HAAGSCHE COURANT
De naweeën van de vorst
Vlucht uit Moskou
De Waal in de ban
van het ijs
STADSNIEUWS
Dinsdag 20 Februari 1940.
IN- EN UITVALLEN
Dam bij Leeuwen-boven
gebroken
bedrag
No. 17498.
(Van onzen eigen verslaggever.)
Tiengemeten vrijwel geïsoleerd
MILITAIR
Het ijs in de wateren en rivieren
FEUILLETON.
Wat wilt u
(Nadruk verboden.)
dan maar, wat u op
IWordt vervolgd.).
DE WAARDE VAN HET STATIS
TISCH MARKTONDERZOEK BIJ
HET VOEREN VAN RECLAME
VERGADERING HAAGSCHE
AFDEELING LIBERALE
STAATSPARTIJ
In de Betuwe.
Ook aan de „Betuwe-zijde” van de
Waal heeft het kruiende ijs zeer veel
schade en moeilijkheden berokkend. Op
eenig leed berokkenen. Hij zelf
ér ook in geslaagd aan hun ijze-
greep te ontkomen mocht hij
beden-
is zeer
want
In het Vuile Gat gaat nog steeds zoo
wel bij eb als vloed zeer zwaar drijfijs,
waardoor dit water voor drie vierde
met schotsen is bedekt. Voor de veer
lieden is er geen doorkomen aan. De
veerman aan de Hitsertsche kade heeft
den dienst stop gezetdie aan den Nieu
wendij k tracht, zoodra de situatie een
oogenblik minder ongunstig is, over te
gaan. Heen en terug duurt de reis dan
van 8 uur ’s morgens tot half vijf ’s mid
dags. Indien de boot niet terug kan,
moeten de postambtenaren en kooplie
den een Onderkomen zoeken bij de
eilandbewoners. Daar er geen dokter
op het eiland gevestigd is, zijn de 300
bewoners aangewezen op de hulp van
dr. van Waasbergen te Zuid-Beyerland.
Dat dit bij ernstige ziekte groote moei
lijkheden kan opleveren, is duidelijk.
Het eiland resorteert voor 2/3 onder de
gemeente Zuid-Beyerland en voor 1/3
onder de gemeente Goudswaard. Er
staan een tiental groote boerenhofste
den, terwijl het geheele eiland in eigen
dom toebehoort aan de N.V. maatschap
pij tot exploitatie van onroerende goede
ren „Eland De Tiengemeten”, directeur
de heer L. I. Overwater te Strijen. Men
mag het eiland niet bezoeken zonder
diens toestemming.
onzen tocht over den Betuwe-dijk zagen
wij overal gedeeltelijk vernielde wonin
gen in de uiterwaarden, alsmede op den
dijk geschoven roeibooten en andere
vaartuigen. Bij Doodewaart is men met
man en macht bezig dwars door de in ’n
ijsvlakte veranderde uiterwaarden een
pad te hakken naar 2 geïsoleerde boe
renhoeven toe.
Vele menschen wagen zich weer, nu
de Waal voorloopig rustig is, op het ijs-
schotsenveld en trekken met veel moeite
tot zelfs naar den overkant. Te Tiel is
nu een verbinding met Wamel tot stand
gekomen. Een klein veerbootje kan voet
gangers door de open vaargeul naar den
anderen kant brengen.
nen
land
en daarboven op de Oude Maas alle
scheepvaart onbelemmerd mogelijk is
geworden, evenals op de Bergsche Maas
bij Heusden. Bij Crevecoeur is de Maas
en bij Geertruidenberg de Donge boven
de brug bevaarbaar voor stoom- en
motorschepen, terwijl deze hinder on
dervinden op de Amer en het Hol-
landsch Diep bij Moerdijk. De Nieuwe
Merwede is bij Werkendam alleen met
speciaal voor de vaart door het ijs ge
bouwde schepen te bevaren. Bij Vrees
wijk is de vaart op de Lek weer moge
lijk voor stoom- en motorschepen, bij
St. Andries de Maas alleen voor krach
tige schepen.
De Waddenzee is bij Harlingen door
het ijs bevaarbaar voor speciaal daar
voor gebouwde schepen.
De Bergsche Maas en de Amer ver-
toonen beneden Kapelsche veer voor de
helft drijfijs, de Bovenrijn is vast, even
als de Nederijn boven Culemborg, ter
wijl deze beneden Culemborg blank is.
Op de Lek is bij Schoonhoven 2/10 en
bij Krimpen voor de helft drijfijs.
De Waal is vast tot Druten en bene
den Druten is voor een tiende drijfijs.
Overigens is er drijfijs van 3/10 tot 7/10
op de Boven- en Nieuwe Merwede, ter
wijl de Beneden-Merwede vast zit.
Niet belemmerd zijn de Kil en de
Noord, vast is daarentegen de Gelder-
sche IJsel.
Deest, 19 Februari.
Gestadig vordert het werk van de
ijsbrekers van Rijkswaterstaat op de
Waal bij Leeuwen-Boven. Gedurende
den geheelen dag van ’s morgens 6 uur
af tot het donker werd toe, hebben nu
weer 5 ijsbrekers hard aangepakt. Zij
waren hedenmiddag omstreeks 2 uur tot
bij de z.g. „Boschoven” genaderd.
VIJFDE BLAD.
-
DRUK VLIEGVERKEER MET
AMELAND EN SCHIER
MONNIKOOG
„De moeilijkheden van den midden
stand in dezen tijd”
In het grootste deel van het land is
de toestand voor de scheepvaart sedert
gisteren onveranderd. Wijzigingen zijn
vrijwel uitsluitend te constateeren in
de buurt van de Merwede en den Rot-
terdamschen Waterweg. De Lek bij
Krimpen is thans vrij voor alle stoom-
en motorschepen, de Waterweg bij
Vlaardingen en Maassluis eveneens,
doch met hinder, terwijl bij Dordrecht
zoowel op de Noord als op het Mallegat
standers. De perspectieven voor de ont
wikkeling van het middenstandbedrijfs-
leven achtte spr. weinig gunstig. Wij
gaan een zwaren tijd tegemoet. Op het
moment, dat er vrede zal worden geslo
ten, ontstaan vele moeilijkheden omdat
velen dan geen plaats meer zullen kun
nen vinden in de samenleving. Men
moet er op voorbereid zijn, dat de on
rust en ontevredenheid, welke dan ont
staan, misbruikt zullen worde» door
extremistische groepen. Een doelmatig
regeeringsbeleid is daarom een eerste
vereischte. Het is burgerplcht naar
een oplossing te zoeken voor deze
moeilijkheden, opdat een nieuwe perio
de van rust en welvaart zal kunnen
ontstaan, nadat de oorlog in Europa zal
zijn afgeloopen.
Na de pauze was er gelegenheid tot
het stellen van vragen.
Tot besluit van den avond vertoonde
de heer C. de Bie, leeraar aan de Land
bouwschool te Deventer, een door hem
tijdens een reis opgenomen film van
Nederlandsch-Indië.
Tot de aanwezigen behoorde, naast
verscheidene raadsleden, wethouder
prof. ir. C. L. van der Bilt.
De afdeeling ’s-Gravenhage van de
Liberale Staatspartij belegde gister
avond in „Excelsior” een vergadering,
waarin het woord werd gevoerd door
den heer F. L. van der Leeuw, lid van
den Gemeenteraad, over „De moeilijk
heden van den middenstand in dezen
tijd”.
Spr. stelde voorop, dat het geheele
bedrijfsleven zucht onder de lasten van
den oorlog. Speciaal de distribuanten
(dus de winkeliers) hebben hiervan te
lijden.
Wij hebben hier te kampen met een
botsing van belangen. Aan den eenen
kant moet men een zekere prijsstijging
kunnen motiveeren, terwijl aan den an
deren kant de inkomens dalen. Volgens
de algemeene opvattingen in de zaken
wereld moet men een zoodanigen prijs
bedingen, dat men genoeg geld in han
den krijgt om tegen de nieuwe (ver
hoogde) prijzen weer te kunnen in-
koopen. Veel wordt hier te lande gedaan
om de prijsstijging te beperken en te
beheerschen. De Prijsopdrijvingswet is
hiervan een uitvloeisel.
Men moet evenwel rekening houden
met de bedrijven, die deze prijsstijging
weer moeten opvangen. De detailhan-
delsbedrijven hebben door de crisis zeer
weinig weerstandsvermogen.
De rechterlijke macht heeft tijdig een
einde gemaakt aan een onjuiste regee-
ringspolitiek, welke leidde tot een uit
holling van het bedrijfsleven.
Tot nu toe is de Prijsopdrijvingswet
in zeer weinig gevallen in werking ge
treden, hetgeen pleit voor de gezonde
opvattingen in het bedrijfsleven. De
middenstand richt zich meer op het
algemeen belang, dan tijdens den vori-
gen oorlog.
Een tweede belangrijk vraagstuk is,
dat van het crediet. De middenstand
heeft onder de tegenwoordige omstan
digheden behoefte aan een ruimer cre
diet. De credietvoorziening in Neder
land is op een zeer gelukkige wijze ge
organiseerd (bank-crediet en z.g. crisis-
crediet). De ervaringen hiermede zijn
zeer goed. Een derde wijze van crediet-
verleening is door borgstelling voor een
voorschot uit een borgstellingsfonds.
Ook hier is veel zegenrijk werk verricht;
niet alleen door geldverstrekking maar
ook door zakelijke adviezen. Het werk-
tuigencrediet, pas in het leven geroepen,
helpt ondernemers bij het aanschaffen
van een betere technische outillage. Ook
deze vorm van crediet heeft al goede
resultaten af geworpen. Eenzelfde cre
diet zal worden geschapen voor andere
groepen van bedrijven.
Het spreekt vanzelf, dat al deze maat
regelen gedeeltelijk falen door den oor
logstoestand. Speciaal de gemobiliseer
de middenstanders zijn zwaar getroffen.
Buitengewoon groote moeilijkheden zijn
voor velen ontstaan. Door het verleenen
van zakenverlof wordt getracht hieraan
tegemoet te komen. Een volledige op
lossing is dit natuurlijk nooit, vooral
voor de kleinste handelaren. Er moet
worden uitgezien naar maatregelen om
deze bezwaren nog meer op te heffen.
Men is bezig voorzieningen te treffen,
die het mogelijk maken, dat gemobili
seerde zakenmenschen zich om advies
zullen kunnen wenden tot in te stellen
commissies in verschillende garnizoens
plaatsen. Het werk van O. en O., spe
ciaal wat het bieden van studiegelegen-
heid betreft, juichte de heer van der
Leeuw zeer toe.
Maatregelen zijn in voorbereiding, die
kunnen voorkomen, dat een gemobili
seerde, die buiten zijn schuld in be
talingsmoeilijkheden is geraakt, zonder
meer failliet wordt verklaard.
Een ander probleem is de kostwin
nersvergoeding, welke verstrekt moet
worden aan gemobiliseerde midden-
hem toe. In naam?
daarmee zeggen?
Het ingevallen gezicht van den zieke
kreeg plotseling wat kleur. Dat Li-
saweta werkelijk slechts in naam mijn
vrouw was, meneer Eschberg en dat
zy overigens naast mij heeft geleefd
als een zuster.
Het was doodstil in het vertrek*
Alexei Finschow had zijn oogen ge
floten. Van onder zijn neergeslagen
oogleden liepen echter tranen over zijn
wangen. Robert voelde de onverdrage
lijke kwelling der laatste dagen lang
zaam van zich afvallen. Hij geloofde
Alexei Finschow, zooals deze hem ge
loofde. Lisaweta, dacht hij, nu be
grijp ik alles. Je bent van mij wegge
gaan, omdat je het bedrog niet verder
wilde voortzetten. Je bent van me
heengegaan, maar je bent nog niet
voor mij verloren, want ik kan nu
weer aan je denken, zooals ik vroeger
aan je dacht. Hij staarde peinzend
voor zich uit en het was tenslotte de
stem van den zieke, die hem weer tot
de werkelijkheid deed terugkeeren.
Ik was de pleegzoon van de
ouders van Lisaweta, meneer Esch
berg. Mijn vader was onderwijzer in
het dorp, waar het landgoed der Von
Bernekamps stond. Hij is jong gestor
ven. Baron Von Bernekamp, die zelf
geen zoon had, heeft zich daarop mijn
lot aangetrokken en mij met Lisaweta
als zijn eigen kind opgevoed. Toen de
revolutie uitbrak en de Von Berne
kamps, als zoovele anderen, werden
vermoord, heeft Lukja, een oude be
diende, zich over ons beiden ontfermd.
zoeker van haar chef op den grond
zag liggen. Zij wist niet, wat er ge
beurd was, had slechts dof het geluid
van een vallend voorwerp gehoord.
Boedige tafreelen uit romans en films
flitsten door haar brein. Had de baas
dien man neergeslagen?
Onmiddellijk een dokter bloed
spuwing! riep Robert Eschberg.
Eenige dagen achtereen worstelde
Alexei Finschow in het ziekenhuis met
den dood. Robert had den patiënt in
een uitstekend sanatorium doen opne
men en opdracht gegeven hem met de
meeste zorg te behandelen. Al dien
tijd leefde Robert in angstige span
ning en maakte hij zichzelf de bitter
ste verwijten. Hoe had hjj dien armen
kerel zoo grof kunnen toesnauwen?
Tenslotte was het toch niet zijn
schuld, dat Lisaweta onwaarheid had
gesproken.
Eindelijk, na vijf dagen, was in den
toestand van Alexei Finschow eenige
verbetering te constateeren. Ten
minste, voor zoover in een dergelijk
geval van verbetering kan worden ge
sproken, zei de behandelende genees
heer tot Robert. Veel kon men voor
het leven van den patiënt niet meer
geven. De eene long was vrijwel ge
heel verwoest en de andere ernstig
aangedaan. Maar men zou hem voor
loopig wel weer op de been krijgen.
Wat men kon doen om het leven van
den patiënt te verlengen, vroeg Robert,
diep onder den indruk van deze, wei
nig hoop latende diagnose.
Goede verpleging en een verblijf
in de bergen, luidde het antwoord van
den medicus. Overigens had de patiënt
dringend den wensch te kennen gege
ven den heer Eschberg te mogen spre-
De woorden bleven in het vertrek
hangen. Zij vormden plotseling een on-
overkomelyken muur tusschen alles,
wat Robert gedacht, gevoeld en ge
hoopt had. Lisaweta had hem dus
dubbel belogen. Zij was de vrouw van
dezen man! Een smartelijk besef in
zijn diepste gevoelens bedrogen te zijn,
deed al het andere vergeten.
Alexei Finschow zag, hoe Robert
zijn hoofd op zijn arm legde. En hij
begreep: deze man was diep getrof
fen, was even ongelukkig als hij zelf.
Dat v^rdreef zyn haat. Hij had im-
ken en tegen een kort bezoek bestond
geen bezwaar.
Den dag na dit telefonisch gesprek
begaf Robert zich naar het sanatori
um. Alexei Finschow’s gezicht leek
nog bleeker en magerder dan by de
eerste ontmoeting. In zijn donkere
oogen was niets meer van haat te be
speuren; integendeel, zij waren nu dee
moedig en byna angstig op Eschberg
gericht. Deze man was geen vijand
meer; hij had al zijn zwakke krach
ten noodig voor den strijd met een
sterkeren tegenstander niet den
dood.
Ik ben blij, dat het u weer zoo
veel beter gaat, meneer Finschow.
Robert nam de klamme hand van den
zieke in de zijne.
Is dat waar? vroeg hij zacht.
Ik dacht, dat u blij zou zijn, als
ik en ik wenschte ook wel, dat nu
maar meteen het einde was gekomen.
U moet niet zoo pessimistisch
zijn. De dokter heeft mij immers zelf
verteld, dat u weer gezond zult wor
den.
Nooit meer. Alexei Finschow
schudde het hoofd. Ik heb u alleen
nog veel te zeggen, meneer Eschberg.
-— Als het u niet te veel vermoeit.
De dokter heeft mjj maar tien minu
ten bezoektijd toegestaan. U kunt mij
immers later alles nog wel vertellen.
Niet later, fluisterde de zieke,
ik weet niet, hoe lang ik nog zal
kunnen spreken.
Vertelt u
het hart hebt.
Robert zat op een stoel naast het
witte ledikant. De zieke lag op zijn
rug; zijn magere vingers tastten on
rustig over het laken.
Meneer Eschberg, zegt u mij om
der barmhartigheidswille slechts één
ding: Waar is Lisaweta?
Ik wou dat ik dat zelf wist, me
neer Finschow!
Ze is dus niet bij u?
Gelooft u me niet? vroeg Robert.
Finschow keek hem lang aan. Ja
ik geloof u, mompelde hij eindelijk.
Alleen... waar is ze? Ik zou haar
toch zoo graag nog eenmaal willen
zien voor ik sterf.
Ik heb uw vrouw het viel Ro
bert niet gemakkelijk deze woor
den over zijn lippen te brengen het
laatst in Londen gezien. Ik hielp haar
over de grens, omdat ik door haar
verhalen van alles op de hoogte was,
van alles, behalve van het feit, dat
zij uw vrouw is. Ik wilde haar uit de
handen van dien Pjotr redden, uit den
geestelijken en maatschappelijken nood
waaraan zij was overgeleverd. Daar
om vlogen wij naar Londen. Ik bood
haar aan met mij te trouwen, waar
door zij mijn naam zou krijgen en geen
gevaar meer zou loopen uitgewezen te
Worden.
En... en... is zij inderdaad uw
vrouw geworden? Alexei Finschow
vroeg het bijna fluisterend.
Robert schudde ontkennend het
hoofd. Nee, het kwam niet tot een
huwelijk. Toen ik haar wilde afhalen
om naar het stadhuis te gaan, was
zij weg. Ik begreep er niets van.
Zij kon immers niet met u trou
wen, omdat ze mijn vrouw was al
thans in naam, voegde Alexei er fluis
terend aan toe.
Robert boog zich met een ruk naar
Voordracht van professor dr. J. E. de
Quay.
De Statistische Studiekring hield de
zer dagen de derde bijeenkomst van
zijn vijfde wintercampagne onder pre
sidium van prof. mr. H. W. Methorst
Het onderwerp „De waarde van het
statistische marktonderzoek bij het voe
ren van reclame” werd ingeleid door
prof. dr. J. E. de Quay, hoogleeraar aan
de Katholieke Economische Hooge-
school te Tilburg.
Spr. zette allereerst uiteen hoe de
reclame als een onderdeel van den ge
heelen verkoop moet worden gezien
en hoe het marktonderzoek een
voorbereidende phase vormt van een
reclame-campagne. Bij het marktonder
zoek kan men onderscheid maken tus
schen het quantitatieve en het qüalita-
tieve deel. Het eerste loopt grooten-
deels parallel met het conjunctuuron-
derzoek en is voor een juiste prognose
van den reclameaanval op de verbrui
kers van veel belang.
Spr. wil echter vooral bezien of ook
de qualitatieve vragen door een statis
tische bewerking benaderd kunnen
worden. Het gaat hier om psycholo
gische motieven, welke leiden tot een
bepaalde keuze. De ervaring heeft ge
leerd, dat het individueele inzicht van
deskundigen ten aanzien van de werf
kracht van een reclame geen betrouw
baren maatstaf vormt. Een statistische
bewerking is wel mogelijk indien men
verschillende voorwaarden in acht
neemt, allereerst kennis van de psycho
logie. Aan de hand van eenige voor
beelden (marktonderzoekingen) toonde
spr. aan hoe deze kennis noodig is, om
de juiste argumenten voor een reclame
campagne te vinden. Op de voordracht
volgde een zeer geanimeerde discussie.
Ditmaal hebben wij het ijsbreken van
af den anderen Waaldijk, n.l. aan den
Betuwe-kant bij IJzendoorn gadegesla
gen. Het is en blijft nog steeds een
schier eindeloozen arbeid, dit ijsbreken,
want de afstanden die nu per dag afge
legd woéden bedragen slechts luttele
kilometers. En dan te bedenken, dat de
Waal tot ver voorbij Nijmegen geheel
met ijs bedekt is.
Behalve het moeilijke traject Bene-
den-LeeuwenLeeuwen-Boven, wacht
den ijsbrekers nog een zwaar stuk
Druten-Deest. Ook hier zal men nog
voor dagen werk hebben. Hedenmorgen
is men van taktiek veranderd. Vier ijs
breker Trachtten tegelijkertijd door de
ijsmassa te.breken. De „Siberië” mid
denin, terwijl de kleinste van het vijftal
een 200 meter er achter de resten op
ruimt. Met groote snelheid drjjven de
los gemaakte stukken ijs naar zee toe.
De dijkgraaf van Maas en Waal, de
heer Leeuwen te Appeltern, deelde
mede, dat het waarschijnlijk wel niet
mogelijk zou zijn het gedeelte ijs tus
schen Druten en Deest met ijsbrekers
op te ruimen. Zou dit inderdaad het
geval zijn, dan overwoog men om de
hulp van springmiddelen in te roepen/
Dit zou dan pas over vele dagen zijn,
aangezien de ijsbrekers nog een traject
van bijna 12 kilometer voor zich hebben
tot Deest.
25)
Wat zegt u, meneer Eschberg,
heeft Lisaweta u verteld, dat zij mijn
zuster is? Maar dat is toch Hij
zweeg plotseling, zijn lippen trilden
in zijn oogen kwam iets van een zie-
kelyken haat.
Robert greep hem bij zyn schou
ders. Spreek toch, mensch! Is Li
saweta soms niet je zuster?
Laat me los! kuchte Finschow,
terwijl hij zich uit Robert’s handen
trachtte te bevrijden. Laat me los
wat hebt u met Lisaweta gedaan?
Vaar is ze? Ik wil haar zien! Onmid-
deUijk!
Robert trok den man overeind tot
hij wankelend op zijn beenen stond.
Het bloed steeg hem naar het hoofd.
Op die vraag behoef ik je geen
antwoord te geven, al zou je ook tien
Waal haar broer zijn. Je moet goed
Weten, wien je voor je hebt! Je wan
trouwen is een grove beleediging, zoo
wel voor haar als voor mij. Lisaweta
heeft zich onder myn bescherming ge
steld.
Finschow staarde hem verdwaasd
aan. Eindelijk stamelde hy met zijn
gebroken stem: Ik zal u bewijzen
wie hier meer recht van vragen
heeft. U schijnt het niet te weten:
Lisaweta is niet mijn zuster, maar
mijn vrouw 1
daar toch hier te lande iedereen die
plaatsen wel kent Is een extra-uit-
gaaf door de Gemeente voor een in
formatiebureau te Scheveningen wel
verantwoord Is voor binnenlandsche
propaganda het voorgestelde
niet te hoog
De burgemeester heeft de
kingen ontzenuwd. De uitgaaf
productief voor de Gemeente,
het vreemdelingenverkeer brengt hier
belangrijke sommen, waarvan tal van
bedrijven, direct en indirect, en ook
de Gemeente zelf (opbrengst Vermake
lijkhedenbelasting, hoogere ontvang
sten voor de H.T.M.) belangrijk pro-
fiteeren. Inderdaad zouden de bij
dragen van particuliere belanghebben
den hooger dienen te zijn, zélfs al is
het waar, dat vele van die bedrijven
het nu heel moeilijk hebben (zooals in
den Raad was opgemerkt), maar de
bedoeling is dan ook om dit te bevor
deren, o.a. door aan de vermelding b.v.
in den Pensiongids de voorwaarde van
een billijke bijdrage 2,50 voor een
pez|gton) te verbinden. De algemeene
vereêfliging maakt propaganda voor
ons land, de plaatselijke speciaal voor
den Haag en Scheveningen. Propagan
da in het binnenland blijft noodig om
de aandacht op den Haag en Scheve
ningen te vestigen (ook al kennen de
meeste Nederlanders deze plaatsen
wel) en tot een bezoek te prikkelen.
Het inlichtingenbureau te Scheve
ningen zal zeer nuttig werk kunnen
doen, zooals ook de Spoorwegan (die
door hun eigen propaganda zooveel
kunnen bijdragen tot bevordering van
het vreemdelingenverkeer alhier) er
kennen door hun bijdrage. Gezien de
eischen. welke aan de propaganda
worden gesteld, is het voorgestelde be
drag niet te hoog. De burgemeester
deed de toezegging, dat men in de toe
komst bij de subsidieering rekening
zal houden met de particuliere bij
dragen en won tenslotte het pleit. Het
was een aardige speech, waarmee hij
de bedenkingen wegvaagdehij ont
haalde den Raad op veelzeggende ge
tallen, interessante statistieken en keur
van practische argumenten, waarna
alle leden, die het woord hadden ge
voerd, van repliek afzagen, zelfs de
heer van der Zee, die eerst nog iets
in ’t midden wilde brengen doch zweeg
toen men van alle kanten zijn ont
stemming over dit voornemen te ken
nen gaf.
En zonder verzet ging het voorstel
erdoor, evenals de overige voorstellen
van de agenda, bij enkele waarvan
slechts een korte en weinig belang
rijke opmerking werd gemaakt.
UITVOERING IN HET
HOSPITAAL
Voor de verpleegden van het Militair
Hospitaal hier ter stede is Zondagavond
een uitvoering gegeven. Op zaal 60
waar de patiënten voor zoover niet bed
legerig zich bevonden, heeft de heer
Jac. Verdy als conferencier en als imi
tator verschillende proeven van zijn
welbespraaktheid en van zijn imitatie-
kunst gegeven.
Mej. N. Lunow zong o.a. met den heer
Peter Walter enkele duetten op uit
stekende wijze, waarvoor hartelijk ge
applaudisseerd werd. Verbluffende
staaltjes van acrobatiek heeft hierna
de heer P. C. Berserik op zijn stalen
ros vertoond. De heer J. van Dalen
bleek niet alleen een uitstekend pianist
te zijn, maar toonde zich ook een
meester op de accordeon. Namens den
chef van het hospitaal en de patiënten
dankte aan het slot de reserve-officier
van Gezondheid 2e klasse, dr. Koomen,
voor het geboden kunstgenot.
Slechts weinig gemobiliseerden gaan
per vliegtuig met verlof
Men kan nauwelijks meer zeggen,
dat het eiland Ameland nog geïso
leerd ligt, zoo intensief is het vlieg
verkeer, dat de K.L.M. met dit eiland
onderhoudt.
Vanochtend is van Schiphol de DC
3-machine, de „Kemphaan”, opgeste
gen en heeft een lading kolen naar
het eiland vervoerd. Het was de be
doeling, dat de „Kemphaan” vandaag
nog tweemaal naar het eiland zou
gaan en wel met een lading suiker en
meel en ten slotte met een lading vee
voeder.
Het personen- en postvervoer ge
schiedt met de DC 2-machine. de „Riet
vink”, van het vliegveld Eelde af. Deze
machine doet op den heenweg ook
Schiermonnikoog aan, zoodat de bewo
ners van dit eiland niet van een ver
binding met het vasteland verstoken
blijven.
Iets nieuws bij deze vluchten is, dat
gehuwde gemobiliseerden voor hun
verlof van deze vluchten gebruik kun
maken om zich naar het vaste-
te begeven. Zooals wij reeds
meldden, betaalt de Staat voor hen
het vervoer. Deze regeling geldt zoo
wel voor op Ameland en Schiermon
nikoog gemobiliseerden, die hun gezin
op het vasteland hebben, als voor be
woners van deze beide eilanden, die
ergens anders in ons land zijn gemobi
liseerd.
Voorloopig is deze faciliteit voor
eenmaal toegestaan. Het zal van aller
lei factoren, zooals aanhouden van de
vorst en dergelijke afhangen, in hoe
verre zij zal worden herhaald.
De gemobiliseerden, die vandaag met
verlof gaan, komen Zaterdag terug,
terwijl er Donderdag een tweede
vlucht met militairen is, die a.s. Dins
dag den terugtocht zullen aanvaarden.
In het algemeen zoo vernamen
wij wordt er van deze vluchten niet
zooveel gebruik gemaakt, als men wel
zou vermoeden. Wat hiervan de reden
is, is moeilijk na te gaan, misschien
nog gebrek aan „air-mindedness”?
Reeds eenigen tijd geleden bestond de
faciliteit, dat gemobiliseerden, die met
verlof gingen, voor de helft van het
vervoertarief per vliegtuig konden
gaan. Hiervan werd toen vrij druk ge
bruik gemaakt.
In ied^r geval heeft het drukke
vliegverkeer de beide eilanden voor
een groot gedeelte uit hun isolement
verlost.
mers zooveel aan Robert Eschberg te
danken. Lisaweta was gered. Geen
politie, geen ambtenaren konden haar
nog
was
ren
dus nog meer verlangen?
Vergeef me, zoo heb ik het niet
bedoeld, ik-
Robert Eschberg vloog met een ruk
overeind. Maak, dat je wegkomt!
schreeuwde hy Finschow toe. Het was
een weldaad zoo te kunnen brullen,
zich te kunnen ontleden.
Fingchow deinsde verschrikt achter
uit. Op zjjn teenen sloop hij achter
waarts naar de deur. Robert had zijn
handen alweer voor het gezicht gesla
ven. Daar hoorde hij eensklaps een be
nauwd hoesten, een gerochel... Op
springend zag hij uit Finschow’s mond
bloed sijpelen. Rozig schuim kwam
den man, die wankelde, op de lippen.
Tevergeefs trachtte hij een steunpunt
te vinden en het volgende oogenblik
viel het zware lichaam met een slag
°P “en grond.
Robert rende naar de deur. Juf-
fruuw Kuilers gilde, toen zij den be-
Behalve het subsidie van 10.000
heeft de Gemeente indertijd over 1939
aan de plaatselijke vereeniging voor
vreemdelingenverkeer een aanvuMend
subsidie verleend van 9000. Voor
1940 had de vereeniging hetzelfde be
drag gevraagd plus 1600 voor een te
Scheveningen te vestigen inlichtingen
dienst, waarvoor de Ned. Spoorwegen
1000 geven en de maatschappij Zee-
bad-Scheveningen de lokaliteit beschik
baar stelt. B. en W. hadden voorge
steld, aan dit verzoek te voldoen en
de Raad heeft er zich eenstemmig mee
vereenigd. Niet echter, dan nadat ver
schillend! bedenkingen waren ge
opperd.
Ieder erkende het groote belang van
het vreemdelingenverkeer voor onze
Gemeente en den energieken arbeid
van de plaatselijke vereeniging onder
de nieuwe leiding. MaarVeroor
looft de financieele toestand van de
Gemeente, vooral in verband met de
toekomst, zulk een uitgaaf voor dit
doel? Dienen tegenover het offer van
de Gemeente niet ruimere particuliere,
bijdragen te staan, daar toch tal van
particuliere bedrijven direct of in
direct aanzienlijk van het vreemde
lingenverkeer profiteeren en dus groot
belang hebben bij de propaganda,
welke de vereeniging voor den Haag
en Scheveningen maakt Zou ook de
Kamer van Koophandel, die toch dit
bedrijfsleven vertegenwoordigt, niet
méér dienen bij te dragen dan de
500, waarop de vereeniging voor 1940
meent te mogen rekenen Is het geen
dubbel werk en geldverspilling, als de
plaatselijke vereeniging naast de alge-
meene propaganda werkt in het buiten
land (wat voorloopig neerkomt op
België, nu uit andere vreemde landen
geen bezoekers in grooten getale zijn
te verwachten)? Is propaganda voor
den Haag en Scheveningen in het bin
nenland (waarvan wij het nu bijna
uitsluitend moet hebben) wel noodig,
iaat aanleiding van de Raadszitting.
Vóór de Raad aan de ditmaal
voor een deel belangrijke benoe
mingen begon, heeft hij in geheime
vergadering geruimen tijd gedelibe
reerd. Waarover Wij kunnen het
slechts raden, doch zullen veiligheids
halve ook dit maar verzwijgen.
Na deze geheimzinnigheid benoemde
de Raad o.m. den heer C. J. Bakker,
den plaatsvervangenden directeur van
de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Rot
terdam, tot directeur van onze Ge
meentelijke Arbeidsbeurs, als opvolger
van den heer Boezer. De benoemde,
die door B. en W. als no. 1 op de aan
beveling was geplaatst, kreeg 28 stem
men, terwijl no. 2, de heer C. van
Wijk, de bekende leider van de zoo
nuttige Gemeentelijke Vakcursussen
voor werkloozen alhier, 15 stemmen op
Zich vereen igde.
Wij vermoeden, dat de Raadsleden,
die hun stem aan den heer van Wijk
hebben gegeven, dit niet hebben ge
daan omdat zij twijfelden aan de ge
schiktheid van een zoo ervaren man
als de heer Bakker, maar omdat zij van
oordeel zijn, dat men het eigen perso
neel. dat hiervoor door capaciteiten en
persoonlijkheid in aanmerking komt,
zooveel mogelijk gelegenheid moet
geven om promotie te maken.
Tot adjunct-directeur van de Duin
waterleiding een functie, welke ge
ruimen tijd onvervuld is gebleven
werd met algemeene stemmen benoemd
de heer ir. A. J. Gurck, tot dusver
hoófdingenieur-afdeelingschef bij dit
bedrijf.
1
h