INDISCHE BEGROOTING
STATEH-CEHERAAl
KUNST EN LETTEREN
LUCHTVAART
Behandeling in de Tweede Kamer
aangevangen
Tentoonstelling
het Duitsche Boek
van
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 FEBRUARI 1910.
TWEEDE BLAD, PAGINA 3.
VEREEN IG1NGEN
Enorm succes in Diligentia
CARL FLESCH IN HET
KONINKLIJK CONSERVATORIUM
FRIEDRICH VON SCHILLER’S
DON CARLOS
P1ANO-AVOND
CLAUDIO ARRAU
DE KLM. BREIDT HAAR
LUCHTNET WEER UIT
Belangrijke tooneelgebeurtenis
in het seizoen
FINSCH
,EEN
der be-
behandelde
Hij
goed in, en droeg bij tot het
zeer
Soberheid gewenscht.
ont-
na deze boven
heeft
den onmiddellijk
i
I
zal L. C. graaf van Limburg Stirum be
toon Coolen.
Meer staatkundige zelfstandig
heid bepleit.
d e
het
dat
iet
en overwogen.
PIONIERS DER NEDERLANDSCHE
LUCHTVAART.
Voor de afdeeling Nederland van het
foor1-
Rede
f8nniidda6
(«n
Düsseldorf heeft den Haagschen muziek
avond in de Tonhalle aldaar op waardige
wijze beantwoord
Het standpunt der N.S.B.
De heer Rost van Tonningen
(N.S.B.) verzocht den minister mede te
deelen of het ontwerp betreffende de
slagkruisers spoedig kon worden inge
diend en behandeld.
De v o o r z i 11 e r
enkele boeken van leidende figuren aan
wezig zijn. Maar vooral wetenschap: ge
neeskunde, economie, arbeid, natuurwe
tenschappen, techniek, kunstgeschiedenis
en filosofie, poëzie, literatuur, een belang
wekkende collectie. Op de foto ziet men,
tijdens de opening Z. Exc. Graaf von Zech
von Burkersroda (derde van rechts) en dr
Schuon, voorzitter van de Duitsche kolo
nie alhier (tweede van rechts). Op de
tentoonstelling zijn werken van enkele der -
in het Duitsch vertaalde Nederlandsche „Maison Internationale des Intellectuels”
dënavond in „Boeatan”, Kneuterdijk 18a.
een causerie houden overDe
pioniers der Nederlandsche luchtvaart".
^last
houden. Hij wees er op,
4eti
de
von Valois, zooals ik nog nimmer zag. in
een spel. dat recht uit haar hart kwam
c een prinses van Eboli (Hertha Ziete-
mann) die met talent en temperament
speelde Twee namen die wij zullen ont
houden voor de toekonu
Er school de leiding van een geest van
intelligentie en eruditie achter dit alles.
De geestdriftige zaal bracht aan de
Düsseldorfers een sehier eindelooze ovatie,
waarin de ook in Scheveningen en de resi
dent! welbekende generaal-intendant
prof. Otto Krauss, deelde, die zich beschei
den terugtrok en het gezelschap als zoo
danig alle eer liet.
„Zulk een edel dienen der kunst bij ie
wonen is een geschank.”
sche Roode Kruis, te Amsterdam, de gala-
première geven van „Een Finsch Meisje"
(Hulda) spel in 3 bedrijven en 7 taferee-
len door de Finsche schrijfster Helle
Wuolijoki Regie A Defresne
Medewerkenden Ank van der Moer.
Mien Duymaer van Twist. Mies Elout.
Jenny van Maerlant. Helene Berthé. Johan
Schmitz, Antoon Roemer, Johan Elsen-
sohn, Eduard Palmers, Louis van Gaste
ren. Piet Rienks e.a. Décor Karei Brück-
man.
Een gedeelte van de opbrengst dezer
première komt ten bate aan het Finsche
Roode Kruis.
maakte er den
spreker opmerkzaam op, dat dat onder
werp bij de Defensie-afdeeling der be-
grooting zal worden besproken.
De heer Rost van Tonningen
(N.S.B.) stapte van dit onderwerp af en
sprak over de credietbehoeften van In-
dië. Deze zijn geheel op het moeder
land aangewezen. De financieele poli
tiek, is verkeerd geweest.
We hebben geen overzicht van de to
tale behoeften van het Rijk. De N.S.B.
heeft in het voorloopig verslag op een
kasbegrooting aangedrongen. Toegege
ven moet worden, dat Indië er op het
oogenblik gunstiger voorstaat dan het
moederland.
Juist omdat de financieele toestand
van het moederland zoo precair is, zou
een overzicht van de Indische finan
ciën op ons volk geruststellend kunnen
werken. De ambtenaren in Indië zijn
bekwaam genoeg om dit overzicht te
geven dit stuit echter af op den onwil
van den minister.
(De vergadering duurt voort.)
JOS. H. GOSSCHALK.
In den kunsthandel d'Audretsch. Koord
einde 119, wordt tot 9 Maart een ten
toonstelling gehouden van Parijsche tee-
keningen (1939) door Jos. H. Gosschalk.
HET „OORLOGS”VOORJAARS
PROGRAMMA.
1 Maart a.s. zal de nieuwe dienstrege
ling in werking treden voor het luchtnet
aer K.L.M., en der met haar samenwer
kende luchtvaartmaatschappijen, de A.
B.A., D.D.L., Sabena en D.N.L. In die
dienstregeling zijn verschillende uit
breidingen opgenomen. De ondervinding
der laatste maanden heeft geleerd, dat
de belangstelling voor het luchtverkeer
steeds stijgende is. De uitbreiding van
het aantal diensten wordt vergemakke
lijkt door het lengen der dagen. Na zons
ondergang geldt immers voor bijna alle
Europeesche landen een vliegverbod.
Het aantal diensten, dat dagelijks het
verkeer tusschen Nederland en Enge
land onderhoudt, zal tot vier worden
uitgebreid. Drie diensten zullen worden
onderhouden tusschen Nederland, Dene
marken en Zweden. Men heeft nu de
vertrektijden zóó vastgesteld, dat men
van Londen uit via Amsterdam, Stock
holm in één dag kan bereiken. Hetzelfde
geldt uiteraard in omgekeerde richting.
De luchtverbinding tusschen Neder
land en België wordt slechts in zooverre
gewijzigd, dat de aansluitingen tus
schen Amsterdam en Scandinavië gun
stiger zijn geworden, terwijl bovendien
d dienst ook op Zondagen zal worden
uitgevoerd.
In den loop van Maart worden verder
nog twee belangrijke uitbreidingen ver
wacht: de .Norway Air-Express”, de
dienst tusschen Amsterdam en Oslo zal
vermoedelijk op 15 Maart worden her
opend. Deze verbinding, welke vooral in
Noorwegen groote populariteit geniet,
zal op werkdagen in beide richtingen
worden onderhouden. De tweede lucht
verbinding, waarvan de opening in
Maart zal plaats vinden, is de dienst
Amsterdam—Parijs, welke via Dieppe
zal worden uitgevoerd.
Men moet laten groeien wat groeit
en Indië geen Westersche begrippen op
dringen. Zoolang er nog geen gezond
fundament is, is het oogenblik nog niet
gekomen voor een volwaardig parle
ment in Indië men zie slechts het nog
omvangrijke analphabetisme.
Uit de Indische pers is voldoende
gebleken, dat het streven naar een
volwaardig parlement niet in overeen
stemming is met wat „het Indonesi
sche volk” wenscht.
Wij moeten de Westersche begrippen,
cultuur en democratie niet opleggen
aan het Oosten. Er zijn verschillen in
landen en volken, welke de Schepper
heeft gewild.
De heer Slotemaker de Bruine achtte
de desbetreffende passage in het voor
loopig verslag ongelukkig, ook na de
rede van den heer Stokvis.
Diens betoog komt hierop neer, dat
de Nederlandsche Staten-Generaal zal
uitmaken, welke politieke regeerings-
vorm er in Indië zal zijn, en dat is im-
peratisme. Wij moeten de zelfstandig-
heidspolitiek in de regionale gemeen
schappen laten groeien en er verder
richting aan geven.
schrijvers aanwezig: Jo van Ammers-
Kuiler, Willy Corsari (die in Duitsch-
land Lij Corsari genoemd wordt) en An- alhier.
even ..uitsmijt”, om een vakterm te ge
bruiken. Het geestdriftige applaus van
de toehoorders was dan ook alleszins ver
diend
Beide middagen, welke ve bijwoonden
was de directeur van het Kon. Conserva
torium. de heer Sem Dresden van het be
gin tot het einde bij de les aanwezig Wel
een bewijs voor de kwaliteit van wat er
gezegd en gedaan wordt!
Groot en welverdiend succes voor het
Düsseldorfer Tooneelgezélschap.
Schiller's „Don Carlos", in Spanje spe
lende. maar met den geestelijken inzet van
de Vlaamsche en Hollandsche Nederlan
ders op den achtergrond, is een harts
tochtelijk pleidooi voor datgene wat èn
Schiller èn Goethe hebben aangevoeld als
wezenlijk belangrijk voor de Europeesche
beschaving en als onvervreemdbaarreigen
aan het Nederlandsche volksbestaan vrij
heid van geloof, vrijheid van geweten,
vrijheid van denken. Het was symbolisch,
dat bij de beroemd geworden zinnen, die
de markies de Posa tegen Philips den
tweeden, koning van Spanje zegt, in een
laatst appèl op den monarch, prompt een
enthousiast „opendoekje'” volgde, dat in
dit geval nu eens niet alléén den talent-
vollen acteur Heinz Rippert gold, maar
allereerst Schiller en diens nobelen geest,
zijn kijk op Nederland's verleden, dat
evenzoo goed is zijn heden en zijn toe
komst. De landgenooten, die op dat mo
ment niét applaudiseerden, (Hollanders
juichen niet gauw) hebben toch zonder
uitzondering den schok méégevoeld, die
allen in de zaal doortrilde.
De avond was gisteren, in het uitver
kochte Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen. is voor de gasten uit Dussel
dorf een groot en welverdiend succes ge
worden
Zij zijn in hun taak, om een cultureelen,
geestelijk op hoog niveau staanden avond
in de Nederlandsche residentie te geven,
volkomen geslaagd. Schiller's Don Carlos
moge hier i daar sporen vertoonen van
den tand des tijds. het ontkomt niet aan
de pathos van het snel diamatische. daar
naast valt toch ook wc r op welk een
voortreffelijke, zelfs moderne kwaliteiten
het bezit in constructie en dialoog van
meesterlijke passages. Over het stuk be
hoeven wij niet te spreken. Het is. ook
bij ons, door en door bekend En over de
vertooning en vertolking valt genoeg te
schrijven
Uitgaande van de stelling, dat wij het ge
zelschap van het Düsseldorfer Stadttheater
moeten zien als een gezelschap uit een
stad, die men met onze groote steden op
één lijn kan stellen, gaat men vergelijkin
gen maken. Wij hebben in langen tijd geen
vertooning gezien als deze. Niet wat
décors en ensceneering betreftdeze
waren niet beter dan wat men bij ons te
zien krijgt, een handig en bekend manoeu-
vreeren met één grond-décop dat in de
tuinscène natuurlijk te kort moest schie
ten. Maar tempo, samen.pel, éénheid in
de vertooning, waren hier in alle opzichten
volmaakt. Trouwens deze geheele ensce
neering van Peter Stanchina is ook in
Duitschland beroemd gewordeneen
módel voorstelling. Onder de creatie’s
noemen wij allereerst Philips den Tyran,
op zijn beste momenten in angstwekkende
geslotenheid en onaantastbare eenzaam
heid gespeeld door Erwin Faber, een feno
menaal acteur, waarop Düsseldorf trotsch
kan zijn en dien wij hier spoedig nog eens
hoopen terug te zien. Ontroerend was hij
in zijn mateloos verlangen naar den
„vriend", dien hij als koning nimmer be
zitten zou.
Het nerveus spel zijner vingers, bij een
tot het uiterst gespannen masker van rust,
zijn woedende uitbarstingen, en zijn groote
scène’s, zooals de meesleepende en nog
volkomen moderne dialoog tusschen mo
narch, veldheer en diplomaat (priester)
met den bijtenden slotzin zijn een onverge
felijk stuk van klassie.. tooneelspel gewor
den Ook Hanskarl Friedrich als de domini
caan en biechtvader Domingo muntte hier
uit door zijn geslepen, glashard en lugu-
ber-berekenend spel van diplomatiek
schaakspeler. De- titelrol was in handen
van Otto Collin, die er een sterk eigen
creatie van maakte, zeer verschillend van
de onze, maar niettemin in zijn soort be-
wonderenswaardig óver-nerveus, in zijn
angst voor de ontdekking en zijn wan-
hoopsvlucht naar de prinses van Eboli.
radeloos en hysterisch, maar door den
dood van zijn vriend Posa gelouterd tot
de zichzelf en anderen bevrijdende daad,
die nog éér zij zich kan verwezenlijken,
tragisch wordt gesmoord, door de oude,
schier vermolmde verschijning van den
rooden groot-inqui iteur. (Peter Esser, die
haar vertolkte als een niets-meer-ziende
konings-mummie-in-trance)
Een verrassing tenslotte waren de actri
ces Annemarie Jurgens, een Elisabeth
TOONEELVEREENIGING „ONDER
LINGE ONTSPANNING”.
De tooneelvereeniging „Onderlinge
Ontspanning" geeft Zondag 25 Februari
in gebouw Musica een feestavond Opge
voerd wordt de klucht van Rudolf Knei-
sel ..Papageno”, onder regie van den heer
N. S. Voerman. Na afloop is er bal. De
dansmuziek wordt verzorgd door „The
American Band” onder leiding van den
heer P. C. v. Booren jr.
De heer Stokvis behandelde vervol
gens uitvoeriger, den drang naar staat
kundige hervorming in Indië en de af
wijzende houding van de Regeering
daartegenover. Indië heeft inderdaad
een snelle ontwikkeling getoond. De
Regeering wil eerst een regionale
staatkundige ontwikkeling en dan pas
een centrale, doch deze beide hebben
een aparte sfeer. Het streven naar me
dezeggenschap moet zich ook in de cen
trale sfeer en in de verhouding tus
schen Indië en het Moederland kunnen
laten gelden.
Het streven naar meer staatkundige
zelfstandigheid vindt echter bij deze
Regeering geen steun. De heer Stokvis
verdedigde de poging van het Volks-
raadslid Thamrin, om het eedsformu-
lier voor de toelating tot lid van den
Volksraad meer in overeenstemming
te brengen met dat voor den Staten-
Generaal. Hij betoogde dat het verlan
gen om zich in den Volksraad en in
de gemeenteraden in het Maleisch uit
te drukken, niet onredelijk kon worden
geacht. Er moet ook onzerzijdsch een
grooter streven tot toenadering zijn.
De heer Stokvis verdedigde eveneens
het pitionnement om aan den Volks
raad de positie van een volwaardig
parlement te geven. Dit zal niet gaan
zonder een fundamemteele wijziging in
de ministerieele verantwoordelijkheid,
waarmede ook weer verband fioudt het
gemeen bestuur van den Gouverneur-
Gtneraal in naam der Koningin. De
Volksraad moet iets meer zijn dan
hechts een „claque”.
heer Stokvis wees op de moge
lijkheden, welke de Grondwetswijziging
van 1922 bood en op het feit dat art. 1
der Indische staatsregeling deze eigen-
Hjh machteloos maakt.
De heer Stokvis acht een volwaardig
Wement in Indië mogelijk, ook in
■’'’“iaal staatsverband. Hij overwoog
indienen van een motie.
bcoi
van
duet,
biet
Meesters als leerlingen bij den
grootmeester
W.B. schrijft ons
Nu de paedagogische en solistische cur
sus van Carl Flesch aan het Koninklijk
Conservatorium eenigen tijd aan den gang
is. zijn we er eens een paar middagen
een kijkje gaan nemen, om een indruk te
krijgen van de belangstelling van de
Haagsche Violistenwereld voor deze uit
zonderlijke gebeurtenis. En we moeten
dadelijk toegeven, dat onze stoutste ver
wachtingen overtroffen werden. In een der
grootste leskamers van het oude school
gebouw moesten we ons een weg banen
om een plaatsje bij de kachel te ver
overen. In dichte drommen zaten de deel
nemers gegroepeerd om een klein podium,
waarop de kleine-groote man van achter
een tafeltje zijn violistische wijsheid tot
heil van de toehoorders openbaart.
Onder de luisteraars treft men vele be
kende gezichten aan (o.a. verschillende
leden van het Residentie-orkest) en ook
enkele vooraanstaande Haagsche dilettan
ten trachten hier hun violistisch peil te
verhoogen Vooral de aanwezigheid van
de Orkestleden valt zeer te loven. Immers,
wanneer we bedenken hoe zwaar hun
orkestdienst is, aan dwingt het eerbied
voor hun instrumentaal enthousiasme af,
dat ze den weinigen vrijen tijd, die over
blijft op zoo’n nuttige wijze besteden.
Het is aardig om te zien, hoe gespan
nen de deelnemers luisteren naar des pro
fessors woorden en hoe ze alles, wat hij
zegt, als hét ware indrinken. De meesten
van hen zijn gewapenc^met een bloc-note
en een potlood en in razende vaart schrij
ven ze op, wat ze willen vastleggen ter
overdenking.
Typeerend voor Flesch is, dat hij zijn
cursus in het Hollandsch geeft. En hoe
Kranig weet hij zich over de hindernissen,
die onze taal den buitenlander biedt, heen
te werken. Van tijd tot tijd sluipt er wel
eens een zonderlinge uitdrukking tusschen
maar, aangezien Flesch nu uitsluitend
Hollandsch spreekt en leest is het een
kwestie van tijd om deze eenigszins
vreemde zegswijzen te doen verdwijnen
Maar komisch klinkt het. om de leider te
hooren zeggen: „Dit is het gauweste
vibrato, dat ik ooit gehoord heb”.
Zijn verhandeling over het vibrato was
weer uitermate interessant evenéls de
demonstratie’s van eenige deelnemers.
Grappig was het moment, toen een circa
2 meter lang lid van het Residentie-orkest
zijn vibrato toonde en Carl Flesch onder
de vibreerende hand plaats nam om een
eventueele tekortkoming te kunnen con-
stateeren.
De ..geneeskrachtige" oefeningen wor-
den onmiddellijk na het vaststellen van
de fout den patiënt meegedeeld „Het is
l* hier niet alleen een polikliniek, maar ook
eer. apotheek" merkte Flesch op
De tweede middag werd besteed aan de
bespreking van het étude-materiaal. Vele
belangrijke étuden speelde Flesch gedeel
telijk voor en bijna alles uit het hoofd. Bij
het overslaan van een langzame inleiding
van een étude kon Flesch het niet laten
even een „Witz" te vertellen. Een zeer
beroemd pianist kreeg bezoek van een
jongeling, die les van hem wilde hebben
Bij het hooren van de condities van den
beroemden man (40 dollar per uur), kreeg
de adspirant-leerling het wel even be
nauwd. maar besloot toch met de lessen
te beginnen. Op de eerste les speelde hij
een Beethoven-sonate. Het adagio, dat op
het eerste allegro volgde, sloeg hij over
en begon dadelijk met het scherzo. Op de
vraag van zijn beroemden leeraar, waarom
hij het langzame deel niet speelde, ant-
wuorde de jonge pianist: „Dat kost te veel
tijd, daarvoor zijn uw lessen te duur”.
Tot slot van dezen étuden-middag. speel
de Flesch de 4e Caprice van Paganini voor
Als men bedenkt, dat dit we) de zwaarste
caprice van den dulvelschen Italiaan is,
dan dwingt 't bewondering af, hoe Flcscn.
na een cursus van twee uren, dit stuk er
GALA-PREMIERE
MEISJE”.
Het Nederlandsch Tooneel directeur
Cor v d Lugt Melsert, zal op Vrijdag 23
Februari as in samenwerking met het
comité tot hulpverleening aan het Fin-
De beroemde Chileensche pianist Clau
dio Arrau heeft gisteravond een af-
scheidsrecital in een goed bezette Dili-
gentia-zaal gegeven. Waren wij helaas bij
zijn vorig optreden, door bezigheden el
ders, genoodzaakt een oordeel uit te
spreken, na slechts eenige nummers te
hebben bijgewoond, zoo werden de toen
ontvangen indrukken thans toch volko
men bevestigd. Claudio Arrau toonde zich
ook nu weer niet alleen een instrumen
talist met een technisch kunnen, zooals
wij slechts bij de allergrootste sterren
aan het pianistenfirmament aantreffen,
doch tevens als dichter een genie. De aan
slag en het meesterlijk pedaalgebruik zijn
daarbij van een dusdanige zekerheid en
verfijning, dat zij een onderwerp van stu
die kunnen vormen voor iederen deskun
dige
Als eerste nummer van het programma
bracht de kunstenaar de Sonate in G
gr. t. (K V. 283) van W. A. Mozart ten
gehoore. Een nobele, sensitieve en uiterst
stijlvolle vertolking, welke boeide door
haar ideale klankschoonheid, heeft Clau
dio Arrau ons daarmede geschonken.
Beethoven's Sonate in Es gr t. op. 31
no. 3 volgde hierna. Welk een bovenmen-
schelijke prestatie is deze uitvoering, uit
physiek, zoowel als uit artistiek oog
punt beschouwd, geweest. Het Presto con
fuoco, zoo aangrijpend door stuwing in
de crescendi. door grootschheid van op
vatting, heeft de schoonste herschepping
ondergaan, welke wij ooit mochten ont
vangen. In die spel was niets, dat gi
slaagd heette door bijzonder toeval; hi
was beheerscht. doordacht cr.
De ontroering, welke wel ieder toehoor
der moet hebben gevoeld, laat zich ech
ter niet beschrijven. Zoo’n goddelijke
openbaring, zoo’n edel dienen van de
kunst is een geschenk voor hem, die het
mag bijwonen.
De Fantasie op. 17 van R. Schumann
volgde als laatste nummer voor de pauze
„Durchaus fantastisch und leidenschaft-
lich zelfs in de meest teedere, verstilde
deelen was de gelouterde romantiek van
Claudio Arrau s sublieme vertolking. Ro
mantiek, welke ons stemmingsbeelden van
ongekende kleurschakeringen schonk.
De Fransche klavierliteratuur was op
dit programma vertegenwoordigd met
..Gaspard de la Nuit" van M Ravel en
„l’Isle joyeuse” van Cl. A Debussy De
uitvoering van de composities van Ravel
bracht ons een onderhoud, dat wij eeni
gen tijd geleden met één der grootste
meester-pianisten hebben gehad, in her
innering De kunstenaar wij willen
hier liever geen naam noemen had
slechts twee der drie werken uit boven
genoemden bundel op zijn programma
vermeld. Naar aanleiding van onze vraag
omtrent de reden van het ont
breken van het laatste werk motiveerde
de pianist dit door te bewijzen op het
‘e*L dat de compositie practisch onuit
voerbaar is. En inderdaad! Wij hooren
„Scarbo" wel eens meer of minder geluk
kig „spelen”, doch ontvingen tot nu toe
nimmer den indruk van een verwezenlij
king van Rovel's idealen. Doch gister
avond werd „Scarbo" aan ons geopen
baard met een uitvoering, waarin tech
niek slechts een ondergeschikte rol speel
de. „Scarbo" werd tot werkelijkheid, zoo
als wij het in onze gedachten steeds had
den voorgesteld Dit recital heeft ons met
blijvende dankbaarheid tegenover Clau
dio Arrau vervuld.
De aanwezigen juichten den pianist
aan het einde van den avond luide toe en
drongen met hun enthousiast applaus zoo
duidelijk en langdurig op een toegift aan
dat Claudio Arrau zelfs na deze boven-
menschelijk physieke en geestelijke pres
taties aan het verzoek heeft voldaan.
Danse” van Debussy hebben wij als
extra ontvangen.
Onzekerheden.
heer van Kempen (Lib.) zeide
at hij in de memorie van antwoord
juist en treffend beeld van Indië
'n Indische samenleving had gevon-
5en- Hij hield vervolgens een beschou-
over het financieel beleid der Re
dering. jjct is m0eilijk in dezen tijd
cijfers te komen, waaraan men
°uvast heeft. De tijdsomstandigheden
to buitengewoon onzeker. Dit blijkt al
1 jongste mededeelingen uit Indië,
'J18ens welke het op 55 millioen ge-
l^de tekort voor 1940 wel tot 82 mil-
zou stijgen. Men moet ook voor-
zijn met voorspellingen, men
Van de rubber iets te verwachten,
C*r er zit een synthetische concur-
k' °P het vinketouw, die ons wil
"chten den wind uit de zeilen te
’’hen.
K_. heer van Kempen meende, dat de
•fingrcgeiingen in Indië voldoende
draagkracht der bevolking re-
dat
1 drastische bezuiniging mag wor-
°e8epast: Dat is op het oogenblik
Hs2Uiste politiek. Zou de Regeering
njn 8aan bezuinigen dan zou zij span-
oproepen, waarvoor zij geen
l^jP^oordelijkheid kan aanvaarden.
Dtoefjmoet vasthouden aan haar be-
q Open-deur-politiek.
'r iarPn van internationalen aard
*.leen Indië. Ook is er de dreiging
l e synthetische fabricage van pro
le a>s rubber; men houde daar-
re*ening, ook al lijkt het gevaar
ernstig. De mcekrapcultuur in
De heer Slotemaker
Bruine (C.H.) besprak eerst
financieele beleid. Hij betoogde,
een gezond beleid vereischt voort
durend onderscheid te maken tusschen
de gewone uitgaven en de buitenge
wone uitgaven voor de defensie. Deze
laatste zijn voor een derde gedeelte
debet aan de huidige moeilijkheden.
De begroeting moet op andere wijze
worden ingericht. Men mag niet te
zware lasten laden op het nageslacht.
Dat ziet de Indische Regeering ook in.
Zij acht eveneens een sluitende be-
grooting en soberheid wenschelijk.
Sociale wenschen moeten ook econo
misch vervulbaar zijn. Dat geldt even
eens voor verlangens op onderwijs
gebied.
Wat de economische ontwikkeling be
treft, merkte de heer Slotemaker de
Bruine op. dat deze aan de inh emsche
bevolking de ervaring en zelfstandig
heid moet brengen, welke 'voorwaarde
zijn voor een verdere staatkundige ont
wikkeling. Met betrekking tot de voed-
seltekor.en wees hij op het feit, dat
hongersoedem dikwijls eerder veroor
zaakt wordt door onjuiste, eenzijdige
voeding, dan door gebrek aan voedsel.
Van Inheemsche zijde worden ver
schillende oorzaken aangewezen voor
plaatselijke voedseltekorten. De Re
geering is ten deze diligent. De emigra
tie naar de Buitengewesten is een
waardevol deel van de welvaartspoli-
tiek. Dit streven is niet zonder voor
uitzichten.
De heer Slotemaker de Bruine wees
op het alcoholgevaar voor de Inland-
sche bevolking. Laat de minister de be
reiding van Inheemsch gedistilleerd lie
ver verbieden dan beperken en ook den
invoer van Westerschen alcohol, die een
slechten invloed op de Inlandsche be
volking heeft, tegengaan.
De heer Slotemaker de Bruine sloot
zich aan bij hetgeen de minister heeft
opgemerkt over het tempo, waarin de
staatkundige ontwikkeling van Indië
zich voltrekken moet. Er moet verschil
gemaakt tusschen het spreken van Ma
leisch in een gemeenteraad of in den
Volksraad, in welk laatste lichaam alle
leden Nederlandsch kennen en plegen
te spreken in de openbare vergaderin
gen. Wanneer de Inheemsche leden
plotseling allen Maleisch gaan spreken,
heeft dit het karakter van een poli
tieke demonstratie.
Achter het weigeren van de eeds
aflegging door een Volksraadlid, om
dat de eed een andere formuleering
heeft, dar. die van de Staten-Generaal
geldt, schuilt iets, dat wellicht te ma
ken heeft met het op den voorgrond
stellen van de volkssouvereiniteit,
waarvan de consequentie zou zijn de
afschaffing van het koningschap.
De heer Slotemaker de Bruine ver
zette zich tegen het gebruik van het
woord Indonesië en Indonesisch, om
dat het tegenstellingen construeert en
niet slechts een taalkundige beteeke-
nis heeft. Het doet bovendien af aar.
de groote taalkundige verscheiden
heid van Indië.
Het Nederlandsch Bijbelgenootschap
zag dit in. toen het den Bijbel in 30
in Indië voorkomende talen deed ver
talen. Men kan niet zeggen hoe de
ontwikkeling van meer eenheid, onder
Nederlandsche leiding, in den loop der
jaren nog zijn zal.
Zaterdagmiddag is in twee groote zalen
van het schilderkundig Genootschap Pul-
chri Studio, aan het Lange Voorhout al
hier, in aanwezigheid van den Duitschen
gezant alhier, Z. Exc. Julius Graaf von
Zech von Burkersroda, de tentoonstelling
geopend van „Het Duitsche Boek". De
beide zalen zijn geheel door deze expo
sitie gevuld. Bovendien heeft men aan de
wanden schilderijen en reproducties naar
werken van Duitsche meesters opgehangen
en enkele sokkels voorzien van beeld
houwwerken, alsmede knappe plastieken
in porcelein De hoogst instructieve expo
sitie omvat een uitgebreid „Elck wat wils",
er is vrijwel geen gebied waarop niet
Zeeland is ten gronde gegaan, de biet
suiker is een groote concurrent van de
Indische rietsuiker geworden, tenge
volge waarvan de arbeid in Indië is in
gekrompen.
De Regeering stimuleere de Inheem
sche kapitaalverstrekkmg ten bate van
de Inheemsche nijverheid. De heer van
Kempen zou niet gaarne voor zijn reke
ning willen nemen, dat 60 pCt. van het
kapitaal in Indië van het buitenland af
komstig is. Hij wenschte een zoo sterk
mogelijke samenwerking op economisch
gebied tusschen Nederland en Indië,
doch hij achtte een gesloten economi
sche gemeenschap onmogelijk.
Met betrekking tot voedseltekorten,
die zich hier en daar hebben voorge
daan, meende hij, dat de Regeering niet
veel valt te verwijten. Indien er iets
verzuimd is, is het wellicht te wijten
geweest aan Inheemsche bestuursambte
naren, die niet tijdig hebben gewaar
schuwd.
De Inheemsche kolonisatie moet
krachtig worden bevorderd. De Regee
ring moge met dit werk succes hebben;
zij verdient dit volkomen.
Wat de staatkundige ontwikkeling
van Indië betreft, sloot de heer van
Kempen zich geheel bij de memorie
van antwoord aan. Hij bestreed den
heer Stokvis. Hij betoogde, dat men
een volk niet meer moet laten torsen
dan het dragen kan. Voor een staat
kundige ontwikkeling als de heer Stok
vis wil is Indië politiek nog niet rijp.
Wij hebben in Indië langzamerhand
de meerdere zeggenschap in eigen be
stel zien groeien. Er is getracht de be
volking in te schakelen in de behar
tiging van haar eigen belangen.
Een klein aantal intellectueelen is
niet de exposant van de groote massa.
Bovendien een Indisch „volk” is er
niet, er zijn vele volkeren in Indië, die
onderling zeer verschillen. Het geluid
dat de minister liet hooren, is zeer po
sitief en doet weldadig aan.
FEESTAVOND „ZANDVLIET”.
„Zandvliet", de schoolvereeniging van
de 2de Christelijke H B S. hier ter stede,
hield gisteren haar jaarlijkschen feest
avond in „Seinpost”. De feestavonden
van „Zandvliet" hebben een goede repu
tatie en het was dus niet te verwonde
ren. dat de zaal geheel gevuld was. In
de eerste plaats waren er natuurlijk de
leerlingen, maar ook vele oud-Ieerlingen
waren gekomen om op deze wijze den
band met hun goede oude school hecht
te houden. Het leeraren-corps was vrij
wel voltallig aanwezig; bijzonder gewaar
deerd werd de aanwezigheid van den oud-
directeur van de H.B.S.. den heer C.
de Bruyn, thans inspecteur bij het M O.
Na een openingswoord van den voor
zitter van „Zandvliet", den heer W. Ha-
negraaf en het uit volle borst zingen van
het populaire „Zandvliet"-lied. volgden
de gymnastiekoefeningen onder leiding
van den heer J G. van As. Zooals we
dit van den heer van As gewend zijn,
waren deze demonstraties voortreffelijk,
zoowel de oefeningen met de sferoïde
als het paardspringen met de veerplank,
met vaak schier verbijsterende spran
ken! terwijl ook de rhythmische gym
nastiek door meisjes en het nummer
„Plastiek" een welverdiend hartelijk ap
plaus oogstten. Het is bewonderenswaar-
dig wat de heer van As. plastisch en
rhythmisch. met zijn jongens en meisjes
bereikt. De muziek was er, den gehee-
len avond
succes.
In de pauze werd een geanimeerde
Amerikaansche verloting gehouden ten
bate van onze ambulance voor Finland.
Na de pauze werd onder de deskun
dige regie van den heer S. J. P. van
Vliet opgevoerd: „Het het weeuwtje uit
het „Hof van Holland" gevrijd werd", een
toonelschets in 4 tafereelen naar de no
velle van Potgieter, vrij bewerkt door
Charivarius. Het was een vlotte vertol
king van een aardig stuk in een smaak
vol décor; wij zullen geen namen noemen
van de vertolkers en vertolksters omdat
van deze opvoering, die zeer insloeg,
werkelijk gezegd kan worden, dat ieder
zijn beste beentje had voorgezet en naar
vermogen tot het sucees meewerkte. De
bloemenhulde die erop volgde, was wel
verdiend.
Dr. P. Doornenbal, de directeur der
2de Christelijke H.B.S., sloot dezen goed
geslaagden avond van .jfandvliet" met
eenige hartelijke woorden. Hierop zongen
alle aanwezigen het ..Wilhelmus", een
waardig slot van een mooien avond,
waarop het koperen „Zandvliet" dat
thans 12J jaar bestaat met voldoe
ning kan terugzien.
De heer B Kiers bad voor dezen avond
een fraai programma ontworpen, met het
charmante vrouwtje uit den „Hof van
Holland" als centrale figuur.
van den heer Stokvis.
“1 heeft de Tweede Kamer
aanvang gemaakt met de behan-
- van de Indische begrooting
de’r 1940.
V°fl> heer Stokvis (S.D.A.P.) be-
een opmerking over de me-
j^jeelin?- dat de Regeering besloten
hoeft den bouw van 3 slagkruisers te
„fderen. Al heeft de Regeering
r beslissing onafhankelijk geno-
toch schijnt de invloed van de
JJjt IM
ra-siagkriiisercampagne aan haar niet
voorbij te zijn gegaan.
De voorzitter maakte er be
daar te8en de slagkruisers uitvoerig
(e behandelen bij deze algemeene be
schouwing. Hij verzocht den spreker
bij de afdeeling „oorlog" der be-
erooting te doen.
De heer S t o k v i s (S.D A.P.) zeide.
zich gaarne aan de leiding van den
voorzitter te zullen onderwerpen
vervolgens het
staatkundige beleid en zeide. teleurge
steld te zijn in de afwijzende houding
van den minister tegenover de staat
kundige verlangens, welke in Indië
leven. Betreurd moet ook worden de
slappe houding tegenover de N.S.B. in
Indië; deze beweging wordt onder
schat en er wordt onvoldoende tegen
opgetreden. Er zijn vele vreemdelingen
in allerlei leidende functies, ook Duit-
schers. Nationaalsocialistische propa
ganda kan in tijden van spanning
minder dan ooit worden toegelaten.
vergadering op Dinsdag
20 Februari.
Geopend te 1.10 uur.
mr. J. R. H. van Schalk.