STADSNIEUWS NEDERLAKDSCH-INDIE RECHTZAKEN FINANCIEELE KRONIEK LUCHTVAART DERDE BLAD, RAGINA 3. WAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 24 FEBRUARI 1940. DR1E-EN-TWINTIG DOODEN DE IN EEN NACHT EUROPA- NEW YORK DE EXPORT VAN LANDBOUWPRODUCTEN ALS GEVOLG VAN VOEDSELVERGIFTIGING DE ONDERGANG VAN „SIMON BOLIVAR” NIEUWE INHEEMSCHE WENSCHEN AANVULLENDE BEGROOTINGEN ONDERWIJS EN KERK DE INDISCHE CULTURES IN ZESTIEN DOODEN IN POERBO- OORLOGSTIJD LINGGO EN ZEVEN IN HET BANJOEMASCHE DE VOLKSRAAD VOOR DE NEDERLANDSCHE OORLOGSSLACHTOFFERS BEGRAFENIS D«. G. WUITE Jzn. dat voldoende tot u voorzitter BEVORDERING HOUTINDUSTRIE. Raad voor de Scheepvaart De (Van onzen financieelen medewerker) ge- ge- sabon De waterdichte deuren Bongkrek-vergiftiging in Midden- Java. Algemeene vergadering Ned.-Ind. Plantersbond Als laatste getuige legde de hoofd machinist nog eenige verklaringen af. PresidentHad u bepaalde orders Bij het betreden van de rouwkapel bracht de organist, de heer D. Littooy, de liederen 266 en 327 uit den Ned. Protestantenbundel ten gehoore. In de aula heeft de heer T. Ligthart als voorzitter van den kerkeraad het woord gevoerd. Ieder der Gemeente leden was diep onder den indruk toen zij de tijding van het overlijden verna men en ofschoon ds. Wuite emeritus pre dikant onzer gemeente was. aldus spr. stond hij nog midden in onze Gemeen te. Wij willen hier getuigen hoe lief wij hem hadden, die in staat bleek het geestelijk niveau onzer Gemeente op te heffen. Wij weten, wat hij voor de jon geren is geweest hij kende de leden der Gemeente door en door. Diep werden wij steeds door zijn pre dikatiën geroerd. Hij was een trooster bij leed en bood den treurenden kracht om verder te gaan. Hierna richtte spr. zich tot de echtgenoote van den ontsla pene en de verdere familieleden. Onze beminde predikant is thans van ons heengegaan en ons blijft slechts de her innering aan een geliefd prediker. Hij zal voor ons allen een steun blijven. Hierna heeft ds. J. Wuite, predikant te Utrecht, zoon van den overledene, alle aanwezigen dank gezegd voor hun belangstelling, waarna ds. Meihuizen, aan de groeve een gebed uitsprak. Wanneer deze regelen zwart op wit verschijnen, zal ieder bij zichzelf reeds hebben uitgemaakt, of hij op „Staats- leening 1940 II” zal inschrijven en zoo ja, voor welk bedrag. Aanbeveling en aandrang tot inschrijven zullen der halve wel overbodig blijken, te meer waar wij thans de overtuiging zijn toe gedaan, dat niemand zich zal onttrekken aan zijn eigen financieelen plicht en zijn moreelen plicht tegenover ’t vaderland. Toch lijkt op een enkel punt aandrang nog noodig. En wel moet speciaal nadruk worden gelegd op de wenschelijkheid, dat voor méér wordt ingeschreven dan ieder verplicht is. d.w.z., dat men zich, waar slechts eenigszins mogelijk, niet strikt aan de voorgeschreven „tabel van verplichte inschrijving” houdt, en dat ook zij die buiten dwang vallen (bijv, diegenen met hooge inkomens en geen vermogen van beteekenis) als vrijwil ligers in het financieele leger zullen op komen. Met name geldt zulks ook voor de houders van obligaties 1940 I, die zich thans door inwisseling van hun obligaties kunnen bevrijden. Men be denke wel, dat, indien al deze houders tot zoodanige inwisseling mochten over gaan, de Regeering inplaats van 300 millioen. slechts ruim f 200 millioen uit der? leening zou binnenhalen.Dezen hou ders wordt daarom cp het hart gedrukt, indien zij nog over liquide middelen be schikken, deze alsnog voor inschrijving aan te wenden. Want deze leening moet niet alleen slagen, doch moet ruim schoots worden overteekend, opdat ons volk thans bewijze, dat het ook zijn geld en goed voor het vaderland veil heeft. Ten aanzien van de beleenbaarheid der nieuwe obligaties 90 pCt. bij de Nederlandsche Bank en bij leden der Vereeniging voor den Effectenhandel trekt het de aandacht, dat hiervoor een verklaring wordt geëischt, dat men geen liquide middelen bezit, noch goud, noch tegoed in vreemde valuta noch buiten- 'andsche bankbiljetten. Men mag hierin in zekeren zin een eerste poging zien, or Nederlandsche houders van buiten- landsch tegoed te dwingen, dat bezit te Liquideeren. Verder mag men in de inter- 1. Instelling van een Rijksraad als hoogste Staatscollege naast de Kroon, waarin de vier deelen van het Rijk naar recht en billijkheid een gelijk waardige vertegenwoordiging vinden. v. d. oud-lid Onder enorme belangstelling werd heden op Oud Eik en Duinen het stof felijke overschot van ds. G. Wuite Jzn., emeritus predikant der Doopsgez. Gem. alhier, ter ruste gelegd. SOEKABOEMI, 24 Februari (Aneta) Gisteravond is onder zeer groote be langstelling de tiende algemeene ver gadering van den Ned.-Indischen Plan tersbond geopend. In zijn openingsrede wees de heer Schotman op de zeer zware tijden, die te wachten staan. Hij bracht hulde aan den voorzitter van den Suikerbond en vertegenwoordiger van de Europeesche werknemers in den Volksraad, den heer Smit. Gehoopt wordt, dat binnenkort een afdeeling in Nederland kan worden ge vormd onder de gerepatrieerde leden Spreker memoreerde nog, dat het nu al meer dan twee jaar geleden is, dat de pensioencommissie haar eindrap- slapen. PresidentWelke koers werd varen GetuigeRecht op het lichtschip ..Sunk” af. Het is mij onbekend, of de PresidentWat hebt u gedaan uw wacht GetuigeVan 8 tot 10 heb ik Reeds meer dan een ton bijeen. BATAVIA, 24 Februari. (Aneta.) inzameling van de Vaderlandsche Club ten behoeve van de Nederlandsche oor logsslachtoffers overschreed reeds de f 100.000. Wil men aan Nederlandsche zijde reeds thans ervaring opdoen in het ver keer over langen afstand, dan ligt het meest voor de hand een luchtverbin ding tusschen Amsterdam en Parama ribo. De eenige toestemming, welke men hiervoor noodig heeft die van de Portugeesche regeering is reeds verkregen. De jonge rosella-cultuur vindt in het binnenland haar grootsten afzet. De in het stadium van sterke uitbreiding ver- keerende zakken-fabricage is nauwe lijks voldoende om aan de vraag van het leger te voldoen, zoodat aan de groote vraag van de suikerindustrie niet kan worden voldaan. Voor koffie is de toestand belangrijk ongunstiger. De aanvankelijk groote uitvoer staat nagenoeg stop. Een belangrijke verlich ting is er gekomen door de groote ver schepingen naar Nederland, welke thans 1500 tons per maand bedragen en voor Maart en April a.s. zijn vast gesteld op 2000 tons. De afscheep naar Nederland en naar de Vereen. Staten is hervat, terwijl de verwerking van de kinabast te Bandoeng belangrijk is uit gebreid. Tenslotte wijzend op de groote afscheep van copra naar Nederland, zeide spreker, dat met voldoening mag worden geconstateerd, dat de export van landbouwproducten over het alge meen bevredigend is. DE HEER A. PLESMAN OVER DE TOEKOMST VAN HET OCEAAN- VERKEER „De eerste stap, welken Nederland op het gebied van luchtverkeer over lan gen afstand doet, zal een zeer grooten invloed uitoefenen op de positie, welke wij tenslotte in dit verkeer zullen in nemen. Eenheid van opvatting, eens gezindheid in samenwerking zullen het misschien mogelijk maken, dat Neder land zich zal kunnen handhaven tegen over de groote mogelijkheden, waar over Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitschland en Italië beschikken. Onze positie in de eerste twintig jaar van de luchtvaart is niet ongunstig geweest zij mag worden toegeschreven aan snel handelen, hetgeen o.m. werd mogelijk gemaakt door centrale leiding. Moge deze centrale leiding ook in het ver keer over langen afstand behouden blijven en tot resultaten leiden.” Met deze woorden schetste de heer A. Plesman, directeur der K. L. M., de gedragslijn, welke Nederland zal moeten volgen ten aanzien van het luchtverkeer over langen afstand in een voordracht, welke hij gistermiddag uit sprak voor de afdeeling Rotterdam van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel en waarover wij gisteren reeds in het kort berichtten Sprekend over de mogelijkheden voor Nederland in het verkeer over den Oceaan naar Noord-Amerika, zeide de heer Plesman o.a. het volgende: De instelling van een Rijksraad bepleit. BATAVIA, 23 Februari. (Aneta). De motie, welke was ingediend door de Volksraadleden Wiwoho (Partai Islam Indonesia), Soekawati (Politiek econ. bond) en Kasimo (Perkoempoelan po litiek Katholiek Indonesia) wijst er on der meer op dat aan den staatkun digen opbouw van Nederlandsch-Indië op de grondslagen, gelegd door de Grondwetherziening van 1922, gestadig dient te worden voortgearbeid, dat die opbouw behoort te leiden tot zelfstan digheid van Nederlandsch-Indië, bin nen Rijksverband, dat bijzonderlijk de tegenwoordige tijdsomstandigheden dwingen tot bezinning of opbouw en wel op de juiste wijze en voldoende voortvarend voortgezet; dat de drang naar verder voortgaande hervor mingen door vrjjwel alle groepen der Indische samenleving wordt bedoeld, waarom men bepleit de wenschelijk heid van: pretatie hiervan nog niet gaan. Men heeft er namelijk uit willen afleiden, dat Nederland binnenkort het Engelsche voorbeeld van requisitie van buiten- landsche fondsen zou gaan volgen. Al hoewel de mogelijkheid hiervan bij lang aanhouden van den oorlog zeker niet is uitgesloten, moet zulk een drastische maatregel voorshands evenwel als vol komen overbodig worden beschouwd. In Engeland daarentegen begint de regee ring op deze wijze het buitenlandsch bezit te mobiliseeren. Een serie van 60 Amerikaansche fondsen is bekend ge maakt, die aan de regeering zullen moe ten worden overgedragen en die door haar geleidelijk zullen worden geliqui deerd. Onder deze serie bevinden zich nog niet de leidende fondsen, doch men kan verwachten, dat deze eerstdaags aan de lijst zullen worden toegevoegd. Het is bovendien niet onwaarschijnlijk, dat ook een fonds als „Koninklijke”, waarvan zeer groote pakketten zich in Britsche handen bevinden, eerlang on der de requisitie zal worden gebracht, hoewel het Engeland er op het oogenblik natuurlijk meer om te doen is, dollar- deviezen te verkrijgen. Van welk ge zichtspunt men deze ontwikkeling ook bekijkt, het valt niet te ontkennen, dat deze geleidelijke liquidatie een constan» ten druk op de markt moet leggen. In het kader van den economischen oorlog valt thans als duidelijke tegen- hang tegen het jongste Duitsch-Russi- sche handelsverdrag de sluiting van een hoogst belangrijk Engelsch-Fransch han- delspact te vermelden. Dit is eigenlijk de derde faze in de ontwikkeling der Britsch-Fransche economische betrek kingen de eerste werd gevormd door de gemeenschappelijke aankooppolitiek voor oorlogsdoeleinden, de tweede door het zeer nauwe monetair-financieele pact, terwijl thans de derde faze in hoofdzaak een onderlinge opheffing der meeste handelsrestricties (contingen ten) brengt en een plan tot gemeen- schappelijken aanval op Duitschland’s vroegere exportmarkten in alle deelen der wereld. Voor ons neutralen is dit laatste pact ongetwijfeld van het groot- s gewicht, omdat wij door dit samen gaan een geduchten concurrent op onze exportmarkten zullen ontmoeten, die niet zal nalaten, desnoods door dum ping, zijn „exporteer-of-sterf-theorie” in de practijk te brengen. Voor den Neder- landschen exporthandel, die toch reeds zoj in het nauw is gedreven, wordt de weg hiervoor nog moeilijker gemaakt. Het toekomstbeeld wordt inderdaad verre van opwekkend. Een blik op onze handelscijfers over Januari toont ons, zooals verwacht, een sterke daling in de gewichts- en waardecijfers van den invoer tegenover December, doch daar naast weliswaar een geringe stijging in de waarde van den uitvoer maar een sterke daling in het uitvoergewicht. Dit bedraagt precies de helft van den om vang van den uitvoer in Januari 1939 en deze ontwikkeling kan dan ook niet nalaten ernstige bezorgdheid te verwek ken. Onze onderhandelaars hebben weliswaar in Londen een, naar gezegd wordt, bevredigende overeenkomst be treffende handel en scheepvaart kunnen afsluiten, doch ’t woord bevredigend is in den huidigen tijd zoo relatief, dat men er waarlijk niet al te groote verwach tingen aan mag vastknoopen Wan neer wij de jongste verlieslijst van onze handelsvloot bestudeeren, dan doemen zoowel ten aanzien van invoer als van uitvoer zeer duistere wolken aan den horizon op. Onze reeders en exporteurs zullen zeker ook nu niet versagen en er het bijltje bij neerleggen, doch dat zij ontzaglijke moeilijkheden overwin nen en tegenslagen aanvaarden moeten, lijdt geen twijfel. In de goederenmarkten zijn vage tee- kenen van ietwat meer levendig^'id waarnee. .baar, waardoor zij die de overtuiging zijn toegedaan, dat bij een eenigszins lang aanhouden van den oor log een hausse op de goederenmarkten toch niet kan uitblijven, wel eens gelijk zouden kunnen krijgen. Er is namelijk eenige beweging ontstaan in de Ameri kaansche tarwe- en kopermarkten. Die beweging heeft nog wel geen groote af metingen aangenomen, doch men zou er toch uit kunnen lezen, dat de vraag naar deze belangrijke goederen toeneemt en waar, in normale tijden althans, deze markten den toon angeven, daar is de kans niet uitgesloten, dat ook andere goedererprijzen zullen volgen. Het feit, dat het Internationaal Rubber Regelings Comité heeft besloten het rubberquotum voor het tweede kwartaal op het hooge peil van 80 pCt. te handhaven en dat ook het Internationaal Thee Comité het exportpercentage voor het 1 April te be ginnen jaar onveranderd op 95 pCt. heeft gelaten, bewijst wel, dat de groote productie dezer goederen door een zeer behoorlijk verbruik (of voorraadvor- ming) wordt gedekt. Daarentegen is het te verwachten, dat het Internationaal Tin Comité a.s. Maandag de quota voor het tweede kwartaal zeer drastisch zal verlagen, omdat de pi ductie in de oor logsmaanden wat te hoog was opge voerd en het verbruik in de Vereenigde Staten erbij ten achter is gebleven. Het jaarverslag van de Amsterdam- sche Bank vertoont, na hetgeen reeds tevoren was aangekondigd, weinig nieuws meer, behoudens dan wellicht dat. dat het 4 pCt. dividend niet aan de reserves behoefde te worden onttrok ken. Men kan verwachten, dat door de 16.5 millioen afschrijving de balans nu weer in een normale conditie is ge komen. Niettemin is het te hoopen, dat het bestuur op de algemeene vergade ring een korte uiteenzetting zal geven, tegen welke posten dit reusachtige be drag is aangewendonze financieele wereld tast hierover nog in het duister. De sterke daling der crediteuren is mede in verband met de belangrijke in ternationale positie der bank, volkomen verklaarbaar. Men kan thans redelijker wijze aannemen, dat de bank dit jaar op een aanzienlijk rendabeler basis zal werken. Het op de Engelsche „zwarte lijst” plaatsen van de Handel Maatschappij H. Albert de Bary en Co. zal voor vele insiders geen verrassing zijn geweest. De pogingen, door deze zoo uitmuntend geleide bank aangewend, om te elfder u -_> de Duitsche belangen af te werpen, zijn blijkbaar niet geheel geslaagd. Het besluit der Engelsche regeering is zoo wel voor de bank als voor Amsterdam ■en hoogst onwelkome gebeurtenis. port, na een vierjarige bestudeering van het pensioenvraagstuk, bij de Re geering indiende. Tenslotte deelde hij mede, dat van de 5000 planters bij een algemeene mobi lisatie meer dan de helft zal worden gemobiliseerd. Spreker heeft echter over het algemeen den indruk, dat de overblijvenden meer dan hun dubbele taak met groote blijmoedigheid op zich zullen nemen. Daar kan de regeering op rekenen. (Naar de minister in de Eerste Kamer heeft medegedeeld is er geen accoord gesloten. Red.), Ook al zouden alle concessies aan Nederland worden verleend, dan zou het zeker nog wel drie jaar duren, dus tot het einde van 1943, vóór men met een in ons land gebouwd vliegtuig daarvan gebruik zou kunnen maken. Tegen dien tijd heeft de Amerikaan sche trans-Atlantische luchtvaart reeds een groote ontwikkeling doorgemaakt waarschijnlijk zal men daarbij dan ge bruik maken van land-vliegtuigen. In de eerste jaren zal de kruissnelheid der vliegtuigen in het verkeer over langen afstand zich bewegen tusschen 330 en 400 k.m. per uur. „Ik verwacht wel”, zeide spreker, dat men binnen afzien- baren tijd zal komen tot snelheden van 500 k.m. per uur, zoodat men dan den overtocht van Europa naar New York gedurende den nacht kan maken. Technisch heeft men de ontwikkeling van vliegtuigtypes voor verkeer op langen afstand wel onder de knie; men maakt gebruik van druk-cabines, waar door het mogelijk wordt, op grootere hoogte dan tot nu toe het geval was, te gaan vliegen, zoodat men minder af hankelijk wordt van de weersomstan digheden. Problemen der navigatie zijn practised overwonnen; men zal de radio-navigatie moeten combineeren met astronomische navigatie. Aan de meteorologie op grootere hoogte zal nog veel aandacht moeten worden gewijd, maar ook hier zijn geen onoverkome lijke bezwaren. Tengevolge van de oorlogsomstandig heden komen de meeste Europeesche landen voor het bouwen van lange-af- standsvliegtuigen op het oogenblik niet meer in aanmerking; men zal dus ook dit aan Amerika moeten overlaten. Met de nabestaanden kwamen in den stoet mede de predikanten H. W Mei huizen, Schuurman, P. Vis en v. di Ploeg, zoomede dr. H. v. Gulik, oud-directeur Zuivelcontröle station ei. dr. F. E. Post- huma. Van hun belangstelling gaven voorts op het kerkhof o.m. blijk de heeren ir. C. H. de Vos, kapitein H. K. Wethmar, lid Kerkeraad, ds C. Vis, emeritus-predikant te Winschoten, A. de Ronde, arts te Schie dam, ds. P. B. Westerdijk, namens de Alg. Doopsgez. Sociëteit te Amsterdam, A. v. Senten, ds. S. Spaans te Katwijk, ds. F. ten Cate te Leiden, Professor N. Westendorp Boerma, mr. U. J. W. Sibmacher v. Nooten, vice-voorzitter Kerkeraad, G. A. TJILATJAP, 24 Februari (Aneta). In het regentschap Poerbolinggo zijn zestien personen overleden tenge volge van bongkrek-vergiftiging, ter wijl in de desa Soesoekan nabij Banjoemas, zeven personen aan bongkrek-vergiftiging zijn overleden het dek werd geslagen”. Ter sprake kwam ook de kwestie der sloepen. Sommige davits waren Uitgepikt. PresidentUitpikken mag niet voor komen. De heer Thomson Eigenlijk was het davit-patent niet op een mijnontplof fing berekend. PresidentJuist. De getuige de Grooth vertelt wat er ha de ontploffing is gebeurd. Een pa niek is er in ieder geval niet ontstaan. De heer JulsingIs er iets gedaan Voor de menschen GetuigeDit is het werk van den civielen dienst. De eerste stuurman heeft na den dood van den kapitein het commando overgenomen. DE BEHANDELING VOOR DEN RAAD VOOR DE SCHEEPVAART te Boerma, Nooten, Hajenius, oud-burge- meester van Goes, J. K. W. Heinbach, oud-secretaris Doopsgez. Gemeente, mr. H. F. W. Jeltes uit Amsterdam, mr. H. M. de Vries, lid Kerkeraad, H. L. Gol- terman, oud-organist Doopsgez. Kerk, ds. Golteirnan, voorzitter A.N.D.P.V., F. C. v. d. Meer v. Kuffeler, lid Kerkeraad, ds. Braak, emer. predikant te Voorburg, mr. J. C. Sweys, penningmeester Mennofonds, Th. Ligthart, voorzitter Kerkeraad. ir. J. F. H. Koopman, P H. v. d. Steen, cand. notaris, H. Veth, oud-lid Kerke raad, dr. A. Pondman, voorzitter Kerke raad Utrecht, K. v. d. Veen, Bilthovensche Kring, ds. J. E. Tuininga uit Arnhem, J. Idis, namens de Doopsgez. Gem. te Arnhem, mr. Halbertsma, raads heer Gerechtshof, kolonel W. Schutte, ds. Koekebakker uit Dordrecht, dr. N. J. Cu- perus, ds. S. H. N. Gorter uit Roterdam, C. S. Altman, namens het Holl. Doopsgez. Emigrantenbureau, ds. G. J W de Her der uit Franeker, mr. C. P. v. Eghen uit Amsterdam, mr. S. J. R. de Monchy, bur gemeester der residentie, mr. S. de Meester, kapitein D. G. W. Muller Massis, ds. D. v. d. Horst,H. D. Pierson uit Ommen, ds. T. O. Hylkema uit Amsterdam, prof. Kühler, hoogleeraar Alg. Doopsgez. Sociëteit J. G. Pater, refe rendaris hoofdbestuur P.T.T., prof. Lans dorp, ir. A. J. A. Braak, P. C. de Lugt, oud-koster Doopsgezinde Gemeente, K. Bijlstra, voorzitter en J. E. Hubbeling, af gevaardigde van de afd Wassenaar van den Ned. Protestantenbond, dr. H. Muller, oud-gezant ter beschikking, jhr. W. La man Trip, notaris van Mourik Broek man. ds. A. E. F. Junod, A. J. T. van der Vlugt, oud-voorzitter Kerkeraad Doops gezinde Gemeente, ds. A. Trouw, ds. C. E. Peters, drs. G. J. Ligthart. namens den Doopsgezinde Kring te Bilthoven, en vele anderen. Bij de behandeling voor den Raad v°or de Scheepvaart van den onder gang van de „Simon Bolivar” werd als derde getuige gehoord de tweede stuurman, de heer K. W. de Grooth. na 2. Uitbreiding van het aantal leden en van de bevoegdheden van den Volks raad, waaraan de hoofden der depar tementen als ministers verantwoorde lijk worden, met wijziging van de po sitie van den Gouverneur-Generaal als vertegenwoordiger van de Kroon en het hoogste centrale landsorgaan en den Raa4 van Nederlandsch-Indië als hoogste college van advies. BATAVIA, 24 Februari (Aneta). De Volksraad nam, na een korte discussie zonder hoofdelijke stemming een twee tal aanvullende begroetingen aan voor het departement van Economische Za ken. Hierbij werden verschillende cre- dieten aangevraagd. o.a. ten behoeve van de verdere ontwikkeling der kolo nisatie, bevordering van de hout-in- dustrie in de Buitengewesten, en uit breiding van de algemeene onderzoe kingen in verband met de vestiging van basis-industrieën. gegeven omtrent de sluiting van de waterdichte deuren Getuige Beide deuren waren zoover mogelijk gesloten. PresidentVindt veilig Getuige Het zou zeer lastig zijn als ze gesloten waren. President Zou een wacht niet beter zijn geweest GetuigeDit zou het aantal men schen in de machinekamer vergrooten. wanneer het gevaar het grootst is. De getuige doet voorts het verhaal van zijn redding. Op een vraag van den heer Cromme- lin zegt de getuige, dat de waterdichte deuren niet dicht konden blijven, niet omdat het lastig was. maar omdat de dienst het noodig maakte, dat de deu ren open bleven, althans voor een ge deelte. De heer Julsing toonde zich onte vreden over het feit, dat de water dichte deuren nooit dicht zijn geweest op de „Simon Bolivar” ook niet bij mist. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de heer P. S. van 't Haaff, betuigde allereerst deelneming aan de nagelaten betrekkingen van de zeelieden, die bij de ramp zijn omge komen. Voor hen wordt gezorgdniet alleen door den Staat, doch ook door de reederij. Een mijnramp het meest waarschijnlijk De lading van de „Simon Bolivar” geeft geen aanleiding te veronder stellen, dat de ontploffing van bin nenuit is geschied. Ónmogelijk is het niet, dat de „Simon Bolivar” getorpedeerd is, doch een mijn ramp is het meest waarschijnlijk. Van de magnetische mijn is te weinig bekend om daarover iets met zekerheid te zeggen. Doch het zal wel een ander soort mijn ge weest zijn dan gewoonlijk. inspecteur-generaal voor heer P. S. De afstand van Amsterdam naar Lis- bedraagt ongeveer 1900 k.m., van Lissabon naar het eiland Sal van de Kaap Verdische eilanden 3000 k.m. en van Sal naar Paramaribo 3600 k.m. De K.L.M. heeft in West-Indië een luchtnet opgebouwd, dat op deze Oceaan-lijn kan aansluiten, terwijl men het net in Zuid-Amerika lang zamerhand kan uitbreiden om zooveel mogelijk den aan- en afvoer van post, passagiers en goederen voor dezen Oceaandienst te verzekeren. Spr. meent, dat er geen aanmerking op de route gemaakt kan worden. Zij was voorzoover bekend veilig. De lee ring uit deze ramp ligt in het rapport van de commissie van ’t Haaff, welke alles uitvoerig heeft bestudeerd. Alle mogelijke maatregelen zullen worden genomen. Wat betreft de sloepenrolHet niet nouden van de sloepenrol was een over treding van een artikel van het Sche penbesluit. De Raad zal later uitspraak doen. Wel worden er in Nederland pogin gen gedaan, om tot den bouw te komen van een vliegtuig voor lange afstanden; dit zal een kruissnelheid hebben van minstens 330 k.m. en bij een grooten actie-radius een aanmerkelijken nutti gen last kunnen vervoeren. Met het bouwen van zulk een proto-type zijn evenwel ongeveer twee en een half millioen gulden gemoeid; het is dus wel zaak voor den bouw alle mogelijkheden te overwegen en daarbij vooral aan dacht te besteden aan de economische zijde; deze immers zal bij het lucht verkeer op den duur den doorslag geven. kapitein daar een loods zou nemen. De tweede stuurman verklaart ver der, dat hij het mistsignaal van het Sunk-lichtschip heeft gehoord. Tijdens de explosie bevond hij zich in de hut. „Ik kreeg het gevoel alsof ik door EXAMENS Universiteit te Leiden. Doet. ex. geschiedenis de heer J. B. C. M. Stompt, Rotterdam. Universiteit te Utrecht. Cand. ex. rechtswetenschap de dames M. W. v. d. Noort, H. N. J. Eizenga en J. M. E. van Urk; doet. ex. klassieke letteren E. T. de Bres; doet. ex. klassieke letteren ds heer F. H. Parriger; cand. ex. sociale geographic mej. B. van Goor; semi-arts de heeren J. I. de Bruijne, O. C. Frenzen en J. M. A. P. J. Jansen, bevorderd tot arts mej. H. Bonnet; bevorderd tot tand arts de heeren A. W. Joppe en J. M. van Olm. Universiteit ie Groningen Doet. ex. geschiedenis mej. P. J. van Haren. Universiteit van Amster dam. Bevorderd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift getiteld: Cranioharyngeo- men. de heer K. L. de Vries, geb te Apel doorn. Bevorderd tot apotheker de dames G. C. Luining en N. A. J. M. Speleers en de heer J. J. de Bois. Ie gedeelte apothekers examen de heer F. J. Beynon. Vrije Universiteit. Cand. ex rechtswetenschap de heer G. M. Visser. Technische Hoogeschool. Cand ex. werktuigk. ingenieur de hee ren H, J. Bolt, J. R. van Wulfften Palthe. cand ex scheikundig ingenieur de heer W. Altmann. Prop ex. voor electrotechnisch inge nieur de heer A. W. M. Paling; cand. ex voor civiel ingenieur de heer B. van Wijk Ned. Econom. Hoogeschool Doet. ex. econom. wetenschap de heeren P van Zuuren, J. J. Hartemink en J. Vis ser; cand ex. id. de heer F. Schilthuis St U41 r 1 i e d e n-e x a m e n Geslaagd voor het examen van 3e-stuur- man groote handelsvaart, de heeren M Lutgendorf, G W. V. Rosen en C. U. d’Ol- lyslager. BATAVIA, 23 Februari. (Aneta.) De Volksraad behandelde heden de ontwerp-ordonaantie tot wijziging van de positie-regeling van den Volksraad. Alle sprekers waren voor verlen ging van den duur der „bezoekrege ling”, waarbij werd gewezen op het groote belang van een persoonlijk con tact met het Moederland Vrijwel allen drongen aan op het toekennen van reiskosten en het open stellen van de mogelijkheid voor de Ir. Kroon, hoofd van de afdeeling ondernemingslandbouw aan het departement van Economische Zaken, besprak de positie van de Indische cultures in oorlogstijd. Hij gaf een schets van de afvoermoei- lijkheden, welke men tracht te ontgaan door het consigneeren van goederen aan de Nederlandsche regeering en door een toenemen den rechtstreekschen uitvoer naar belangrijke consumptie - landen, welke buiten de oorlogszöne lig gen. Dit leidt naar een reëele ver meerdering van den afzet van sommige producten, o.a. van rub ber en thee. Rubber gaat vooral naar de Vereenigde Staten en thee naar de Vereenigde Staten, Aus tralië, Zuid-Amerika en Zuid- Afrika. Ten aanzien van de suiker, waarvoor de1. voornaamste markt in het Oosten is gelegen zijn door de moeilijkheden bij den afscheep, waarvoor aanvankelijk werd ge vreesd, zeer meegevallen. Sedert Sept. 1939 zijn ruim 227.000 tons verscheept, hetgeen een record- uitvoer beteekent sedert de instel ling van de N.I.V.A.S. Tabak is geen contrabande, zoodat een deel van de productie naar het Moeder land blijft gaan. Sisalvezels gaan thans in zeer groote hoeveelheden naar de Vereenigde Staten, terwijl ook den afscheep van palmolie daarheen, welke altijd reeds zeer aanzienlijk was, verder toenam. betrokkenen om hun echtgenoote mede t- nemen. Alle inheemsche sprekers wenschten opheffing van de beperking der be zoekregeling tot Nederland, opdat eventueel ook een studiereis naar an dere landen kan worden gemaakt, waarbij wordt gedacht aan de Philip- pijnen, Britsch-Indië, enz. De Volksraad adviseerde tot vast stelling en wijziging van een aantal artikelen der Indische Staatsregeling, uitgezonderd betreffende artikel 61, lid 1 (betreffende de verlofsregeling), waarvan de voorgestelde wijziging met algemeene stemmen (490) werd af gewezen. De Volksraad nam overigens nog een motie-Blauw (I.E.V.) aan, met 29 tegen 21 stemmen om den aanvang en het einde van de hoofdzitting te bepa len op 15 Augustus resp. uiterlijk 14 December. Voorts werd met 30 tegen 20 stem men aangenomen een motie-Soekawati (P.E.B.) strekkende om aan het col lege van Gedelegeerden geen bevoegd heid tot behandeling van aanvullings- begrootingen te verleenen. De Vaderlandsche Club-fractie vroeg aanteekening dat zij geacht wenschte te worden te i.ebben tegengestemd ten aanzien van art. 91 (regeling defensie- aangelegenheden), wijl het antwoord der regeering hieromtrent onbevredi gend werd geacht BATAVIA, 24 Februari. (Aneta.) De Volksraad hoorde heden de toelichting aan van den heer Thamrin (Nat. frac tie) op diens interpellatie inzake het optreden van de politie. Spreker betoogde, onder aanvoering van talrijke voorbeelden, dat de poli tie in de oude fout vervalt, n.l. be lemmering van de vrije uitoefening van het recht van vereeniging en ver gadering, door ongemotiveerde waar schuwingen aan sprekers tijdens open bare vergaderingen en door het ont binden van vergaderingen zonder re delijke aanleiding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 11