voor
De Indische begrooting
1940
NEDERLANDSCH-1NDIE
STATEN-GZNERAAL
TTAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 3,
Behandeling in de Tweede Kamer
VOORTZETTING INDISCHE
BEGROOTING
TWINTIG VROUWEN
VERDRONKEN
DE VOLKSRAAD
AANKOMST VAN DE „DEMPO”
DE OORLOGSWINSTBELASTING
ONDERWIJS EN KERK
ECONOMISCHE ZAKEN EN
LANDBOUWCRISISFONDS
EERSTE KAMER
ergadering van Woensdag
21 Februari.
HET VAARTUIG WAS OVERBELAST
Prauw otngeslagen in het Japarasche.
(Slot.)
slachtoffers geborgen.
(Zie verder 5e blad, pag. 2.)
(Slot.)
Staatkundige hervormingen.
Ontactvol optreden der politie.
de
de kolonisatiegebieden op
Financieele beschouwingen.
De inundatie.
de
De werkloosheid.
ds.
Vergadering op Donderdag
22 Februari.
Geopend te 1.10 uur.
Voorzitter mr. J. R. H. van Schaik
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN
Bij de regeling van werkzaamheden
deelde de voorzitter mede, dat het
zijn voornemen is a.s. Dinsdag voor te
stellen den Woensdag daarop te behan
delen de wetsontwerpen tot herwaardee-
ring van den goudvoorraad en tot instel
ling van een Leeningsfonds.
de
algemeenen
een
van
Daadwerkelijke hulp voor
middenstand broodnoodig.
Het
den
Op 28 dezer te Priok verwacht.
BATAVIA, 22 Februari. (Aneta.)
Het m.s. „Dempo”, dat gisteren van
Colombo vertrok, wordt op 28 Febr.
a.s. te Tandjong-Priok verwacht.
Vergadering van Donderdag
22 Februari.
Geopend om 11.05 uur.
Voorzittermr. W. L. baron
Vos van Steenwijk.
In verschillende streken van Java en
Sumatra heerscht hongersnood. Dat is
een aanklacht tegen het koloniale be
leid. En de oorlogstijd zal dezen toe
stand nog verergeren.
Welke nieuwe lasten zal de bevolking
nu verder boven het hoofd hangen? Men
kan het Indonesische volk niet meer
aan het lijntje houden zooals in 1914.
De heer Effendi critiseerde vervol
gens de houding der S. D. A. P. tegen
over het koloniale probleem. Zij wil den
band met het moederland behouden,
zich daarmede geheel op één lijn stel
lend met de bourgeoisie, tot den heer
Rost van Tonningen toe. Zij moet deze
houding terwille van de ministerszetels
aannemen; daarvoor moest de heer
Stokvis zich in allerlei bochten kronke
len. De heer Effendi herinnerde ten
slotte aan een gloedvolle rede van den
heer Stokvis tegen het Nederlandsche
imperialisme op een vergadering in
1922 te Bandoeng gehouden. Hij riep
toen uit: Holland er uit!
(De heer Stokvis: Daar is niets van
aan!)
De heer Effendi zeide tenslotte, dat
het Indonesische volk een harden strijd
te voeren zal hebben voor zijn vrijheid.
Het gaat om de vrijheid van Indonesië
en de opheffing van het slavenstelsel.
Om 5.20 werd de vergadering ver
daagd tot hedenmiddag 1 uur.
Waardeering voor het beleid.
De heer van Houten (C.D.U.) zei
de zich over het algemeen met het be
leid van den minister en den G. G. te
kunnen vereenigen. Hij was 't met den
minister er over eens, dat het weinig
zin heeft thans, gezien den onzekeren
toestand uitvoerige financieele beschou
wingen te houden. Hij verzette zich te
gen een dogmatische opvatting van de
sluitende begrooting.
Een hernieuwde aanpassing is voor
Indië een onmogelijkheid. Een zoo zui
nig mogelijk beheer blijft noodig. Indië
is tot aan de grens van het uiterst moge
lijke aangepast. Met groote voldoening
had de heer van Houten gezien, dat niet
weer teruggegrepen zal worden tot het
middel der pensioenkortingen en dat een
oorlogswinstbelasting zal worden inge
steld.
Hij steunde aandrang van prof. Slote-
maker om van de nieuwe kolonisatiege
bieden een alcoholfabricage en -invoer
verbod uit te vaardigen. Hij had zeer
veel waardeering voor de boeiende me
morie van antwoord, die zich anders
dan vele staatsstukken als een roman
laat lezen.
Bij de voortzetting van de behande
ling van de begrootingen van Econo
mische Zaken en van het Landbouw
crisisfonds 1940 betoogde de heer F 1 e s-
k e n s (R.K.) in den vastgestelden prijs
van 12.50 voor de suikerbieten geen
reden voor de geuite felle critiek te
zien. Wanneer echter de productiekosten
in den landbouw stijgen, dient deze ga
rantieprijs verhoogd te worden.
Groote ongerustheid heeft het voor
nemen gewekt om voor bedrijven boven
10 h.a. de tuinbouwteeltvergunning in
te trekken. De minister schorte de uit
voering van deze plannen voorloopig
op den
ontwikkeling moet
voor een sluitend
De toestand in den tuinbouw.
In den tuinbouw is de toestand zeer
ongunstig. Wil de minister den steun
baseeren op 100 pCt. van de werkelijke
kostprijzen van thans? Het bedrag van
3 millioen voor de bollenkweekers acht
spreker te laag.
Spreker betwijfelt, of onder de hui
dige omstandigheden een afzonderlijk
departement van landbouw gewenscht is
De heer Janssen (R.K.) bespreekt
de Pachtwet. Spr. betwijfelt, of de prac-
tijk reeds thans herziening eischt. De
rechter zal hebben uit te maken, of de
omstandigheden verhooging van den
pachtprijs billijken, die omstandigheden
hangen af van de prijspolitiek.
Spr. had gehoopt op indiening van een
Natuurbeschermingswet. De ontginnin
gen zijn een groot gevaar voor het na
tuurschoon.
De heer ter Haar (C.H.) wenscht
geen critiek op den minister te leveren,
doch slechts enkele wenschen te uiten.
Men ga tijdig over tot vervanging van
verouderde of verloren gegane koop
vaardijschepen. Leggen de bouwcredie-
ter geen te zware lasten op de schouders
der maatschappijen? Zullen nieuwe
schepen na den oorlog wel rendabel
zijn? De Regeering bezie het vraagstuk
ook van dezen kant.
DE WERVELSTORM IN HET
SOLOSCHE.
SOLO, 22 Februari. (Aneta.)
aantal omgewaaide huizen bij
wervelstorm in het Bakische, in Solo,
waarover gisteren werd geseind, is bij
natelling gestegen tot zestig, en
Behandeling in den Volksraad.
BATAVIA, 22 Februari. (Aneta.)’
Terwijl de voorbereidingen werden ge
troffen voor het opnemen van een film
van den Volksraad voor de „March of
Time”, is de Volksraad in zijn zitting
van heden begonnen met de behande
ling van het ontwerp tot het heffen
van een oorlogswinstbelasting.
De eerste spreker, de heer Yo Heng
Kam (P.E.B.) beperkt zich tot een plei
dooi ten gunste van den kleinen man,
daarbij het principe om allen die oor
logswinst verwerven en zooveel moge
lijk alle oorlogswinst te belasten, aan
tastend.
De heer Moelia (C.S.P.) acht het per
centage van 35 procent aan den lagen
kant. Hij bepleit de heffing van een
extra-uitvoerrecht.
De heer de Villeneuve (Econ. Groep)
erkent, dat het punt van uitgang van
de voorstellen der Regeering juist is. Hij
wijst echter op de dreigende toekomst
voor de bedrijven. Spreker acht 35 pro-
De heer Wagenaar (A.R.) wees
op het gemis van een concreten grond
slag voor de bespreking van de begroo-
tingscijfers. Hij hoopte dat het leggen
van zoo’n grondslag weldra weer mo
gelijk zou zijn. Hij wilde alvast mee
deden dat de A.R. niet behooren tot
de categorie der onberedeneerde be
zuinigers.
Herinnerend aan zijn vroegere op
merkingen over de financiering van de
pensioenen, releveerde de heer Wa
genaar de geschiedenis van deze fi
nanciering, erop wijzend dat men on
der het tijdelijke omslagstelsel tot
geflatteerde begrootingen is gekomen.
De minister acht een flatteering met
30 millioen overdreven, maar waarop
berust die verklaring?
Overgaande tot een meer algemeene
beschouwing van het financieele beleid
betreurde de heer Wagenaar het, dat
dit blijkbaar niet uitgaat van de nood
zakelijkheid van sluitende begrootin
gen. Een en ander houdt verband met
de opleving, welke in 1936 is begonnen.
Een goed financieel beheer mag echter
niet afhankelijk zijn van den gunst of
ongunst der tijden. Dit is een primaire
eisch, welke niet behoort te worden te
ruggedrongen. De „cost” mag niet al
tijddurend aan de „baet" vooruitgaan.
Voor een beleid dat niet op sluitende
begrootingen is gericht, zal het nage
slacht niet dankbaar zijn.
Met nadruk bepleitte de heer de Wa
genaar den terugkeer tot sluitende be
grootingen in Indië, dus tot het beleid,
dat in Nederland wordt gevolgd. Als
men de salarissen en pensioenen op het
tegenwoordig peil wil handhaven, moet
de bevolking voor de consekwenties
daarvan worden gesteld. Het best zou
wezen, dat de begrootingen in Indië en
Nederland op denzelfden voet worden
opgezet, ook in verband met de verdee-
ling van de vlootkosten, als straks de
financiering van de slagkruisers ter
sprake komt. Aanwijzingen in deze
richting kunnen door een man met een
koloniaal gezag als deze minister aan
den Gouverneur-Generaal worden ge
geven.
SALATIGA, 22 Februari. (Aneta.)
Bij Kedoengan, in het Japarasche, is
een overbelaste prauw bij het over
steken van de Kali Seran omgeslagen,
waarbij van de inzittenden twintig
vrouwen zijn verdronken. De prauw,
welke slechts plaats bood voor 15 men-
schen, was overbelast doordat 25 per
sonen, die van den arbeid op de
sawahs terugkeerden, hierin hadden
plaatsgenomen. De politie stelt een
onderzoek in. Reeds zijn eenige lijken
van
Het communistische standpunt.
De heer Effendi (C.P.) betoogde,
dat zijn standpunt door den uitgebroken
oorlog bij twee jaar geleden vergeleken,
gewijzigd is, daar het nu juist de groote
Westersche democratische landen zijn,
die op een imperialistischen oorlog aan
stoten. Hij wees er op, dat de invloed
van den oorlog ook op de Inlandsche
bevolking duidelijk merkbaar is. Haar
inkomsten zijn sterk achteruitgegaan,
terwijl de kosten van het levensonder
houd zijn gestegen. Reeds nu worden
groote oorlogswinsten behaald, terwijl
de arbeiders in de suikerindustrie nog
een hongerloon krijgen.De bewapenings
lasten en de mobilisatiekosten zijn tot
het waanzinnige gestegen.
Men kan niet verwachten, dat het In
donesische volk dezelfde fouten zal ma-
h*n als na den vorigen oorlog. Een
hogelijk conflict in ’t Oosten wordt
■“toe bepaald door de politiek in het
^dsten. Het vlootplan zal enorme lasten
■etgen op het Indonesische volk. Dit zal
«o mogelijk mede moeten helpen den
oorlog buiten de deur te houden, maar
heeft daarnaast het recht op zelf-
^hikking. De heer Effendi haalde
oritsch-Indië als voorbeeld aan. Er
Jorden nu wel collecten voor 't arme
Eiland georganiseerd, maar wat doet
^Nederlandsche Regeering, wat de S.
voor de bevrijding van het Indo-
Msche volk? Wat deed de S.D.A.P.,
het imperialistische fascisme Span-
overweldigde?
De voorzitter hamerde en ver-
^ht den heer Effendi tot de Indische
footing terug te komen.
be heer Effendi (C.P.) vervolgde
betoog, critiek uitoefende op de af
wende houding der Regeering ten
fyien n de actie voor een volwaar-
parlement. Aan dezen eisch der In-
Whe eweging moet onmiddellijk
'Men voldaan. Het is slechts een
e'*Ppe den weg naar de volledige
“Mjding van Indië van het Nederland-
imperialisme en kapitalisme. Indië
«en rijk land, dat ziet men aan de
JJJlstische kapitaalbeleggingen, maar
M krijgt het Indonesische volk er voor
Niets. Het mag niet eens zijn
*«n taal in den Volksraad gebruiken.
er wordt gezegd: een onduldbare
Jtonstratie. Het is echter juist een
van gezond nationalisme, als de
JtoUvertegenwoordigers hun eigen taai
spreken. De steun voor de werk
is totaal onvoldoende.
Verschillende onderwerpen.
BATAVIA, 21 Februari (Aneta). De
Volksraad behandelde heden in eersten
termijn de ontwerp-ordonnantie tot
instelling van een groepsgemeenschap
Palembang en andere bijbehoorende
ordonnanties.
De heer Blaauw (I.E.V.) wees er op,
dat de rechten van het Nederlandsche
deel der bevolking nog niet ten volle
erkend zijn. Hij herinnerde aan de me
morie van antwoord van den minister
van Koloniën inzake de staatkundige
ontwikkeling, en sprak de hoop uit,
dat de Indische regeering en haar ad
viseurs meer in den geest van den mi
nister van Koloniën zullen willen wer
ken.
De regeeringsgemachtigde voor Al
gemeene Zaken, dr. Levelt, beant
woordde hierna de opmerkingen, ge
maakt bij de behandeling in tweeden
termijn van het wetsontwerp inzake
wijziging van enkele artikelen van de
Indische staatsregeling. Hij handhaaf
de het standpunt van de Regeering ge
heel, en wees er op, dat van een in
tentie van de Regeering om den Volks
raad te bevoogden, geen sprake is.
De Volksraad nam verder zonder
discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aan de aanvullingsbegrooting
voor het departement van Verkeer en
Waterstaat, ten behoeve van den bouw
van enkele nieuwe schoolgebouwen
e.d., zoomede den aanleg van verschil
lende waterstaatswerken, ook ten be
hoeve van
Sumatra.
Tenslotte werd na eenige discussie
aangenomen een aanvullingsbegrooting
voor het departement van Binnen-
landsch Bestuur, waarbij o.a. een be
drag van ƒ45.000 wordt gevraagd voor
kampongverbetering te Palembang en
te Padang.
vergadering van Woensdag
21 Februari.
versnelde afschrijving in oorlogstijd
moet worden toegestaan.
De heer Smit (Suikerbond) gaat even
eens met het principe accoord, doch
acht een percentage van 35 voor klei
nere winsten nogal hoog. Hij bepleit de
belangen van de suikerindustrie.
De heer Thamrin (Nat. fractie) acht
bij den huldigen opzet de mogelijkheid
tot ontduiking groot. Hij stelt bij de
bespreking van het percentage van de
heffing een progressief tarief voor tot
een maximum van zestig procent, be
ginnend bij een bedrag van 100.000.
Hij acht voor de aardolie een heffing
op een specialen grondslag alleszins ge
rechtvaardigd.
De heer Mansvelt (Vad. club) ver
klaart, dat zijn fractie met het voorstel
accoord kan gaan. Hij vraagt zich af
waarom ook niet gronden en huizen bij
de belasting zijn betrokken. Voorts be
pleit hij wijziging van de minimum
basis van vier procent.
Op 27 Februari a.s. zal de Regeering
antwoorden.
De heer van Gelderen (S.D.A.P.)
jijde, dat het hem niet duidelijk was
yt het welvaartsfonds, dat de heer
r Poll bepleitte, gefinancierd moet
morden. Hij vreesde voor een groote
financieele onafhankelijkheid van In
dië van den Kneuterdijk. Constructief
Üjkt deze opzet dan ook onhoudbaar.
Voor Indië is noodig herstel van het
internationale ruilverkeer en afzet,
voorts stelselmatige verbetering van de
inlandsche markt en versterking van
de eigen productiekrachten.
Dien koers moeten we uit en in een
snel tempo.
Geen sluitende begrooting ten koste van
's lands belang.
Bij de voortzetting van de algemeene
beschouwingen over de Indische be
grooting voor 1940 was het woord aan
mr. Joekes (V.D.). Deze zeide, dat
Indië op het oogenblik minder ongun
stig ligt dan het moederland, dat aan
de oorlogvoerende mogendheden grenst.
In Indië behoefde men dan ook niet
tot algemeene mobilisatie over te gaan.
De economische gevolgen van den oor
log doen zich dan ook- niet in die mate
gevoelen als hier integendeel is er zelfs
eenige opleving in sommige exporten.
Indië ligt als ’t ware in een lagere ge
varenklasse. Het gouvernement streeft
naar goede betrekkingen met de omlig
gende landen. Niettemin is de toestand
zeer onzeker, hetgeen zijn terugslag op
de begrootingscijfers heeft gehad. Met
den minister was de heer Joekes het
eens, dat een sluitend budget een pri
maire eisch is, maar hij verklaarde
tevens, dat het in ’s lands belang kan
zijn eenigen tijd, noodgedwongen, een
tekort te aanvaarden.
De instelling van het Nederlandsche
leeningfonds beoogt de uitgaven over
een aantal jaren te verdeelen.
De heer Joekes herhaalde zijn aan
drang om de Indische begrooting wat
vroeger te behandelen. Hij achtte de
eenige oplossing, aan de Indische in
specties de bevoegdheid te verleenen,
de begrooting vast te stellen. Amendee-
ring is hier toch al niet mogelijk. Het
Indisch beleid zou dan besproken kun
nen worden bij de behandeling van
de begrooting van Koloniën. Het ge
raamde tekort voor 1940 is 30 millioen.
Maar is dit niet 7% millioen te pes
simistisch in verband met de tegoed-
schrijving van het defensie-uitvoerrecht
aan den buitengewonen dienst?
Het leek den heer Joekes niet mo-
igelijk op vitale posten bezuiniging
van beteekenis aan te brengen. Indië
is een jong land, dat behoefte aan ex
pansie heeft en het zou niet in ’s lands
belang zijn deze tegen te houden. De
zorg voor de sociale en cultureele ont
wikkeling moet op den voorgrond
staan. De sociale
de grondslag zijn
budget.
De export staat
mede in het belang van die sociale
ontwikkeling is de instelling voor de
oorlogswinstbelastiing. De heer Joekes
waarschuwde tegen een door sommi
gen bepleite pensioenkorting. Aan
verkregen rechten mag niet worden ge
tornd, tenzij de toestand zoo wordt,
dat het water aan de lippen komt.
De heer Bajetto (R.K.) gaf nog
een aanvullende beschouwing over de
staatkundige hervormingen in Indië.
Al maakt het parlementarisme een
crisis door, de democratische gedachte
is levendig gebleven.
Maar wat in Indië door Inheemsche
nationalisten wordt beoogd, is een ex
tremistisch streven. Het is verwonder
lijk, dat daaraan door den heer Stok
vis in ons parlement steun wordt gege
ten. Gelukkig staat daartegenover een
waarschuwing tegen dit extremisme in
bet „Volk”. Wie kennis neemt van het
geen de Inheemsche leiders zeggen en
schrijven, behoeft zich over het voort
bestaan van den band tusschen Indië en
bet moederland geen illusies meer te
maken! De heer Meyer Ranneft waar
schuwde in een geschrift tegen het
coquetteeren van „links Nederland” met
d* Indische nationaliteiten.
Ook de heer Bajetto waarschuwde
tegen de overwegende positie, welke
Java, bij algemeen kiesrecht, in een vol
waardig parlement zou innemen. Men
moet zich over een Inheemsch altruïsme
geen illusies maken. Wij mogen in Indië
niet klakkeloos Westersche begrippen
overplanten zonder de grootste zorgvul
digheid.
De heer Bajetto legde er den nadruk
op, dat zijn verzet tegen het extreme na
tionalisme niet beteekent, dat hij zou
zijn tegen een geleidelijke staatkundige
ontwikkeling binnen het Rijksverband.
I Met redelijke verlangens van de In-
heenuche kringen zal deze Regeering
raker rekening houden. Zij mag niet lij
delijk toezien, dat door de Inheemsche
leiders propaganda wordt gemaakt voor
een volwaardig parlement met gebruik
making van den slechten economischen
toestand en de afhankelijkheid van In
dië van Nederland.
De heer Bajetto kon de vrees van den
heer Stokvis voor de actie der N. S. B.
met deelen, daar men als voor den dood
m bang is voor communistische en
rationalistische propaganda.
Wat den middenstand betreft, hier is
daadwerkelijke hulp broodnoodig. Spr.
juicht toe, dat de middenstand bij de
distributie is ingeschakeld. Over de
wijze, waarop de distributie geschiedt,
is spr. niet enthousiast, b.v. met de uit
reiking der verkoopbriefjes in den aan
vang is een fout gemaakt.
Ook is spr. niet tevreden over den
aard der gedistribueerde goederen. Het
argument van vervoersmoeilijkheden,
ten aanzien van de peulvruchten, acht
spr. niet steekhoudend. Schakelt de mi
nister wel voldoende deskundige orga
nisaties in? De minister late zich voor
lichten door producent, handel en
consument.
Om 3.55 uur wordt de vergadering
verdaagd tot hedenochtend 11 uur.
Spr. acht het onjuist, dat de land-
bouwconsulent tot productie-commissa-
rissen werden benoemd, de landbouw
crisisorganisaties hadden veel ervaring
op dit gebied. De minister drage de uit
voering van de distributiemaatregelen
e. d. op aan de gewestelijke landbouw
crisisorganisaties.
Wanneer het tekort aan veevoeder
nijpend gaat worden, dan voorkome
men, dat bepaalde diersoorten worden
afgeslacht
Herwaardeering van den
goudvoorraad?
De heer Joekes vroeg of het in de
bedoeling ligt ook in Indië tot her
waardeering van den goudvoorraad
over te gaan en de winst aan de ge
meenschap ten goede te laten komen.
De economische toestand.
Komend tot den economischen toe
stand zeide de heer Joekes, dat hij den
indruk had, dat de Regeering de kwes-
- een jaar op.
De heer Kupers (S.D.A.P.) be
twistte, dat de politieke belangstelling
onder de bevolking zoo gering zou
zijn. Wel wil de Regeering een gezonde
politieke belangstelling der bevolking
aanmoedigen, maar in de practijk
blijkt daarvan weinig. Die belangstel
ling moet in vergaderingen kunnen
worden bevorderd. Zoo is het in Ne
derland met de ontwikkeling van
arbeidersklasse eveneens gegaan.
Ook hier heeft een ontwikkelde bo
venlaag de leiding genomen. Politiek
en vakbeweging en een ontwikkelde
arbeidersklasse zijn gegroeid, in het be
lang van ons land. De arbeiders zijn
van staatsonderdanen staatsburgers
geworden.
In Indië wordt echter door het te
vér gaande politietoezicht de gezonde
ontwikkeling van de volksbeweging
tegengegaan. De heer Kupers gaf voor
beelden van ontactisch optreden van
de politie op vergaderingen, welke
eveneens in den Volksraad ter sprake
zijn gebracht. Er zit ook niet de min
ste lijn in het optreden der politie; wat
zij hier toelaat, keurt ze elders af.
Waarom is een klacht van het Volks-
raadslid Thamrin geseponeerd
De bemoeiing van de adatbesturen
met het vergaderrecht gaat ook veel
te ver. Ten aanzien van politieke ver
gaderingen mag de Indische staats
regeling niet onder ’t adatrecht staan.
Aan de gesignaleerde misstanden moet
een einde worden gemaakt.
Staatkundig beleid.
Wat het staatkundig beleid betreft,
wees de heer Joekes op de gunstige
omstandigheid, dat de „korte-conflicten-
regeling” onder het bewind van dezen
gouverneur-generaal zoo goed als niet
is toegepast. ’De eisch van een vol
waardig parlement is in strijd met de
werkelijkheid. De verscheidenheid in
Indië is daarvoor veel te groot. De
heer Joekes sloot zich bij het betoog
van den heer van Poll aan. Hij be
streed den heer Effendi, die, zijns on-
danks, het revolutionnair karakter van
het streven der G A.P.I. duidelijk heeft
doen uitkomen. De Regeering is dus
gewaarschuwd. De inwilliging van de
ongefundeerde G.A.P.I.-leuze zou in
strijd zijn met het betoog der Inheem
sche bevolking en met de staatkundige
ontwikkeling van Indië. Wel zal de
Regeering goed doen zich steeds reken
schap te geven van wat onder het in-
tellectueele deel der bevolking leeft
Verwezenlijking van het door den
heer Rost van Tonningen beleden lei-
dersprincipe met de rassentheorie an
nex, is evenmin in het belang van In
dië. Inheemschen zouden niet tot het
bestuur worden toegelaten.
De heer Joekes laakte een artikel
van den Amerikaan Burton, dat
absoluut verkeerde voorstelling
Indië geeft.
Voortgezet wordt de behandeling van
de begrootingen van Economische Za
ken en van het Landbouwcrisisfonds
voor 1940.
Heldring (Lib.) ver
over ’s ministers herstel.
tie van plaatselijke voedseltekorten te
gunstig heeft voorgesteld. Hij zag dan
ook met belangstelling nadere inlich
tingen tegemoet. Waardeering had hij
voor de economische maatregelen der
Regeering, in verband met het uit
breken van den oorlog genomen. De
stijging van de kosten van het levens
onderhoud is slechts matig geweest.
Tegen verdere stijging moet worden
gewaakt teneinde loonsverhoogingen
en verdere prijsstijgingen te voor
komen.
Loopen verschillende maatregelen in
Indië parallel met de hier te lande
genomen, andere zijn vooruitstreven
der, o.a. de algemeene machtigings-
ordonnantie, welke de mogelijkheid
van een algemeenen burgerlijken
dienstplicht in oorlogstijd inhoudt
Chr. Geref. Kerk.
Tweetal te 's-Gravenhage-Oost ds. J. P.
Gaels te Drachten en ds J. G. van Min
nen te Huizen.
Bedankt voor Zwaag-Westeinde
I. van der KnIJff te de Krim (Ov.).
Prot. Kerk in Ned.-Indië.
Aangenomen een beroep naar de
Prot. Kerk in Ned.-Indië de heer M. U,
W. Schoch, cand. en hulppred. alhier.
De heer van de Bilt (S.D.A.P.)
constateert een teruggang in de werk
loosheid het vorige jaar had het
laagste maandgemiddelde. Toch is zij
nog beangstigend groot. Herstel kan
niet eigener beweging worden ver
wacht, er moet van boven af sterker
worden ingegrepen. Het verheugt spr.,
dat deze minister de leiding van dit
departement op zich heeft genomen.
Naast verkorting van den arbeidsduur]
acht spr. industrialisatie geboden, tot
die conclusie kwam ook een commissie-
uit den Hoogen Raad van Arbeid. Spr.
is niet gerustgesteld, dat de Regeering
met plannen te dien aanzien zal ko
men, het particulier initiatief laat in
vele opzichten te wenschen over. Wat
heeft het centraal instituut voor de
industrialisatie opgeleverd Het ant
woord van den minister geeft niet veel
houvast.
De maatschappij voor industrie-
financieering is geen voldoende stimu
lans voor het particuliere initiatief. De
Regeering verleent ook te weinig mede
werking bij de pogingen om tot
industrialisatie te komen. Zoo noodig
moet men van overheidswege tot gefor
ceerde resultaten komen.
De heer Diepenhorst (A.R.)
spreekt naar aanleiding van het be
toog van den heer de la Bella over de
algemeene economische politiek.
In het beleid van dezen minister ziet
spr. de werkelijkheidseconomie van de
nieuwe economie. De handelspolitiek is
geheel gebaseerd op de werkelijkheid.
Spr. acht ruime toewijzingen beter dan
geheele opheffing van de contingentee-
ringen. Ook in het ordeningsstreven
ziet spr. een symptoom van den werke
lijkheidszin van den minister, evenals
in het voeling houden met het be
drijfsleven.
De oorlogseconomie neme men niet
als maatstaf, gelijk de heer de la Bella
deed.
Spr. betreurt, dat den landbouworga
nisaties zitting-nemen in den econo
mischen raad onhouden is, men ver-
binde dit niet aan de voorwaarde van
het bestaan van een landbouwraad. Ook
in de prijspolitiek looft, spr. den wer
kelijkheidszin van den minister, meer
dan in zijn prijsleer. Kunstmatig te
laag gehouden prijzen acht spr. een
maatschappelijk kwaad. De afwijzende
houding tegenover de prijsstabilisatie
kan spr. geheel aanvaarden. De mi
nister wil controleerend en dirigee-
rend, niet prijsbeheerschend optreden.
De heer
heugt zich
Spr. stemt in met het beleid van den
minister onder de huidige moeilijke
omstandigheden. Wij moeten aan het
einde van den oorlog zoo min mogelijk
zwak staan. Versobering en bezuiniging
is noodig, doch het is niet de taak van
de Kamer de middelen aan te geven.
Het crediet van den Staat is onge
schokt, doch alle zeilen moeten worden
bijgezet.
Van de zijde van de werkgevers
wordt wel op samenwerking met de
werknemers prijs gesteld, doch er zijn
commissies, waarin men als deskun
dige moet zitting nemen, een deskun
dige werknemer kan welkom zijn. Spr.
ziet de ontwikkeling van de crisis
diensten met zorg, het apparaat is te
groot. Kan het bedrijfsleven niet meer
worden ingeschakeld? De prijspolitiek
acht spr. geslaagd. Vermeerdering van
den uitvoer moet bevorderd worden.
Spr. verheugt zich over het onmid
dellijk dekken van het oorlogsrisico.
Kan de minister mededeelen, of het
accoord met de oorlogvoerenden be
treffende niet-belemmering van onzen
handel reeds gesloten is? Kan de
A.N.I.C. dan gaan werken?
Tot dusver is er bij de scheepvaart
van oorlogswinst, die reserveering mo
gelijk maakt, geen sprake. De reede-
rijen verkeeren in een noodtoestand
het verheugt spr. daarom, dat de Re
geering door credieten wenscht te steu
nen. Welk stelsel zal zij volgen en hoe
wil zij de credieten dekken?
Ten aanzien van het instituut voor
Nederlandsche economische belangen
in Indië juicht spr. de werking daar
van toe.
Spr. hoopt, dat spoedig een voorzie
ning ten aanzien van de natuurbescher
ming zal komen.
De heer B ruin em an (R.K.) had
1 van den heer Heldring destijds meer
verwacht. Daarom interrumpeerde hij
„hebt u niets concreters mede te dee
len?” Men zegge niet, den buikriem
toehalen e.d., wanneer men over be-
zuiniging spreekt, de heer Heldring zal
weinig van bezuiniging merken en
hoede zich daarom voor dergelijke uit-
i drukkingen.
Over de regeling der gevolgen van
de inundatie is spr. niet tevreden, hij
bepleit inzonderheid de belangen van
het land van Maas en Waal. Hoe zul
len de indirecte gevolgen geregeld wor
den? Vele hectaren, die niet voor inun
datie in aanmerking kwamen, stonden
toch blank tengevolge van de kwel. cen^ te hoog en is van meening, dat een
De minister bespoedige de studie van
deze kwestie.
Wat het overnemen van vee betreft,
reeds in November zou contant be
taald worden, doch thans is dit nog
niet geschied. De moeilijkheid is deze,
dat men twee prijzen heeft bepaald
de verkoopwaarde of de gebruiks
waarde. Laat men beginnen met het
uitbetalen van de laagste waarde, als
men nog niet kiezen kan.
De minister brenge de door defensie
werken getroffen kleine boeren in de
eerste plaats in aanmerking voor gron
den in den nieuwe Zuiderzeepolder.
Van het scheuren door defensie is
geen boek gehouden, er is vrij veel
weiland gescheurd. De minister neme
tijdig maatregelen om de boeren hun
bedrijven te kunnen doen hervatten.
Om 1.05 uur wordt de vergadering
geschorst.
(Zie verder 5e blad, pag. 2.)
er goed voor en