.
De Russen gooien maar raak....
De oorlog kent geen genade.
in
is ervan
over-
d°or Finland
dat de
I
1
l
Jumala ompi linnamme
Ja vahva turva alvan
On miekkamme ja kilpemme
Ajalla vaaran. vaivan
Se vanha vainooja,
Kavala. kauhea.
On kiivas. kiukkuinen,
Ja julma, hiermuinen.
Vain Herra hanet voittaa.
het
aan
(Auteursrecht voorbehouden.)
(Nadruk verboden.)
stelt
dan
dunne pijltje geett den stand aan
eisteen
Verwachting tot den avond van. 15 Febr.;
Wind: krachtig tot matig, uit uiteen-
loopende richtingen; betrokken tot zwaar
bewolkte lucht; nu en dan sneeuw; matige
tot lichte vorst.
directeur der Finsche werkgeversveree-
niging in de houtveredelingsindustrie.
worden gestreden als in de loopgraven
zelf? Segerstraale en ik hebben het er
lang en breeo over gehad. Ik geloof, dat
ik hem wat dichter bij den lezer moet
brengen: hij is een man van grooten
invloed ir de Scandinavische kunste
naarswereld en veel méér dan Schilder
alléén. In zijn gastvrijen familiekring
heb ik een stuk van mijn Zondag ge
sleten. en het loont de moeite, daarvan
meer te vertellen. Maar tevoren wil ik
een ander gesprek weergeven, een van
geheel anderen aard: ik voerde het van
morgen met Axel Solitander, die als
directeur van het algemeen werkgevers
verbond in de houtveredelingsindustrie
een eigen kijk heeft op Finland’s mach
tigste bron van bestaan. Meer dan tach
tig procent van den Finschen uitvoer
bestaat uit hout en houtproducten. Wie
over Finland schrijft en het niet over
hout heeft, die schrijft niet over Fin
land!
Helsinki, 6 Februari.
Axel Solitander behoort tot het slag
dat zich ook door de ongewoonste om
standigheden niet van zijn stuk laat
brengen: zakelijk, zich liefst uitdruk
kend in feiten en cijfers, onverstoor
baar, en evenwichtig. Hij ontvangt mij
in zijn kantoor, waar hij een groote
werkkamer heeft, welke tegelijk ruimte
voor vergaderingen laat, een hoek met
een „zitje” rijk is... en een bed.
„Ik slaap hier tegenwoordig”, zegt
mijn gastheer, wiens naaste verwanten
ook al heil hebben gezocht „ergens in
Finland”, droogjes.
Solitander is directeur van de werk-
geversvereeniging in de houtverede-
lingsindustrie.
De man, tegenover wien ik gister
morgen zat, bekleedt een uitkijkpost
in het Finsche economische leven. Wij
raken meteen aan het praten over de
moeilijkheden, welke de oorlog den
uitvoer in den weg legt.
Vergelijking
Europeesch
staan.
De heer Solitander
tuigd, dat Finland op het stuk van de
Barometerstand »an hedenmiddag 12 uur
Het
Zoo eindigde ook dit gesprek met de
verzekering, welke men hier van alle
kanten te hooren krijgt: het Finland
van vandaag is anders dan het Fin
land van twee maanden geleden, zoo-
als het Finland van twee maanden ge
leden anders was dan het Finland van
1938. Ik aanvaard die verzekering als
juist. Wie hier is. bemerkt niets van
een „oppositie”, welke trouwens, zou
zij bestaan, natuurlijk niet aan bod zou
komen. Daarnaast rijst voor mij de
vraag, in hoeverre het veranderde van
blijvenden aard zal zijn, de vraag ook.
of hier sprake is van iets, dat dieper
steekt dan alleen maar in een gemeen
schappelijk gevaar. Het waren die
vragen, welke ik in Borgaa met den
schilder Segerstraale en een aantal
van zijn vrienden besprak. Zooals ik u
beloofd heb: ik zal er mijn volgenden
brief aan besteden.
sociale verhoudingen de vergelijking
met elk ander Europeesch land glans
rijk kan doorstaan. „De arbeiders
hier zoo zegt hij, „hebben wat te ver
liezen en weten, wat zij te verliezen
hebben. Toen de oorlog met Rusland
begon, was hier onder ons allen één
zelfde gevoel; nu komt het erop aan.
datgene wat wij in twintig jaar hard
werken opgebouwd hebben, te behou
den en tegen aanvallers te verdedigen.
„Wel”, zegt de heer Solitander,
„wij hebben tot nu toe meer last
van den strengen winter, dan van
de Russen, wat onze transporten
betreft. Een paar schepen zijn he
laas verloren gegaan, maar veel
meer hinder ondervonden wij van
het dichtvriezen van de havens.
Doorgaans kunnen wij onze havens
aan de Zuidkust openhouden, maar
nu was er geen kijk meer op. Tóch
zijn de cijlers van den expor. van
hout en afgeleide producten in de
maanden November en December
1938 zeker niet onbevredigend, en
de prijzen vertoonen de laatste
maanden een aanzienlijke stijging”.
De ontwikkeling van den uitvoer van
gezaagd hout blijft bij dien van de
groote houtproducten papier, cel
lulose, triplex ver ten achter. Dat
is niet alleen in Finland zoo, maar ook
in Noorwegen en Zweden. De drie lan
den kenden alle een periode van bij
zonderen bloei in dezen tak van be
drijf perioden, welke overigens niet
samenvielen maar de export van
hout staat nu niet of nauwelijks boven
dien van 1920. Hier zijn cijfers: 825.500
standaards gemiddeld in de jaren van
1920 tot 1924, tegen 855.300 standaards
in 1938.
„Vergeet niet”, zegt de heer Solitan
der, ,»dat men boomen 100 jaar moet
laten groeien, om ze als zaaghout te
kunnen verwerken, maar dat ze al na
een veertig, vijftig jaar geschikt zijn
als materiaal voor de papierfabricage.
En vergeet ook niet, dat er economisch
voor een land veel meer zit in de
industrie van houtproducten: die vor
dert immers veel meer arbeid en geeft
veel meer handen werk.
nen had, om den Finnen zijn harde juk
op te leggen. Maar ook denk ik aan
negentig jaar daarna, toen Alexander’s
nazaat Nicolaas de Tweede dien eed van
Borgaa ontrouw werd, en beroering door
heel Europa voer over zooveel woord
breuk. Och arme: de wereld is er niet
op vooruit gegaan! Sinds Nicolaas’
dagen is woordbreuk in de internatio
nale politiek een alledaagsche zaak ge
worden. Wij zouden dagwerk hebben,
als wij ons tegen elke daad van ver-
dragsschending nog verzetten wilden,
gelijk in die negentiger jaren Europa
het nog deed. Heeft niet Stalin het voor
beeld van 1899 trouw gevolgd? Heeft
niet ook hij een verdrag een niet-
aanvalsverdrag nog wel! met de Fin
nen gesloten, om het vervolgens als een
vod papier van zijn werktafel te vegen9
Veertig jaar geleden: czarisme. woord
breuk, beroering. Vandaag: Stalinisme,
woordbreuk, beroering. „De geschiede-
nis herhaalt zich” En zooals die
Czaar heftig vasthield aan zijn „recht”,
zoo houdt Stalin even heftig vast aan
het zijne. Gisteren nog heeft Molotof
plechtiglijk verzekerd, dat zijn bommen-
gooiers zich tot „zuiver militaire” ob
jecten bepalen Het is even huichelach
tig als zinneloos, om zooiets rond te
bazuinen. Laat ons realisten willen zijn!
Oorlog is oorlog, en wie iets of iemand
van den vijand vernielt, is „held”. Wel
nu: weg dan met dat gezanik over mili
taire en niet-militaire objecten: de Rus
sen keilen hun bommen op alles, wat
staat en vallen kan, op alles, wat leeft
en kan sterven Ik loop de Mellangatan
af, klim een eindje omhoog: daar staat
een vernield huis De brokken liggen
wijd en zijd in het rond, en de bewo
ners hebben van wat het hunne was
hoegenaamd niets teruggevonden. De
verdiepingen zijn alle doormidden ge
sneden: het trieste overschot staat als
een mal-groot poppenhuis in sneeuw en
wind Later, als ik Segerstraale, den
tot vér buiten Finland bekenden schil
der, tot begeleider heb gekregen, hoor
ik hoe het gegaan is. De menschen wa
ren bijtijds in hun kelder gekropen
Eerst scheen het, alsof de bommen vér
weg vielen, maar dan ineens begint het
recht boven hun hoofden te donderen.
Dreunende slagen mokeren op het kel-
derplafond. Hóüdt het? De grond trilt.
Geraas van instortende muren dringt
in het schuilhol door. Dan wordt het
stil. De deur is ontzet. Maar in de verte
hooren de wachtenden geklop: de brand
weer baant zich een weg naar de leven
den. Het lukt. Na een uur hard werken
kan de kelder open: maar een huis is
er niet meer Segerstraale en ik loe
pen verder Onze wandeling brengt ons
langs het museum-Vallgrén, den ruim
tachtigjarigen Finschen beeldhouwer,
wiens roem nu door dien van Aaltonen
overschaduwd wordt. Maar het museum
is gesloten. Wat er aan waardevols is
staat „ergens in Finland” in kelders
opgeslagen. Ginds zien we een stand
beeld. Runeberg, den grooten dichter,
wiens „dag” het juist vandaag is en die,
als geen ander, leeft in de harten van
de Finnen Runeberg, wiens zoon een
even groot beeldhouwer werd als de
vader dichter was. De zoon heeft het
beeld van den vader vervaardigd en het
staat nu dicht bij het oude houten huis,
waar Runeberg woonde en werkte, en
waar hij. de sterke met zijn immer
frisch gebleven geest, de laatste dertien
jaar van zijn leven, verlamd na een
beroerte, gesleten heeft. Segerstraale
blijft bij het beeld staan. Hij kan niet
nalaten, mij elk détail van dit histo
rische stadje te vertellen, en het heeft
maar één nadeel: wij worden koud!
Maar er is raad te schaffen: ginds staat
een stalletje, waar de verkleumde
mensch heete worstjes met een lik mos
terd koopen kan! Wij laten ons niet
onbetuigd, en Segerstraale zet zijn ple
zierig college voort tusschen gezonde
happen in een dito knakworst.
Somber nieuws uit de
„weerkeuken”.
Om nu eens precies te weten, waar
aan wij ons hebben te houden voor de
komende dagen, daarbij ook nieuwsgie
rig naar de oorzaken van de vorst, Lforst
Goed Staatsboschbeheer.
In een land waar driekwart van de
oppervlakte uit bosch naaldhout en
berken vooral bestaat, is een goed
Staatsboschbeheer een onmisbare tak
van openbaar bestuur.
De Finsche regeering laat zich aan
de verzorging van de bosschen zeer
veel gelegen liggen. Zeker 100.000.000
mark per jaar wordt aan boschonder-
houd besteed. Daarnaast zorgt de Staat
voor houtvesterscholen en houdt hij
toezicht op het kappen. In 1917 werd
een Instituut voor boschonderzoek op
gericht. terwijl particulier research-
werk op boschbouwkundig gebied ge
steund wordt door een subsidie aan
de Finsche Boschbouwkundige Ver-
eeniging. Uit dat alles blijkt voldoende,
dat de Staat zijn belang bij een ratio
neele exploitatie van de boschrijkdom
men volkomen heeft begrepen. Van die
exploitatie hangt de bestaansmogelijk
heid van Finland grootendeels af Er
is maar één land, dat meer bosch
heeftRusland! Maar de heer Soli
tander is van oordeel, dat de Russen
tot dusverre op het stuk van de hout-
exploitatie verre ten achter zijn geble
ven bij hun eigen plannen.
Ik kan u verzekeren, dat die ge
dachte bij de arbeiders niet minder
sterk leeft dan bij boeren, werkge
vers, of welke laag uit de samenle
ving dan ook. Wij hebben waarlijk
niemand behoeven te dwingen, om mee
te doen. Veeleer hebben duizenden zich
ongevraagd aangemeld. Ook, en stellig
niet in de laatste plaats, arbeiders.
Finland heeft een arbeidersstand, die
er wezen mag: uitstekende vakmen-
schen, met besef van verantwoordelijk
heid, en met een degelijke ontwikke
ling. Bij het toenemen van de moei
lijkheden van buitenaf is de samenwer
king tusschen de maatschappelijke
groepen toegenomen, en op dit oogen-
blik kan niemand, die hier is en luis
tert, onopgemerkt laten, dat wij alle
maal gelijk gestemd zijn.”
In den nacht van Maandag op Dins
dag heeft het op het vliegveld Eelde
24 graden gevroren. De winter van
1940 is hard en onverbiddelijk, want
na lange weken van koude ging het
eindelijk dooien en toen alle menschen
herademden, omdat een eind aan de
vorst was gekomen, viel de kou op
nieuw in en niets wijst er op, dat zij
spoedig zal verdwijnen en zal plaats
maken voor de lente.
Er is sneeuw gevallen en het regende
terwijl de thermometer niet boven het
vriespunt uit steegalle lusten en
lasten van den winter beleven wij en
iederen morgen kijken wij, zoo moge
lijk. door een raam om te zien, welke
verrassingen ons weer worden voor
gezet.
Het zijn inderdaad voor leeken ver
rassingen. doch niet voor weerkun
digen. Zij zien in al die verschijnselen
gevolgen van atmospherische gebeurte
nissen, die voor een groot deel te be
palen zijn en in kaart kunnen worden
gebracht. Als weerberichten worden
zij voor iedereen begrijpelijk. Het
interesseert alle menschen of het koud
dan wel warm zal zijn. Er zijn er. die
speciaal willen weten of de wegen glad
zullen worden, anderen, die graag op
de hoogte zouden willen komen van
temperatuurwisselingen, omdat zij
vrachten moeten verzenden, wélke
sterk onder den invloed van kou of
warmte kunnen lijden. Wij zouden aan
deze opsomming kunnen toevoegen de
luchtvaarders en schepelingen, wier
wel en wee zoo vaak van het weer
afhankelijk is.
Is het een wonder, dat zij in dezen
tijd meer dan ooit uitzien naar be
trouwbare gegevens betreffende den
gang van de temperatuur En dan
denken wij nog niet eens aan degenen,
die lichamelijk door de koude worden
getroffen en die niet beschikken over
de middelen om zich daartegen naar
behooren te beschermen.
Wij willen maar zeggen, dat er in ons
land niemand is, die geen belaag
in dezen winter, die strenger is
wij ooit hebben beleefd. Strenger ook
dan de beruchte winter van 1890. die
volgens de verhalen van ouderen het
toppunt van ellende heeft gebracht.
bouwd, welke de modernste ter we
reld is. voorzien van de nieuwste
machines en met een technische, hy
giënische en sociale inrichting, welke
vertoond mag worden. Vijf jaar gele
den noodigde ik een aantal Engelsche
arbeidersvertegenwoordigers uit, om
hier eens te komen kijken. Er liepen
van die verhalen, als zou Finland
vooral op sociaal terrein achter andere
landen aankomen. Mijn gasten hebben
hier alles tot op den draad bekeken.
Zij vertrokken met het voornemen, om
eiken aanval op onze inrichtingen en
regelingen zelfs af te slaan, en konden
het peil van onze industrie alleen maar
bewonderen.”
Zijn hier militaire
buurt?, vraag i-
ja: ik-zelf' Ik ben
Maar verder is
of wegen! L-
oorlog doet niet aan
en hij kent geen
Spreekt men met achter
een „thuisfront", waar
De sociale verhoudingen.
Als mijn zegsman het over de sociale
verhoudingen heeft, informeer ik naar
de loonen. Ik krijg ten antwoord dat
die laag zijn, maar dat de bestaanskos
ten in hooge mate dezelfde eigenschap
vertoonen. Dat laatste kan ik bevesti
gen uit de ervaring van weinige da
gen. Het leven hier moge dan sinds
twee maanden duurder voor de
Finnen zeer merkbaar duurder zijn
geworden, naar Nederlandsche opvat
tingen is het nog altijd heel goedkoop.
Ik tram hier voor vier cent, kan uit
stekend eten voor twee kwartjes, be
taal drie cent voor een los nummer
van een krant, reis voor een gulden in
de tweede klas van Borgaa naar Hel
sinki (reisduur onder de huidige om
standigheden bijna twee uur) en leg
denzelfden afstand per bus voor drie
kwartjes af. Het interesseert mij daar
om te weten, wat men hier een „groot”
inkomen noemt. „Een minister,” ant
woordt mij de heer Solitander, „ver
dient hier 120.000 mark, dat is dus bij
de huidige koersen in Nederland zoo-
wat 3900 gulden. Zeer welgesteld, be
paald rijk is hier iemand, die het tot
400.000 mark of meer brengt: 13.000
gulden of meer dus. Natuurlijk zijn der-
gelijke inkomens met ’n lampje te zoe
ken. Overigens is de belasting voor
groote inkomens hier hoog: een dertig
procent alleen voor den Staat.
Neemt u een vakarbeider: die komt
hier tot 40.000 mark, zoo ongeveer 1300
gulden. Nu moet u bedenken, dat hij
uiterst goedkoop woont. De fabrieken
hebben doorgaans eigen woningcom
plexen, onder beheer van de arbeiders
zelf. Aan rijksbelasting betaalt men
over veertigduizend mark maar een 200
mark, en de gemeentebelasting wordt
per gemeente geregeld en is niet pro
gressief. Bovendien hebben in alle in
dustriestreken de arbeiders de meer
derheid in de gemeenteraden, zoodat
zij het beloop van de gemeentebelasting
zelf vaststellen; de Staat bemoeit zich
daarmee niet. Verder kennen wij uit
gebreide sociale voorzieningen: de fa
briekscomplexen hebben eigen zieken
huizen, eigen scholen voor vakonder
wijs in Kymmene bijvoorbeeld staat
er een met zeshonderd leerlingen
en de arbeiders zitten doorgaans in
coöperaties. In de houtverwerkingsin-
dustrie hebben wij wel een aantal ge-
zamelijke regelingen op afzonderlijke
punten, maar geen collectieve contrac
ten, welke u wél vindt in de in steden
gevestigde industrietakken. Stakingen
heeft onze industrie sinds jaar en dag
niet meer gekend.”
Het maximum over Ijsland en de
Faröer neemt thans iets in beteekenis af.
Het gebied van hoogen luchtdruk over
Scandinavië en Finland breidde zich over
de randstaten uit. Aan de Zuidzijde van
dit gebied trokken in de laatste dagen
kleine storingen van de Oostzee naar
onze omgeving. Zij waren gescheiden door
vlakke ruggen van hoogen druk welke
steeds in den nacht ons land passeerde.
Daardoor was het weer bij ons van een
wisselend karakter, overdag bewolking
met nu en dan sneeuw in den nacht hel
dere lucht met uitstraling en zeer strenge
vorst. De vlakke rug van hoogen druk,
welke zich thans over onze omgeving
bevindt en in den afgeloopen nacht weer
door oplossende bewolking strenge vorst
bracht, wordt aangetast door een de
pressie. welke van Hongarije naar Duitsch-
land is getrokken. Dit minimum dringt
verder naar het Noordwesten door en gaf
in de Oostzee aanleiding tot stormachtiger»
Noordoosten wind.
De depressie-activiteit op den Oceaan
is vrij gering.
Stormwaarschuwingsdienst.
Hedenmorgen te 11.25 uur werd ge
seind aan de posten van Delfzijl tot Hoek
van Holland: „Weest op uw hoede".
Zonsopgang: 15 Febr. 7.19 uur
Zonsondergang: 15 Febr. 5.11 u.
Lantarens aan: 15 Febr tot 6.48 u.
v.m.; 15 Febr. 5.41 u. nam.
Hoogwater te Scheveningen.
15 Febr. ’smorgens 7 20 u.: nam. 7.40 u.
Morgen géén schietoefeningen op het
strand.
hebben wij een bezoek gebracht aan
het Koninklijk Nederlandsch Meteoro
logisch Instituut in de Bilt, waar
wij gebruiken een bijna officieelen
term de „keuken van het weer" is
gevestigd.
De hoofddirecteur, dr. H. G. Canne-
gieter, was eigenlijk niet bijster
opwekkend, toen hij zeide. dat er
in de geschiedenis vorstperioden
bekend zijn, die tot Maart duurden.
De ijswinter van thans kan het ook
wel tot de lentemaand uithouden,
al moeten we bedenken, dat de
kansen snel en zelfs binnen 24 uur
kunnen keeren Wanneer wij. zoo
als nu, strenge vorst krijgen, dan
beteekent dit. dat een bepaalde
luchtdrukverdeeling gunstig is voor
aanvoer van koude winden uit het
Poolgebied. De toevoer van warme
lucht moet komen van den Oceaan,
doch twee gebieden van hoogen
luchtdruk, één boven Ijsland,
Schotland en Ierland, het tweede
boven Scandinavië, houden dien
aanvoer tot nu toe tegen.
„Dat gebied van hoogen luchtdruk
boven Scandinavië zit als het ware
vastgespijkerd en alle stormloopen van
depressies hebben het onderspit moe
ten delven”, zoo karakteriseerde
dr. Cannegieter den toestand, waarin
wij momenteel leven. Het is zeer goed
mogelijk, dat wij nu en dan een korte
periode van dooi meemaken, maar zoo
lang het gebied van hoogen druk boven
Scandinavië even krachtig blijft als nu
het geval is, zoo lang zullen wij Oosten
winden hebben en dus vor»». En strenge
vorst
Na den sneeuwval van Maandag
avond volgde een opklaring, de wind
ging liggen. Onder deze omstandig
heden konden niet anders dan zeer
lage temperaturen optreden. Overigens
zijn de weersverschijnselen momenteel
uitermate moeilijk te volgen. Er komen
geen berichten van den Oceaan, even
min van Frankrijk. Engeland en
Duitschland. zoodat men in sommige
opzichten het verloop van een depres
sie en van een gebied van hoogen druk
moet gissen.
Zeker is. dat er een scherpe schei
dingslijn getrokken kan worden tus
schen het gebied van Oostenwind met
l en Westenwind met dooi. De
Cijfers...
Die industrie heeft inderdaad won
deren verricht. Als ik den heer Soli
tander om een enkel cijfer vraag, ko
men die prompt. De uitvoer van cellu
lose is in twintig jaar zoowat vertien
voudigd. Die van papier verdrievou
digd, die van triplex een van de
jongere takken van houtverwerkings-
industrie vervijftienvoudigd; de uit
voer daarvan beliep in 1921 nog maar
10.200 ton en in 1838 -iet minder dan
155.400 ton!
Vaste arbeiders in de houtverwer-
kingsindustrie zijn er een 70.000, maar
daarbij komen dan nog een 150.000 a
200.000 menschen, die hun kost ver
dienen als houthakker, vervoerder en-
zoovoorts. Hierbij zijn dan nog niet
de talloozen gerekend, die in het over-
zeetransport hun bestaan vinden. Wij
zelf hebben een zeegaande tonnage
van ongeveer 300.000 ton, maar veel
van onze producten worden vervoerd
door Zweedsche en Noorsche reede-
rijen. Overigens is Nederland
hout een van onze goede klanten en
zoo was het al in de zeventiende eeuw.
Heel wat van uw HollanjJsche balken
stonden eens hier, „ergens in Fin
land”.
met elk ander
land te door-
(Van onzen specialen verslaggever.)
Helsinki, 5 Februari.
Ik ben nu „officieel” geworden. Als ik
er zin in had, zou ik mijn jasmouw
kunnen sieren met een gelen band, mij
door de politie toevertrouwd, waarop
het woord „Sanomalehtimies” prijkt,
hetgeen zooveel als „pers” beteekent.
Uit dat eene woord kunt gij al wel zien,
dat Finsch een taalbeeld oplevert, dat
met het onze in het geheel niets gemeen
heeft Ik ben geen taalgeleerde, en
waag mij daarom niet aan verhandelin
gen. Maar om den lezer het beeld van
het Finsch toch iets te verhelderen, wil
ik dat lied, dat wij „Lutherlied” noe
men, (..Een vaste burcht is onze God”)
hier laten volgen in het Finsch. De
eerste regel luidt in het Zweedsch: „Vor
Gud er oss en valdig borg"; gij ziet dat
is voor ons nog zeer toegankelijk. Onze
(vor) God (Gud) is (er) ons (oss) een
(en) geweldige (valdig) burcht (borg).
Nu het heele eerste couplet in
Finsch. met mijn beste wenschen
den zetter;
Dat lied was het. dat de menigte hier
zong, toen zij Erkko en Paasikivi en de
andere Finsche gedelegeerden bij hun
j vertrek naar Moskou vaarwel zeiden
I aan het station. Men vindt het herhaal-
delijk geciteerd en hoort het dikwijls:
het Finsche volk is geloovig en kerksch.
Het heeft neiging om de dingen, die ge
beuren. met gelatenheid af te wachten,
overigens zonder passief te worden.
Niet licht zal ik vergeten, hoe deze men-
ichen zich gedragen, wanneer zij onder
een bombardement in een schuilkelder
verblijven. Rustig, zonder spoor van
opwinding. Slaat er een bom in vlak
in de buurt: men kijkt hoogstens even
op. maar de gezichten blijven strak en
onbewogen. Het is de laatste dagen ver-
j schrikkelijk geweest met de activiteit
van de Russen in de lucht. Kuopio en
Wiborg hebben aan langdurige bombar
dementen blootgestaan. Zeker zestig
menschen hebben daarbij den dood ge
vonden.
Ik heb nu zelf de gelegenheid gehad,
om volop te constateeren. dat de Russen
maar raak gooien, onverschillig of er al
dan niet een militair object in de buurt
is en mijn overtuiging is bevestigd, dat
I alles wat Finsch is als ..vijand” wordt
behandeld: al wat er op Finschen grond
I staat en leeft. De humaniseering van den
oorlog is, zoo schreef ik al eerder, non
sens. De oorlog zelf is een te gruwelijke
I onderneming, dan dat menschelijke
overwegingen daarbij nog eenige rol
I kunnen spelen.
Maar laat ik u liever vertellen, waar
ik die bevestiging van mijn overtuiging
heb ongedaan. Ik ben namelijk een dag
naar Borgaa gereisd, dat kleine oude
I stadie aan de Finsche Zuidkust, op den
weg naar Wiborg Dezen keer kwam ik
Hoog industrie-peil.
Wij hebben hier in twintig jaar een
papier- pn cellulose-industrie opge-
Aha, roept hij opeens, daar heb
ben wij weer een van die militaire ob
jecten van meneer Molotof! Wij staan
voor een heel huizenblok, dat door twee
voltreffers in een puinhoop is herscha
pen. Gasleidingen en trapleuningen ste
ken spookachtig uit de ruïne omhoog.
Een deur ligt onbeschadigd, vlak naast
volslagen
gat even
vlak naast
vernield meubilair Een diep
verder wijst op een „misser
J objecten in de
ik Segerstraale. Hij lacht.
i peserve-luitenant.
er niets. In geen velden
En wij blijken het eens. de
—i „Gewissensbisze
hu
de linies van
even hard moet
was vinnig koud
gTneenT^ Veel’ Het 8,adje’ dcels te"
mij gn euvelrug opgebouwd, lag onder
de daken’ cn een
rend iatxl 8Ultfc la8 over het oorlogvoe-
Hier in a
Finsche si3Ze kerk kwamen in 1809 de
Alexander nden dus bÜeen- om Czaar
mond den «Lte huldi8en- en uit zijn
nen te „-J*’ op de vrüheid der Fin-
langatan di e?en Hier' door de Mel'
Finland i de oudste straat van heel
houten hufc?et zlJn deels bouwvallige
woordigerseS’ trokken de vertegen
toe Zestiend8" het Finsche V01k °P nflar
de «rondsla? ??wache kprk: Wer werd
]even van n egd voor een samer>
de onnerh„ S and en Finland- onder
Hoffs Ik h eraehaPPÜ van de Roma-
Plein rond de k “edachten hetkleine
gescheiden d<a Van de Mpllan«atnn
Muur n, j door een dikken witten
enk aan de opluchting, die
■i voer, toen gebleken was.
overwinnende Czaar geen plan-
I niet verder. Over Pnkele dagen vertrek
ik vermoedelijk terecht zet men hier
Pk P'k re’sPian een vraagteeken
et fr°nt op de Karelische land-
e. waar de Finnen nog dagelijks de
^\V0',edi8 tegenhouden.
j s.ond 'k dan Zondagmorgen aan
?etvan den Dom van Borgaa. Het
weer, maar een heldere
Barometer alhier v.m. 8 uur 765 m.m.,
v.m. 12 uur 764 m.m thermometer resp.
-10 en -2j gr. Celsius.
Barometer na hedenmiddag 12 uur:
dalende.
IH
o rH
ifc I
1