Begrooting
Defensie
van
Minister-president Ryti
een
ontvangt
Nederlander
Haagsche Courant van Zaterdag 24 Februari 1940
In Finland
Gerard Veth gehuldigd
BINNENLAND
van
van
De werkloosheid
De Zeemacht
VIJFDE BLAD, PAGINA 1.
Advies-com missie inzake het vraagstuk
den terugkeer van de geniobiliseerden
het burgerleven in gesteld
Opdracht tot eerste
aanschaffing van sper
ballons is verstrekt
in
aan
Helsinki, 14 Februari.
18.812
7.280
2.3
4.2
15.8
30.770
9.5
88.894
15.2
19.6
49.002
453.432 100.0 323.014 100.0
De Finsche Minister-President Ryti.
E.N.O.
antwoord
Kamer
1934;
1936:
1938:
1940:
1935:
1937:
(35.1) ,
(36.0),
(32.1) ,
(27.9),
aan-
reserve.
„Geen
plechtig
De heer Veth, geflankeerd door-de Jonge leden-van deVereeniging. E..N.0.. bedankt- voor de hem
betoonde-hulde.
A AN het hoofd te staan van
de Finsche Regeering, die
in dezen ontzaggelijk zwaren
tijd het land leiding geven moet,
het is geen benijdenswaardige
taak! Wie haar op zich neemt,
behoeft evenwicht, zelfvertrou
wen, zakenkennis en snelheid
van beslissing. Bovendien: een
enorme werkkracht De oorlog
vergt het uiterste van de solda
ten, maar niet minder van de
leiders van den staat. Finland
heeft sedert het begin van den
oorlog het stuur in handen ge
geven van den vroegeren direc
teur van de Finsche Bank, Ryti,
die nu de zware zorgen van het
minister-presidentschap draagt.
kamerbewaarder, die mij
bij den Finschen premier
aandient, zelf doet hij de deur open
hij noodigt
om
noodig, want de strijd
is hard en wij moeten
ons afvragen, of wij J
het op den daar zon- J
der krachtiger hulp t
t kannen volhouden.”
J
van de wachtkamer, en
zijn bezoeker persoonlijk uit,
binnen te komen
Memorie van
de Eerste
f
en
van
jéugdwerkloos-
XXV.
'(Van onzen specialen verslaggever.)
60.4 235.962
73.0
274.059
Totaal
re
elk econo-
Vervanging van grens-
kustlroepen
een sterke sociale ontspanning. Wat ligt
er tusschen
de ingeschreven, die in'het vrije be
drijf werkten, doch ander werk zoch
ten.
misch apparaat vindt, maar de over
winning van de crisis en daarna de
toenemende gevaren voor den Staat
zelf hebben sterken invloed op de on
derlinge verhoudingen gehad.”
Zorgelijke omstandigheden
Minister Ryti is in den loop van zijn
zakelijke, af en toe met gemakkelijk
geciteerde cijfers geïllustreerde uiteen,
zetting eenige keeren door telefoonge
sprekken onderbroken. Maar ik kan
niet nalaten, met een enkel woord te
spreken over de zorgelijke omstandig
heden, waaronder hij de Finsche regee-
ring leidt. De premier stemt daarmee
in. Hij spreekt den oprechten dank van
de Finsche regeering uit voor de sym
pathie, welke Finland nu overal in de'
wereld ontmoet, en in het bijzonder
voor het medeleven van Nederlandsche
zijde.
Kleine vermindering
De directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling deelt de volgende resul
taten mede van de verzameling door
het centraal bureau voor de statistiek
van de voorloöpige gegevens over de
week van 5 tot 10 Februari j.l.
35.2
31.2
1939: 27.0
Uit deze cijfers blijkt, dat het totaal
aantal mannelijke werkloozen in een
tijdvak van vier jaren is gedaald met
29 pCt., doch dat de daling in groep
„jonger dan 18 jaar” 61 pCt. en in
de groep „18 tot en met 24 jaar” 57
pCt. bedroeg. De in het staatje opge
nomen percentages doen dan ook zien,
dat de jongere werkloozen thans een
veel kleiner gedeelte vormen -van het
totaal aantal werkloozen dan vier ja
ren geleden.
Het fanfarecorps E.N.O. onder-leiding
van den directeur F. M. Seuren speelde
het Wilhelmus, gevolgd door een pit-
tigen marsch, waarna de presidente
van de vereeniging jkvr. M. D. Quarles
van Ufford het openingswoord sprak.
Spr. zeide, dat het haar genoegen
deed, dat de heer Veth in goede ge
zondheid zijn zeventigsten verjaardag
had mogen vieren. E.N.O. is den heer
Veth groote erkentelijkheid verschul
digd. 28 Jaar geleden nam hij zitting
in den raad van toezicht. Steeds had
hij groote Belangstelling en liefde voor
het werk der vereeniging. Spr. schetste
in het kort de verdiensten van den heer
Veth. Nooit zal E.N.O. deze aangename
wijze van samenwerking vergeten de
naam Gerard Veth zal steeds bij de
vereeniging in eere blijven. Moge God
u en mevr. Veth. aldus eindigde spr.
nog vele lange jaren voor E.N.O. spa
ren. Namens den raad van toezicht
hood jkvr Quarles van Ufford een zil
veren sigarettendoos aan. Een lang zul-
Afmattende strijd.
Hét was waarlijk niet gemakkelijk,
toegang tot hem te krijgen, en wie zou
het niet begrijpen De laatste weken
is, vooral op het front op de Karelische
Landengte, de strijd ontzaggelijk hevig
geweest. Telkens wisten de Finnen de
Russische aanvallen af te slaan, maar
telkens ook wierp Rusland nieuwe troe
pen in het vuur, en de afmattende strijd
men mag het niet vergeten is er.
zoo men op de getalsverhouding let, een
van uiterst ongelijke partijen. Geen
wonder daarom, dat weerstandswil en
bezorgdheid hier in deze dagen hand in
hand gaan, en dat de regeering, die bui
tendien alle lasten draagt van voeding,
onderdak, evacuatie en wat niet al van
d: burgerbevolking, en die dan óók nog
het werk eener landsregeering af te
doen heeft, voortdurend tijd te kort
komt. Niettemin vond ik ministerpresi
dent Ryti bereid mij te ontvangen tien
minuten, die echter tot een half uur zijn
uitgedijd.
Uitbreiding Hoogovens
Ofschoon de staalfabriek van de
Kon. Ned. Hoogovens- en Staalfabrie
ken te IJmuiden nog maar kort in be
drijf is zal deze nu reeds uitgebreid
worden. Ook het hoofdkantoor van het
bedrijf wordt belangrijk vergroot en
er komt een nieuw gasgeneratorge—
oouw.
is er
Arbeidsbemiddeling.
Op 10 Februari 1940 waren bij de
organen der openbare arbeidsbemidde
ling ingeschreven 371.842 werkzoeken
den (356.895 mannen en 14.947 vrouwen)
Hiervan waren 295.017 (286.017 mannen
en 9.890 vrouwen) werkloos en waren
60.092 personen geplaatst bij werk
verruimingen, ook al konden zij tijde
lijk wegens weers- of andere omstan
digheden niet werken. Blijkbaar waren
er dus 15.843 personen als werkzoeken-
Geen ondergrondsche
hangars.
Van den bouw van ondergrondsche
hangars op onze militaire vliegvelden
is afgezien in hoofdzaak om drieërlei
redenen le. de kosten zijn zeer hoog
2e. een vijandelijke luchtaanval richt
zich mede tot het vliegveld zelve; is dit
vliegveld voor opstijgen en landen on
bruikbaar geworden, dan is het nwt
van de dure ondergrondsche hangars
verloren gegaan3e. het wordt octet
geoordeeld, de vliegtuigen voor vernie
ling door vijandelijke bombardementen
te behoeden door een verspreide, ge
maskeerde opstelling en door gebruik
te maken van een groot aantal hulp-
landingsterreinen.
De minister zal er voor waken, dat
militaire maatregelen op zoodanige
wijze worden genomen, dat ze niet dén
indruk wekken van het bestaan van
acuut gevaar, indien dit niet bestaat.
Aangezien de opstelling van de weer
macht gegrond is op overwegingen van
strategischen en tactischen aard, is het
in den regel niet mogelijk, de onder
de wapenen geroepenen te legeren in
den omtrek van hun woonplaats.
„Wij voelen al die sympathie als
een sterken moreelen steun. Maar
en even betrekt het gezicht van
den minister-president Finland
heeft hulp noodig. want de strijd
is hard en wij moeten ons afvra
gen, of wij het op den duur zonder
krachtiger hulp kunnen volhou
den”. Het is de klank, welken men
hier telkens hoort: Finland heeft
zich nu twee en een halve maand
met beslissend succes verdedigd
tegen een overmachtigen aanvaller,
maar dat eischt een enorme in
spanning en opoffering, en wie
durft zeggen, dat land en volk
daartoe bij machte zullen blijven,
indien er niet op grooter schaal
hulp wordt geboden?
(Nadruk verbodenAuteurs
recht voorbehouden.)
Hoewel in algemeenen zin wordt in
gestemd met de zienswijze van de le
den, die van oordeel zijn, dat een
maal de noodwendigheid van eenigerlei
aanschaffing op defensiegebied toege
geven zijnde spoedig dient te wor
den gehandeld, zoo mag toch niet uit
het oog worden verloren, dat de ver
sterking van de maritieme verdediging
van Nederlandsch-Indië een dermate
gewichtige zaak betreft, dat de Regee
ring eerst een beslissing terzake kon en
mocht nemen, na grondige bestudee-
ring van de verschillende mogelijkhe
den en na het advies van de Indische
Regeering, en van de deskundigen te
hebben ingewonnen, waarmede uiter
aard geruime tijd gemoeid is geweest,
De minister kan niet de meening
deelen, dat de marine-deskundigen,
daar het hier een militair-technisch
vraagstuk betreft, het laatste woord
behooren te hebben en dat de Regeering
zich daarbij zal hebben neer te leggen.
Daargelaten nog, dat een belangrijke
versterking van de zeemacht nauw ver
band houdt met andere takken van re-
geeringszorg welke buiten den ge
zichtskring en buiten de bemoeienis
van marine-deskundigen vallen blijft
de Regeering en zij alleen verantwoor
delijk voor het plan dat tenslotte aan
de volksvertegenwoordiging wordt voor
gelegd.
De minister deelt mede, dat de Re
geering besloten heeft den aanbouw
van een drietal slagkruisers te bevorde
ren. Een wetsvoorstel terzake zal, nadat
de Volksraad zal zijn gehoord, aan het
oordeel van het parlement worden on
derworpen.
Aan verbetering en versterking van
de vlootbasis wordt in de plannen van
de Regeering de noodige aandacht ge
wijd.
In dte memorie van antwoord aan
de Eerste Kamer betreffende de De-
fensiebegrooting voor 1940, zegt de
minister ten aanzien van de aanschaf
fingen ten behoeve van de landmacht,
dat hij al het mogelijke doet om zoo
spoedig mogelijk in het bezit van het
benoodigde te komen. Daarbij bewijst
het centraal orgaan aanschaffingen
weermachtsbehoeften (C. O. W.) hëm
goede diensten. Hoewel organisatie en
werkwijze van dit orgaan, dat eerst in
September 1.1. werd opgericht, nog voor
verbetering vatbaar zijn, zoo ligt hier
in toch slechts voor een zeer klein ge-
gedeelte de oorzaak, dat bij de aan
schaffingen niet steeds het tempo wordt
befeikt, hetwelk onder de huidige om
standigheden meer dan ooit is ver-
eischt. De voornaamste oorzaak is, dat
orders, welke reeds lang voor het uit
breken van den oorlog in het buiten
land waren geplaatst, in het geheel
niet kunnen worden uitgevoerd of niet
overeenkomstig de contractueel vast
gelegde leveringsdata.
Van de aangeschafte batterijen lucht-
doelartillerie, waarover aan de Tweede
Kamer in de vergadering van 12 De
cember j.l. mededeeling is gedaan, zijn
thans twee batterijen hier te lande
aanwezig, terwijl acht batterijen aan
de fabriek zijn gekeurd en naar
wordt gehoopt spoedig in Nederland
zullen aankomen.
De munitiévoorraad wordt nog ge
regeld .opgevoerdhet houden van
schietoefeningen heeft de aandacht
van de desbetreffende legerautoritei-
ten.
dier gegevens welke ontegenzegge-
lijk de voordeelen van een motorisee-
ring op ruime schaal in een uitgestrekt
operatiegebied duidelijk in het licht
stellen ten aanzien van de motori-
seering van ons leger .voorshands niét
verder behoeft noch moet worden ge
gaan, dan aanvankelijk in het voorne
men lag. Daarbij zij opgemerkt, dat
thans reeds het daarvoor in aanmer
king komende deel der legerartillerie,
de geheele legerkorpsartillerie, alle
legerkorpstreinen, de geheele lucht-
doelartillerie en een deel dér cavalerie
zijn gemotoriseerd. Voorts worden (of
zijn reeds) de korpstreinen gemotori
seerd, terwijl ook overigens in ruime
mate motoriseering is toegepast, bijv,
ten aanzien van de zware mitrailleurs
der lichte troepen, zoomede ten aan
zien van al het pantserafweergeschut.
Het oordeel van enkele leden, dat
de paardenstapel ten onzent als ge
heel beschouwd onvoldoende zou zijn
om aan de behoeften van de weermacht
op voet van oorlog te kunnen voldoen,
kan niet worden gedeeld.
Wel is bij de vordering gebleken, dat
het aantal warmbloedpaarden zeer on
gunstig afsteekt bij het aantal koud-
bloedpaarden.
De motoriseering van het
leger.
Omtrent de bij den veldtocht in Po
len verkregen ervaringen zijn nog
slechts weinige en onvolledige gege
vens beschikbaar. De minister meent
echter, dat, zelfs bezien aan de hand
Afnemende
heid.
Op 1 Januari 1940 heeft weder een
telling plaats gehad van cu bij de ge
meentelijke organen der arbeidsbemid
deling ingeschreveh werkloozen (en
de bij werkverruimingen geplaatsten),
gesplitst naar leeftijdsgroepen. De vol
gende cijfers geven een vergelijking
tusschen de thans verkregen resulta
ten en die voor den datum 1 Januari
1936, voor zooveel betreft mannelijke
werkloozen.
1932: 30.0 (28.3). 1933: 36.3
30.2 (30.0),
35.9 (36.9),
28.8 (29.3),
29.8 (27.9).
In pCt. In pCt.
van het van het
1 Jan. totaal 1 Jan. totaal
1936 aantal 1940 aantal
len ze leven weerklönk, waarmede al
len van harte-instemden.
De heer P. Lambooy besteeg nu het
podium om een foto aan te bieden van
het fanfarecorps, waarvan de heer
Veth beschermheer is. Dit liet de Ge
rard Veth-marsch hooren, gecompo
neerd voor deze heugelijke gebeurtenis
door den directeur, den heer F. M.
Seuren. Namens de oud-leden ontving
de jarige bij monde van den heer v.
Oosten een zilveren vouwbeen met in
scriptie, namens de jongens, waarbij
een hunner het woord voerde, een pot
met plant. Het afwisselend programma,
dat werd vertoond had veel succes. De
heer Veth dankte voor de hem ge
brachte hulde met eenige welgekozen
woorden en bood den directeur van
het orkest een paar bekkens aan. Na
de pauze werd vertoond een blijspel
in één bedrijf „De haan in de mand”
genaamd, onder regie van dr. Wijnand
.Frans.
Al met al een aardige avond.
t „Finland heeft hulp
Verhooging van het zelf
vertrouwen van het volk.
Aangezien ook door den minister het
van belang wordt geacht, dat het zelf
vertrouwen van volk en weermacht
wordt geschraagd door meer bekend
heid met de tot stand gebrachte wer-
ken tot verhooging van ’s lands mili
taire kracht, zijn door hem daarvoor
Opbouw van de industrie.
„Finland”, zegt ministerpresident
Ryti, „was in den Russischen tijd geheel
en al een agrarisch land, maar het
kwam in sommige opzichten te veel
achter zijn tijd aan, om zelfs op het
terrein van de agrarische productie in
eigen behoefte te kunnen voorzien. Wat
de industrie aangaatdie was eigenlijk,
van economisch standpunt bekeken, een
primitieve. Wij legden ons hoofdzakelijk
toe op de Russische markt, en die stelde,
bijvoorbeeld ten aanzien van papier-
fabrikaten, haar eigen bijzondere
eischen. Onze houtzagerij kunt u nauwe
lijks als industrie beschouwen. Zij is
maar heel weinig arbeidsintensief, en
men kan gerust zeggen, dat wij in 1929
aan den opbouw van onze industrie
eigenlijk nog moesten beginnen. Maar
dat is dan ook gebeurd I Wij verloren in
den strijd van 1918 en door de omwen
teling in sovjet-Rusland ons afzetgebied
in het Oosten.
Daartegenover gingen wij ons er op
toe leggen, in het Westen nieuwe af
zetmogelijkheden te openen en dat is
ons in zeer aanzienlijke mate gelukt,
met name in Engeland. W ij moesten,
om ons doel te bereiken, enorme kapi-
taalinvestaties wagen, en onder onze
particulieren waren de middelen daar
toe niet altijd te vinden. Finland de
minister-president zegt het met na
druk is ten aanzien van de verdee-
ling van het nationale inkomen een
merkwaardig, misschien wel een uniek
land. U zult hier niet veel rijke, maar
ook niet veel arme menschen vin
den. De verschillen zijn kleiner dan
elders. Maar het ontbreken van een
groep hoogst draagkrachtige kapitalis
ten heeft tengevolge gehad, dat de
Staat af en toe risico’s van economi-
schen aard heeft moeten nemen. Niet
altijd in dien zin, dat een of andere
onderneming geheel en al Staatseigen
dom werd. Ook dat komt voor. Maar
daarnaast zijn er mengvormen. Een
fabriek in handen van den Staat en
een andere, geheel in handen van par
ticulieren, hebben bijvoorbeeld samen
een onderneming opgericht. Zij heb
ben nu ieder 49 procent van de aan-
deelen, en de Finsche Bank, die zoowel
van de zijde van den Staat als van die
van het particuliere industrieele leven
vertrouwen geniet, zit met twee pro
cent van de aandeelen op de wip. Dezt
ontwikkeling van ons industrieele le
ven, welke geen bureaucratische is,
want de Staatsondenemingen zijn ge
wone concurreerende vennootschap
pen, is samengaan met een hardnek
kige poging, om Finland op het stuk
van de voorziening met voornaamste
levensmiddelen zooveel mogelijk onaf
hankelijk te maken van het buitenland.
En ook daarin zijn wij geslaagd. Na
tuurlijk heeft het feit, dat de Staat
hier en daar rechtstreeks bij onderne-
nemingen geïnteresseerd is, invloed
uitgeoefend op de sociale verhoudin
gen. Ik moet u er evenwel op wijzen
en de minister doet het met grooten
nadruk dat, in tegenstelling met
sommiger beweringen, het particuliere
industrieele leven, ook zonder Staats-
stimulans, voor de verbetering van de
sociale verhoudingen veel, zeer veel
heeft gedaan. Reist u maar eens naar
industriestreken en bekijkt u er. boe
de arbeiders wonen, onderzoek wat ze
verdienen, hoe ze leven, en vergelijk
dat alles met overeenkomstige verhou
dingen elders. U zult zien, dat Finland
die vergelijking doorstaan kan. Na
tuurlijk hadden wij hier de normale
spanningen, welke men in
Werkloosheidsverzekering.
In de week van 5 tot en met 10 Fe
bruari 1940 waren bij gesubsidieerde
vereenigingen met werkloozenkas aan
gesloten 595.197 personen, waaronder
75.260 landarbeiders.
Van de 519.937 verzekerden buiten
de landarbeiders was het werkloos
heidspercentage 27.9 (in de vorige ver-
slagweek van 22 tot en met 27 Janu
ari 1940 was dit percentage 28.5)
Voor de 595.197 verzekerden, met
inbegrip van de landarbeiders, was
het werkloosheidspercentage voor al
le verzekerden in de laatste jaren als
volgt (tusschen haakjes zijn vermeld
de percentages, indien de landarbei
ders buiten beschouwing worden ge
laten)
Een man van groot gezag.
De Finsche premier is vooral op eco
nomisch terrein een man van groot ge
zag. De Finsche Bank, aan het hoofd
waarvan hij stond, moge een staatsbank
zijn in dien zin, dat de Staat de aan
deelen heeft en het parlement op de
gesties van de bank toezicht uitoefent,
in haar politiek is zij geheel vrij, en in
de allerhoogste mate heeft haar leiding
invloed op den economischen gang van
zaken in het land. Ministerpresident
Ryti mag dan ook gerekend worden tot
de bouwers van het moderne Finland.
Hij geniet, zoowel in officieele kringen
a in de zakenwereld, een algemeen
vertrouwen. Niets is dwazer dan de Rus
sische these, dat hij en de leden
zijner regeering niet op Finland’s
vertrouwen zouden steunen. Integen
deel de huidige regeering heeft in het
Parlement volstrekt algemeenen steun
z*j is in menig opzicht zelfs uniek van
samenstelling. Ook de Zweedsche volks
partij heeft er deel aan, en dat feit
geeft uitdrukking aan de verdwijning
van oude tegenstellingen onder den
druk van de huidige omstandigheden.
Op feestavond van
Gisteravond is in het gebouw De
Vereeniging aan de Willemstraat de
heer Gerard Veth op een feestavond
van E.N.O (Ernst Nut Ontspanning)
ter gelegenheid van zijn 70sten ver
jaardag gehuldigd. De heer Veth heeft
deze vereeniging vele jaren lang zijn
daadwerkelijken en financieelen steun
gegeven, en is lid van den raad van
toezicht.
Tóen de jarige, in gezelschap van
zijn vrouw, arriveerde, werd hij ont
vangen door een eerewacht bestaande
uit vier jongens, voor deze gelegenheid
allep gestoken in uit zwart crêpe-
papier vervaardigd jacquette met witte
pantalon, die mevr. Veth een bouquet
anjers aanbood.
Staande werd den heer Veth daarop
één "welkomstlied. spéciaal "voör déze
gelegenheid vervaardigd, toegezongen.
jonger dan
18 jaar
18 tot en met
24 jaar 71.667
25 tot en met
30 jaar
3,1 jaar en
ouder
Luchtstrijdkrachten.
Sperballons.
De oorlogssterkte van de luchtstrijd
krachten, zooals deze door zijn
ambtsvoorganger werd vastgesteld,
acht de minister voorhands voldoen,
de. Hij stelt alles in het werk, om
die sterkte binnen den kortst mo-
gelijken tijd te bereiken, daarbij
tevens verouderd materiaal door
modern vervangende.
De opleiding tot vlieger vindt
gelmatig voortgang. Hierbij wordt
rekening gehouden met het
kweeken van een groote
Opdracht tot een eerste aanschaf
fing van sperballons is verstrekt.
Vriendelijke en eenvoudige
ontvangst.
De ontvangst was even vriendelijk als
®envoudig. Geen kamerbewaarder, die
plechtig aandient Minister Ryti
^•ent zelf de deur van de wachtwamer,
Waar zit> en noodigt mij, binnen
komen. Ik sta tegenover een man van
Middelbaren leeftijd, met een scherp,
aar vriendelijk gezicht, dat af en toe
ak wordt als de minister over den
log spreekt, maar dan even plotse-
8 zich weer ontspant in een wending
van het gesprek, dat wij in het
^eedsch voeren de minister behoort
8roeP> die even gemakkelijk
z*eedsch als Finsch spreekt
wikt ^C8’n met te vragen naar de ont-
'mg van de richtlijnen in de eco-
mische politiek van Finland. Twintig
ar 8e'c^en bestonden hier diepe
eiaal-economische contrasten, vandaag
niet alléén door den oorlog 1