Engeland in gelaten afwachting ll HOEST lil VIERDE BLAD, PAGINA 2. HAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940. HULPVERLEENING AAN DIEREN IN OORLOGSTIJD KNAAP HIELD VAN KOSTE LOOS AUTORIJDEN Iedereen is aan den oorlogstoestand gewend geraakt IK cen nog wel kléin, MAAR IK ZAL WEL GAUW I i Jh KONINKLIJKE VEREENIGING VEREENIGING VOOR BELASTING- WETENSCHAP NATIONAAL ONDERWIJSCONGRES PATROONS MEUBILEERINGSBEDRIJF „OOST EN WEST” NEDERL. BOND VAN IN HET De installatie van het comité tot hulpverleening aan dieren in oorlogstijd, door luit.-generaal b.d. jhr. W. Röell. Van rechts naar links: mevr. Pijl, mevr. Ruysch, jhr. W. Röell, dr. R. Stoop (voorzitter), luit.-kolonel dr. H. J. Wekenstroo (vertegenwoordiger van den minister van Defensie), te luit. Japikse (vertegenwoordiger van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht) en de heer G. de Joeselin de Jong. VERKOUDHEID BRONCHITIS Sedert meet dan 30 jaat wordt Siroop Fame) doot doktoren gewaardeerd als een betrouw baar geneesmiddel ter bestrij ding van aandoeningen der ademhalingsorganen SIROOP F A M E L Men heeft zich gerealiseerd, X dat de kansen op een ineen- storting van Duitschland, al- vorens het een zware nederlaag heeft geleden, uitermate t gering zijn GRCXJTER WORDEN MET ATEN SAP. •v - Kleine flacon f 115 Groote flacon f 1.90 was hedendaagsche psychologische Gelijke motieven in Indische en Neder landsche sagen, mythen en legenden AMERICAN WOR' NCLUB. Ter gelegenheid van de herdenking van Washington-day in de Vereenigde Staten, werd heden door de American Wi lub hier ter stede in de zalen van Hotel des Indes een noenmaal ge houden, waarbij ongeveer zestig per sonen hebben aangezeten. Hoe lang nog ‘i Hoe lang zal deze vreemde toestand nog kunnen voortduren Dat was de vraag, die tot voor eenigen tijd aller gedachten beheerschte. Men leefde in een soort van aanhoudende spanning, W. J. de „Enkele tróle- en fiscus”. PROMOTIE DR. H. SMITSKAMP. De heer H. Smitskamp, leeraar aan de Eerste Chr. H. B. S. hier ter stede, zal, naar wij vernemen. Woensdag 28 Februari a.s., aan de Vrije Universi- teit promoveeren tot doctor in de let teren en wijsbegeerte, op een disser tatie getiteld„Groen van Prinsterer als Historicus”. Als promotor zal op treden prof. dr. A. A. van Schelven. Bond ter behartiging van de belangen van het Kind. JAARVERGADERING VAN DE VER EENIGING „DE AMBACHTS SCHOOL ’s-GRAVENHAGE. Onder leiding van den voorzitter, jhr H J. Repelaer van Driel, hield de ver- eeniging „De Ambachtsschool te ’s-Gra- venhage” dezer dagen haar gewone jaar vergadering. Deze vergadering werd o.m. bijge woond door afgevaardigden namens den Bond van Nederlandsche Schilderspa- troons, den Algemeenen Nederlandscher. Metaalbewerkersbond, den Schildersge- zellenbond; de Vereeniging voor Vak opleiding en de Maatschappij van Nij verheid en Handel, departement den Haag. Na opening der vergadering heette de voorzitter de aanwezigen welkom en wel in het bijzonder het bestuurslid, den heer W. P. Blokpoel, die wegens ziekte eenigen tijd verhinderd is geweest de vergaderingen van het bestuur bij te wonen. Nadat het jaarverslag over 1939 on der dankzegging aan den secretaris, den heer ir. H. Veth, was goedgekeurd, werd dank gebracht aan den penning meester. den heer H. Mennes, voor het door hem gehouden financieele beheer, onder verleening van décharge. Vervolgens werd de begrooting voor het jaar 1941 vastgesteld. Tot bestuurs leden werden herkozen de heeren L, B Korthuis, J. C. N. Logher, J. P. Reeser Ezn. en J. Bleuland van Oordt. hield de Nederlandsche patroons in het meubi- De motorspuit van. het bu- reau v. d. Vennestraat bluschte giste ren een schoorsteenbrand in perceel Hannemanstraat 7 b. Londen, Februari. Nooit heeft de oorlog hier zoo ver af geleken als in de laatste weken. Dag in dag uit worden de voorpagina’s van de bladen in beslag genomen door be richten over Rusland’s oorlog tegen Fin land en er is over Engeland’s eigen oorlog nauwelijks iets te vinden. Wij wanen ons weer terug in den tijd van den vrede toen wij met een gevoel van veiligheid de berichten over China en Spanje lazen, die wij nu over Finland lezen. Er is ergens in Europa oorlog en de zee om onze kusten is niet meer zoo veilig als vroeger maar verder is alles bij het oude gebleven en leven wij nog steeds het gemakkelijke, veilige leven van voorheen. Zelfs de verduistering, die ons in de eerste weken zoo dreigend voorkwam en meer dai. iets anders het besef van in gevaar te verkeeren wak ker riep, herinnert ons niet meer aan den oorlog. Zoo is het ook met de tal rijke uniformen in de straten en de restaurants, met de zandzakken en de loopgraven in de parken, met de gas maskers die wij allang niet meer dra gen, ja zelfs met de redevoeringen van de staatslieden en de artikelen in de bladen, waarin men er ons steeds weer van tracht te doordringen, dat Engeland in een strijd op leven en dood is gewik keld. Wij zijn met al die dingen reeds te bekend geworden, dan dat zij nog eenigen invloed op ons hebben, zij zijn een belangrijk en als natuurlijk aan vaard bestanddeel geworden van dien nieuwen vorm van vrede, waarin wij nu al zes maanden leven. Wij gelooven eenvoudig niet meer aan den oorlog, wij weten dat het morgen plotseling uit kan zijn met ons gemakkelijk, veilig bestaan maar wij hebben geen tijd voor „mor gen”. Het dagelijksche leven eischt ons op en in dat dagelijksche leven met zijn arbeid, zijn beslommeringen en zijn ple ziertjes ontbreekt elk duidelijk besef van den oorlog. De oorlogsdoeleinden. Te vermelden is ook dat de kloof, die een oogenbük dreigde te ontstaan tus- schen de Fransche en Engelsche denk-< beelden over het vraagstuk van oorlogs doeleinden, tijdig overbrugd is gewor den. Na de eerste uitbarsting van geest driftige plannen voor de verbroedering, die op den oorlog moest volgen is men er zich rekenschap van gaan geven, dat de Fransche bondgenoot daarbij ook een woordje zal moeten meespreken en dat het Engelsche idealisme getemperd zal moeten worden met een zekere mate van begrip voor Frankrijk’s realistische behoefte aan veiligheid. Tenslotte zijn er verschillende teeke- nen, dat er ook in de houding van het publiek tegenover Rusland een verande ring begint te komen. De oorzaak ligt natuurlijk in Rusland’s optreden in Fin land en de onthullingen, die dat ge bracht heeft betreffende de waarde van het sovjet-leger. Voordien had men hier ontzag voor de militaire macht van de Russen en voelde men er derhalve niets voor zich naast de Duitschers, ook nog de vijandschap van de Russen op den hals te halen. Nu het roode leger ech ter van zulk een twijfelachtige kwali teit blijkt te zijn, beginnen andere denkbeelden naar voren te treden. Er wordt nog wel /niet op oorlog met de sovjet-Unie aangedrongen, maar het be sluit van de regeering oorlogsmateriaal en vrijwilligers naar Finland te sturen, heeft dadelijk algemeene instemming ontvangen. Men begint zich af te vra gen of het misschien mogelijk zou zijn twee vliegen in één klap te slaan; de Russen uit Finland te verdrijven en dan met een Zuidwaartsche beweging Duitschland In den rug te benaderen. vroeg zich precies zooals in de dagen van Juli en Augustus eiken dag af wan neer het lang gevreesde nu eindelijk over onze hoofden zou losbarsten. Maar ook dat is nu anders geworden. Wij heb ben zoo eindeloos gepraat over het tijd stip en de wijze waarop de groote bot sing zou beginnen, dat er eigenlijk niets nieuws meer over te zeggen valt. Ziedaar een beeld van de huidige stemming in Engeland. Het is een heel velschil met vijf maanden geleden. De grimmige vastberadenheid van den bokser, die op den eersten stoot wacht, heeft plaats gemaakt voor de kalme en bijna, onverschillige gelaten heid van hem, die nu al bijna een half jaar op diep stoot wacht en hem nog steeds niet heeft ontvangen. Maar dat is niet het eenige verschil. Ook in de houding tegenover Duitschland en de buitenwereld in het algemeen is een ver andering gekomen sinds het uitbreken van den oorlog. In September en Octo ber kon men die houding kenschetsen met de woordenkoele zakelijkheid. Engeland ging den oorlog in met de rustige overtuiging, dat het het recht aan zijn kant had, zonder hartstocht, maar met de zakelijkheid van iemand, die zich ex met een schoon geweten toe heeft gezet een zaak op te knappen. Voor die koele zakelijkheid en die rus tige overtuiging is nu iets anders in de plaats gekomen. Er is nog steeds geen oorlogskoorts of felle haat maar er is wel een zekere hartstocht gekomen. Voor een belangrijk deel is het een spontaan gevolg van het Duitsche op treden in Polen en de Duitsche wijze van oorlogsvoering ter zee, het bom- bardeeren van weerlooze visschersvaar- tuigen en het beschieten van lichtsche pen. Tevens is een verandering in de houding tegenover de neutrale buiten wereld ontstaan. Ik heb daar in een vorig artikel reeds uitvoerig over ge schreven. Men is prikkelbaar tegenover de neutralen geworden, omdat men in hun strikte afzijdigheid een ontkenning ziet van Engeland’s vaste geloof in de heiligheid van zijn strijd. EEN OECUMENISCHE DIENST. Uitgaande van de Haagsche afdee- ling van de Oecumenische Vereeni ging, zal Woensdag 6 Maart a.s., inde Ev. Luth. Kerk hier ter stede opnieuw een oecumenische dienst gehouden worden. De bijeenkomst, welke zal staan onder leiding van ds. J. Henri Ledeboer, em. predikant hier ter ste de, zal behandelen het onderwerp „Onze Vader”. Ds. M. Hefting, even eens em. predikant hier ter stede, zal de eerste bede behandelen ds. C. Rie mers, Ev. Luth. predikant alhier, de tweede bededs. Toivo Viitasaari, Finsch predikant te Rotterdam, de der de bededr. L. D. Terlaak Poot, Ned. Herv. predikant alhier, de vierde be de dr. J. C. A. Fetter, Rem. Geref. oredikant, hiei ter stede, de zesde becy en ds. A. Keuter, Doopsgezind predi kant alhier, de doxologie. (Van onzen specialen verslaggever.) de organisatie. Het behangselpapier- contract werd geteekend. De gezamen lijke inkoop wierp vruchten af. In den middag kwamen aan de orde verschillende huishoudelijke onder werpen. Een gezamenlijk diner besloot den eersten dag. Comité „De Groene Ster” geïnstalleerd In Hotel Wittebrug is gistermiddag het comité voor hulpverleening aan die ren in oorlogstijd geïnstalleerd. Het ini tiatief hiertoe was uitgegaan van de Ned. Vereeniging v. d. Bedlington Ter rier in Nederland „Neverbed”. Dr. R. Stoop, voorzitter dezer vereeniging sprak een kort welkomstwoord, waarbij hij zich speciaal wendde tot den ver tegenwoordiger van den minister van Defensie, luitenant-kolonel, dr. Weeken- stroo en luitenant Japjkse als vertegen woordiger van den opperbevelhebber. Toespraak jhr. W. Röell. Gep. luitenant-generaal jhr. W. Röell, installeerde vervolgens het comité, met een rede, waarin hij opmerkte, dat reeds vroeger een dergelijke vereeni ging bestond onder den naam „De Roode Ster”, die hetzelfde beoogde als het Roode Kruis ten opzichte van de menschen. De thans beoogde arbeid zal voorloopig onder den naam „Groene Ster” worden ondernomen, waarbij men in de eerste plaats hoopt te geraken tot hulpverleening aan dieren, die tenge volge van luchtbombardementen lijden en gevaar loopen, hun meesters verlie zen bij evacuatie, enz. Dieren hebben recht niet alleen op barmhartige liefde en toewijding, maar eveneens op ver zorging en bescherming als ze in nood verkeeren en verpleging behoeven. Veel is er de laatste 50 jaren in de volksmentaliteit te dien opzichte veran derd, doch men is er nog lang niet. De moderne totale oorlog en in het bijzonder de luchtbombardementen en evacuatiën, stellen nieuwe eischen thans ook voor het dier in het deel des lands, buiten de strijdende troepen ge legen. Het zijn deze nieuwe eischen, welke er toe leidden door een nieuwe organi satie de middelen te beramen om dezen eersten nood straks te helpen lenigen en ten aanzien van de dieren verdere maatregelen te beramen welke, met het buiten het directe krijgsbedrijf staande, maar er toch mede samenhangende, die renleed wil lenigen en voorkomen. De heer Ed. A. Fisher gaf als secreta ris van het comité van organisatie een overzicht van de te verrichten werk zaamheden: voorbereiding van de be scherming en onderbrenging van even- tueele verlaten dieren bij evacuatie van bevolking, het inrichten van ambulances voor hulp aan gewonde en zieke dieren (niet op het slagveld, want daar is deze zorg aan de legerorganisatie toever trouwd), het opvangen van losgeraakte of gewonde dieren enz. Het comité is direct na de installatie begonnen met zijn werkzaamheden. Het is als volgt samengesteld: voor zitter dr. R. Stoop; vice-voorzitter mr. D. J. Willet; le secretaris Ed. A. Fisher; 2e secretaris mevr. Donath-Seeuwen; penningmeester mevr. A. M. Ruysch- Douwes Dekker; commissarissen mevr, de Jonge-bss. van Wassenaar; mevr. Pijl-Mulder; W. W. Kersten, inspecteur van politie en Hugo v. Poelgeest. Het secretariaat is gevestigd Rijks- straatweg 171, te Wassenaar. De politieke verhoudingen in Duitschland. Welke veranderingen zijn er verder nog? Er is ten eerste een realistischer kijk op de politieke verhoudingen in Duitschland gekomen. Dat was ook hoog noodig. In de eerste maanden van den. oorlog was men namelijk maar al te zeer ge neigd zijn hoop te vestigen op een spoe dige binnenlandsche ineenstorting van het vijandelijke land. Daar heeft men nu weinig illusies meer over. Mede dank zij de tallooze berichten van neu trale waarnemers, die de bladen over den toestand in Duitschland hebben ge publiceerd, heeft het publiek er zich nu rekenschap van gegeven, dat de kansen op een ineenstorting van het nazi- Duitschland, vóór het eerst een groote militaire nederlaag heeft geleden, uiter mate gering zijn. Deze meer nuchtere kijk op de zaken geldt ook de mogelijk heid van Amerikaansche interventie. Ook daarover was men bij het uitbre ken ‘van het conflict vrij optimistisch gestemd, maar heeft men. in den laat- sten tijd zijn ideeën herzien. onlangs een uit Sneek vrachtauto stal, waarmede hij tochtje ondernam in gezelschap een vriend en diens meisje werd deze wagen terug gevonden in de v. Ostadestraat. Hij blijkt dus wel een voorliefde te hebben voor koste- looze ritjes in auto’s van anderen. Spurt van agent had succes Een bewoner van de Stadhouders- laan had zijn Mercedes-Benz-wagen H-87761 gisteren geparkeerd op den Korte Vijverberg bij het Plein. Toen hij een tijdje later terugkwam, bleek de wagen verdwenen. Hij deed aangifte van diefstal van zijn wagen bij de politie, die het signalement onvertvijld aan de verschillende bureaux doorgaf. Gisteravond omstreeks 8 uur 'fietste een agent over den Gevers Deynoot- weg. toen hem eensklaps een wagen voorbij suisde, die aan het signalement beantwoordde. De agent bedacht zich geen c ogenblik, hij zette er een gewel digen spurt in en mocht het genoegen smaken de auto op de Badhuiskade in te halen. Door voor den wagen te gaan rijden, wist hij den bestuurder tot stoppen te dwingen. Het bleek te zijn een 16-jarige loopjongen uit de v. d. Berghstraat. De agent zette zijn fiets tegen den muur, noodigde den knaap uit achterin plaats te nemen en reed den wagen naar het bureau Gevers Deynootweg. De knaap bleek dezelfde te zijn, die een uit Sneek afkomstige stal, waarmede hij een van later TWEE VERKEERSZUILEN GERAMD Gistermiddag te omstreeks 4 uur is op dten hoek Hoogewal—Prinsessewal een personenauto, bestuurd door den 53-jarigen A. E. uit Overschie, doordat hij door de zon verblind raakte, tegen een verkecrszuil gereden. De zuil werd ontzet, de auto aan de voorzijde be schadigd, zoodat de kraanwagen van de politie eraan te pas moest komen om den wagen weg te sleepen. Van een auto, bestuurd door den 44- jarigen A. A. v. d. B. uit de Bossche- straat opende zich plotseling op den hoek Laan van N.O.-lndië en Schenk- kade gisteren te omstreeks half elf een portier. De bestuurder schrok der mate, dat hij een verkeerszuil ramde, Zoowe’ de zuil als de wagen moesten het ontgelden. Een beste wagen, agent Ditmaal had hij met de Mercedes een tochtje gemaakt naar Amsterdam. Een beste wagen, agent, zeide hij, ik heb hem op den Leidsche Straatweg eens uit laten loopen. Hij haalt gemak kelijk 120 k.m. De jongen zal zich nu wegens deze verschillende delicten hebben te ver antwoorden. Bij het benzinestation aan den Haag sche Schouw had hij 20 1. benzine in genomen. Men kende hem hier nog uit den tijd, ctat hij in dienst was van de Sneeksche firma, zoodat de exploitant van het station dan ook geen argwaan kreeg, toen de jongen op naam van zijn vroegeren patroon een bon onder- teekende voor de ontvangen 20 liter brandstof. De knaap zal voorloopig geen tochtjes meer kunnen maken, daar de politie hem in bewaring heeft gesteld. Zaterdag wordt in het gebouw van den Hoogen Raad een bijeenkomst ge houden door de Vereeniging voor Be- lastingwetenschap. In deze vergade ring zullen prae-adviezen worden uit- gebratht door de heeren mr. P. W v Doorne uit Amsterdam en W. J. de Langen, alhier. Eerstgenoemde zal prae-advies uit brengen over „De controle- en re- pressiemiddelen van den fiscus in ver band met het publiekrechtelijk karak ter van het belastingrecht”. De heer Langen praeadviseert over opmerkingen over de con- repressiemiddelen van den Dezer dagen meldden wij, dat de Bond ter behartiging van de belangen van het kind op 28 en 29 Maart a.s. hier ter stede een nationaal congres houdt, gewijd aan ons onderwijs, ge zien in het licht der moderne psy chologie. Deze Bond, waarbij zijn aangesloten 20 onderwijs- en opvoedingsvereenigin- gen, bestaat 30 jaar. Het doel van het congres is door inleidingen, bespre kingen en resoluties bij te dragen tot de oplossing van de omvangrijke vraag stukken van ons hedendaagsch onder wijs, onafhankelijk van godsdienstige en politieke richtingen. Voorts wil men bevorderen; dat de Nederlandsche jeugd van heden zoo voorde onderwezen en opgevoed, dat zij bekwaam ’en geschikt is de cultuur van ons land en volk te beschermen, verder te dragen en tot ontwikkeling te brengen. Het congres zal in het licht van de inzich ten de groote vraagstukken van het onderwijs doen behandelen en tot een oplossing bijdragen. Gedacht wordt daarbij aan de vele vraagpunten betreffende het voorbe reidend onderwijs, de moeilijkheden in verband met de overbevolking der schoolklassen, de aansluiting van lager en middelbaar onderwijs, de oplèiding van den onderwijzer en leeraar, de lichamelijke opvoeding, het tuchtpro- bleem, de zedelijke en godsdienstige opvoeding en het nijverheidsonderwijs voor jongens en meisjes. Een propaganda-comité, waarvan mevr. W. A. L. RosVrijman presi dente en de heer C. M. v. d. Poel secretaris-penningmeester is (Halley- straat 8, Giro 33671) zal trachten in ruime mate donateurs en leden te werven. Gisteren bond van leeringsbedrijf zijn 35e algemeene ver gadering in café-restaurant „Bosch- lust”, alhier. De voorzitter van de Haagsche afdee- ling, de heer W. J. Everse, complimen teerde den bond met zijn 35-jarig jubi leum en bood den voorzitter, secretaris en penningmeester ieder een zilveren legpenning aan. De heer Carlier schonk een omslag voor het secretariaat in perkament gebonden. De voorzitter, de heer A. H. Rekers, hield daarna de herdenkingsrede. Voor 35 jaar verkeerde de vakpatroon in een andere positie dan thans. Hij was pro ducent en distribuant. Er was geen massa-productie. De sterke mate, waar in de werknemers zich gingen organi- seeren, heeft de patroons dit voorbeeld doen volgen. Later kwamen daarbij an dere factoren. De fabrikanten en gros siers leverden vaak aan particulieren. Veel is bereikt, maar nog niet voldoen de. Vooral de preventieve werking der organisatie is zeer groot. Samenwerking met den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond bracht veel nut. Spreker huldigde vroegere en huidige bestuursleden. Wat de toekomst be treft, spoorde spr. aan tot eendracht. De secretaris, dé heer H. Ouwerling, bracht daarna zijn jaarverslag uit. De tijdsomstandigheden brachten velen tot Voor de Koninklijke Vereeniging „Oost en West” sprak gisteravond in gebouw „Excelsior” de heer A. Brijs over het onderwerp „Gelijke motieven in Indische en Nederlandsche sagen, mythen en legenden”. Na een openingswoord door den heer F van Peski, kreeg de heer Brijs het woord. Ter inleiding van zijn lezing maakte spr. duidelijk, wat sagen, my then en legenden zijn. De behoefte van den mensch om te vertellen, door alle tijden heen, heeft de sagen enz. doen ontstaan. Hoe en wat een volk denkt er weet komt in deze vertellingen tot uiting. Het verhaal van de schepping van de wereld is één van de verhalen, die bij alle rassen voorkomen. Vervol gens maakte de heer Brijs het verschil duidelijk tusschen het sprookje en de sage, die streng gescheiden moeten wor den. Het eerste is niet gebonden aan plaats, tijd en persoon, de tweede wel. Is er in een sage sprake van góden, enz., dan spreken wij van mythe, is er sprake van een bepaald heilig persoon, dan noemen wij de sage „legende”. De primitieve mensch heeft in zijn sagen zijn kunst, wetenschap en gods dienst neergelegd. Om de ziel van een volk te leeren kennen, moet men dus van zijn sagen kennis nemen. Dezelfde kern, welke wij ontdekken in de sagen van de primitieve volken, vin den wij terug in die van de gecultiveer de Westerlingen. Verschillende theorieën over ontstaan en herkomst van de sagen zijn in om loop en de laatste 25 jaar komt speciaai d? Finsche theorie naar voren, die zich vooral naar den geologischen kant van het vraagstuk richt. Spr. vertelde het scheppingsverhaal van één der Dajak-stammen, dat hem zeer had getroffen. Simplistisch en toen gecompliceerd als het is, vindt men het bij vele andere primitieve volkeren (in eenigszins anderen vorm) terug. Zelfs in de vertellingen van de Westersche volkeren is iets dergelijks te vinden. De Oostersche sagen hebben over het alge meen veel meer decorum dan de Wester sche. De heer Brijs stelde twee motieven, één uit de dierenwereld en één natuur verschijnsel, uit de Oostersche en Wes tersche sagenwereld tegenover elkaar. Uit de dierenwereld vertelde spr. hei verhaal van: Hoe de kraai haar zwarte kleur kreeg en de ekster haar zwart witte. In Indië en in Nederland worden deze verhalen op een geheel andere wijze verteld. Wanneer wij deze sagen echter vergelijken, treffen ons verscheidene punten van overeenkomst (dezelfde vo gels, dezelfde straf voor verkeerde da den enz.). Merkwaardig is, dat de in slag in dit geval in de Westersche sage primitiever is dan in de Oostersche. De sfeer is in beide sagen echter een geheel andere. Inhoud, vorm en taal zijn in de Oostersche vertelling een drama, in de Vestersche een klucht. Naar sprekers meening zijn de verha len over de natuurverschijnselen in het Oosten veel voornamer dan in het Wes ten. De donkere vlekken op de maan vormden het onderwerp van het ver haal over het natuurverschijnsel, dat de heer Brijs vertelde. Ook hier weer over eenkomst tusschen de Indische en Ne derlandsche sagen. Spr. gaf vervolgens nog verscheidene andere voorbeelden van overeenkomst tusschen sagen in Indië en Nederland Op buitengewoon onderhoudende wijze vertelde de heer Brijs over al deze mooie, merkwaardige, oude verhalen. Een hartelijk applaus beloonde spr aan het einde van zijn lezing. Na de pauze vond de vertooning plaats van een film over de vogelfauna op de Bandagroep. Deze film is vervaardigd door den heer A. Hogerw.erf, uit Buiten zorg en geeft zeer interessante bijzon derheden over het rijke vogelleven op de Goenoeng Api, een uitgedoofde vul kaan in de groep eilanden rond Banda. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14