HAAGSCHE COURANT
Flitsen uit Finland
MONDJE DICHT!
STADSNIEUWS
Woensdag 28 Februari 1940.
EEN MAN OP DE TRAP!
INRICHTING SCHOOL EN
KINDERTUINEN
POSTZAK OPGEVISCHT
MINISTER VAN BOEYEN
JUBILEUM C. H. CONRAD
NIEUW ECONOMISCHE GROEP
DE SCHOLENWISSELING
Op gemeenteterreinen Adriaan
Coenenstraat en Tholenschestraat
MILITAIRE ATTACHES BIJ DEN
OPPERBEVELHEBBER
NEDERLANDSCH-DUITSCHE
VEREENIGING
EEN HONGAARSCHE DANKDIENST
TER EERE VAN RIJKSBESTUURDER
HORTHY
NEDERLANDSCHE BOND VAN
AUTOBUSONDERNEMERS
LUCHTBESCHERMING IN DEN
PENSIOENRAAD
Maar de politie dacht er
het hare van
door
HAZELHOFF ROELFZEMA
VIERDE blad.
n
Dienstbode overstuur van schrik
No. 17505.
en
een,
deze
op
Moet drie of vier weken rust
nemen
In de Groote Kerk.
„Hannie”.
schrijving de
Ir. Kurt Herdemerten over de
Groenland-expeditie in 1938.
Ds. H. Stolk zal hedenavond
in het wijkgebouw Rehoboth. Nieuwe
Laantjes, voor de Confessioneele Ver-
eeniging te Scheveningen spreken, met
als onderwerp „Over Augustinus”
matologische
planten- en
en
hij
hij
Op 1 Maart zal het 40 jaar geleden
zijn, dat de heer C. H. Conrad, refe
rendaris bij het departement van Wa
terstaat, als tweede klerk bij dat de
partement in dienst trad.
ueiers, onuer militairen en uurgers, cue
de oorzaak zouden kunnen zijn, dat het
-Al 1- 1--1 1”1__ B
Ter gelegenheid van het twintigjarig
regeerdersjubileum van den Hongaar-
schen Rijksbestuurder Horthy, zal op
Vrijdag 1 Maart a.s., des ochtends om
10 uur, een Hongaarsche dankdienst
in de Groote Kerk alhier worden ge
houden.
Naar wij vernemen, is de minister
van Binnenlandsche Zaken, de heer
H. van Boeyen. verplicht in verband
met zijn gezondheidstoestand drie of
vier weken rust te nemen.
Bevatte uitsluitend post
voor Medan.
Van officieele zijde vernemen wij, dat
deze postzak behoorde tot een zending,
welke is meegegeven met het nt.s,
„Ameland” van de Stoomvaartmaat
schappij „Rotterdam”. Zooals bekend is
de „Ameland” op 18 Februari nabij
Schouwen op een mijn geloopen en ge
zonken.
De postzak bevatte uitsluitend post
voor Medan.
Voor zoover dat mogelijk is, zal de
P.T.T. de poststukken, welke zich in
dezen zak bevinden en die uit den aard
der zaak door het zeewater veel geleden
hebben, aan de afzenders terugzenden.
Zeshonderd bommenwerpers vlogen
boven Finland. Vandaag. Er is vernield,
er is gemoord. Maar voor iederen man,
die viel, zullen ergens in de wereld
twee, drie opstaan en zijn plaats in
nemen. En voor elke vrouw en ieder
kind. Want deze strijd kan aan geen
mensch voorbijgaan.
En iedere tik van een machinege
weer en elke knal van een bom op het
gemartelde lichaam van Finland zullen
aanzwellen en aanzwellen tot geweldige
donderende slagen, die dreunend rol
len van land tot land, van zee tot zee
en het ingeslapen geweten van de we
reld wakker schudden.
Mango.
We zitten aan een tafeltje en drin
ken bier. We wachten op de bom. Der
tig dagen in successie is hij gevallen,
één bom. Als tegen den avond de Rus
sische vliegtuigen van hun raids naar
de vliegbases terugkeeren is er steeds
één Rus, die één bom bewaard heeft
voor den terugweg, voor Mango. Tegen
vijf uur valt zij, de bom Mango kan
er zijn klokken op gelijk zetten. Nu
is het half vijf en Mango wacht, wacht
op de bom. Ook wij wachten. We zijn
het ons niet bewust en denken, dat
we alleen maar zitten en bier drinken.
Maar in werkelijkheid wachten we. Op
de bom.
„Alle redders der menschheid waren
martelaren”, zegt de Fin, „ik ben geen
theosoof, maar nu zou ik het kunnen
worden. Want volgens hen staat het
geschreven in de Kalevala de hei
denschildering in Turku dat uit Fin
land de redding voor Europa komt.”
Ondoordacht praten heeft al heel wat
kwaad in de wereld gebracht. In een
tijd als deze is loslippigheid echter ge
vaarlijker dan ooit. In de oorlogvoeren
de landen zet men er dan ook alles op
otn te voorkomen, dat de alom loerende
luisterende spionnen niet via on-
jcbuldig schijnende gesprekken of ge-
sgden op de hoogte worden gebracht
van zaken, die in ’t belang van het
land en zijn verdediging onbekend moe
ten blijven. Maar ook voor ons land,
al zijn wij niet direct in den oorlog be
trokken. is het van het grootste belang,
dat ieder zijn mond houdt over dingen,
die in het buitenland onbekend moeten
blijven om onberekenbare nadeelen nu
en vooral in de toekomst te voorkomen.
Men denke aan de uiterst moeilijke
positie van onze scheepvaart door de
steeds dreigende maatregelen van oor
logvoerenden. Men denke vooral ook
aan de onzekere toekomst van ons land.
Zelfs een schijnbaar onbeduidend en
met den oorlog niets te maken hebbend
gegeven kan, als het door een spion
wordt opgevangen, tot noodlottige ge
volgen leiden.
Daarom moet het parool zijn mondje
dicht als er ook maar de geringste kans
is, dat onbekenden of niet volkomen
betrouwbaren iets kunnen opvangen.
Dit geldt voor militairen, die licht ge
neigd zijn om onder elkander of met
hun vrienden en betrekkingen over den
dienst en zoo te praten. Het geldt ook
voor burgers, die uit de eerste of de
tweede hand het een en ander weten
of meenen te weten. Het veiligste is, zoo
min mogelijk vertellen of verder-vertel-
len, vooral omdat het veelal niet mo
gelijk is om zelf te beoordeelen of een
schijnbaar onschuldige mededeeling
wellicht van waarde kan zijn voor een
spion, aan wien zij op een of andere
manier ter oore komt.
Men meene niet, dat alleen buiten
landers spionnen kunnen zijn. De onder
vinding leert helaas, dat ook landgenoo-
ten, zelfs in belangrijke ambtelijke posi
ties soms, zich niet ontzien om hand-
langersdiensten te bewijzen aan vreem
de spionnen en daarmee hun eigen land
te verraden, wel één van de laagste
misdrijven, die men kan begaan. Het is
daarom zaak om óók in tegenwoordig
heid van onbekende landgenooten het
parool „mondje-dicht” angstvallig in
acht te nemen, ja zelfs als het land
genooten betreft, die men kent en meent
te mogen vertrouwen. Het verraad
schuilt dikwijls daar, waar men het
’t minste vermoedt en in den meest
bedriegelijken vorm.
In de pers is dezer dagen aangedron
gen op een snellere berechting van ge
vallen van landverraad en met daar
mee op één lijn is te stellen. Bij dit
laatste denken wij b.v. aan laaghartige
knoeiers, die om wat gewin de schuld
zouden zijn als ingeval van oorlog de
verdedigingswerken, waarin onze sol
daten den strijd moeten voeren, eens
minder solide mochten l lijken dan ze
zijn bedoeld. Ook aan de dieven en
helers, onder militairen en burgers, die
De militaire attachés, verbonden aan
de legaties van Frankrijk, de Ver-
eenigde Staten, Uruguay en Groot-Brit-
tannië, hebben hedenochtend hun op
wachting bij den opperbevelhebber
van Land- en Zeemacht gemaakt.
In het gebouw van den Pensioenraad
aan den Benoordenhoutscheweg is de
zer dagen een luchtbeschermingsoefe-
ning gehouden onder leiding van de
referendarissen M. J. Jansen en L. F.
E. Wassenaar.
Voor het personeel kwam deze oefe
ning geheel onverwacht en toen de heer
Jansen om half 4 alarm liet blazen,
haastten alle ambtenaren (meer dan
200 dames en heeren) zich naar den
schuilkelder.
Twee aan twee ging alles de trap
pen af, nadat eerst, zooals is voorge
schreven, de ramen gesloten en boe
ken en papieren opgeborgen waren.
Vlug en ordelijk verliep dit deel van
de oefening in drie tot vier minuten.
Degenen die brandpiketdienst hadden
te verrichten deden hun ronden en
een hunner telefoneerde naar den
schuilkelder, dat er drie gewonden wa
ren. Een E.H.B.O.-ploeg verliet on
middellijk den schuilkelder om de ge
wonden op te zoeken, te verbinden en
naar de schuilplaats voor de gewon
den te brengen. Dr. F. W. C. de Grave,
die deze ploeg opleidt, was zeer tevre
den over het optreden van zijn cursis
ten, die een hoofdwond en een been
breuk geheel volgens de regelen van
de medische kunst behandelden. Beide
gewonden werden per brancard naar
beneden getransporteerd, maar de
derde, iemand die zijn enkel verzwikt
had, kon hinkende tusschen twee
E.H.B.O.-ers naar beneden gaan.
De geheele oefening duurde een half
uur. Ook de heer Jansen was tevre
den over haar verloop
Het ligt in de bedoeling regelmatig
dergelijke oefeningen, waaraan het
heele personeel deelneemt, te houden.
onze diluviale en huidige fauna; een
beter inzicht hierjp kan een oplossing
voor tal van biologische problemen op
leveren
Gedurende het tweede deel van den
avond vertelde ir. Kurt Herdemerten
aan de hand van fraaie leica-kleur-
fotoprojecties op populaire wijze van
zijn ervaringen in Groenland. De
prachtige opnamen van de marmer-
blanke gletschers en ijsbergen tegen
bruine rotsformaties en azuren luch
ten en zeeën werden met bewondering
gadegeslagen. Terecht oogstte de spre
ker na afloop een uitbundig en dank
baar applaus.
Een nieuw secretariaat
De Nederlandsche Bond van Autobus
ondernemers heeft gistermiddag zijn
nieuwe secretariaat gevestigd in het
gebouw Koninginnegracht 79a alhier,
in gebruik genomen. Deze min of meer
feestelijke gebeurtenis werd bijgewoond
door een groot aantal autoriteiten, in
het bijzonder op verkeersgebied. Na
mens den minister van Waterstaat was
aanwezig mr. F. L. Heinemann, refe
rendaris aan het departement van Wa
terstaat, terwijl de directie der Neder
landsche Spoorwegen vertegenwoordigd
was door mr. Bierman. Voorts waren
o.m. aanwezig ir. Th. M. B. van Marie,
inspecteur-generaal van de Rijksver
keersinspectie, mr. J. B. Bomans lid van
Ged. Staten v. N. Holland en vertegen
woordigers van verscheidene organisa
ties op het gebied vna het verkeer, als
b.v. de K.N.A.C., A.N.W.B., Verkeers-
federatie, enz.
Een woord van welkom werd gespro
ken door den voorzitter van den bond,
den heer G. P. H. Wortman, waarna
het woord werd gevoerd door den alge-
meenen secretaris van deze organisatie,
mr. Kraak Steemann. Spr. gaf een
overzicht van het verleden van den
bond en noemde dezen dag een nieuwen
mijlpaal. Hij zeide voorts, dat de bond
steeds naar ordening in het vervoers
wezen heeft gestreefd en voortdurend
heeft geijverd voor wetsnaleving, al is
ten aanzien van een wet wel eens een
andere interpretatie gegeven als door
de wederpartij. Spr. gewaagde verder
van de goede samenwerking tusschen
den bond en de autoriteiten eaf
uiting aan de hoop, dat zii ook in de
toekomst gehandhaafd moge blijven.
Hartelijke woorden werden vervol
gens gesproken door ir. van Marie,
waarna het hoofdbestuur namens de af-
deeling Friesland van den bond twee
wandborden van Makkumer aardewerk
werden aangeboden. Andere afdeelingen
hadden bloemen gestuurd.
onzen soldaten ontbrak aan behoorlijke
kleeding of ander noodzakelijke dingen.
Er is niets laaghartigers dan zulk laf
verraad, waardoor men het vaderland,
zoo dit in den uitersten nood zou komen
te verkeeren, in ernstig gevaar brengt
en het leven vap onze mannen en
jongens, geroepen om met de wapenen
ons land te verdedigen, en ook het leven
der burgerij, méér dan onvermijdelijk
is op het spel zet.
Als men dit bedenkt, voelt men zijn
bloed koken. Onze mannen en jongens,
die onder de wapenen zijn, brengen nu
reeds geruimen tijd zware offers voor
ons aller belang zij hebben een feilen
en harden winter achter den rug, die
zeer veel van hen heeft gevergd. Wie
weet, hoe lang zij nog van huis en haard
verdreven zullen zijn om het land te
bewaken, en wie weet welke nog veel
zwaardere en gevaarlijker taak hun
misschien wachtOok de burgerij heeft
het moeilijk en leeft in onrust, onzeker
omtrent de toekomst. En allen, militai
ren en burgers, zijn vol zorg voor het
vaderland, zijn ongereptheid, zijn onaf
hankelijkheid. Moet men dan niet de
diepste minachting gevoelen voor land-
genooten-spionnen en voor knoeiers,
dieven en helers van de hierboven ge
schetste soort
Wij deelen dan ook volkomen den
Wensch, dat met zulke lieden korte met
ten zullen worden gemaakt. Laat tegen
over hen snel en krachtig recht worden
gedaan en laat men hun straffen op
leggen, welker zwaarte evenredig is aan
hun laaghartige misdrijf. Dit zal den
Volke toonen, dat het de overheid grim
mige ernst is met de berechting en on
derdrukking van misdaden, die in tijd
Van oorlog met den dood kunnen wor
den gestraft.
Het zal ook een waarschuwend
Voorbeeld zijn voor anderen, die niet
door eigen geweten van zulke laagheden
borden teruggehouden.
Mocht de wet een beletsel zijn voor
snelle berechting en voor zeer zware
bestraffing, dan dient hierin door een
ïeer spoedige wetswijziging te worden
voorzien.
Het hoogste belang des lands eischt
dit
het besef, dat wij strijden voor Recht,
dat wij verantwoord zijn tegenover
God en dat wij ons vaderland liefheb
ben. Verstand en ontwikkeling ligt in
den aard van ons volk, en nu deze oor
log de wereld daartoe de oogen opent,
dringt in vele landen voor het eerst
eenig begrip door van wat een Fin
eigenlijk is.
„De Finnen zijn een boerenvolk,”
dacht de wereld. Neen Maar we staan
dicht bij de natuur, we houden van onze
bosschen en ons eenzame land. En
waar anders dan in de natuur denkt,
voelt en leeft de mensch het zuiverst,
waar anders krijgt hij eenig gevoel van
proportie, van waarheid „De be
schaafdste Fin is in zijn hart nog een
boer,” dacht de wereld. Neen, omge
keerd „De hoerigste boer is in zijn
hart nog beschaafd”.
„Maar gelukkig zijn er vele landen,
de landen niet zoover van ons van
daan, die dit weinige wel weten over
Finland. Zoo natuurlijk ook Holland
„Ik eh ik weet het eigenlijk niet,”
antwoord ik vaag.
„En zoo geloof ik, al ben ik geen
theosoof, dat door het-lijden van zijn
arme land Europa, verdwaasd Europa,
zal beseffen, dat het eigenlijk één is.
Dat het zal inzien, dat er grootere ge
varen dreigen, dat het zijn hoogste
goed, zijn beschaving, moet veilig stel
len, waartoe het hecht en eensgezind
moet zijn. En zoo geloof ik, dat Fin
land, dat altijd de beschaving voor
ondergang heeft behoed, zelfs nu, in
zijn God behoede het doodsstrijd,
deze beschaving dient. En als de we
reld dit bijtijds inziet, dan zal Finland
leven en Europa zijn herboren.”
„Vele landen beseffen het. En zoo
toch zeker ook Holland
„Ik eh ik weet het eigenlijk niet,”
antwoord ik vaag.
En we wachten op de bom.
Op den laten avond van den negen
den Februari, kwam de twintigjarige
dienstbode, in een gezin aan de Prins
Hendrikstraat alhier, totaal overstuur
de kamer binnen. Ze was toch zóó ge
schrokken, ze stond op d’r beenen te
trillen. D’r knieën knikten ervan. Bij
het naar boven gaan, ze wilde juist
haar slaapkamer opzoeken, was zij op
de trap van de eerste naar de tweede
étage een man tegengekomen, die plot
seling uit het donker op haar toe
kwam, haar opzij schoof en met een
groot, zwaar pak onder den arm, de
trap afstormde en verdween.
De familie schrok bij het vernemen
van dit bericht niet minder dan de
dienstbode en men ging ijlings naar
boven om na te gaan wat de onbekende
bezoeker had uitgespookt. Dat bleek
weldra. Men vermiste een tweetal kof
fers, welke een aantal sieraden bevat
ten als: een paar gouden oorknoppen
met een diamant, een ovaalvormig, gou
den, met blauw geëmailleerd medaillon
met grooten briljant, omgeven door 6
kleine briljantjes, een zilveren broche
uit Djocjacarta met garoeda-motief, een
groote gouden Montenegrijnsche munt
van 10 dinar met de beeltenis van ko-
ning Nikita, een gouden damesring met
lichtblauwen steen, waarop een kruisje
met 4 pareltjes, een gouden markies-
ring met 5 parels, 12 ijslepels met paar-
len rand, een plak goud, ong. 3 bij
4 c.m. gevat in hout met glas, voor
stellende aan een zijde een onderzee
boot, verder een withouten doosje, in
houdende een zilveren onderzeeboot op
voetstuk, een gouden juweelen broche,
verder Chineesche en Napolitaansche
kostbaarheden, oude rijksdaalders enz.
enz. De koffers stonden in een kast op
de tweede etage, waaruit de man ze had
weggenomen, evenals een bedrag van
ƒ200.
De centrale opsporingsdienst stelde
onmiddellijk een uitgebreid onderzoek
in. Het bleek, dat de man het perceel
niet anders kon zijn binnengedrongen
dan door opensluiting. Maar waar het
slot op de deur een Yale-slot was,
ging dat niet zóó maar. Het leek de
politie dadelijk onmogelijk, dat de man
op de trap kon komen zónder hulp
van binnen. En men besloot het
verleden van de ontstelde dienstbode
eens zorgvuldig na te gaan, zonder
haar daarvan in kennis te stellen, ver
moedelijk zou ze dan nog méér over
stuur zijn geraakt
Het bleek, dat het meisje, dat uit
Limburg
Door den motorschokker Sch. 1
De hedenochtend binnengekomen
motorschokker Sch. 1, schipper F.
Hoefnagel, heeft op 35 mijl N. W. van
Scheveningen een gevulden postzak,
gemerkt „den Haag-Medan” drijvende
gevonden en binnen boord gehaald.
De postzak is door den schipper op
het postkantoor te Scheveningen ge
deponeerd.
Hij is een klein mannetje met vriende
lijke, denkende oogen en in zijn zachte,
ernstige stem hebben zijn woorden iets
merkwaardig boeiends, haast iets pro
fetisch.
„Ginds staat Europa in vuur en
vlam, hier staan ze zij aan zij Fin en
Noor, Ier en Engelschman, Fransch en
Hongaar, Italiaan en Canadees. Ginds
vernietigt de beschaving zichzelf, hier
staat zij pal om haar ondergang te
ontkomen. Alles wat voelt voor het
hoogste menschelijke goed vrijheid,
recht en beschaving staat schouder
aan schouder in de Finsche vuurlinie.
Zeker zijn er ook vele Hollanders bij?”
Vragend kijkt hij mij aan.
„Ik eh ik weet het eigenlijk niet,”
antwoord ik vaag.
„Moskou, de valsche profeet, heeft
zich onmogelijk gemaaktonmogelijk,
gehaat en belachelijk.
„Ónmogelijk, doordat het bij zijn eer
sten stap in Finland heel zijn eigen
dogma, den grondslag voor zijn propa
ganda, vrijheid, met de voeten ver
trapte. En de arbeiders van de heele
wereld hebben het gezien en begrepen,
want er is geen volk op aarde, dat niet
als hoogste herinnering in zijn bestaan
eert zijn eigen vrijheidsstrijd.
„Gehaat door zijn beestachtige wijze
van oorlog voeren, het slachten van
vrouwen en kinderen, het zinloos offe
ren van eigen, onwetende onderdanen,
het niet ontzien van het internationaal
geheiligde Roode Kruis, en zelfs het ge
bruiken van dit kruis als camouflage
van eigen oorlogsmaterieel.
„Belachelijk door zijn onmacht, on
kunde en onverstand. Moskou heeft
afgedaan, onverschillig hoe de oorlog
uiteindelijk afloopt, en heel de wereld
weet het. Het Finsche avontuur is de
kras door de wereldrevolutie. En heel
de wereld toont het door de millioenen
gelds, die, en niet het minst uit arbei
derskringen, Finland toestroomen. Zoo
ook uit Holland, naar ik meen.”
„Ik eh ik weet het eigenlijk niet,”
antwoord ik vaag.
„Maar het is nog meer, wat Finland
doet. Het bewijst, dat „massa” nog
steeds niet de hoofdzaak is, maar het
onderspit moet delven tegen verstand,
ontwikkeling en zedelijke kracht. Dat
is de muur, waartegen Rusland te plet
ter loopt. Zedelijke kracht geeft ons
Onder buitengewoon groote belang
stelling heeft de leider van de in 1938
op aansporing van generaal Göring
ondernomen Duitsche expeditie naar
Groenland, ir. Kurt Herdemerten, gis
teravond voor leden en genoodigden
van de afdeeling den Haag der Ne
der landsch-Duitsche vereen iging in
Pulchri Studio verteld van de weder
waardigheden en resultaten, welke op
deze expeditie zijn ondervonden
verkregen.
In zijn inleiding zette spreker uit-
welke beteekenis een bizar po
lair gebied met vrijwel niet anders
dan naakte granietrotsen en onafzien
bare ijs- en sneeuwvelden als Groen
land vopr de wetenschap en voor de
kennis van Europa heeft. Hij ging
hierbij terug tot de onderzoekingen
van den Groenlandkenner bij uitne
mendheid, professor Alfred Wegener,
wiens theorie over de vorming van
de barosfeer door middel van het op
buigen van belaste aardschollen bij
het trekken van conclusies door de ex
peditie als uitgangspunt werd genomen.
Deze theorie tracht o.a. een verklaring
te geven voor den invloed, welken kli-
verschijnselen op het
dierenleven uitoefenen.
Bedenkt men hierbij dat in het dilu
viale tijdperk temperatuur en klimaat
in Europa van denzelfden aard waren
als nu nog in Groenland, dan valt
oogenblikkelijk de praktische beteeke
nis van deze expeditie in het oog. Be
langrijke resultaten werden verkregen
ten aanzien van het ontstaan der Pool-
winden waardoor werd aangetoond dat
Groenland in de toekomst in de trans-
Atlantische luchtverbinding een aan
zienlijke rol zal spelen. Ook ten aan
zien van magnetische onderzoekingen
en de werking van kosmische stralen
blijkt Groenland een uiterst belang
wekkend studieterrein.
De expeditie van 1938 was uitslui
tend gericht op ornithologische onder
zoekingen. Hiervoor kwam de witte
Poolvalk in aanmerking, waarvan en
kele nestvlugge jongen werden gevan
gen, wier ontwikkeling en leefwijze
dag aan dag nauwgezet werden geob
serveerd. Om een denkbeeld te geven,
welke uitgebreide waarnemingen ten
aanzien van het verkrijgen van gege
vens, welke de leefwijze van de Pool-
vak beïnvloeden, moesten worden ge
daan, wees spreker erop, dat niet kon
worden volstaan met een oppervlakkige
observatie van het levensmilieu van
de valk maar dat een zeer diepgaande
studie moest worden gemaakt van het
micro-klimaaa, plantenleven, de bac-
terieën, het plankton en de geologi
sche gesteldheid. Aan de hand hiervan
werden curves opgesteld, welke de
verschillende bij de valken waargeno
men verschijnselen nauwkeurig re
gistreerden. De bedoeling hiervan nu
was om de vogels in Duitschland over
te brengen en door vergelijking met
de oorspronkelijke curves de wijze
waarop de acclimatiseering plaats
vond, vast te stellen. Dit aanpassings
proces. hetgeen intusschen voor de
wetenschap nog grootendeels mysterie
is, vormt de missing-link tusschen
IV
Zeshonderd bommenwerpers vliegen
boven Finland. Op dit oogenblik. Sedert
dagen loeien de alarmsirenes, van
Mango tot Rovaniemi, van Vüpuri tot
Abö, Oulu en Tornio, dan hier, dan
daar, en uit den helderen vorsthemel
duiken de reusachtige Russische vlieg
tuigen als roofvogels naar hun prooi,
machinegeweren ratelen, bommen
smakken.
In de diepte ligt het leven even stil,
een enkel huis spat tot puin uiteen,
een enkele vrouw wordt gedood, een
paar kinderen op weg naar school, dan
klinkt het „alles veilig”-signaal en het
leven gaat voort of er niets gebeurd
is. Geen paniek, geen geklaag. Ook
geen doffe gelatenheid. Verder leven,
verder werken. We zijn in oorlog en
we zullen niet onder doen voor het
leger. Geen druk achter het front zal
het handjevol dapperen aan de grens
doen zwichten. We zijn in oorlog, en
als eens het Recht zal zegevieren dan
zullen wij, burger en soldaat, hand in
hand over het terrein van onze zege
staren. Want als één man hebben we
gestreden.
De openbare lagere school West-
duinweg 127, welke tot nu toe was ge
huisvest in het schoolgebouw Tessel-
schestraat 63, is met ingang van 27 Fe
bruari geplaatst in het gebouw der
bijzondere lagere school Westduinweg
151. Aan beide scholen heeft het on
derwijs plaats gedurende halve dagen.
Frankrijk,
soms pech! terwijl bleek, dat
door Zwitserland was uitgewezen.
Kort en goed: deze van talent
en doorzettingsvermogen getuigenden
staat van dienst werd aanleiding om
eens te informeeren waar Hannie, alias
Harrisson, die in werkelijkheid nóg
anders heet en een 31-jarig „koopman”
is, op ’t oogenblik uithangt. Dat was
niet makkelijk, want Hannie is veel op
reis voor „zaken” en laat dan nimmer
z’n adres achter. Zoo kwam Hannie’s
portret en signalement in het politie
blad en zoo gebeurde het, dat een twee
tal Rotterdamsche rechercheurs, blijk
baar geroutineerde speurders, op 23
Februari j.l. op het voorbalcon van een
tramwagen, op den Coolsingel aldaar,
na eenige onbescheiden maar verraste
blikken en een wederzijdsch knip
oogje, een meneer op den schouder
tikten, die met een tweetal pakjes on
der z’n arm, toevallig naast hen stond.
Dat tikje bleek een meestertik te zijn.
De heer was Hannie, hij werd verzocht
„er even uit te komen” en „even mee
te gaan”. En hij heeft de tramrit nog
niet voortgezet. Want uit de pakjes
kwam het belangrijkste deel van den
buit. Hannie vloog erin, bekende, zeide
een en ander reeds te gelde gemaakt
te hebben en ook die voorwerpen kon
den achterhaald worden.
Hannie’s nieuwe adres is thans be
kend. Hij is afgestapt in een Hotel in
de Residentie. Zij het ook niet „des
Indes”. Omtrent de rol welke de, thans
opnieuw overstuur geraakte dienst
bode in deze zaak speelde, staat met
zékerheid nog niets vast, de politie
stelt hiernaar een krachtig onder
zoek in.
Wegens de belangrijke beteekenis,
die blijkens de ondervinding de school
tuinen hebben zoowel voor de licha
melijke opvoeding als voor de geeste
lijke ontwikkeling van de schoolkinde
ren, hebben B. en W. den directeur der
Gemeentelijke School- en Kindertuinen
opgedragen om, in overleg met zijn
ambtgenooten van den dienst der Stads
ontwikkeling en Volkshuisvesting en der
Gemeenteplantsoenen, na te gaan, welke
gemeenteterreinen in aanmerking zou
den komen om tijdelijk of blijvend tot
school en kindertuin te worden inge
richt.
Tengevolge van deze opdracht hebben
B. en W. het advies van den directeur
der Gemeentelijke School- en kindertui
nen ontvangen, waarin deze een negen
tal over de Gemeente verspreid gelegen
terreinen aanwijst, welke voor het
beoogde doel geschikt zouden zijn.
De commissie van toezicht en advies
voor de gemeentelijke school- en kin
dertuinen, wier advies B. en W. om
trent deze aangelegenheid hebben in
gewonnen. beveelt de voorgestelde uit
breiding voornamelijk in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden aan als een
krachtig middel tegen verwildering van
de jeugd.
B. en W. zijn van meening. dat er, op
grond van het bovenvermelde, aanlei
ding bestaat om tot uitbreiding der ge
meentelijke school- en kindertuinen
over te gaan. Zij wenschen deze uit
breiding echter voorloopig, met het
oog op de daaraan verbonden kosten,
te bepalen, tot de door den directeur ge
noemde terreinen aan de Adriaan Coe
nenstraat en aan de Tholenschestraat,
welke ruimte bieden voor het uitgeven
onderscheidenlijk van 80 en 150 zooge
naamde kinderschooltuintjes.
De kosten van inrichting van
terreinen tot school- en kindertuin
raamt de directeur op onderscheiden
lijk 1160. en 1880 en die van de ex
ploitatie als school- en kindertuin
onderscheidenlijk ƒ630, en ƒ1155 per
jaar.
B. en W. kunnen zich, met deze ra
ming vereenigen en stellen mitsdien
den Raad voor aldus te besluiten.
De Nieuw Economische Groep voor
Nederland en Koloniën, afdeeling den
Haag, belegde gisteravond in een der
zalen van het „Hof van Holland”,
Wagenstraat, een propagandabijeen-
komst. Als spreker trad op de heer
M. Buter, voorzitter van de Amster-
damsche afdeeling, die tot onderwerp
had gekozen een uitspraak van ma
joor Douglas„Politieke democratie
zonder economische democratie is dy
namiet”.
De N.E.G. gelooft, aldus de heer
Buter, in de werkelijke waarde van
de democratie. Autoritair bestuur is
uit den booze. Democratie wordt vaak
verkeerd gedefinieerd als regeering
van de meerderheid. In werkelijkheid
geeft zij de wenschen weer van de
meerderheid, welke uitgevoerd moeten
worden door een zeer kleine minder
heid.
Er ontstaat verwarring door het)
streven naar democratiseering van het
productie-apparaat, waardoor de in
stincten tot klassestrijd opgezweept
worden.
Laat daarom de producenten hun
werk doen, ontneem hun echter de re
sultaten door onteigening der produc
tie langs legalen weg. Productie en
afzet mogen geen hindernissen in den
weg gelegd worden. Technisch zijn de
plannen van het N.E.G. uitvoerbaar,
psychologisch nog niet. Er zijn nog te
veel uitvoerende machten, die druk
uitoefenen op de volken in een ver
keerde richting. De muren der eigen
waan moeten geslecht worden. In
wezen zijn alle menschen gelijk.
Er moet een nationale balans opge
maakt worden, geen papieren begroo-
ting.
Na de pauze bestond er gelegenheid
tot het stellen van vragen.
afkomstig is, verschillende
betrekkingen had gehad. In Amsterdam
diende zij bij een familie en hier ver
nam men, dat ze kennis had aan een
zekeren „Hannie”. Een meneer, die
zich Harrisson noemde en in wiens be-
politie aanstonds een
ouden, intiemen vriend herkende. Han
nie toch, stond al jaren bekend als een
avonturier, een wat al te zwierig fan
tast, die nu eens in de groote hotels,
daarna in volkslogementjes verblijf
hield. Hannie bezat een juweel van
een strafregister, dat in 1928 begint
met 4 maanden gevangenisstraf voor
diefstal met braak, een vonnis uit Alk
maar, en dat in 1935 en 1936 eindigt
met vonnissen uit Haarlem en Am
sterdam, respectievelijk 6 maanden
voor oplichting en 9 maanden voor op
lichting. Bovendien stond er nog een
vonnis uit Zwitserland op zijn naam.
Hannie reisde veel, in België
maar ook daar had