Bh
Aspirin
MODEL FLAT
Britsche torpedojager getorpedeerd
DER
ZOMIN
RINGENHUIS
i
I
de
Het
De
ve
van
aanhouding
De protesten
De bevrijde gevangenen
Leith geland
De indruk in het
buitenland
omzwervingen van de
„Altmark”
De bijeenkomst van de
Scandinavische ministers
HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 19 FEBRUARI 1940.
EERSTE BLAD, PAGINA 2.
RECLAMES.
OPENING
in
„FRANKENHEUVEL”
en
en
betreft.
Noorsche gezant ontboden.
Noorwegen in gebreke gesteld
Het schip veranderde twee keer
Noorsche
Het schip gezonken
Halifax protesteert bij Noorschen
gezant
De „Völkischer Beobachter” schrijft
„Wij zullen de rekening
presenteeren”
de
en
Het foreign office heeft het volgende
communiqué gepubliceerd
Bijzonderheden over de
„Altmark”.
De „Altmark” is een Duitsch regee-
ringsvaartuig met de z.g. Reichsdienst-
flagge. Het is een schip van 17.000 ton.
De Britsche regeering heeft de Noor
sche regeering een mededeeling toege
zonden betreffende de wijze, waarop de
Noorsche autoriteiten ten aanzien van
de „Altmark” zijn opgetreden, toen dit
schip in de Noorsche wateren vertoefde.
In de mededeeling wordt o.a. verklaard,
dat de Noorsche regeering in gebreke
was gebleven ten opzichte van haar
plichten als neutraal land. Wanneer zij
in feite de Britsche gevangenen aan
boord gevonden had, wat zou zij dan
met hen gedaan hebben Zij zou hen
hebben vrijgelaten, of in ieder geval ze
aangehouden hebben, hangende een vol
ledig onderzoek der positie. De Engel-
sche regeering was daarom van gevoe
len, dat zij alle rechten had om zich te
beklagen over niet-optreden der Noor
sche regeering.
Intusschen was het geval met het
schip van dien aard, dat de Engelsche
regeering recht had aan te dringen op
interneering van de „Altmark”.
Communiqué van de Britsche
admiraliteit
Honderdzevenenvijftig opvarenden
vermist
De Engelsche rechtvaardi
gen hun optreden.
van naam
Een van de gevangenen, die van de
„Altmark” zijn bevrijd, heeft over zijn
avonturen o.m. het volgende verteld
Op 27 September 1939 vertrokken wij
met de „New Beach” van Kaapstad. Het
schip werd door de „Admiral Graf
Spee” op 5 October in den grond ge
boord. Beide bemanningen werden aan
boord van de „Graf Spee” genomen. De
bemanningen van de „Huntsman” en
de „Ashlea”, in totaal 153 man, werden
aan boord van de „Altmark” gebracht.
De „Altmark” wijzigde zijn naam en
werd de „Sogne” uit Oslo. Op 23 Oct.
werd de „Trevanion” door de „Graf
Spee” in den grond geboord. De beman
ning werd aan boord van de „Altmark”
gezet. Dien dag vertrok de „Graf Spee”
op jacht. Het schip kwam op 26 Novem
ber terug met 26 gevangenen. Op 28
November verliet de „Altmark” de
„Graf Spee” naar een onbekende haven.
Op 1 December werd de „Doric Star”
tot zinken gebracht, op 3 December de
„Tairoa”, waarbij vijf man werden ge
wond. De geheele bemanning met uit
zondering van den kapitein werd aan
boord van de „Altmark” genomen. De
„Doric Star” en de „Tairoa” hadden
resp. 83 en 85 man aan boord. De „Alt
mark” nam toen den naam van „Che-
quita” aan en werd geheel grijs geschil
derd. Na den ondergang van de „Graf
Spee” voer de „Altmark” op 22 Januari
naar het Noorden. Op 31 Januari werd
koers gezet naar Duitschland en op 14
Februari zag men land. Het schip voer
een haven binnen, maar bleef ver van
de kaden. Op 15 Februari trachtte het
te ontsnappen. Tenslotte kwam dan de
aanval van de Cossack”.
Eeij Noor gewond.
Het Noorsche telegraafagentschap
deelt mede, dat de bewoners der huizen
in de nabijheid hun woningen verlieten
'om zich in veiligheid te brengen. Een
Noor kreeg een schot door zijn hand.
Een douaneambtenaar, die aan boord
van de „Altmark” was, vluchtte over
het ijs toen de aanval begon. De „Alt
mark” wordt thans bewaakt door een
Noorsche marinewacht.
PRINSESTRAAT 86
MODERNE VERLOVINGSRINGEN
MASSIEF GOUD. Soliedst fabrikaat.
4.50 tot 20.—. Prachtsorteering
Finland niet vertegenwoordigd
United Press meldt uit Kopenhagen
Een woordvoerder van het Deensche
departement van buitenlandsche zaken
heeft medegedeeld, dat de Finsche mi
nister van buitenlandsche zaken niet
wenscht deel te nemen aan de bespre
kingen der Scandinavische ministers
van buitenlandsche zaken te Kopenha
gen op 24 en 25 Februari a.s.
De afwezigheid van den Finschen
minister van buitenlandsche zaken
wordt hier verklaard als om de Scan
dinavische ministers van buitenland
sche zaken in de gelegenheid te stel
len om te komen tot eenige bepaalde,
gemeenschappelijke politiek, zonder
daarbij beïnvloed te worden door de
aanwezigheid van een Finschen verte
genwoordiger.
De slachtoffers.
Naar het Duitsche nieuwsbureau uit
Oslo meldt, zijn aan boord van de
„Altmark” 6 man gedood. Voorts is in
het ziekenhuis te Kristiansand een der
gewonden overleden. Een der opvaren
den wordt vermist en is waarschijnlijk
verdronken. Bovendien zijn 5 opvaren
den ernstig gewond.
148 minderen worden vermist. Men
vreest dat zij omgekomen zijn. Een
officier en vier minderen zijn
gered.
De „Daring” werd in 1932 gebouwd
en mat 1375 ton. De machines van
36.000 p.k. gaven het schip een uursnel-
heid van 35.5 mijl. De bewapening be-
stonc uit 4 kanonnen van 12 c.m., 1 van
7.5 c.m. en 6 machinegeweren, benevens
8 torpedolanceerbuizen.
Kapitein van de „Altmark”
weigerde douane-onderzoek.
Volgens een bericht van het Noorsche
i.elegraafagentschap was de „Altmark”
Een groot aantal naar ziekenhuizen
overgebracht
mark”, lang voor er sprake was van
een protest van Noorwegen.
In diplomatieke kringen is men van
meening, dat de Britsche autoriteiten
gerechtvaardigd waren om te doen, het
geen zij gedaan hebben, gezien het feit,
dat door de Noorsche autoriteiten niet
was opgetreden ondanks de tot haar
gerichte verzoeken. Men vraagt zich
af of het schip indèrdaad in Bergen
is geïnspecteerd en zoo ja, wat men
dan aan boord gevonden heeft. Wan
neer de gevangenen aan boord gevon
den waren, zouden zij dan van boord
gehaald zijn
Wat het Duitsche protest
wordt er op gewezen, dat er niet de
minste twijfel bestaat, dat de „Alt
mark” een hulpoorlogsschip was.
De „Völkischer Beobachter” schrijft,
dat sedert honderd jaren het in de
geschiedenis van den zeeoorlog niet
meer is voorgekomen, dat een oorlogs
schip vreemde territoriale wateren ver
binnendrong, een ongewapend koop
vaardijschip overviel en een deel van
zijn bemanning afmaakte. Het uitdruk
kelijke bevel der admiraliteit, aldus
het blad, maakt de verwachting te
schande, dat het een op zichzelf
staand geval betreft.
Het begrip neutraliteit is sinds 17
Februari officieel geschrapt uit het
Engelsche woordenboek.
Zte verder le blad, pag. 3
De „Libre Belgique” schrijft:
„Het incident met de „Altmark”
is betreurenswaardig, maar de veront
waardiging vol vertoon in Duitsch
land, maakt op niemand indruk. De
schending van neutraal gebied door
één oorlogvoerende rechtvaardigt niet,
zelfs niet als représaille, een schen
ding van hetzelfde gebied door een
andere oorlogvoerende, maar er is
niets gemeenschappelijks tusschen het
optreden van den Britschen torpedo
boot jager, die een gewapend Duitsch
schip aanvalt, dat heimelijk krijgsge
vangenen door neutrale wateren ver
voert en het optreden van een Duit
sche duikboot, die een Nederlandsch
schip torpedeert, dat tusschen neu
trale havens vaart. De afleiding welke
door de „Altmark” gewekt is, hoe han
dig ook in Berlijn opgezet, zal de aan
dacht niet afwenden van het geval
met de „Burgerdijk”.
Het „Altmark”-incident afleiding
voor de „Burgerdijk”
de bevrijde gevangenen veilig aan
boord van de „Cossack” waren, verliet
dit schip de fjord en voegde zich weer
bij de overige Britsche oorlogsbodems.
De ..Ivanhoe” had in den middag de
bemanning van het Duitsche tankschip
..Baldur" gered, welk schip door de
eigen bemanning tot zinken was ge
bracht.
Alle Britsche schepen begaven zich
gezamenlijk en zonder te zijn lastig ge
vallen. huiswaarts, beschermd door
een sterke macht op zee en in de lucht.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
De onbeschrijfelijke verontwaardi
ging, welke de Britsche overval op het
Duitsche koopvaardijschip „Altmark”
midden in Noorsche territoriale wate
ren en de vermoording van weerlooze
Duitsche zeelieden in Duitschland
heeft gewekt, vindt haar weerslag in
de commentaren in de geheele Duit
sche pers. Zij doet vooral uitkomen,
dat de overval is geschied op bevel
van de Engelsche regeering en ver
klaart, dat deze en de Britsche admira
liteit zich daarmede hebben schuldig
gemaakt aan sluipmoord op matrozen
van de Duitsche koopvaardij en de
rechten van neutrale staten met voe
ten hebben getreden.
De Britsche admiraliteit deelt in een
officieel communiqué o.a. mede, dat
kapitein Vian van de „Cossack” zich
aan boord van het Noorsche schip
„Kjell” begeven en gevraagd had, dat
de „Altmark” naar Bergen zou wor
den gebracht onder gemeenschappelijk
Noorsch-Britsch geleide, opdat alles
zou kunnen worden geregeld overeen
komstig de internationale wet.
De commandant van het Noorsche
schip weigerde dit en verklaarde, dat
hij handelde op last van zijn regee
ring. Hij gaf de verzekering, dat zich
geen Britsche gevangenen aan boord
van de „Altmark” zouden bevinden,
aangezien dit schip twee keer in een
Noorsche haven was doorzocht.
Toen dertig Britsche matrozen aan
boord van de „Altmark” kwamen,
ontspon zich een gevecht van man te
gen man. Later werd een van de ente
raars gewond door een val, welke de
Duitschers hadden opgezet.
Zij hadden n.l. een revolver zoo be
vestigd aan de deur van de kajuit, dat
deze door het gat van de deur vuurde
op het moment, dat de deur geopend
werd.
Een van de bevrijde gevangenen ver
telde, dat de gevangenen de laatste
twee a drie dagen voor hun bevrijding
geen daglicht hadden gezien daar de
stalen bedekking van de luiken was
dichtgeschroefd.
arts verleende hem eerste hulp. De
vierde officier van de „Altmark” werd
toen hij voor den gewonden Engelsch-
man verband haalde, door een Engel-
schen kogel aangeschoten. Leden van
het enter-commando plunderden de ver
blijven van officieren, onderofficieren
en manschappen der „Altmark” en
hielden de bemanning met de wapens
in bedwang.
Zoo verkouden
als een snip?
Duitsche gezant naar de
Jösingfjord.
De Duitsche gezant, dr. Braeuer, is
naar de Jösingfjord vertrokken om
hedenmiddag aanwezig te zijn bij de
rouwplechtigheden voor de om het leven
gekomen zeelieden van de „Altmark”.
Morgen verklaring van
Churchill.
Men verwacht, dat Churchill morgen
in het Lagerhuis een verklaring zal af
leggen over het gebeurde met de „Alt
mark”.
Dat de Noorsche autoriteiten niet
beter hebben gezocht en dat de com
mandant van het Noorsche oorlogs
schip „Kjell” heeft geweigerd, in te
gaan op het verzoek van commandant
Vian om de „Altmark” onder een ge
meenschappelijk Britsch-Noorsch es
corte naar Bergen terug te brengen,
wordt te Londen beschouwd als een
volkomen rechtvaardiging van het op
treden der Britsche regeering.
In gezaghebbende kringen te Londen
wordt nog verklaard Indien nog een
verdere rechtvaardiging van het Brit
sche optreden noodig was, dan zou deze
gevonden kunnen worden in het alge
meen optreden van de Duitschers in den
oorlog ter zee, waarbij zij geen acht
slaan op de rechten van de neutralen.
De Britsche oorlogsschepen hebben ge
handeld met volle goedkeuring van de
Britsche regeering. Uit het feit, dat de
Noorsche autoriteiten bij het onder
zoek aan boord van de „Altmark” niets
hebben gemerkt van de gevangenen,
blijkt, dat dit onderzoek zeer oppervlak
kig is geweest. De Britsche regeering
zou reden hebben gehad om zich ern
stig te beklagen, indien de gevangenen,
na dit onderzoek, terecht zouden zijn
gekomen in de interneeringskampen in
Duitschland.
Deze overwegingen zijn reeds ter ken
nis van den Noorschen gezant gebracht
en thans worden vriendschappelijke be
sprekingen met de Noorsche regeering
gevoerd.
Officieel wordt te Londen mede
gedeeld. dat de Britsche torpedo
jager „Daring” getorpedeerd en
gezonken is. Negen officieren en
Duitschers overstemden
hulpgeroep.
De luiken waaronder de gevangenen
werden „bewaard” waren met kabels
en kettingen versterkt. De gevangenen
boorden een gat in de luiken, zoodat
zij konden zien wat er aan dek gebeur
de. Toen de Noren aan boord kwamen
greep een stuurman een ijzeren staaf
en zei: „Kom kerels, hier zullen we er
uit komen” en probeerde de luiken te
forceeren evenals de deuren.
Een andere ex-gevangene zei: Wij
floten en schreeuwden allen toen de
stuurman ’n geïmproviseerde Engelsche
vlag door het gat in het luik wist te
wringen.
De Duitsche schildwacht greep de
vlag en liet ze toen plotseling weer lós,
zoodat wij beneden allen op een hoop
over elkander vielen.
We sloegen toen allen op de luiken
met alles wat maar binnen ons bereik
was. maar de Duitschers richtten wa
terstralen op ons en lieten de stoom-
winches op volle kracht draaien om ons
geluid te overstemmen.
James Wilkinson, een bootsman van
de ..Doric Star” was een van de eersten
die door de wachtende ambulances
werd opgenomen. Hij had drie maanden
aan boord van de „Altmark” doorge
bracht. en zeide: „Alles wat wij te eten
kregen was zwart brood en een kom
waterige soep. Wij deden ons best om
de zeelieden van de „Altmark” om te
koopen om ons meer voedsel te bren
gen. Ik zelf ben 28 pond magerder ge
worden en mijn ribben staken letterlijk
door mijn kleeren heen.”
De Engelschen zagen er met hun on
geschoren gezichten en sjofele kleeding
armoedig en onverzorgd uit. Ook het
schouwspel, dat de Laskaren boden
toen zij de loopplank afkwamen met
hun gele magere gezichten en hun ar
melijke kleeding maakte een nog treu
riger indruk.
De jongste gevangene was een zekere
Thomas Hunter, die 16 jaar oud was en
aan boord van de „Newton Beach” ais
cadet diende toen dit schip op 5 Octo
ber door de „Graf Spee” buitgemaakt
werd.
„Velen van ons zijn erg ziek tenge
volge van het slechte voedsel en een
van de zieken is bijna gestorven”, ver
telde een der andere bevrijde Britten.
De verloste gevangenen van de „Alt
mark” waren van meening, dat de ka
pitein de bedoeling had het schip op te
blazen, daar er tijdbommen in het
schip zijn gevonden.
Toen de „Altmark” en de „Cossack”
nog acht voet van elkander verwijderd
waren sprongen de enteraars over. De
Duitschers meenden, dat zij zouden
worden gevangen genomen en sommi
gen sprongen op het ijs en enkelen
daarvan openden het vuur op de en
teraars.
De meening van Amerikaan-
sche deskundigen.
De meening van de meerderheid der
Amerikaansche deskundigen op het
gebied van internationaal recht komt
hier op neer, dat zoowel Duitschland
als Engeland internationale rechtsre
gels hebben geschonden, daar Duitsch
land blijkbaar bedriegelijkerwijs de
aanwezigheid van gevangenen aan
boord van de „Altmark” heeft verbor
gen gehouden, welke gevangenen
Noorwegen onder bescherming zou
hebben genomen, indien men daar van
hun aanwezigheid op de hoogte ware
geweest. De actie van Engeland in de
Noorsche wateren heeft ae neutrali
teit van dat land geschonden. Eenige
juristen brachten echter naar voren,
dat volgens de leer van de „vergel
ding” de Britsche handelwijze gedeel
telijk zou kunnen worden gerechtvaar
digd. Daar staat echter de meening
der meerderheid tegenover, dat het
nimmer aangaat, de eene inbreuk te
beantwoorden met een andere.
Men hoort de meening uiten, dat
Noorwegen de „Altmark” had moeten
interneeren, daar het schip optrad als
hulp-oorlogsschip, en in ieder geval
gevangenen aan boord had.
Men brengt in herinnering het geval
van den Duitschen kruiser „Dres
den” in den wereldoorlog, die door een
Britsch oorlogsschip genomen werd in
de Chileensche wateren ondanks het
protest der Chileensche regeering.
Kapitein Vian vroeg deze verzeke
ring te bewijzen en hij noodigde den
Noorschen commandant uit met een
deel van de bemanning van de „Cos
sack” een onderzoek in te stellen aar.
boord van de „Altmark”. Na verdere
besprekingen stemde de Noorsche com
mandant er in tóe, over te gaan op de
„Cossack” en den officier, die zich
aan boord van de „Altmark” zou be
geven, te vergezellen.
De „Cossack” meerde naast de „Alt
mark” en de bemanning enterde. Aan
beide zijden werd geschoten en de ka
nonnier Smith, welke een der enteren
de afdeelingen commandeerde, werd
ernstig gewond. Een Britsche afdeeling
beklom de brug en verdrong den kapi
tein van de „Altmark” van het roer.
Hierna werd een onderzoek ingesteld
naar de Britsche gevangenen en deze
werden gevonden, opgesloten in de
munitiekamers, ruimen en in een le
dige olietank.
Tijdens het bevrijden van de gevan
genen ontsnapte een aantal manschap
pen van de gewapende macht, welke
door de „Graf Spee” aan boord
gezet, over den voorsteven en begaf
zich over het ijs naar de kust, van
waar met geweren het vuur op de En
gelschen werd geopend. De Engelschen
beantwoordden het vuur en twee Duit
schers, die over het ijs liepen om zich
bij hun kameraden te voegen, werden
getroffen. Tezelfder tijd viel een Duit-
scher over boord te midden van
schotsen. Twee officieren van
„Cossack” sprongen in het water
redden hem.
de Jösingfjord binnengegaan en wei
gerde te worden onderzocht door de
Noorsche douanebeambten. De Britsche
oorlogsschepen beweerden, dat de „Alt
mark” in dienst was van de Duitsche
marine en Britsche gevangenen aan
boord had.
De bewapening van het
Duitsche schip.
De „Altmark” was bewapend met
2 kleine kanonnen en 4 mitrailleurs.
Een der officieren deelde mede, dat
het schip in de Noorsche wateren twee
keer was „bezocht’doch dat het niet
was „doorzocht”. Hierdoor wordt ver
klaard. dat de Britsche gevangenen aan
boord, die riepen om vrijgelaten te wor
den. niet zijn opgemerkt. Zoodra de
manschappen, die hadden geënterd en
Duitsche tegenspraak.
In tegenspraak met de Britsche be
richten over een beweerde slechte be
handeling van den gevangen Engel
schen aan boord van de „Altmark”,
verklaart de kapitein van dit schip,
dat velen der Engelsche gevangenen,
alvorens zij het Duitsche schip verlie
ten, den kapitein, den gevangenen
officier en den scheepsarts bedankt
hebben voor de goede behandeling
tijdens hun gevangenschap. Wel heb
ben eenige gevangenen met het enter-
commando deelgenomen aan de plunde
ringen.
Het officieels Britsche standpunt in
zake het optreden tegen de „Altmark’
is. dat Engeland, „de rol op zich geno
men heeft van politie-agent, die zon
der arrestatiebevel binnendringt in een
huis, waarvan hij weet, dat daarin zoo
juist een misdaad is gepleegd”.
Men heeft zich overigens in Enge-
and hoogst verbaasd getoond over het
feit, dat Noorwegen niet heeft ont
dekt. dat de „Altmark”, toen dit schip
te Bergen werd doorzocht, 300 tot 400
gevangenen aan boord had. Reeds se
dert weken sprak men in de geheele
wereld over het feit, dat zich aan
boord van een Duitsch schip een groot
aantal Britsche gevangenen bevond.
Van gezaghebbende zijde wordt
medegedeeld, dat de Noorsche gezant
te Londen gistermiddag op het foreign
office was ontboden om het Britsche
standpunt ten aanzien van het „Alt-
mark”-incident te vernemen.
Bij deze gelegenheid heeft hij ook
het protest van deNoorsche regeering
aan lord Halifax overhandigd.
Noorwegen heeft tot nu toe nog niet
op het Duitsche protest inzake de
„Altmark” geantwoord, ofschoon ge
noemd land reeds een gedetailleerde
opsomming van het gebeurde aan de
Duitsche autoriteiten heeft doen toe
komen.
In bevoegde kringen te Berlijn liet
men doorschemeren, dat represailles
overwogen worden, want men verklaar
de „Er bestaat geen twijfel of wij
zullen dit met de Britten uitvechten.
Wat de kwestie tusschen Noorwegen
en Engeland aangaat, ook dit moet ge
regeld worden. De aanval op een niet-
bewapend schip, zooals de „Altmark”
heeft zeer groote verbittering opgemekt
onder het Duitsche vqlk en het gezegde
„Gott strafe England” is in dezen oor
log nog niet zoo populair geweest als
thans.
Onder toejuichingen van de menig
te is de „Cossack” met de bevrijde
Britsche gevangenen van de „Alt
mark” in de haven van Leith aan
gekomen. Vijf en twintig zieken
auto’s en twintig autobussen ston
den gereed, om de mannen te ont
vangen en meer dan honderd ver
pleegsters en leden van de eerste
hulp bij ongelukken. De mannen
werden snel ontscheept en naar zie
kenhuizen en andere gebouwen in
Edinburg vervoerd. Tot de officiee-
le personen, die bij de ontvangst
aanw’ezig waren behoorde Jon
Colville, onderstaatssecretaris voor
Schotland, het Schotsche lid van
het parlement Tom Lh i ton,
hoogere officieren t leger
vloot.
In totaal zijn er 275 zeelieden van
de „Altmark” gehaald, 55 officieren
en 220 zeelieden van lageren rang,
o.d. 56 Britsch-Indiërs.
„Lord Halifax heeft bij den Noor
schen gezant geprotesteerd tegen het
feit, dat de Noorsche autoriteiten niet
de aanwezigheid van 300 tot 400 Brit
sche gevangenen aan boord van de
„Altmark” hebben vastgesteld, toen dit
schip te Bergen doorzocht werd.
Den Noorschen gezant werd verzocht,
met spoed inlichtingen in te winnen
omtrent de omstandigheden, die aan
leiding tot deze klacht hebben gegeven.
Hem werd medegedeeld, dat, naar het
de Britsche regeering toescheen, de
Noorsche regeering in deze aangelegen
heid te kort was geschoten in haar
plicht als neutraal land en dat de Brit
sche regeering van oordeel was, dat
de zaak tegen dit bijzondere schip van
dien aard was, dat zij met recht er op
kon aandringen, dat de „Altmark” werd
geïnterneerd”.
Reuter verneemt, dat de Britsche
minister van buitenlandsche zaken,
lord Halifax, reeds besloten had een
protest in te dienen bij de Noorsche
regeering ten aanzien van de „Alt-
was
ft
BAYERp
k R_/ft
de
Ook voor geschenken slaagt U!
VRIJ TE BÈZICHTIGEN
WEEKDAGEN VAN 10 TOT 18 UUR
ZONDAGEN VAN 11 TOT 17 UUR
Had dan ook bijtijds Aspirin geno
men I Zorg steeds Aspirin bij de
hand te hebben, het onovertroffen
middel bij verkoudheid en griep.
DINSDAG, 20 FEBR
A.S. OPENING VAN
EEN GEHEEL DOOR
ONS INGERICHTE
MODEL FLAT
TE 'S-GRAVENHAGE
FRANKENSLAG 3a.