HET SPROOKJE VAN BLAUWBAARD
Mt uit Moskou
maüsche courant
BINNENLAND
Zaterdag 17 Februari 1940.
IN EN OM DEN HAAG
L V'
t 'X
5
No. 17496.
Rede van dr. A. A. van Rhljn.
Finland; Zuster Lotta, ziet gij nog niets komen
FEUILLETON.
(Nadruk verboden.)
8)
we
we-
(Wordt vervolgd.^
Nederland in de economische
branding
ke blik, waarmee hij haar aankeek,
liet geen twijfel omtrent den aard van
zijn gevoelens.
Lisaweta! Met een impulsief ge
baar greep hy haar handen. Ik
smeek je, luister naar me. Ik heb ge
aarzeld je te zeggen, wat je voor me
beteekent...
Nee, zeg dat niet, trachtte Lisa
weta een nadere verklaring te voor
komen.
Om Stolyn’s mond kwam een ver
bitterde trek. Misschien is het nu
wel het ongunstigste oogenblik om je
mijn liefde te bekennen. Want nu ben
je op weg om rijk en beroemd te wor
den. Ik kan me indenken, dat je geen
prijs stelt op de liefde van een een-
voudigen chauffeur.
Ach nee toch, dat is het immers
niet, verdedigde ze zich, gekweld door
de gedachte, dat hij haar te trotsch
waande. Hoe zou zü Stolyn begrijpe
lijk kunnen maken, dat het geen zin
had hier nog verder over te praten?
Is het dat niet? Werkelijk niet?
Lisaweta, zou je er toe kunnen beslui
ten myn vrouw te worden I Ik weet,
dat ik je niets kan aanbieden. Wat ik
verdien, is nauwelijks toereikend voor
mijn eigen bescheiden behoeften, maar
het zal toch wel niet altijd zoo blij
ven. Denk maar eens aan jezelf Lisa
weta. Een paar weken geleden wist je
nog niet, hoe je je er doorheen zou
moeten slaan... en nu? Voor ons allen
is immers eens het geluk weggelegd.
Als ik wist, dat je mij eens zou kun
nen toebehooren, Lisaweta, dan zou
ik mijn krachten en gaven kunnen ver
tienvoudigen...
Hij boog zich over haar heen in een
poging om haar te kussen. Lisaweta
deinsde achteruit. Haar gezicht was
doodsbleek. Stolyn schrok van den
smartelijken trek om haar mond en in
haar oogen. Onmiddellijk Het hij haar
los.
Vergeef me, mompelde hij, ik
heb je doen schrikken. Ik heb me vle
gelachtig gedragen. Ik heb je ook zoo
lief Lisaweta, maar je kunt mijn lief-
lena van de telefoon terug en weldra
wist het geheele atelier Trubetzkoy,
wat er aan de hand was: men had
den eersten prijs gewonnen. De jury
had eenparig de foto van Lisaweta’s
handen bekroond.
Dienzelfden avond was Helena Tru
betzkoy de gastvrouw op een schitte
rend feest in Restaurant Wrinsky. Ze
had letterlijk iedereen uitgenoodigd
van haar assistenten tot de loopjongens
van de kelners tot de garderobière
van het restaurant.
Er werd gezongen en gedanst, de ba
lalaika, vierde hoogtij, kortom het was
een avond van uitbundige vroolijkheid,
een herinnering aan soortgelijke bij
eenkomsten in het oude Petersburg en
daarmee aan vroegere gelukkiger tij
den. De kleine zaal en de aangrenzen
de vertrekken van Restaurant Wrins
ky bleken nauwelijks groot genoeg om
de menigte bezoekers te kunnen bevat
ten, want tenslotte waren het niet al
leen Russen, die op dezen avond acte
de presence gaven, maar ook vele re
dacteuren van Parijsche bladen, buiten-
landsche correspondenten, modekun
stenaars en directeuren of eigenaars
van groote firma’s.
Lisaweta vormde van hen allen het
middelpunt. Iedereen wilde haar geluk
wenschen, spreken of interviewen. Een
filmimpresario uit Amerika verzeker
de aan ieder, die het hooren wilde:
-- Waarom toch alleen haar handen?
Dat meisje is immers als geheel een
zeldzame schoonheid, zooals we die
maar zelden te zien krijgen! Die moes
ten we voor Hollywood zien te winnen.
De Russische film zou weer stormen
derhand de wereld veroveren!
Maar ik heb nog nooit in mijn
leven tooneel gespeeld! Lisaweta voel
de zich hopeloos verlegen onder de
uitbundige geestdrift van al die vreem
de menschen. Het zou een verschrik
kelijke mislukking worden!
Maar de impresario was niet van
zijn plannen af te brengen. Hij had
haar „ontdekt”, en zij moest en zou
naar Amerika. Reeds den volgenden
J. Vincent 40 jaar beiaardier van het
Koninklijk Paleis.
1 Maart 1940 zal het veertig jaar geleden
zijn, dat de heer J. Vincent door H. M. de
Koningin tot beiaardier van bet Koninklijk
Paleis te Amsterdam werd aangesteld.
Leek de belangstelling voor de klokken-
muziek in Nederland nagenoeg verdwenen
sinds de heer Vincent zijn functie van beiaar
dier aanvaardde, kwam daarin verandering.
Voor zoover ons bekend, is de heer Vincent
ook de eerste Nederlander, die muziek voor
het carillon componeerde.
Uit de Amsterdamsche burgerij heeft zich
een huldigingscommissie gevormd.
Het carillon van het Koninklijk Paleis te
Amsterdam bestaat uit klokken, welke door
de gebrs. Hemony zijn vervaardigd, met uit
zondering echter van twee kleine klokken,
welke daaraan later zijn toegevoegd en die
onvoldoende van klank zijn. Het comité zal
thans den heer Vincent, overeenkomstig diens
wensch. huldigen door deze twee kloKken
door betere te vervangen.
Op 1 Maart a.s. des namiddags van 12 tot
1 uur zal de heer Vincent een bespeling geven
van het carillon van het Koninklijk Paleis
op den Dam.
Na afloop van het concert zal te één uur
in de groote zaal van ae Industrieele Club,
Vijgendam te Amsterdam, aan belangstellen
den gelegenheid worden geschonken den beer
Vincent geluk te wenschen.
dag moesten een paar opnamen van
haar worden gemaakt.
Lisaweta zag geen kans van den en
thousiasten Yankee af te komen en zij
was derhalve dankbaar, toen Fedor
Stolijn naast haar opdook om haar
voor een dans te vragen.
Nu, voel je je gelukkig? Stolijn
keek verrukt naar het knappe slanke
figuurtje in het elegante, wit-tule toi
letje. Lisaweta behoefde nu haar gar
derobe niet meer van Lucilla te lee-
nen. Sinds vanmiddag had zij een schit
terend contract met het Atelier Tru
betzkoy in haar zak. Dit contract ver
plichtte haar zich tegen een zeer be
hoorlijk honorarium uitsluitend aan
het Atelier Trubetzkoy voor foto’s ter
beschikking te stellen.
Maar Lisaweta luisterde slechts met
een half oor naar hetgeen Stolijn haar
vroeg. Zij dacht op dit oogenblik juist
aan geheel andere dingen, onder meer,
dat zij morgen Robert Eschberg het
eerste geld zou sturen.
Ik vind het heerlijk je zoo ge
lukkig te zien. Stolijn nam het tenge
re vrouwtje nog wat vaster in zijn
arm. Hij keek in het naar hem opge
heven gezichtje en bewonderde haar
reine trekken. Zijn hart klopte onstui
mig. Hij was verheugd en neerslach
tig tegelijk. Sinds zijn eerste ontmoe
ting met Lisaweta bij de taxi-stand-
plaats was zy hem niet meer uit de
gedachten gegaan. In al de jaren van
zijn verblijf in Frankrijk had geen en
kele vrouw een zoo diepen indruk op
hem gemaakt als deze kleine land- en
lotgenoote. Zoolang zy niets beteeken-
de en niets bezat, was het mogelijk ge
weest naar haar gunst te dingen, maar
nu...
Nu ja, er waren voorbeelden te over
van jonge menschen, die elkaar had
den gevonden, aanzien, rijkdommen en
verschil in maatschappelijke posities
ten spijt. Daar was bijvoorbeeld dat
geval van Kathinka Rodin. Half ver
hongerd was zij naar Parijs gekomen.
Een vriend van hem, die een baantje
als monteur in een fabriek had ge
vonden, had zich haar lot aangetrok
ken en haar door den eersten moeilijken
tyd heen geholpen, tot een lid van het
Fransche ballet Kathinka Rodin had
ontdekt in een armzalig cabaret, waar
zij met haar Russische nationale dan
sen een geweldig succes oogstte. Hij
had haar een plaats in het beroemde
ballet gegeven en nu was zij een der
meest op den voorgrond tredende kun
stenaressen. Maar dat had haar toch
niet kunnen weerhouden den man, wien
zy zooveel verschuldigd was, haar
hart en hand te schenken.
Hy was ook na zijn huwelijk mon
teur gebleven, omdat hij in geen ge
val ,,le mari de sa femme” wilde zijn
en Kathinka Rodin had dat weten te
respecteeren.
Of Lisaweta er ook zoo over zou
denken? Zijn hart sloeg sneller. Hij
kon niet meer wachten, hij moest het
haar vragen. Hij had haar lief. Deze
zekerheid verdroeg hij niet langer.
Eerst laat in den nacht werden de
lichten in restaurant Wrinksy gedoofd.
Stolyn bracht Lisaweta thuis. Hij wil
de een taxi aanroepen, maar Lisaweta
verzette zich daartegen. Het was een
heerlijke nacht, een van die zoele voor-
zomernachten, waarvan slechts Parijs
het monopolie schynt te hebben.
Zullen we niet liever een eindje
loopen? vroeg ze, terwijl ze met volle
teugen de zuivere nachtlucht inadem
de.
Met genoegen, als je dat liever
doet.
Samen liepen zy door de stille stra
ten van de wereldstad, twee jonge men
schen, die uit hun eigen land verban
nen, zich in den vreemde een bestaan
moesten veroveren. Sterren fonkel
den aan den hemel. De maan was door
ijle wolkjes omgeven. Het was avond,
die alle sluimerende verlangens in den
mensch wakker riep. Lisaweta was ge
heel in haar eigen droomerige gedach
ten verdiept. Toen Stolyn zijn arm door
den haren schoof, lette zij er nauwe
lijks op.
Plotseling bleef hij staan en dat
bracht Lisaweta met een ruk tot de
werkelijkheid terug. De hartstochtely-
Voor den statenkring Goes der Christelijk-
Historische Unie sprak mr. dr. A. A. van
Rhijn, secretaris-generaal van het departe
ment van Economische Zaken, over het onder
werp „Nederland in de economische bran
ding”. Spreker behandelde daarbij in het bij
zonder drie punten voedselvoorziening, dis
tributie en prijspolitiek.
Een systeem van prijstoeslagen, d.w.z. sub
sidies van het Rijk voor den producent of
handelaar, kan prijsverhooging voor den con
sument geheel of gedeeltelijk voorkomen.
Aan deze prijstoeslagen zijn evenwel ern
stige bezwaren verbonden. Vooreerst zijn de
onkosten enorm. Gedurende en na den wereld
oorlog 1914’18 hebben de toeslagen op de
levensmiddelen bijna een half milliard be
dragen. Bovendien brengt dit systeem het be
drijfsleven sterk onder contröle van de over
heid, terwijl het moeilijk kan worden geli
quideerd, omdat het prijspeil voor den con
sument dan in eens zulk een grooten sprong
naar boven moet maken. Spreker zou daarom
prijstoeslagen alleen willen doorvoeren indien
dit in het belang der volkskracht onvermijde
lijk is.
De onvermijdelijke welvaartsvermindering
zal over de verschillende groepen der bevol
king zoo rechtvaardig mogelijk moeten wor
den verdeeld. Daarom zal stijging in de kos
ten van het levensonderhoud voor hen, die
de geringste economische draagkracht hebben,
de werkloozen, indien dit financieel eenigs-
zins mogelijk is, tot steunverhooging moeten
leiden. Voor de Werkende arbeiders zullen de
loonsverhoogingen bij een stijging van de
kosten van het levensonderhoud moeten ach
terblijven. Sterker nog geldt dit voor de
ambtenaren, die een meer verzekerde positie
hebben dan de arbeiders. De zwaarste offers
zullen moeten worden gebracht door de wel-
gestelden, met name in den vorm van belas
tingen. De economische vrede zou ermede ge
baat zijn, indien vraagstukken van prijs- en
loonpolitiek door vertegenwoordigers der Re-
geering, de leiders van de werkgevers en van
de werknemers gezamenlijk zouden worden
besproken.
VIERDE BLAD.
Waren er werkelijk pas eenige
ken verloopen sinds zyn laatste samen
zijn met Lisaweta? Als Robert het pro
beerde uit te rekenen, verdween alles
in het oneindige. Hun vlucht uit Mos
kou, die onvergefelijke dag in Londen,
het leek al maanden achter hem te
liggen.
de niet beantwoorden. Hij zei het heel
zachtjes, zonder eenig verwyt.
Lisaweta sloeg haar oogen op. De
hartstochtelijke wyze, waarop Stolyn
haar genaderd was, had haar angst
ingeboezemd; deze ingetogenheid deed
haar pijn. Hij was zoo goed voor haar
geweest en nu moest zy hem verdriet
doen.
Fedor het was voor het eerst
dat ze hem by zyn naam noemde
wees niet boos op me, ik smeek je
er om. Het is niet, omdat het me nu
misschien iets beter gaat, werkelyk
niet. Het is alleen... Fedor, omdat ik
iemand anders Hefheb. Ik zal hem
nooit weerzien. Hy woont heel ver van
hier.
In Rusland? vroeg Stolyn haas
tig.
Om Lisaweta’s mond verscheen een
smartelijk glimlachje. Robert Esch
berg was niet in Rusland, maar hij
was even ver van haar weg alsof hij
zich daar bevond. Ze moest Stolyn
maar in dien waan laten. Ze voelde in
stinctief, dat hem dat eenigszins ge
ruststelde.
Vergeet dit Fedor, en laten
goede vrienden blijven.
Hy boog zich over haar hand. Je
kunt steeds op my rekenen, Lisaweta
Michaelowna.
Een taxi reed langzaam voorbij. Fe
dor Stolyn wenkte den chauffeur: Je
permitteert me, Lisaweta Michaelow
na, dat ik hier afscheid neem. Ik...
ik zou nu het liefst met mezelf alleen
zyn.
Toen Lisaweta nog een laatsten blik
door het achterraampje van de auto
wierp, zag zy Stolyn onbeweeglijk op
het trottoir staan.
^Schrijft u nu asjeblieft niet meer over
sleeuw en ijs, Oom Koos”, begon Wies dezer
jagen, toen ze haar overschoenen uittrapte en
jan met sneeuw bedekten mantel uitschudde,
Want dat is werkelijk tarten. Nu hebben wij
jl weer een pak sneeuw op ons dak gehad en
ja toestand van enkele weken geleden is weer
jafUggekeerd. En het is weer gaan vriezen,
dat het kraakte. Alle records zijn op dit ge
bied gebroken. En de opsnijders over 1890 en
1929 kunnen met hun praatjes bij de kachel
gaan zitten om te ontdooien.”
j)us je ziet toch maar" antwoordde ik, „dat
joo’n oude spreuk uitkomt. De boeren en
buitenlui beweren, dat als het met Nieuwe
jtfaan vriest, het weer een tijdje door blijft
mezen. Nu Donderdag 8 Februari was het
Nieuwe Maan en het begon toen juist weer te
vriezen. En je ziet, dat het door is blijven
vriezen.”
„A propos”, viel Jodocus in, „ben je al op
Scheveningen wezen kijken Die bevroren zee
en die ijsdammen boden werkelijk een magni
fiek gezicht. Zooiets zie je niet vaak in je
leven.” Zoudt u het willen gelooven, maar ik
sprak gisteren een vriendin, die nog niet op
de schaats geweest was. Als je met zoo’n win
ter niet op de schaats komt, doe je het nooit
meer.
Toch kan ik mij voorstellen, dat men het
schaatsenrijden beu wordt. Het is dan ook op
merkelijk, dat de ijsclubs zich genoodzaakt
zien de ijsbanen eenige dagen per week te
sluiten. De animo is er af, vooral als er tel
lens sneeuw op het ijs ligt
De baanvegers doen hun best genoeg, om
de banen weer sneeuwvrij te krijgen. Het is
jammer, dat de schaatsenrijders zoo slecht be
seffen, dat dit baanvegen vrijwillig is, dat deze
menschen daar in die barre kou staan om een
eentje te verdienen. Men praat altijd om een
centje voor den baanveger. Het is toch wel een
poovere vergoeding voor eenige uren van
genot
De trams zullen misschien verwarmd wor
den. Het is de menschen blij maken met een
doode musch. Immers deze verwarming komt
pas het volgende winterseizoen aan de orde.
Laten wij hopen, dat het dan niet zoo drin
gend noodig is als nu.
Vandaag zijn er weer luchtbeschermings-
oeteningen geweest. Er zijn nog steeds men
schen, die denken, dat zooiets overbodig is. De
ernst der feiten in Finland wijst evenwel in
een andere richting. Wies vroeg mij hoe voet
gangers de schuilplaatsen moesten vinden, als
de stad volkomen verduisterd zou zijn. Ze
dacht, dat er een lichtje op geplaatst werd. Ik
heb dat natuurlijk uit haar hoofd gepraat
Dat zal je op de tast moeten doen, was mijn
meening. En weet u wat haar antwoord was
„Oom. dan is het bordje „Ingang” en „Uit
gang" toch volkomen overbodig, ’s Avonds zie
je het niet en bovendien als er overdag iets
zou gebeuren en je moet het veege lijf redden,
dan loop ik heusch niet plichtmatig naar de
zijde waar ingang staat. Dan is het toch zeker
.berg je” geblazen en loop je door die deur
naar binnen, welke vlak bij is. U moet eens bij
den trein kijken, hoeveel menschen daar on
gehoorzaam zijn, alleen maar om het feit, dat
ze haast hebben, laat staan als het lijfsbehoud
in het spel is.”
Hier zweeg ik maar. Wij ouderen kunnen
vaak theorie houden over wat mag en niet
mag, maar de jeugd weet het steeds beter.
OOM KOOS.
HOOFDSTUK XIII.
In atelier Trubetzkoy was het ra-
-Xfalle modebladen zich tegelijk
«F ons storten, steunde Ninette,
tachen het atelier en de donkere ka
M heen en weer rende. Fotfg ze
ontwikkelen, afdrukken maken
»as overal en nergens.
In de eerste plaaU ïdï^
*ote interna^ d.e
het motto Reeds on-
geheel in Lisaweta haar han-
Wbare malen ha^.L.lteenloopende op
en voor de ^jkkinB moeten stellen-
«amen ter besch^^ eigen per-
Het is, o* F k heeft gestuurd
•«on je ons °P b®le„a Trubetzkoy, die
S meende H Lisaweta aange-
«oh steeds mee
’’«kken voelde- dusver hebben
'Alles, wat w heeiemaal naar
Sakt. is nog niet hee
zin. Maar Jortreffelijk. Het
fa foto— dit is echt. Als de jury-
l«k het a.n het
Helena Trubetzkoy op zeke-
telde de ee" dW
<?ebp.rt)Sehe bl.de" g-
zegt u? Datube«rar toch wel
?a*r dan zOuden wi) daar toe
Sht van hebben gekregen? zei
Trubetzkoy, totaal verbluft-
Wij journalisten, zyn altijd n°g
ven vlugger madame, klonk de
den redacteur aan het andere ein-
i." Ik feliciteer u madame.
--