Verstopping
van
f1395
FORMAMINI
De ondergang
Simon Bolivar
I
RECHTZAKEN
De Barometer
KUNST EN LETTEREN
FILM EN BIOSCOOP
TTAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 23 FEBRUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 2
den Raad
voor
voor
Aambeien?
Behandeling
de Scheepvaart
99
sneeuwophoopingen
Overlast
van
Het rapen en vervoeren van eieren
De Staat van Beleg
ONDERWIJS EN KERK
o
u
Benzineverbruik één
liter op 15 K.M. Service
door het geheele land.
Huiduitslag?
Overtollig vet?
Pr. Schleffer’s
Stofwisselinqszout
COR VAN DER LUGT MELSERT
HERSTELD.
Op 18 November van het vorig
jaar werd Nederland opge
schrikt door de grootste scheeps
ramp, welke tot nu toe in dezen
oorlog ons land heeft gteroffen.
Het 8300 ton groote passagiers
schip Simon Bolivar” van de
Koninklijke Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij liep bij
de Engelsche kust op een mijn.
Het schip was op weg van Am
sterdam naar West-Indië en
vervoerde 265 passagiers en een
bemanning van 127 personen.
Beslechting van geschillen, die aan
’s lands belangensfeer vreemd zijn
DKW
Inning van schulden.
Geen sloepenrol gehouden.
ver-
Het tegengaan van persexcessen.
Rechtstreeks naar Barbados,
vlo-
Antwoord op schriftelijke vragen van
het Kamerlid van der Weyden.
Bescherming van zwanen, wilde een-
den, ganzen, duikers, watersnippen en
goudplevieren.
Regelen met betrekking tot schulde
naren, die in het Koninkrijk der
Nederlanden geen woonplaats
of zetel hebben.
De heer Julsing Waarom heeft de
purser den kapitein niet aan de sloe
penrol herinnerd? De sloepenkaartjes
waren klaar.
Getuige De reden was waarschijn
lijk het slechte weer.
De heer Julsing Kan het passage-
kantoor deze kaartjes niet tevoren ge
reed maken?
Getuige Er verandert teveel in de
passagierslijst.
De heer JulsingZijn de hutten ook
voor de sloepen ingedeeld?
Getuige Ja zeker.
De heer Julsing Wanneer wordt nu
sloepenrol gehouden?
Getuige Nu? In het Noorzeekanaal.
Vroeger gebeurde dat echter nooit.
De heer Egmond Was kapitein Voor-
spuy een goed gezagvoerder?
Getuige Voortreffelijk, er was een
goede geest aan boord.
waarschuwt U. Regen op komst
met guren wind, weersomstan
digheden, die een bedreiging
van Uw gezondheid Inhouden.
Weest daarom op Uw hoede.
Wapent U tegen keelpijn, griep.
r influenza enz. met
wederzij dsche
stremd is. Niet
Waterdichte deuren waren half
open.
Getuige: De kapitein dacht van .weL
President: Hoeveel zich was er?
Getuige: Er was een mijl zicht.
President: Hoe gebeurde de ontplof
fing?
V»
(V
a
O
Importeurs:
Hart Nibbrig Greeve N V.
Parkstraat 91a, Den Haag
EXAMENS
Beroepen te Velp (vac. ds. C. J. Laar
man) ds. J. J. F. Franck, voorganger-evan-
gelist te Huizum; te ’s-Gravenhage (vac.
dr. H. choSkking) ds. A. Oönsselmann te
Amersfoort.
Aangenomen naar Schalkwijk de heer
W. J. Kolkert, cand. en hulppred. te Wier-
den.
de keelonismenende lobletten
DAN
Men voelt zich vrijer en gezonder.
Flacon f 1.06. Dubbele flacon f 1.73
bij apotheker* en vakdroglsten.
PresidentWat was de afspraak
over de waterdichte deuren?
GetuigeIn de gevaarlijke zone
moesten deze deuren zooveel mo
gelijk dicht zijn.
De president maakt erop attent,
dat dit bij de „Simon Bolivar” niet
het geval was. De deuren waren
half open. De machinist had geen
gelegenheid de deuren dicht te
doen.
Wel kwamen er regelmatig berich
ten binnen, dat schepen van de
Engelsche marine en ook koop
vaarders alle pogingen in het werk
stelden, om de opvarenden te red
den, doch de ontploffing was zoo
hevig, dat, toen men eenmaal een
overzicht had van degenen, die de
ramp hadden overleefd, toch bleek,
dat 86 personen bij deze ramp wa
ren omgekomende kapitein, de
heer Voorspuij, 67 passagiers en
18 leden van de bemanning.
Ingediend is een wetsontwerp inzake
bijzondere regelen met betrekking tot
schuldenaren, die in het Koninkrijk
der Nederlanden geen woonplaats of ze
tel hebben.
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid van der Weyden be
treffende den overlast, welken het ver
keer ter plattelande ondervindt van
sneeuwophoopingen, heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken als volgt
geantwoord:
Het is den minister bekend, dat
de sterke sneeuwval de communicatie
op tal van plaatsen ten plattelande
heeft bemoeilijkt.
De vraag, of bepaalde wegen, en,
zoo ja, welke het meest, in aanmer
king komen om te worden ontdaan van
overlast veroorzakende sneeuwophoo
pingen, staat ter beoordeeling van de
instanties, welke belast zijn met het
beheer en onderhoud der wegen en niet
van den minister.
Dat zeer vele plaatselijke besturen
een afzijdige houding zouden hebben
ingenomen ten aanzien van het sneeuw
ruimen, eenerzijds omdat niet alle
binnen het territoir der gemeente ge
legen wegen bij haar in onderhoud zijn,
anderzijds omdat voor de eventueel
daaraan te werk te stellen arbeiders
geen bijdrage meer verleend zou wor
den als werkloozensteun en de gemeen
ten dit dus geheel zouden moeten be
talen, is den minister niet bekend.
Voorzooveel betreft de financieel van
het Rijk afhankelijke gemeenten kan
hieraan worden toegevoegd, dat in alle
gevallen, waarin een gemeentebestuur
zich tot het departement van Binnen
landsche Zaken heeft gewend, is mede
gedeeld, dat de financieele afhanke
lijkheid der gemeente geen beletsel
behoeft te zijn tegen het doen van on
vermijdelijke uitgaven voor het ophef
fen van verkeersbelemmeringen.
Ten aanzien van de inschakeling van
de werkverschaffing bij sneeuwrui-
ming moge de minister verwijzen naar
hetgeen zijn ambtgenoot van Sociale
Zaken ter zake heeft medegedeeld in
de Eerste Kamer der Staten-Generaal
bij de behandeling der begrooting van
zijn departement voor het jaar 1940.
REGINALD BOURLIER.
Onze stadgenoot Reginald Bourlier, die
in het buitenland met veel succes liede
renavonden heeft gegeven, zal op 16 Maart
a.s. in Diligentia zingen. Het programma
is gewijd aan Fransche en Belgische com
ponisten.
Na dit concert is de heer Bourlier aan
gezocht om een tournee door België en
Engeland te maken.
André Rodenhuis zal op deze concerten
wederom begeleiden.
Naar wij vernemen is de heer Cor van
der Lugt Melsert, directeur van het Ne-
derlandsch Tooneel en vaste bespeler van
den Amsterdamschen Stadsschouwburg
hersteld. De heer van der Lugt kan althans
zijn werkzaamheden weer geleidelijk gaan
hervatten.
Tenuitvoerlegging van vonnissen.
De voorziening, die in het wetsont
werp wordt voorgesteld, beperkt de
tenuitvoerlegging van vonnissen en an
dere voor gerechtelijke tenuitvoerleg
ging vatbare stukken ten aanzien van
schuldenaren, die noch in het Konink
rijk, noch in België woonplaats of zetel
hebben, door haar aan bijzondere for
maliteiten te binden.
De gedachte van het wetsontwerp
stemt in sommige opzichten overeen
met die van de Zwitsersche regeling
van 24 October j.l. Beslaglegging, als
in die regeling bedoeld (tegen een
schuldenaar zonder vaste woonplaats
of zonder woonplaats in Zwitserland),
kan slechts plaats vinden ten behoeve
van een crediteur, die woonplaats heeft
in Zwitserland, en wien de vordering
niet is overgedragen om de regeling te
ontgaan.
PresidentEr is geen sloepenrol
gehouden, zooals u weet.
Getuige Helaas, dat weet ik. De
klachten van de passagiers zijn wel
een beetje overdreven. De sloepen
rol zou na het ontbijt gehouden
worden.
De heer Julsing De order voor
het houden van sloepenrol is niet
uitgevoerd. Wie is daarvoor ver
antwoordelijk?
Getuige De kapitein.
PresidentHebt u nog iets met den
kapitein afgesproken over de sloepen
rol?
GetuigeNeen. Dit staat in de
dienstorders van de K.N.S.M. Door het
late uur van vertrek was hij bijjjfe on
mogelijk nog ’s avonds sloepenrol te
houden.
Verzoek verbindendverklaring col
lectieve arbeidsovereenkomst bouw
bedrijf.
Door den bedrijfsraad voor het
bouwbedrijf is ingediend een verzoek
tot verbindendverklaring van bepalin
gen van de collectieve arbeidsover
eenkomsten voor het bouwbedrijf
(burgerlijke- en utiliteitsbouw, water-,
spoor- en wegenbouw). Bezwaren te
gen inwilliging van bedoeld verzoek
kunnen worden ingebracht bij den mi
nister van Sociale Zaken voor of op
12 Maart 1940.
SZÖKE SZAKALL SPEELT
IN „FLORIAN”.
De Hongaarsche acteur Szöke Szakall,
ook ten onzent wel bekend, is voor een
typisch Hongaarsche rol in een film over
den val der Habsburg dynastie, „Florian",
naar Hollywood geroepen om daar voor
de eerste maal in een Amerikaansche film
en wel bij Metro-Goldwyn-Mayer, op te
treden. Tevens zal „Florian" alle pracht
en praal der oude keizerlijke balletten ten
tooneele voeren, onder leiding van de
eveneens in Europa welbekende, Russische
prima ballerina, Irina Baronova.
Het onderhavige wetsontwerp beoogt
tegen te gaan, zoo deelen de minis
ters van Justitie en Koloniën in de
memorie van toelichting mede dat in
het Koninkrijk geschillen worden be
slecht en schulden worden verhaald,
die aan deszelfs belangensfeer in den
ruimsten zin des woord ten eenen male
vreemd zijn.
De oorzaken van dit euvel zijn niet
moeilijk op te sporen. De onderdanen
van een oorlogvoerende mogendheid,
zullen een uitstel van betaling van
schulden, dat door hen mocht zijn toe
gestaan aan onderdanen van de weder
partij, thans veelal intrekken of opzeg
gen, en tot invordering van hunne
schulden overgaan. Men denke in dit
verband aan de z.g.n. „Stilhalte”, wel
ke begin September is opgezegd. Daar
bij komt, dat het normale betalings
verkeer tusschen de onderdanen van de
oorlogvoerenden ge-
alleen voor de oude
schulden, maar ook voor de nieuwe
geldt, dat betaling langs den normalen
weg, hetzij in het land van den schuld-
eischer of in dat van den schuldenaar,
niet meer mogelijk is. In vele gevallen
wordt een dergelijke betaling door de
mogendheid, welker onderdaan de
schuldenaar is, met strenge straffen
bedreigd, terwijl anderzijds ook door
inbeslagneming door de overheid van
fondsen van vijandelijke onderdanen
betaling onmogelijk kan worden ge
maakt.
In het verslag der Tweede Kamer
betreffende het afdeelingsonderzoek van
het wetsontwerp tot het doen voortdu
ren van den bij Koninklijke Besluiten
van 1 en 6 November 1939*afgekon-
digden staat van beleg, lezen wij, dat
sommige leden gaarne vernemen of de
Regeering bijzondere voorzieningen
voorbereidt tot het tegengaan van
persexcessen in die gebieden, waar de
staat van beleg tot dusverre niet is
afgekondigd.
Uitbreiding van de gebieden, waar
de staat van beleg geldt, alleen met het
oog op het tegengaan van zulke exces
sen, zouden zij niet wenschelijk achten.
Toch meenden zij, dat hiertegen krach
tiger dan tot dusverre opgetreden moet
kunnen worden. Zij vroegen zich af of
het niet mogelijk ware met dit doel
enkele artikelen van de reeds aange
haalde „Oorlogswet” voor het geheele
land van toepassing te verklaren, ter
wijl dan de toepassing van de wet in
haar geheel tot de thans aangewezen
gebieden beperkt zou kunnen blijven.
Andere leden zouden voorshands deze
remedie erger achten dan de kwaal.
Echter zouden ook zij gaarne verne
men, of bij de Regeering plannen tot
krachtiger bestrijding van met ’s lands
belang strijdige uitingen in de pers be
staan en, zoo ja, of indiening van één
of meer hierop betrekking hebbende
wetsontwerpen binnenkort kan worden
verwacht. Evenwel waarschuwden zij
bij voorbaat tegen aantasting van de
vrijheid van drukpers.
Getuige Neen, het schip ging naar
Southampton.
PresidentWaarom mocht de be
manning voor deze reis in het voor
schip slapen Op vorige reizen was dit
verboden.
Getuige Dat is mij niet bekend.
Wel weet ik, dat gezegd was de beman
ning zooveel mogelijk aan dek te hou
den. De „Simon Bolivar” heeft ook geen
accomodatie om de bemanning naar
het achterschip over te brengen.
President Is er afgesproken, wan
neer het schip naar zee zou vertrekken?
Getuige Het is de gewoonte, dat de
schepen overdag in de Engelsche wa
teren aankomen.
PresidentDe passagiers waren ver
wonderd ’s nachts op zee te komen.
Getuige Dat zeggen we nooitDe
klachten achteraf konden we toch niet
voorzien. Als ze het gevraagd hadden,
hadden ze het gehoord.
De moeilijkheden van veehouders..
Tweede-Kamerlid van der Weijden,
heeft aan den minister van Economi
sche Zaken de volgende schriftelijke
vragen gesteld:
Is het den minister bekend dat de
veehouders in de uitsluitende weide
gebieden thans een wanhopigen strijd
voeren om hun vee door den winter
te krijgen, omdat, af gezien van de
waardevolle distributie van kracht
voer, door den zeer slechten hooioogst
en door de hooivordering groote hoe
veelheden ruw voeder moeten worden
bij gekocht?
Is het den minister bekend, dat
hooi, waarvoor maximumprijzen zijn
vastgesteld, (voor deze prijzen zeker)
niet in voldoende mate voor de vee
houders beschikbaar is en dat daar
om nog groote quanta stroo moeten
gevoerd worden, welk stroo in het
midden en westen des lands mede
door opslag voor defensie- en evacua-
tie-doeleinden zoozeer in prijs is ge
stegen, dat het door de veehouders
niet meer op redelijke voorwaarden te
krijgen is?
Is de minister bereid, op dit voor
de veehouders thans onmisbare pro
duct de prijsopdrijvingswet van toe
passing te verklaren, zoodat het we
derom voor redelijke prijzen en in vol
doende hoeveelheid voor hen beschik
baar komt?
Daarom worden thans pogingen aan
gewend om de genoemde schulden
langs anderen weg te innen, namelijk
door beslaglegging op en executie van
het vermogen van den schuldenaar, dat
zich op onzijdig gebied bevindt.
Voor zoover de woonplaats of de ze
tel van den schuldenaar in het Konink
rijk is gelegen, behoeft daartegen geen
overwegend bezwaar te worden ge
maakt. Ook al kunnen de omstandig
heden voor zoodanigen schuldenaar
verre van aangenaam zijn men den
ke aan gevallen, waarin een schulde
naar wordt genoodzaakt tot een beta
ling, welke door de nationale wet,
waaraan hij is onderworpen, tot mis
drijf is gestempeld, of dat hij tot beta
ling gedwongen wordt, terwijl de voor
deze betaling bestemde fondsen door
de overheid in het land waar de beta
ling zou .geschieden, in beslag zijn ge
nomen toch gaat het niet aan, om
hier in te grijpen. Wie in Nederland,
Nederlandsch-Indië, Suriname of Cu
racao woonplaats dat is zijn hoofd
verblijf heeft, .moet in het Konink
rijk kunnen worden gedwongen de
schulden te voldoen, welke door de in
het betrokken gebiedsdeel geldende
wetten worden erkend.
In verband met het op 25 Maart 1925
te Brussel met België gesloten verdrag
betreffende de territoriale rechterlijke
bevoegdheid, het faillissement en het
gezag en de tenuitvoerlegging van
rechterlijke beslissingen, van scheids
rechterlijke uitspraken en van authen
tieke akten, behoort, binnen de grenzen
van genoemd verdrag, hetzelfde te
gelden voor den schuldenaar, die in
België zijn woonplaats of zetel heeft.
Anders evenwel moet worden geoor
deeld ten aanzien van den schuldenaar,
wiens woonplaats, of van den rechts
persoon, wiens zetel niet in het Konink
rijk of in België gelegen is, doch die
hier te lande vermogen bezit. Dit ver
mogen zal in den régel bestemd zijn
voor het verkeer in of met een der ge-
biedsdeelen van het Koninkrijk of met
België het betreft of is bestemd voor
handelstransacties aldaar, of het houdt
verband met een bedrijf of een filiaal,
dat daar is gevestigd. Voorkomen moet
worden, dat het aan deze bestemming
wordt onttrokken, doordat vorderingen
als bovenbedoeld er op worden ver
haald.
Hetgeen hierboven is opgemerkt, be
treft niet ’n aangelegenheid, die slechts
theoretisch belang heeft. In de laatste
maanden is op vrij groote schaal in het
Koninkrijk beslag gelegd voor vorde
ringen, welker voldoening in normale
tijden met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid hier nimmer zou
zijn gevorderd of bewerkstelligd. Naar
het oordeel van de ministers dient
in het belang van het internationale
handelsverkeer van het Koninkrijk
hieraan paal en perk te worden gesteld.
doorgang tusschen
naar Duins te gaan.
Het was juist in den tijd, dat er
zooveel berichten werden gepubliceerd
over de aanwezigheid van zoogenaam
de magnetische mijnen in zee, die ver
onder water liggen en door de ijzeren
bestanddeelen van een varend schip
worden aangetrokken, zoodat een ont
ploffing volgt.
Voor de behandeling van deze ramp
door den raad voor de scheepvaart be
stond zeer groote belangstelling. De
raad was samengesteld uit prof. mr.
B. M. Taverne, voorzitter, en de leden
J. N. Egmond, J. T. A. J. Bruinsma, C.
L. Julsing en H. A. Crommelin.
Als getuigen werden gehoord de hee-
ren H. C. Thomson, inspecteur van de
K. N.S.M., F. Kann, hoofd-machinist, K.
W. de Grooth, tweede stuurman, en A.
P. Praamsma, derde stuurman, alle
drie van de „Simon Bolivar”.
Bij deze behandeling was aanwezig
de inspecteur-generaal voor de scheep
vaart, de heer P. J. van ’t Haaff.
De ramp had plaats om half twaalf
in den ochtend van den 18den Novem
ber. Aanvankelijk meende men, dat
het schip door één mijn was getroffen,
doch uit latere verklaringen van leden
der bemanning en van passagiers,
kwam vast te staan, dat twee ontplof
fingen waren gehoord. Er ging een ont
zaglijke schok door het schip, dat zeer
spoedig in de diepte verdween. De red
dingspogingen werden uiteraard zeer
bemoeilijkt. Na de ontploffing spron
gen velen der opvarenden in het wa
ter. Er was geen tijd om kleeren en
verdere bezittingen mee te nemen. De
sloepen aan stuurboordzijde werden
gestreken, maar aan bakboordzijde
slaagde deze manoeuvre niet, omdat
het schip na de eerste ontploffing sterk
overhelde.
De „Simon Bolivar” was op 17 No
vember in den avond uit IJmuiden
vertrokken. Na de Noordzee te zijn
overgestoken, voer het dicht langs de
Engelsche kust, om via den eenigen
de mijnenvelden
Wie nam de leiding toen de
kapitein dood was?
De heer Julsing: Wie heeft de lei
ding genomen, toen men zag, dat de
kapitein dood Was?
Getuige: Ik heb niet gemerkt, dat
iemand dit gedaan heeft.
(De zitting duurt voort.)
De kapitein was op slag dood.
Getuige: Het was een vreeselijke slag.
Ik viel neer. Toen ik opstond voelde ik
een stekende pijn in mijn rug. Ik kon
loopen. Later bleek, dat ik een rugwer-
vel had gebroken. De kapitein was op
slag dood. Ik heb hem nog gezien.
Toen ik probeerde naar boven te
klimmen om de stoommluit te laten
blazen, kwam de tweede explosie.
President: Hoeveel tijd verliep tus
schen beide explosies?
Getuige: Ongeveer tien minuten. De
eerste aan stuurboord, de tweede aan
bakboord. Toen werd sloep 7 getroffen.
Na de tweede explosie zonk het schip
als een bakseen. Het water stond op het
sloependek.
President kwamen de Engelsche oor
logsschepen dadelijk.
Getuige: Nee.
President: Heeft de kapitein u iets
over sloepenrol gezegd?
Getuige: Nee, niets.
President: Vond u dat niet vreemd?
Getuige: Niemand aan boord had den
indruk, dat het zoo erg was.
President: Wie was er belast met de
samenstelling van de sloepenrol.
Getuige: De passagiers konden in hun
hut zien, in welke boot ze moesten
gaan.
President: Sprak de kapitein met u
over de navigatie.
Getuige: Neen.
De heer Julsing: Is er aan boord
gesproken over de mogelijkteid, dat de
vliegtuigen mijnen hebben gestrooid?
Getuige: Neen, het waren geen bom
menwerpers. Het water was tien vadem
diep. Te weinig voor een duikboot
Het zullen dus wel mijnen geweest
zijn.
In het geheele Rijk is het zoeken,
rapen en buiten openbare wegen en
voetpaden vervoeren van eieren van
kemphanen, wulpen, scholeksters,
grutto’s, tureluurs, meerkoeten en
waterhoentjes toegestaan van 1 Maart
tot en met 19 April a.s.
Het ten verkoop in voorraad hebben,
te koop aanbieden, verkoopen, afleve- j
ren en langs openbare wegen en voet-
paden vervoeren van eieren van ge-
noemd waterwild is toegestaan van 1 j
Maart tot en met 21 April a.s. met
dien verstande, dat het vervoeren ge
durende de data 20 en 21 April slechts
is toegestaan binnen de bebouwde
kom der gemeenten en langs openbare
wegen en voetpaden.
Het zoeken, rapen, ten verkoop in
vóorraad hebben, te koop aanbieden,
verkoopen, afleveren of vervoeren van
eieren van zwanen, wilde eenden (alle
soorten), ganzen, duikers, watersnip
pen en goudplevieren is niet toege
staan.
Universiteit te Leiden,
Artsexamen, le deel, mevr. J. W. van
Waning-de Heer, Leiden, en de heeren L.
J. P. Frank, Hengelo (Óv.) en C. H. W.
Leeksma, Dordrecht.
Bevorderd tot arts de heer A. C. Taver
ne, alhier: doctoraal examen geneeskunde
mej. J. M. J. Kersten, alhier, en de heer
A. J. A. Hoogeveen, Aarlanderveen.
Universiteit te Groningen.
Cand. ex. rechtswetenschap de heer A.
H. M. Laarman; arts-ex. eerste deel mej.
H. Vermeulen.
Universiteit van Amster
dam.
Cand. ex. economie de heeren J. Vaz
las en R. SJoukes.
Ned. Econ. Hoogeschool.
Cand. ex. economische wetenschappen
de heeren R. Brüning, J. Zijlstra en W. H.
Krantz.
Kath. Econ. Hoogeschool.
Cand. ex. economische wetenschappen
de heer F. J. M. van Vugt.
Stuurliede n-e x a m e n s.
Geslaagd voor het examen van 3en
stuurman G.H.V. de heeren C. Schut en
U. D de Vries en voor het examen van
len stuurman de heer L. van Toor.
Het onderhavige wetsontwerp stelt
executiemaatregelen tegen een niet in
het Koninkrijk of in België woonach
tigen schuldenaar afhankelijk van de
voorafgaande goedkeuring door een
commissie, welke handelt volgens in
structies van de overheid. Het ligt in
het voornemen, dat aan de commissie
zal worden voorgeschreven, haar toe
stemming steeds te verleenen ten be
hoeve van schuldeischers, die in het
Koninkrijk of in België woonplaats of
zetel hebben, tenzij hun vordering na
1 September 1939 aan hen is overge
dragen door een niet in het Koninkrijk
of België gevestigden schuldeischer. In-
tusschen is er de voorkeur aan ge
geven, deze regeling niet in de wet vast
te leggen, doch haar in de aan de com
missie te verstrekken instructie op te
nemen. Daar het hier een geheel nieuwe
materie betreft, welke nog niet volledig
valt te overzien, verdient het de voor
keur, de mogelijkheid open te laten van
een gemakkelijke aanpassing aan de
behoeften, die in de practijk zullen blij
ken te bestaan. Het uitgangspunt
blijftvorderingen, welke niet met het
nationale of Belgische verkeer
band houden, mogen binnen het Ko
ninkrijk niet worden verhaald.
Aangezien het hier een geval van
spoedeischenden aard betreft, zoo
besluit de memorie van toelichting
is het niet mogelijk den Volksraad van
Nederlandsch-Indië, de Staten van Su
riname en de Staten van Curacao te
hooren.
Leering.
De voorzitter opende de zitting met
een korte inleiding, waarin hij memo
reerde, dat de oorzaak dat een groot
aantal slachtoffers viel, bekend is.
Uit het voorgevallene kan evenwel
leering getrokken worden, vooral wat
betreft de maatregelen, aan boord ge
troffen om de opvarenden te redden.
Vandaar dat deze behandeling van
groot belang is.
Als eerste getuige werd gehoord de
heer H. C. Thomson, inspecteur van
de K.N.S.M. Deze getuige heeft de lei
ding over de navigatie-aangelegen-
heden van de K.N.S.M.
PresidentBeschikte u over de
laatste berichten betreffende het mij
nengevaar op zee
GetuigeIk had de berichten aan
zeevarenden en kreeg gegevens van
Defensie. Veranderingen hielden we
op de kaart bij. Het mijnengebied
stond daar natuurlijk op aangeteekend.
Voordat de kapiteins naar zee gingen,
kwamen zij op het kantoor om zich
geheel op de hoogte te stellen van de
laatste wijzigingen.
PresidentVoor welke haven was
het schip bestemd
GetuigeEerst Southampton, daar
na Barbados.
PresidentEn de lading
GetuigeDeze bestond uit stukgoed.
PresidentHet schip was van vol
doende reddingmateriaal voorzien.
Welken koers liep de „Simon Bolivar”?
GetuigeVan de Noordzuider naar
het lichtschip „Sunk”. Er was voor
deze route een loods te krijgen. Het is
niet de bedoeling geweest, dat de ka
pitein een loods moest nemen.
PresidentZou de „Simon Bolivar”
een contrólehaven aandoen
In tegenstelling tot zijn zooeven af
gelegde verklaring, zegt de getuige
thans, dat het schip rechtstreeks naar
Barbados ging. Of een Engelsche ha
ven zou worden aangedaan, is niet be
kend. De „Simon Bolivar” moest dus
dóór Duins en niet naar Duins.
Vervolgens werd een verklaring
voorgelezen van matroos Bal, die zich
bij de ramp zeer heeft onderscheiden.
Deze matroos heeft verscheidene
menschen, die te water lagen, in een
reddingboot geheschen en verder bijna
bovenmenschelijke pogingen gedaan om
zooveel mogelijk menschen te redden.
Voorts werd gehoord de derde stuur
man, A. P. Praamsma. Deze getuige
was officier van de wacht, toen de
ramp gebeurde.
PresidentWelke koers stuurde u
toen u de wacht overnam
GetuigeNa de Noordzuider gingen
we op linchtschip „Sunk” aan.
PresidentHad u nog eenige op
dracht
Getuige: „Uitkijken naar drijvende
mijnen. Om 11 uur zouden we bij
„Sunk” zijn. We liepen volle kracht,
dus 13% mijl.
President: Het u verder iets gezien?
Getuigge: Om 8 uur zagen we twee
Duitsche vliegtuigen.
President: In welke richting
gen zij?
Getuige: In Noord-Oostelijke richting.
President: Nog meer gezien?
Getuige: Ja, de „Oranje Nassau”
liep ons in ongeveer dezelfde koers
voorbij.
President: Weet u of u bij „Sunk”
een loods zou krijgen?