De Rijksmiddelen oorlogstijd Vrijheid m „Wat Mijnhardt maakt is goed" NORTH CTATE^ de EËil Engeland trotsch op zijn democratie OP MAANDAG 22 JAN 1940 LUCHTVAART VIERDE BLAD, PAGINA 2. HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 FEBRUARI 1940. RECLAMES. en Kleerencomité voor Finland Organisatie over het geheele land. Geen bezoek aan den Haag en Brussel om de directe belastingen in Chamberlain’s humor Eerste Kamer. Vrij algemeene instemming der Tweede Kamer De verhouding tusschen Afrikaners en Nederlanders (Van onzen specialen verslaggever.) LONDEN. Februari. Reëele zeggenschap der volksvertegenwoordiging noodig. treffende Professor Het voornemen der Regeering tot het instellen van een Leening- fonds zoo lezen wij in het voor- loopige verslag der Tweede Ka mer betreffende dit wetsontwerp vond vrij algemeene instemming. HERVATTING VAN BRITSCHEN OCEAANDIENST. Imperial Airways deelt mede, dat de Britsche luchtdienst over den' Atlanti- schen Oceaan waarschijnlijk niet later dan de eerste week van Juni hervat zal worden. Het is niet waarschijnlijk, dat öok passagiers zullen worden vervoerd. Prins Karei van Zweden op doorreis te Amsterdam. Prins Karei van Zweden is gister avond per trein uit Brussel te Am sterdam aangekomen, waar hij zijn intrek heeft genomen in het American hotel. Hedenmorgen is hij met het K.L.M.- vliegtuig naar Stockholm vertrokken. de lioen. Verkeer sfonds. Ten bate van het Verkeersfonds heb ben over Januari j.l. opgebracht: de Motorrijtuigenbelasting 1.555.213 en de Rijwielbelasting 5045, terwijl voor het geheele jaar de raming der Motor rijtuigenbelasting 24.750.000 en die der Rijwielbelasting op 8.500.000 is gesteld. De reis van Sumner Welles Het instellen van een Leeningfonds De Eerste Kamer zal Dinsdagavond 20 Februari om half negen bijeenkomen en een aantal kleine wetsontwerpen in de afdeelingen onderzoeken. Woensdagochtend 21 Februari om elf uur zal de Eerste Kamer een aan vang maken met de behandeling van de begrooting van Economische Zaken en die van het Landbouwcrisisfonds. Herleefde belangstelling voor Nederland. Juist nu men er in geslaagd is, van de Unie een krachtigen staat te ma ken, waarin het Afrikaner element zijn belangrijke plaats inneemt, nu men zijn eigen cultuur heeft gevormd en een eigen taal heeft geschapen, die, hoe- Uit het hotelbedrijf. Over diverse vraagstukken van eco- nomischen en socialen aard is den laat- sten tijd in het hotel-, café- en restau rantbedrijf een nauwere samenwerking ontstaan tusschen den Ned. R.K. bond van hotel-, café- en restauranthouders en slijters „St. Joseph” en den Ned. R.K. bond van hotel-, café- en restaurantge- employeerden, „St. Antonius”. Hieraan werken ook mede de werkgevers, geop ganiseerd in de Algemeene Kath. werk- geversvereeniging. alsmede de Ned. R. K. Middenstandsbond en het R.K. wérk- liedenverbond. Er is thans een werkcommissie uit deze vijf organisaties benoemd, welke tot taak heeft de voormelde vraagstuk ken te bestudeeren. Tot voorzitter is benoemd dr. L. G. Kortenhorst, terwijl mr. F J. H. Bach, optreedt als vice-voorzitter. Het secreta riaat wordt waargenomen door mr. G. W. J. Jonker, 2de secretaris is de heer W. B. Koelemij, allen alhier. hebben we een voorbeeld, maar nu van onzen eigen tijd, hoe Nederland een zeer belangrijke mogelijkheid in Zuid- Afrika verloren laat gaan. Maar het bewijst tevens, dat er geen enkele werkelijke hinderpaal bestaat voor een uitmuntende verstandhouding en de meest vriendschappelijke be trekkingen tusschen Nederlanders en Afrikaners. De stemming in Zuid-Afri- ka is rijp voor het uit den weg ruimen van misverstanden en het overwinnen van vooroordeelen. Maar daarvoor is noodig, dat men in Nederland een ze kere laksheid overwint en frisch ini tiatief durft toonen, zooals de K.L.M. deed, toen ze deze tweede ..Reiger”- vlucht organiseerde, juist om te ko men tot betere verbindingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika. Verscheidene andere leden gaven als hun meening te kennen, dat het, welke formuleering ook wordt gekozen, in elk geval niet wenschelijk is, dat de Staten-Generaal bij de beoordeeling van de vraag, welke uitgaven ten laste van het Leeningfonds zullen moeten komen, practisch worden uitgeschakeld. Gaarne zouden deze leden zien, dat in het ontwerp een zoodanige wijziging werd gebracht, dat aan de volksverte genwoordiging in dezen een reëele zeg genschap wordt toegekend. rede had gehouden, zoo bijzonder geestig was. maar omdat hij een zeer gevoelige snaar in het Engelsche hart aanraakte trots, gerechte trots op een samenleving waarin het mogelijk is, dat een man met een handje helpers vrijwel dictatoriale bevoegdheden uit oefent en toch in den waren zin des woords de dienaar van zijn volk blijft, trots op een politiek stelsel, waar het geweld uitgebanen is, trots op het onderling vertrouwen en respect tus schen het vrije volk van Engeland en zijn gekozen vertegenwoordigers, kort om trots op de democratie. Het moet dan ook erkend worden, dat er reden voor dien trots is. Want nooit is het zoo duidelijk gebleken als in de eerste maanden van dezen nieuwen oorlog, dat het woord demo cratie in Engeland geen holle phrase is. Het lijkt op het eerste gezicht pa radoxaal. Zooals reeds eerder is opge merkt, is er immers van democratie in den zin van parlementaire regee ring weinig meer overgebleven. Termijn van 15 jaar tekort? Den termijn van 15 jaar achtten eenige leden te kort. Zij meenden, dat het niet mogelijk zal blijken de zeer hooge uitgaven, welke uit de huidige omstandigheden voortvloeien, in een zoo gering aantal jaren te dekken. Ook in andere landen worden de lasten, met den oorlogstoestand verband hou dende, over een grooter aantal jaren verdeeld. Deze leden achtten het noodzakelijk, dat met het vaststellen van dezen termijn zal worden gewacht, totdat een behoorlijk overzicht van de lasten en baten van het Leeningfonds zal zijn verkregen. Naar vele andere leden opmerkten, sluit de eisch van een doeltreffend be heer van het fonds uit. dat aan dit laatste denkbeeld gevolg wordt ge geven. Voorshands achtten deze leden den in het ontwerp gestelden termijn juist. Het zal van den duur van den oorlog afhangen, of deze zal kunnen worden gehandhaafd. Mochten de ten laste van het fonds te brengen bedra gen zeer hoog oploopen, dan zou wel licht een wijziging in dit opzicht in overweging moeten worden genomen. Critiek zwijgt niet. Op onvervaarde wijze wordt er ook in oorlogstijd door de Britsche pers geschreven over alle brandende vraag stukken van den dag, critiek geleverd op de besluiten van de Regeering en misstanden blootgelegd en de Regee ring, al haar almacht ten spijt, is ge dwongen met de gevoelens en de mee- ningen van den vrijen burger rekening te houden. Laat ik nu nog op een paar heel andere openbaringen van Enge- land’s diepgewortelden vrijheidszin de aandacht mogen vestigen. Daar is ten eerste het werkelijk treffende geval van professor Carr. Professor Carr, die twintig jaar in het Foreign Office werkzaam is geweest, heeft in de eer ste maand van den oorlog een prach tig boek gepubliceerd waarin hij op de meest meedoogenlooze wijze huis houdt onder tal van geliefde Engel sche illusies en theorieën betreffende de moraliteit van Engeland’s buiten- landsche politiek. Een citaat uit dit scherpe, eerlijke boek is voldoende om de strekking van Carr’s gedachte te illustreeren „Het is een open vraag of de staatslieden en de publicisten van de verzadigde mogend heden, die een nieuwe internationale moraal hebben trachten op te bouwen op de basis van het recht van de bezit tende en die moraal gelijk stellen met „veiligheid, recht en orde” en al die andere welbekende leuzen van geprivi- ligieerde groepen, niet precies even veel verantwoordelijkheid voor de interna tionale ramp dragen als de staatslieden en de schrijvers van de onverzadigde mogendheden, die de zoo geconstrueer de moraal als een onverdragelijke hum bug verwerpen”. Wat nu zoo merkwaar dig is, is niet, dat dit harde boek door de Engelsche pers voortreffelijk is ont vangen, maar dat de man die in oor logstijd zoo verbluffend eerlijk over zijn land durft schrijven niemand minder is dande Engelsche Göbbels, het hoofd van het departement voor buiten- landsche propaganda, zooals wij het in goed Nederlandsch zouden noemen. Kan men een treffender bewijs verlangen, dat de vrijheid van de gedachte in Enge land hoog wordt gehouden Of neem dit weer heel andere geval Teleurstelling over uitblijven van radio-uitzendingen. We hebben vele Afrikaners gespro ken, die in de versterking van deze cultureele banden hun levenstaak zien. Een der hardste werkers op dit ge bied en een der bekendsten in Neder land is ongetwijfeld prof. S. P. Engel- bracht, hoogleeraar aan dje universiteit te Pretoria, die verscheidene jaren in Nederland heeft doorgebracht (dr. En gelbrecht studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Red.). Mede door zijn bemiddeling is de uit wisseling van hoogleeraren tusschen de Unie van Zuid-Afrika en Nederland tot stand gekomen. En als een van zijn meest teleurstellende ervaringen ver telde hij ons, hoe zeer hij nu reeds bijna twee jaar lang zijn best heeft ge daan om de verschillende hierbij be trokken instanties in Nederland er toe te bewegen, toch eindelijk eens over te gaan tot het verzorgen van naar in houd en transmissie-techniek goede, voor Zuid-Afrika bestemde radio-uit zendingen uit Nederland, welke pogin gen tot nog toe geen enkel resultaat hebben af geworpen. Deze klacht hebben wij gehoord van eiken Afrikaner, wien de goede be trekkingen met Nederland ter harte gaan, en dat zijn er velen. Ook hier Naar aanleiding van een bij de Finsch-Nederlandsche vereeniging inge- konftn dringende bede uit Finland om kleeren en wollen goederen, heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel stelt in den kortst moge lij ken tijd een kleeremnzameling te houden in geheel Nederland. Mevrouw T. A. Kolf-Kolff, echtgenoote van den consul-generaal van Finland te Rotterdam, heeft het voorzitterschap aanvaard. In vrijwel alle gemeenten van ons land werden plaatselijke comité’s 'inge steld, die de inzameling zelfstandig zul len organiseeren. In gemeenten, waar geen comité is gevestigd, kan men de goederen direct sturen naar „Kleerencomité voor Fin land, loods Stockholm, IJsselhaven, Oostzijde, Rotterdam. Daar reeds van andere zijde geldcol- lecten georganiseerd werden, beperkt dit comité zich tot het inzamelen van kleeren of van geld om kleeren te koo- pen. Dit laatste kan gestort worden op postgirorekening 6850, firma R. Mees en Zonen alhier, ten gunste van „Klee rencomité voor Finland”. Medewerking hebben verleend de vol gende vereenigingen: Federatie van Chr. vereenigingen van en voor vrou wen en meisjes: Federatie van R.K. vrouwenbonden in Nederland; Joodsche vrouwenraad in Nederland; Ned. Chr. vrouwenbond; het Nederlandsche pad- vindstersgilde; Nederlandsche vereeni ging voor vrouwenbelangen en gelijk staatsburgerschap; Ned. vereeniging van huisvrouwen; Vrouwengroep uit de Liberale Staatspartij; Vrijzinnig demo cratische vrouwenclubs. De sociaal-democratische vrouwen clubs hebben haar sympathie met dit doel betuigd, doch nemen aan het werk niet rechtstreeks deel, daar ze zelf een soortgelijke actie reeds hebben onder nomen. Mij werd onlangs gevraagd voor de En gelsche radio het een en ander te ver tellen over de houding van den gemid delden Nederlander tegenover den oor log. Ik aarzelde en waarschuwde, dat ik, als ik de uitnoodiging aannam, niet alleen vleiende dingen voor Engeland zou kunnen zeggen, dat niet alle Neder landers Engeland’s oorlog als een „kruistocht” zien, dat kleine landen en derhalve ook Nederland altijd eenigs- zins wantrouwig tegenover al hun groo- te buurstaten staan, Engeland incluis, dat men het bij ons niet zonder meer eens is met de Engelsche opvatting van het internationale recht en meer van deze dingen. Maar ik had mij de moeite kunnen besparen. Want inplaats van zich door mijn waarschuwing te laten af schrikken, drong men er juist op aan, dat ik zoo eerlijk mogelijk moest zijn, dat ik Engeland niet moest ontzien maar integendeel net zooveel onvriendelijke dingen moest zeggen als door de feiten gewettigd werd. „Hoe openhartiger U spreekt”, zoo verzekerde men mij, „hoe liever het ons is”. Ook dat treft mij als een merkwaardig bewijs van den gezon den geest, die hier nog heerscht. Dat blijkt trouwens ook uit het feit, dat het luisteren naar de Duitsche radio hier eerder aangemoedigd dan tegengegaan wordt. Zoo geeft de „Times” bijvoor beeld eiken dag de uren, waarop men op den befaamden Lord Haw Haw, den Duitschen omroeper, die berichten in ’t Engelsch geeft, kan inschakelen. Wil men nog een ander voorbeeld dan hoeft men slechts een exemplaar van het communistische blad de „Daily Worker” te koopen. Eiken dag zijn daar passages in aan te treffen, die bedenkelijk veel op hoogverraad lijken maar niettemin ongestoord kunnen worden afgedrukt. Zoo schreef dit blad, dat verleden zomer luidkeels om oorlog tegen het Nazi-ge- vaar schreeuwde en sinds het Duitsch- Russisch bondgenootschap radicaal is omgedraaid, dat „de Chamberlain’s, de Stanley’s en de Hoare’s met hun waan zinnige jacht naar macht en winst het Britsche volk in een wreeden onrecht- vaardigen en onnoodigen oorlog hebben gestort” en op een andere plaats, dat „de Engelsch-Fransche plannen om den oorlog tot Nederland en België uit te breiden op ernstige moeilijkheden zijn gestuit”. Waarlijk, men zal moeten er kennen, dat de vrijheid van meenings- uiting in een lanc waar men midden in een oorlog zulke dingen kan schrijven, geen leege phrase is. deze plaats niet belangrijker werd dan in feite het geval was, moet voor een groot deel ook aan de hou ding der Nederlanders zelf geweten worden. Zij, die in Zuid-Afrika eer. cultureele taak konden vervullen, kwa men dikwijls naar de Unie met een ongemotiveerd superioriteitsgevoel, dat vaak kwetsend was voor de Afrika ners. die zich daardoor des te meer gedrongen voelden, het opbouwende werk zelf ter hand te nemen. fXC Verlangen naar versterking der cultureele banden en naar goede Nederlandsche radio-uitzendingen Een bijzondere medewerker, die aan boord van de „Reiger” de vlucht naar Zuid-Afrika heeft meegemaakt, schrijft ons nog o.m. Vooral in Nederland wordt veel ge schreven en gesproken over de betee- kenis van de stamverwantschap tus schen Nederlanders en Afrikaners, die dikwijls wordt voorgesteld als een soort broederlijke familieverhouding tusschen het Afrikaansche volksdeel in de Unie van Zuid-Afrika en de be volking van Nederland. Vaak gelooft men. dat een Nederlander in Zuid- Afrika dubbel welkom is, omdat hij Nederlander is en komt uit het land, dat het stamland was van van Riebeek en zijn kolonisten en van de stoere voortrekkers, die den grondslag heb ben gelegd van den tegenwoordigen staat. Wij doen de goede verstandhouding, welke tusschen Afrikaners en Neder landers bestaat, en de groote belang stelling, welke in breede groepen van de Afrikaansche bevolking voor alles wat van Nederland komt en met Ne derland te maken heeft, leeft, niet te kort, wanneer wij beweren, dat de voorstelling, welke men zich daarvan in Nederland maakt, in het algemeen tezeer geïdealiseerd is. Na 1800, toen de Kaapkolonie in En gelsche handen overging, zijn de ban den tusschen het Afrikaansche volk en Nederland langen tijd verbroken ge weest. De Boer trok telkens weer ver eer weg naar onbekende en geïsoleer de gebieden, en was daarbij altijd op zichzelf aangewezen. In de in 1910 tot stand gekomen Unie kregen de Afrikaners weer alle kansen om zich politiek en cultureel te doen gelden, en met een bewonde- renswaardige veerkracht hebben zij zich op hun nieuwe taak geworpen. De Afrikaners concentreerden zich met al hun aandacht op Zuid-Afrika en wat daar buiten lag, was het buiten land. Dit gold ook voor Nederland, al bleef Nederland in den geest van velen toch wel een bijzondere plaats inne men. Dat Blijkens het overzicht van den stand der Rijksmiddelen op ultimo Januari j.l. was de opbrengst der directe belastin gen volgens de kohieren voor den dienst 1940 in totaal 47.918.464 tegen over ƒ39.742.166 volgens de kohieren voor den vorigen dienst tot en met ul timo Januari 1939. De raming voor het geheele jaar be- lijke vrijheid door den oorlog nog in het geheel niet is aangetast en in tegendeel, blijk geeft van een gezonde levenskracht, welke voor den En- gelschman inderdaad een reden mag zijn tot gerechten trots. Nederland denkt nog niet aan een deelneming aan neutrale convooien Het gebeurt niet vaak, dat Enge land’s kalme, zakelijke premier zich een grapje veroorlooft. Maar de uit zondering bevestigt den regel en zoo heeft ook Chamberlain onlangs een ty pisch droge geestigheid gedebiteerd, waar heel Engeland geweldig veel ple zier aan heeft gehad. Het was op een officieel noenmaal. Hitler had twee da gen eerder aan alle kanten be schermd door zijn tot aan de tanden gewapende stormtroepers de rede gehouden, die voor alle veiligheid pas een paar uur van te voren officieel was aangekondigd. Tweede dagen later was het de beurt van Chamberlain. Hij zou spreken op een lunch, die reeds weken van te voren was gearrangeerd. Na zijn gebruikelijke ochtendwandelingetje in St. James Park, waar iedereen hem ei ken ochtend in gezelschap van zijn echtgenoote plus op discreten afstand een, zegge en schrijve 1, meneer met dophoed kan aantreffen, begaf hij zich in zijn auto naar het groote hotel in Park Lane, waar de ‘maaltijd gehouden zou worden. Hij werkte zich door het gedrang bij de vestiaire heen, nam zijn plaats aan tafel in, verorberde, laten wij hopen, met smaak een stevigen lunch en stond daarna op om zijn rede met de volgende woorden te beginnen. „Het is mij een groot genoegen aanwe zig te kunnen zijn op dezen maaltijd en te kunnen constateeren, dat gij het niet noodig hebt geacht den tijd en plaats voor het publiek geheim te houden”. Toen moest hij verscheidene seconden zwijgen tot het daverend gelach, waar mee zijn gehoor deze woorden had be groet, tot bedaren was gekomen. Waar om dit gelach? Niet omdat Chamber lain’s toespeling op het verschil tus schen de omstandigheden waaronder hij sprak en die waaronder Hitler zijn Steun aan de slachtoffers van de aardbeving in Turkije. Het comité Hulpactie Turkije, waar van o.a. dr. Ph. C. Visser, Nederlandsch gezant in Turkije deel uitmaakt wekt onze landgenooten op bijdragen te stor ten op postrekening 200600 van de Incassobank N.V. te Haarlem, onder vermelding Hulpactie Nederlandsch- Turksche Vereeniging. Sumner Welles, die vandaag scheep gaat naar Italië, is in New York aan gekomen. Hij sprak de berichten tegen, volgens welke hij tijdens zijn reis ook een bezoek zou brengen aan den Haag en Brussel Voorts zeide hij, dat hij in Napels aan land zou gaan en voor zijn terugkeer uit Europa geen enkele verklaring meer zou afleggen. Overige middelen. Wat de overige middelen aangaat, hiervan hebben over de maand Januari j.l. opgebracht: de Dividend- en Tan- tièmebelasting ƒ937.649; de rechten op den invoer 9.184.405; ’t statistiek- recht 190.147; de accijns op zout 205.206; op geslacht 827.657; op wijn 34.353; op het gedistilleerd 2.477.720; op bier ƒ705.514; op suiker 5.052.208 en op tabak ƒ3.626.107; de belasting up gouden en zilveren werken ƒ54.661; <ie Omzetbelasting 12.698.497; de Cou- ponbelasting ƒ531.919; de rechten en boeten van zegel 1.007.566; idem van registratie ƒ738 121; idem van succes sie. van overgang bij overlijden en van schenking 4.522.080 en de opbrengst der loodsgelden 20.784. De totale opbrengst der overige mid delen was over de afgeloopen maand ƒ42.811.604, hetgeen ƒ5,3 millioen meer is dan 1/12 der raming, welke 37.541.666 bedroeg, terwijl de op brengst over Januari 1939 was 38.402.286. zoodat ook in vergelijking met laatstgenoemde maand de op brengst over Januari 1940 aanmerkelijk hooger was, n.l. 4,4 millioen. Deze meerdere opbrengst was voornamelijk te danken aan de Omzetbelasting, wel ke 2,9 millioen meer opbracht dan over Januari 1939, aan de rechten op den invoer,- welke 1,2 millioen meer opbrachten en aan de rechten en boe ten van successie enz., welke 1,3 rnil- lioen meer opleverden, terwijl daaren tegen de rechten en boeten van zegel de afgeloopen maand 1,4 millioen minder opbrachten dan in Januari ’39. Gemeentefonds. De inkomsten ten bate van het Ge meentefonds hebben voor den dienst 1939-1940 tot en met Januari j.l. ƒ72,9 millioen bedragen, waarvan 67,5 mil lioen uit de Gemeentefondsbelasting en 5,4 millioen uit de opcenten op de Vermogensbelasting ten getale van. 50. Hierbij zij opgemerkt, dat de raming der Gemeentefondsbelasting op 63 millioen en die van de genoemde op centen Vermogensbelasting op 6 mil lioen was gesteld. Werkloosheidsfonds. De inkomsten ten bate van het Werk- loosheidssubsidiefonds over den dienst 1939 hebben volgens de kohieren toten met Januari 1940 53,6 millioen bedra gen, hetgeen twee millioen gulden meer is dan de raming. De „Noordam” naar Amerika”. Vanmorgen vroeg is het stoomschip „Noordam” van de HollandAmerika- lijn naar New York vertrokken. De 45 passagiers hebben zich gisteravond ingescheept. De lading bestaat uit stuk goed. De „Noordam” zal regelrecht naar New York gaan en doet Southampton dus niet aan. De middelen van het fonds. Vele leden spraken den wensch uit. dat de Regeering spoedig de noodige voorstellen zal indienen met betrekking tot de middelen, welke aan het fonds ten goede zullen komen. Een aantal der hierbedoelde leden gaf uiting aan de hoop, dat de Regee ring in haar overwegingen omtrent de wijze, waarop het fonds zal moeten worden gevoed, ook het denkbeeld van een vermogensheffing zal betrekken. Van verschillende andere zijden meende men reeds thans te moeten verklaren, tegen het denkbeeld van een z.g.n. heffing in eens ernstig be zwaar te hebben. Verscheidene leden wezen er daarbij op, dat het, afgezien van den principieelen kant van het hierbedoelde vraagstuk, thans voor een vermogensheffing wel een zeer onge schikt tijdstip zou zijn, nu als gevolg van de langdurige economische de pressie de vermogenstoestand van zeer velen in de laatste jaren in ernstige mate is achteruitgegaan. Gevraagd werd nog, of de indiening van het ontwerp tot heffing eener oor- logswinstbelasting, welke reeds gerui- men tijd geleden werd aangekondigd. thans spoedig mag worden verwacht. Eenige leden achtten de instelling ongewenscht. Naar hun meening wordt het inzicht in ’s lands financieelen toe stand reeds thans door het bestaan van allerlei fondsen te zeer belemmerd. Volgens deze leden ware de eenige juiste methode, alle uitgaven zonder uitzondering in één algemeene begroo ting op te nemen. Vele andere leden wezen er op, dat dit verlangen naar een eenheidsbudget, waarbij geen plaats is voor defferen- tiatie in de wijze van dekking, van ge brek aan werkelijkheidszin blijk geeft. Van verschillende zijden werd er op gewezen, dat gewaakt zal moeten wor den tegen een te ruime interpretatie van het begrip „uitgaven, welke voort vloeien uit de huidige buitengewone omstandigheden”. De verleiding zal sterk zijn aldus de hier aan het woord zijnde leden het sluitend ma ken van den gewonen dienst te verge makkelijken door zooveel mogelijk uit gaven aan te merken als met de bui tengewone omstandigheden verband houdende en deze dan op grond van die qualificatie ten laste van het Leening fonds te brengen. Gevraagd werd in dit verband een nadere omschrijving van de uit gaven, welke naar de meening der Regeering ten laste van het Leening fonds zullen behooren te komen. zeer ook overeenkomst toonende en af geleid zijnde van het Nederlandsch, toch een geheel zelfstandig karakter draagt, juist nu herleeft een groote be langstelling voor Nederland en voor de Nederlandsche cultuur. Van de Engelsch sprekende groep zien velen in Engeland nog altijd hun „home”, ook al zijn reeds vele genera ties in de Unie geboren, terwijl de Afrikaner weet, geen ander vaderland te hebben dan Afrika. Het gevolg is, dat de cultureele en andere banden tusschen de Engelsch sprekende Afri kaners en Engeland zeer hecht zijn, en juist de Afrikaansche groep, die een tegenwicht tegen dezen Engelschen in vloed wenscht, begrijpt, dat zij dit slechts kan vinden in een nauwere verbinding met Nederland. Partijstrijd opgeschort. De partijstrijd is voor den duur van den oorlog opgeschort, verkiezingen zijn afgelast en het groepje mannen in het kabinet is almachtig. Daarbij komt nog, dat deze mannen op een heel enkele uitzondering na allen uit de zoogenaamde betere standen komen en dat er zoodoende van een representa tieve volksregeering geen sprake is. Halifax, Churchill, Stanley, Hoare, het zijn een voor een vertegenwoordigers van het rijke aristocratische Engeland en zoo is het ook met hun minder vooraanstaande collega’s. Wat blijft er dan nog over van de democratie, waar de Engelschman zoo trotsch op is Alles. Want democratie beteexent voor den Engelschman niet volkssou- vereiniteit, actieve deelname van de massa aan het werk van „regeeren”, maar in de eerste plaats burgerlijke vrijheid, de vrijheid mr. Chamberlain te critiseeren, waardoor het onnoodig wordt hem met revolvers te belagen, vrijheid van gedachte, vrijheid van geweten, de geestelijke vrijheid, welke een eerste vereischte is voor men- schelijke waardigheid en verantwoor delijkheid. Nu is het een feit, dat de democratie in dezen zin van geeste- Naar aanleiding van het bericht van United Press uit Kopenhagen, dat wij elders in ons blad plaatsten, dat „Nederland waarschijnlijk later be trokken wordt in de besprekingen van de Scandinavische ministers over de vorming van neutrale convooien over de Noordzee”, vernemen wij van be voegde zijde het volgendeTusschen de regeeringen van de Scandinavische landen eenerzijds en van Nederland anderzijds zijn geenerlei besprekingen te dien aanzien gevoerd. Aan een samengaan voor de vorming van convooien wordt hier nog niet ge dacht. In dit verband merkte men nog op, dat de torpedeering var. de „Bur- gerdijk” door een Duitschen onderzeeër beschouwd wordt als een uitzonde ringsgeval. Gestegen opbrengst Januari draagt voor 158.780.000. Van het genoemde bedrag van ƒ47.918.464 was op ultimo Januari j.l. binnen aan Grondbelasting ruim 272.000; aan Inkomstenbelasting ruim 32 millioen; aan Vermogensbelasting 6,4 millioen; aan Verdedigingsbeias- ting 3,4 millioen en aan opcenten op Gemeentefondsbelasting 5,6 mil- i I BLENDED OGAOFTTES

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14