Bh Aspirin MODEL FLAT Britsche torpedojager getorpedeerd DER ZOMIN RINGENHUIS i I de Het De ve van aanhouding De protesten De bevrijde gevangenen Leith geland De indruk in het buitenland omzwervingen van de „Altmark” De bijeenkomst van de Scandinavische ministers HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 19 FEBRUARI 1940. EERSTE BLAD, PAGINA 2. RECLAMES. OPENING in „FRANKENHEUVEL” en en betreft. Noorsche gezant ontboden. Noorwegen in gebreke gesteld Het schip veranderde twee keer Noorsche Het schip gezonken Halifax protesteert bij Noorschen gezant De „Völkischer Beobachter” schrijft „Wij zullen de rekening presenteeren” de en Het foreign office heeft het volgende communiqué gepubliceerd Bijzonderheden over de „Altmark”. De „Altmark” is een Duitsch regee- ringsvaartuig met de z.g. Reichsdienst- flagge. Het is een schip van 17.000 ton. De Britsche regeering heeft de Noor sche regeering een mededeeling toege zonden betreffende de wijze, waarop de Noorsche autoriteiten ten aanzien van de „Altmark” zijn opgetreden, toen dit schip in de Noorsche wateren vertoefde. In de mededeeling wordt o.a. verklaard, dat de Noorsche regeering in gebreke was gebleven ten opzichte van haar plichten als neutraal land. Wanneer zij in feite de Britsche gevangenen aan boord gevonden had, wat zou zij dan met hen gedaan hebben Zij zou hen hebben vrijgelaten, of in ieder geval ze aangehouden hebben, hangende een vol ledig onderzoek der positie. De Engel- sche regeering was daarom van gevoe len, dat zij alle rechten had om zich te beklagen over niet-optreden der Noor sche regeering. Intusschen was het geval met het schip van dien aard, dat de Engelsche regeering recht had aan te dringen op interneering van de „Altmark”. Communiqué van de Britsche admiraliteit Honderdzevenenvijftig opvarenden vermist De Engelsche rechtvaardi gen hun optreden. van naam Een van de gevangenen, die van de „Altmark” zijn bevrijd, heeft over zijn avonturen o.m. het volgende verteld Op 27 September 1939 vertrokken wij met de „New Beach” van Kaapstad. Het schip werd door de „Admiral Graf Spee” op 5 October in den grond ge boord. Beide bemanningen werden aan boord van de „Graf Spee” genomen. De bemanningen van de „Huntsman” en de „Ashlea”, in totaal 153 man, werden aan boord van de „Altmark” gebracht. De „Altmark” wijzigde zijn naam en werd de „Sogne” uit Oslo. Op 23 Oct. werd de „Trevanion” door de „Graf Spee” in den grond geboord. De beman ning werd aan boord van de „Altmark” gezet. Dien dag vertrok de „Graf Spee” op jacht. Het schip kwam op 26 Novem ber terug met 26 gevangenen. Op 28 November verliet de „Altmark” de „Graf Spee” naar een onbekende haven. Op 1 December werd de „Doric Star” tot zinken gebracht, op 3 December de „Tairoa”, waarbij vijf man werden ge wond. De geheele bemanning met uit zondering van den kapitein werd aan boord van de „Altmark” genomen. De „Doric Star” en de „Tairoa” hadden resp. 83 en 85 man aan boord. De „Alt mark” nam toen den naam van „Che- quita” aan en werd geheel grijs geschil derd. Na den ondergang van de „Graf Spee” voer de „Altmark” op 22 Januari naar het Noorden. Op 31 Januari werd koers gezet naar Duitschland en op 14 Februari zag men land. Het schip voer een haven binnen, maar bleef ver van de kaden. Op 15 Februari trachtte het te ontsnappen. Tenslotte kwam dan de aanval van de Cossack”. Eeij Noor gewond. Het Noorsche telegraafagentschap deelt mede, dat de bewoners der huizen in de nabijheid hun woningen verlieten 'om zich in veiligheid te brengen. Een Noor kreeg een schot door zijn hand. Een douaneambtenaar, die aan boord van de „Altmark” was, vluchtte over het ijs toen de aanval begon. De „Alt mark” wordt thans bewaakt door een Noorsche marinewacht. PRINSESTRAAT 86 MODERNE VERLOVINGSRINGEN MASSIEF GOUD. Soliedst fabrikaat. 4.50 tot 20.—. Prachtsorteering Finland niet vertegenwoordigd United Press meldt uit Kopenhagen Een woordvoerder van het Deensche departement van buitenlandsche zaken heeft medegedeeld, dat de Finsche mi nister van buitenlandsche zaken niet wenscht deel te nemen aan de bespre kingen der Scandinavische ministers van buitenlandsche zaken te Kopenha gen op 24 en 25 Februari a.s. De afwezigheid van den Finschen minister van buitenlandsche zaken wordt hier verklaard als om de Scan dinavische ministers van buitenland sche zaken in de gelegenheid te stel len om te komen tot eenige bepaalde, gemeenschappelijke politiek, zonder daarbij beïnvloed te worden door de aanwezigheid van een Finschen verte genwoordiger. De slachtoffers. Naar het Duitsche nieuwsbureau uit Oslo meldt, zijn aan boord van de „Altmark” 6 man gedood. Voorts is in het ziekenhuis te Kristiansand een der gewonden overleden. Een der opvaren den wordt vermist en is waarschijnlijk verdronken. Bovendien zijn 5 opvaren den ernstig gewond. 148 minderen worden vermist. Men vreest dat zij omgekomen zijn. Een officier en vier minderen zijn gered. De „Daring” werd in 1932 gebouwd en mat 1375 ton. De machines van 36.000 p.k. gaven het schip een uursnel- heid van 35.5 mijl. De bewapening be- stonc uit 4 kanonnen van 12 c.m., 1 van 7.5 c.m. en 6 machinegeweren, benevens 8 torpedolanceerbuizen. Kapitein van de „Altmark” weigerde douane-onderzoek. Volgens een bericht van het Noorsche i.elegraafagentschap was de „Altmark” Een groot aantal naar ziekenhuizen overgebracht mark”, lang voor er sprake was van een protest van Noorwegen. In diplomatieke kringen is men van meening, dat de Britsche autoriteiten gerechtvaardigd waren om te doen, het geen zij gedaan hebben, gezien het feit, dat door de Noorsche autoriteiten niet was opgetreden ondanks de tot haar gerichte verzoeken. Men vraagt zich af of het schip indèrdaad in Bergen is geïnspecteerd en zoo ja, wat men dan aan boord gevonden heeft. Wan neer de gevangenen aan boord gevon den waren, zouden zij dan van boord gehaald zijn Wat het Duitsche protest wordt er op gewezen, dat er niet de minste twijfel bestaat, dat de „Alt mark” een hulpoorlogsschip was. De „Völkischer Beobachter” schrijft, dat sedert honderd jaren het in de geschiedenis van den zeeoorlog niet meer is voorgekomen, dat een oorlogs schip vreemde territoriale wateren ver binnendrong, een ongewapend koop vaardijschip overviel en een deel van zijn bemanning afmaakte. Het uitdruk kelijke bevel der admiraliteit, aldus het blad, maakt de verwachting te schande, dat het een op zichzelf staand geval betreft. Het begrip neutraliteit is sinds 17 Februari officieel geschrapt uit het Engelsche woordenboek. Zte verder le blad, pag. 3 De „Libre Belgique” schrijft: „Het incident met de „Altmark” is betreurenswaardig, maar de veront waardiging vol vertoon in Duitsch land, maakt op niemand indruk. De schending van neutraal gebied door één oorlogvoerende rechtvaardigt niet, zelfs niet als représaille, een schen ding van hetzelfde gebied door een andere oorlogvoerende, maar er is niets gemeenschappelijks tusschen het optreden van den Britschen torpedo boot jager, die een gewapend Duitsch schip aanvalt, dat heimelijk krijgsge vangenen door neutrale wateren ver voert en het optreden van een Duit sche duikboot, die een Nederlandsch schip torpedeert, dat tusschen neu trale havens vaart. De afleiding welke door de „Altmark” gewekt is, hoe han dig ook in Berlijn opgezet, zal de aan dacht niet afwenden van het geval met de „Burgerdijk”. Het „Altmark”-incident afleiding voor de „Burgerdijk” de bevrijde gevangenen veilig aan boord van de „Cossack” waren, verliet dit schip de fjord en voegde zich weer bij de overige Britsche oorlogsbodems. De ..Ivanhoe” had in den middag de bemanning van het Duitsche tankschip ..Baldur" gered, welk schip door de eigen bemanning tot zinken was ge bracht. Alle Britsche schepen begaven zich gezamenlijk en zonder te zijn lastig ge vallen. huiswaarts, beschermd door een sterke macht op zee en in de lucht. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: De onbeschrijfelijke verontwaardi ging, welke de Britsche overval op het Duitsche koopvaardijschip „Altmark” midden in Noorsche territoriale wate ren en de vermoording van weerlooze Duitsche zeelieden in Duitschland heeft gewekt, vindt haar weerslag in de commentaren in de geheele Duit sche pers. Zij doet vooral uitkomen, dat de overval is geschied op bevel van de Engelsche regeering en ver klaart, dat deze en de Britsche admira liteit zich daarmede hebben schuldig gemaakt aan sluipmoord op matrozen van de Duitsche koopvaardij en de rechten van neutrale staten met voe ten hebben getreden. De Britsche admiraliteit deelt in een officieel communiqué o.a. mede, dat kapitein Vian van de „Cossack” zich aan boord van het Noorsche schip „Kjell” begeven en gevraagd had, dat de „Altmark” naar Bergen zou wor den gebracht onder gemeenschappelijk Noorsch-Britsch geleide, opdat alles zou kunnen worden geregeld overeen komstig de internationale wet. De commandant van het Noorsche schip weigerde dit en verklaarde, dat hij handelde op last van zijn regee ring. Hij gaf de verzekering, dat zich geen Britsche gevangenen aan boord van de „Altmark” zouden bevinden, aangezien dit schip twee keer in een Noorsche haven was doorzocht. Toen dertig Britsche matrozen aan boord van de „Altmark” kwamen, ontspon zich een gevecht van man te gen man. Later werd een van de ente raars gewond door een val, welke de Duitschers hadden opgezet. Zij hadden n.l. een revolver zoo be vestigd aan de deur van de kajuit, dat deze door het gat van de deur vuurde op het moment, dat de deur geopend werd. Een van de bevrijde gevangenen ver telde, dat de gevangenen de laatste twee a drie dagen voor hun bevrijding geen daglicht hadden gezien daar de stalen bedekking van de luiken was dichtgeschroefd. arts verleende hem eerste hulp. De vierde officier van de „Altmark” werd toen hij voor den gewonden Engelsch- man verband haalde, door een Engel- schen kogel aangeschoten. Leden van het enter-commando plunderden de ver blijven van officieren, onderofficieren en manschappen der „Altmark” en hielden de bemanning met de wapens in bedwang. Zoo verkouden als een snip? Duitsche gezant naar de Jösingfjord. De Duitsche gezant, dr. Braeuer, is naar de Jösingfjord vertrokken om hedenmiddag aanwezig te zijn bij de rouwplechtigheden voor de om het leven gekomen zeelieden van de „Altmark”. Morgen verklaring van Churchill. Men verwacht, dat Churchill morgen in het Lagerhuis een verklaring zal af leggen over het gebeurde met de „Alt mark”. Dat de Noorsche autoriteiten niet beter hebben gezocht en dat de com mandant van het Noorsche oorlogs schip „Kjell” heeft geweigerd, in te gaan op het verzoek van commandant Vian om de „Altmark” onder een ge meenschappelijk Britsch-Noorsch es corte naar Bergen terug te brengen, wordt te Londen beschouwd als een volkomen rechtvaardiging van het op treden der Britsche regeering. In gezaghebbende kringen te Londen wordt nog verklaard Indien nog een verdere rechtvaardiging van het Brit sche optreden noodig was, dan zou deze gevonden kunnen worden in het alge meen optreden van de Duitschers in den oorlog ter zee, waarbij zij geen acht slaan op de rechten van de neutralen. De Britsche oorlogsschepen hebben ge handeld met volle goedkeuring van de Britsche regeering. Uit het feit, dat de Noorsche autoriteiten bij het onder zoek aan boord van de „Altmark” niets hebben gemerkt van de gevangenen, blijkt, dat dit onderzoek zeer oppervlak kig is geweest. De Britsche regeering zou reden hebben gehad om zich ern stig te beklagen, indien de gevangenen, na dit onderzoek, terecht zouden zijn gekomen in de interneeringskampen in Duitschland. Deze overwegingen zijn reeds ter ken nis van den Noorschen gezant gebracht en thans worden vriendschappelijke be sprekingen met de Noorsche regeering gevoerd. Officieel wordt te Londen mede gedeeld. dat de Britsche torpedo jager „Daring” getorpedeerd en gezonken is. Negen officieren en Duitschers overstemden hulpgeroep. De luiken waaronder de gevangenen werden „bewaard” waren met kabels en kettingen versterkt. De gevangenen boorden een gat in de luiken, zoodat zij konden zien wat er aan dek gebeur de. Toen de Noren aan boord kwamen greep een stuurman een ijzeren staaf en zei: „Kom kerels, hier zullen we er uit komen” en probeerde de luiken te forceeren evenals de deuren. Een andere ex-gevangene zei: Wij floten en schreeuwden allen toen de stuurman ’n geïmproviseerde Engelsche vlag door het gat in het luik wist te wringen. De Duitsche schildwacht greep de vlag en liet ze toen plotseling weer lós, zoodat wij beneden allen op een hoop over elkander vielen. We sloegen toen allen op de luiken met alles wat maar binnen ons bereik was. maar de Duitschers richtten wa terstralen op ons en lieten de stoom- winches op volle kracht draaien om ons geluid te overstemmen. James Wilkinson, een bootsman van de ..Doric Star” was een van de eersten die door de wachtende ambulances werd opgenomen. Hij had drie maanden aan boord van de „Altmark” doorge bracht. en zeide: „Alles wat wij te eten kregen was zwart brood en een kom waterige soep. Wij deden ons best om de zeelieden van de „Altmark” om te koopen om ons meer voedsel te bren gen. Ik zelf ben 28 pond magerder ge worden en mijn ribben staken letterlijk door mijn kleeren heen.” De Engelschen zagen er met hun on geschoren gezichten en sjofele kleeding armoedig en onverzorgd uit. Ook het schouwspel, dat de Laskaren boden toen zij de loopplank afkwamen met hun gele magere gezichten en hun ar melijke kleeding maakte een nog treu riger indruk. De jongste gevangene was een zekere Thomas Hunter, die 16 jaar oud was en aan boord van de „Newton Beach” ais cadet diende toen dit schip op 5 Octo ber door de „Graf Spee” buitgemaakt werd. „Velen van ons zijn erg ziek tenge volge van het slechte voedsel en een van de zieken is bijna gestorven”, ver telde een der andere bevrijde Britten. De verloste gevangenen van de „Alt mark” waren van meening, dat de ka pitein de bedoeling had het schip op te blazen, daar er tijdbommen in het schip zijn gevonden. Toen de „Altmark” en de „Cossack” nog acht voet van elkander verwijderd waren sprongen de enteraars over. De Duitschers meenden, dat zij zouden worden gevangen genomen en sommi gen sprongen op het ijs en enkelen daarvan openden het vuur op de en teraars. De meening van Amerikaan- sche deskundigen. De meening van de meerderheid der Amerikaansche deskundigen op het gebied van internationaal recht komt hier op neer, dat zoowel Duitschland als Engeland internationale rechtsre gels hebben geschonden, daar Duitsch land blijkbaar bedriegelijkerwijs de aanwezigheid van gevangenen aan boord van de „Altmark” heeft verbor gen gehouden, welke gevangenen Noorwegen onder bescherming zou hebben genomen, indien men daar van hun aanwezigheid op de hoogte ware geweest. De actie van Engeland in de Noorsche wateren heeft ae neutrali teit van dat land geschonden. Eenige juristen brachten echter naar voren, dat volgens de leer van de „vergel ding” de Britsche handelwijze gedeel telijk zou kunnen worden gerechtvaar digd. Daar staat echter de meening der meerderheid tegenover, dat het nimmer aangaat, de eene inbreuk te beantwoorden met een andere. Men hoort de meening uiten, dat Noorwegen de „Altmark” had moeten interneeren, daar het schip optrad als hulp-oorlogsschip, en in ieder geval gevangenen aan boord had. Men brengt in herinnering het geval van den Duitschen kruiser „Dres den” in den wereldoorlog, die door een Britsch oorlogsschip genomen werd in de Chileensche wateren ondanks het protest der Chileensche regeering. Kapitein Vian vroeg deze verzeke ring te bewijzen en hij noodigde den Noorschen commandant uit met een deel van de bemanning van de „Cos sack” een onderzoek in te stellen aar. boord van de „Altmark”. Na verdere besprekingen stemde de Noorsche com mandant er in tóe, over te gaan op de „Cossack” en den officier, die zich aan boord van de „Altmark” zou be geven, te vergezellen. De „Cossack” meerde naast de „Alt mark” en de bemanning enterde. Aan beide zijden werd geschoten en de ka nonnier Smith, welke een der enteren de afdeelingen commandeerde, werd ernstig gewond. Een Britsche afdeeling beklom de brug en verdrong den kapi tein van de „Altmark” van het roer. Hierna werd een onderzoek ingesteld naar de Britsche gevangenen en deze werden gevonden, opgesloten in de munitiekamers, ruimen en in een le dige olietank. Tijdens het bevrijden van de gevan genen ontsnapte een aantal manschap pen van de gewapende macht, welke door de „Graf Spee” aan boord gezet, over den voorsteven en begaf zich over het ijs naar de kust, van waar met geweren het vuur op de En gelschen werd geopend. De Engelschen beantwoordden het vuur en twee Duit schers, die over het ijs liepen om zich bij hun kameraden te voegen, werden getroffen. Tezelfder tijd viel een Duit- scher over boord te midden van schotsen. Twee officieren van „Cossack” sprongen in het water redden hem. de Jösingfjord binnengegaan en wei gerde te worden onderzocht door de Noorsche douanebeambten. De Britsche oorlogsschepen beweerden, dat de „Alt mark” in dienst was van de Duitsche marine en Britsche gevangenen aan boord had. De bewapening van het Duitsche schip. De „Altmark” was bewapend met 2 kleine kanonnen en 4 mitrailleurs. Een der officieren deelde mede, dat het schip in de Noorsche wateren twee keer was „bezocht’doch dat het niet was „doorzocht”. Hierdoor wordt ver klaard. dat de Britsche gevangenen aan boord, die riepen om vrijgelaten te wor den. niet zijn opgemerkt. Zoodra de manschappen, die hadden geënterd en Duitsche tegenspraak. In tegenspraak met de Britsche be richten over een beweerde slechte be handeling van den gevangen Engel schen aan boord van de „Altmark”, verklaart de kapitein van dit schip, dat velen der Engelsche gevangenen, alvorens zij het Duitsche schip verlie ten, den kapitein, den gevangenen officier en den scheepsarts bedankt hebben voor de goede behandeling tijdens hun gevangenschap. Wel heb ben eenige gevangenen met het enter- commando deelgenomen aan de plunde ringen. Het officieels Britsche standpunt in zake het optreden tegen de „Altmark’ is. dat Engeland, „de rol op zich geno men heeft van politie-agent, die zon der arrestatiebevel binnendringt in een huis, waarvan hij weet, dat daarin zoo juist een misdaad is gepleegd”. Men heeft zich overigens in Enge- and hoogst verbaasd getoond over het feit, dat Noorwegen niet heeft ont dekt. dat de „Altmark”, toen dit schip te Bergen werd doorzocht, 300 tot 400 gevangenen aan boord had. Reeds se dert weken sprak men in de geheele wereld over het feit, dat zich aan boord van een Duitsch schip een groot aantal Britsche gevangenen bevond. Van gezaghebbende zijde wordt medegedeeld, dat de Noorsche gezant te Londen gistermiddag op het foreign office was ontboden om het Britsche standpunt ten aanzien van het „Alt- mark”-incident te vernemen. Bij deze gelegenheid heeft hij ook het protest van deNoorsche regeering aan lord Halifax overhandigd. Noorwegen heeft tot nu toe nog niet op het Duitsche protest inzake de „Altmark” geantwoord, ofschoon ge noemd land reeds een gedetailleerde opsomming van het gebeurde aan de Duitsche autoriteiten heeft doen toe komen. In bevoegde kringen te Berlijn liet men doorschemeren, dat represailles overwogen worden, want men verklaar de „Er bestaat geen twijfel of wij zullen dit met de Britten uitvechten. Wat de kwestie tusschen Noorwegen en Engeland aangaat, ook dit moet ge regeld worden. De aanval op een niet- bewapend schip, zooals de „Altmark” heeft zeer groote verbittering opgemekt onder het Duitsche vqlk en het gezegde „Gott strafe England” is in dezen oor log nog niet zoo populair geweest als thans. Onder toejuichingen van de menig te is de „Cossack” met de bevrijde Britsche gevangenen van de „Alt mark” in de haven van Leith aan gekomen. Vijf en twintig zieken auto’s en twintig autobussen ston den gereed, om de mannen te ont vangen en meer dan honderd ver pleegsters en leden van de eerste hulp bij ongelukken. De mannen werden snel ontscheept en naar zie kenhuizen en andere gebouwen in Edinburg vervoerd. Tot de officiee- le personen, die bij de ontvangst aanw’ezig waren behoorde Jon Colville, onderstaatssecretaris voor Schotland, het Schotsche lid van het parlement Tom Lh i ton, hoogere officieren t leger vloot. In totaal zijn er 275 zeelieden van de „Altmark” gehaald, 55 officieren en 220 zeelieden van lageren rang, o.d. 56 Britsch-Indiërs. „Lord Halifax heeft bij den Noor schen gezant geprotesteerd tegen het feit, dat de Noorsche autoriteiten niet de aanwezigheid van 300 tot 400 Brit sche gevangenen aan boord van de „Altmark” hebben vastgesteld, toen dit schip te Bergen doorzocht werd. Den Noorschen gezant werd verzocht, met spoed inlichtingen in te winnen omtrent de omstandigheden, die aan leiding tot deze klacht hebben gegeven. Hem werd medegedeeld, dat, naar het de Britsche regeering toescheen, de Noorsche regeering in deze aangelegen heid te kort was geschoten in haar plicht als neutraal land en dat de Brit sche regeering van oordeel was, dat de zaak tegen dit bijzondere schip van dien aard was, dat zij met recht er op kon aandringen, dat de „Altmark” werd geïnterneerd”. Reuter verneemt, dat de Britsche minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax, reeds besloten had een protest in te dienen bij de Noorsche regeering ten aanzien van de „Alt- was ft BAYERp k R_/ft de Ook voor geschenken slaagt U! VRIJ TE BÈZICHTIGEN WEEKDAGEN VAN 10 TOT 18 UUR ZONDAGEN VAN 11 TOT 17 UUR Had dan ook bijtijds Aspirin geno men I Zorg steeds Aspirin bij de hand te hebben, het onovertroffen middel bij verkoudheid en griep. DINSDAG, 20 FEBR A.S. OPENING VAN EEN GEHEEL DOOR ONS INGERICHTE MODEL FLAT TE 'S-GRAVENHAGE FRANKENSLAG 3a.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 2