INDISCHE BEGROOTING STATEH-CEHERAAl KUNST EN LETTEREN LUCHTVAART Behandeling in de Tweede Kamer aangevangen Tentoonstelling het Duitsche Boek van HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 FEBRUARI 1910. TWEEDE BLAD, PAGINA 3. VEREEN IG1NGEN Enorm succes in Diligentia CARL FLESCH IN HET KONINKLIJK CONSERVATORIUM FRIEDRICH VON SCHILLER’S DON CARLOS P1ANO-AVOND CLAUDIO ARRAU DE KLM. BREIDT HAAR LUCHTNET WEER UIT Belangrijke tooneelgebeurtenis in het seizoen FINSCH ,EEN der be- behandelde Hij goed in, en droeg bij tot het zeer Soberheid gewenscht. ont- na deze boven heeft den onmiddellijk i I zal L. C. graaf van Limburg Stirum be toon Coolen. Meer staatkundige zelfstandig heid bepleit. d e het dat iet en overwogen. PIONIERS DER NEDERLANDSCHE LUCHTVAART. Voor de afdeeling Nederland van het foor1- Rede f8nniidda6 («n Düsseldorf heeft den Haagschen muziek avond in de Tonhalle aldaar op waardige wijze beantwoord Het standpunt der N.S.B. De heer Rost van Tonningen (N.S.B.) verzocht den minister mede te deelen of het ontwerp betreffende de slagkruisers spoedig kon worden inge diend en behandeld. De v o o r z i 11 e r enkele boeken van leidende figuren aan wezig zijn. Maar vooral wetenschap: ge neeskunde, economie, arbeid, natuurwe tenschappen, techniek, kunstgeschiedenis en filosofie, poëzie, literatuur, een belang wekkende collectie. Op de foto ziet men, tijdens de opening Z. Exc. Graaf von Zech von Burkersroda (derde van rechts) en dr Schuon, voorzitter van de Duitsche kolo nie alhier (tweede van rechts). Op de tentoonstelling zijn werken van enkele der - in het Duitsch vertaalde Nederlandsche „Maison Internationale des Intellectuels” dënavond in „Boeatan”, Kneuterdijk 18a. een causerie houden overDe pioniers der Nederlandsche luchtvaart". ^last houden. Hij wees er op, 4eti de von Valois, zooals ik nog nimmer zag. in een spel. dat recht uit haar hart kwam c een prinses van Eboli (Hertha Ziete- mann) die met talent en temperament speelde Twee namen die wij zullen ont houden voor de toekonu Er school de leiding van een geest van intelligentie en eruditie achter dit alles. De geestdriftige zaal bracht aan de Düsseldorfers een sehier eindelooze ovatie, waarin de ook in Scheveningen en de resi dent! welbekende generaal-intendant prof. Otto Krauss, deelde, die zich beschei den terugtrok en het gezelschap als zoo danig alle eer liet. „Zulk een edel dienen der kunst bij ie wonen is een geschank.” sche Roode Kruis, te Amsterdam, de gala- première geven van „Een Finsch Meisje" (Hulda) spel in 3 bedrijven en 7 taferee- len door de Finsche schrijfster Helle Wuolijoki Regie A Defresne Medewerkenden Ank van der Moer. Mien Duymaer van Twist. Mies Elout. Jenny van Maerlant. Helene Berthé. Johan Schmitz, Antoon Roemer, Johan Elsen- sohn, Eduard Palmers, Louis van Gaste ren. Piet Rienks e.a. Décor Karei Brück- man. Een gedeelte van de opbrengst dezer première komt ten bate aan het Finsche Roode Kruis. maakte er den spreker opmerkzaam op, dat dat onder werp bij de Defensie-afdeeling der be- grooting zal worden besproken. De heer Rost van Tonningen (N.S.B.) stapte van dit onderwerp af en sprak over de credietbehoeften van In- dië. Deze zijn geheel op het moeder land aangewezen. De financieele poli tiek, is verkeerd geweest. We hebben geen overzicht van de to tale behoeften van het Rijk. De N.S.B. heeft in het voorloopig verslag op een kasbegrooting aangedrongen. Toegege ven moet worden, dat Indië er op het oogenblik gunstiger voorstaat dan het moederland. Juist omdat de financieele toestand van het moederland zoo precair is, zou een overzicht van de Indische finan ciën op ons volk geruststellend kunnen werken. De ambtenaren in Indië zijn bekwaam genoeg om dit overzicht te geven dit stuit echter af op den onwil van den minister. (De vergadering duurt voort.) JOS. H. GOSSCHALK. In den kunsthandel d'Audretsch. Koord einde 119, wordt tot 9 Maart een ten toonstelling gehouden van Parijsche tee- keningen (1939) door Jos. H. Gosschalk. HET „OORLOGS”VOORJAARS PROGRAMMA. 1 Maart a.s. zal de nieuwe dienstrege ling in werking treden voor het luchtnet aer K.L.M., en der met haar samenwer kende luchtvaartmaatschappijen, de A. B.A., D.D.L., Sabena en D.N.L. In die dienstregeling zijn verschillende uit breidingen opgenomen. De ondervinding der laatste maanden heeft geleerd, dat de belangstelling voor het luchtverkeer steeds stijgende is. De uitbreiding van het aantal diensten wordt vergemakke lijkt door het lengen der dagen. Na zons ondergang geldt immers voor bijna alle Europeesche landen een vliegverbod. Het aantal diensten, dat dagelijks het verkeer tusschen Nederland en Enge land onderhoudt, zal tot vier worden uitgebreid. Drie diensten zullen worden onderhouden tusschen Nederland, Dene marken en Zweden. Men heeft nu de vertrektijden zóó vastgesteld, dat men van Londen uit via Amsterdam, Stock holm in één dag kan bereiken. Hetzelfde geldt uiteraard in omgekeerde richting. De luchtverbinding tusschen Neder land en België wordt slechts in zooverre gewijzigd, dat de aansluitingen tus schen Amsterdam en Scandinavië gun stiger zijn geworden, terwijl bovendien d dienst ook op Zondagen zal worden uitgevoerd. In den loop van Maart worden verder nog twee belangrijke uitbreidingen ver wacht: de .Norway Air-Express”, de dienst tusschen Amsterdam en Oslo zal vermoedelijk op 15 Maart worden her opend. Deze verbinding, welke vooral in Noorwegen groote populariteit geniet, zal op werkdagen in beide richtingen worden onderhouden. De tweede lucht verbinding, waarvan de opening in Maart zal plaats vinden, is de dienst Amsterdam—Parijs, welke via Dieppe zal worden uitgevoerd. Men moet laten groeien wat groeit en Indië geen Westersche begrippen op dringen. Zoolang er nog geen gezond fundament is, is het oogenblik nog niet gekomen voor een volwaardig parle ment in Indië men zie slechts het nog omvangrijke analphabetisme. Uit de Indische pers is voldoende gebleken, dat het streven naar een volwaardig parlement niet in overeen stemming is met wat „het Indonesi sche volk” wenscht. Wij moeten de Westersche begrippen, cultuur en democratie niet opleggen aan het Oosten. Er zijn verschillen in landen en volken, welke de Schepper heeft gewild. De heer Slotemaker de Bruine achtte de desbetreffende passage in het voor loopig verslag ongelukkig, ook na de rede van den heer Stokvis. Diens betoog komt hierop neer, dat de Nederlandsche Staten-Generaal zal uitmaken, welke politieke regeerings- vorm er in Indië zal zijn, en dat is im- peratisme. Wij moeten de zelfstandig- heidspolitiek in de regionale gemeen schappen laten groeien en er verder richting aan geven. schrijvers aanwezig: Jo van Ammers- Kuiler, Willy Corsari (die in Duitsch- land Lij Corsari genoemd wordt) en An- alhier. even ..uitsmijt”, om een vakterm te ge bruiken. Het geestdriftige applaus van de toehoorders was dan ook alleszins ver diend Beide middagen, welke ve bijwoonden was de directeur van het Kon. Conserva torium. de heer Sem Dresden van het be gin tot het einde bij de les aanwezig Wel een bewijs voor de kwaliteit van wat er gezegd en gedaan wordt! Groot en welverdiend succes voor het Düsseldorfer Tooneelgezélschap. Schiller's „Don Carlos", in Spanje spe lende. maar met den geestelijken inzet van de Vlaamsche en Hollandsche Nederlan ders op den achtergrond, is een harts tochtelijk pleidooi voor datgene wat èn Schiller èn Goethe hebben aangevoeld als wezenlijk belangrijk voor de Europeesche beschaving en als onvervreemdbaarreigen aan het Nederlandsche volksbestaan vrij heid van geloof, vrijheid van geweten, vrijheid van denken. Het was symbolisch, dat bij de beroemd geworden zinnen, die de markies de Posa tegen Philips den tweeden, koning van Spanje zegt, in een laatst appèl op den monarch, prompt een enthousiast „opendoekje'” volgde, dat in dit geval nu eens niet alléén den talent- vollen acteur Heinz Rippert gold, maar allereerst Schiller en diens nobelen geest, zijn kijk op Nederland's verleden, dat evenzoo goed is zijn heden en zijn toe komst. De landgenooten, die op dat mo ment niét applaudiseerden, (Hollanders juichen niet gauw) hebben toch zonder uitzondering den schok méégevoeld, die allen in de zaal doortrilde. De avond was gisteren, in het uitver kochte Gebouw voor Kunsten en Weten schappen. is voor de gasten uit Dussel dorf een groot en welverdiend succes ge worden Zij zijn in hun taak, om een cultureelen, geestelijk op hoog niveau staanden avond in de Nederlandsche residentie te geven, volkomen geslaagd. Schiller's Don Carlos moge hier i daar sporen vertoonen van den tand des tijds. het ontkomt niet aan de pathos van het snel diamatische. daar naast valt toch ook wc r op welk een voortreffelijke, zelfs moderne kwaliteiten het bezit in constructie en dialoog van meesterlijke passages. Over het stuk be hoeven wij niet te spreken. Het is. ook bij ons, door en door bekend En over de vertooning en vertolking valt genoeg te schrijven Uitgaande van de stelling, dat wij het ge zelschap van het Düsseldorfer Stadttheater moeten zien als een gezelschap uit een stad, die men met onze groote steden op één lijn kan stellen, gaat men vergelijkin gen maken. Wij hebben in langen tijd geen vertooning gezien als deze. Niet wat décors en ensceneering betreftdeze waren niet beter dan wat men bij ons te zien krijgt, een handig en bekend manoeu- vreeren met één grond-décop dat in de tuinscène natuurlijk te kort moest schie ten. Maar tempo, samen.pel, éénheid in de vertooning, waren hier in alle opzichten volmaakt. Trouwens deze geheele ensce neering van Peter Stanchina is ook in Duitschland beroemd gewordeneen módel voorstelling. Onder de creatie’s noemen wij allereerst Philips den Tyran, op zijn beste momenten in angstwekkende geslotenheid en onaantastbare eenzaam heid gespeeld door Erwin Faber, een feno menaal acteur, waarop Düsseldorf trotsch kan zijn en dien wij hier spoedig nog eens hoopen terug te zien. Ontroerend was hij in zijn mateloos verlangen naar den „vriend", dien hij als koning nimmer be zitten zou. Het nerveus spel zijner vingers, bij een tot het uiterst gespannen masker van rust, zijn woedende uitbarstingen, en zijn groote scène’s, zooals de meesleepende en nog volkomen moderne dialoog tusschen mo narch, veldheer en diplomaat (priester) met den bijtenden slotzin zijn een onverge felijk stuk van klassie.. tooneelspel gewor den Ook Hanskarl Friedrich als de domini caan en biechtvader Domingo muntte hier uit door zijn geslepen, glashard en lugu- ber-berekenend spel van diplomatiek schaakspeler. De- titelrol was in handen van Otto Collin, die er een sterk eigen creatie van maakte, zeer verschillend van de onze, maar niettemin in zijn soort be- wonderenswaardig óver-nerveus, in zijn angst voor de ontdekking en zijn wan- hoopsvlucht naar de prinses van Eboli. radeloos en hysterisch, maar door den dood van zijn vriend Posa gelouterd tot de zichzelf en anderen bevrijdende daad, die nog éér zij zich kan verwezenlijken, tragisch wordt gesmoord, door de oude, schier vermolmde verschijning van den rooden groot-inqui iteur. (Peter Esser, die haar vertolkte als een niets-meer-ziende konings-mummie-in-trance) Een verrassing tenslotte waren de actri ces Annemarie Jurgens, een Elisabeth TOONEELVEREENIGING „ONDER LINGE ONTSPANNING”. De tooneelvereeniging „Onderlinge Ontspanning" geeft Zondag 25 Februari in gebouw Musica een feestavond Opge voerd wordt de klucht van Rudolf Knei- sel ..Papageno”, onder regie van den heer N. S. Voerman. Na afloop is er bal. De dansmuziek wordt verzorgd door „The American Band” onder leiding van den heer P. C. v. Booren jr. De heer Stokvis behandelde vervol gens uitvoeriger, den drang naar staat kundige hervorming in Indië en de af wijzende houding van de Regeering daartegenover. Indië heeft inderdaad een snelle ontwikkeling getoond. De Regeering wil eerst een regionale staatkundige ontwikkeling en dan pas een centrale, doch deze beide hebben een aparte sfeer. Het streven naar me dezeggenschap moet zich ook in de cen trale sfeer en in de verhouding tus schen Indië en het Moederland kunnen laten gelden. Het streven naar meer staatkundige zelfstandigheid vindt echter bij deze Regeering geen steun. De heer Stokvis verdedigde de poging van het Volks- raadslid Thamrin, om het eedsformu- lier voor de toelating tot lid van den Volksraad meer in overeenstemming te brengen met dat voor den Staten- Generaal. Hij betoogde dat het verlan gen om zich in den Volksraad en in de gemeenteraden in het Maleisch uit te drukken, niet onredelijk kon worden geacht. Er moet ook onzerzijdsch een grooter streven tot toenadering zijn. De heer Stokvis verdedigde eveneens het pitionnement om aan den Volks raad de positie van een volwaardig parlement te geven. Dit zal niet gaan zonder een fundamemteele wijziging in de ministerieele verantwoordelijkheid, waarmede ook weer verband fioudt het gemeen bestuur van den Gouverneur- Gtneraal in naam der Koningin. De Volksraad moet iets meer zijn dan hechts een „claque”. heer Stokvis wees op de moge lijkheden, welke de Grondwetswijziging van 1922 bood en op het feit dat art. 1 der Indische staatsregeling deze eigen- Hjh machteloos maakt. De heer Stokvis acht een volwaardig Wement in Indië mogelijk, ook in ■’'’“iaal staatsverband. Hij overwoog indienen van een motie. bcoi van duet, biet Meesters als leerlingen bij den grootmeester W.B. schrijft ons Nu de paedagogische en solistische cur sus van Carl Flesch aan het Koninklijk Conservatorium eenigen tijd aan den gang is. zijn we er eens een paar middagen een kijkje gaan nemen, om een indruk te krijgen van de belangstelling van de Haagsche Violistenwereld voor deze uit zonderlijke gebeurtenis. En we moeten dadelijk toegeven, dat onze stoutste ver wachtingen overtroffen werden. In een der grootste leskamers van het oude school gebouw moesten we ons een weg banen om een plaatsje bij de kachel te ver overen. In dichte drommen zaten de deel nemers gegroepeerd om een klein podium, waarop de kleine-groote man van achter een tafeltje zijn violistische wijsheid tot heil van de toehoorders openbaart. Onder de luisteraars treft men vele be kende gezichten aan (o.a. verschillende leden van het Residentie-orkest) en ook enkele vooraanstaande Haagsche dilettan ten trachten hier hun violistisch peil te verhoogen Vooral de aanwezigheid van de Orkestleden valt zeer te loven. Immers, wanneer we bedenken hoe zwaar hun orkestdienst is, aan dwingt het eerbied voor hun instrumentaal enthousiasme af, dat ze den weinigen vrijen tijd, die over blijft op zoo’n nuttige wijze besteden. Het is aardig om te zien, hoe gespan nen de deelnemers luisteren naar des pro fessors woorden en hoe ze alles, wat hij zegt, als hét ware indrinken. De meesten van hen zijn gewapenc^met een bloc-note en een potlood en in razende vaart schrij ven ze op, wat ze willen vastleggen ter overdenking. Typeerend voor Flesch is, dat hij zijn cursus in het Hollandsch geeft. En hoe Kranig weet hij zich over de hindernissen, die onze taal den buitenlander biedt, heen te werken. Van tijd tot tijd sluipt er wel eens een zonderlinge uitdrukking tusschen maar, aangezien Flesch nu uitsluitend Hollandsch spreekt en leest is het een kwestie van tijd om deze eenigszins vreemde zegswijzen te doen verdwijnen Maar komisch klinkt het. om de leider te hooren zeggen: „Dit is het gauweste vibrato, dat ik ooit gehoord heb”. Zijn verhandeling over het vibrato was weer uitermate interessant evenéls de demonstratie’s van eenige deelnemers. Grappig was het moment, toen een circa 2 meter lang lid van het Residentie-orkest zijn vibrato toonde en Carl Flesch onder de vibreerende hand plaats nam om een eventueele tekortkoming te kunnen con- stateeren. De ..geneeskrachtige" oefeningen wor- den onmiddellijk na het vaststellen van de fout den patiënt meegedeeld „Het is l* hier niet alleen een polikliniek, maar ook eer. apotheek" merkte Flesch op De tweede middag werd besteed aan de bespreking van het étude-materiaal. Vele belangrijke étuden speelde Flesch gedeel telijk voor en bijna alles uit het hoofd. Bij het overslaan van een langzame inleiding van een étude kon Flesch het niet laten even een „Witz" te vertellen. Een zeer beroemd pianist kreeg bezoek van een jongeling, die les van hem wilde hebben Bij het hooren van de condities van den beroemden man (40 dollar per uur), kreeg de adspirant-leerling het wel even be nauwd. maar besloot toch met de lessen te beginnen. Op de eerste les speelde hij een Beethoven-sonate. Het adagio, dat op het eerste allegro volgde, sloeg hij over en begon dadelijk met het scherzo. Op de vraag van zijn beroemden leeraar, waarom hij het langzame deel niet speelde, ant- wuorde de jonge pianist: „Dat kost te veel tijd, daarvoor zijn uw lessen te duur”. Tot slot van dezen étuden-middag. speel de Flesch de 4e Caprice van Paganini voor Als men bedenkt, dat dit we) de zwaarste caprice van den dulvelschen Italiaan is, dan dwingt 't bewondering af, hoe Flcscn. na een cursus van twee uren, dit stuk er GALA-PREMIERE MEISJE”. Het Nederlandsch Tooneel directeur Cor v d Lugt Melsert, zal op Vrijdag 23 Februari as in samenwerking met het comité tot hulpverleening aan het Fin- De beroemde Chileensche pianist Clau dio Arrau heeft gisteravond een af- scheidsrecital in een goed bezette Dili- gentia-zaal gegeven. Waren wij helaas bij zijn vorig optreden, door bezigheden el ders, genoodzaakt een oordeel uit te spreken, na slechts eenige nummers te hebben bijgewoond, zoo werden de toen ontvangen indrukken thans toch volko men bevestigd. Claudio Arrau toonde zich ook nu weer niet alleen een instrumen talist met een technisch kunnen, zooals wij slechts bij de allergrootste sterren aan het pianistenfirmament aantreffen, doch tevens als dichter een genie. De aan slag en het meesterlijk pedaalgebruik zijn daarbij van een dusdanige zekerheid en verfijning, dat zij een onderwerp van stu die kunnen vormen voor iederen deskun dige Als eerste nummer van het programma bracht de kunstenaar de Sonate in G gr. t. (K V. 283) van W. A. Mozart ten gehoore. Een nobele, sensitieve en uiterst stijlvolle vertolking, welke boeide door haar ideale klankschoonheid, heeft Clau dio Arrau ons daarmede geschonken. Beethoven's Sonate in Es gr t. op. 31 no. 3 volgde hierna. Welk een bovenmen- schelijke prestatie is deze uitvoering, uit physiek, zoowel als uit artistiek oog punt beschouwd, geweest. Het Presto con fuoco, zoo aangrijpend door stuwing in de crescendi. door grootschheid van op vatting, heeft de schoonste herschepping ondergaan, welke wij ooit mochten ont vangen. In die spel was niets, dat gi slaagd heette door bijzonder toeval; hi was beheerscht. doordacht cr. De ontroering, welke wel ieder toehoor der moet hebben gevoeld, laat zich ech ter niet beschrijven. Zoo’n goddelijke openbaring, zoo’n edel dienen van de kunst is een geschenk voor hem, die het mag bijwonen. De Fantasie op. 17 van R. Schumann volgde als laatste nummer voor de pauze „Durchaus fantastisch und leidenschaft- lich zelfs in de meest teedere, verstilde deelen was de gelouterde romantiek van Claudio Arrau s sublieme vertolking. Ro mantiek, welke ons stemmingsbeelden van ongekende kleurschakeringen schonk. De Fransche klavierliteratuur was op dit programma vertegenwoordigd met ..Gaspard de la Nuit" van M Ravel en „l’Isle joyeuse” van Cl. A Debussy De uitvoering van de composities van Ravel bracht ons een onderhoud, dat wij eeni gen tijd geleden met één der grootste meester-pianisten hebben gehad, in her innering De kunstenaar wij willen hier liever geen naam noemen had slechts twee der drie werken uit boven genoemden bundel op zijn programma vermeld. Naar aanleiding van onze vraag omtrent de reden van het ont breken van het laatste werk motiveerde de pianist dit door te bewijzen op het ‘e*L dat de compositie practisch onuit voerbaar is. En inderdaad! Wij hooren „Scarbo" wel eens meer of minder geluk kig „spelen”, doch ontvingen tot nu toe nimmer den indruk van een verwezenlij king van Rovel's idealen. Doch gister avond werd „Scarbo" aan ons geopen baard met een uitvoering, waarin tech niek slechts een ondergeschikte rol speel de. „Scarbo" werd tot werkelijkheid, zoo als wij het in onze gedachten steeds had den voorgesteld Dit recital heeft ons met blijvende dankbaarheid tegenover Clau dio Arrau vervuld. De aanwezigen juichten den pianist aan het einde van den avond luide toe en drongen met hun enthousiast applaus zoo duidelijk en langdurig op een toegift aan dat Claudio Arrau zelfs na deze boven- menschelijk physieke en geestelijke pres taties aan het verzoek heeft voldaan. Danse” van Debussy hebben wij als extra ontvangen. Onzekerheden. heer van Kempen (Lib.) zeide at hij in de memorie van antwoord juist en treffend beeld van Indië 'n Indische samenleving had gevon- 5en- Hij hield vervolgens een beschou- over het financieel beleid der Re dering. jjct is m0eilijk in dezen tijd cijfers te komen, waaraan men °uvast heeft. De tijdsomstandigheden to buitengewoon onzeker. Dit blijkt al 1 jongste mededeelingen uit Indië, 'J18ens welke het op 55 millioen ge- l^de tekort voor 1940 wel tot 82 mil- zou stijgen. Men moet ook voor- zijn met voorspellingen, men Van de rubber iets te verwachten, C*r er zit een synthetische concur- k' °P het vinketouw, die ons wil "chten den wind uit de zeilen te ’’hen. K_. heer van Kempen meende, dat de •fingrcgeiingen in Indië voldoende draagkracht der bevolking re- dat 1 drastische bezuiniging mag wor- °e8epast: Dat is op het oogenblik Hs2Uiste politiek. Zou de Regeering njn 8aan bezuinigen dan zou zij span- oproepen, waarvoor zij geen l^jP^oordelijkheid kan aanvaarden. Dtoefjmoet vasthouden aan haar be- q Open-deur-politiek. 'r iarPn van internationalen aard *.leen Indië. Ook is er de dreiging l e synthetische fabricage van pro le a>s rubber; men houde daar- re*ening, ook al lijkt het gevaar ernstig. De mcekrapcultuur in De heer Slotemaker Bruine (C.H.) besprak eerst financieele beleid. Hij betoogde, een gezond beleid vereischt voort durend onderscheid te maken tusschen de gewone uitgaven en de buitenge wone uitgaven voor de defensie. Deze laatste zijn voor een derde gedeelte debet aan de huidige moeilijkheden. De begroeting moet op andere wijze worden ingericht. Men mag niet te zware lasten laden op het nageslacht. Dat ziet de Indische Regeering ook in. Zij acht eveneens een sluitende be- grooting en soberheid wenschelijk. Sociale wenschen moeten ook econo misch vervulbaar zijn. Dat geldt even eens voor verlangens op onderwijs gebied. Wat de economische ontwikkeling be treft, merkte de heer Slotemaker de Bruine op. dat deze aan de inh emsche bevolking de ervaring en zelfstandig heid moet brengen, welke 'voorwaarde zijn voor een verdere staatkundige ont wikkeling. Met betrekking tot de voed- seltekor.en wees hij op het feit, dat hongersoedem dikwijls eerder veroor zaakt wordt door onjuiste, eenzijdige voeding, dan door gebrek aan voedsel. Van Inheemsche zijde worden ver schillende oorzaken aangewezen voor plaatselijke voedseltekorten. De Re geering is ten deze diligent. De emigra tie naar de Buitengewesten is een waardevol deel van de welvaartspoli- tiek. Dit streven is niet zonder voor uitzichten. De heer Slotemaker de Bruine wees op het alcoholgevaar voor de Inland- sche bevolking. Laat de minister de be reiding van Inheemsch gedistilleerd lie ver verbieden dan beperken en ook den invoer van Westerschen alcohol, die een slechten invloed op de Inlandsche be volking heeft, tegengaan. De heer Slotemaker de Bruine sloot zich aan bij hetgeen de minister heeft opgemerkt over het tempo, waarin de staatkundige ontwikkeling van Indië zich voltrekken moet. Er moet verschil gemaakt tusschen het spreken van Ma leisch in een gemeenteraad of in den Volksraad, in welk laatste lichaam alle leden Nederlandsch kennen en plegen te spreken in de openbare vergaderin gen. Wanneer de Inheemsche leden plotseling allen Maleisch gaan spreken, heeft dit het karakter van een poli tieke demonstratie. Achter het weigeren van de eeds aflegging door een Volksraadlid, om dat de eed een andere formuleering heeft, dar. die van de Staten-Generaal geldt, schuilt iets, dat wellicht te ma ken heeft met het op den voorgrond stellen van de volkssouvereiniteit, waarvan de consequentie zou zijn de afschaffing van het koningschap. De heer Slotemaker de Bruine ver zette zich tegen het gebruik van het woord Indonesië en Indonesisch, om dat het tegenstellingen construeert en niet slechts een taalkundige beteeke- nis heeft. Het doet bovendien af aar. de groote taalkundige verscheiden heid van Indië. Het Nederlandsch Bijbelgenootschap zag dit in. toen het den Bijbel in 30 in Indië voorkomende talen deed ver talen. Men kan niet zeggen hoe de ontwikkeling van meer eenheid, onder Nederlandsche leiding, in den loop der jaren nog zijn zal. Zaterdagmiddag is in twee groote zalen van het schilderkundig Genootschap Pul- chri Studio, aan het Lange Voorhout al hier, in aanwezigheid van den Duitschen gezant alhier, Z. Exc. Julius Graaf von Zech von Burkersroda, de tentoonstelling geopend van „Het Duitsche Boek". De beide zalen zijn geheel door deze expo sitie gevuld. Bovendien heeft men aan de wanden schilderijen en reproducties naar werken van Duitsche meesters opgehangen en enkele sokkels voorzien van beeld houwwerken, alsmede knappe plastieken in porcelein De hoogst instructieve expo sitie omvat een uitgebreid „Elck wat wils", er is vrijwel geen gebied waarop niet Zeeland is ten gronde gegaan, de biet suiker is een groote concurrent van de Indische rietsuiker geworden, tenge volge waarvan de arbeid in Indië is in gekrompen. De Regeering stimuleere de Inheem sche kapitaalverstrekkmg ten bate van de Inheemsche nijverheid. De heer van Kempen zou niet gaarne voor zijn reke ning willen nemen, dat 60 pCt. van het kapitaal in Indië van het buitenland af komstig is. Hij wenschte een zoo sterk mogelijke samenwerking op economisch gebied tusschen Nederland en Indië, doch hij achtte een gesloten economi sche gemeenschap onmogelijk. Met betrekking tot voedseltekorten, die zich hier en daar hebben voorge daan, meende hij, dat de Regeering niet veel valt te verwijten. Indien er iets verzuimd is, is het wellicht te wijten geweest aan Inheemsche bestuursambte naren, die niet tijdig hebben gewaar schuwd. De Inheemsche kolonisatie moet krachtig worden bevorderd. De Regee ring moge met dit werk succes hebben; zij verdient dit volkomen. Wat de staatkundige ontwikkeling van Indië betreft, sloot de heer van Kempen zich geheel bij de memorie van antwoord aan. Hij bestreed den heer Stokvis. Hij betoogde, dat men een volk niet meer moet laten torsen dan het dragen kan. Voor een staat kundige ontwikkeling als de heer Stok vis wil is Indië politiek nog niet rijp. Wij hebben in Indië langzamerhand de meerdere zeggenschap in eigen be stel zien groeien. Er is getracht de be volking in te schakelen in de behar tiging van haar eigen belangen. Een klein aantal intellectueelen is niet de exposant van de groote massa. Bovendien een Indisch „volk” is er niet, er zijn vele volkeren in Indië, die onderling zeer verschillen. Het geluid dat de minister liet hooren, is zeer po sitief en doet weldadig aan. FEESTAVOND „ZANDVLIET”. „Zandvliet", de schoolvereeniging van de 2de Christelijke H B S. hier ter stede, hield gisteren haar jaarlijkschen feest avond in „Seinpost”. De feestavonden van „Zandvliet" hebben een goede repu tatie en het was dus niet te verwonde ren. dat de zaal geheel gevuld was. In de eerste plaats waren er natuurlijk de leerlingen, maar ook vele oud-Ieerlingen waren gekomen om op deze wijze den band met hun goede oude school hecht te houden. Het leeraren-corps was vrij wel voltallig aanwezig; bijzonder gewaar deerd werd de aanwezigheid van den oud- directeur van de H.B.S.. den heer C. de Bruyn, thans inspecteur bij het M O. Na een openingswoord van den voor zitter van „Zandvliet", den heer W. Ha- negraaf en het uit volle borst zingen van het populaire „Zandvliet"-lied. volgden de gymnastiekoefeningen onder leiding van den heer J G. van As. Zooals we dit van den heer van As gewend zijn, waren deze demonstraties voortreffelijk, zoowel de oefeningen met de sferoïde als het paardspringen met de veerplank, met vaak schier verbijsterende spran ken! terwijl ook de rhythmische gym nastiek door meisjes en het nummer „Plastiek" een welverdiend hartelijk ap plaus oogstten. Het is bewonderenswaar- dig wat de heer van As. plastisch en rhythmisch. met zijn jongens en meisjes bereikt. De muziek was er, den gehee- len avond succes. In de pauze werd een geanimeerde Amerikaansche verloting gehouden ten bate van onze ambulance voor Finland. Na de pauze werd onder de deskun dige regie van den heer S. J. P. van Vliet opgevoerd: „Het het weeuwtje uit het „Hof van Holland" gevrijd werd", een toonelschets in 4 tafereelen naar de no velle van Potgieter, vrij bewerkt door Charivarius. Het was een vlotte vertol king van een aardig stuk in een smaak vol décor; wij zullen geen namen noemen van de vertolkers en vertolksters omdat van deze opvoering, die zeer insloeg, werkelijk gezegd kan worden, dat ieder zijn beste beentje had voorgezet en naar vermogen tot het sucees meewerkte. De bloemenhulde die erop volgde, was wel verdiend. Dr. P. Doornenbal, de directeur der 2de Christelijke H.B.S., sloot dezen goed geslaagden avond van .jfandvliet" met eenige hartelijke woorden. Hierop zongen alle aanwezigen het ..Wilhelmus", een waardig slot van een mooien avond, waarop het koperen „Zandvliet" dat thans 12J jaar bestaat met voldoe ning kan terugzien. De heer B Kiers bad voor dezen avond een fraai programma ontworpen, met het charmante vrouwtje uit den „Hof van Holland" als centrale figuur. van den heer Stokvis. “1 heeft de Tweede Kamer aanvang gemaakt met de behan- - van de Indische begrooting de’r 1940. V°fl> heer Stokvis (S.D.A.P.) be- een opmerking over de me- j^jeelin?- dat de Regeering besloten hoeft den bouw van 3 slagkruisers te „fderen. Al heeft de Regeering r beslissing onafhankelijk geno- toch schijnt de invloed van de JJjt IM ra-siagkriiisercampagne aan haar niet voorbij te zijn gegaan. De voorzitter maakte er be daar te8en de slagkruisers uitvoerig (e behandelen bij deze algemeene be schouwing. Hij verzocht den spreker bij de afdeeling „oorlog" der be- erooting te doen. De heer S t o k v i s (S.D A.P.) zeide. zich gaarne aan de leiding van den voorzitter te zullen onderwerpen vervolgens het staatkundige beleid en zeide. teleurge steld te zijn in de afwijzende houding van den minister tegenover de staat kundige verlangens, welke in Indië leven. Betreurd moet ook worden de slappe houding tegenover de N.S.B. in Indië; deze beweging wordt onder schat en er wordt onvoldoende tegen opgetreden. Er zijn vele vreemdelingen in allerlei leidende functies, ook Duit- schers. Nationaalsocialistische propa ganda kan in tijden van spanning minder dan ooit worden toegelaten. vergadering op Dinsdag 20 Februari. Geopend te 1.10 uur. mr. J. R. H. van Schalk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 7