HAAGSCHE COURANT De naweeën van de vorst Vlucht uit Moskou De Waal in de ban van het ijs STADSNIEUWS Dinsdag 20 Februari 1940. IN- EN UITVALLEN Dam bij Leeuwen-boven gebroken bedrag No. 17498. (Van onzen eigen verslaggever.) Tiengemeten vrijwel geïsoleerd MILITAIR Het ijs in de wateren en rivieren FEUILLETON. Wat wilt u (Nadruk verboden.) dan maar, wat u op IWordt vervolgd.). DE WAARDE VAN HET STATIS TISCH MARKTONDERZOEK BIJ HET VOEREN VAN RECLAME VERGADERING HAAGSCHE AFDEELING LIBERALE STAATSPARTIJ In de Betuwe. Ook aan de „Betuwe-zijde” van de Waal heeft het kruiende ijs zeer veel schade en moeilijkheden berokkend. Op eenig leed berokkenen. Hij zelf ér ook in geslaagd aan hun ijze- greep te ontkomen mocht hij beden- is zeer want In het Vuile Gat gaat nog steeds zoo wel bij eb als vloed zeer zwaar drijfijs, waardoor dit water voor drie vierde met schotsen is bedekt. Voor de veer lieden is er geen doorkomen aan. De veerman aan de Hitsertsche kade heeft den dienst stop gezetdie aan den Nieu wendij k tracht, zoodra de situatie een oogenblik minder ongunstig is, over te gaan. Heen en terug duurt de reis dan van 8 uur ’s morgens tot half vijf ’s mid dags. Indien de boot niet terug kan, moeten de postambtenaren en kooplie den een Onderkomen zoeken bij de eilandbewoners. Daar er geen dokter op het eiland gevestigd is, zijn de 300 bewoners aangewezen op de hulp van dr. van Waasbergen te Zuid-Beyerland. Dat dit bij ernstige ziekte groote moei lijkheden kan opleveren, is duidelijk. Het eiland resorteert voor 2/3 onder de gemeente Zuid-Beyerland en voor 1/3 onder de gemeente Goudswaard. Er staan een tiental groote boerenhofste den, terwijl het geheele eiland in eigen dom toebehoort aan de N.V. maatschap pij tot exploitatie van onroerende goede ren „Eland De Tiengemeten”, directeur de heer L. I. Overwater te Strijen. Men mag het eiland niet bezoeken zonder diens toestemming. onzen tocht over den Betuwe-dijk zagen wij overal gedeeltelijk vernielde wonin gen in de uiterwaarden, alsmede op den dijk geschoven roeibooten en andere vaartuigen. Bij Doodewaart is men met man en macht bezig dwars door de in ’n ijsvlakte veranderde uiterwaarden een pad te hakken naar 2 geïsoleerde boe renhoeven toe. Vele menschen wagen zich weer, nu de Waal voorloopig rustig is, op het ijs- schotsenveld en trekken met veel moeite tot zelfs naar den overkant. Te Tiel is nu een verbinding met Wamel tot stand gekomen. Een klein veerbootje kan voet gangers door de open vaargeul naar den anderen kant brengen. nen land en daarboven op de Oude Maas alle scheepvaart onbelemmerd mogelijk is geworden, evenals op de Bergsche Maas bij Heusden. Bij Crevecoeur is de Maas en bij Geertruidenberg de Donge boven de brug bevaarbaar voor stoom- en motorschepen, terwijl deze hinder on dervinden op de Amer en het Hol- landsch Diep bij Moerdijk. De Nieuwe Merwede is bij Werkendam alleen met speciaal voor de vaart door het ijs ge bouwde schepen te bevaren. Bij Vrees wijk is de vaart op de Lek weer moge lijk voor stoom- en motorschepen, bij St. Andries de Maas alleen voor krach tige schepen. De Waddenzee is bij Harlingen door het ijs bevaarbaar voor speciaal daar voor gebouwde schepen. De Bergsche Maas en de Amer ver- toonen beneden Kapelsche veer voor de helft drijfijs, de Bovenrijn is vast, even als de Nederijn boven Culemborg, ter wijl deze beneden Culemborg blank is. Op de Lek is bij Schoonhoven 2/10 en bij Krimpen voor de helft drijfijs. De Waal is vast tot Druten en bene den Druten is voor een tiende drijfijs. Overigens is er drijfijs van 3/10 tot 7/10 op de Boven- en Nieuwe Merwede, ter wijl de Beneden-Merwede vast zit. Niet belemmerd zijn de Kil en de Noord, vast is daarentegen de Gelder- sche IJsel. Deest, 19 Februari. Gestadig vordert het werk van de ijsbrekers van Rijkswaterstaat op de Waal bij Leeuwen-Boven. Gedurende den geheelen dag van ’s morgens 6 uur af tot het donker werd toe, hebben nu weer 5 ijsbrekers hard aangepakt. Zij waren hedenmiddag omstreeks 2 uur tot bij de z.g. „Boschoven” genaderd. VIJFDE BLAD. - DRUK VLIEGVERKEER MET AMELAND EN SCHIER MONNIKOOG „De moeilijkheden van den midden stand in dezen tijd” In het grootste deel van het land is de toestand voor de scheepvaart sedert gisteren onveranderd. Wijzigingen zijn vrijwel uitsluitend te constateeren in de buurt van de Merwede en den Rot- terdamschen Waterweg. De Lek bij Krimpen is thans vrij voor alle stoom- en motorschepen, de Waterweg bij Vlaardingen en Maassluis eveneens, doch met hinder, terwijl bij Dordrecht zoowel op de Noord als op het Mallegat standers. De perspectieven voor de ont wikkeling van het middenstandbedrijfs- leven achtte spr. weinig gunstig. Wij gaan een zwaren tijd tegemoet. Op het moment, dat er vrede zal worden geslo ten, ontstaan vele moeilijkheden omdat velen dan geen plaats meer zullen kun nen vinden in de samenleving. Men moet er op voorbereid zijn, dat de on rust en ontevredenheid, welke dan ont staan, misbruikt zullen worde» door extremistische groepen. Een doelmatig regeeringsbeleid is daarom een eerste vereischte. Het is burgerplcht naar een oplossing te zoeken voor deze moeilijkheden, opdat een nieuwe perio de van rust en welvaart zal kunnen ontstaan, nadat de oorlog in Europa zal zijn afgeloopen. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen. Tot besluit van den avond vertoonde de heer C. de Bie, leeraar aan de Land bouwschool te Deventer, een door hem tijdens een reis opgenomen film van Nederlandsch-Indië. Tot de aanwezigen behoorde, naast verscheidene raadsleden, wethouder prof. ir. C. L. van der Bilt. De afdeeling ’s-Gravenhage van de Liberale Staatspartij belegde gister avond in „Excelsior” een vergadering, waarin het woord werd gevoerd door den heer F. L. van der Leeuw, lid van den Gemeenteraad, over „De moeilijk heden van den middenstand in dezen tijd”. Spr. stelde voorop, dat het geheele bedrijfsleven zucht onder de lasten van den oorlog. Speciaal de distribuanten (dus de winkeliers) hebben hiervan te lijden. Wij hebben hier te kampen met een botsing van belangen. Aan den eenen kant moet men een zekere prijsstijging kunnen motiveeren, terwijl aan den an deren kant de inkomens dalen. Volgens de algemeene opvattingen in de zaken wereld moet men een zoodanigen prijs bedingen, dat men genoeg geld in han den krijgt om tegen de nieuwe (ver hoogde) prijzen weer te kunnen in- koopen. Veel wordt hier te lande gedaan om de prijsstijging te beperken en te beheerschen. De Prijsopdrijvingswet is hiervan een uitvloeisel. Men moet evenwel rekening houden met de bedrijven, die deze prijsstijging weer moeten opvangen. De detailhan- delsbedrijven hebben door de crisis zeer weinig weerstandsvermogen. De rechterlijke macht heeft tijdig een einde gemaakt aan een onjuiste regee- ringspolitiek, welke leidde tot een uit holling van het bedrijfsleven. Tot nu toe is de Prijsopdrijvingswet in zeer weinig gevallen in werking ge treden, hetgeen pleit voor de gezonde opvattingen in het bedrijfsleven. De middenstand richt zich meer op het algemeen belang, dan tijdens den vori- gen oorlog. Een tweede belangrijk vraagstuk is, dat van het crediet. De middenstand heeft onder de tegenwoordige omstan digheden behoefte aan een ruimer cre diet. De credietvoorziening in Neder land is op een zeer gelukkige wijze ge organiseerd (bank-crediet en z.g. crisis- crediet). De ervaringen hiermede zijn zeer goed. Een derde wijze van crediet- verleening is door borgstelling voor een voorschot uit een borgstellingsfonds. Ook hier is veel zegenrijk werk verricht; niet alleen door geldverstrekking maar ook door zakelijke adviezen. Het werk- tuigencrediet, pas in het leven geroepen, helpt ondernemers bij het aanschaffen van een betere technische outillage. Ook deze vorm van crediet heeft al goede resultaten af geworpen. Eenzelfde cre diet zal worden geschapen voor andere groepen van bedrijven. Het spreekt vanzelf, dat al deze maat regelen gedeeltelijk falen door den oor logstoestand. Speciaal de gemobiliseer de middenstanders zijn zwaar getroffen. Buitengewoon groote moeilijkheden zijn voor velen ontstaan. Door het verleenen van zakenverlof wordt getracht hieraan tegemoet te komen. Een volledige op lossing is dit natuurlijk nooit, vooral voor de kleinste handelaren. Er moet worden uitgezien naar maatregelen om deze bezwaren nog meer op te heffen. Men is bezig voorzieningen te treffen, die het mogelijk maken, dat gemobili seerde zakenmenschen zich om advies zullen kunnen wenden tot in te stellen commissies in verschillende garnizoens plaatsen. Het werk van O. en O., spe ciaal wat het bieden van studiegelegen- heid betreft, juichte de heer van der Leeuw zeer toe. Maatregelen zijn in voorbereiding, die kunnen voorkomen, dat een gemobili seerde, die buiten zijn schuld in be talingsmoeilijkheden is geraakt, zonder meer failliet wordt verklaard. Een ander probleem is de kostwin nersvergoeding, welke verstrekt moet worden aan gemobiliseerde midden- hem toe. In naam? daarmee zeggen? Het ingevallen gezicht van den zieke kreeg plotseling wat kleur. Dat Li- saweta werkelijk slechts in naam mijn vrouw was, meneer Eschberg en dat zy overigens naast mij heeft geleefd als een zuster. Het was doodstil in het vertrek* Alexei Finschow had zijn oogen ge floten. Van onder zijn neergeslagen oogleden liepen echter tranen over zijn wangen. Robert voelde de onverdrage lijke kwelling der laatste dagen lang zaam van zich afvallen. Hij geloofde Alexei Finschow, zooals deze hem ge loofde. Lisaweta, dacht hij, nu be grijp ik alles. Je bent van mij wegge gaan, omdat je het bedrog niet verder wilde voortzetten. Je bent van me heengegaan, maar je bent nog niet voor mij verloren, want ik kan nu weer aan je denken, zooals ik vroeger aan je dacht. Hij staarde peinzend voor zich uit en het was tenslotte de stem van den zieke, die hem weer tot de werkelijkheid deed terugkeeren. Ik was de pleegzoon van de ouders van Lisaweta, meneer Esch berg. Mijn vader was onderwijzer in het dorp, waar het landgoed der Von Bernekamps stond. Hij is jong gestor ven. Baron Von Bernekamp, die zelf geen zoon had, heeft zich daarop mijn lot aangetrokken en mij met Lisaweta als zijn eigen kind opgevoed. Toen de revolutie uitbrak en de Von Berne kamps, als zoovele anderen, werden vermoord, heeft Lukja, een oude be diende, zich over ons beiden ontfermd. zoeker van haar chef op den grond zag liggen. Zij wist niet, wat er ge beurd was, had slechts dof het geluid van een vallend voorwerp gehoord. Boedige tafreelen uit romans en films flitsten door haar brein. Had de baas dien man neergeslagen? Onmiddellijk een dokter bloed spuwing! riep Robert Eschberg. Eenige dagen achtereen worstelde Alexei Finschow in het ziekenhuis met den dood. Robert had den patiënt in een uitstekend sanatorium doen opne men en opdracht gegeven hem met de meeste zorg te behandelen. Al dien tijd leefde Robert in angstige span ning en maakte hij zichzelf de bitter ste verwijten. Hoe had hjj dien armen kerel zoo grof kunnen toesnauwen? Tenslotte was het toch niet zijn schuld, dat Lisaweta onwaarheid had gesproken. Eindelijk, na vijf dagen, was in den toestand van Alexei Finschow eenige verbetering te constateeren. Ten minste, voor zoover in een dergelijk geval van verbetering kan worden ge sproken, zei de behandelende genees heer tot Robert. Veel kon men voor het leven van den patiënt niet meer geven. De eene long was vrijwel ge heel verwoest en de andere ernstig aangedaan. Maar men zou hem voor loopig wel weer op de been krijgen. Wat men kon doen om het leven van den patiënt te verlengen, vroeg Robert, diep onder den indruk van deze, wei nig hoop latende diagnose. Goede verpleging en een verblijf in de bergen, luidde het antwoord van den medicus. Overigens had de patiënt dringend den wensch te kennen gege ven den heer Eschberg te mogen spre- De woorden bleven in het vertrek hangen. Zij vormden plotseling een on- overkomelyken muur tusschen alles, wat Robert gedacht, gevoeld en ge hoopt had. Lisaweta had hem dus dubbel belogen. Zij was de vrouw van dezen man! Een smartelijk besef in zijn diepste gevoelens bedrogen te zijn, deed al het andere vergeten. Alexei Finschow zag, hoe Robert zijn hoofd op zijn arm legde. En hij begreep: deze man was diep getrof fen, was even ongelukkig als hij zelf. Dat v^rdreef zyn haat. Hij had im- ken en tegen een kort bezoek bestond geen bezwaar. Den dag na dit telefonisch gesprek begaf Robert zich naar het sanatori um. Alexei Finschow’s gezicht leek nog bleeker en magerder dan by de eerste ontmoeting. In zijn donkere oogen was niets meer van haat te be speuren; integendeel, zij waren nu dee moedig en byna angstig op Eschberg gericht. Deze man was geen vijand meer; hij had al zijn zwakke krach ten noodig voor den strijd met een sterkeren tegenstander niet den dood. Ik ben blij, dat het u weer zoo veel beter gaat, meneer Finschow. Robert nam de klamme hand van den zieke in de zijne. Is dat waar? vroeg hij zacht. Ik dacht, dat u blij zou zijn, als ik en ik wenschte ook wel, dat nu maar meteen het einde was gekomen. U moet niet zoo pessimistisch zijn. De dokter heeft mij immers zelf verteld, dat u weer gezond zult wor den. Nooit meer. Alexei Finschow schudde het hoofd. Ik heb u alleen nog veel te zeggen, meneer Eschberg. -— Als het u niet te veel vermoeit. De dokter heeft mjj maar tien minu ten bezoektijd toegestaan. U kunt mij immers later alles nog wel vertellen. Niet later, fluisterde de zieke, ik weet niet, hoe lang ik nog zal kunnen spreken. Vertelt u het hart hebt. Robert zat op een stoel naast het witte ledikant. De zieke lag op zijn rug; zijn magere vingers tastten on rustig over het laken. Meneer Eschberg, zegt u mij om der barmhartigheidswille slechts één ding: Waar is Lisaweta? Ik wou dat ik dat zelf wist, me neer Finschow! Ze is dus niet bij u? Gelooft u me niet? vroeg Robert. Finschow keek hem lang aan. Ja ik geloof u, mompelde hij eindelijk. Alleen... waar is ze? Ik zou haar toch zoo graag nog eenmaal willen zien voor ik sterf. Ik heb uw vrouw het viel Ro bert niet gemakkelijk deze woor den over zijn lippen te brengen het laatst in Londen gezien. Ik hielp haar over de grens, omdat ik door haar verhalen van alles op de hoogte was, van alles, behalve van het feit, dat zij uw vrouw is. Ik wilde haar uit de handen van dien Pjotr redden, uit den geestelijken en maatschappelijken nood waaraan zij was overgeleverd. Daar om vlogen wij naar Londen. Ik bood haar aan met mij te trouwen, waar door zij mijn naam zou krijgen en geen gevaar meer zou loopen uitgewezen te Worden. En... en... is zij inderdaad uw vrouw geworden? Alexei Finschow vroeg het bijna fluisterend. Robert schudde ontkennend het hoofd. Nee, het kwam niet tot een huwelijk. Toen ik haar wilde afhalen om naar het stadhuis te gaan, was zij weg. Ik begreep er niets van. Zij kon immers niet met u trou wen, omdat ze mijn vrouw was al thans in naam, voegde Alexei er fluis terend aan toe. Robert boog zich met een ruk naar Voordracht van professor dr. J. E. de Quay. De Statistische Studiekring hield de zer dagen de derde bijeenkomst van zijn vijfde wintercampagne onder pre sidium van prof. mr. H. W. Methorst Het onderwerp „De waarde van het statistische marktonderzoek bij het voe ren van reclame” werd ingeleid door prof. dr. J. E. de Quay, hoogleeraar aan de Katholieke Economische Hooge- school te Tilburg. Spr. zette allereerst uiteen hoe de reclame als een onderdeel van den ge heelen verkoop moet worden gezien en hoe het marktonderzoek een voorbereidende phase vormt van een reclame-campagne. Bij het marktonder zoek kan men onderscheid maken tus schen het quantitatieve en het qüalita- tieve deel. Het eerste loopt grooten- deels parallel met het conjunctuuron- derzoek en is voor een juiste prognose van den reclameaanval op de verbrui kers van veel belang. Spr. wil echter vooral bezien of ook de qualitatieve vragen door een statis tische bewerking benaderd kunnen worden. Het gaat hier om psycholo gische motieven, welke leiden tot een bepaalde keuze. De ervaring heeft ge leerd, dat het individueele inzicht van deskundigen ten aanzien van de werf kracht van een reclame geen betrouw baren maatstaf vormt. Een statistische bewerking is wel mogelijk indien men verschillende voorwaarden in acht neemt, allereerst kennis van de psycho logie. Aan de hand van eenige voor beelden (marktonderzoekingen) toonde spr. aan hoe deze kennis noodig is, om de juiste argumenten voor een reclame campagne te vinden. Op de voordracht volgde een zeer geanimeerde discussie. Ditmaal hebben wij het ijsbreken van af den anderen Waaldijk, n.l. aan den Betuwe-kant bij IJzendoorn gadegesla gen. Het is en blijft nog steeds een schier eindeloozen arbeid, dit ijsbreken, want de afstanden die nu per dag afge legd woéden bedragen slechts luttele kilometers. En dan te bedenken, dat de Waal tot ver voorbij Nijmegen geheel met ijs bedekt is. Behalve het moeilijke traject Bene- den-LeeuwenLeeuwen-Boven, wacht den ijsbrekers nog een zwaar stuk Druten-Deest. Ook hier zal men nog voor dagen werk hebben. Hedenmorgen is men van taktiek veranderd. Vier ijs breker Trachtten tegelijkertijd door de ijsmassa te.breken. De „Siberië” mid denin, terwijl de kleinste van het vijftal een 200 meter er achter de resten op ruimt. Met groote snelheid drjjven de los gemaakte stukken ijs naar zee toe. De dijkgraaf van Maas en Waal, de heer Leeuwen te Appeltern, deelde mede, dat het waarschijnlijk wel niet mogelijk zou zijn het gedeelte ijs tus schen Druten en Deest met ijsbrekers op te ruimen. Zou dit inderdaad het geval zijn, dan overwoog men om de hulp van springmiddelen in te roepen/ Dit zou dan pas over vele dagen zijn, aangezien de ijsbrekers nog een traject van bijna 12 kilometer voor zich hebben tot Deest. 25) Wat zegt u, meneer Eschberg, heeft Lisaweta u verteld, dat zij mijn zuster is? Maar dat is toch Hij zweeg plotseling, zijn lippen trilden in zijn oogen kwam iets van een zie- kelyken haat. Robert greep hem bij zyn schou ders. Spreek toch, mensch! Is Li saweta soms niet je zuster? Laat me los! kuchte Finschow, terwijl hij zich uit Robert’s handen trachtte te bevrijden. Laat me los wat hebt u met Lisaweta gedaan? Vaar is ze? Ik wil haar zien! Onmid- deUijk! Robert trok den man overeind tot hij wankelend op zijn beenen stond. Het bloed steeg hem naar het hoofd. Op die vraag behoef ik je geen antwoord te geven, al zou je ook tien Waal haar broer zijn. Je moet goed Weten, wien je voor je hebt! Je wan trouwen is een grove beleediging, zoo wel voor haar als voor mij. Lisaweta heeft zich onder myn bescherming ge steld. Finschow staarde hem verdwaasd aan. Eindelijk stamelde hy met zijn gebroken stem: Ik zal u bewijzen wie hier meer recht van vragen heeft. U schijnt het niet te weten: Lisaweta is niet mijn zuster, maar mijn vrouw 1 daar toch hier te lande iedereen die plaatsen wel kent Is een extra-uit- gaaf door de Gemeente voor een in formatiebureau te Scheveningen wel verantwoord Is voor binnenlandsche propaganda het voorgestelde niet te hoog De burgemeester heeft de kingen ontzenuwd. De uitgaaf productief voor de Gemeente, het vreemdelingenverkeer brengt hier belangrijke sommen, waarvan tal van bedrijven, direct en indirect, en ook de Gemeente zelf (opbrengst Vermake lijkhedenbelasting, hoogere ontvang sten voor de H.T.M.) belangrijk pro- fiteeren. Inderdaad zouden de bij dragen van particuliere belanghebben den hooger dienen te zijn, zélfs al is het waar, dat vele van die bedrijven het nu heel moeilijk hebben (zooals in den Raad was opgemerkt), maar de bedoeling is dan ook om dit te bevor deren, o.a. door aan de vermelding b.v. in den Pensiongids de voorwaarde van een billijke bijdrage 2,50 voor een pez|gton) te verbinden. De algemeene vereêfliging maakt propaganda voor ons land, de plaatselijke speciaal voor den Haag en Scheveningen. Propagan da in het binnenland blijft noodig om de aandacht op den Haag en Scheve ningen te vestigen (ook al kennen de meeste Nederlanders deze plaatsen wel) en tot een bezoek te prikkelen. Het inlichtingenbureau te Scheve ningen zal zeer nuttig werk kunnen doen, zooals ook de Spoorwegan (die door hun eigen propaganda zooveel kunnen bijdragen tot bevordering van het vreemdelingenverkeer alhier) er kennen door hun bijdrage. Gezien de eischen. welke aan de propaganda worden gesteld, is het voorgestelde be drag niet te hoog. De burgemeester deed de toezegging, dat men in de toe komst bij de subsidieering rekening zal houden met de particuliere bij dragen en won tenslotte het pleit. Het was een aardige speech, waarmee hij de bedenkingen wegvaagdehij ont haalde den Raad op veelzeggende ge tallen, interessante statistieken en keur van practische argumenten, waarna alle leden, die het woord hadden ge voerd, van repliek afzagen, zelfs de heer van der Zee, die eerst nog iets in ’t midden wilde brengen doch zweeg toen men van alle kanten zijn ont stemming over dit voornemen te ken nen gaf. En zonder verzet ging het voorstel erdoor, evenals de overige voorstellen van de agenda, bij enkele waarvan slechts een korte en weinig belang rijke opmerking werd gemaakt. UITVOERING IN HET HOSPITAAL Voor de verpleegden van het Militair Hospitaal hier ter stede is Zondagavond een uitvoering gegeven. Op zaal 60 waar de patiënten voor zoover niet bed legerig zich bevonden, heeft de heer Jac. Verdy als conferencier en als imi tator verschillende proeven van zijn welbespraaktheid en van zijn imitatie- kunst gegeven. Mej. N. Lunow zong o.a. met den heer Peter Walter enkele duetten op uit stekende wijze, waarvoor hartelijk ge applaudisseerd werd. Verbluffende staaltjes van acrobatiek heeft hierna de heer P. C. Berserik op zijn stalen ros vertoond. De heer J. van Dalen bleek niet alleen een uitstekend pianist te zijn, maar toonde zich ook een meester op de accordeon. Namens den chef van het hospitaal en de patiënten dankte aan het slot de reserve-officier van Gezondheid 2e klasse, dr. Koomen, voor het geboden kunstgenot. Slechts weinig gemobiliseerden gaan per vliegtuig met verlof Men kan nauwelijks meer zeggen, dat het eiland Ameland nog geïso leerd ligt, zoo intensief is het vlieg verkeer, dat de K.L.M. met dit eiland onderhoudt. Vanochtend is van Schiphol de DC 3-machine, de „Kemphaan”, opgeste gen en heeft een lading kolen naar het eiland vervoerd. Het was de be doeling, dat de „Kemphaan” vandaag nog tweemaal naar het eiland zou gaan en wel met een lading suiker en meel en ten slotte met een lading vee voeder. Het personen- en postvervoer ge schiedt met de DC 2-machine. de „Riet vink”, van het vliegveld Eelde af. Deze machine doet op den heenweg ook Schiermonnikoog aan, zoodat de bewo ners van dit eiland niet van een ver binding met het vasteland verstoken blijven. Iets nieuws bij deze vluchten is, dat gehuwde gemobiliseerden voor hun verlof van deze vluchten gebruik kun maken om zich naar het vaste- te begeven. Zooals wij reeds meldden, betaalt de Staat voor hen het vervoer. Deze regeling geldt zoo wel voor op Ameland en Schiermon nikoog gemobiliseerden, die hun gezin op het vasteland hebben, als voor be woners van deze beide eilanden, die ergens anders in ons land zijn gemobi liseerd. Voorloopig is deze faciliteit voor eenmaal toegestaan. Het zal van aller lei factoren, zooals aanhouden van de vorst en dergelijke afhangen, in hoe verre zij zal worden herhaald. De gemobiliseerden, die vandaag met verlof gaan, komen Zaterdag terug, terwijl er Donderdag een tweede vlucht met militairen is, die a.s. Dins dag den terugtocht zullen aanvaarden. In het algemeen zoo vernamen wij wordt er van deze vluchten niet zooveel gebruik gemaakt, als men wel zou vermoeden. Wat hiervan de reden is, is moeilijk na te gaan, misschien nog gebrek aan „air-mindedness”? Reeds eenigen tijd geleden bestond de faciliteit, dat gemobiliseerden, die met verlof gingen, voor de helft van het vervoertarief per vliegtuig konden gaan. Hiervan werd toen vrij druk ge bruik gemaakt. In ied^r geval heeft het drukke vliegverkeer de beide eilanden voor een groot gedeelte uit hun isolement verlost. mers zooveel aan Robert Eschberg te danken. Lisaweta was gered. Geen politie, geen ambtenaren konden haar nog was ren dus nog meer verlangen? Vergeef me, zoo heb ik het niet bedoeld, ik- Robert Eschberg vloog met een ruk overeind. Maak, dat je wegkomt! schreeuwde hy Finschow toe. Het was een weldaad zoo te kunnen brullen, zich te kunnen ontleden. Fingchow deinsde verschrikt achter uit. Op zjjn teenen sloop hij achter waarts naar de deur. Robert had zijn handen alweer voor het gezicht gesla ven. Daar hoorde hij eensklaps een be nauwd hoesten, een gerochel... Op springend zag hij uit Finschow’s mond bloed sijpelen. Rozig schuim kwam den man, die wankelde, op de lippen. Tevergeefs trachtte hij een steunpunt te vinden en het volgende oogenblik viel het zware lichaam met een slag °P “en grond. Robert rende naar de deur. Juf- fruuw Kuilers gilde, toen zij den be- Behalve het subsidie van 10.000 heeft de Gemeente indertijd over 1939 aan de plaatselijke vereeniging voor vreemdelingenverkeer een aanvuMend subsidie verleend van 9000. Voor 1940 had de vereeniging hetzelfde be drag gevraagd plus 1600 voor een te Scheveningen te vestigen inlichtingen dienst, waarvoor de Ned. Spoorwegen 1000 geven en de maatschappij Zee- bad-Scheveningen de lokaliteit beschik baar stelt. B. en W. hadden voorge steld, aan dit verzoek te voldoen en de Raad heeft er zich eenstemmig mee vereenigd. Niet echter, dan nadat ver schillend! bedenkingen waren ge opperd. Ieder erkende het groote belang van het vreemdelingenverkeer voor onze Gemeente en den energieken arbeid van de plaatselijke vereeniging onder de nieuwe leiding. MaarVeroor looft de financieele toestand van de Gemeente, vooral in verband met de toekomst, zulk een uitgaaf voor dit doel? Dienen tegenover het offer van de Gemeente niet ruimere particuliere, bijdragen te staan, daar toch tal van particuliere bedrijven direct of in direct aanzienlijk van het vreemde lingenverkeer profiteeren en dus groot belang hebben bij de propaganda, welke de vereeniging voor den Haag en Scheveningen maakt Zou ook de Kamer van Koophandel, die toch dit bedrijfsleven vertegenwoordigt, niet méér dienen bij te dragen dan de 500, waarop de vereeniging voor 1940 meent te mogen rekenen Is het geen dubbel werk en geldverspilling, als de plaatselijke vereeniging naast de alge- meene propaganda werkt in het buiten land (wat voorloopig neerkomt op België, nu uit andere vreemde landen geen bezoekers in grooten getale zijn te verwachten)? Is propaganda voor den Haag en Scheveningen in het bin nenland (waarvan wij het nu bijna uitsluitend moet hebben) wel noodig, iaat aanleiding van de Raadszitting. Vóór de Raad aan de ditmaal voor een deel belangrijke benoe mingen begon, heeft hij in geheime vergadering geruimen tijd gedelibe reerd. Waarover Wij kunnen het slechts raden, doch zullen veiligheids halve ook dit maar verzwijgen. Na deze geheimzinnigheid benoemde de Raad o.m. den heer C. J. Bakker, den plaatsvervangenden directeur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Rot terdam, tot directeur van onze Ge meentelijke Arbeidsbeurs, als opvolger van den heer Boezer. De benoemde, die door B. en W. als no. 1 op de aan beveling was geplaatst, kreeg 28 stem men, terwijl no. 2, de heer C. van Wijk, de bekende leider van de zoo nuttige Gemeentelijke Vakcursussen voor werkloozen alhier, 15 stemmen op Zich vereen igde. Wij vermoeden, dat de Raadsleden, die hun stem aan den heer van Wijk hebben gegeven, dit niet hebben ge daan omdat zij twijfelden aan de ge schiktheid van een zoo ervaren man als de heer Bakker, maar omdat zij van oordeel zijn, dat men het eigen perso neel. dat hiervoor door capaciteiten en persoonlijkheid in aanmerking komt, zooveel mogelijk gelegenheid moet geven om promotie te maken. Tot adjunct-directeur van de Duin waterleiding een functie, welke ge ruimen tijd onvervuld is gebleven werd met algemeene stemmen benoemd de heer ir. A. J. Gurck, tot dusver hoófdingenieur-afdeelingschef bij dit bedrijf. 1 h

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 17