Verstopping van f1395 FORMAMINI De ondergang Simon Bolivar I RECHTZAKEN De Barometer KUNST EN LETTEREN FILM EN BIOSCOOP TTAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 23 FEBRUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 2 den Raad voor voor Aambeien? Behandeling de Scheepvaart 99 sneeuwophoopingen Overlast van Het rapen en vervoeren van eieren De Staat van Beleg ONDERWIJS EN KERK o u Benzineverbruik één liter op 15 K.M. Service door het geheele land. Huiduitslag? Overtollig vet? Pr. Schleffer’s Stofwisselinqszout COR VAN DER LUGT MELSERT HERSTELD. Op 18 November van het vorig jaar werd Nederland opge schrikt door de grootste scheeps ramp, welke tot nu toe in dezen oorlog ons land heeft gteroffen. Het 8300 ton groote passagiers schip Simon Bolivar” van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij liep bij de Engelsche kust op een mijn. Het schip was op weg van Am sterdam naar West-Indië en vervoerde 265 passagiers en een bemanning van 127 personen. Beslechting van geschillen, die aan ’s lands belangensfeer vreemd zijn DKW Inning van schulden. Geen sloepenrol gehouden. ver- Het tegengaan van persexcessen. Rechtstreeks naar Barbados, vlo- Antwoord op schriftelijke vragen van het Kamerlid van der Weyden. Bescherming van zwanen, wilde een- den, ganzen, duikers, watersnippen en goudplevieren. Regelen met betrekking tot schulde naren, die in het Koninkrijk der Nederlanden geen woonplaats of zetel hebben. De heer Julsing Waarom heeft de purser den kapitein niet aan de sloe penrol herinnerd? De sloepenkaartjes waren klaar. Getuige De reden was waarschijn lijk het slechte weer. De heer Julsing Kan het passage- kantoor deze kaartjes niet tevoren ge reed maken? Getuige Er verandert teveel in de passagierslijst. De heer JulsingZijn de hutten ook voor de sloepen ingedeeld? Getuige Ja zeker. De heer Julsing Wanneer wordt nu sloepenrol gehouden? Getuige Nu? In het Noorzeekanaal. Vroeger gebeurde dat echter nooit. De heer Egmond Was kapitein Voor- spuy een goed gezagvoerder? Getuige Voortreffelijk, er was een goede geest aan boord. waarschuwt U. Regen op komst met guren wind, weersomstan digheden, die een bedreiging van Uw gezondheid Inhouden. Weest daarom op Uw hoede. Wapent U tegen keelpijn, griep. r influenza enz. met wederzij dsche stremd is. Niet Waterdichte deuren waren half open. Getuige: De kapitein dacht van .weL President: Hoeveel zich was er? Getuige: Er was een mijl zicht. President: Hoe gebeurde de ontplof fing? V» (V a O Importeurs: Hart Nibbrig Greeve N V. Parkstraat 91a, Den Haag EXAMENS Beroepen te Velp (vac. ds. C. J. Laar man) ds. J. J. F. Franck, voorganger-evan- gelist te Huizum; te ’s-Gravenhage (vac. dr. H. choSkking) ds. A. Oönsselmann te Amersfoort. Aangenomen naar Schalkwijk de heer W. J. Kolkert, cand. en hulppred. te Wier- den. de keelonismenende lobletten DAN Men voelt zich vrijer en gezonder. Flacon f 1.06. Dubbele flacon f 1.73 bij apotheker* en vakdroglsten. PresidentWat was de afspraak over de waterdichte deuren? GetuigeIn de gevaarlijke zone moesten deze deuren zooveel mo gelijk dicht zijn. De president maakt erop attent, dat dit bij de „Simon Bolivar” niet het geval was. De deuren waren half open. De machinist had geen gelegenheid de deuren dicht te doen. Wel kwamen er regelmatig berich ten binnen, dat schepen van de Engelsche marine en ook koop vaarders alle pogingen in het werk stelden, om de opvarenden te red den, doch de ontploffing was zoo hevig, dat, toen men eenmaal een overzicht had van degenen, die de ramp hadden overleefd, toch bleek, dat 86 personen bij deze ramp wa ren omgekomende kapitein, de heer Voorspuij, 67 passagiers en 18 leden van de bemanning. Ingediend is een wetsontwerp inzake bijzondere regelen met betrekking tot schuldenaren, die in het Koninkrijk der Nederlanden geen woonplaats of ze tel hebben. Op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid van der Weyden be treffende den overlast, welken het ver keer ter plattelande ondervindt van sneeuwophoopingen, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken als volgt geantwoord: Het is den minister bekend, dat de sterke sneeuwval de communicatie op tal van plaatsen ten plattelande heeft bemoeilijkt. De vraag, of bepaalde wegen, en, zoo ja, welke het meest, in aanmer king komen om te worden ontdaan van overlast veroorzakende sneeuwophoo pingen, staat ter beoordeeling van de instanties, welke belast zijn met het beheer en onderhoud der wegen en niet van den minister. Dat zeer vele plaatselijke besturen een afzijdige houding zouden hebben ingenomen ten aanzien van het sneeuw ruimen, eenerzijds omdat niet alle binnen het territoir der gemeente ge legen wegen bij haar in onderhoud zijn, anderzijds omdat voor de eventueel daaraan te werk te stellen arbeiders geen bijdrage meer verleend zou wor den als werkloozensteun en de gemeen ten dit dus geheel zouden moeten be talen, is den minister niet bekend. Voorzooveel betreft de financieel van het Rijk afhankelijke gemeenten kan hieraan worden toegevoegd, dat in alle gevallen, waarin een gemeentebestuur zich tot het departement van Binnen landsche Zaken heeft gewend, is mede gedeeld, dat de financieele afhanke lijkheid der gemeente geen beletsel behoeft te zijn tegen het doen van on vermijdelijke uitgaven voor het ophef fen van verkeersbelemmeringen. Ten aanzien van de inschakeling van de werkverschaffing bij sneeuwrui- ming moge de minister verwijzen naar hetgeen zijn ambtgenoot van Sociale Zaken ter zake heeft medegedeeld in de Eerste Kamer der Staten-Generaal bij de behandeling der begrooting van zijn departement voor het jaar 1940. REGINALD BOURLIER. Onze stadgenoot Reginald Bourlier, die in het buitenland met veel succes liede renavonden heeft gegeven, zal op 16 Maart a.s. in Diligentia zingen. Het programma is gewijd aan Fransche en Belgische com ponisten. Na dit concert is de heer Bourlier aan gezocht om een tournee door België en Engeland te maken. André Rodenhuis zal op deze concerten wederom begeleiden. Naar wij vernemen is de heer Cor van der Lugt Melsert, directeur van het Ne- derlandsch Tooneel en vaste bespeler van den Amsterdamschen Stadsschouwburg hersteld. De heer van der Lugt kan althans zijn werkzaamheden weer geleidelijk gaan hervatten. Tenuitvoerlegging van vonnissen. De voorziening, die in het wetsont werp wordt voorgesteld, beperkt de tenuitvoerlegging van vonnissen en an dere voor gerechtelijke tenuitvoerleg ging vatbare stukken ten aanzien van schuldenaren, die noch in het Konink rijk, noch in België woonplaats of zetel hebben, door haar aan bijzondere for maliteiten te binden. De gedachte van het wetsontwerp stemt in sommige opzichten overeen met die van de Zwitsersche regeling van 24 October j.l. Beslaglegging, als in die regeling bedoeld (tegen een schuldenaar zonder vaste woonplaats of zonder woonplaats in Zwitserland), kan slechts plaats vinden ten behoeve van een crediteur, die woonplaats heeft in Zwitserland, en wien de vordering niet is overgedragen om de regeling te ontgaan. PresidentEr is geen sloepenrol gehouden, zooals u weet. Getuige Helaas, dat weet ik. De klachten van de passagiers zijn wel een beetje overdreven. De sloepen rol zou na het ontbijt gehouden worden. De heer Julsing De order voor het houden van sloepenrol is niet uitgevoerd. Wie is daarvoor ver antwoordelijk? Getuige De kapitein. PresidentHebt u nog iets met den kapitein afgesproken over de sloepen rol? GetuigeNeen. Dit staat in de dienstorders van de K.N.S.M. Door het late uur van vertrek was hij bijjjfe on mogelijk nog ’s avonds sloepenrol te houden. Verzoek verbindendverklaring col lectieve arbeidsovereenkomst bouw bedrijf. Door den bedrijfsraad voor het bouwbedrijf is ingediend een verzoek tot verbindendverklaring van bepalin gen van de collectieve arbeidsover eenkomsten voor het bouwbedrijf (burgerlijke- en utiliteitsbouw, water-, spoor- en wegenbouw). Bezwaren te gen inwilliging van bedoeld verzoek kunnen worden ingebracht bij den mi nister van Sociale Zaken voor of op 12 Maart 1940. SZÖKE SZAKALL SPEELT IN „FLORIAN”. De Hongaarsche acteur Szöke Szakall, ook ten onzent wel bekend, is voor een typisch Hongaarsche rol in een film over den val der Habsburg dynastie, „Florian", naar Hollywood geroepen om daar voor de eerste maal in een Amerikaansche film en wel bij Metro-Goldwyn-Mayer, op te treden. Tevens zal „Florian" alle pracht en praal der oude keizerlijke balletten ten tooneele voeren, onder leiding van de eveneens in Europa welbekende, Russische prima ballerina, Irina Baronova. Het onderhavige wetsontwerp beoogt tegen te gaan, zoo deelen de minis ters van Justitie en Koloniën in de memorie van toelichting mede dat in het Koninkrijk geschillen worden be slecht en schulden worden verhaald, die aan deszelfs belangensfeer in den ruimsten zin des woord ten eenen male vreemd zijn. De oorzaken van dit euvel zijn niet moeilijk op te sporen. De onderdanen van een oorlogvoerende mogendheid, zullen een uitstel van betaling van schulden, dat door hen mocht zijn toe gestaan aan onderdanen van de weder partij, thans veelal intrekken of opzeg gen, en tot invordering van hunne schulden overgaan. Men denke in dit verband aan de z.g.n. „Stilhalte”, wel ke begin September is opgezegd. Daar bij komt, dat het normale betalings verkeer tusschen de onderdanen van de oorlogvoerenden ge- alleen voor de oude schulden, maar ook voor de nieuwe geldt, dat betaling langs den normalen weg, hetzij in het land van den schuld- eischer of in dat van den schuldenaar, niet meer mogelijk is. In vele gevallen wordt een dergelijke betaling door de mogendheid, welker onderdaan de schuldenaar is, met strenge straffen bedreigd, terwijl anderzijds ook door inbeslagneming door de overheid van fondsen van vijandelijke onderdanen betaling onmogelijk kan worden ge maakt. In het verslag der Tweede Kamer betreffende het afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot het doen voortdu ren van den bij Koninklijke Besluiten van 1 en 6 November 1939*afgekon- digden staat van beleg, lezen wij, dat sommige leden gaarne vernemen of de Regeering bijzondere voorzieningen voorbereidt tot het tegengaan van persexcessen in die gebieden, waar de staat van beleg tot dusverre niet is afgekondigd. Uitbreiding van de gebieden, waar de staat van beleg geldt, alleen met het oog op het tegengaan van zulke exces sen, zouden zij niet wenschelijk achten. Toch meenden zij, dat hiertegen krach tiger dan tot dusverre opgetreden moet kunnen worden. Zij vroegen zich af of het niet mogelijk ware met dit doel enkele artikelen van de reeds aange haalde „Oorlogswet” voor het geheele land van toepassing te verklaren, ter wijl dan de toepassing van de wet in haar geheel tot de thans aangewezen gebieden beperkt zou kunnen blijven. Andere leden zouden voorshands deze remedie erger achten dan de kwaal. Echter zouden ook zij gaarne verne men, of bij de Regeering plannen tot krachtiger bestrijding van met ’s lands belang strijdige uitingen in de pers be staan en, zoo ja, of indiening van één of meer hierop betrekking hebbende wetsontwerpen binnenkort kan worden verwacht. Evenwel waarschuwden zij bij voorbaat tegen aantasting van de vrijheid van drukpers. Getuige Neen, het schip ging naar Southampton. PresidentWaarom mocht de be manning voor deze reis in het voor schip slapen Op vorige reizen was dit verboden. Getuige Dat is mij niet bekend. Wel weet ik, dat gezegd was de beman ning zooveel mogelijk aan dek te hou den. De „Simon Bolivar” heeft ook geen accomodatie om de bemanning naar het achterschip over te brengen. President Is er afgesproken, wan neer het schip naar zee zou vertrekken? Getuige Het is de gewoonte, dat de schepen overdag in de Engelsche wa teren aankomen. PresidentDe passagiers waren ver wonderd ’s nachts op zee te komen. Getuige Dat zeggen we nooitDe klachten achteraf konden we toch niet voorzien. Als ze het gevraagd hadden, hadden ze het gehoord. De moeilijkheden van veehouders.. Tweede-Kamerlid van der Weijden, heeft aan den minister van Economi sche Zaken de volgende schriftelijke vragen gesteld: Is het den minister bekend dat de veehouders in de uitsluitende weide gebieden thans een wanhopigen strijd voeren om hun vee door den winter te krijgen, omdat, af gezien van de waardevolle distributie van kracht voer, door den zeer slechten hooioogst en door de hooivordering groote hoe veelheden ruw voeder moeten worden bij gekocht? Is het den minister bekend, dat hooi, waarvoor maximumprijzen zijn vastgesteld, (voor deze prijzen zeker) niet in voldoende mate voor de vee houders beschikbaar is en dat daar om nog groote quanta stroo moeten gevoerd worden, welk stroo in het midden en westen des lands mede door opslag voor defensie- en evacua- tie-doeleinden zoozeer in prijs is ge stegen, dat het door de veehouders niet meer op redelijke voorwaarden te krijgen is? Is de minister bereid, op dit voor de veehouders thans onmisbare pro duct de prijsopdrijvingswet van toe passing te verklaren, zoodat het we derom voor redelijke prijzen en in vol doende hoeveelheid voor hen beschik baar komt? Daarom worden thans pogingen aan gewend om de genoemde schulden langs anderen weg te innen, namelijk door beslaglegging op en executie van het vermogen van den schuldenaar, dat zich op onzijdig gebied bevindt. Voor zoover de woonplaats of de ze tel van den schuldenaar in het Konink rijk is gelegen, behoeft daartegen geen overwegend bezwaar te worden ge maakt. Ook al kunnen de omstandig heden voor zoodanigen schuldenaar verre van aangenaam zijn men den ke aan gevallen, waarin een schulde naar wordt genoodzaakt tot een beta ling, welke door de nationale wet, waaraan hij is onderworpen, tot mis drijf is gestempeld, of dat hij tot beta ling gedwongen wordt, terwijl de voor deze betaling bestemde fondsen door de overheid in het land waar de beta ling zou .geschieden, in beslag zijn ge nomen toch gaat het niet aan, om hier in te grijpen. Wie in Nederland, Nederlandsch-Indië, Suriname of Cu racao woonplaats dat is zijn hoofd verblijf heeft, .moet in het Konink rijk kunnen worden gedwongen de schulden te voldoen, welke door de in het betrokken gebiedsdeel geldende wetten worden erkend. In verband met het op 25 Maart 1925 te Brussel met België gesloten verdrag betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, het faillissement en het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheids rechterlijke uitspraken en van authen tieke akten, behoort, binnen de grenzen van genoemd verdrag, hetzelfde te gelden voor den schuldenaar, die in België zijn woonplaats of zetel heeft. Anders evenwel moet worden geoor deeld ten aanzien van den schuldenaar, wiens woonplaats, of van den rechts persoon, wiens zetel niet in het Konink rijk of in België gelegen is, doch die hier te lande vermogen bezit. Dit ver mogen zal in den régel bestemd zijn voor het verkeer in of met een der ge- biedsdeelen van het Koninkrijk of met België het betreft of is bestemd voor handelstransacties aldaar, of het houdt verband met een bedrijf of een filiaal, dat daar is gevestigd. Voorkomen moet worden, dat het aan deze bestemming wordt onttrokken, doordat vorderingen als bovenbedoeld er op worden ver haald. Hetgeen hierboven is opgemerkt, be treft niet ’n aangelegenheid, die slechts theoretisch belang heeft. In de laatste maanden is op vrij groote schaal in het Koninkrijk beslag gelegd voor vorde ringen, welker voldoening in normale tijden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hier nimmer zou zijn gevorderd of bewerkstelligd. Naar het oordeel van de ministers dient in het belang van het internationale handelsverkeer van het Koninkrijk hieraan paal en perk te worden gesteld. doorgang tusschen naar Duins te gaan. Het was juist in den tijd, dat er zooveel berichten werden gepubliceerd over de aanwezigheid van zoogenaam de magnetische mijnen in zee, die ver onder water liggen en door de ijzeren bestanddeelen van een varend schip worden aangetrokken, zoodat een ont ploffing volgt. Voor de behandeling van deze ramp door den raad voor de scheepvaart be stond zeer groote belangstelling. De raad was samengesteld uit prof. mr. B. M. Taverne, voorzitter, en de leden J. N. Egmond, J. T. A. J. Bruinsma, C. L. Julsing en H. A. Crommelin. Als getuigen werden gehoord de hee- ren H. C. Thomson, inspecteur van de K. N.S.M., F. Kann, hoofd-machinist, K. W. de Grooth, tweede stuurman, en A. P. Praamsma, derde stuurman, alle drie van de „Simon Bolivar”. Bij deze behandeling was aanwezig de inspecteur-generaal voor de scheep vaart, de heer P. J. van ’t Haaff. De ramp had plaats om half twaalf in den ochtend van den 18den Novem ber. Aanvankelijk meende men, dat het schip door één mijn was getroffen, doch uit latere verklaringen van leden der bemanning en van passagiers, kwam vast te staan, dat twee ontplof fingen waren gehoord. Er ging een ont zaglijke schok door het schip, dat zeer spoedig in de diepte verdween. De red dingspogingen werden uiteraard zeer bemoeilijkt. Na de ontploffing spron gen velen der opvarenden in het wa ter. Er was geen tijd om kleeren en verdere bezittingen mee te nemen. De sloepen aan stuurboordzijde werden gestreken, maar aan bakboordzijde slaagde deze manoeuvre niet, omdat het schip na de eerste ontploffing sterk overhelde. De „Simon Bolivar” was op 17 No vember in den avond uit IJmuiden vertrokken. Na de Noordzee te zijn overgestoken, voer het dicht langs de Engelsche kust, om via den eenigen de mijnenvelden Wie nam de leiding toen de kapitein dood was? De heer Julsing: Wie heeft de lei ding genomen, toen men zag, dat de kapitein dood Was? Getuige: Ik heb niet gemerkt, dat iemand dit gedaan heeft. (De zitting duurt voort.) De kapitein was op slag dood. Getuige: Het was een vreeselijke slag. Ik viel neer. Toen ik opstond voelde ik een stekende pijn in mijn rug. Ik kon loopen. Later bleek, dat ik een rugwer- vel had gebroken. De kapitein was op slag dood. Ik heb hem nog gezien. Toen ik probeerde naar boven te klimmen om de stoommluit te laten blazen, kwam de tweede explosie. President: Hoeveel tijd verliep tus schen beide explosies? Getuige: Ongeveer tien minuten. De eerste aan stuurboord, de tweede aan bakboord. Toen werd sloep 7 getroffen. Na de tweede explosie zonk het schip als een bakseen. Het water stond op het sloependek. President kwamen de Engelsche oor logsschepen dadelijk. Getuige: Nee. President: Heeft de kapitein u iets over sloepenrol gezegd? Getuige: Nee, niets. President: Vond u dat niet vreemd? Getuige: Niemand aan boord had den indruk, dat het zoo erg was. President: Wie was er belast met de samenstelling van de sloepenrol. Getuige: De passagiers konden in hun hut zien, in welke boot ze moesten gaan. President: Sprak de kapitein met u over de navigatie. Getuige: Neen. De heer Julsing: Is er aan boord gesproken over de mogelijkteid, dat de vliegtuigen mijnen hebben gestrooid? Getuige: Neen, het waren geen bom menwerpers. Het water was tien vadem diep. Te weinig voor een duikboot Het zullen dus wel mijnen geweest zijn. In het geheele Rijk is het zoeken, rapen en buiten openbare wegen en voetpaden vervoeren van eieren van kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto’s, tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes toegestaan van 1 Maart tot en met 19 April a.s. Het ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleve- j ren en langs openbare wegen en voet- paden vervoeren van eieren van ge- noemd waterwild is toegestaan van 1 j Maart tot en met 21 April a.s. met dien verstande, dat het vervoeren ge durende de data 20 en 21 April slechts is toegestaan binnen de bebouwde kom der gemeenten en langs openbare wegen en voetpaden. Het zoeken, rapen, ten verkoop in vóorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren of vervoeren van eieren van zwanen, wilde eenden (alle soorten), ganzen, duikers, watersnip pen en goudplevieren is niet toege staan. Universiteit te Leiden, Artsexamen, le deel, mevr. J. W. van Waning-de Heer, Leiden, en de heeren L. J. P. Frank, Hengelo (Óv.) en C. H. W. Leeksma, Dordrecht. Bevorderd tot arts de heer A. C. Taver ne, alhier: doctoraal examen geneeskunde mej. J. M. J. Kersten, alhier, en de heer A. J. A. Hoogeveen, Aarlanderveen. Universiteit te Groningen. Cand. ex. rechtswetenschap de heer A. H. M. Laarman; arts-ex. eerste deel mej. H. Vermeulen. Universiteit van Amster dam. Cand. ex. economie de heeren J. Vaz las en R. SJoukes. Ned. Econ. Hoogeschool. Cand. ex. economische wetenschappen de heeren R. Brüning, J. Zijlstra en W. H. Krantz. Kath. Econ. Hoogeschool. Cand. ex. economische wetenschappen de heer F. J. M. van Vugt. Stuurliede n-e x a m e n s. Geslaagd voor het examen van 3en stuurman G.H.V. de heeren C. Schut en U. D de Vries en voor het examen van len stuurman de heer L. van Toor. Het onderhavige wetsontwerp stelt executiemaatregelen tegen een niet in het Koninkrijk of in België woonach tigen schuldenaar afhankelijk van de voorafgaande goedkeuring door een commissie, welke handelt volgens in structies van de overheid. Het ligt in het voornemen, dat aan de commissie zal worden voorgeschreven, haar toe stemming steeds te verleenen ten be hoeve van schuldeischers, die in het Koninkrijk of in België woonplaats of zetel hebben, tenzij hun vordering na 1 September 1939 aan hen is overge dragen door een niet in het Koninkrijk of België gevestigden schuldeischer. In- tusschen is er de voorkeur aan ge geven, deze regeling niet in de wet vast te leggen, doch haar in de aan de com missie te verstrekken instructie op te nemen. Daar het hier een geheel nieuwe materie betreft, welke nog niet volledig valt te overzien, verdient het de voor keur, de mogelijkheid open te laten van een gemakkelijke aanpassing aan de behoeften, die in de practijk zullen blij ken te bestaan. Het uitgangspunt blijftvorderingen, welke niet met het nationale of Belgische verkeer band houden, mogen binnen het Ko ninkrijk niet worden verhaald. Aangezien het hier een geval van spoedeischenden aard betreft, zoo besluit de memorie van toelichting is het niet mogelijk den Volksraad van Nederlandsch-Indië, de Staten van Su riname en de Staten van Curacao te hooren. Leering. De voorzitter opende de zitting met een korte inleiding, waarin hij memo reerde, dat de oorzaak dat een groot aantal slachtoffers viel, bekend is. Uit het voorgevallene kan evenwel leering getrokken worden, vooral wat betreft de maatregelen, aan boord ge troffen om de opvarenden te redden. Vandaar dat deze behandeling van groot belang is. Als eerste getuige werd gehoord de heer H. C. Thomson, inspecteur van de K.N.S.M. Deze getuige heeft de lei ding over de navigatie-aangelegen- heden van de K.N.S.M. PresidentBeschikte u over de laatste berichten betreffende het mij nengevaar op zee GetuigeIk had de berichten aan zeevarenden en kreeg gegevens van Defensie. Veranderingen hielden we op de kaart bij. Het mijnengebied stond daar natuurlijk op aangeteekend. Voordat de kapiteins naar zee gingen, kwamen zij op het kantoor om zich geheel op de hoogte te stellen van de laatste wijzigingen. PresidentVoor welke haven was het schip bestemd GetuigeEerst Southampton, daar na Barbados. PresidentEn de lading GetuigeDeze bestond uit stukgoed. PresidentHet schip was van vol doende reddingmateriaal voorzien. Welken koers liep de „Simon Bolivar”? GetuigeVan de Noordzuider naar het lichtschip „Sunk”. Er was voor deze route een loods te krijgen. Het is niet de bedoeling geweest, dat de ka pitein een loods moest nemen. PresidentZou de „Simon Bolivar” een contrólehaven aandoen In tegenstelling tot zijn zooeven af gelegde verklaring, zegt de getuige thans, dat het schip rechtstreeks naar Barbados ging. Of een Engelsche ha ven zou worden aangedaan, is niet be kend. De „Simon Bolivar” moest dus dóór Duins en niet naar Duins. Vervolgens werd een verklaring voorgelezen van matroos Bal, die zich bij de ramp zeer heeft onderscheiden. Deze matroos heeft verscheidene menschen, die te water lagen, in een reddingboot geheschen en verder bijna bovenmenschelijke pogingen gedaan om zooveel mogelijk menschen te redden. Voorts werd gehoord de derde stuur man, A. P. Praamsma. Deze getuige was officier van de wacht, toen de ramp gebeurde. PresidentWelke koers stuurde u toen u de wacht overnam GetuigeNa de Noordzuider gingen we op linchtschip „Sunk” aan. PresidentHad u nog eenige op dracht Getuige: „Uitkijken naar drijvende mijnen. Om 11 uur zouden we bij „Sunk” zijn. We liepen volle kracht, dus 13% mijl. President: Het u verder iets gezien? Getuigge: Om 8 uur zagen we twee Duitsche vliegtuigen. President: In welke richting gen zij? Getuige: In Noord-Oostelijke richting. President: Nog meer gezien? Getuige: Ja, de „Oranje Nassau” liep ons in ongeveer dezelfde koers voorbij. President: Weet u of u bij „Sunk” een loods zou krijgen?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 10