De Rijksmiddelen
oorlogstijd
Vrijheid
m
„Wat Mijnhardt maakt is goed"
NORTH CTATE^
de EËil
Engeland trotsch
op zijn democratie
OP MAANDAG
22 JAN 1940
LUCHTVAART
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 FEBRUARI 1940.
RECLAMES.
en
Kleerencomité voor Finland
Organisatie over het geheele land.
Geen bezoek aan den Haag en Brussel
om
de directe belastingen
in
Chamberlain’s humor
Eerste Kamer.
Vrij algemeene instemming der
Tweede Kamer
De verhouding tusschen
Afrikaners en Nederlanders
(Van onzen specialen verslaggever.)
LONDEN. Februari.
Reëele zeggenschap der
volksvertegenwoordiging
noodig.
treffende
Professor
Het voornemen der Regeering tot
het instellen van een Leening-
fonds zoo lezen wij in het voor-
loopige verslag der Tweede Ka
mer betreffende dit wetsontwerp
vond vrij algemeene instemming.
HERVATTING VAN BRITSCHEN
OCEAANDIENST.
Imperial Airways deelt mede, dat de
Britsche luchtdienst over den' Atlanti-
schen Oceaan waarschijnlijk niet later
dan de eerste week van Juni hervat zal
worden. Het is niet waarschijnlijk, dat
öok passagiers zullen worden vervoerd.
Prins Karei van Zweden op doorreis
te Amsterdam.
Prins Karei van Zweden is gister
avond per trein uit Brussel te Am
sterdam aangekomen, waar hij zijn
intrek heeft genomen in het American
hotel.
Hedenmorgen is hij met het K.L.M.-
vliegtuig naar Stockholm vertrokken.
de
lioen.
Verkeer sfonds.
Ten bate van het Verkeersfonds heb
ben over Januari j.l. opgebracht: de
Motorrijtuigenbelasting 1.555.213 en
de Rijwielbelasting 5045, terwijl voor
het geheele jaar de raming der Motor
rijtuigenbelasting 24.750.000 en die
der Rijwielbelasting op 8.500.000 is
gesteld.
De reis van Sumner Welles
Het instellen van een
Leeningfonds
De Eerste Kamer zal Dinsdagavond
20 Februari om half negen bijeenkomen
en een aantal kleine wetsontwerpen in
de afdeelingen onderzoeken.
Woensdagochtend 21 Februari om
elf uur zal de Eerste Kamer een aan
vang maken met de behandeling van
de begrooting van Economische Zaken
en die van het Landbouwcrisisfonds.
Herleefde belangstelling voor
Nederland.
Juist nu men er in geslaagd is, van
de Unie een krachtigen staat te ma
ken, waarin het Afrikaner element zijn
belangrijke plaats inneemt, nu men zijn
eigen cultuur heeft gevormd en een
eigen taal heeft geschapen, die, hoe-
Uit het hotelbedrijf.
Over diverse vraagstukken van eco-
nomischen en socialen aard is den laat-
sten tijd in het hotel-, café- en restau
rantbedrijf een nauwere samenwerking
ontstaan tusschen den Ned. R.K. bond
van hotel-, café- en restauranthouders
en slijters „St. Joseph” en den Ned. R.K.
bond van hotel-, café- en restaurantge-
employeerden, „St. Antonius”. Hieraan
werken ook mede de werkgevers, geop
ganiseerd in de Algemeene Kath. werk-
geversvereeniging. alsmede de Ned. R.
K. Middenstandsbond en het R.K. wérk-
liedenverbond.
Er is thans een werkcommissie uit
deze vijf organisaties benoemd, welke
tot taak heeft de voormelde vraagstuk
ken te bestudeeren.
Tot voorzitter is benoemd dr. L. G.
Kortenhorst, terwijl mr. F J. H. Bach,
optreedt als vice-voorzitter. Het secreta
riaat wordt waargenomen door mr. G.
W. J. Jonker, 2de secretaris is de heer
W. B. Koelemij, allen alhier.
hebben we een voorbeeld, maar nu
van onzen eigen tijd, hoe Nederland een
zeer belangrijke mogelijkheid in Zuid-
Afrika verloren laat gaan.
Maar het bewijst tevens, dat er geen
enkele werkelijke hinderpaal bestaat
voor een uitmuntende verstandhouding
en de meest vriendschappelijke be
trekkingen tusschen Nederlanders en
Afrikaners. De stemming in Zuid-Afri-
ka is rijp voor het uit den weg ruimen
van misverstanden en het overwinnen
van vooroordeelen. Maar daarvoor is
noodig, dat men in Nederland een ze
kere laksheid overwint en frisch ini
tiatief durft toonen, zooals de K.L.M.
deed, toen ze deze tweede ..Reiger”-
vlucht organiseerde, juist om te ko
men tot betere verbindingen tusschen
Nederland en Zuid-Afrika.
Verscheidene andere leden gaven als
hun meening te kennen, dat het, welke
formuleering ook wordt gekozen, in
elk geval niet wenschelijk is, dat de
Staten-Generaal bij de beoordeeling
van de vraag, welke uitgaven ten laste
van het Leeningfonds zullen moeten
komen, practisch worden uitgeschakeld.
Gaarne zouden deze leden zien, dat in
het ontwerp een zoodanige wijziging
werd gebracht, dat aan de volksverte
genwoordiging in dezen een reëele zeg
genschap wordt toegekend.
rede had gehouden, zoo bijzonder
geestig was. maar omdat hij een zeer
gevoelige snaar in het Engelsche hart
aanraakte trots, gerechte trots op een
samenleving waarin het mogelijk is,
dat een man met een handje helpers
vrijwel dictatoriale bevoegdheden uit
oefent en toch in den waren zin des
woords de dienaar van zijn volk blijft,
trots op een politiek stelsel, waar het
geweld uitgebanen is, trots op het
onderling vertrouwen en respect tus
schen het vrije volk van Engeland en
zijn gekozen vertegenwoordigers, kort
om trots op de democratie.
Het moet dan ook erkend worden,
dat er reden voor dien trots is. Want
nooit is het zoo duidelijk gebleken als
in de eerste maanden van dezen
nieuwen oorlog, dat het woord demo
cratie in Engeland geen holle phrase
is. Het lijkt op het eerste gezicht pa
radoxaal. Zooals reeds eerder is opge
merkt, is er immers van democratie
in den zin van parlementaire regee
ring weinig meer overgebleven.
Termijn van 15 jaar tekort?
Den termijn van 15 jaar achtten
eenige leden te kort. Zij meenden, dat
het niet mogelijk zal blijken de zeer
hooge uitgaven, welke uit de huidige
omstandigheden voortvloeien, in een
zoo gering aantal jaren te dekken. Ook
in andere landen worden de lasten,
met den oorlogstoestand verband hou
dende, over een grooter aantal jaren
verdeeld. Deze leden achtten het
noodzakelijk, dat met het vaststellen
van dezen termijn zal worden gewacht,
totdat een behoorlijk overzicht van de
lasten en baten van het Leeningfonds
zal zijn verkregen.
Naar vele andere leden opmerkten,
sluit de eisch van een doeltreffend be
heer van het fonds uit. dat aan dit
laatste denkbeeld gevolg wordt ge
geven. Voorshands achtten deze leden
den in het ontwerp gestelden termijn
juist. Het zal van den duur van den
oorlog afhangen, of deze zal kunnen
worden gehandhaafd. Mochten de ten
laste van het fonds te brengen bedra
gen zeer hoog oploopen, dan zou wel
licht een wijziging in dit opzicht in
overweging moeten worden genomen.
Critiek zwijgt niet.
Op onvervaarde wijze wordt er ook
in oorlogstijd door de Britsche pers
geschreven over alle brandende vraag
stukken van den dag, critiek geleverd
op de besluiten van de Regeering en
misstanden blootgelegd en de Regee
ring, al haar almacht ten spijt, is ge
dwongen met de gevoelens en de mee-
ningen van den vrijen burger rekening
te houden. Laat ik nu nog op een paar
heel andere openbaringen van Enge-
land’s diepgewortelden vrijheidszin de
aandacht mogen vestigen. Daar is ten
eerste het werkelijk treffende geval
van professor Carr. Professor Carr,
die twintig jaar in het Foreign Office
werkzaam is geweest, heeft in de eer
ste maand van den oorlog een prach
tig boek gepubliceerd waarin hij op
de meest meedoogenlooze wijze huis
houdt onder tal van geliefde Engel
sche illusies en theorieën betreffende
de moraliteit van Engeland’s buiten-
landsche politiek.
Een citaat uit dit scherpe, eerlijke
boek is voldoende om de strekking van
Carr’s gedachte te illustreeren „Het is
een open vraag of de staatslieden en de
publicisten van de verzadigde mogend
heden, die een nieuwe internationale
moraal hebben trachten op te bouwen
op de basis van het recht van de bezit
tende en die moraal gelijk stellen met
„veiligheid, recht en orde” en al die
andere welbekende leuzen van geprivi-
ligieerde groepen, niet precies even veel
verantwoordelijkheid voor de interna
tionale ramp dragen als de staatslieden
en de schrijvers van de onverzadigde
mogendheden, die de zoo geconstrueer
de moraal als een onverdragelijke hum
bug verwerpen”. Wat nu zoo merkwaar
dig is, is niet, dat dit harde boek door
de Engelsche pers voortreffelijk is ont
vangen, maar dat de man die in oor
logstijd zoo verbluffend eerlijk over zijn
land durft schrijven niemand minder
is dande Engelsche Göbbels, het
hoofd van het departement voor buiten-
landsche propaganda, zooals wij het in
goed Nederlandsch zouden noemen. Kan
men een treffender bewijs verlangen,
dat de vrijheid van de gedachte in Enge
land hoog wordt gehouden
Of neem dit weer heel andere geval
Teleurstelling over uitblijven
van radio-uitzendingen.
We hebben vele Afrikaners gespro
ken, die in de versterking van deze
cultureele banden hun levenstaak zien.
Een der hardste werkers op dit ge
bied en een der bekendsten in Neder
land is ongetwijfeld prof. S. P. Engel-
bracht, hoogleeraar aan dje universiteit
te Pretoria, die verscheidene jaren in
Nederland heeft doorgebracht (dr. En
gelbrecht studeerde theologie aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht. Red.).
Mede door zijn bemiddeling is de uit
wisseling van hoogleeraren tusschen
de Unie van Zuid-Afrika en Nederland
tot stand gekomen. En als een van zijn
meest teleurstellende ervaringen ver
telde hij ons, hoe zeer hij nu reeds
bijna twee jaar lang zijn best heeft ge
daan om de verschillende hierbij be
trokken instanties in Nederland er toe
te bewegen, toch eindelijk eens over
te gaan tot het verzorgen van naar in
houd en transmissie-techniek goede,
voor Zuid-Afrika bestemde radio-uit
zendingen uit Nederland, welke pogin
gen tot nog toe geen enkel resultaat
hebben af geworpen.
Deze klacht hebben wij gehoord van
eiken Afrikaner, wien de goede be
trekkingen met Nederland ter harte
gaan, en dat zijn er velen. Ook hier
Naar aanleiding van een bij de
Finsch-Nederlandsche vereeniging inge-
konftn dringende bede uit Finland om
kleeren en wollen goederen, heeft zich
een comité gevormd, dat zich ten doel
stelt in den kortst moge lij ken tijd een
kleeremnzameling te houden in geheel
Nederland. Mevrouw T. A. Kolf-Kolff,
echtgenoote van den consul-generaal
van Finland te Rotterdam, heeft het
voorzitterschap aanvaard.
In vrijwel alle gemeenten van ons
land werden plaatselijke comité’s 'inge
steld, die de inzameling zelfstandig zul
len organiseeren.
In gemeenten, waar geen comité is
gevestigd, kan men de goederen direct
sturen naar „Kleerencomité voor Fin
land, loods Stockholm, IJsselhaven,
Oostzijde, Rotterdam.
Daar reeds van andere zijde geldcol-
lecten georganiseerd werden, beperkt
dit comité zich tot het inzamelen van
kleeren of van geld om kleeren te koo-
pen.
Dit laatste kan gestort worden op
postgirorekening 6850, firma R. Mees
en Zonen alhier, ten gunste van „Klee
rencomité voor Finland”.
Medewerking hebben verleend de vol
gende vereenigingen: Federatie van
Chr. vereenigingen van en voor vrou
wen en meisjes: Federatie van R.K.
vrouwenbonden in Nederland; Joodsche
vrouwenraad in Nederland; Ned. Chr.
vrouwenbond; het Nederlandsche pad-
vindstersgilde; Nederlandsche vereeni
ging voor vrouwenbelangen en gelijk
staatsburgerschap; Ned. vereeniging
van huisvrouwen; Vrouwengroep uit de
Liberale Staatspartij; Vrijzinnig demo
cratische vrouwenclubs.
De sociaal-democratische vrouwen
clubs hebben haar sympathie met dit
doel betuigd, doch nemen aan het werk
niet rechtstreeks deel, daar ze zelf een
soortgelijke actie reeds hebben onder
nomen.
Mij werd onlangs gevraagd voor de En
gelsche radio het een en ander te ver
tellen over de houding van den gemid
delden Nederlander tegenover den oor
log. Ik aarzelde en waarschuwde, dat
ik, als ik de uitnoodiging aannam, niet
alleen vleiende dingen voor Engeland
zou kunnen zeggen, dat niet alle Neder
landers Engeland’s oorlog als een
„kruistocht” zien, dat kleine landen en
derhalve ook Nederland altijd eenigs-
zins wantrouwig tegenover al hun groo-
te buurstaten staan, Engeland incluis,
dat men het bij ons niet zonder meer
eens is met de Engelsche opvatting van
het internationale recht en meer van
deze dingen. Maar ik had mij de moeite
kunnen besparen. Want inplaats van
zich door mijn waarschuwing te laten
af schrikken, drong men er juist op aan,
dat ik zoo eerlijk mogelijk moest zijn,
dat ik Engeland niet moest ontzien maar
integendeel net zooveel onvriendelijke
dingen moest zeggen als door de feiten
gewettigd werd. „Hoe openhartiger U
spreekt”, zoo verzekerde men mij, „hoe
liever het ons is”. Ook dat treft mij als
een merkwaardig bewijs van den gezon
den geest, die hier nog heerscht. Dat
blijkt trouwens ook uit het feit, dat het
luisteren naar de Duitsche radio hier
eerder aangemoedigd dan tegengegaan
wordt. Zoo geeft de „Times” bijvoor
beeld eiken dag de uren, waarop men
op den befaamden Lord Haw Haw, den
Duitschen omroeper, die berichten in ’t
Engelsch geeft, kan inschakelen. Wil
men nog een ander voorbeeld dan hoeft
men slechts een exemplaar van het
communistische blad de „Daily Worker”
te koopen. Eiken dag zijn daar passages
in aan te treffen, die bedenkelijk veel
op hoogverraad lijken maar niettemin
ongestoord kunnen worden afgedrukt.
Zoo schreef dit blad, dat verleden zomer
luidkeels om oorlog tegen het Nazi-ge-
vaar schreeuwde en sinds het Duitsch-
Russisch bondgenootschap radicaal is
omgedraaid, dat „de Chamberlain’s, de
Stanley’s en de Hoare’s met hun waan
zinnige jacht naar macht en winst het
Britsche volk in een wreeden onrecht-
vaardigen en onnoodigen oorlog hebben
gestort” en op een andere plaats, dat
„de Engelsch-Fransche plannen om den
oorlog tot Nederland en België uit te
breiden op ernstige moeilijkheden zijn
gestuit”. Waarlijk, men zal moeten er
kennen, dat de vrijheid van meenings-
uiting in een lanc waar men midden in
een oorlog zulke dingen kan schrijven,
geen leege phrase is.
deze plaats niet belangrijker
werd dan in feite het geval was, moet
voor een groot deel ook aan de hou
ding der Nederlanders zelf geweten
worden. Zij, die in Zuid-Afrika eer.
cultureele taak konden vervullen, kwa
men dikwijls naar de Unie met een
ongemotiveerd superioriteitsgevoel, dat
vaak kwetsend was voor de Afrika
ners. die zich daardoor des te meer
gedrongen voelden, het opbouwende
werk zelf ter hand te nemen.
fXC
Verlangen naar versterking der
cultureele banden en naar goede
Nederlandsche radio-uitzendingen
Een bijzondere medewerker, die aan
boord van de „Reiger” de vlucht naar
Zuid-Afrika heeft meegemaakt, schrijft
ons nog o.m.
Vooral in Nederland wordt veel ge
schreven en gesproken over de betee-
kenis van de stamverwantschap tus
schen Nederlanders en Afrikaners, die
dikwijls wordt voorgesteld als een
soort broederlijke familieverhouding
tusschen het Afrikaansche volksdeel
in de Unie van Zuid-Afrika en de be
volking van Nederland. Vaak gelooft
men. dat een Nederlander in Zuid-
Afrika dubbel welkom is, omdat hij
Nederlander is en komt uit het land,
dat het stamland was van van Riebeek
en zijn kolonisten en van de stoere
voortrekkers, die den grondslag heb
ben gelegd van den tegenwoordigen
staat.
Wij doen de goede verstandhouding,
welke tusschen Afrikaners en Neder
landers bestaat, en de groote belang
stelling, welke in breede groepen van
de Afrikaansche bevolking voor alles
wat van Nederland komt en met Ne
derland te maken heeft, leeft, niet te
kort, wanneer wij beweren, dat de
voorstelling, welke men zich daarvan
in Nederland maakt, in het algemeen
tezeer geïdealiseerd is.
Na 1800, toen de Kaapkolonie in En
gelsche handen overging, zijn de ban
den tusschen het Afrikaansche volk en
Nederland langen tijd verbroken ge
weest. De Boer trok telkens weer ver
eer weg naar onbekende en geïsoleer
de gebieden, en was daarbij altijd op
zichzelf aangewezen.
In de in 1910 tot stand gekomen
Unie kregen de Afrikaners weer alle
kansen om zich politiek en cultureel
te doen gelden, en met een bewonde-
renswaardige veerkracht hebben zij
zich op hun nieuwe taak geworpen.
De Afrikaners concentreerden zich
met al hun aandacht op Zuid-Afrika en
wat daar buiten lag, was het buiten
land. Dit gold ook voor Nederland, al
bleef Nederland in den geest van velen
toch wel een bijzondere plaats inne
men.
Dat
Blijkens het overzicht van den stand
der Rijksmiddelen op ultimo Januari j.l.
was de opbrengst der directe belastin
gen volgens de kohieren voor den
dienst 1940 in totaal 47.918.464 tegen
over ƒ39.742.166 volgens de kohieren
voor den vorigen dienst tot en met ul
timo Januari 1939.
De raming voor het geheele jaar be-
lijke vrijheid door den oorlog nog in
het geheel niet is aangetast en in
tegendeel, blijk geeft van een gezonde
levenskracht, welke voor den En-
gelschman inderdaad een reden mag
zijn tot gerechten trots.
Nederland denkt nog niet aan een
deelneming aan neutrale convooien
Het gebeurt niet vaak, dat Enge
land’s kalme, zakelijke premier zich
een grapje veroorlooft. Maar de uit
zondering bevestigt den regel en zoo
heeft ook Chamberlain onlangs een ty
pisch droge geestigheid gedebiteerd,
waar heel Engeland geweldig veel ple
zier aan heeft gehad. Het was op een
officieel noenmaal. Hitler had twee da
gen eerder aan alle kanten be
schermd door zijn tot aan de tanden
gewapende stormtroepers de rede
gehouden, die voor alle veiligheid pas
een paar uur van te voren officieel was
aangekondigd. Tweede dagen later was
het de beurt van Chamberlain. Hij zou
spreken op een lunch, die reeds weken
van te voren was gearrangeerd. Na zijn
gebruikelijke ochtendwandelingetje in
St. James Park, waar iedereen hem ei
ken ochtend in gezelschap van zijn
echtgenoote plus op discreten afstand
een, zegge en schrijve 1, meneer met
dophoed kan aantreffen, begaf hij zich
in zijn auto naar het groote hotel in
Park Lane, waar de ‘maaltijd gehouden
zou worden. Hij werkte zich door het
gedrang bij de vestiaire heen, nam zijn
plaats aan tafel in, verorberde, laten
wij hopen, met smaak een stevigen
lunch en stond daarna op om zijn rede
met de volgende woorden te beginnen.
„Het is mij een groot genoegen aanwe
zig te kunnen zijn op dezen maaltijd en
te kunnen constateeren, dat gij het niet
noodig hebt geacht den tijd en plaats
voor het publiek geheim te houden”.
Toen moest hij verscheidene seconden
zwijgen tot het daverend gelach, waar
mee zijn gehoor deze woorden had be
groet, tot bedaren was gekomen. Waar
om dit gelach? Niet omdat Chamber
lain’s toespeling op het verschil tus
schen de omstandigheden waaronder
hij sprak en die waaronder Hitler zijn
Steun aan de slachtoffers van de
aardbeving in Turkije.
Het comité Hulpactie Turkije, waar
van o.a. dr. Ph. C. Visser, Nederlandsch
gezant in Turkije deel uitmaakt wekt
onze landgenooten op bijdragen te stor
ten op postrekening 200600 van de
Incassobank N.V. te Haarlem, onder
vermelding Hulpactie Nederlandsch-
Turksche Vereeniging.
Sumner Welles, die vandaag scheep
gaat naar Italië, is in New York aan
gekomen. Hij sprak de berichten tegen,
volgens welke hij tijdens zijn reis ook
een bezoek zou brengen aan den
Haag en Brussel Voorts zeide hij,
dat hij in Napels aan land zou gaan en
voor zijn terugkeer uit Europa geen
enkele verklaring meer zou afleggen.
Overige middelen.
Wat de overige middelen aangaat,
hiervan hebben over de maand Januari
j.l. opgebracht: de Dividend- en Tan-
tièmebelasting ƒ937.649; de rechten op
den invoer 9.184.405; ’t statistiek-
recht 190.147; de accijns op zout
205.206; op geslacht 827.657; op wijn
34.353; op het gedistilleerd 2.477.720;
op bier ƒ705.514; op suiker 5.052.208
en op tabak ƒ3.626.107; de belasting up
gouden en zilveren werken ƒ54.661; <ie
Omzetbelasting 12.698.497; de Cou-
ponbelasting ƒ531.919; de rechten en
boeten van zegel 1.007.566; idem van
registratie ƒ738 121; idem van succes
sie. van overgang bij overlijden en van
schenking 4.522.080 en de opbrengst
der loodsgelden 20.784.
De totale opbrengst der overige mid
delen was over de afgeloopen maand
ƒ42.811.604, hetgeen ƒ5,3 millioen
meer is dan 1/12 der raming, welke
37.541.666 bedroeg, terwijl de op
brengst over Januari 1939 was
38.402.286. zoodat ook in vergelijking
met laatstgenoemde maand de op
brengst over Januari 1940 aanmerkelijk
hooger was, n.l. 4,4 millioen. Deze
meerdere opbrengst was voornamelijk
te danken aan de Omzetbelasting, wel
ke 2,9 millioen meer opbracht dan
over Januari 1939, aan de rechten op
den invoer,- welke 1,2 millioen meer
opbrachten en aan de rechten en boe
ten van successie enz., welke 1,3 rnil-
lioen meer opleverden, terwijl daaren
tegen de rechten en boeten van zegel
de afgeloopen maand 1,4 millioen
minder opbrachten dan in Januari ’39.
Gemeentefonds.
De inkomsten ten bate van het Ge
meentefonds hebben voor den dienst
1939-1940 tot en met Januari j.l. ƒ72,9
millioen bedragen, waarvan 67,5 mil
lioen uit de Gemeentefondsbelasting en
5,4 millioen uit de opcenten op de
Vermogensbelasting ten getale van. 50.
Hierbij zij opgemerkt, dat de raming
der Gemeentefondsbelasting op 63
millioen en die van de genoemde op
centen Vermogensbelasting op 6 mil
lioen was gesteld.
Werkloosheidsfonds.
De inkomsten ten bate van het Werk-
loosheidssubsidiefonds over den dienst
1939 hebben volgens de kohieren toten
met Januari 1940 53,6 millioen bedra
gen, hetgeen twee millioen gulden meer
is dan de raming.
De „Noordam” naar Amerika”.
Vanmorgen vroeg is het stoomschip
„Noordam” van de HollandAmerika-
lijn naar New York vertrokken. De 45
passagiers hebben zich gisteravond
ingescheept. De lading bestaat uit stuk
goed. De „Noordam” zal regelrecht
naar New York gaan en doet
Southampton dus niet aan.
De middelen van het fonds.
Vele leden spraken den wensch uit.
dat de Regeering spoedig de noodige
voorstellen zal indienen met betrekking
tot de middelen, welke aan het fonds
ten goede zullen komen.
Een aantal der hierbedoelde leden
gaf uiting aan de hoop, dat de Regee
ring in haar overwegingen omtrent de
wijze, waarop het fonds zal moeten
worden gevoed, ook het denkbeeld van
een vermogensheffing zal betrekken.
Van verschillende andere zijden
meende men reeds thans te moeten
verklaren, tegen het denkbeeld van
een z.g.n. heffing in eens ernstig be
zwaar te hebben. Verscheidene leden
wezen er daarbij op, dat het, afgezien
van den principieelen kant van het
hierbedoelde vraagstuk, thans voor een
vermogensheffing wel een zeer onge
schikt tijdstip zou zijn, nu als gevolg
van de langdurige economische de
pressie de vermogenstoestand van zeer
velen in de laatste jaren in ernstige
mate is achteruitgegaan.
Gevraagd werd nog, of de indiening
van het ontwerp tot heffing eener oor-
logswinstbelasting, welke reeds gerui-
men tijd geleden werd aangekondigd.
thans spoedig mag worden verwacht.
Eenige leden achtten de instelling
ongewenscht. Naar hun meening wordt
het inzicht in ’s lands financieelen toe
stand reeds thans door het bestaan
van allerlei fondsen te zeer belemmerd.
Volgens deze leden ware de eenige
juiste methode, alle uitgaven zonder
uitzondering in één algemeene begroo
ting op te nemen.
Vele andere leden wezen er op, dat
dit verlangen naar een eenheidsbudget,
waarbij geen plaats is voor defferen-
tiatie in de wijze van dekking, van ge
brek aan werkelijkheidszin blijk geeft.
Van verschillende zijden werd er op
gewezen, dat gewaakt zal moeten wor
den tegen een te ruime interpretatie
van het begrip „uitgaven, welke voort
vloeien uit de huidige buitengewone
omstandigheden”. De verleiding zal
sterk zijn aldus de hier aan het
woord zijnde leden het sluitend ma
ken van den gewonen dienst te verge
makkelijken door zooveel mogelijk uit
gaven aan te merken als met de bui
tengewone omstandigheden verband
houdende en deze dan op grond van die
qualificatie ten laste van het Leening
fonds te brengen.
Gevraagd werd in dit verband
een nadere omschrijving van de uit
gaven, welke naar de meening der
Regeering ten laste van het Leening
fonds zullen behooren te komen.
zeer ook overeenkomst toonende en af
geleid zijnde van het Nederlandsch,
toch een geheel zelfstandig karakter
draagt, juist nu herleeft een groote be
langstelling voor Nederland en voor de
Nederlandsche cultuur.
Van de Engelsch sprekende groep
zien velen in Engeland nog altijd hun
„home”, ook al zijn reeds vele genera
ties in de Unie geboren, terwijl de
Afrikaner weet, geen ander vaderland
te hebben dan Afrika. Het gevolg is,
dat de cultureele en andere banden
tusschen de Engelsch sprekende Afri
kaners en Engeland zeer hecht zijn, en
juist de Afrikaansche groep, die een
tegenwicht tegen dezen Engelschen in
vloed wenscht, begrijpt, dat zij dit
slechts kan vinden in een nauwere
verbinding met Nederland.
Partijstrijd opgeschort.
De partijstrijd is voor den duur van
den oorlog opgeschort, verkiezingen
zijn afgelast en het groepje mannen in
het kabinet is almachtig. Daarbij komt
nog, dat deze mannen op een heel
enkele uitzondering na allen uit de
zoogenaamde betere standen komen en
dat er zoodoende van een representa
tieve volksregeering geen sprake is.
Halifax, Churchill, Stanley, Hoare, het
zijn een voor een vertegenwoordigers
van het rijke aristocratische Engeland
en zoo is het ook met hun minder
vooraanstaande collega’s. Wat blijft
er dan nog over van de democratie,
waar de Engelschman zoo trotsch op
is Alles. Want democratie beteexent
voor den Engelschman niet volkssou-
vereiniteit, actieve deelname van de
massa aan het werk van „regeeren”,
maar in de eerste plaats burgerlijke
vrijheid, de vrijheid mr. Chamberlain
te critiseeren, waardoor het onnoodig
wordt hem met revolvers te belagen,
vrijheid van gedachte, vrijheid van
geweten, de geestelijke vrijheid, welke
een eerste vereischte is voor men-
schelijke waardigheid en verantwoor
delijkheid. Nu is het een feit, dat de
democratie in dezen zin van geeste-
Naar aanleiding van het bericht van
United Press uit Kopenhagen, dat wij
elders in ons blad plaatsten, dat
„Nederland waarschijnlijk later be
trokken wordt in de besprekingen van
de Scandinavische ministers over de
vorming van neutrale convooien over
de Noordzee”, vernemen wij van be
voegde zijde het volgendeTusschen
de regeeringen van de Scandinavische
landen eenerzijds en van Nederland
anderzijds zijn geenerlei besprekingen
te dien aanzien gevoerd.
Aan een samengaan voor de vorming
van convooien wordt hier nog niet ge
dacht. In dit verband merkte men nog
op, dat de torpedeering var. de „Bur-
gerdijk” door een Duitschen onderzeeër
beschouwd wordt als een uitzonde
ringsgeval.
Gestegen opbrengst
Januari
draagt voor
158.780.000.
Van het genoemde bedrag van
ƒ47.918.464 was op ultimo Januari j.l.
binnen aan Grondbelasting ruim
272.000; aan Inkomstenbelasting ruim
32 millioen; aan Vermogensbelasting
6,4 millioen; aan Verdedigingsbeias-
ting 3,4 millioen en aan opcenten op
Gemeentefondsbelasting 5,6 mil-
i
I BLENDED OGAOFTTES