STADSNIEUWS
NEDERLAKDSCH-INDIE
RECHTZAKEN
FINANCIEELE KRONIEK
LUCHTVAART
DERDE BLAD, RAGINA 3.
WAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 24 FEBRUARI 1940.
DR1E-EN-TWINTIG DOODEN
DE
IN EEN NACHT EUROPA-
NEW YORK
DE EXPORT VAN
LANDBOUWPRODUCTEN
ALS GEVOLG VAN
VOEDSELVERGIFTIGING
DE ONDERGANG VAN
„SIMON BOLIVAR”
NIEUWE INHEEMSCHE WENSCHEN
AANVULLENDE BEGROOTINGEN
ONDERWIJS EN KERK
DE INDISCHE CULTURES IN
ZESTIEN
DOODEN
IN
POERBO-
OORLOGSTIJD
LINGGO EN ZEVEN IN HET
BANJOEMASCHE
DE VOLKSRAAD
VOOR DE NEDERLANDSCHE
OORLOGSSLACHTOFFERS
BEGRAFENIS D«. G. WUITE Jzn.
dat voldoende
tot
u
voorzitter
BEVORDERING HOUTINDUSTRIE.
Raad voor de Scheepvaart
De
(Van onzen financieelen medewerker)
ge-
ge-
sabon
De waterdichte deuren
Bongkrek-vergiftiging in Midden-
Java.
Algemeene vergadering Ned.-Ind.
Plantersbond
Als laatste getuige legde de hoofd
machinist nog eenige verklaringen af.
PresidentHad u bepaalde orders
Bij het betreden van de rouwkapel
bracht de organist, de heer D. Littooy,
de liederen 266 en 327 uit den Ned.
Protestantenbundel ten gehoore.
In de aula heeft de heer T. Ligthart
als voorzitter van den kerkeraad het
woord gevoerd. Ieder der Gemeente
leden was diep onder den indruk toen
zij de tijding van het overlijden verna
men en ofschoon ds. Wuite emeritus pre
dikant onzer gemeente was. aldus spr.
stond hij nog midden in onze Gemeen
te. Wij willen hier getuigen hoe lief wij
hem hadden, die in staat bleek het
geestelijk niveau onzer Gemeente op te
heffen. Wij weten, wat hij voor de jon
geren is geweest hij kende de leden der
Gemeente door en door.
Diep werden wij steeds door zijn pre
dikatiën geroerd. Hij was een trooster
bij leed en bood den treurenden kracht
om verder te gaan. Hierna richtte spr.
zich tot de echtgenoote van den ontsla
pene en de verdere familieleden. Onze
beminde predikant is thans van ons
heengegaan en ons blijft slechts de her
innering aan een geliefd prediker. Hij
zal voor ons allen een steun blijven.
Hierna heeft ds. J. Wuite, predikant
te Utrecht, zoon van den overledene,
alle aanwezigen dank gezegd voor hun
belangstelling, waarna ds. Meihuizen,
aan de groeve een gebed uitsprak.
Wanneer deze regelen zwart op wit
verschijnen, zal ieder bij zichzelf reeds
hebben uitgemaakt, of hij op „Staats-
leening 1940 II” zal inschrijven en zoo
ja, voor welk bedrag. Aanbeveling en
aandrang tot inschrijven zullen der
halve wel overbodig blijken, te meer
waar wij thans de overtuiging zijn toe
gedaan, dat niemand zich zal onttrekken
aan zijn eigen financieelen plicht en zijn
moreelen plicht tegenover ’t vaderland.
Toch lijkt op een enkel punt aandrang
nog noodig. En wel moet speciaal nadruk
worden gelegd op de wenschelijkheid,
dat voor méér wordt ingeschreven dan
ieder verplicht is. d.w.z., dat men zich,
waar slechts eenigszins mogelijk, niet
strikt aan de voorgeschreven „tabel van
verplichte inschrijving” houdt, en dat
ook zij die buiten dwang vallen (bijv,
diegenen met hooge inkomens en geen
vermogen van beteekenis) als vrijwil
ligers in het financieele leger zullen op
komen. Met name geldt zulks ook voor
de houders van obligaties 1940 I, die
zich thans door inwisseling van hun
obligaties kunnen bevrijden. Men be
denke wel, dat, indien al deze houders
tot zoodanige inwisseling mochten over
gaan, de Regeering inplaats van 300
millioen. slechts ruim f 200 millioen uit
der? leening zou binnenhalen.Dezen hou
ders wordt daarom cp het hart gedrukt,
indien zij nog over liquide middelen be
schikken, deze alsnog voor inschrijving
aan te wenden. Want deze leening moet
niet alleen slagen, doch moet ruim
schoots worden overteekend, opdat ons
volk thans bewijze, dat het ook zijn geld
en goed voor het vaderland veil heeft.
Ten aanzien van de beleenbaarheid
der nieuwe obligaties 90 pCt. bij de
Nederlandsche Bank en bij leden der
Vereeniging voor den Effectenhandel
trekt het de aandacht, dat hiervoor een
verklaring wordt geëischt, dat men geen
liquide middelen bezit, noch goud, noch
tegoed in vreemde valuta noch buiten-
'andsche bankbiljetten. Men mag hierin
in zekeren zin een eerste poging zien,
or Nederlandsche houders van buiten-
landsch tegoed te dwingen, dat bezit te
Liquideeren. Verder mag men in de inter-
1. Instelling van een Rijksraad als
hoogste Staatscollege naast de Kroon,
waarin de vier deelen van het Rijk
naar recht en billijkheid een gelijk
waardige vertegenwoordiging vinden.
v. d.
oud-lid
Onder enorme belangstelling werd
heden op Oud Eik en Duinen het stof
felijke overschot van ds. G. Wuite Jzn.,
emeritus predikant der Doopsgez. Gem.
alhier, ter ruste gelegd.
SOEKABOEMI, 24 Februari (Aneta)
Gisteravond is onder zeer groote be
langstelling de tiende algemeene ver
gadering van den Ned.-Indischen Plan
tersbond geopend.
In zijn openingsrede wees de heer
Schotman op de zeer zware tijden, die
te wachten staan. Hij bracht hulde aan
den voorzitter van den Suikerbond en
vertegenwoordiger van de Europeesche
werknemers in den Volksraad, den
heer Smit.
Gehoopt wordt, dat binnenkort een
afdeeling in Nederland kan worden ge
vormd onder de gerepatrieerde leden
Spreker memoreerde nog, dat het nu
al meer dan twee jaar geleden is, dat
de pensioencommissie haar eindrap-
slapen.
PresidentWelke koers werd
varen
GetuigeRecht op het lichtschip
..Sunk” af. Het is mij onbekend, of de
PresidentWat hebt u gedaan
uw wacht
GetuigeVan 8 tot 10 heb ik
Reeds meer dan een ton bijeen.
BATAVIA, 24 Februari. (Aneta.)
inzameling van de Vaderlandsche Club
ten behoeve van de Nederlandsche oor
logsslachtoffers overschreed reeds de
f 100.000.
Wil men aan Nederlandsche zijde
reeds thans ervaring opdoen in het ver
keer over langen afstand, dan ligt het
meest voor de hand een luchtverbin
ding tusschen Amsterdam en Parama
ribo. De eenige toestemming, welke
men hiervoor noodig heeft die van
de Portugeesche regeering is reeds
verkregen.
De jonge rosella-cultuur vindt in het
binnenland haar grootsten afzet. De in
het stadium van sterke uitbreiding ver-
keerende zakken-fabricage is nauwe
lijks voldoende om aan de vraag van
het leger te voldoen, zoodat aan de
groote vraag van de suikerindustrie
niet kan worden voldaan. Voor koffie
is de toestand belangrijk ongunstiger.
De aanvankelijk groote uitvoer staat
nagenoeg stop. Een belangrijke verlich
ting is er gekomen door de groote ver
schepingen naar Nederland, welke
thans 1500 tons per maand bedragen en
voor Maart en April a.s. zijn vast
gesteld op 2000 tons. De afscheep naar
Nederland en naar de Vereen. Staten
is hervat, terwijl de verwerking van de
kinabast te Bandoeng belangrijk is uit
gebreid. Tenslotte wijzend op de groote
afscheep van copra naar Nederland,
zeide spreker, dat met voldoening mag
worden geconstateerd, dat de export
van landbouwproducten over het alge
meen bevredigend is.
DE HEER A. PLESMAN OVER DE
TOEKOMST VAN HET OCEAAN-
VERKEER
„De eerste stap, welken Nederland op
het gebied van luchtverkeer over lan
gen afstand doet, zal een zeer grooten
invloed uitoefenen op de positie, welke
wij tenslotte in dit verkeer zullen in
nemen. Eenheid van opvatting, eens
gezindheid in samenwerking zullen het
misschien mogelijk maken, dat Neder
land zich zal kunnen handhaven tegen
over de groote mogelijkheden, waar
over Amerika, Engeland, Frankrijk,
Duitschland en Italië beschikken. Onze
positie in de eerste twintig jaar van de
luchtvaart is niet ongunstig geweest
zij mag worden toegeschreven aan snel
handelen, hetgeen o.m. werd mogelijk
gemaakt door centrale leiding. Moge
deze centrale leiding ook in het ver
keer over langen afstand behouden
blijven en tot resultaten leiden.”
Met deze woorden schetste de heer
A. Plesman, directeur der K. L. M.,
de gedragslijn, welke Nederland zal
moeten volgen ten aanzien van het
luchtverkeer over langen afstand in een
voordracht, welke hij gistermiddag uit
sprak voor de afdeeling Rotterdam van
de Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel en waarover wij
gisteren reeds in het kort berichtten
Sprekend over de mogelijkheden voor
Nederland in het verkeer over den
Oceaan naar Noord-Amerika, zeide de
heer Plesman o.a. het volgende:
De instelling van een Rijksraad
bepleit.
BATAVIA, 23 Februari. (Aneta). De
motie, welke was ingediend door de
Volksraadleden Wiwoho (Partai Islam
Indonesia), Soekawati (Politiek econ.
bond) en Kasimo (Perkoempoelan po
litiek Katholiek Indonesia) wijst er on
der meer op dat aan den staatkun
digen opbouw van Nederlandsch-Indië
op de grondslagen, gelegd door de
Grondwetherziening van 1922, gestadig
dient te worden voortgearbeid, dat die
opbouw behoort te leiden tot zelfstan
digheid van Nederlandsch-Indië, bin
nen Rijksverband, dat bijzonderlijk
de tegenwoordige tijdsomstandigheden
dwingen tot bezinning of opbouw en
wel op de juiste wijze en voldoende
voortvarend voortgezet; dat de drang
naar verder voortgaande hervor
mingen door vrjjwel alle groepen der
Indische samenleving wordt bedoeld,
waarom men bepleit de wenschelijk
heid van:
pretatie hiervan nog niet gaan. Men
heeft er namelijk uit willen afleiden,
dat Nederland binnenkort het Engelsche
voorbeeld van requisitie van buiten-
landsche fondsen zou gaan volgen. Al
hoewel de mogelijkheid hiervan bij lang
aanhouden van den oorlog zeker niet is
uitgesloten, moet zulk een drastische
maatregel voorshands evenwel als vol
komen overbodig worden beschouwd. In
Engeland daarentegen begint de regee
ring op deze wijze het buitenlandsch
bezit te mobiliseeren. Een serie van 60
Amerikaansche fondsen is bekend ge
maakt, die aan de regeering zullen moe
ten worden overgedragen en die door
haar geleidelijk zullen worden geliqui
deerd. Onder deze serie bevinden zich
nog niet de leidende fondsen, doch men
kan verwachten, dat deze eerstdaags
aan de lijst zullen worden toegevoegd.
Het is bovendien niet onwaarschijnlijk,
dat ook een fonds als „Koninklijke”,
waarvan zeer groote pakketten zich in
Britsche handen bevinden, eerlang on
der de requisitie zal worden gebracht,
hoewel het Engeland er op het oogenblik
natuurlijk meer om te doen is, dollar-
deviezen te verkrijgen. Van welk ge
zichtspunt men deze ontwikkeling ook
bekijkt, het valt niet te ontkennen, dat
deze geleidelijke liquidatie een constan»
ten druk op de markt moet leggen.
In het kader van den economischen
oorlog valt thans als duidelijke tegen-
hang tegen het jongste Duitsch-Russi-
sche handelsverdrag de sluiting van een
hoogst belangrijk Engelsch-Fransch han-
delspact te vermelden. Dit is eigenlijk
de derde faze in de ontwikkeling der
Britsch-Fransche economische betrek
kingen de eerste werd gevormd door
de gemeenschappelijke aankooppolitiek
voor oorlogsdoeleinden, de tweede door
het zeer nauwe monetair-financieele
pact, terwijl thans de derde faze in
hoofdzaak een onderlinge opheffing der
meeste handelsrestricties (contingen
ten) brengt en een plan tot gemeen-
schappelijken aanval op Duitschland’s
vroegere exportmarkten in alle deelen
der wereld. Voor ons neutralen is dit
laatste pact ongetwijfeld van het groot-
s gewicht, omdat wij door dit samen
gaan een geduchten concurrent op onze
exportmarkten zullen ontmoeten, die
niet zal nalaten, desnoods door dum
ping, zijn „exporteer-of-sterf-theorie” in
de practijk te brengen. Voor den Neder-
landschen exporthandel, die toch reeds
zoj in het nauw is gedreven, wordt de
weg hiervoor nog moeilijker gemaakt.
Het toekomstbeeld wordt inderdaad
verre van opwekkend. Een blik op onze
handelscijfers over Januari toont ons,
zooals verwacht, een sterke daling in
de gewichts- en waardecijfers van den
invoer tegenover December, doch daar
naast weliswaar een geringe stijging in
de waarde van den uitvoer maar een
sterke daling in het uitvoergewicht. Dit
bedraagt precies de helft van den om
vang van den uitvoer in Januari 1939
en deze ontwikkeling kan dan ook niet
nalaten ernstige bezorgdheid te verwek
ken. Onze onderhandelaars hebben
weliswaar in Londen een, naar gezegd
wordt, bevredigende overeenkomst be
treffende handel en scheepvaart kunnen
afsluiten, doch ’t woord bevredigend is
in den huidigen tijd zoo relatief, dat men
er waarlijk niet al te groote verwach
tingen aan mag vastknoopen Wan
neer wij de jongste verlieslijst van onze
handelsvloot bestudeeren, dan doemen
zoowel ten aanzien van invoer als van
uitvoer zeer duistere wolken aan den
horizon op. Onze reeders en exporteurs
zullen zeker ook nu niet versagen en
er het bijltje bij neerleggen, doch dat
zij ontzaglijke moeilijkheden overwin
nen en tegenslagen aanvaarden moeten,
lijdt geen twijfel.
In de goederenmarkten zijn vage tee-
kenen van ietwat meer levendig^'id
waarnee. .baar, waardoor zij die de
overtuiging zijn toegedaan, dat bij een
eenigszins lang aanhouden van den oor
log een hausse op de goederenmarkten
toch niet kan uitblijven, wel eens gelijk
zouden kunnen krijgen. Er is namelijk
eenige beweging ontstaan in de Ameri
kaansche tarwe- en kopermarkten. Die
beweging heeft nog wel geen groote af
metingen aangenomen, doch men zou
er toch uit kunnen lezen, dat de vraag
naar deze belangrijke goederen toeneemt
en waar, in normale tijden althans, deze
markten den toon angeven, daar is de
kans niet uitgesloten, dat ook andere
goedererprijzen zullen volgen. Het feit,
dat het Internationaal Rubber Regelings
Comité heeft besloten het rubberquotum
voor het tweede kwartaal op het hooge
peil van 80 pCt. te handhaven en dat
ook het Internationaal Thee Comité het
exportpercentage voor het 1 April te be
ginnen jaar onveranderd op 95 pCt.
heeft gelaten, bewijst wel, dat de groote
productie dezer goederen door een zeer
behoorlijk verbruik (of voorraadvor-
ming) wordt gedekt. Daarentegen is het
te verwachten, dat het Internationaal
Tin Comité a.s. Maandag de quota voor
het tweede kwartaal zeer drastisch zal
verlagen, omdat de pi ductie in de oor
logsmaanden wat te hoog was opge
voerd en het verbruik in de Vereenigde
Staten erbij ten achter is gebleven.
Het jaarverslag van de Amsterdam-
sche Bank vertoont, na hetgeen reeds
tevoren was aangekondigd, weinig
nieuws meer, behoudens dan wellicht
dat. dat het 4 pCt. dividend niet aan
de reserves behoefde te worden onttrok
ken. Men kan verwachten, dat door de
16.5 millioen afschrijving de balans
nu weer in een normale conditie is ge
komen. Niettemin is het te hoopen, dat
het bestuur op de algemeene vergade
ring een korte uiteenzetting zal geven,
tegen welke posten dit reusachtige be
drag is aangewendonze financieele
wereld tast hierover nog in het duister.
De sterke daling der crediteuren is
mede in verband met de belangrijke in
ternationale positie der bank, volkomen
verklaarbaar. Men kan thans redelijker
wijze aannemen, dat de bank dit jaar
op een aanzienlijk rendabeler basis zal
werken.
Het op de Engelsche „zwarte lijst”
plaatsen van de Handel Maatschappij
H. Albert de Bary en Co. zal voor vele
insiders geen verrassing zijn geweest.
De pogingen, door deze zoo uitmuntend
geleide bank aangewend, om te elfder
u -_> de Duitsche belangen af te werpen,
zijn blijkbaar niet geheel geslaagd. Het
besluit der Engelsche regeering is zoo
wel voor de bank als voor Amsterdam
■en hoogst onwelkome gebeurtenis.
port, na een vierjarige bestudeering
van het pensioenvraagstuk, bij de Re
geering indiende.
Tenslotte deelde hij mede, dat van de
5000 planters bij een algemeene mobi
lisatie meer dan de helft zal worden
gemobiliseerd. Spreker heeft echter
over het algemeen den indruk, dat de
overblijvenden meer dan hun dubbele
taak met groote blijmoedigheid op zich
zullen nemen. Daar kan de regeering
op rekenen.
(Naar de minister in de Eerste
Kamer heeft medegedeeld is er geen
accoord gesloten. Red.),
Ook al zouden alle concessies aan
Nederland worden verleend, dan zou
het zeker nog wel drie jaar duren, dus
tot het einde van 1943, vóór men met
een in ons land gebouwd vliegtuig
daarvan gebruik zou kunnen maken.
Tegen dien tijd heeft de Amerikaan
sche trans-Atlantische luchtvaart reeds
een groote ontwikkeling doorgemaakt
waarschijnlijk zal men daarbij dan ge
bruik maken van land-vliegtuigen. In
de eerste jaren zal de kruissnelheid der
vliegtuigen in het verkeer over langen
afstand zich bewegen tusschen 330 en
400 k.m. per uur. „Ik verwacht wel”,
zeide spreker, dat men binnen afzien-
baren tijd zal komen tot snelheden van
500 k.m. per uur, zoodat men dan den
overtocht van Europa naar New York
gedurende den nacht kan maken.
Technisch heeft men de ontwikkeling
van vliegtuigtypes voor verkeer op
langen afstand wel onder de knie; men
maakt gebruik van druk-cabines, waar
door het mogelijk wordt, op grootere
hoogte dan tot nu toe het geval was,
te gaan vliegen, zoodat men minder af
hankelijk wordt van de weersomstan
digheden. Problemen der navigatie zijn
practised overwonnen; men zal de
radio-navigatie moeten combineeren
met astronomische navigatie. Aan de
meteorologie op grootere hoogte zal nog
veel aandacht moeten worden gewijd,
maar ook hier zijn geen onoverkome
lijke bezwaren.
Tengevolge van de oorlogsomstandig
heden komen de meeste Europeesche
landen voor het bouwen van lange-af-
standsvliegtuigen op het oogenblik niet
meer in aanmerking; men zal dus ook
dit aan Amerika moeten overlaten.
Met de nabestaanden kwamen in den
stoet mede de predikanten H. W Mei
huizen, Schuurman, P. Vis en v. di Ploeg,
zoomede dr. H. v. Gulik, oud-directeur
Zuivelcontröle station ei. dr. F. E. Post-
huma.
Van hun belangstelling gaven voorts op
het kerkhof o.m. blijk de heeren ir. C. H.
de Vos, kapitein H. K. Wethmar, lid
Kerkeraad, ds C. Vis, emeritus-predikant
te Winschoten, A. de Ronde, arts te Schie
dam, ds. P. B. Westerdijk, namens de Alg.
Doopsgez. Sociëteit te Amsterdam, A. v.
Senten, ds. S. Spaans te Katwijk, ds. F.
ten Cate te Leiden, Professor N.
Westendorp Boerma, mr. U. J. W.
Sibmacher v. Nooten, vice-voorzitter
Kerkeraad, G. A.
TJILATJAP, 24 Februari (Aneta).
In het regentschap Poerbolinggo zijn
zestien personen overleden tenge
volge van bongkrek-vergiftiging, ter
wijl in de desa Soesoekan nabij
Banjoemas, zeven personen aan
bongkrek-vergiftiging zijn overleden
het dek werd geslagen”.
Ter sprake kwam ook de kwestie
der sloepen. Sommige davits waren
Uitgepikt.
PresidentUitpikken mag niet voor
komen.
De heer Thomson Eigenlijk was het
davit-patent niet op een mijnontplof
fing berekend.
PresidentJuist.
De getuige de Grooth vertelt wat er
ha de ontploffing is gebeurd. Een pa
niek is er in ieder geval niet ontstaan.
De heer JulsingIs er iets gedaan
Voor de menschen
GetuigeDit is het werk van den
civielen dienst. De eerste stuurman
heeft na den dood van den kapitein
het commando overgenomen.
DE BEHANDELING VOOR DEN RAAD
VOOR DE SCHEEPVAART
te
Boerma,
Nooten,
Hajenius, oud-burge-
meester van Goes, J. K. W. Heinbach,
oud-secretaris Doopsgez. Gemeente, mr.
H. F. W. Jeltes uit Amsterdam, mr. H.
M. de Vries, lid Kerkeraad, H. L. Gol-
terman, oud-organist Doopsgez. Kerk, ds.
Golteirnan, voorzitter A.N.D.P.V., F. C.
v. d. Meer v. Kuffeler, lid Kerkeraad, ds.
Braak, emer. predikant te Voorburg, mr.
J. C. Sweys, penningmeester Mennofonds,
Th. Ligthart, voorzitter Kerkeraad. ir.
J. F. H. Koopman, P H. v. d. Steen,
cand. notaris, H. Veth, oud-lid Kerke
raad, dr. A. Pondman, voorzitter Kerke
raad Utrecht, K. v. d. Veen,
Bilthovensche Kring, ds. J. E. Tuininga
uit Arnhem, J. Idis, namens de Doopsgez.
Gem. te Arnhem, mr. Halbertsma, raads
heer Gerechtshof, kolonel W. Schutte, ds.
Koekebakker uit Dordrecht, dr. N. J. Cu-
perus, ds. S. H. N. Gorter uit Roterdam,
C. S. Altman, namens het Holl. Doopsgez.
Emigrantenbureau, ds. G. J W de Her
der uit Franeker, mr. C. P. v. Eghen uit
Amsterdam, mr. S. J. R. de Monchy, bur
gemeester der residentie, mr. S. de
Meester, kapitein D. G. W. Muller
Massis, ds. D. v. d. Horst,H. D. Pierson
uit Ommen, ds. T. O. Hylkema uit
Amsterdam, prof. Kühler, hoogleeraar
Alg. Doopsgez. Sociëteit J. G. Pater, refe
rendaris hoofdbestuur P.T.T., prof. Lans
dorp, ir. A. J. A. Braak, P. C. de Lugt,
oud-koster Doopsgezinde Gemeente, K.
Bijlstra, voorzitter en J. E. Hubbeling, af
gevaardigde van de afd Wassenaar van
den Ned. Protestantenbond, dr. H. Muller,
oud-gezant ter beschikking, jhr. W. La
man Trip, notaris van Mourik Broek
man. ds. A. E. F. Junod, A. J. T. van der
Vlugt, oud-voorzitter Kerkeraad Doops
gezinde Gemeente, ds. A. Trouw, ds. C. E.
Peters, drs. G. J. Ligthart. namens den
Doopsgezinde Kring te Bilthoven, en vele
anderen.
Bij de behandeling voor den Raad
v°or de Scheepvaart van den onder
gang van de „Simon Bolivar” werd
als derde getuige gehoord de tweede
stuurman, de heer K. W. de Grooth.
na
2. Uitbreiding van het aantal leden
en van de bevoegdheden van den Volks
raad, waaraan de hoofden der depar
tementen als ministers verantwoorde
lijk worden, met wijziging van de po
sitie van den Gouverneur-Generaal als
vertegenwoordiger van de Kroon en
het hoogste centrale landsorgaan en
den Raa4 van Nederlandsch-Indië als
hoogste college van advies.
BATAVIA, 24 Februari (Aneta). De
Volksraad nam, na een korte discussie
zonder hoofdelijke stemming een twee
tal aanvullende begroetingen aan voor
het departement van Economische Za
ken. Hierbij werden verschillende cre-
dieten aangevraagd. o.a. ten behoeve
van de verdere ontwikkeling der kolo
nisatie, bevordering van de hout-in-
dustrie in de Buitengewesten, en uit
breiding van de algemeene onderzoe
kingen in verband met de vestiging
van basis-industrieën.
gegeven omtrent de sluiting van de
waterdichte deuren
Getuige Beide deuren waren zoover
mogelijk gesloten.
PresidentVindt
veilig
Getuige Het zou zeer lastig zijn als
ze gesloten waren.
President Zou een wacht niet beter
zijn geweest
GetuigeDit zou het aantal men
schen in de machinekamer vergrooten.
wanneer het gevaar het grootst is.
De getuige doet voorts het verhaal
van zijn redding.
Op een vraag van den heer Cromme-
lin zegt de getuige, dat de waterdichte
deuren niet dicht konden blijven, niet
omdat het lastig was. maar omdat de
dienst het noodig maakte, dat de deu
ren open bleven, althans voor een ge
deelte.
De heer Julsing toonde zich onte
vreden over het feit, dat de water
dichte deuren nooit dicht zijn geweest
op de „Simon Bolivar” ook niet bij
mist.
De inspecteur-generaal voor de
Scheepvaart, de heer P. S. van 't
Haaff, betuigde allereerst deelneming
aan de nagelaten betrekkingen van de
zeelieden, die bij de ramp zijn omge
komen. Voor hen wordt gezorgdniet
alleen door den Staat, doch ook door
de reederij.
Een mijnramp het meest
waarschijnlijk
De lading van de „Simon Bolivar”
geeft geen aanleiding te veronder
stellen, dat de ontploffing van bin
nenuit is geschied. Ónmogelijk is
het niet, dat de „Simon Bolivar”
getorpedeerd is, doch een mijn
ramp is het meest waarschijnlijk.
Van de magnetische mijn is te
weinig bekend om daarover iets
met zekerheid te zeggen. Doch het
zal wel een ander soort mijn ge
weest zijn dan gewoonlijk.
inspecteur-generaal voor
heer P. S.
De afstand van Amsterdam naar Lis-
bedraagt ongeveer 1900 k.m.,
van Lissabon naar het eiland Sal van
de Kaap Verdische eilanden 3000 k.m.
en van Sal naar Paramaribo 3600 k.m.
De K.L.M. heeft in West-Indië een
luchtnet opgebouwd, dat op deze
Oceaan-lijn kan aansluiten, terwijl
men het net in Zuid-Amerika lang
zamerhand kan uitbreiden om zooveel
mogelijk den aan- en afvoer van post,
passagiers en goederen voor dezen
Oceaandienst te verzekeren.
Spr. meent, dat er geen aanmerking
op de route gemaakt kan worden. Zij
was voorzoover bekend veilig. De lee
ring uit deze ramp ligt in het rapport
van de commissie van ’t Haaff, welke
alles uitvoerig heeft bestudeerd. Alle
mogelijke maatregelen zullen worden
genomen.
Wat betreft de sloepenrolHet niet
nouden van de sloepenrol was een over
treding van een artikel van het Sche
penbesluit.
De Raad zal later uitspraak doen.
Wel worden er in Nederland pogin
gen gedaan, om tot den bouw te komen
van een vliegtuig voor lange afstanden;
dit zal een kruissnelheid hebben van
minstens 330 k.m. en bij een grooten
actie-radius een aanmerkelijken nutti
gen last kunnen vervoeren. Met het
bouwen van zulk een proto-type zijn
evenwel ongeveer twee en een half
millioen gulden gemoeid; het is dus wel
zaak voor den bouw alle mogelijkheden
te overwegen en daarbij vooral aan
dacht te besteden aan de economische
zijde; deze immers zal bij het lucht
verkeer op den duur den doorslag
geven.
kapitein daar een loods zou nemen.
De tweede stuurman verklaart ver
der, dat hij het mistsignaal van het
Sunk-lichtschip heeft gehoord. Tijdens
de explosie bevond hij zich in de hut.
„Ik kreeg het gevoel alsof ik door
EXAMENS
Universiteit te Leiden.
Doet. ex. geschiedenis de heer J. B. C.
M. Stompt, Rotterdam.
Universiteit te Utrecht.
Cand. ex. rechtswetenschap de dames
M. W. v. d. Noort, H. N. J. Eizenga en J.
M. E. van Urk; doet. ex. klassieke letteren
E. T. de Bres; doet. ex. klassieke letteren
ds heer F. H. Parriger; cand. ex. sociale
geographic mej. B. van Goor; semi-arts de
heeren J. I. de Bruijne, O. C. Frenzen
en J. M. A. P. J. Jansen, bevorderd tot
arts mej. H. Bonnet; bevorderd tot tand
arts de heeren A. W. Joppe en J. M. van
Olm.
Universiteit ie Groningen
Doet. ex. geschiedenis mej. P. J. van
Haren.
Universiteit van Amster
dam.
Bevorderd tot doctor in de geneeskunde
op proefschrift getiteld: Cranioharyngeo-
men. de heer K. L. de Vries, geb te Apel
doorn.
Bevorderd tot apotheker de dames G.
C. Luining en N. A. J. M. Speleers en de
heer J. J. de Bois. Ie gedeelte apothekers
examen de heer F. J. Beynon.
Vrije Universiteit.
Cand. ex rechtswetenschap de heer G.
M. Visser.
Technische Hoogeschool.
Cand ex. werktuigk. ingenieur de hee
ren H, J. Bolt, J. R. van Wulfften Palthe.
cand ex scheikundig ingenieur de heer
W. Altmann.
Prop ex. voor electrotechnisch inge
nieur de heer A. W. M. Paling; cand. ex
voor civiel ingenieur de heer B. van Wijk
Ned. Econom. Hoogeschool
Doet. ex. econom. wetenschap de heeren
P van Zuuren, J. J. Hartemink en J. Vis
ser; cand ex. id. de heer F. Schilthuis
St U41 r 1 i e d e n-e x a m e n
Geslaagd voor het examen van 3e-stuur-
man groote handelsvaart, de heeren M
Lutgendorf, G W. V. Rosen en C. U. d’Ol-
lyslager.
BATAVIA, 23 Februari. (Aneta.)
De Volksraad behandelde heden de
ontwerp-ordonaantie tot wijziging van
de positie-regeling van den Volksraad.
Alle sprekers waren voor verlen
ging van den duur der „bezoekrege
ling”, waarbij werd gewezen op het
groote belang van een persoonlijk con
tact met het Moederland
Vrijwel allen drongen aan op het
toekennen van reiskosten en het open
stellen van de mogelijkheid voor de
Ir. Kroon, hoofd van de afdeeling
ondernemingslandbouw aan het
departement van Economische
Zaken, besprak de positie van de
Indische cultures in oorlogstijd. Hij
gaf een schets van de afvoermoei-
lijkheden, welke men tracht te
ontgaan door het consigneeren van
goederen aan de Nederlandsche
regeering en door een toenemen
den rechtstreekschen uitvoer naar
belangrijke consumptie - landen,
welke buiten de oorlogszöne lig
gen. Dit leidt naar een reëele ver
meerdering van den afzet van
sommige producten, o.a. van rub
ber en thee. Rubber gaat vooral
naar de Vereenigde Staten en thee
naar de Vereenigde Staten, Aus
tralië, Zuid-Amerika en Zuid-
Afrika. Ten aanzien van de suiker,
waarvoor de1. voornaamste markt
in het Oosten is gelegen zijn door
de moeilijkheden bij den afscheep,
waarvoor aanvankelijk werd ge
vreesd, zeer meegevallen. Sedert
Sept. 1939 zijn ruim 227.000 tons
verscheept, hetgeen een record-
uitvoer beteekent sedert de instel
ling van de N.I.V.A.S. Tabak is
geen contrabande, zoodat een deel
van de productie naar het Moeder
land blijft gaan. Sisalvezels gaan
thans in zeer groote hoeveelheden
naar de Vereenigde Staten, terwijl
ook den afscheep van palmolie
daarheen, welke altijd reeds zeer
aanzienlijk was, verder toenam.
betrokkenen om hun echtgenoote mede
t- nemen.
Alle inheemsche sprekers wenschten
opheffing van de beperking der be
zoekregeling tot Nederland, opdat
eventueel ook een studiereis naar an
dere landen kan worden gemaakt,
waarbij wordt gedacht aan de Philip-
pijnen, Britsch-Indië, enz.
De Volksraad adviseerde tot vast
stelling en wijziging van een aantal
artikelen der Indische Staatsregeling,
uitgezonderd betreffende artikel 61,
lid 1 (betreffende de verlofsregeling),
waarvan de voorgestelde wijziging met
algemeene stemmen (490) werd af
gewezen.
De Volksraad nam overigens nog
een motie-Blauw (I.E.V.) aan, met 29
tegen 21 stemmen om den aanvang en
het einde van de hoofdzitting te bepa
len op 15 Augustus resp. uiterlijk
14 December.
Voorts werd met 30 tegen 20 stem
men aangenomen een motie-Soekawati
(P.E.B.) strekkende om aan het col
lege van Gedelegeerden geen bevoegd
heid tot behandeling van aanvullings-
begrootingen te verleenen.
De Vaderlandsche Club-fractie vroeg
aanteekening dat zij geacht wenschte
te worden te i.ebben tegengestemd ten
aanzien van art. 91 (regeling defensie-
aangelegenheden), wijl het antwoord
der regeering hieromtrent onbevredi
gend werd geacht
BATAVIA, 24 Februari. (Aneta.) De
Volksraad hoorde heden de toelichting
aan van den heer Thamrin (Nat. frac
tie) op diens interpellatie inzake het
optreden van de politie.
Spreker betoogde, onder aanvoering
van talrijke voorbeelden, dat de poli
tie in de oude fout vervalt, n.l. be
lemmering van de vrije uitoefening
van het recht van vereeniging en ver
gadering, door ongemotiveerde waar
schuwingen aan sprekers tijdens open
bare vergaderingen en door het ont
binden van vergaderingen zonder re
delijke aanleiding.