HAAGSCHE courant VAN DE yreeintlelingen in juJischen Staats dienst UIT DE INDISCHE BLADEN De Raad van Ned.-Indië Receptie Commandant Zeemacht RUBBER IN NIEUW-GUINEA doel bevolkings- thee Priangan’s Overzeesche gebieds- deelen als maatstaf en als Zaterdag 17 Februari 1940, No. 17496. b 8 p 3 Het ijzererts van Borneo MUSEUM VOOR CULTURES ERNSTIG ONGEVAL OP EEN RACEBAAN in Op de eerste receptie van den nieuwen commandant der Zeemacht in Ncderlandsch-Indië, te Batavia gehouden. De heer en mevr. Helfrich ontvangen den burgemeester der hoofdstad, ir. E. A. Voorneman (links), en diens echtgenoote. OPZET DER NIEUWE ONDERNEMING Belangrijke inkomsten voor de bevolking Jn Politiek ^aadatari8 Plaats",iaar onverk°rt gezag ’hensnk 8 voor medewerking van £1J ka„en Xan a'lerlei nationaliteit. koloniaal bijblad Wie volgt de Edeleer Kuneman op? I MUTATIES ONDER MEDICI het De Papoea’s goed bruikbare krachten MET VERLOF. kl.. BESLUITEN EN BENOEMINGEN. Over de 100.000 bezitters. hoofd geeft de redactie de Februari-af levering men en onze op- wlkkeling van De heer C. van Geelen bij een val ■waar gewond. Met name wijst prof, van G»lderen op het gevaar van de aanwezigheid van Duitschers in den landsdienst of op voor de landhuishouding gevoelige Plaatsen: FAMILIEBERICHTEN UIT DE INDISCHE BLADEN. dan met ci<. ha. der inderzoekingen nog dat het ge der Tw« M1LIT/UR DEPARTEMENT. Overgeplaatst; met 1 Maart 1940 Van Ma.ang naar 'Ijimuhi. f*. Doornbos; van baialiga naar Haloeujaüjar, U. H. van uoiuriK; van tsauueajaajar naar Bandoeng H. Hans sen; van ljunahi naar Salatiga, r*. t. r>enuriKSa, allen Kapitein der artil lerie. Geplaatst: op het kantoor van den onaer-inspecieur aer mil. adm. te We.te- vreaen ae onderl. aer mil. adm. L. Jansen; bij het militair hospitaal te Malang de of ficier van gezondheid 1ste kl. H. In. Voet, ueiaen keerende van buitenl. verlof terug. MARINE DEPARTEMENT. Moeilijke ontginning. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat het werk, dat in betrekkelijk korten tijd in een niet ontgonnen gebied in Nieuw-Guinea is verricht, niet gering is. Dit betrof namelijk niet alleen het ontginnen van het daarvoor uitgezóch te terrein, doch ook den aanleg van toevocrwegen, het opzetten van woon gelegenheden, etc. Van af het kustplaatsje Momi is een 13 k.m. lange weg naar het binnen land aangelegd, welke in den loop van dit jaar nog met 5 k.m. zal worden verlengd en doorgetrokken, naar een dorpje aan de Sjeri-baai, aangezien de afscheep van laatstbedoelde plaats uit gemakkelijker zal kunnen geschie den dan van Momi uit. De woongelegenheden voor het per soneel zijn momenteel nog semi-per- manent. Eerst als de geheele aanplant in den grond is gebracht, zal de defi nitieve plaats van het emplacement worden uitgezocht. Met den bouw hier van zal in de eerstkomende jaren een aanvang worden gemaakt. De verwachtingen van deze nieuwe onderneming voor de toekomst zijn uitstekend; volgens de hier ter plaatse ontvangen berichten zal zij goede resultaten opleveren. Met het werkvolk worden momen teel geen moeilijkheden meer onder vonden: er is een kern van Inlanders, die tevoren reeds in Java en Sumatra op rubber-ondernemingen hadden ge werkt, en verder blijken de Papaoea’s goed bruikbare krachten te zijn. Benoemd: tot middelb. techn. ambt. 1ste kl. bij het manne-etablissement te Soerabaja. J. Bil, parucmier aldaar; tot techn. commies bij de maritieme inrich tingen aan den wal (torpedo-atelier) te Soerabaja. G. A. de Ruy.sr, tijd, waarn. techn. commies bij gen inrichting. Aangesteld: bij het wapen der mi litaire .uchtvaart, tot tweede luitenant- kortverbandviieger de vaandrigs-kortver- bandvlieger W. F. A. Wlncksl, W. Bal jat, A. D. M. Moorrees, B. Hulschor, B. Ernest, E. Harders, 0. Cooke en G. U. Scipio. inleidend ons het vol- Er is heel veel, dat voor een dergelijk plan pleit, al is het alleen om lederen belangstellende een inzicht te geven van de belangrijkheid der Europecsche cultures in het economisch bestel van deze gewesten, aan lederen leek of zelfs aan deskundigen een kijk te geven in de werkwijzen van planten, verzorgen en oogsten van elke der groote land bouwgewassen afzonderlijk, zij het in gecomprimeerden vorm. waarin alles wat zedelijk goed, tot Mr N. de Man, controleur le kl. bij het B.B., Koornmarkt bia. Delft. L F. Stoelman, controleur le kl. P TT., Cyclaamstraat 26. alhier; A van der burgh, havenmeester 3e kl., Haver- schmidtatraat 28, alhier. en de uitzending van Neder landsche dat tal ■- lijdelijk een geschikte krachten ten Wij ontvingen per laatste luchtmail, via Napels Indische bladen („passed by Censor” in Calcutta!!!) loo- pende tot 6 Februari j.l. voorzitter van den N.I.P.B., welke hl, eenige jaren terug zoo losjes weg op geworpen heeft, uitgewerkt moet wor den. toch verdient zij een belangstel ling, welke zelfs moet gaan buiten de gemeentegrenzen van Bandoeng. DR. B. J ESSER. De classis Rotterdam der Geref. ker ken heeft aan dr. B. J. Essef, miss, predikant te Pocrbolinggo, op zijn ver zoek emeritaat verleend met ingang van 1 April a.s. Dr. Esser werd 16 September 1876 geboren en is de jongste zoon van den bekenden Haagschen straatprediker, wijlen den heer 1 Esser, oud-resident van Timor. Dr. Esser werd in Mei 1901 candidaat om 28 Mei 1905 te Reeuwijk (Z.H.) in het predikambt te worden be vestigd. na in 1903 tevoren tot doctor in de theologie te zijn gepromoveerd op een dissertatie getiteld „Zending en Polygamie”. In 1908 zond de kerk van Rotterdam hem uit voor den miss, dienst op Poerbolinggo. Als men de Indische dienstjaren van dr. Esser dubbel telt, dan heeft hij net zoo veel dienstjaren als levens jaren. De classis besloot, aangezien dr. Es ser in verband met de tijdsomstandig heden in de residentie Banjoemas blijft wonen, behalve het officieele be richt van het hem verleend emeritaat een hartelijk schrijven te zenden, waarin zij hem haar dank brengt voor zijn belangrijken arbeid. ook de huidige regeering het tege moetkomende beleid van den vori- gen G.G. jegens de N.S.B. gehand haafd, hoewel haar actie dienten gevolge steeds driester, en sinds het uitbreken van den oorlog, rechtaf staatsgevaarlijk werd. Hiermee valt samen, dat zij door een te formeele angstvalligheid ge dreven, ook dien Duitschers, die eenmaal in landsdienst waren, po litieke vrijheden toestond en bleef toestaan, welke vandaag of mor gen met het staatsbelang direct in botsing kunnen komen. Hoe rijmt zij de vrijwillig aan vaarde of opgelegde trouw van Duitsche nationaal-socialisten, met de volstrekte loyauteit, welke zij van eiken Indischen ingezetene, doch a fortiori van eiken staats dienaar eischen moet? Hier past een duidelijke gedragslijn en een onverschrokken houding, op zelf respect gebaseerd. Nationaal-soci- alistische werkzaamheid, van wel ke nationaliteit ook, vormt een gevaar voor onze neutraliteit. Haar toe te laten kweekt ongerust heid en verwarring in de Euro- peesche, zoowel als in de Inheem- sche wereld, welke zulk een lank moedigheid kwalijk verstaat. Niet alleen dient strenge controle op alle personen, die door gedragin gen of uitingen in dezen geest de aandacht op zich vestigen, te wor den uitgeoefend, doch de con sequentie hiervan reikt verder. Loyaal Indië heeft er recht op, dat een ieder, van welke nationa liteit ook, daar te lande geweerd wordt uit posities, waarin hij kan geraken in een conflict van plich ten. De keuze tusschen de Indische overheid en haar maatregelen en voorschriften en de inzichten en be langen, van welke andere macht ook, moet dezen liden worden be spaard. Een regeering, die hierin bij alle vereischte voorzichtig heid niet met de noodige door tastendheid optreedt, blijft beneden den eisch, die aan haar in deze troebele tijden gesteld wordt. De Indlën 1 de toekomst zijn de waarop het werk bevruchtende gedach- de wereld. Daar vollen ontwikkelings- volkomen rijpheid ge worden. Sansche toewijding en volk, roeping Suggestie, welke belangstelling verdient. Naar het „A.I.D.” verneemt, bestaan er zeer voorloopige plannen om te ko- tot de oprichting van een open- lucht-museum voor ondernemingslandbouwgewassen en wel te Bandoeng. Er is nog geen enkel project ontwor pen betreffende den omvang en de in richting, ook geen aanduiding van de plaats, waar een dergelijk museum op gericht zou kunnen worden en evenmin is met een ambtelijke of particuliere organisatie overleg gepleegd. Het eerste begin moet nog komen, wanneer met het gemeentebestuur en petit comité de voorloopige idee be sproken, de mogelijkheid nagegaan wordt of een dergelijk plan in onze stad kans van slagen heeft. Men ziet, het is vaag, erg vaag nog. Maar hoe onduidelijk de lijnen nog zijn, waarlangs deze gedachte als het BIJBLAD berst naast oorspronkelijke bijdragen ran deskundige 'jerziebt van het voornaamste «it de per laatste mail ontvangen Indische periodieken, waardooi zij. die zich voor Indië intereaseeren, volkomen eD op de hoogte blijven van de koloniale gebeurtenissen. De werkzaamheden inzake den op zet eener nieuwe rubber-onderneming in Nieuw-Guinea door de gouverne- mentslandbouwbedrijven hebben tot dusver een vlot verloop, verneemt de „Java Bode”. De eerste aanplant van circa 200 h.a. is kortelings in den grond gegaan, terwijl nog in den loop van dit jaar 800 h.a. beplant zullen worden, waar mede de onderneming dan, al thans voorloopig op deze grootte (1000 h.a.) zal blijven. De eerste 200 h.a. zijn met hoogwaardig materiaal beplant; de overige 800 zullen met oculaties worden afgeplant, welke mo menteel worden opgekweekt uit zaden van Java en Sumatra. De oppervlakte der kweekbedden is thans 12 h.a., zoodat men voldoende materiaal heeft om den geheelen aan plant nog dit jaar in den grond te brengen. Het eerste product kan dan over een jaar of vijf worden ver wacht. ^OtONiAA1 "Veen - Wij lezen in de „Ind. Crt.”: Reeds vroeger werd gemeld, dat de heer J. H. B. Kuneman binnen kort als lid van den Raad van Ned.-Indië zal aftreden. Naar wij van gewoonlijk goed ingelichte zijde vernamen, zou voor deze vacature ernstig in aanmerking komen de directeur van het De partement van Economische Za ken, de heer H. J. van Mook, met wien als oud-lid van het B.B.- corps dan tevens het B.B. een ver tegenwoordiger in den Raad zou verkrijgen. Voorts hoorden we reeds als op volger van den heer Mook aan het departement Van E.Z. noemen mr. J. E. van Hoogstraten, thans hoofd van het kantoor voor den handel, van het departement van E.Z., die juist een dezer dagen van zijn spe ciale opdracht uit Nederland te rugkeerde. Mr. van Hoogstraten zou dan worden opgcvolgd door den hoofdambtenaar van het kan toor voor den handel, den heer G. J. Schimmel. Op 3 Februari j.l. vertrok met de „Indrapoera” uit Nederlandsch-Indië de heer ir. J. H. van Loohuizen, oud- hoofd van den Dienst van den mijn bouw in Nederlandsch-Indië, die in opdracht van de firma Wm. Muller en Co. te Rotterdam in Indië onderzoe kingen verrrichtte op het gebied van ertsvoorkomens op Borneo en omrin gende eilanden, aldus het „A.I.D.”. Na de geologische onderzoekingen vertrok de heer van Loohuizen naar Japan, waar hij informatorische be sprekingen voerde. Over de mogelijk heid van den afzet vin het hier te winnen erts. Voorloopig kunnen over de resultaten en besprekingen geen mededeelingen worden ge daan, zoo deelde de heer van Loohui zen ons mede. Na zijn terugkomst in Nederland zal door hem verslag wor den uitgebracht van zijn bevindingen en eerst daarna zullen, indien de opdrachtgevers zich met de opvattin gen van den adviseur kunnen vereen!- gen de eerste maatregelen genomen kunnen worden tot het in exploitatie nemen van de afzettingen. Men mag aannemen, dat de heer van Loohuizen niet zonder goede verwachtingen naar Holland terug, keert. Wanneer de opzet gevolgd zal kunnen worden, welken hij zich heeft voorgesteld, kan de oprich ting van een teer belangrijk be drijf binnen afzienbaren tijd wor den verwacht. GETROUWD: Ir. E. D. G. Frahm en dr. J. D. Leliveld. Malang, W. F. J. de Vries en E. R. van Eek, Batavia C. E. Lazare en E. L. Bindemann, Semarang, H. C. Meezen en I. N. C. Trouerbach. Mr. Cornelis, J. G Struijk en E. Kempf, Bandoeng, A. H. Heyl en ir. H. Marmelstein. Djem- ber, L. Ch. G. L. Onvree en M. I. Ku neman, Madioen, ir. E. Glazenburg en J. J A. E. Thiel, Medan, J. W. V. van Rijn en J. K. Dieperink, Semarang, H, E. Najoan en C, E. Gerungan, Benkoelen- Bandoeng. prikkel, welke ons - -- voor de toekomst geboden is, omdat daar in die landen nog een groote en grootsche taak is wegge egd, waaraan ook ons volk inde eerste plaats behoefte heeft en waar van de stoffelijke j J 1 en zedelijke voor- deden asn dp ii 8ans< he menschheid ten goede zullen komen. kunnen en moeten voor akker des arbeids, nog in volle ont- Naar wij in de „Deü Crt.” lezen, zul len binnenkort de navolgende mutaties onder de medici ter Oostkust van Su matra plaats hebben De heer E. Snethlage, arts bij het hospitaal der Dcli Maatschappij alhier, keert in Maart uit Europa terug. De heer H. Heineman, arts bij het Centraal hospitaal te Tandjong Mora- wa. komt 10 Maart a.s. van Europeesch verlof in Deli terug. De geneesheer van het Wingfoot hospitaal, de heer A. Goudberg, zal binnenkort als zoodanig aftreden en zich voorgoed In Europa vestigen. De heer Koperberg, arts van hospitaal Petoemboekan te Galang, gaat medio Mei met Europeesch verlof. Evenzoo vertrekt binnenkort naar Europa de heer N. J. C. Romer Keuken- schrljver, arts van het hospitaal Lima Poeloe te Perlanaan. BEVALLEN: Bosma, geb. Boasson, Soerabaja, z. Schepers, geb van Zilverden, Batavia-C., Bandoeng, z. J. F. Staal, geb. van Eyk, Bandoeng, z. A. A. Steenmeijer, Garoet, z Gabriëlse, geb. Drabbe. Semarang, z. H. F. Buss. geb. Nooy. Soerabaja, z. C. W. Th. Bojanus, geb. Lindhout. Ba tavia-C., z. Walker, Semarang, z. Poot, geb. Oorthys, Bandoeng, d. W. F. Hess, geb Stok, Soerabaja. z. A. Weu- demuller, geb. E. van Wissekerke, Soera baja, z. L. P. van der Weijden. geb, v. Koerkoem, Semarang z. J. H. Krite- meijer, geb Riphagen, Batavia-C., z. A. Muller, geb. S. van Leeuwen. Soeban, d. B. V. Vreeden. geb. Helms. Ban doeng. d. J. G. Schreuders, geb. Wein- tre, Tjitjalengka. d. E. Lichten, geb. Schmldke Kaban Djahé. z. Tchernoff, geb Hide. Medan, z. M. de Zilwa. geb. Wetz.el. Buitenzorg, z. J Th. B V. Vreeden. geb. Duyts. Poerwokerto, z. OVERLEDEN! Mevr. E. Ziesel, geb. La Fontaine. DJok- ja mevr. A. E. de Tyssonsk, geb Nij- verheim. Batavia, L. Dersjant, Ban doeng. F Ch van Hurnbeeck. Arnba- rawa. G. van Apcar Buitenzorg mevr. F J J. Lommen- geb van Glla Se- marang, Ch. A, E. G. Molière. Ban doeng, mr J. Alexander Wattie, Me dan, J. Weiler, Djokjakarta. Hedenmorgen om kwart over zes, aldus de „Dell Crt van 3 dezer heeft op de renbaan van de Dell Ren Vereeniging te Medan een ernstig on geval plaats gehad. De heer C. van Geelen, die in training was voor de aanstaande voorjaarsraces van 16 en 17 Maart, is tijdens een oefenrit met een op hol geslagen paard door de houten afzetting der baan gereden en gevallen, als gevolg waarvan hij een schedelbasisfractuur bekwam en In bewusteloozen toestand naar het Ge meenteziekenhuis moest worden over gebracht. Zij toestand was hoogst ern stig. De heer van Geelen heeft reeds met succes aan verschillende racewedstrij- den in Medan deelgenomen en trainde het geheele jaar door. lederen morgen verscheen hij als eerste op de baan om enkele ritten te maken en dikwijls was hij reeds lang bezig als de andere heerrijders pas kwamen. Tot nu toe was het gewoonte, hij dan zijn ritten maakte op paard „Prohibition” en van dit □ruik werd geen enkelen keer afgewe ken. Vanmorgen verklaarde de heer van Geelen aan een der aanwezige In- heemsche stalknechten, dat hij ook eens een rit wilde maken op het paard „Mim”, een nieuwe aanwinst uit den stal, die echter (zooals het in kringen van paardrijders genoemd wordt) nog al „hard in de bek” is. Aangezien de heer van Geelen dit paard nog nimmer bereden had en het in zoo’n geval ook niet aan te raden valt zulks zonder toezicht van den trainer der Renvereeniging, den heer M. van Breukelen, te doen, raadde de stalknecht het den heer van Geelen af, doch deze zette zijn zin door, hoe wel de trainer nog niet aanwezig was. Aanvankelijk ging het goed, doch na een halve baan bleek, dat het paard op hol sloeg en in een wilden ren ging het stuivend over de baan. Tweemaal liep „Mim” de baan rond en nog steeds was het den heer van Geelen gelukt zich in het zadel te houden, doch het was hem niet gelukt het paard weer in zijn macht te krijgen. Onvermin derd duurde de wilde jacht voort. Het spreekt vanzelf, dat de woeste ren paard en ruiter bijzonder uitput ten en na twee banen gereden te heb- bén, bleken beiden dan ook aan het eind van hun krachten. De heer van Geelen probeerde toen een laatste hulpmiddel; hij dreef het rijdier naar den rechterkant der baan in de rich ting van de houten ballustrade en trachtte het toen met een forschen ruk naar rechts om te halen, zoodat het paard gedwongen zou worden voor de ballustrade stil te houden. Deze manoeuvre mislukte, het paard sprong wel naar rechts, doch stortte met groote vaart door de balustrade heen en viel in de daarachter loopende parit. De heer van Geelen werd uit het zadel geslingerd en kwam vijf me ter verder vermoedelijk op zijn hoofd terecht. In bewusteloozen toestand bleef hij liggen en zoo vonden hem de Inhecmsche helpers uit den stal. Na eenigen tijd arriveerde een zit- j—, kenauto en verplegend personeel, waar, uitvloeisel van een suggestie van den ia de heer van Geelen naar het Ge- mente Ziekenhuis Is overgebracht De heer dr. Messing verleende daar medi sche hulp. en Het paard bekwam bij den val geen verwondingen van eenige beteekenis. Onder dit van het maandblad „Oost en West” in J een artikel. Wij veroorloven c. gende er aan te ontleenen „Het mag verwondering wekken, dat in de vele voordrachten over Indië zoo weinig of in het geheel niet de nadruk gelegd wordt op het groot sche werk, dat in de gebieden overzee onder Nederlandsche leiding, In samen werking met de Inheemsche bevolking Is tot stand gebracht. Onze Indiën vormen tot op dezen dag een maatstaf voor hetgeen er in het Nederlandsche volk aan groote krachten leeft om. zoowel voor zich zelf als voor de geheele menschheid. by te dragen in den ontwikkelingsgang Tre!d' “I onze fouten, in Nederland zoowel als overzee, bieden de overzeesche gebieden een beeld van harmonische ontwikkeling, van maat- schappelijken en geestelijken vooruit gang. En als zoodanig mogen zij In geen betoog tot Verhooging van Neer- lands volkskracht ontbreken Want bovendien zijn ze' méér dan maatstaf alleen Zij zijn ook de p. volk als een opdracht waarop het ploolïng ligt, de te voor onze taak in' liggen landen ln gang, welke tot bracht moeten Dat eischt de overgave van ons Daar ligt onze dracht. overltNedc»rlanri8ten enkele voordracht ke krachtsontplool^11^ oX^nt breken. °n2* volkak«-aeht ont- Terwljl dit bovendien een arbeid is. geven, als een °ns terugkeert." artikel in „De Groene” on- wvenstaanden titel schrijft het prof’ J‘ V’ Gelderen n» periode der oorlogsjaren heeft nistige stagnatie gebracht in de normale instrooming van Europe nen en de uitzending van Neder- - -5 ambtenaren. Vandaar, van functies, aanvankelijk (doch wat is duurzamer tijdelijke aanstelling?) buitenlandsche werden bezet. Zoo werk- in de natuurwetenschappelijke diensten rondom den Plantentuin in Buitenzorg en in tal van voor de cultures Ingestelde proefstations 'n aantal vreemdelingen: Zwitsers, Amerikanen, e.a., onder wie voor treffelijke wetenschappelijke krach ten voorkwamen. Ook politie en bestuur bleven in die jaren niet van vreemdelingen vrij. Verschil lende van hen vonden opname in het korps civiel gezaghebbers dat als laagste rang van het Euro peesch Bestuur bij de uitbreiding en consolidatie van ons gezag in de Buitengewesten in dien tijd in een dringende behoefte voorzag. Bij de organisatie der veldpolitie, in dien tijd voor een verbetering van de politioneele zorg in het bin nenland noodig geoordeeld, werd op ruime schaal gebruik gemaakt van Duitsche officieren, die na de verovering van Kiautschau door Japan werkeloos geworden waren en in Indië een bestaan zochten. Ook mijnwezen en de snel uitge- bnide dienst voor de Volksgezond heid maakten van vreemdelingen gebruik. Wel vloeide, toen de toestanden en daarmee de uitzending van Ne derlanders weer normaler werden eet deel van deze vreemdelingen weer af, en werden zij bij de daar na ingetreden jaren van bezuini ging en inkrimping van diensten, niet meer vervangen, doch een aantal van hen bleef werkzaam; ook hadden wel nieuwe aanstellin gen plaats. De politieke ontwikke ling der laatste jaren heeft voor het eerst de mogelijkheid van deze liberaliteit in de opname van vreemdelingen in de Indische ko loniale maatschappij ongehinderd voort te zetten, in ernstige mate doen wankelen. Verbouw en levering van bevolkings- theeblad aan de theefabrieken vormen een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de bevolking van Priangan. Het feit alleen, dat met inbegrip van de residentie Buitenzorg Priangan uitsluitend alle bevolkingsthee produ ceert, een hoeveelheid, welke de 27 millloen halve k.g. benadert en circa 17 pCt van den totalen thee-uitvoer van geheel Indië uitmaakt, is een be wijs van de belangrijkheid van deze typische Preanger-bevolkingscultuur De Indische regeering heeft het groote belang van de bevolkingsthee in de betreffende restrictie-ordonnantie en verordeningen vastgelegd. De be paling van productie en prijs gaven echter telkens aanleiding tot moeilijk heden, begrijpelijk omdat de productie van bevolkingstheetulnen geheel an ders geschat moet worden dan die der ondernemingen. De opgaven der desa- bevolking betreffende de arealen van hun theetuinen, welke overal verspreid liggen en zelden een aaneengesloten complex vormen en van het aandeel, dat de (onregelmatige) poetjoekleve- ring aan de theefabrieken uitmaakt in hun inkomsten, vormen geen houvast voor een juiste bepaling der verhou ding tusschen onderneming»- en be volkingsthee. De sedert eenige maanden ingestelde registratie van de bevolkingstuinen zal hierin ongetwijfeld verbetering bren gen. Naar wij hooren aldus het „A. I. D.” zullen de resultaten nog ge- ruimen tijd op zich laten wachten, aangezien het registratiewerk met de berekeningen, welke daaraan vast zitten, van grooten omvang is. Men mag als heel voorloopig aan nemen, dat het areaal de 90.000 bouws benadert en dat het aantal theetuln- bezitters over de 100.000 beloopt. Het is dan ook zeer waarschijnlijk, dat de vaststelling van de verhouding tus schen ondernemers- en bevolkingsthee in den totalen uitvoer eerst geschieden kan in het restrictiejaar. dat loopt van 1 April tot 31 Maart 1942. dubbele waakzaamheid overheid ver- De Nederlandsche regee- -1 zich bij haar uit over- ontwikkelde en vastgehou- van opendeur en no- .n^natie gedragen als de óna'ariB 0Ver een 8eb>ed, waar- -• er haar onverkort ’’isn-inkIS voor mpdewerking "scher deze positie alleen i gren en te hi 2en daaVen’ ’nd*en 2>ch de heeft daarnaar Tn voor velen onbe- lankmoedlgheid heeft Dit gevaar is ontstaan met en door he ideëen en methoden van het na- tionaal-socialisme. In hun strijd Ofn de macht in verschillende dee- len der wereld tegelijk ondernomen hebben de nationaal-socialistische •eiders openlijk het instituut van het Auslandsdeutschtum ingescha keld. Publieke agitatie en geheime boelarbeid, rijkelijk door staats gelden gesteund, hebben in ver schillende landen tot spanningen en torust aanleiding gegeven. De ont hulling omtrent de ..Bund”, nog onlangs in de Ver. Staten gepubli ceerd. leverde de zooveelste be- ^stiging van het gevaar, dat de- Ze expansieve nazipenetratie op- evert. De bewogen geschiedenis er laatste jaren in de Zuid-Ame- •xaansche staten houdt daarvoor v*Weer een les in. Te gevaarl(j- er wordt de activiteit der Duit- m v1a8enlen' doordat zij al te ge- .JJ’kelijk aansluiting en steun vin- hij de nationaal-socialisten in e and van hun werkzaamheden. Ui Pa8t volkomen in de door te Gv opcn*ljk beleden en toegepas- of iek' om eiken tegenstander otiHV')and ecrst van binnenuit te j^ermijnen en „sturmreif” te ma- het veel betoog, dat in zT. ,d als Indië zulke nazi-werk- <3«mheid »scht? D, heeft "ar^an ten volle bewust is ourf "delen grMÏe f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 11