Flitsen uit Finland
Haagsche Courant van Donderdag 22 Februari 1940
1
F
V
Haagsche Lotta’s
L-
F t?,.
STADSHIEUWS
Gerard Veth 70 jaar
Mannerheim-linie
I
f
III.
Niet voldaan.
lachende oogen.
Een illusie.
LUCHTBESCHERMING
ZILVEREN JUBILEA BIJ HUS
VIERDE BLAD, PAGINA 1.
VERGADERING VAN HET DEPAR
TEMENT ’s-GRAVENHAGE VAN
DE MAATSCHAPPIJ VAN NIJVER
HEID EN HANDEL
HET WETSONTWERP
WINSTBELASTING ONDER
DE LOUPE
De winstbelasting van N.V.’s, die als
de voorteekenen niet bedriegen, aldus
de inleider, binnenkort in het Staatsblad
zal verschijnen, zal zijn een vinnig prik
kelende distel van het crisisveld. De be
lasting van N.V.’s is in ons land al
eenigc jaren onder doktershanden. De
oude belasting over de uitdeelingen is
in discrediet geraakt, vooral door de
vrijmoedige wijze, waarop gebruik is
gemaakt van de besloten N.V., om be
lasting te besparen. De ontevredenheid
vindt niet haar oorzaak in de eigen
gebreken van de tntdeelingsbelasting,
maar in de Inkomstenbelasting, de cen
trale figuur van het belastingstelsel.
Ettelijke ontwerpen zijn verschenen om
aan den niet bevredigenden toestand
verbetering te brengen.
In een druk bezochte vergadering
van het departement ’s-Gravenhage
van de Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel, welke
gisteravond in het gebouw van de
„Haagsche Courant” plaats vond,
heeft de heer W. J. de Langen, be
lastingconsulent, een uitvoerige be
schouwing gehouden over het voor
gestelde wetsontwerp Winstbelas
ting.
het winstbegrip
niet ontevreden,
Beschouwingen van den heer
W. J. de Langen
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat
de heeren W. Snabel en E. van Wijhe
als bezorger in dienst traden bij de
broodbakkerijen van de N.V. Hus. De
jubilarissen en de echtgenoote van den
heer Snabel werden per auto van hun
woning gehaald en ontvangen op het
hoofdkantoor van de onderneming, Jac.
Catsstraat 182, waar zij door de directie
en de chefs werden gehuldigd.
De zilveren medaille en het diploma
voor 25-jarigen trouwen dienst werden
hun uitgereikt. Tevens ontvingen zij de
gebruikelijke enveloppe met inhoud, ter
wijl aan mevr. Snabel bloemen werden
aangeboden.
Goed ontwerp.
Er komt geen belastingontwerp af,
of het draagt de sporen van partij
digheid van de makers. Het ontwerp
winstbelasting is in zijn hoofdlijnen
grootendeels ruim gedacht, onpar
tijdig. Het is een goed ontwerp, al
draagt het ook de sporen van zijn
fiscale herkomst.
Bijv, zal de winst bepaald worden
door vergelijking van het vermogen van
de N.V. aan het begin van het jaar met
dat aan het eind van het jaar. Daar
moet natuurlijk worden bijgeteld het
dividend, dat in den loop van dat jaar
is uitgekeerd, terwijl verder ook een
plaatsgevonden terugbetaling van kapi
taal moet worden bijgeteld en een stor
ting van kapitaal moet worden afge
trokken. Objectief zou zijn, wanneer
voor de bij tellingen en aftrekposten het
zelfde beginsel zou gelden, hetgeen in
het ontwerp niet het geval is. De twee
aanstoot gevende voorschriften, aldus
spr., zijn deze. In de eerste plaats komt
volgens den wetgever aan den directeur
van een N.V. geen hooger salaris toe
dan 10.000 ook niet aan den directeur
van een of ander wereldconce/n.
De belastingheffing van salaris exce-
denten boven f 10.000 blijft gehand
haafd, om te voorkomen „dat tot be
sparing van belasting aan tantièmes de
vorm van salaris wordt gegeven”.
De wetgever stempelt dus elk direc-
teur-salaris, voor zoover dat het
10.000 te boven gaat, tot een verkapt
tantième, hetgeen dwaasheid is.
Onder de wet dividend- en tantième-
belasting gold de grens van 10.000 ook
voor leden van het personeel. Dit zal
voortaan niet meer zoo zijn. Dit kan tot
zonderlinge situaties leiden.
een be-
„Als de
Ten aanzien van
verklaarde spr. zich
maar toch niet voldaan. D't als gevolg
van het woord „lasten” in de bepaling,
dat het zuivere vermogen wordt vast
gesteld door de baten en lasten te
schatten overeenkomstig goed knop-
mansgebruik en door het daarop vol
gende voorschrift, dat tot die lasten ook
gerekend zal worden een reserve tot
dekking van risico’s, die plegen te wor
den verzekerd, maar die niet verze
kerd zijn.
Het punt betreffende de toepassing
van de leer van de vervangingswaarde
vooral wekte ten aanzien van het bo
ven opgemerkte, spr.’s bezorgdheid. Hij
verwachtte dat de staat door middel
van de winstbelasting als compagnon
gaat optreden. Wie de vervanginga-
waardeleer toepast, vermindert, be
drijfseconomisch bezien, voor zijn be
drijf de kans op ongelukken. In geen
geval moet men bij de balansafsluiting
over 1939 de boekwaarde van nog aan
wezigen voorraad, die nog goedkoop is
ingekocht, verhoogen tot de vervan
gingswaarde op 31 Dec. 1939. Dan ont
staat het gevaar, dat de belastingadmi
nistratie deze boekwinst aanstonds zal
beschouwen als echte belastbare winst,
zonder de daartegenover staande tegen-
post als een last te erkennen.
De winstdefinitie zag spr. gaarne met
dezen regel in het w.o. opgenomen
„De winst wordt bepaald overeen
komstig goed koopmansgehrnik”. Zeer
breedvoerig behandelde spr. ook nog
de eenigszins gecompliceerde liquidatie
van de dividend en tantièmebelasting.
Na deze zeer interessante beschou-
wing bestond er gelegenheid tot het
stellen van vragen, waarvan een druk
gebruik werd gemaakt.
De voorzitter, de heer S. J. P. Zaal
berg, dankte den inleider voor zijn io-
terressante causeria
De dubbele belasting.
De tweede steen des aanstoots is, wat
men in de wandeling noemt, de „dub
bele” belasting over de in Indië en het
buitenland behaalde winstendeze
winsten worden al in Indië of het
buitenland ten volle belast.
Fiscaal wordt de Nederlandsche
N.V., die een bedrijfsonderdeel in
NecL-Indië heeft, slechter behan
deld dan de Nederlandsche N.V.,
die een bedrijfstak in België heeft.
Uitvoerig behandelde spr. de kwestie
der eventueeie navordering, die in de
practijk moeilijkheden zal opleveren,
waarbij hij tal van voorbeelden aan
haalde.
De minister wil met dit wets
ontwerp de teugels stevig vasthouden.
Ik ben er mij van bewust, dat het recht
zich in alle landen in den laatsten tijd
ontwikkelt in de richting van vermin
dering van de rechten, van het indivi
du, tegenover een vergrooting van de
rechten van de gemeenschap. Ook in
ons land valt dit waar te nemen en in
het bijzonder in onze belastingwet
geving.
Door de Commissie voor Bedrijf sb*-
scherming van de afdeeling ’s-Graven
hage der Nederlandsche Vereeniging
voor Luchtbescherming, zal op 13
Maart a.s„ te 8 uur nam., in Pulchri
Studio, Lange Voorhout 15, een pro-
paganda-avond georganiseerd worden
voor de, bij bovengenoemde afdeeling,
aangesloten bedrijven.
Als sprekers zullen dien avond op
treden de heeren J. W. de Roever, lei
der van den Luchtbeschermingsdienst
bij de Stoomvaart-Maatschappij „Ne
derland” te Amsterdam, die zal spre
ken over de organisatie der luchtbe
scherming aldaar in het algemeen en
bij de Stoomvaart Mij. „Nederland’’ in
het bijzonder, en ir. N. A. van den
Heuvel, die zijn ervaringen zal mede-
deelen tijdens de lucht aanvallen m
China.
De lezing van den heer de Roever
zal worden toegelicht met lantaarn
plaatjes.
Introducties, tot een beperkt aantal,
voor de bedrijven welke tot heden nog
geen belangstelling getoond hebben
voor de organisatie der luchttwchor-
ming, kunnen worden aangevraagd aan
het adres van bovengenoemde commis
sie, Sweelinckstraat 25.
Handel en nijverheid.
Voor handel en nijverheid zijn de
twee belangrijkste onderdeden van het
ontwerp Hoe wordt de winst berekend
en hoe wordt de dividend en tantième-
belasting geliquideerd?
Uitreiking van gratis aandeelen of
de bijschrijving op niet volgestorte
aandeelen zal voortaan niet meer tot
belastingheffing aanleiding geven, want
door deze handelingen verandert het
zuivere vermogen van de N.V. niet. Dit
gaat echter niet altijd op.
Over de wijze van vaststelling van
het vermogen aan het begin en het
einde van het jaar, zegt de wet nu, dat
de baten en lasten worden geschat
overeenkomstig goed koopmansgebruik.
i De toepassing van dit begrip in de
practijk werd eveneens door den heer
de Langen aan een gedetailleerde be
schouwing onderworpen. Het concern,
dat in het verleden groote kapitalen
heeft geïnvesteerd, zal meermalen met
beide handen de gelegenheid aangrijpen
om nu voor de winstbelasting, van af-
schrijvingssysteem te veranderen. Iede
re N.V. zal met groote zorg dat
systeem van afschrijving en waardee-
ring moeten kiezen, dat voor de om-
In Hotel Wittebrug werd gisteren een diner gegeven ter gelegenheid
van den 7Osten verjaardag van den heer Gerard Veth, lid van de firma
Schill en Capadose. Op onze foto Tijdens de rede van ir. W. van
Konijnenburg. Van links naar rechts mevr. W. C. Mees--Berg, de
70-jarige, mevr. S. Veth—de Elines.
-<■«■■■■■■■■■■■> door
HAZELHOFF ROELFZEMA
De Mannerheim-linie staat nog,
ondanks de verpletterende
overmacht, en met haar staat
Finland. En ook Finland’s
glorie bloeit tegen het getijde
in. Als een bloem van lijden en
zelfopoffering, moed, een
dracht en vaderlandsliefde,
zuiver en wit, zooals de laatste
regelen van Finland’s volkslied
het voorspelden
„De naam Mannerheim bloeit tegen
het gejijde in”, glimlacht de officier
en reikt ons een kopje thee aan.
Buiten is sinds een uur de hel losge
broken. Onaangenaam dichtbij ver
scheurt een heet-witte vuurzuil de
duisternis en verlicht één seconde de
zwarte dennen in het bergachtige
terrein van de Karelische landengte,
en onmiddellijk neemt een andere vuur
zuil het over, hier één en ginds één,
gis gloeiende geysers van vuur. Gierend
Onze correspondent, de heer
Hazelhoff Roelfzema, is, naar wij
vernemen, bij een luchtaanval in
Midden-Finland, licht gewond. Hij
heeft o.a. een hersenschudding
gekregen. De luchtaanval had
plaats op een trein, waarin de heer
Hazelhoff zich bevond. De trein
stopte en de reizigers zochten
dekking in de omgeving. Onze
correspondent vluchtte een huis
binnen. Een veilige schuilplaats
bleek dit niet te zijn, want het
stortte in. Aangezien de heer
Hazelhoff in een ziekenhuis is op
genomen, zal hij ons voorloopig
geen brieven over Finland
kunnen zenden
Komende tot de bespreking van de
winstbelasting, waarvan het ontwerp
thans is verschenen, merkte spr. op,
dat het een illusie is te noemen, dat
door invoering van deze belasting, ook
het probleem van de besloten N.V. zal
zijn opgelost. Het kabaal hierom zal
hoogstens luwen, niet verstommen, als
gevolg van het vooruitzicht, dat de in
komstenbelasting zal gaan veranderen.
De kans is niet gering, dat bij een her
ziening, zooals deze vóór 1 Mei ’41 is
aangekondigd het z.g. bronnenstelsel
uit de wet zal worden gelicht. Dit zal
volgens spr. een daad van wijs beleid
zijn.
Vervolgens maakte de inleider enkele
opmerkingen over de moeilijke kunst
van wetgeven.
Dat ook in onze stad hoe langer hoe meer door vrouwen actief wordt deelgenomen aan onze passieve
luchtbescherming, moge o.a. uit bovenstaande foto blijken. Zij geeft twee blokbrandweer-wagens te zien,
welke geheel door vrouwelijke spuitgasten worden bediend. Zoowel het materiaal als de uniformen
werden geheel bekostigd uit bijdragen der blokbewoners van Sector Vla, Wijk 2, Blok 3
(Koningsplein en omgeving).
overgeven Dan denkt hij gemarteld
te worden. Hoe vaak staat zoo’n arme
drommel niet vóór ons, besluiteloos,
apathisch, half bevroren, en laat zich
voor z’n raap schieten, zonder dat hij
één ©ogenblik heeft geweten, waarom
hij met een geweer in zijn hand in de
kou moest staan.”
Zijn vriend is ingeslapen, maar hij
gaat door tegen ons.
Mijn broer in het Noorden ver
telde me van een heele patrouille
Russen, tientallen, die tot hun buik in
de sncc :w stonden, toen ze door een
machin„_,„weer werden neergemaaid.
Maar door de sneeuw konden ze niet
omvallen, dus staan ze daar erg, stijf-
bevroren. En telkens weer wordt er
door hun eigen kameraden op gescho
ten. omdat ze denken, dat wij het zijn
Hij grinnikt vroolijk. Zelfs na hun
dood zijn ze nergens welkom.
Buiten begint het te dagen. De den
nen voor de dug-out zijn tot halverwe-
gen kaalgekapt en zien er uit als para
plu’s. Bij den ingang ligt een stapel
pakjes, cadeautjes van de burgers aan
hun soldaten.
Na vijf minuten zijn we buiten de
vuurlinie. De oorlog rommelt achter
ons, met van tijd tot tijd een zwaar
dere dreun of telleren klap. In een
dug-out wordt de vijftien dagen lange
baard van een kapitein ingezeept, ter
wijl twintig soldaten met haren als
meisjes grijnzend hun beurt zitten af
te wachten.
Dit stelletje, vertelt de kapitein,
lag in een Finsch bad, toen vorige
week de granaten om hen heen begon
nen te vallen. Heelemaal naakt kon je
ze door de bosschen zien rennen om
dekking te zoekenEn zijn bulder
lach^ overstemt het verwijderde ge
rommel van de slachting.
Weer een dug-out, steeds verder van
het front. Weer soldaten, Finnen, jon
ge, gezonde kerels, elk met vijftig Rus
sen tegenover zich en sommige met nog
maar enkele dagen, misschien enkele
uren te leven. En toch schertsende
woorden, lachende oogen. Een vreese-
lijke strijd tusschen twee volkeren, en
standigheden waarin zij verkeert, het
meest gepast is. Groote aandacht zal
hieraan moeten worden besteed, ook
om de consequenties van de in te voe
ren o.w. belasting.
toch in iedere dug-out de sfeer van
een groepje jagers, hun geweren poet
send, wachtend op den schoonen mor
gen. vol hoop op rijken buit. Morgen
zullen ze weer zoo bij elkaar zitten,
wachtend op den dag, maar een paar
lachende oogen zullen ontbreken, en
tientallen ongelukkige’ Russische
schepsels zullen in groteske houdin
gen stijfbevroren in de sneeuwvelden
zitten, wachtend op de vervulling van
wat hun heilstaat hun beloofde.
U ziet, mijne heeren. de Manner-
heimlinie staat nog. De gids houdt
even stil en draait zich voor het laatst
naar het front. Dan loopt hij door.
Een jonge, kristallen dag is ontwaakt
over stille dennen en ongerepte sneeuw
velden. Ver achter ons gromt en rom
melt de oorlog.
De Mannerheim-linie staat nog, on
danks de verpletterende overmacht,
en met haar staat Finland. En ook
Finland’s glorie bloeit tegen het ge
tijde in. Als een bloem van Lijden en
zelfopoffering, moed, eendracht en va
derlandsliefde, zuiver en wit, zooals de
laatste regelen van Finland’s volks
lied het voorspelden
tige Finnen, dat de verpletterende Rus
sische overmacht weerstaat.
„Heeren. we moeten eens opstappen.”
Het thee-bezoekje is afgeloopen. Buiten
blaft een 3-inch granaat boven den
rommelenden oorlogsdonder uit. „Over
twee uur is het licht en de weg uit
het front is donker en steil.” De nacht
is maanloos en het is onbegrijpelijk,
dat in deze blinde duisternis door hon
derden mannen gevochten wordt op
leven en dood. Drie keer loop ik tegen
een boom op, vóórdat we, bij het licht
van een granaat, op het paadje achter
den gids zijn. Het is als een booze
droomzes mannen met de handen
op eikaars schouder, die blind en
strompelend langs een meter-breed
paadje stommelen, vijftig meter aan
weerszijden van het paadje de gloeiend-
witte vuurzuilen, de ontzettende ont
ploffingen, de flitsverlichte, gescheurde
boomen, het boosaardig gieren van de
granaten, de sputterende dreiging van
de houwitsers. Soms breekt het rijtje
en dan is er heesch geroep, tot allen
weer bij elkaar zijn. Soms, bij het
woord „down smakt alles schots en
scheef tegen de zwarte aarde en dan
volgt een zuil, heeter dan alle andere,
een slag, verscheurender dan alle
vorige. Een enkelen keer staan we stil
en tellen de ontploffingen, dichtbij en
ver honderdzeven in een minuut. De
gids voelt langs de boomen tot hij aan
gladde, afgekapte stammen komt en
met een zucht duiken we de dug-
out in.
Het is er vol mannen, en triest en
onwezenlijk klinkt een zingend geluid.
Het is een jonge, blonde man aan den
ingang, die een oog houdt op de dyna
mo en tegelijk zingende zaag speelt.
Hij speelt een weemoedig liedje en
iemand gooit hem een slof naar het
hoofd, maar hij speelt rustig door.
Achterin zitten twee mannen te scha
ken, de rest ligt in hun kooien. Boven
ieder kussen brandt een electrisch lees
lampje. De laatste, iets té hooge tonen
van de zaag worden overstemd door
een ontploffing. „Toch niet zulke
kwade lui, die Russen”, mompelt de
man van de slof, „en muzikaal.”
Weer klauteren we verder door het
helsche bosch, steeds verder van het
front. De ontploffingen worden minder
en minder en we ademen vrijer. In d<
volgende dug-out speelt radioer
wordt hutspot gekookt, een electrisch
ventilator zorgt voor frissche lucht en
op de middentafel zit een drie en twin
tigjarige bankbediende, die
faamd ski-patrouille-leider is.
Russen hun mond maar konden hou
den, zouden we ze nooit zoo gemak
kelijk te pakken krijgen,” zegt hij.
„Maar dat kunnen ze nooit en onder
geen omstandigheden. Fluisteren kun
nen ze ook niet. Zoodra twee of meer
Russen bij elkaar zijn, hoe gevaarlijk
hun positie ook zij, dan hoor je ze van
vijftig meter afstand kakelen. Een
kleine omirekkende beweging, en weer
een Russische patrouille, die van den
zomer ontdooien moet.” Hij trekt na
denkend aan zijn sigaret en wend
zich tot één van zijn soldaten. „Het i;
niet lollig, om Rus te zijn”, filosofeer
hij verder. „Fin zijn is al niet leuk
maar Rus zijn nog oneindig veel be
roerder. Neem een Rus. Eerst wordt
hij onder bedreiging met den dood het
veld ingestuurd. Staat hij daar een
maal, wat dan Vechten Dan schie
ten wij him dood. Omdraaien?
Dan schiet zijn officier hem dood.
Stilzitten Dan vriest hij dood. Zich
komen ze aanloeien, knappen op hun ....en toch schertsende woorden,
weg bevroren takken af en barsten dan
met al het samengeperste geweld van
12-inch granaten.
Zóó ontzettend zijn de slagen, dat
de dug-out een in den grond uitge
graven, met boomstammen versterkte
schuilplaats anderhalve mijl van
Summo in de Mannerheimlinie, kraakt
en schudt en elke uitbarsting onze laat
ste schijnt te zijn.
„We zitten nu in een vuur-sector”,
verklaart de officier beminnelijk en
presenteert sandwiches met paté,
„maar dat gaat dadelijk weer voorbij.
Bovendien is het de kracht van de linie,
dat alle dug-outs op verschillende
diepte van het front liggen, zoodat één
vuurcirkel hoogstens één dug-out
treft”. Zijn laatste woorden gaan
verloren in een krankzinnigen slag en
een witte vuurgloed lijkt den ingang in
te schieten. Achter in de dug-out rin
kelt een telefoon. „Excuse me”, zegt de
officier en staat op. Buiten woedt de
felste strijd uit den Russisch-Finschen
oorlog, een geweldig, nu al bijna veer-
tiendaagsch massa-offensief tegen de
Mannerheimlinie. Binnen loopt de of
ficier op gemakkelijke huis-pantoffels
over het roode kleed op den goedge-
legden, houten vloer. De dug-out is be
haaglijk warm, electrisch verlicht
langs de wanden staan goed-gevulde
boekenkasten en op tafel ligt de krant
van vandaag, die iederen morgen om
negen uur op denzelfden tijd als in
Wiborg wordt bezorgd.
Opeens houden de ontploffingen bui
ten op. Het kleine groepje pers-gasten,
dat is uitgenoodigd om het dementie
te komen constateeren van valsche ge
ruchten betreffende de linie, herademt
zichtbaar. De officier is terug en pre
senteert sandwiches van een zilveren
blaadje.
„De Russen vallen Weer aan”, vertelt
hij met een knik in de richting van de
telefoon”, met tanks. Ze werpen bran
dende naphta. Dat is de vierde tank-
aanval vannacht. Èr dóór komen ze
toch niet. In acht dagen zijn in dezen
sector zestig tanks vernietigd. Achter
de tanks hangen gepantserde sleden,
*aar mannen van de keurtroepen als
sardientjes in worden gepropt. En in
tegenstelling met de infanterie en de
artillerie zijn de tanktroepen zeer kun
dig, zeer dapper en zeer gevaarlijk.
„De infanterie bestaat uit arme, on-
hoozele boertjes, die bij duizenden
worden afgeslacht. Ze vallen tegen
woordig aan met behulp van twee-voet
hooge stalen schermen, in den vorm
ven een sneeuwploeg met een gat om
door te schieten, die ze kruipend in de
sneeuw voor zich uit duwen. Wij ver-
I overen ze en gebruiken ze als verster
king van onze borstweringen”. Weer
rinkelt de telefoon. „Infanterie in den
strijd geworpen”, meldt de officier.
Buiten klinkt het gesputter van een
houwitser. Hij ontploft met den klap
Van een opgeblazen, papieren zak.
„Het zware geschut staat ver achter
het front en is voorloopig te onaccu
raat om gevaarlijk te zijn”, vertelt hij
verder, „maar de kleine stukken wor
den vaak tot in de frontlijn gebracht
en zijn dan heel hinderlijk. Bovendien
cirkelen den heelen dag vliegtuigen
hoven ons hoofd, die met rooksignalen
°nze stellingen trachten aan te geven,
«t ze neergeschoten worden, wat voor
de Russen het rooksignaal is, dat ze
er toch niet achter komen.” Hij grin
nikt genoegelijk. en het is moeilijk te
heseffen, dat hier, waar wij ons kopje
*hee zitten te drinken, de plaats is.
''aar heel de wereld met spanning de
°o?en op gericht heeft. dat deze
'han één is van het handjevol heldhaf-
i
i
i
i
t
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
t
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
I
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
j
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
I
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
4