Engeland in gelaten
afwachting
ll
HOEST
lil
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
HAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940.
HULPVERLEENING AAN DIEREN
IN OORLOGSTIJD
KNAAP HIELD VAN KOSTE
LOOS AUTORIJDEN
Iedereen is aan den
oorlogstoestand gewend
geraakt
IK cen nog wel kléin,
MAAR IK ZAL WEL GAUW
I i
Jh
KONINKLIJKE VEREENIGING
VEREENIGING VOOR BELASTING-
WETENSCHAP
NATIONAAL ONDERWIJSCONGRES
PATROONS
MEUBILEERINGSBEDRIJF
„OOST EN WEST”
NEDERL. BOND VAN
IN HET
De installatie van het comité tot hulpverleening aan dieren in oorlogstijd, door luit.-generaal b.d.
jhr. W. Röell. Van rechts naar links: mevr. Pijl, mevr. Ruysch, jhr. W. Röell, dr. R. Stoop (voorzitter),
luit.-kolonel dr. H. J. Wekenstroo (vertegenwoordiger van den minister van Defensie), te luit. Japikse
(vertegenwoordiger van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht) en de heer G. de Joeselin de Jong.
VERKOUDHEID
BRONCHITIS
Sedert meet dan 30 jaat wordt
Siroop Fame) doot doktoren
gewaardeerd als een betrouw
baar geneesmiddel ter bestrij
ding van aandoeningen der
ademhalingsorganen
SIROOP
F A M E L
Men heeft zich gerealiseerd,
X dat de kansen op een ineen-
storting van Duitschland, al-
vorens het een zware nederlaag
heeft geleden, uitermate t
gering zijn
GRCXJTER WORDEN MET
ATEN SAP.
•v -
Kleine flacon f 115 Groote flacon f 1.90
was
hedendaagsche psychologische
Gelijke motieven in Indische en Neder
landsche sagen, mythen en legenden
AMERICAN WOR' NCLUB.
Ter gelegenheid van de herdenking
van Washington-day in de Vereenigde
Staten, werd heden door de American
Wi lub hier ter stede in de zalen
van Hotel des Indes een noenmaal ge
houden, waarbij ongeveer zestig per
sonen hebben aangezeten.
Hoe lang nog ‘i
Hoe lang zal deze vreemde toestand
nog kunnen voortduren Dat was de
vraag, die tot voor eenigen tijd aller
gedachten beheerschte. Men leefde in
een soort van aanhoudende spanning,
W. J. de
„Enkele
tróle- en
fiscus”.
PROMOTIE DR. H. SMITSKAMP.
De heer H. Smitskamp, leeraar aan
de Eerste Chr. H. B. S. hier ter stede,
zal, naar wij vernemen. Woensdag 28
Februari a.s., aan de Vrije Universi-
teit promoveeren tot doctor in de let
teren en wijsbegeerte, op een disser
tatie getiteld„Groen van Prinsterer
als Historicus”. Als promotor zal op
treden prof. dr. A. A. van Schelven.
Bond ter behartiging van de belangen
van het Kind.
JAARVERGADERING VAN DE VER
EENIGING „DE AMBACHTS
SCHOOL ’s-GRAVENHAGE.
Onder leiding van den voorzitter, jhr
H J. Repelaer van Driel, hield de ver-
eeniging „De Ambachtsschool te ’s-Gra-
venhage” dezer dagen haar gewone jaar
vergadering.
Deze vergadering werd o.m. bijge
woond door afgevaardigden namens den
Bond van Nederlandsche Schilderspa-
troons, den Algemeenen Nederlandscher.
Metaalbewerkersbond, den Schildersge-
zellenbond; de Vereeniging voor Vak
opleiding en de Maatschappij van Nij
verheid en Handel, departement den
Haag.
Na opening der vergadering heette de
voorzitter de aanwezigen welkom en wel
in het bijzonder het bestuurslid, den
heer W. P. Blokpoel, die wegens ziekte
eenigen tijd verhinderd is geweest de
vergaderingen van het bestuur bij te
wonen.
Nadat het jaarverslag over 1939 on
der dankzegging aan den secretaris,
den heer ir. H. Veth, was goedgekeurd,
werd dank gebracht aan den penning
meester. den heer H. Mennes, voor het
door hem gehouden financieele beheer,
onder verleening van décharge.
Vervolgens werd de begrooting voor
het jaar 1941 vastgesteld. Tot bestuurs
leden werden herkozen de heeren L, B
Korthuis, J. C. N. Logher, J. P. Reeser
Ezn. en J. Bleuland van Oordt.
hield de Nederlandsche
patroons in het meubi-
De motorspuit van. het bu-
reau v. d. Vennestraat bluschte giste
ren een schoorsteenbrand in perceel
Hannemanstraat 7 b.
Londen, Februari.
Nooit heeft de oorlog hier zoo ver
af geleken als in de laatste weken. Dag
in dag uit worden de voorpagina’s van
de bladen in beslag genomen door be
richten over Rusland’s oorlog tegen Fin
land en er is over Engeland’s eigen
oorlog nauwelijks iets te vinden. Wij
wanen ons weer terug in den tijd van
den vrede toen wij met een gevoel van
veiligheid de berichten over China en
Spanje lazen, die wij nu over Finland
lezen. Er is ergens in Europa oorlog en
de zee om onze kusten is niet meer zoo
veilig als vroeger maar verder is alles
bij het oude gebleven en leven wij nog
steeds het gemakkelijke, veilige leven
van voorheen. Zelfs de verduistering,
die ons in de eerste weken zoo dreigend
voorkwam en meer dai. iets anders het
besef van in gevaar te verkeeren wak
ker riep, herinnert ons niet meer aan
den oorlog. Zoo is het ook met de tal
rijke uniformen in de straten en de
restaurants, met de zandzakken en de
loopgraven in de parken, met de gas
maskers die wij allang niet meer dra
gen, ja zelfs met de redevoeringen van
de staatslieden en de artikelen in de
bladen, waarin men er ons steeds weer
van tracht te doordringen, dat Engeland
in een strijd op leven en dood is gewik
keld. Wij zijn met al die dingen reeds
te bekend geworden, dan dat zij nog
eenigen invloed op ons hebben, zij zijn
een belangrijk en als natuurlijk aan
vaard bestanddeel geworden van dien
nieuwen vorm van vrede, waarin wij nu
al zes maanden leven. Wij gelooven
eenvoudig niet meer aan den oorlog, wij
weten dat het morgen plotseling uit kan
zijn met ons gemakkelijk, veilig bestaan
maar wij hebben geen tijd voor „mor
gen”. Het dagelijksche leven eischt ons
op en in dat dagelijksche leven met zijn
arbeid, zijn beslommeringen en zijn ple
ziertjes ontbreekt elk duidelijk besef
van den oorlog.
De oorlogsdoeleinden.
Te vermelden is ook dat de kloof, die
een oogenbük dreigde te ontstaan tus-
schen de Fransche en Engelsche denk-<
beelden over het vraagstuk van oorlogs
doeleinden, tijdig overbrugd is gewor
den. Na de eerste uitbarsting van geest
driftige plannen voor de verbroedering,
die op den oorlog moest volgen is men
er zich rekenschap van gaan geven, dat
de Fransche bondgenoot daarbij ook een
woordje zal moeten meespreken en dat
het Engelsche idealisme getemperd zal
moeten worden met een zekere mate
van begrip voor Frankrijk’s realistische
behoefte aan veiligheid.
Tenslotte zijn er verschillende teeke-
nen, dat er ook in de houding van het
publiek tegenover Rusland een verande
ring begint te komen. De oorzaak ligt
natuurlijk in Rusland’s optreden in Fin
land en de onthullingen, die dat ge
bracht heeft betreffende de waarde van
het sovjet-leger. Voordien had men hier
ontzag voor de militaire macht van de
Russen en voelde men er derhalve niets
voor zich naast de Duitschers, ook nog
de vijandschap van de Russen op den
hals te halen. Nu het roode leger ech
ter van zulk een twijfelachtige kwali
teit blijkt te zijn, beginnen andere
denkbeelden naar voren te treden. Er
wordt nog wel /niet op oorlog met de
sovjet-Unie aangedrongen, maar het be
sluit van de regeering oorlogsmateriaal
en vrijwilligers naar Finland te sturen,
heeft dadelijk algemeene instemming
ontvangen. Men begint zich af te vra
gen of het misschien mogelijk zou zijn
twee vliegen in één klap te slaan; de
Russen uit Finland te verdrijven en dan
met een Zuidwaartsche beweging
Duitschland In den rug te benaderen.
vroeg zich precies zooals in de dagen
van Juli en Augustus eiken dag af wan
neer het lang gevreesde nu eindelijk
over onze hoofden zou losbarsten. Maar
ook dat is nu anders geworden. Wij heb
ben zoo eindeloos gepraat over het tijd
stip en de wijze waarop de groote bot
sing zou beginnen, dat er eigenlijk niets
nieuws meer over te zeggen valt.
Ziedaar een beeld van de huidige
stemming in Engeland. Het is een heel
velschil met vijf maanden geleden. De
grimmige vastberadenheid van den
bokser, die op den eersten stoot
wacht, heeft plaats gemaakt voor de
kalme en bijna, onverschillige gelaten
heid van hem, die nu al bijna een half
jaar op diep stoot wacht en hem nog
steeds niet heeft ontvangen. Maar dat
is niet het eenige verschil. Ook in de
houding tegenover Duitschland en de
buitenwereld in het algemeen is een ver
andering gekomen sinds het uitbreken
van den oorlog. In September en Octo
ber kon men die houding kenschetsen
met de woordenkoele zakelijkheid.
Engeland ging den oorlog in met de
rustige overtuiging, dat het het recht
aan zijn kant had, zonder hartstocht,
maar met de zakelijkheid van iemand,
die zich ex met een schoon geweten toe
heeft gezet een zaak op te knappen.
Voor die koele zakelijkheid en die rus
tige overtuiging is nu iets anders in de
plaats gekomen. Er is nog steeds geen
oorlogskoorts of felle haat maar er is
wel een zekere hartstocht gekomen.
Voor een belangrijk deel is het een
spontaan gevolg van het Duitsche op
treden in Polen en de Duitsche wijze
van oorlogsvoering ter zee, het bom-
bardeeren van weerlooze visschersvaar-
tuigen en het beschieten van lichtsche
pen. Tevens is een verandering in de
houding tegenover de neutrale buiten
wereld ontstaan. Ik heb daar in een
vorig artikel reeds uitvoerig over ge
schreven. Men is prikkelbaar tegenover
de neutralen geworden, omdat men in
hun strikte afzijdigheid een ontkenning
ziet van Engeland’s vaste geloof in de
heiligheid van zijn strijd.
EEN OECUMENISCHE DIENST.
Uitgaande van de Haagsche afdee-
ling van de Oecumenische Vereeni
ging, zal Woensdag 6 Maart a.s., inde
Ev. Luth. Kerk hier ter stede opnieuw
een oecumenische dienst gehouden
worden. De bijeenkomst, welke zal
staan onder leiding van ds. J. Henri
Ledeboer, em. predikant hier ter ste
de, zal behandelen het onderwerp
„Onze Vader”. Ds. M. Hefting, even
eens em. predikant hier ter stede, zal
de eerste bede behandelen ds. C. Rie
mers, Ev. Luth. predikant alhier, de
tweede bededs. Toivo Viitasaari,
Finsch predikant te Rotterdam, de der
de bededr. L. D. Terlaak Poot, Ned.
Herv. predikant alhier, de vierde be
de dr. J. C. A. Fetter, Rem. Geref.
oredikant, hiei ter stede, de zesde becy
en ds. A. Keuter, Doopsgezind predi
kant alhier, de doxologie.
(Van onzen specialen verslaggever.)
de organisatie. Het behangselpapier-
contract werd geteekend. De gezamen
lijke inkoop wierp vruchten af.
In den middag kwamen aan de orde
verschillende huishoudelijke onder
werpen.
Een gezamenlijk diner besloot den
eersten dag.
Comité „De Groene Ster” geïnstalleerd
In Hotel Wittebrug is gistermiddag
het comité voor hulpverleening aan die
ren in oorlogstijd geïnstalleerd. Het ini
tiatief hiertoe was uitgegaan van de
Ned. Vereeniging v. d. Bedlington Ter
rier in Nederland „Neverbed”. Dr. R.
Stoop, voorzitter dezer vereeniging
sprak een kort welkomstwoord, waarbij
hij zich speciaal wendde tot den ver
tegenwoordiger van den minister van
Defensie, luitenant-kolonel, dr. Weeken-
stroo en luitenant Japjkse als vertegen
woordiger van den opperbevelhebber.
Toespraak jhr. W. Röell.
Gep. luitenant-generaal jhr. W. Röell,
installeerde vervolgens het comité, met
een rede, waarin hij opmerkte, dat
reeds vroeger een dergelijke vereeni
ging bestond onder den naam „De
Roode Ster”, die hetzelfde beoogde als
het Roode Kruis ten opzichte van de
menschen. De thans beoogde arbeid zal
voorloopig onder den naam „Groene
Ster” worden ondernomen, waarbij men
in de eerste plaats hoopt te geraken tot
hulpverleening aan dieren, die tenge
volge van luchtbombardementen lijden
en gevaar loopen, hun meesters verlie
zen bij evacuatie, enz. Dieren hebben
recht niet alleen op barmhartige liefde
en toewijding, maar eveneens op ver
zorging en bescherming als ze in nood
verkeeren en verpleging behoeven.
Veel is er de laatste 50 jaren in de
volksmentaliteit te dien opzichte veran
derd, doch men is er nog lang niet.
De moderne totale oorlog en in het
bijzonder de luchtbombardementen en
evacuatiën, stellen nieuwe eischen
thans ook voor het dier in het deel des
lands, buiten de strijdende troepen ge
legen.
Het zijn deze nieuwe eischen, welke
er toe leidden door een nieuwe organi
satie de middelen te beramen om dezen
eersten nood straks te helpen lenigen
en ten aanzien van de dieren verdere
maatregelen te beramen welke, met het
buiten het directe krijgsbedrijf staande,
maar er toch mede samenhangende, die
renleed wil lenigen en voorkomen.
De heer Ed. A. Fisher gaf als secreta
ris van het comité van organisatie een
overzicht van de te verrichten werk
zaamheden: voorbereiding van de be
scherming en onderbrenging van even-
tueele verlaten dieren bij evacuatie van
bevolking, het inrichten van ambulances
voor hulp aan gewonde en zieke dieren
(niet op het slagveld, want daar is deze
zorg aan de legerorganisatie toever
trouwd), het opvangen van losgeraakte
of gewonde dieren enz.
Het comité is direct na de installatie
begonnen met zijn werkzaamheden.
Het is als volgt samengesteld: voor
zitter dr. R. Stoop; vice-voorzitter mr.
D. J. Willet; le secretaris Ed. A. Fisher;
2e secretaris mevr. Donath-Seeuwen;
penningmeester mevr. A. M. Ruysch-
Douwes Dekker; commissarissen mevr,
de Jonge-bss. van Wassenaar; mevr.
Pijl-Mulder; W. W. Kersten, inspecteur
van politie en Hugo v. Poelgeest.
Het secretariaat is gevestigd Rijks-
straatweg 171, te Wassenaar.
De politieke verhoudingen in
Duitschland.
Welke veranderingen zijn er verder
nog? Er is ten eerste een realistischer
kijk op de politieke verhoudingen in
Duitschland gekomen. Dat was ook
hoog noodig.
In de eerste maanden van den. oorlog
was men namelijk maar al te zeer ge
neigd zijn hoop te vestigen op een spoe
dige binnenlandsche ineenstorting van
het vijandelijke land. Daar heeft men
nu weinig illusies meer over. Mede
dank zij de tallooze berichten van neu
trale waarnemers, die de bladen over
den toestand in Duitschland hebben ge
publiceerd, heeft het publiek er zich nu
rekenschap van gegeven, dat de kansen
op een ineenstorting van het nazi-
Duitschland, vóór het eerst een groote
militaire nederlaag heeft geleden, uiter
mate gering zijn. Deze meer nuchtere
kijk op de zaken geldt ook de mogelijk
heid van Amerikaansche interventie.
Ook daarover was men bij het uitbre
ken ‘van het conflict vrij optimistisch
gestemd, maar heeft men. in den laat-
sten tijd zijn ideeën herzien.
onlangs een uit Sneek
vrachtauto stal, waarmede hij
tochtje ondernam in gezelschap
een vriend en diens meisje
werd deze wagen terug gevonden in
de v. Ostadestraat. Hij blijkt dus wel
een voorliefde te hebben voor koste-
looze ritjes in auto’s van anderen.
Spurt van agent had succes
Een bewoner van de Stadhouders-
laan had zijn Mercedes-Benz-wagen
H-87761 gisteren geparkeerd op den
Korte Vijverberg bij het Plein. Toen
hij een tijdje later terugkwam, bleek
de wagen verdwenen. Hij deed aangifte
van diefstal van zijn wagen bij de
politie, die het signalement onvertvijld
aan de verschillende bureaux doorgaf.
Gisteravond omstreeks 8 uur 'fietste
een agent over den Gevers Deynoot-
weg. toen hem eensklaps een wagen
voorbij suisde, die aan het signalement
beantwoordde. De agent bedacht zich
geen c ogenblik, hij zette er een gewel
digen spurt in en mocht het genoegen
smaken de auto op de Badhuiskade in
te halen. Door voor den wagen te gaan
rijden, wist hij den bestuurder tot
stoppen te dwingen. Het bleek te zijn
een 16-jarige loopjongen uit de v. d.
Berghstraat.
De agent zette zijn fiets tegen den
muur, noodigde den knaap uit achterin
plaats te nemen en reed den wagen
naar het bureau Gevers Deynootweg.
De knaap bleek dezelfde te zijn, die
een uit Sneek afkomstige
stal, waarmede hij een
van
later
TWEE VERKEERSZUILEN GERAMD
Gistermiddag te omstreeks 4 uur is
op dten hoek Hoogewal—Prinsessewal
een personenauto, bestuurd door den
53-jarigen A. E. uit Overschie, doordat
hij door de zon verblind raakte, tegen
een verkecrszuil gereden. De zuil werd
ontzet, de auto aan de voorzijde be
schadigd, zoodat de kraanwagen van de
politie eraan te pas moest komen om
den wagen weg te sleepen.
Van een auto, bestuurd door den 44-
jarigen A. A. v. d. B. uit de Bossche-
straat opende zich plotseling op den
hoek Laan van N.O.-lndië en Schenk-
kade gisteren te omstreeks half elf
een portier. De bestuurder schrok der
mate, dat hij een verkeerszuil ramde,
Zoowe’ de zuil als de wagen moesten
het ontgelden.
Een beste wagen, agent
Ditmaal had hij met de Mercedes
een tochtje gemaakt naar Amsterdam.
Een beste wagen, agent, zeide hij, ik
heb hem op den Leidsche Straatweg
eens uit laten loopen. Hij haalt gemak
kelijk 120 k.m.
De jongen zal zich nu wegens deze
verschillende delicten hebben te ver
antwoorden.
Bij het benzinestation aan den Haag
sche Schouw had hij 20 1. benzine in
genomen. Men kende hem hier nog uit
den tijd, ctat hij in dienst was van de
Sneeksche firma, zoodat de exploitant
van het station dan ook geen argwaan
kreeg, toen de jongen op naam van
zijn vroegeren patroon een bon onder-
teekende voor de ontvangen 20 liter
brandstof.
De knaap zal voorloopig geen
tochtjes meer kunnen maken, daar de
politie hem in bewaring heeft gesteld.
Zaterdag wordt in het gebouw van
den Hoogen Raad een bijeenkomst ge
houden door de Vereeniging voor Be-
lastingwetenschap. In deze vergade
ring zullen prae-adviezen worden uit-
gebratht door de heeren mr. P. W v
Doorne uit Amsterdam en W. J. de
Langen, alhier.
Eerstgenoemde zal prae-advies uit
brengen over „De controle- en re-
pressiemiddelen van den fiscus in ver
band met het publiekrechtelijk karak
ter van het belastingrecht”. De heer
Langen praeadviseert over
opmerkingen over de con-
repressiemiddelen van den
Dezer dagen meldden wij, dat de
Bond ter behartiging van de belangen
van het kind op 28 en 29 Maart a.s.
hier ter stede een nationaal congres
houdt, gewijd aan ons onderwijs, ge
zien in het licht der moderne psy
chologie.
Deze Bond, waarbij zijn aangesloten
20 onderwijs- en opvoedingsvereenigin-
gen, bestaat 30 jaar. Het doel van het
congres is door inleidingen, bespre
kingen en resoluties bij te dragen tot
de oplossing van de omvangrijke vraag
stukken van ons hedendaagsch onder
wijs, onafhankelijk van godsdienstige
en politieke richtingen. Voorts wil men
bevorderen; dat de Nederlandsche jeugd
van heden zoo voorde onderwezen en
opgevoed, dat zij bekwaam ’en geschikt
is de cultuur van ons land en volk te
beschermen, verder te dragen en tot
ontwikkeling te brengen.
Het congres zal in het licht van de
inzich
ten de groote vraagstukken van het
onderwijs doen behandelen en tot een
oplossing bijdragen.
Gedacht wordt daarbij aan de vele
vraagpunten betreffende het voorbe
reidend onderwijs, de moeilijkheden
in verband met de overbevolking der
schoolklassen, de aansluiting van lager
en middelbaar onderwijs, de oplèiding
van den onderwijzer en leeraar, de
lichamelijke opvoeding, het tuchtpro-
bleem, de zedelijke en godsdienstige
opvoeding en het nijverheidsonderwijs
voor jongens en meisjes.
Een propaganda-comité, waarvan
mevr. W. A. L. RosVrijman presi
dente en de heer C. M. v. d. Poel
secretaris-penningmeester is (Halley-
straat 8, Giro 33671) zal trachten in
ruime mate donateurs en leden te
werven.
Gisteren
bond van
leeringsbedrijf zijn 35e algemeene ver
gadering in café-restaurant „Bosch-
lust”, alhier.
De voorzitter van de Haagsche afdee-
ling, de heer W. J. Everse, complimen
teerde den bond met zijn 35-jarig jubi
leum en bood den voorzitter, secretaris
en penningmeester ieder een zilveren
legpenning aan. De heer Carlier schonk
een omslag voor het secretariaat in
perkament gebonden.
De voorzitter, de heer A. H. Rekers,
hield daarna de herdenkingsrede. Voor
35 jaar verkeerde de vakpatroon in een
andere positie dan thans. Hij was pro
ducent en distribuant. Er was geen
massa-productie. De sterke mate, waar
in de werknemers zich gingen organi-
seeren, heeft de patroons dit voorbeeld
doen volgen. Later kwamen daarbij an
dere factoren. De fabrikanten en gros
siers leverden vaak aan particulieren.
Veel is bereikt, maar nog niet voldoen
de. Vooral de preventieve werking der
organisatie is zeer groot. Samenwerking
met den Koninklijken Nederlandschen
Middenstandsbond bracht veel nut.
Spreker huldigde vroegere en huidige
bestuursleden. Wat de toekomst be
treft, spoorde spr. aan tot eendracht.
De secretaris, dé heer H. Ouwerling,
bracht daarna zijn jaarverslag uit. De
tijdsomstandigheden brachten velen tot
Voor de Koninklijke Vereeniging
„Oost en West” sprak gisteravond in
gebouw „Excelsior” de heer A. Brijs
over het onderwerp „Gelijke motieven
in Indische en Nederlandsche sagen,
mythen en legenden”.
Na een openingswoord door den heer
F van Peski, kreeg de heer Brijs het
woord. Ter inleiding van zijn lezing
maakte spr. duidelijk, wat sagen, my
then en legenden zijn. De behoefte van
den mensch om te vertellen, door alle
tijden heen, heeft de sagen enz. doen
ontstaan. Hoe en wat een volk denkt
er weet komt in deze vertellingen tot
uiting. Het verhaal van de schepping
van de wereld is één van de verhalen,
die bij alle rassen voorkomen. Vervol
gens maakte de heer Brijs het verschil
duidelijk tusschen het sprookje en de
sage, die streng gescheiden moeten wor
den. Het eerste is niet gebonden aan
plaats, tijd en persoon, de tweede wel. Is
er in een sage sprake van góden, enz.,
dan spreken wij van mythe, is er sprake
van een bepaald heilig persoon, dan
noemen wij de sage „legende”.
De primitieve mensch heeft in zijn
sagen zijn kunst, wetenschap en gods
dienst neergelegd. Om de ziel van een
volk te leeren kennen, moet men dus
van zijn sagen kennis nemen.
Dezelfde kern, welke wij ontdekken in
de sagen van de primitieve volken, vin
den wij terug in die van de gecultiveer
de Westerlingen.
Verschillende theorieën over ontstaan
en herkomst van de sagen zijn in om
loop en de laatste 25 jaar komt speciaai
d? Finsche theorie naar voren, die zich
vooral naar den geologischen kant van
het vraagstuk richt.
Spr. vertelde het scheppingsverhaal
van één der Dajak-stammen, dat hem
zeer had getroffen. Simplistisch en toen
gecompliceerd als het is, vindt men het
bij vele andere primitieve volkeren (in
eenigszins anderen vorm) terug. Zelfs
in de vertellingen van de Westersche
volkeren is iets dergelijks te vinden. De
Oostersche sagen hebben over het alge
meen veel meer decorum dan de Wester
sche.
De heer Brijs stelde twee motieven,
één uit de dierenwereld en één natuur
verschijnsel, uit de Oostersche en Wes
tersche sagenwereld tegenover elkaar.
Uit de dierenwereld vertelde spr. hei
verhaal van: Hoe de kraai haar zwarte
kleur kreeg en de ekster haar zwart
witte.
In Indië en in Nederland worden deze
verhalen op een geheel andere wijze
verteld. Wanneer wij deze sagen echter
vergelijken, treffen ons verscheidene
punten van overeenkomst (dezelfde vo
gels, dezelfde straf voor verkeerde da
den enz.). Merkwaardig is, dat de in
slag in dit geval in de Westersche sage
primitiever is dan in de Oostersche. De
sfeer is in beide sagen echter een geheel
andere. Inhoud, vorm en taal zijn in de
Oostersche vertelling een drama, in de
Vestersche een klucht.
Naar sprekers meening zijn de verha
len over de natuurverschijnselen in het
Oosten veel voornamer dan in het Wes
ten.
De donkere vlekken op de maan
vormden het onderwerp van het ver
haal over het natuurverschijnsel, dat de
heer Brijs vertelde. Ook hier weer over
eenkomst tusschen de Indische en Ne
derlandsche sagen.
Spr. gaf vervolgens nog verscheidene
andere voorbeelden van overeenkomst
tusschen sagen in Indië en Nederland
Op buitengewoon onderhoudende
wijze vertelde de heer Brijs over al deze
mooie, merkwaardige, oude verhalen.
Een hartelijk applaus beloonde spr
aan het einde van zijn lezing.
Na de pauze vond de vertooning plaats
van een film over de vogelfauna op de
Bandagroep. Deze film is vervaardigd
door den heer A. Hogerw.erf, uit Buiten
zorg en geeft zeer interessante bijzon
derheden over het rijke vogelleven op
de Goenoeng Api, een uitgedoofde vul
kaan in de groep eilanden rond Banda.
I