„Wat Mijnhard! maakt is goed” STADSNIEUWS DERDE BLAD, PAGINA 2. HAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940. De Koningin in de Betuwe Het opruimen van sneeuw GEESTELIJKE EN MOREELE HERBEWAPENING IN HET INDISCHE BELEID Het vreemdelingenverkeer in 1939 Instelling van een Leeningfonds De „Strooppot”-zaak RECLAMES. de Tweede Kamer bepleit een regeling wor- om 4149 Totaal 648288 782695 hier de Eenheid in de verkeersteekens uit Wrijving tusschen Rijk en gemeenten moet voortaan worden voorkomen van dezen aard in te doen plaats heb- De noodtoestand der zoetwater* visschers. tes staande berichten is bij dit voorval geen Duitsch vliegtuig betrokken. 64978 11510 8174 10560 3876 43476 62636 184201 82073 53862 11750 30340 9965 10150 12577 9449 34492 64983 11015 8902 10077 3191 Een keerpunt in de geschiedenis. in ook de welke brains houden. Meijer Het verdrag van Genève ook toepasse lijk op Ned. Indië. Blijkens een mededeeling van het ministerie van Buitenlandsche Zaken zal het verdrag van Genève van 30 Maart 1931 tot het brengen van een heid in de verkeersteekens toepasselijk zijn op Ned. Indië, waarvoor het op 29 Juli 1940 in werking zal treden. Amerikaansche steun voor documentatie-arbeid in Nederland. De Rockefeller Foundation heeft aan het Nederlandsche Instituut voor Do cumentatie en Registratuur een subsi die verleend voor het publiceeren van een overzicht van de in Nederlandsche bibliotheken aanwezige natuurweten schappelijke, geneeskundige en techni sche tijdschriften, voorts voor het ver richten van researchwerk op het gebied van reproductie-methoden en tenslotte ten behoeve van de uitgave van het repertorium technicum, de internatio nale periodieke bibliographic van tech- nisch-wetenschappelijke literatuur. Voorts heeft de Rockefeller Founda tion besloten de Federation Internatio nale de Documentation (F.I.D.), waar van het algemeen secretariaat hier ter stede is gevestigd (secretaris-generaal ir. F. Donker Duyvis), te steunen, voor- zoover de inkomsten ten gevolge der tijdsomstandigheden zijn verminderd. Hierdoor zal het in het bijzonder mo gelijk zijn het driemaandelijksche tijd schrift van de F.I.D., de F.I.D. Com munications in zijn vollen omvang te handhaven. Zijn officieren van het Leger des Heils vrij van dienstplicht? De afdeeling voor de geschillen van bestuur van den Raad van State be handelde een beroep van den officier Van het Leger des Heils, Spiegelaar, wien de minister van Defensie vrijstel ling van militairen dienst op grond van het bekleeden van een geestelijk ambt (art. 26 Dienstplichtbesluit) heeft ge weigerd. Naar mr. H. H. Steneker uit Amster dam, die voor den appellant optrad, mededeelde, heeft het Leger des Heils in Nederland 16 officieren in militai ren dienst. Pleiter trad dan ook op na mens de hoofdleiding van het Leger des Heils en betoogde, dat de minister op het verzoekschrift geantwoord heeft, dat de officier van het Leger des Heils niet voorkomt in tabel II van art. 26 van het Dienstplichtbesluit. De minister heeft daarmee, aldus pleiter, de vraag stelling ontweken. Betoogd is namelijk, dat het ambt van officier gelijk te stel len is met een geestelijk ambt, genoemd in dien tabel. Pleiter betoogde, dat het Leger des Heils een belangrijke overeenkomst ver toont met de kerk. Het is een gods dienstig genootschap, dat met de kerk in een lijn werkt. De positie van den officier bespre kende, legde pleiter er den nadruk op, dat diens positie geheel anders is dan die van den soldaat. Zijn arbeid is ge lijk aan dien van den geestelijke en van den zendeling. Pleiter drong aan op vernietiging van het besluit van den minister. De Kroon zal later beslissen. aantal overnachtingen 48731 69065 217049 106907 62727 18099 33524 10901 13014 15983 12116 De ingestelde commissie adviseert tot toekenning van een schade vergoeding van ƒ3600 met rente. Aan het verslag der commissie voor de verzoekschriften der Eerste Kamer naar aanleiding van het door den mi nister van Waterstaat overgelegde rap port eener commissie over de „Stroop- pot”-zaak, wordt ontleend In handen der commissie is gesteld het door den minister van Waterstaat bij brief van 3 Februari 1940 toegezon den rapport der commissie inzake de „Strooppot”-zaak, onder dagteekening van 24 Januari 1940 aan den minister uitgebracht. Deze commissie, bestaande uit de heeren jhr. G. L. Schorer, gep. vice- admiraal, alhier, ir. J. H. Telders, di recteur van de N.V. M. J. van Hat- tum’s Havenwerken te Beverwijk en ir. R. Verloren van Themaat, mede vennoot van het ingenieursbureau v.h. J. van Haselt en de Koning te Nijme gen, adviseert den minister op billijk- heidsgronden aan G. Rijsdijk een scha devergoeding toe te kennen van 3600, benevens betaling van 5 pCt. rente van 1 Januari 1924 af. De minister van Waterstaat verklaart in zijn vorengenoemd schrijven van 3 Februari, dat hij zich volledig aan het oordeel der commissie wil houden. Waar de minister derhalve is tege moetgekomen aan de door de commis sie voor de verzoekschriften in haar verslag van 12 Januari 1939 uitgespro ken wenschen, adviseert de commissie de Kamer den minister, onder toezen ding van een afdruk van dit verslag, dank te zeggen voor de verstrekte in lichtingen. de leuze nationalistische opstei- hebben meegemaakt. Indië’s belang eischt ech ter den te volgen koers los te maken van Nederlandsche doctrines. (Van gezaghebbende zijde wordt ons medegedeeld, dat het in overtreding zijnde vliegtuig ontwijfelbaar is her kend als van Duitsche nationaliteit te zijn. De kenmerken dezer nationaliteit, zoowel als het type Heinkel III, zijn duidelijk herkend. Red.). Rede van den voorzitter van het I.E.V. De onderscheiding van de uitgaven. De door verschillende leden gemaak te opmerking, dat gewaakt zal moeten worden tegen een te ruime interpreta tie van het begrip „uitgaven welke voortvloeien uit de huidige buitenge wone omstandigheden”, wordt door den minister onderschreven. Hij hoopt niet te bezwijken voor de verleiding, uitgaven, welke niet in strikten zin uitvloeiselen zijn van den oorlogstoe stand, over te brengen naar de begroe ting van het Leeningfonds, teneinde op die wijze een gunstig beeld van het gewone budget te verkrijgen. Natuurlijk zullen er soms gevallen zijn, waarin verschil van inzicht mo gelijk is. Indië bevindt zich op een keerpunt in de geschiedenis. In de gemoederen zijn begrippen gevormd, welke wel niet in voorstellen zijn gegoten, maar toch reeds tot uiting zijn gebracht b.v. de wensch tot instelling van een Rijks raad. De kansen op mistasten zijn grooter naarmate men meer put uit de programma's van politieke partijen hier te lande. Indië is er om zichzelf? wil, men kan niet verlangen richt uw politieke en sociale structuur in naar Nederlandsche schablone. Spreker wijst op het geluk, dat wij hebben gehad in moeilijke tijden mannen te vinden, die Indië een nieuwe periode van op gang inleiden en noemt namen van graaf v. d. Bosch, Franssen v. d. Putte en van Heutsz en eindigt tenslotte met een woord van hoop, dat de „kloeke daad”, welke de Landvoogd in zijn Oude j aarsrede vooropstelde, vraagstukken zal betreffen, dezen avond zijn besproken* Vergeleken bij 1938 belangrijk teruggeloopen In een ter perse zijnde tweede afle vering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn tabellen opgenomen betreffende het bezoek van buitenlandsche reizigers aan Nederland in het jaar 1939. Uit onderstaande cijfers blijkt, dat het reizigersverkeer in 1939, verge leken bij 1938, belangrijk is terugge loopen. Bezoek aan legeronderdeelen H.M. de Koningin heeft gistermid dag, begeleid door den commandant van het veldleger en vergezeld door de hofdame jonkvr. van Tets en den adju dant, generaal-majoor jhr. de Jonge van Ellemeet, eenige legeronderdeelen in de Betuwe bezocht. Aansluitend hieraan, heeft H.M. den ijsstoestand van de groote rivieren in oogenschouw genomen. Twee nieuwe motorstrandreddingbooten voor de N.Z.H.R.M. De Noord- en Zuidhollandsche Red- dingmaatschappij werd dezer dagen verrast door de verblijdende mededee ling van de Verzekeringsmij. „Amst leven”, dat de verkoop van het boek „Schepen” zóó gunstig was verloopen, dat zij de N.Z.H.R.M. reeds thans ga rantie kon geven voor een bedrag van 12.000 uit het Amstleven-Reddingboot- fonds, zoodat direct tot den bouw van een motorstrandreddingboot kan wor den overgegaan. Deze door Amstleven aan de N.Z.R.H.M. te schenken boot zal op Schiermonnikoog worden gestation- neerd. Gehoopt wordt, dat nog velen het alleraardigste schepenboek van Amstleven zullen bestellen 0.60 op postrekening 170800 van het Amstleven- Reddingboot-fonds te Amsterdam), zoo dat wellicht ook de kosten van den wa gen met rupsbanden voor deze redding boot door het fonds kunnen worden ge dragen. De koordirigenten en de mobilisatie. Het bestuur van den Bond van koor dirigenten in Nederland heeft tot den minister van Defensie een adres ge richt, waarin het te kennen geeft, dat, waar ook vele koordirigenten onder de wapenen zijn geroepen er groote vrees is ontstaan, dat door hun lang durige afwezigheid vele zangkoren tot opheffing zullen besluiten, of een niet- gemobiliseerden koordirigent zullen aanstellen, waardoor de gemobiliseerde dirigent zijn bron van inkomsten ziet verloren gaan. Adressant wijst erop, dat de gemobi liseerde dirigenten niet, zooals b.v. vele neringdoenden, hun werkzaamhe den tijdens den dienstplicht aan huis- genooten of verwanten kunnen over dragen en dat, hoewel kostwinnerver- goeding dankbaar wordt aanvaard, deze niet de bovenvermelde bezwaren ondervangt. Ook het periodiek verlof stelt den gemobiliseerden dirigent niet in staat deze bron van inkomsten in stand te houden, daar bedoeld verlof hem niet op vastgestelde dagen kan worden verleend. Adressant dringt er derhalve bij den minister op aan, dat aan gemobiliseer de koordirigenten regelmatig enkele dagen per week z.g. zakenverlof worde verleend, opdat zij daardoor de voor hen vitale belangen zullen kunnen blijven behartigen. Het ontwerp Oorlogswinst- belasting. Het ontwerp tot heffing van een Oorlogswinstbelasting heeft reeds sinds eenigen tijd het departement van Fi- .nanciën verlaten. behoort, naar men meende, te worden voorkomen, dat, ge lijk thans het geval is geweest, wrij ving op dit gebied tusschen het Rijk en de gemeenten tot het verwaarloozen van de betrokken belangen leidt. De aanleg van een militair schietterrein bij Eindhoven In het verslag der Tweede Kamer over 't wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut der onteigening van perceelen, erfdienstbaarheden en an dere zakelijke rechten, noodig voor het aanleggen van een militair oefen- en schietterrein ten behoeve van het gar nizoen in de gemeente Eindhoven, le zen wij, dat men tegen het aanleggen van dit militaire oefen- en schietter rein op zichzelf geenerlei bezwaar had. Niet juist achtten verscheidene leden het echter, dat de gemeente Eindho ven, na eerst in den loop van het vo rige jaar aan het Rijk de beschikking te hebben gegeven over een terrein ten behoeve van den bouw van een ka zerne en den aanleg van een sport- en exercitieveld, thans ook nog de helft der kosten van het oefen- en schiet terrein te dragen krijgt Naar hun meening behoort het Rijk deze kosten geheel voor zijn rekening te nemen. Op het treffen van een regeling in de zen zin drongen zij aan. De stemming in Indië Spreker weet uit ervaring hoe velen hier te lande vreemd staan tegenover stemmingen van ongeduld en wrevel in Indië, waarbij uitingen in de pers het begrijpen niet gemakkelijker ma ken en stelt tegenover elkaar de reacties op het beleid van enkele G.G.’s van den laatsten tijd. Spreker wil niet den middenweg bewandelen n de oplossing der problemen, welke Indië bezig houden, aan den tijd ovezlaten. Hij komt dan tot een vluchtige be spreking van het vraagstuk der econo mische samenwerking en de gevolgen van de beperkte opdracht aan de com- missie-Rutgers, waardoor geen plaats is voor een ander geluid dan wat prof. Schrieke heeft genoemd „het gewonê slaapliedje” van Holland’s onbaatzuch tigheid en buitengewone prestaties. Na gewezen te hebben op de critiek van prof. Bousquet en den Amerikaan Emerson op ons Indisch beleid, her innert hij aan de ervaringen van baron v. Höevell, wiens actie tot den val van het cultuurstelsel geleid heeft. Te be treuren is, dat vele koloniale zich hier' te lande muisstil Uitzonderingen vormen dr. Ranneft prof. J. Schrieke en de heer Gexk*». De feiten uit den vorigen oonog leeren, dat ook ditmaal Indië op eigen wieken zal moeten drijven en zeggen schap in Indische aangelegenheden door een persoonlijk beroep op den minister minder zal worden verdragen. Termijn van 15 jaar. Aan den termijn van 15 jaar meent de minister voorshands te moeten vasthouden. Met vele leden is hij van meening, dat het van den duur van den oorlog zal afhangen, of die termijn zal kunnen worden gehandhaafd en dat, mochten tengevolge van een on verhoopt langen duur de ten laste van het fonds te brengen bedragen in thans nog niet te voorziene mate oploopen, wijziging in dit opzicht zal moeten worden in overweging genomen. Of te zijner tijd door een heffing-in- eens nog een grooter deel van de bui tengewone uitgaven rechtstreeks zal kunnen worden afgeschreven dan thans in het voornemen ligt ingevolge herwaardeering van het goud, verkoop van goederen en oorlogswinstbelasting, is op dit oogenblik nog niet uit te ma ken. Zoo ja, dan zal een deel der in middels opgenomen leeninggelden ver sneld kunnen worden afgelost en zal een hieraan evenredige vermindering van de ter financiering van den lee- ningdienst ingevoerde jaarlijksche hef fingen kunnen worden aangebracht. Vereeniging „Nederland en Oranje” te Berlijn. Twee mutaties bij Hr. Ms. gezant schap te Berlijn waren Zaterdag j.l. aanleiding tot een thee-onvangst in de clublokalen van „Nederland en Oran je”. De receptie gold het afscheid van den gezantschapssecretaris, dr. H. R. van Houten, en de verwelkoming van den nieuwen consul-generaal en hoofd van de handelsafdeeling, den heer W. P. Montijn. In aanwezigheid van ongeveer zeven tig gasten nam de voorzitter, ir. F. A. Overhoff het woord om als tolk der aanwezigen zijn gevoelens bij het af scheid van den heer en mevr, van Hou ten tot uiting te brengen en sprak den wensch uit, dat het hen in hun nieuwe standplaats Washington in alle opzich ten naar wensch mocht gaan. Zich richtende tot den heer en mevr. Montijn sprak de voorzitter de hoop uit, dat voor beiden een aangename tijd te Berlijn mag zijn weggelegd en dat de nieuwe consul-generaal speciaal ook in „Nederland en Oranje” spoedig de plaats zal innemen, die hem hoofde der traditie toekomt. Onder de aanwezigen bevonden zich alle leden van het gezantschap met aan het hoofd Z.Exc. en mevrouw van Haersma de With, benevens de chef van de afdeeling Economische Zaken van het departement van Buitenlandsche Zaken en diens echtgenoote. Onder auspiciën van de afdeeling Nederland van het Indo-Europeesch Verbond heeft de voorzitter dier afdee ling, de heer C. E. Barre, gisteravond een voordracht gehouden in de boven zaal van het café „L’Espérance” aan de Laan van Meerdervoort hier ter stede. Nederlandsche Vereeniging voor weer- en sterrenkunde De Nederlandsche Vereeniging voor Weer- en Sterrenkunde heeft Zaterdag in de sterrenwacht te Utrecht haar jaar- lijksche algemeene vergadering gehou den. Uit de jaarverslagen van den secre taris, dr. E. H. Vogelenzang en den pen ningmeester, den heer C. C. Honig, bleek, dat de vereeniging in staat van toenemenden bloei verkeert. Behalve $e twee eereleden, dr. J. Stein S.J., di recteur der Vaticaansche sterrenwacht, en dr. A. F. Philips te Eindhoven, telde de vereeniging op 1 Februari 286 leden. Hiervan zijn er 180 tevens aangesloten bij een der negen afdeelingen. Deze af- deelingen hebben bovendien nog 492 eigen, z.g. „plaatselijke” leden. De finan- cieele toestand is zeer gunstig. In het jaarverslag en uit den boezem der ver gadering werd hulde gebracht aan den samensteller van den jaarlijks door de vereeniging uitgegeven sterrengids, het bestuurslid dr. J. J. Raimond. Aan dezen den leden gratis verstrekten gids, zal voor een groot deel de snelle stijging van hét ledental in de laatste jaren toe geschreven mogen worden. Voor de uitleenbibliotheek der ver eeniging, waarin zich, behalve boekwer ken op het gebied der populaire ster renkunde en weerkunde, vele tijdschrif ten bevinden, wordt door de leden ge leidelijk meer belangstelling getoond. De vergadering koos in de plaats van de aftredende bestuursleden dr. J. L. Bernhardi en dr. E. H. Vogelenzang, de heeren prof. mr. dr. G. van den Bergh te Amsterdam en ir. H. L. Slinkers te Zeist. Deze laatste zal het secretariaat op zich nemen. In de commissie van redactie van het tijdschrift, „Hemel en Dampkring”, werd ter vervanging van dr. C. Schoute gekozen dr. C. Braak te de Bilt. Alvorens de vergadering te sluiten deelde de voorzitter dr. J. van der Bilt, mede, dat het bestuur der vereeniging werd aangezocht om als beheerend lichaam op te treden van een door een particulier gesticht fonds voor sterren kunde, waarvan de bate voor het eerst in 1942 en verder telkens na 3 jaren ten goede zal komen aan een der in Neder land en Ned.-Indië werkzame astrono mische instituten. Na afloop der vergadering heeft de directeur der Utrechtsche sterrenwacht, prof. dr. M. Minnaert, een voordracht met demonstratie gehouden over c|en door hem, in samenwerking met dr. G. F. W. Mulders en drs. J. Houtgast ver vaardigden fotometrischen atlas van het zonnespectrum, naar platen opgenomen aan het Mount Wilson observatorium. De voorzitter heeft, ter vergadering de aftredende bestuursleden hartelijk tcegesproken en hun verdiensten jegens de vereeniging, vooral die van den secretaris in het licht gesteld. Prof. Min naert bracht hij hulde voor het door hem voltooide magistrale werk. Het karakter van het eco nomische Verdedigings- fonds. Het nieuwe economische Verdedi- gingsfonds is bestemd zichzelf te be druipen. Indien het te zijner tijd noo dig mocht blijken daarvan af te wij ken, zal dit geschieden door een uit- keering van de begroeting van Econo mische Zaken aan het economische Verdedigingsfonds, terwijl alsdan ook die uitkeering, van de betreffende be groeting zal worden overgebracht naar de begroeting van het Leeningfonds. Evenals gedurende den wereldoorlog zullen deze eventueele uitgaven der halve ook thans te laste van het Lee ningfonds komen. Minister de Geer beantwoordt de Tweede Kamer In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer betreffende het wets ontwerp tot instelling van een Lee ningfonds, schrijft de minister o.m., dat de gronden, waarop die instelling door eenige leden ongewenscht werd geacht, hem weinig beklemmend schij nen. Inderdaad zijn wel eens fondsen opgericht, waarvan het nut twijfelach tig was verschillende van die fond sen zijn dan trouwens later weer ver dwenen. Gedacht kan hier bijv, den aan het bouwfonds en het defen- siefonds. Maar dit is geen reden a priori het bestaansrecht van ieder fonds te betwisten. Dat door de in stelling van hét Leeningfonds 1940 het inzicht in ’s lands finanoieelen toe stand zou worden belemmerd, acht de minister weinig juist. Integendeel heeft bovenal de wensch, een klaar in zicht in dien toestand te bewaren, hem tot het onderhavige voorstel geleid. Onder de genoodigden merkten wij vele vooraanstaande personen op uit de Indische wereld, zoo sterk vertegen woordigd in onze stad, o.a. de heeren Westerouen van Meeteren, chef van het kabinet van den minister van Ko loniën, Pangeran A A. Koesoemo Joe- do, oud-lid van den Raad van Nederl. Indië, generaal Bajetto, lid der Tweede Kamer, van Helsdingen, oud-voorzitter van den Volksraad, generaal Kiès, oud- Volksraadslid en nog vele andere oud- ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur, oud-hoofdingenieurs en de oud-burgemeester Bagchus. De ver eeniging IndiëNederland werd ver tegenwoordigd door de heeren v. d. Jagt en Putman Cramer, terwijl voorts in de zaal aanwezig was de heer van Ardenne, oud-Volksraadslid. Spreker nam het Koninklijk woord als uitgangspunt van zijn beschou wingen over de vraag of het Indisch beleid wel den toets aan hooge normen kan doorstaan. Met nadruk wordt hierin niet betrokken het lofwaardig streven van Zending en Missie, terwijl mede vaststaat, dat het beleid der In dische Regeering tot bevordering van stoffelijken en geestelijken vooruit gang, sedert de Troonrede van 1901 niet heeft opgehouden dynamisch te zijn. Neemt men kennis van de gedachten wisseling over zaken, welke de Rijks- eenheid raken, dan komt twijfel boven aan de ongereptheid van de Neder landsche geesteshouding, want verwe zenlijking van het begrip Rijkseenheid vraagt wederkeerige offers en ook dit eischt een geestelijke en moreele her bewapening. Een der belangrijkste sta ketsels is Nederland’s betrekkelijk hooge welvaart. Weinige werkloozen, die niet luisteren naar de radio, wei nigen, die niet indirect deel hebben aan Nederland’s winsten, recht matige winsten uit Indische onder nemingen. Nederland, zijn arbeiders inbegrepen, is een rentetrekkend land en dus is het begrijpelijk, dat een Verschenen is het verslag der Twee de Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van in komsten en uitgaven van het werkloos- heidssubsidiefonds voor 1940. De vraag werd gesteldzoo lezen wij in dit verslag of de Regeering, ge zien de moeilijkheden, welke zich on langs hebben voorgedaan met betrek king tot de sneeuwopruiming, maatre gelen wil treffen ten einde te verze keren, dat in den vervolge in derge lijke gevallen het loon, hetwelk aan tijdelijk te werk te stellen gesteunde werkloozen moet worden betaald, slechts ten laste van de gemeenten zal behoeven te worden gebracht, voor zoo ver dat het aan dezen toekomende steunbedrag te boven gaat. Algemeene regeling bepleit. Andere leden zouden intusschen het vraagstuk, dat hier aan de orde is ge steld, in meer algemeenen geest be handeld wenschen te zien. Naar de meening dezer leden dient elke gele genheid, welke kan worden gevonden om de gesteunden iets te doen prestee- ren, te worden aangegrepen, en behoo- ren zeker, als zich zulk een gelegen heid voordoet, van Regeeringswege geen moeilijkheden van financieelen aard te worden opgeworpen in dien zin, dat de steun gedurende de arbeids prestatie wordt ingetrokken. Taak der gemeenten. Tegenover deze opmerkingen werd gesteld, dat het toch niet juist zou kun nen worden geacht, dat door het aan nemen, voor het verrichten van bepaal de diensten, van gesteunde werkloozen gemeenten en andere openbare licha men werkkrachten zouden kunnen ver krijgen wier loon in feite voor een groot deel ten laste van het Rijk zou komen. De sneeuwopruiming behoort, hoewel zij niet regelmatig voorkomt, toch ongetwijfeld tot de normale taak der gemeenten. De kosten, aan de uit voering daarvan verbonden, zullen deze dan ook geheel zelf moeten dragen. Voor taan in werkverschaffing? Van andere zijde werd tegen dit laat ste weder aangevoerd, dat de sterke toeneming van het wegverkeer in de laatste jaren de vroeger wellicht on aanvechtbare stelling, dat de sneeuw opruiming bij uitsluiting tot de taak der gemeenten behoort, toch op zijn minst genomen wel zeer aan het wan kelen heeft gebracht. Het denkbeeld werd geopperd, in de toekomst arbeid werkverschaffing ben. In elk geval Van tevoren geen om schrijving van alle uitga ven te geven. Een nadere omschrijving te geven van alle uitgaven, welke zullen voort vloeien uit de huidige buitengewone omstandigheden, en derhalve ten laste van het Leeningfonds zullen komen, is van tevoren niet wel mogelijk. Die om schrijving zal echter telkens, wanneer zulke uitgaven zich voordoen, gegeven worden op de begrooting van het Lee ningfonds langs dien weg zal de wet gever er zijn goedkeuring aan moeten hechten. Het Eerste-Kamerlid Maarsingh heeft aan den minister van Economi sche Zaken de volgende schriftelijke vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de noodtoestand der zoetwatervischers door opheffing der contingenteering van aal en paling dermate is toege nomen, dat in vele van de 3000 gezin nen dezer visschers broodnood heerscht? Heeft de minister kennis genomen van het feit, dat door de felle koude in dezen winter groote hoeveelheden visch zijn gestorven, waardoor de toe komst voor deze menschen nog som berder is geworden? Is de minister bereid een zoodanigen bijslag te geven voor aankoop van materialen, dat deze menschen hun bedrijf kunnen blijven uitoefenen, zoo mede een wekelijksche vergoeding in den wintertijd, wanneer deze visschers totaal van alle inkomsten zijn versto ken? Reizigers uit: Ned. Overz. geb. België Duitschland Engeland Frankrijk Italië Zwitserland Denemarken Zweden Noorwegen Hongarije Over. Europ. landen 70265 Ver. Staten i Overig. Amerika Afrika Azië Australië Zonder vaste woonpl. of woonpl. onbekend 5217 Oslo-staten openen een gemeenschap- pelijken nieuwsdienst. In November 1939 werd te Amster dam een vergadering gehouden van de directeuren der nationale nieuws agentschappen van de Oslo-staten (België, Denemarken, Finland, Neder land, Noorwegen en Zweden), waarin de mogelijkheid werd besproken van het instellen van een gemeenschappe- lijken berichtendienst volgens het z.g. Hell-systeem. Deze nieuwsdienst is thans, nadat gedurende eenigen tijd proef-ultzendin- gen waren geschied, werkelijkheid ge worden door de inrichting van een draadloos station te Amsterdam. De onderscheidene bureaux sturen de be richten uit hun eigen land per telex of telegram naar Amsterdam, vanwaar deze berichten door het Hell-station opnieuw worden uitgezonden. Oudejaarsrede van G.G. de Jonge geen weerklank heeft gevonden. Spreker staat nog even stil bij onvermijdelijke veranderingen in de sociale en politieke ordening, welke van dezen oorlog de gevolgen zullen zijn. Hoe hiervan de afloop ook moge zijn, het gezag van West-Europa in Azië zal veel minder wezen dan thans het geval is, terwijl onder „tegen kapitalisme” aspiraties nog hooger zullen geren dan we in 1919 en ’20 De verhouding Plein— Buitenzorg. Dit nu is mogelijk binnen het kader der* geldende staatsrechtelijke ver houdingen, doch spreker wijst op het verschil tusschen de letter van de wet en haar toepassing, wat telkens mis noegen opwekt bij alle groepen. Waar de feiten anders getuigen, zijn de verklaringen van de Indische Regee ring over de verhouding PleinBuiten zorg weinig overtuigend. Spreker wijst op enkele der feiten, welke deze ver houding raken en welke op het breuk vlak liggende belasting van het grootbedrijf, de onderwerpen van so ciale wetgeving, regeling van het grondrecht, de tinfusie. Algemeen heeft men in Indië het gevoel, dat de Indi sche Regeering niets aandurft zonder „prentah” uit den Haag. Pijnlijk voor haar was wel de beslissing inzake de verlenging van het defensieuitvoer- recht. De tegenstellingen van materieele belangen zijn veelal met ideologische tendenzen doorweven, maar spreker wijst op de sfeer, waarin enkele groe pen van Chineezen, Inlanders en Ne derlanders kunnen samenwerken, welke combinatie de Regeering menigmaal uit een netelige positie heeft gered. De heer Meijer Ranneft wees reeds op deze groepeering. Tot deze midden groep behooren de Indische Nederlan ders, op wier woorden en prestatiés zoowel op politiek als op maatschap pelijk gebied, spreker de aandacht vestigt om vervolgens uit te weiden over de taktiek der nationalisten in’ pers en vergaderzalen, met de reactie hiervan op de houding der Regeering en op den invloed daarvan op de denkwijze van loyaal gezinden. Uit de verwarring waarin de Regeering meer dan eens hierdoor is geraakt, werd zij door de middengroep gered, welke zich voor alles één doel voor oogen stelt, het belang van Indië te dienen, doch met meer armslag dan de Indische Regeering gegund wordt, die geen tin fusie wenscht en geen liebaüglen met voorstanders van een volwaardig In disch Parlement. Het is op deze basis waarop mo reele en geestelijke herbewapening mogelijk is en vruchten dragen kan. Maar het is juist deze groep, die in Nederland het minst begrepen wordt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 10