voor De Indische begrooting 1940 NEDERLANDSCH-1NDIE STATEN-GZNERAAL TTAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 3, Behandeling in de Tweede Kamer VOORTZETTING INDISCHE BEGROOTING TWINTIG VROUWEN VERDRONKEN DE VOLKSRAAD AANKOMST VAN DE „DEMPO” DE OORLOGSWINSTBELASTING ONDERWIJS EN KERK ECONOMISCHE ZAKEN EN LANDBOUWCRISISFONDS EERSTE KAMER ergadering van Woensdag 21 Februari. HET VAARTUIG WAS OVERBELAST Prauw otngeslagen in het Japarasche. (Slot.) slachtoffers geborgen. (Zie verder 5e blad, pag. 2.) (Slot.) Staatkundige hervormingen. Ontactvol optreden der politie. de de kolonisatiegebieden op Financieele beschouwingen. De inundatie. de De werkloosheid. ds. Vergadering op Donderdag 22 Februari. Geopend te 1.10 uur. Voorzitter mr. J. R. H. van Schaik REGELING VAN WERKZAAMHEDEN Bij de regeling van werkzaamheden deelde de voorzitter mede, dat het zijn voornemen is a.s. Dinsdag voor te stellen den Woensdag daarop te behan delen de wetsontwerpen tot herwaardee- ring van den goudvoorraad en tot instel ling van een Leeningsfonds. de algemeenen een van Daadwerkelijke hulp voor middenstand broodnoodig. Het den Op 28 dezer te Priok verwacht. BATAVIA, 22 Februari. (Aneta.) Het m.s. „Dempo”, dat gisteren van Colombo vertrok, wordt op 28 Febr. a.s. te Tandjong-Priok verwacht. Vergadering van Donderdag 22 Februari. Geopend om 11.05 uur. Voorzittermr. W. L. baron Vos van Steenwijk. In verschillende streken van Java en Sumatra heerscht hongersnood. Dat is een aanklacht tegen het koloniale be leid. En de oorlogstijd zal dezen toe stand nog verergeren. Welke nieuwe lasten zal de bevolking nu verder boven het hoofd hangen? Men kan het Indonesische volk niet meer aan het lijntje houden zooals in 1914. De heer Effendi critiseerde vervol gens de houding der S. D. A. P. tegen over het koloniale probleem. Zij wil den band met het moederland behouden, zich daarmede geheel op één lijn stel lend met de bourgeoisie, tot den heer Rost van Tonningen toe. Zij moet deze houding terwille van de ministerszetels aannemen; daarvoor moest de heer Stokvis zich in allerlei bochten kronke len. De heer Effendi herinnerde ten slotte aan een gloedvolle rede van den heer Stokvis tegen het Nederlandsche imperialisme op een vergadering in 1922 te Bandoeng gehouden. Hij riep toen uit: Holland er uit! (De heer Stokvis: Daar is niets van aan!) De heer Effendi zeide tenslotte, dat het Indonesische volk een harden strijd te voeren zal hebben voor zijn vrijheid. Het gaat om de vrijheid van Indonesië en de opheffing van het slavenstelsel. Om 5.20 werd de vergadering ver daagd tot hedenmiddag 1 uur. Waardeering voor het beleid. De heer van Houten (C.D.U.) zei de zich over het algemeen met het be leid van den minister en den G. G. te kunnen vereenigen. Hij was 't met den minister er over eens, dat het weinig zin heeft thans, gezien den onzekeren toestand uitvoerige financieele beschou wingen te houden. Hij verzette zich te gen een dogmatische opvatting van de sluitende begrooting. Een hernieuwde aanpassing is voor Indië een onmogelijkheid. Een zoo zui nig mogelijk beheer blijft noodig. Indië is tot aan de grens van het uiterst moge lijke aangepast. Met groote voldoening had de heer van Houten gezien, dat niet weer teruggegrepen zal worden tot het middel der pensioenkortingen en dat een oorlogswinstbelasting zal worden inge steld. Hij steunde aandrang van prof. Slote- maker om van de nieuwe kolonisatiege bieden een alcoholfabricage en -invoer verbod uit te vaardigen. Hij had zeer veel waardeering voor de boeiende me morie van antwoord, die zich anders dan vele staatsstukken als een roman laat lezen. Bij de voortzetting van de behande ling van de begrootingen van Econo mische Zaken en van het Landbouw crisisfonds 1940 betoogde de heer F 1 e s- k e n s (R.K.) in den vastgestelden prijs van 12.50 voor de suikerbieten geen reden voor de geuite felle critiek te zien. Wanneer echter de productiekosten in den landbouw stijgen, dient deze ga rantieprijs verhoogd te worden. Groote ongerustheid heeft het voor nemen gewekt om voor bedrijven boven 10 h.a. de tuinbouwteeltvergunning in te trekken. De minister schorte de uit voering van deze plannen voorloopig op den ontwikkeling moet voor een sluitend De toestand in den tuinbouw. In den tuinbouw is de toestand zeer ongunstig. Wil de minister den steun baseeren op 100 pCt. van de werkelijke kostprijzen van thans? Het bedrag van 3 millioen voor de bollenkweekers acht spreker te laag. Spreker betwijfelt, of onder de hui dige omstandigheden een afzonderlijk departement van landbouw gewenscht is De heer Janssen (R.K.) bespreekt de Pachtwet. Spr. betwijfelt, of de prac- tijk reeds thans herziening eischt. De rechter zal hebben uit te maken, of de omstandigheden verhooging van den pachtprijs billijken, die omstandigheden hangen af van de prijspolitiek. Spr. had gehoopt op indiening van een Natuurbeschermingswet. De ontginnin gen zijn een groot gevaar voor het na tuurschoon. De heer ter Haar (C.H.) wenscht geen critiek op den minister te leveren, doch slechts enkele wenschen te uiten. Men ga tijdig over tot vervanging van verouderde of verloren gegane koop vaardijschepen. Leggen de bouwcredie- ter geen te zware lasten op de schouders der maatschappijen? Zullen nieuwe schepen na den oorlog wel rendabel zijn? De Regeering bezie het vraagstuk ook van dezen kant. DE WERVELSTORM IN HET SOLOSCHE. SOLO, 22 Februari. (Aneta.) aantal omgewaaide huizen bij wervelstorm in het Bakische, in Solo, waarover gisteren werd geseind, is bij natelling gestegen tot zestig, en Behandeling in den Volksraad. BATAVIA, 22 Februari. (Aneta.)’ Terwijl de voorbereidingen werden ge troffen voor het opnemen van een film van den Volksraad voor de „March of Time”, is de Volksraad in zijn zitting van heden begonnen met de behande ling van het ontwerp tot het heffen van een oorlogswinstbelasting. De eerste spreker, de heer Yo Heng Kam (P.E.B.) beperkt zich tot een plei dooi ten gunste van den kleinen man, daarbij het principe om allen die oor logswinst verwerven en zooveel moge lijk alle oorlogswinst te belasten, aan tastend. De heer Moelia (C.S.P.) acht het per centage van 35 procent aan den lagen kant. Hij bepleit de heffing van een extra-uitvoerrecht. De heer de Villeneuve (Econ. Groep) erkent, dat het punt van uitgang van de voorstellen der Regeering juist is. Hij wijst echter op de dreigende toekomst voor de bedrijven. Spreker acht 35 pro- De heer Wagenaar (A.R.) wees op het gemis van een concreten grond slag voor de bespreking van de begroo- tingscijfers. Hij hoopte dat het leggen van zoo’n grondslag weldra weer mo gelijk zou zijn. Hij wilde alvast mee deden dat de A.R. niet behooren tot de categorie der onberedeneerde be zuinigers. Herinnerend aan zijn vroegere op merkingen over de financiering van de pensioenen, releveerde de heer Wa genaar de geschiedenis van deze fi nanciering, erop wijzend dat men on der het tijdelijke omslagstelsel tot geflatteerde begrootingen is gekomen. De minister acht een flatteering met 30 millioen overdreven, maar waarop berust die verklaring? Overgaande tot een meer algemeene beschouwing van het financieele beleid betreurde de heer Wagenaar het, dat dit blijkbaar niet uitgaat van de nood zakelijkheid van sluitende begrootin gen. Een en ander houdt verband met de opleving, welke in 1936 is begonnen. Een goed financieel beheer mag echter niet afhankelijk zijn van den gunst of ongunst der tijden. Dit is een primaire eisch, welke niet behoort te worden te ruggedrongen. De „cost” mag niet al tijddurend aan de „baet" vooruitgaan. Voor een beleid dat niet op sluitende begrootingen is gericht, zal het nage slacht niet dankbaar zijn. Met nadruk bepleitte de heer de Wa genaar den terugkeer tot sluitende be grootingen in Indië, dus tot het beleid, dat in Nederland wordt gevolgd. Als men de salarissen en pensioenen op het tegenwoordig peil wil handhaven, moet de bevolking voor de consekwenties daarvan worden gesteld. Het best zou wezen, dat de begrootingen in Indië en Nederland op denzelfden voet worden opgezet, ook in verband met de verdee- ling van de vlootkosten, als straks de financiering van de slagkruisers ter sprake komt. Aanwijzingen in deze richting kunnen door een man met een koloniaal gezag als deze minister aan den Gouverneur-Generaal worden ge geven. SALATIGA, 22 Februari. (Aneta.) Bij Kedoengan, in het Japarasche, is een overbelaste prauw bij het over steken van de Kali Seran omgeslagen, waarbij van de inzittenden twintig vrouwen zijn verdronken. De prauw, welke slechts plaats bood voor 15 men- schen, was overbelast doordat 25 per sonen, die van den arbeid op de sawahs terugkeerden, hierin hadden plaatsgenomen. De politie stelt een onderzoek in. Reeds zijn eenige lijken van Het communistische standpunt. De heer Effendi (C.P.) betoogde, dat zijn standpunt door den uitgebroken oorlog bij twee jaar geleden vergeleken, gewijzigd is, daar het nu juist de groote Westersche democratische landen zijn, die op een imperialistischen oorlog aan stoten. Hij wees er op, dat de invloed van den oorlog ook op de Inlandsche bevolking duidelijk merkbaar is. Haar inkomsten zijn sterk achteruitgegaan, terwijl de kosten van het levensonder houd zijn gestegen. Reeds nu worden groote oorlogswinsten behaald, terwijl de arbeiders in de suikerindustrie nog een hongerloon krijgen.De bewapenings lasten en de mobilisatiekosten zijn tot het waanzinnige gestegen. Men kan niet verwachten, dat het In donesische volk dezelfde fouten zal ma- h*n als na den vorigen oorlog. Een hogelijk conflict in ’t Oosten wordt ■“toe bepaald door de politiek in het ^dsten. Het vlootplan zal enorme lasten ■etgen op het Indonesische volk. Dit zal «o mogelijk mede moeten helpen den oorlog buiten de deur te houden, maar heeft daarnaast het recht op zelf- ^hikking. De heer Effendi haalde oritsch-Indië als voorbeeld aan. Er Jorden nu wel collecten voor 't arme Eiland georganiseerd, maar wat doet ^Nederlandsche Regeering, wat de S. voor de bevrijding van het Indo- Msche volk? Wat deed de S.D.A.P., het imperialistische fascisme Span- overweldigde? De voorzitter hamerde en ver- ^ht den heer Effendi tot de Indische footing terug te komen. be heer Effendi (C.P.) vervolgde betoog, critiek uitoefende op de af wende houding der Regeering ten fyien n de actie voor een volwaar- parlement. Aan dezen eisch der In- Whe eweging moet onmiddellijk 'Men voldaan. Het is slechts een e'*Ppe den weg naar de volledige “Mjding van Indië van het Nederland- imperialisme en kapitalisme. Indië «en rijk land, dat ziet men aan de JJJlstische kapitaalbeleggingen, maar M krijgt het Indonesische volk er voor Niets. Het mag niet eens zijn *«n taal in den Volksraad gebruiken. er wordt gezegd: een onduldbare Jtonstratie. Het is echter juist een van gezond nationalisme, als de JtoUvertegenwoordigers hun eigen taai spreken. De steun voor de werk is totaal onvoldoende. Verschillende onderwerpen. BATAVIA, 21 Februari (Aneta). De Volksraad behandelde heden in eersten termijn de ontwerp-ordonnantie tot instelling van een groepsgemeenschap Palembang en andere bijbehoorende ordonnanties. De heer Blaauw (I.E.V.) wees er op, dat de rechten van het Nederlandsche deel der bevolking nog niet ten volle erkend zijn. Hij herinnerde aan de me morie van antwoord van den minister van Koloniën inzake de staatkundige ontwikkeling, en sprak de hoop uit, dat de Indische regeering en haar ad viseurs meer in den geest van den mi nister van Koloniën zullen willen wer ken. De regeeringsgemachtigde voor Al gemeene Zaken, dr. Levelt, beant woordde hierna de opmerkingen, ge maakt bij de behandeling in tweeden termijn van het wetsontwerp inzake wijziging van enkele artikelen van de Indische staatsregeling. Hij handhaaf de het standpunt van de Regeering ge heel, en wees er op, dat van een in tentie van de Regeering om den Volks raad te bevoogden, geen sprake is. De Volksraad nam verder zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aan de aanvullingsbegrooting voor het departement van Verkeer en Waterstaat, ten behoeve van den bouw van enkele nieuwe schoolgebouwen e.d., zoomede den aanleg van verschil lende waterstaatswerken, ook ten be hoeve van Sumatra. Tenslotte werd na eenige discussie aangenomen een aanvullingsbegrooting voor het departement van Binnen- landsch Bestuur, waarbij o.a. een be drag van ƒ45.000 wordt gevraagd voor kampongverbetering te Palembang en te Padang. vergadering van Woensdag 21 Februari. versnelde afschrijving in oorlogstijd moet worden toegestaan. De heer Smit (Suikerbond) gaat even eens met het principe accoord, doch acht een percentage van 35 voor klei nere winsten nogal hoog. Hij bepleit de belangen van de suikerindustrie. De heer Thamrin (Nat. fractie) acht bij den huldigen opzet de mogelijkheid tot ontduiking groot. Hij stelt bij de bespreking van het percentage van de heffing een progressief tarief voor tot een maximum van zestig procent, be ginnend bij een bedrag van 100.000. Hij acht voor de aardolie een heffing op een specialen grondslag alleszins ge rechtvaardigd. De heer Mansvelt (Vad. club) ver klaart, dat zijn fractie met het voorstel accoord kan gaan. Hij vraagt zich af waarom ook niet gronden en huizen bij de belasting zijn betrokken. Voorts be pleit hij wijziging van de minimum basis van vier procent. Op 27 Februari a.s. zal de Regeering antwoorden. De heer van Gelderen (S.D.A.P.) jijde, dat het hem niet duidelijk was yt het welvaartsfonds, dat de heer r Poll bepleitte, gefinancierd moet morden. Hij vreesde voor een groote financieele onafhankelijkheid van In dië van den Kneuterdijk. Constructief Üjkt deze opzet dan ook onhoudbaar. Voor Indië is noodig herstel van het internationale ruilverkeer en afzet, voorts stelselmatige verbetering van de inlandsche markt en versterking van de eigen productiekrachten. Dien koers moeten we uit en in een snel tempo. Geen sluitende begrooting ten koste van 's lands belang. Bij de voortzetting van de algemeene beschouwingen over de Indische be grooting voor 1940 was het woord aan mr. Joekes (V.D.). Deze zeide, dat Indië op het oogenblik minder ongun stig ligt dan het moederland, dat aan de oorlogvoerende mogendheden grenst. In Indië behoefde men dan ook niet tot algemeene mobilisatie over te gaan. De economische gevolgen van den oor log doen zich dan ook- niet in die mate gevoelen als hier integendeel is er zelfs eenige opleving in sommige exporten. Indië ligt als ’t ware in een lagere ge varenklasse. Het gouvernement streeft naar goede betrekkingen met de omlig gende landen. Niettemin is de toestand zeer onzeker, hetgeen zijn terugslag op de begrootingscijfers heeft gehad. Met den minister was de heer Joekes het eens, dat een sluitend budget een pri maire eisch is, maar hij verklaarde tevens, dat het in ’s lands belang kan zijn eenigen tijd, noodgedwongen, een tekort te aanvaarden. De instelling van het Nederlandsche leeningfonds beoogt de uitgaven over een aantal jaren te verdeelen. De heer Joekes herhaalde zijn aan drang om de Indische begrooting wat vroeger te behandelen. Hij achtte de eenige oplossing, aan de Indische in specties de bevoegdheid te verleenen, de begrooting vast te stellen. Amendee- ring is hier toch al niet mogelijk. Het Indisch beleid zou dan besproken kun nen worden bij de behandeling van de begrooting van Koloniën. Het ge raamde tekort voor 1940 is 30 millioen. Maar is dit niet 7% millioen te pes simistisch in verband met de tegoed- schrijving van het defensie-uitvoerrecht aan den buitengewonen dienst? Het leek den heer Joekes niet mo- igelijk op vitale posten bezuiniging van beteekenis aan te brengen. Indië is een jong land, dat behoefte aan ex pansie heeft en het zou niet in ’s lands belang zijn deze tegen te houden. De zorg voor de sociale en cultureele ont wikkeling moet op den voorgrond staan. De sociale de grondslag zijn budget. De export staat mede in het belang van die sociale ontwikkeling is de instelling voor de oorlogswinstbelastiing. De heer Joekes waarschuwde tegen een door sommi gen bepleite pensioenkorting. Aan verkregen rechten mag niet worden ge tornd, tenzij de toestand zoo wordt, dat het water aan de lippen komt. De heer Bajetto (R.K.) gaf nog een aanvullende beschouwing over de staatkundige hervormingen in Indië. Al maakt het parlementarisme een crisis door, de democratische gedachte is levendig gebleven. Maar wat in Indië door Inheemsche nationalisten wordt beoogd, is een ex tremistisch streven. Het is verwonder lijk, dat daaraan door den heer Stok vis in ons parlement steun wordt gege ten. Gelukkig staat daartegenover een waarschuwing tegen dit extremisme in bet „Volk”. Wie kennis neemt van het geen de Inheemsche leiders zeggen en schrijven, behoeft zich over het voort bestaan van den band tusschen Indië en bet moederland geen illusies meer te maken! De heer Meyer Ranneft waar schuwde in een geschrift tegen het coquetteeren van „links Nederland” met d* Indische nationaliteiten. Ook de heer Bajetto waarschuwde tegen de overwegende positie, welke Java, bij algemeen kiesrecht, in een vol waardig parlement zou innemen. Men moet zich over een Inheemsch altruïsme geen illusies maken. Wij mogen in Indië niet klakkeloos Westersche begrippen overplanten zonder de grootste zorgvul digheid. De heer Bajetto legde er den nadruk op, dat zijn verzet tegen het extreme na tionalisme niet beteekent, dat hij zou zijn tegen een geleidelijke staatkundige ontwikkeling binnen het Rijksverband. I Met redelijke verlangens van de In- heenuche kringen zal deze Regeering raker rekening houden. Zij mag niet lij delijk toezien, dat door de Inheemsche leiders propaganda wordt gemaakt voor een volwaardig parlement met gebruik making van den slechten economischen toestand en de afhankelijkheid van In dië van Nederland. De heer Bajetto kon de vrees van den heer Stokvis voor de actie der N. S. B. met deelen, daar men als voor den dood m bang is voor communistische en rationalistische propaganda. Wat den middenstand betreft, hier is daadwerkelijke hulp broodnoodig. Spr. juicht toe, dat de middenstand bij de distributie is ingeschakeld. Over de wijze, waarop de distributie geschiedt, is spr. niet enthousiast, b.v. met de uit reiking der verkoopbriefjes in den aan vang is een fout gemaakt. Ook is spr. niet tevreden over den aard der gedistribueerde goederen. Het argument van vervoersmoeilijkheden, ten aanzien van de peulvruchten, acht spr. niet steekhoudend. Schakelt de mi nister wel voldoende deskundige orga nisaties in? De minister late zich voor lichten door producent, handel en consument. Om 3.55 uur wordt de vergadering verdaagd tot hedenochtend 11 uur. Spr. acht het onjuist, dat de land- bouwconsulent tot productie-commissa- rissen werden benoemd, de landbouw crisisorganisaties hadden veel ervaring op dit gebied. De minister drage de uit voering van de distributiemaatregelen e. d. op aan de gewestelijke landbouw crisisorganisaties. Wanneer het tekort aan veevoeder nijpend gaat worden, dan voorkome men, dat bepaalde diersoorten worden afgeslacht Herwaardeering van den goudvoorraad? De heer Joekes vroeg of het in de bedoeling ligt ook in Indië tot her waardeering van den goudvoorraad over te gaan en de winst aan de ge meenschap ten goede te laten komen. De economische toestand. Komend tot den economischen toe stand zeide de heer Joekes, dat hij den indruk had, dat de Regeering de kwes- - een jaar op. De heer Kupers (S.D.A.P.) be twistte, dat de politieke belangstelling onder de bevolking zoo gering zou zijn. Wel wil de Regeering een gezonde politieke belangstelling der bevolking aanmoedigen, maar in de practijk blijkt daarvan weinig. Die belangstel ling moet in vergaderingen kunnen worden bevorderd. Zoo is het in Ne derland met de ontwikkeling van arbeidersklasse eveneens gegaan. Ook hier heeft een ontwikkelde bo venlaag de leiding genomen. Politiek en vakbeweging en een ontwikkelde arbeidersklasse zijn gegroeid, in het be lang van ons land. De arbeiders zijn van staatsonderdanen staatsburgers geworden. In Indië wordt echter door het te vér gaande politietoezicht de gezonde ontwikkeling van de volksbeweging tegengegaan. De heer Kupers gaf voor beelden van ontactisch optreden van de politie op vergaderingen, welke eveneens in den Volksraad ter sprake zijn gebracht. Er zit ook niet de min ste lijn in het optreden der politie; wat zij hier toelaat, keurt ze elders af. Waarom is een klacht van het Volks- raadslid Thamrin geseponeerd De bemoeiing van de adatbesturen met het vergaderrecht gaat ook veel te ver. Ten aanzien van politieke ver gaderingen mag de Indische staats regeling niet onder ’t adatrecht staan. Aan de gesignaleerde misstanden moet een einde worden gemaakt. Staatkundig beleid. Wat het staatkundig beleid betreft, wees de heer Joekes op de gunstige omstandigheid, dat de „korte-conflicten- regeling” onder het bewind van dezen gouverneur-generaal zoo goed als niet is toegepast. ’De eisch van een vol waardig parlement is in strijd met de werkelijkheid. De verscheidenheid in Indië is daarvoor veel te groot. De heer Joekes sloot zich bij het betoog van den heer van Poll aan. Hij be streed den heer Effendi, die, zijns on- danks, het revolutionnair karakter van het streven der G A.P.I. duidelijk heeft doen uitkomen. De Regeering is dus gewaarschuwd. De inwilliging van de ongefundeerde G.A.P.I.-leuze zou in strijd zijn met het betoog der Inheem sche bevolking en met de staatkundige ontwikkeling van Indië. Wel zal de Regeering goed doen zich steeds reken schap te geven van wat onder het in- tellectueele deel der bevolking leeft Verwezenlijking van het door den heer Rost van Tonningen beleden lei- dersprincipe met de rassentheorie an nex, is evenmin in het belang van In dië. Inheemschen zouden niet tot het bestuur worden toegelaten. De heer Joekes laakte een artikel van den Amerikaan Burton, dat absoluut verkeerde voorstelling Indië geeft. Voortgezet wordt de behandeling van de begrootingen van Economische Za ken en van het Landbouwcrisisfonds voor 1940. Heldring (Lib.) ver over ’s ministers herstel. tie van plaatselijke voedseltekorten te gunstig heeft voorgesteld. Hij zag dan ook met belangstelling nadere inlich tingen tegemoet. Waardeering had hij voor de economische maatregelen der Regeering, in verband met het uit breken van den oorlog genomen. De stijging van de kosten van het levens onderhoud is slechts matig geweest. Tegen verdere stijging moet worden gewaakt teneinde loonsverhoogingen en verdere prijsstijgingen te voor komen. Loopen verschillende maatregelen in Indië parallel met de hier te lande genomen, andere zijn vooruitstreven der, o.a. de algemeene machtigings- ordonnantie, welke de mogelijkheid van een algemeenen burgerlijken dienstplicht in oorlogstijd inhoudt Chr. Geref. Kerk. Tweetal te 's-Gravenhage-Oost ds. J. P. Gaels te Drachten en ds J. G. van Min nen te Huizen. Bedankt voor Zwaag-Westeinde I. van der KnIJff te de Krim (Ov.). Prot. Kerk in Ned.-Indië. Aangenomen een beroep naar de Prot. Kerk in Ned.-Indië de heer M. U, W. Schoch, cand. en hulppred. alhier. De heer van de Bilt (S.D.A.P.) constateert een teruggang in de werk loosheid het vorige jaar had het laagste maandgemiddelde. Toch is zij nog beangstigend groot. Herstel kan niet eigener beweging worden ver wacht, er moet van boven af sterker worden ingegrepen. Het verheugt spr., dat deze minister de leiding van dit departement op zich heeft genomen. Naast verkorting van den arbeidsduur] acht spr. industrialisatie geboden, tot die conclusie kwam ook een commissie- uit den Hoogen Raad van Arbeid. Spr. is niet gerustgesteld, dat de Regeering met plannen te dien aanzien zal ko men, het particulier initiatief laat in vele opzichten te wenschen over. Wat heeft het centraal instituut voor de industrialisatie opgeleverd Het ant woord van den minister geeft niet veel houvast. De maatschappij voor industrie- financieering is geen voldoende stimu lans voor het particuliere initiatief. De Regeering verleent ook te weinig mede werking bij de pogingen om tot industrialisatie te komen. Zoo noodig moet men van overheidswege tot gefor ceerde resultaten komen. De heer Diepenhorst (A.R.) spreekt naar aanleiding van het be toog van den heer de la Bella over de algemeene economische politiek. In het beleid van dezen minister ziet spr. de werkelijkheidseconomie van de nieuwe economie. De handelspolitiek is geheel gebaseerd op de werkelijkheid. Spr. acht ruime toewijzingen beter dan geheele opheffing van de contingentee- ringen. Ook in het ordeningsstreven ziet spr. een symptoom van den werke lijkheidszin van den minister, evenals in het voeling houden met het be drijfsleven. De oorlogseconomie neme men niet als maatstaf, gelijk de heer de la Bella deed. Spr. betreurt, dat den landbouworga nisaties zitting-nemen in den econo mischen raad onhouden is, men ver- binde dit niet aan de voorwaarde van het bestaan van een landbouwraad. Ook in de prijspolitiek looft, spr. den wer kelijkheidszin van den minister, meer dan in zijn prijsleer. Kunstmatig te laag gehouden prijzen acht spr. een maatschappelijk kwaad. De afwijzende houding tegenover de prijsstabilisatie kan spr. geheel aanvaarden. De mi nister wil controleerend en dirigee- rend, niet prijsbeheerschend optreden. De heer heugt zich Spr. stemt in met het beleid van den minister onder de huidige moeilijke omstandigheden. Wij moeten aan het einde van den oorlog zoo min mogelijk zwak staan. Versobering en bezuiniging is noodig, doch het is niet de taak van de Kamer de middelen aan te geven. Het crediet van den Staat is onge schokt, doch alle zeilen moeten worden bijgezet. Van de zijde van de werkgevers wordt wel op samenwerking met de werknemers prijs gesteld, doch er zijn commissies, waarin men als deskun dige moet zitting nemen, een deskun dige werknemer kan welkom zijn. Spr. ziet de ontwikkeling van de crisis diensten met zorg, het apparaat is te groot. Kan het bedrijfsleven niet meer worden ingeschakeld? De prijspolitiek acht spr. geslaagd. Vermeerdering van den uitvoer moet bevorderd worden. Spr. verheugt zich over het onmid dellijk dekken van het oorlogsrisico. Kan de minister mededeelen, of het accoord met de oorlogvoerenden be treffende niet-belemmering van onzen handel reeds gesloten is? Kan de A.N.I.C. dan gaan werken? Tot dusver is er bij de scheepvaart van oorlogswinst, die reserveering mo gelijk maakt, geen sprake. De reede- rijen verkeeren in een noodtoestand het verheugt spr. daarom, dat de Re geering door credieten wenscht te steu nen. Welk stelsel zal zij volgen en hoe wil zij de credieten dekken? Ten aanzien van het instituut voor Nederlandsche economische belangen in Indië juicht spr. de werking daar van toe. Spr. hoopt, dat spoedig een voorzie ning ten aanzien van de natuurbescher ming zal komen. De heer B ruin em an (R.K.) had 1 van den heer Heldring destijds meer verwacht. Daarom interrumpeerde hij „hebt u niets concreters mede te dee len?” Men zegge niet, den buikriem toehalen e.d., wanneer men over be- zuiniging spreekt, de heer Heldring zal weinig van bezuiniging merken en hoede zich daarom voor dergelijke uit- i drukkingen. Over de regeling der gevolgen van de inundatie is spr. niet tevreden, hij bepleit inzonderheid de belangen van het land van Maas en Waal. Hoe zul len de indirecte gevolgen geregeld wor den? Vele hectaren, die niet voor inun datie in aanmerking kwamen, stonden toch blank tengevolge van de kwel. cen^ te hoog en is van meening, dat een De minister bespoedige de studie van deze kwestie. Wat het overnemen van vee betreft, reeds in November zou contant be taald worden, doch thans is dit nog niet geschied. De moeilijkheid is deze, dat men twee prijzen heeft bepaald de verkoopwaarde of de gebruiks waarde. Laat men beginnen met het uitbetalen van de laagste waarde, als men nog niet kiezen kan. De minister brenge de door defensie werken getroffen kleine boeren in de eerste plaats in aanmerking voor gron den in den nieuwe Zuiderzeepolder. Van het scheuren door defensie is geen boek gehouden, er is vrij veel weiland gescheurd. De minister neme tijdig maatregelen om de boeren hun bedrijven te kunnen doen hervatten. Om 1.05 uur wordt de vergadering geschorst. (Zie verder 5e blad, pag. 2.) er goed voor en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 11