HAAGSCHE courant
VAN DE
yreeintlelingen in
juJischen Staats
dienst
UIT DE INDISCHE BLADEN
De Raad van Ned.-Indië
Receptie Commandant Zeemacht
RUBBER IN NIEUW-GUINEA
doel
bevolkings-
thee
Priangan’s
Overzeesche gebieds-
deelen als maatstaf
en als
Zaterdag 17 Februari 1940, No. 17496. b 8 p 3
Het ijzererts van Borneo
MUSEUM VOOR CULTURES
ERNSTIG ONGEVAL OP EEN
RACEBAAN
in
Op de eerste receptie van den nieuwen commandant der Zeemacht in
Ncderlandsch-Indië, te Batavia gehouden. De heer en mevr. Helfrich
ontvangen den burgemeester der hoofdstad, ir. E. A. Voorneman (links),
en diens echtgenoote.
OPZET DER NIEUWE ONDERNEMING
Belangrijke inkomsten voor
de bevolking
Jn Politiek
^aadatari8
Plaats",iaar onverk°rt gezag
’hensnk 8 voor medewerking van
£1J ka„en Xan a'lerlei nationaliteit.
koloniaal bijblad
Wie volgt de Edeleer Kuneman op? I
MUTATIES ONDER MEDICI
het
De Papoea’s goed bruikbare krachten
MET VERLOF.
kl..
BESLUITEN EN BENOEMINGEN.
Over de 100.000 bezitters.
hoofd geeft de
redactie
de Februari-af levering
men
en onze op-
wlkkeling van
De heer C. van Geelen bij een val
■waar gewond.
Met name wijst prof, van G»lderen
op het gevaar van de aanwezigheid
van Duitschers in den landsdienst of
op voor de landhuishouding gevoelige
Plaatsen:
FAMILIEBERICHTEN UIT DE
INDISCHE BLADEN.
dan
met
ci<.
ha.
der inderzoekingen
nog
dat
het
ge
der
Tw«
M1LIT/UR DEPARTEMENT.
Overgeplaatst; met 1 Maart 1940
Van Ma.ang naar 'Ijimuhi. f*. Doornbos;
van baialiga naar Haloeujaüjar, U. H. van
uoiuriK; van tsauueajaajar naar Bandoeng
H. Hans sen; van ljunahi naar Salatiga,
r*. t. r>enuriKSa, allen Kapitein der artil
lerie.
Geplaatst: op het kantoor van den
onaer-inspecieur aer mil. adm. te We.te-
vreaen ae onderl. aer mil. adm. L. Jansen;
bij het militair hospitaal te Malang de of
ficier van gezondheid 1ste kl. H. In. Voet,
ueiaen keerende van buitenl. verlof terug.
MARINE DEPARTEMENT.
Moeilijke ontginning.
Uit het bovenstaande blijkt wel, dat
het werk, dat in betrekkelijk korten
tijd in een niet ontgonnen gebied in
Nieuw-Guinea is verricht, niet gering
is. Dit betrof namelijk niet alleen het
ontginnen van het daarvoor uitgezóch
te terrein, doch ook den aanleg van
toevocrwegen, het opzetten van woon
gelegenheden, etc.
Van af het kustplaatsje Momi is een
13 k.m. lange weg naar het binnen
land aangelegd, welke in den loop van
dit jaar nog met 5 k.m. zal worden
verlengd en doorgetrokken, naar een
dorpje aan de Sjeri-baai, aangezien de
afscheep van laatstbedoelde plaats
uit gemakkelijker zal kunnen geschie
den dan van Momi uit.
De woongelegenheden voor het per
soneel zijn momenteel nog semi-per-
manent. Eerst als de geheele aanplant
in den grond is gebracht, zal de defi
nitieve plaats van het emplacement
worden uitgezocht. Met den bouw hier
van zal in de eerstkomende jaren een
aanvang worden gemaakt.
De verwachtingen van deze nieuwe
onderneming voor de toekomst zijn
uitstekend; volgens de hier ter plaatse
ontvangen berichten zal zij goede
resultaten opleveren.
Met het werkvolk worden momen
teel geen moeilijkheden meer onder
vonden: er is een kern van Inlanders,
die tevoren reeds in Java en Sumatra
op rubber-ondernemingen hadden ge
werkt, en verder blijken de Papaoea’s
goed bruikbare krachten te zijn.
Benoemd: tot middelb. techn. ambt.
1ste kl. bij het manne-etablissement te
Soerabaja. J. Bil, parucmier aldaar; tot
techn. commies bij de maritieme inrich
tingen aan den wal (torpedo-atelier) te
Soerabaja. G. A. de Ruy.sr, tijd, waarn.
techn. commies bij gen inrichting.
Aangesteld: bij het wapen der mi
litaire .uchtvaart, tot tweede luitenant-
kortverbandviieger de vaandrigs-kortver-
bandvlieger W. F. A. Wlncksl, W. Bal jat,
A. D. M. Moorrees, B. Hulschor, B. Ernest,
E. Harders, 0. Cooke en G. U. Scipio.
inleidend
ons het vol-
Er is heel veel, dat voor een dergelijk
plan pleit, al is het alleen om lederen
belangstellende een inzicht te geven
van de belangrijkheid der Europecsche
cultures in het economisch bestel van
deze gewesten, aan lederen leek of zelfs
aan deskundigen een kijk te geven in
de werkwijzen van planten, verzorgen
en oogsten van elke der groote land
bouwgewassen afzonderlijk, zij het in
gecomprimeerden vorm.
waarin alles wat
zedelijk goed, tot
Mr N. de Man, controleur le kl. bij het
B.B., Koornmarkt bia. Delft.
L F. Stoelman, controleur le kl. P TT.,
Cyclaamstraat 26. alhier; A van der
burgh, havenmeester 3e kl., Haver-
schmidtatraat 28, alhier.
en de uitzending van Neder
landsche
dat tal ■-
lijdelijk
een
geschikte
krachten
ten
Wij ontvingen per laatste
luchtmail, via Napels
Indische bladen („passed by
Censor” in Calcutta!!!) loo-
pende tot 6 Februari j.l.
voorzitter van den N.I.P.B., welke hl,
eenige jaren terug zoo losjes weg op
geworpen heeft, uitgewerkt moet wor
den. toch verdient zij een belangstel
ling, welke zelfs moet gaan buiten de
gemeentegrenzen van Bandoeng.
DR. B. J ESSER.
De classis Rotterdam der Geref. ker
ken heeft aan dr. B. J. Essef, miss,
predikant te Pocrbolinggo, op zijn ver
zoek emeritaat verleend met ingang
van 1 April a.s.
Dr. Esser werd 16 September 1876
geboren en is de jongste zoon van den
bekenden Haagschen straatprediker,
wijlen den heer 1 Esser, oud-resident
van Timor. Dr. Esser werd in Mei 1901
candidaat om 28 Mei 1905 te Reeuwijk
(Z.H.) in het predikambt te worden be
vestigd. na in 1903 tevoren tot doctor
in de theologie te zijn gepromoveerd
op een dissertatie getiteld „Zending
en Polygamie”. In 1908 zond de kerk
van Rotterdam hem uit voor den miss,
dienst op Poerbolinggo.
Als men de Indische dienstjaren
van dr. Esser dubbel telt, dan heeft
hij net zoo veel dienstjaren als levens
jaren.
De classis besloot, aangezien dr. Es
ser in verband met de tijdsomstandig
heden in de residentie Banjoemas
blijft wonen, behalve het officieele be
richt van het hem verleend emeritaat
een hartelijk schrijven te zenden,
waarin zij hem haar dank brengt voor
zijn belangrijken arbeid.
ook de huidige regeering het tege
moetkomende beleid van den vori-
gen G.G. jegens de N.S.B. gehand
haafd, hoewel haar actie dienten
gevolge steeds driester, en sinds
het uitbreken van den oorlog,
rechtaf staatsgevaarlijk werd.
Hiermee valt samen, dat zij door
een te formeele angstvalligheid ge
dreven, ook dien Duitschers, die
eenmaal in landsdienst waren, po
litieke vrijheden toestond en bleef
toestaan, welke vandaag of mor
gen met het staatsbelang direct in
botsing kunnen komen.
Hoe rijmt zij de vrijwillig aan
vaarde of opgelegde trouw van
Duitsche nationaal-socialisten, met
de volstrekte loyauteit, welke zij
van eiken Indischen ingezetene,
doch a fortiori van eiken staats
dienaar eischen moet? Hier past
een duidelijke gedragslijn en een
onverschrokken houding, op zelf
respect gebaseerd. Nationaal-soci-
alistische werkzaamheid, van wel
ke nationaliteit ook, vormt een
gevaar voor onze neutraliteit.
Haar toe te laten kweekt ongerust
heid en verwarring in de Euro-
peesche, zoowel als in de Inheem-
sche wereld, welke zulk een lank
moedigheid kwalijk verstaat. Niet
alleen dient strenge controle op
alle personen, die door gedragin
gen of uitingen in dezen geest de
aandacht op zich vestigen, te wor
den uitgeoefend, doch de con
sequentie hiervan reikt verder.
Loyaal Indië heeft er recht op,
dat een ieder, van welke nationa
liteit ook, daar te lande geweerd
wordt uit posities, waarin hij kan
geraken in een conflict van plich
ten. De keuze tusschen de Indische
overheid en haar maatregelen en
voorschriften en de inzichten en be
langen, van welke andere macht
ook, moet dezen liden worden be
spaard. Een regeering, die hierin
bij alle vereischte voorzichtig
heid niet met de noodige door
tastendheid optreedt, blijft beneden
den eisch, die aan haar in deze
troebele tijden gesteld wordt.
De Indlën 1
de toekomst zijn de
waarop het werk
bevruchtende gedach-
de wereld. Daar
vollen ontwikkelings-
volkomen rijpheid ge
worden.
Sansche toewijding en
volk,
roeping
Suggestie, welke belangstelling verdient.
Naar het „A.I.D.” verneemt, bestaan
er zeer voorloopige plannen om te ko-
tot de oprichting van een open-
lucht-museum voor
ondernemingslandbouwgewassen en wel
te Bandoeng.
Er is nog geen enkel project ontwor
pen betreffende den omvang en de in
richting, ook geen aanduiding van de
plaats, waar een dergelijk museum op
gericht zou kunnen worden en evenmin
is met een ambtelijke of particuliere
organisatie overleg gepleegd.
Het eerste begin moet nog komen,
wanneer met het gemeentebestuur en
petit comité de voorloopige idee be
sproken, de mogelijkheid nagegaan
wordt of een dergelijk plan in onze
stad kans van slagen heeft.
Men ziet, het is vaag, erg vaag nog.
Maar hoe onduidelijk de lijnen nog
zijn, waarlangs deze gedachte als het
BIJBLAD berst naast oorspronkelijke bijdragen ran deskundige
'jerziebt van het voornaamste «it de per laatste mail ontvangen Indische
periodieken, waardooi zij. die zich voor Indië intereaseeren, volkomen
eD op de hoogte blijven van de koloniale gebeurtenissen.
De werkzaamheden inzake den op
zet eener nieuwe rubber-onderneming
in Nieuw-Guinea door de gouverne-
mentslandbouwbedrijven hebben tot
dusver een vlot verloop, verneemt
de „Java Bode”.
De eerste aanplant van circa 200
h.a. is kortelings in den grond gegaan,
terwijl nog in den loop van dit jaar
800 h.a. beplant zullen worden, waar
mede de onderneming dan, al
thans voorloopig op deze grootte
(1000 h.a.) zal blijven. De eerste 200
h.a. zijn met hoogwaardig materiaal
beplant; de overige 800 zullen met
oculaties worden afgeplant, welke mo
menteel worden opgekweekt uit zaden
van Java en Sumatra.
De oppervlakte der kweekbedden is
thans 12 h.a., zoodat men voldoende
materiaal heeft om den geheelen aan
plant nog dit jaar in den grond te
brengen. Het eerste product kan dan
over een jaar of vijf worden ver
wacht.
^OtONiAA1
"Veen -
Wij lezen in de „Ind. Crt.”:
Reeds vroeger werd gemeld, dat
de heer J. H. B. Kuneman binnen
kort als lid van den Raad van
Ned.-Indië zal aftreden. Naar wij
van gewoonlijk goed ingelichte
zijde vernamen, zou voor deze
vacature ernstig in aanmerking
komen de directeur van het De
partement van Economische Za
ken, de heer H. J. van Mook, met
wien als oud-lid van het B.B.-
corps dan tevens het B.B. een ver
tegenwoordiger in den Raad zou
verkrijgen.
Voorts hoorden we reeds als op
volger van den heer Mook aan het
departement Van E.Z. noemen mr.
J. E. van Hoogstraten, thans hoofd
van het kantoor voor den handel,
van het departement van E.Z., die
juist een dezer dagen van zijn spe
ciale opdracht uit Nederland te
rugkeerde. Mr. van Hoogstraten
zou dan worden opgcvolgd door
den hoofdambtenaar van het kan
toor voor den handel, den heer G.
J. Schimmel.
Op 3 Februari j.l. vertrok met de
„Indrapoera” uit Nederlandsch-Indië
de heer ir. J. H. van Loohuizen, oud-
hoofd van den Dienst van den mijn
bouw in Nederlandsch-Indië, die in
opdracht van de firma Wm. Muller en
Co. te Rotterdam in Indië onderzoe
kingen verrrichtte op het gebied van
ertsvoorkomens op Borneo en omrin
gende eilanden, aldus het „A.I.D.”.
Na de geologische onderzoekingen
vertrok de heer van Loohuizen naar
Japan, waar hij informatorische be
sprekingen voerde. Over de mogelijk
heid van den afzet vin het hier te
winnen erts.
Voorloopig kunnen over de resultaten
en besprekingen
geen mededeelingen worden ge
daan, zoo deelde de heer van Loohui
zen ons mede. Na zijn terugkomst in
Nederland zal door hem verslag wor
den uitgebracht van zijn bevindingen
en eerst daarna zullen, indien de
opdrachtgevers zich met de opvattin
gen van den adviseur kunnen vereen!-
gen de eerste maatregelen genomen
kunnen worden tot het in exploitatie
nemen van de afzettingen.
Men mag aannemen, dat de heer
van Loohuizen niet zonder goede
verwachtingen naar Holland terug,
keert. Wanneer de opzet gevolgd
zal kunnen worden, welken hij zich
heeft voorgesteld, kan de oprich
ting van een teer belangrijk be
drijf binnen afzienbaren tijd wor
den verwacht.
GETROUWD:
Ir. E. D. G. Frahm en dr. J. D. Leliveld.
Malang, W. F. J. de Vries en E. R.
van Eek, Batavia C. E. Lazare en E. L.
Bindemann, Semarang, H. C. Meezen
en I. N. C. Trouerbach. Mr. Cornelis,
J. G Struijk en E. Kempf, Bandoeng,
A. H. Heyl en ir. H. Marmelstein. Djem-
ber, L. Ch. G. L. Onvree en M. I. Ku
neman, Madioen, ir. E. Glazenburg en
J. J A. E. Thiel, Medan, J. W. V. van
Rijn en J. K. Dieperink, Semarang, H,
E. Najoan en C, E. Gerungan, Benkoelen-
Bandoeng.
prikkel, welke ons
- -- voor de toekomst
geboden is, omdat daar in die landen
nog een groote en grootsche taak is
wegge egd, waaraan ook ons volk inde
eerste plaats behoefte heeft en waar
van de stoffelijke
j J 1 en zedelijke voor-
deden asn dp
ii 8ans< he menschheid ten
goede zullen komen.
kunnen en moeten voor
akker des arbeids,
nog in volle ont-
Naar wij in de „Deü Crt.” lezen, zul
len binnenkort de navolgende mutaties
onder de medici ter Oostkust van Su
matra plaats hebben
De heer E. Snethlage, arts bij het
hospitaal der Dcli Maatschappij alhier,
keert in Maart uit Europa terug.
De heer H. Heineman, arts bij het
Centraal hospitaal te Tandjong Mora-
wa. komt 10 Maart a.s. van Europeesch
verlof in Deli terug.
De geneesheer van het Wingfoot
hospitaal, de heer A. Goudberg, zal
binnenkort als zoodanig aftreden en
zich voorgoed In Europa vestigen.
De heer Koperberg, arts van
hospitaal Petoemboekan te Galang,
gaat medio Mei met Europeesch verlof.
Evenzoo vertrekt binnenkort naar
Europa de heer N. J. C. Romer Keuken-
schrljver, arts van het hospitaal Lima
Poeloe te Perlanaan.
BEVALLEN:
Bosma, geb. Boasson, Soerabaja, z.
Schepers, geb van Zilverden, Batavia-C.,
Bandoeng, z. J. F. Staal, geb. van Eyk,
Bandoeng, z. A. A. Steenmeijer, Garoet,
z Gabriëlse, geb. Drabbe. Semarang,
z. H. F. Buss. geb. Nooy. Soerabaja, z.
C. W. Th. Bojanus, geb. Lindhout. Ba
tavia-C., z. Walker, Semarang, z.
Poot, geb. Oorthys, Bandoeng, d. W. F.
Hess, geb Stok, Soerabaja. z. A. Weu-
demuller, geb. E. van Wissekerke, Soera
baja, z. L. P. van der Weijden. geb, v.
Koerkoem, Semarang z. J. H. Krite-
meijer, geb Riphagen, Batavia-C., z.
A. Muller, geb. S. van Leeuwen. Soeban,
d. B. V. Vreeden. geb. Helms. Ban
doeng. d. J. G. Schreuders, geb. Wein-
tre, Tjitjalengka. d. E. Lichten, geb.
Schmldke Kaban Djahé. z. Tchernoff,
geb Hide. Medan, z. M. de Zilwa. geb.
Wetz.el. Buitenzorg, z. J Th. B V.
Vreeden. geb. Duyts. Poerwokerto, z.
OVERLEDEN!
Mevr. E. Ziesel, geb. La Fontaine. DJok-
ja mevr. A. E. de Tyssonsk, geb Nij-
verheim. Batavia, L. Dersjant, Ban
doeng. F Ch van Hurnbeeck. Arnba-
rawa. G. van Apcar Buitenzorg
mevr. F J J. Lommen- geb van Glla Se-
marang, Ch. A, E. G. Molière. Ban
doeng, mr J. Alexander Wattie, Me
dan, J. Weiler, Djokjakarta.
Hedenmorgen om kwart over zes,
aldus de „Dell Crt van 3 dezer
heeft op de renbaan van de Dell Ren
Vereeniging te Medan een ernstig on
geval plaats gehad. De heer C. van
Geelen, die in training was voor de
aanstaande voorjaarsraces van 16 en
17 Maart, is tijdens een oefenrit met
een op hol geslagen paard door de
houten afzetting der baan gereden en
gevallen, als gevolg waarvan hij een
schedelbasisfractuur bekwam en In
bewusteloozen toestand naar het Ge
meenteziekenhuis moest worden over
gebracht. Zij toestand was hoogst ern
stig.
De heer van Geelen heeft reeds met
succes aan verschillende racewedstrij-
den in Medan deelgenomen en trainde
het geheele jaar door. lederen morgen
verscheen hij als eerste op de baan
om enkele ritten te maken en dikwijls
was hij reeds lang bezig als de andere
heerrijders pas kwamen.
Tot nu toe was het gewoonte,
hij dan zijn ritten maakte op
paard „Prohibition” en van dit
□ruik werd geen enkelen keer afgewe
ken. Vanmorgen verklaarde de heer
van Geelen aan een der aanwezige In-
heemsche stalknechten, dat hij ook
eens een rit wilde maken op het paard
„Mim”, een nieuwe aanwinst uit den
stal, die echter (zooals het in kringen
van paardrijders genoemd wordt) nog
al „hard in de bek” is.
Aangezien de heer van Geelen dit
paard nog nimmer bereden had en het
in zoo’n geval ook niet aan te raden
valt zulks zonder toezicht van den
trainer der Renvereeniging, den heer
M. van Breukelen, te doen, raadde de
stalknecht het den heer van Geelen
af, doch deze zette zijn zin door, hoe
wel de trainer nog niet aanwezig was.
Aanvankelijk ging het goed, doch na
een halve baan bleek, dat het paard
op hol sloeg en in een wilden ren ging
het stuivend over de baan. Tweemaal
liep „Mim” de baan rond en nog steeds
was het den heer van Geelen gelukt
zich in het zadel te houden, doch het
was hem niet gelukt het paard weer
in zijn macht te krijgen. Onvermin
derd duurde de wilde jacht voort.
Het spreekt vanzelf, dat de woeste
ren paard en ruiter bijzonder uitput
ten en na twee banen gereden te heb-
bén, bleken beiden dan ook aan het
eind van hun krachten. De heer van
Geelen probeerde toen een laatste
hulpmiddel; hij dreef het rijdier naar
den rechterkant der baan in de rich
ting van de houten ballustrade en
trachtte het toen met een forschen ruk
naar rechts om te halen, zoodat het
paard gedwongen zou worden voor de
ballustrade stil te houden.
Deze manoeuvre mislukte, het paard
sprong wel naar rechts, doch stortte
met groote vaart door de balustrade
heen en viel in de daarachter loopende
parit. De heer van Geelen werd uit
het zadel geslingerd en kwam vijf me
ter verder vermoedelijk op zijn hoofd
terecht. In bewusteloozen toestand
bleef hij liggen en zoo vonden hem de
Inhecmsche helpers uit den stal.
Na eenigen tijd arriveerde een zit- j—,
kenauto en verplegend personeel, waar, uitvloeisel van een suggestie van den
ia de heer van Geelen naar het Ge-
mente Ziekenhuis Is overgebracht De
heer dr. Messing verleende daar medi
sche hulp. en
Het paard bekwam bij den val geen
verwondingen van eenige beteekenis.
Onder dit
van het maandblad „Oost en West” in
J een
artikel. Wij veroorloven c.
gende er aan te ontleenen
„Het mag verwondering wekken,
dat in de vele voordrachten over Indië
zoo weinig of in het geheel niet de
nadruk gelegd wordt op het groot
sche werk, dat in de gebieden overzee
onder Nederlandsche leiding, In samen
werking met de Inheemsche bevolking
Is tot stand gebracht.
Onze Indiën vormen tot op dezen
dag een maatstaf voor hetgeen er in
het Nederlandsche volk aan groote
krachten leeft om. zoowel voor zich
zelf als voor de geheele menschheid.
by te dragen in den ontwikkelingsgang
Tre!d' “I onze fouten, in
Nederland zoowel als overzee, bieden
de overzeesche gebieden een beeld van
harmonische ontwikkeling, van maat-
schappelijken en geestelijken vooruit
gang. En als zoodanig mogen zij In
geen betoog tot Verhooging van Neer-
lands volkskracht ontbreken
Want bovendien zijn ze' méér dan
maatstaf alleen
Zij zijn ook de p.
volk als een opdracht
waarop het
ploolïng ligt, de
te voor onze taak in'
liggen landen ln
gang, welke tot
bracht moeten
Dat eischt de
overgave van ons
Daar ligt onze
dracht.
overltNedc»rlanri8ten enkele voordracht
ke krachtsontplool^11^ oX^nt
breken. °n2* volkak«-aeht ont-
Terwljl dit bovendien een arbeid is.
geven, als een
°ns terugkeert."
artikel in „De Groene” on-
wvenstaanden titel schrijft het
prof’ J‘ V’ Gelderen
n» periode der oorlogsjaren heeft
nistige stagnatie gebracht in de
normale instrooming van Europe
nen en de uitzending van Neder-
- -5 ambtenaren. Vandaar,
van functies, aanvankelijk
(doch wat is duurzamer
tijdelijke aanstelling?)
buitenlandsche
werden bezet. Zoo werk-
in de natuurwetenschappelijke
diensten rondom den Plantentuin in
Buitenzorg en in tal van voor de
cultures Ingestelde proefstations 'n
aantal vreemdelingen: Zwitsers,
Amerikanen, e.a., onder wie voor
treffelijke wetenschappelijke krach
ten voorkwamen. Ook politie en
bestuur bleven in die jaren niet
van vreemdelingen vrij. Verschil
lende van hen vonden opname in
het korps civiel gezaghebbers dat
als laagste rang van het Euro
peesch Bestuur bij de uitbreiding
en consolidatie van ons gezag in
de Buitengewesten in dien tijd in
een dringende behoefte voorzag.
Bij de organisatie der veldpolitie,
in dien tijd voor een verbetering
van de politioneele zorg in het bin
nenland noodig geoordeeld, werd
op ruime schaal gebruik gemaakt
van Duitsche officieren, die na de
verovering van Kiautschau door
Japan werkeloos geworden waren
en in Indië een bestaan zochten.
Ook mijnwezen en de snel uitge-
bnide dienst voor de Volksgezond
heid maakten van vreemdelingen
gebruik.
Wel vloeide, toen de toestanden
en daarmee de uitzending van Ne
derlanders weer normaler werden
eet deel van deze vreemdelingen
weer af, en werden zij bij de daar
na ingetreden jaren van bezuini
ging en inkrimping van diensten,
niet meer vervangen, doch een
aantal van hen bleef werkzaam;
ook hadden wel nieuwe aanstellin
gen plaats. De politieke ontwikke
ling der laatste jaren heeft voor
het eerst de mogelijkheid van deze
liberaliteit in de opname van
vreemdelingen in de Indische ko
loniale maatschappij ongehinderd
voort te zetten, in ernstige mate
doen wankelen.
Verbouw en levering van bevolkings-
theeblad aan de theefabrieken vormen
een van de belangrijkste bronnen van
inkomsten voor de bevolking van
Priangan.
Het feit alleen, dat met inbegrip
van de residentie Buitenzorg Priangan
uitsluitend alle bevolkingsthee produ
ceert, een hoeveelheid, welke de 27
millloen halve k.g. benadert en circa
17 pCt van den totalen thee-uitvoer
van geheel Indië uitmaakt, is een be
wijs van de belangrijkheid van deze
typische Preanger-bevolkingscultuur
De Indische regeering heeft het
groote belang van de bevolkingsthee in
de betreffende restrictie-ordonnantie
en verordeningen vastgelegd. De be
paling van productie en prijs gaven
echter telkens aanleiding tot moeilijk
heden, begrijpelijk omdat de productie
van bevolkingstheetulnen geheel an
ders geschat moet worden dan die der
ondernemingen. De opgaven der desa-
bevolking betreffende de arealen van
hun theetuinen, welke overal verspreid
liggen en zelden een aaneengesloten
complex vormen en van het aandeel,
dat de (onregelmatige) poetjoekleve-
ring aan de theefabrieken uitmaakt in
hun inkomsten, vormen geen houvast
voor een juiste bepaling der verhou
ding tusschen onderneming»- en be
volkingsthee.
De sedert eenige maanden ingestelde
registratie van de bevolkingstuinen zal
hierin ongetwijfeld verbetering bren
gen.
Naar wij hooren aldus het „A. I.
D.” zullen de resultaten nog ge-
ruimen tijd op zich laten wachten,
aangezien het registratiewerk met de
berekeningen, welke daaraan vast
zitten, van grooten omvang is.
Men mag als heel voorloopig aan
nemen, dat het areaal de 90.000 bouws
benadert en dat het aantal theetuln-
bezitters over de 100.000 beloopt. Het
is dan ook zeer waarschijnlijk, dat de
vaststelling van de verhouding tus
schen ondernemers- en bevolkingsthee
in den totalen uitvoer eerst geschieden
kan in het restrictiejaar. dat loopt van
1 April tot 31 Maart 1942.
dubbele waakzaamheid
overheid ver-
De Nederlandsche regee-
-1 zich bij haar uit over-
ontwikkelde en vastgehou-
van opendeur en no-
.n^natie gedragen als de
óna'ariB 0Ver een 8eb>ed, waar-
-• er haar onverkort
’’isn-inkIS voor mpdewerking
"scher
deze positie alleen
i gren
en
te
hi
2en daaVen’ ’nd*en 2>ch de
heeft daarnaar
Tn voor velen onbe-
lankmoedlgheid heeft
Dit gevaar is ontstaan met en door
he ideëen en methoden van het na-
tionaal-socialisme. In hun strijd
Ofn de macht in verschillende dee-
len der wereld tegelijk ondernomen
hebben de nationaal-socialistische
•eiders openlijk het instituut van
het Auslandsdeutschtum ingescha
keld. Publieke agitatie en geheime
boelarbeid, rijkelijk door staats
gelden gesteund, hebben in ver
schillende landen tot spanningen en
torust aanleiding gegeven. De ont
hulling omtrent de ..Bund”, nog
onlangs in de Ver. Staten gepubli
ceerd. leverde de zooveelste be-
^stiging van het gevaar, dat de-
Ze expansieve nazipenetratie op-
evert. De bewogen geschiedenis
er laatste jaren in de Zuid-Ame-
•xaansche staten houdt daarvoor
v*Weer een les in. Te gevaarl(j-
er wordt de activiteit der Duit-
m v1a8enlen' doordat zij al te ge-
.JJ’kelijk aansluiting en steun vin-
hij de nationaal-socialisten in
e and van hun werkzaamheden.
Ui Pa8t volkomen in de door
te Gv opcn*ljk beleden en toegepas-
of iek' om eiken tegenstander
otiHV')and ecrst van binnenuit te
j^ermijnen en „sturmreif” te ma-
het veel betoog, dat in
zT. ,d als Indië zulke nazi-werk-
<3«mheid
»scht? D,
heeft
"ar^an ten volle bewust is
ourf
"delen
grMÏe
f