HAAGSCHE COURANT Flitsen uit Finland MONDJE DICHT! STADSNIEUWS Woensdag 28 Februari 1940. EEN MAN OP DE TRAP! INRICHTING SCHOOL EN KINDERTUINEN POSTZAK OPGEVISCHT MINISTER VAN BOEYEN JUBILEUM C. H. CONRAD NIEUW ECONOMISCHE GROEP DE SCHOLENWISSELING Op gemeenteterreinen Adriaan Coenenstraat en Tholenschestraat MILITAIRE ATTACHES BIJ DEN OPPERBEVELHEBBER NEDERLANDSCH-DUITSCHE VEREENIGING EEN HONGAARSCHE DANKDIENST TER EERE VAN RIJKSBESTUURDER HORTHY NEDERLANDSCHE BOND VAN AUTOBUSONDERNEMERS LUCHTBESCHERMING IN DEN PENSIOENRAAD Maar de politie dacht er het hare van door HAZELHOFF ROELFZEMA VIERDE blad. n Dienstbode overstuur van schrik No. 17505. en een, deze op Moet drie of vier weken rust nemen In de Groote Kerk. „Hannie”. schrijving de Ir. Kurt Herdemerten over de Groenland-expeditie in 1938. Ds. H. Stolk zal hedenavond in het wijkgebouw Rehoboth. Nieuwe Laantjes, voor de Confessioneele Ver- eeniging te Scheveningen spreken, met als onderwerp „Over Augustinus” matologische planten- en en hij hij Op 1 Maart zal het 40 jaar geleden zijn, dat de heer C. H. Conrad, refe rendaris bij het departement van Wa terstaat, als tweede klerk bij dat de partement in dienst trad. ueiers, onuer militairen en uurgers, cue de oorzaak zouden kunnen zijn, dat het -Al 1- 1--1 1”1__ B Ter gelegenheid van het twintigjarig regeerdersjubileum van den Hongaar- schen Rijksbestuurder Horthy, zal op Vrijdag 1 Maart a.s., des ochtends om 10 uur, een Hongaarsche dankdienst in de Groote Kerk alhier worden ge houden. Naar wij vernemen, is de minister van Binnenlandsche Zaken, de heer H. van Boeyen. verplicht in verband met zijn gezondheidstoestand drie of vier weken rust te nemen. Bevatte uitsluitend post voor Medan. Van officieele zijde vernemen wij, dat deze postzak behoorde tot een zending, welke is meegegeven met het nt.s, „Ameland” van de Stoomvaartmaat schappij „Rotterdam”. Zooals bekend is de „Ameland” op 18 Februari nabij Schouwen op een mijn geloopen en ge zonken. De postzak bevatte uitsluitend post voor Medan. Voor zoover dat mogelijk is, zal de P.T.T. de poststukken, welke zich in dezen zak bevinden en die uit den aard der zaak door het zeewater veel geleden hebben, aan de afzenders terugzenden. Zeshonderd bommenwerpers vlogen boven Finland. Vandaag. Er is vernield, er is gemoord. Maar voor iederen man, die viel, zullen ergens in de wereld twee, drie opstaan en zijn plaats in nemen. En voor elke vrouw en ieder kind. Want deze strijd kan aan geen mensch voorbijgaan. En iedere tik van een machinege weer en elke knal van een bom op het gemartelde lichaam van Finland zullen aanzwellen en aanzwellen tot geweldige donderende slagen, die dreunend rol len van land tot land, van zee tot zee en het ingeslapen geweten van de we reld wakker schudden. Mango. We zitten aan een tafeltje en drin ken bier. We wachten op de bom. Der tig dagen in successie is hij gevallen, één bom. Als tegen den avond de Rus sische vliegtuigen van hun raids naar de vliegbases terugkeeren is er steeds één Rus, die één bom bewaard heeft voor den terugweg, voor Mango. Tegen vijf uur valt zij, de bom Mango kan er zijn klokken op gelijk zetten. Nu is het half vijf en Mango wacht, wacht op de bom. Ook wij wachten. We zijn het ons niet bewust en denken, dat we alleen maar zitten en bier drinken. Maar in werkelijkheid wachten we. Op de bom. „Alle redders der menschheid waren martelaren”, zegt de Fin, „ik ben geen theosoof, maar nu zou ik het kunnen worden. Want volgens hen staat het geschreven in de Kalevala de hei denschildering in Turku dat uit Fin land de redding voor Europa komt.” Ondoordacht praten heeft al heel wat kwaad in de wereld gebracht. In een tijd als deze is loslippigheid echter ge vaarlijker dan ooit. In de oorlogvoeren de landen zet men er dan ook alles op otn te voorkomen, dat de alom loerende luisterende spionnen niet via on- jcbuldig schijnende gesprekken of ge- sgden op de hoogte worden gebracht van zaken, die in ’t belang van het land en zijn verdediging onbekend moe ten blijven. Maar ook voor ons land, al zijn wij niet direct in den oorlog be trokken. is het van het grootste belang, dat ieder zijn mond houdt over dingen, die in het buitenland onbekend moeten blijven om onberekenbare nadeelen nu en vooral in de toekomst te voorkomen. Men denke aan de uiterst moeilijke positie van onze scheepvaart door de steeds dreigende maatregelen van oor logvoerenden. Men denke vooral ook aan de onzekere toekomst van ons land. Zelfs een schijnbaar onbeduidend en met den oorlog niets te maken hebbend gegeven kan, als het door een spion wordt opgevangen, tot noodlottige ge volgen leiden. Daarom moet het parool zijn mondje dicht als er ook maar de geringste kans is, dat onbekenden of niet volkomen betrouwbaren iets kunnen opvangen. Dit geldt voor militairen, die licht ge neigd zijn om onder elkander of met hun vrienden en betrekkingen over den dienst en zoo te praten. Het geldt ook voor burgers, die uit de eerste of de tweede hand het een en ander weten of meenen te weten. Het veiligste is, zoo min mogelijk vertellen of verder-vertel- len, vooral omdat het veelal niet mo gelijk is om zelf te beoordeelen of een schijnbaar onschuldige mededeeling wellicht van waarde kan zijn voor een spion, aan wien zij op een of andere manier ter oore komt. Men meene niet, dat alleen buiten landers spionnen kunnen zijn. De onder vinding leert helaas, dat ook landgenoo- ten, zelfs in belangrijke ambtelijke posi ties soms, zich niet ontzien om hand- langersdiensten te bewijzen aan vreem de spionnen en daarmee hun eigen land te verraden, wel één van de laagste misdrijven, die men kan begaan. Het is daarom zaak om óók in tegenwoordig heid van onbekende landgenooten het parool „mondje-dicht” angstvallig in acht te nemen, ja zelfs als het land genooten betreft, die men kent en meent te mogen vertrouwen. Het verraad schuilt dikwijls daar, waar men het ’t minste vermoedt en in den meest bedriegelijken vorm. In de pers is dezer dagen aangedron gen op een snellere berechting van ge vallen van landverraad en met daar mee op één lijn is te stellen. Bij dit laatste denken wij b.v. aan laaghartige knoeiers, die om wat gewin de schuld zouden zijn als ingeval van oorlog de verdedigingswerken, waarin onze sol daten den strijd moeten voeren, eens minder solide mochten l lijken dan ze zijn bedoeld. Ook aan de dieven en helers, onder militairen en burgers, die De militaire attachés, verbonden aan de legaties van Frankrijk, de Ver- eenigde Staten, Uruguay en Groot-Brit- tannië, hebben hedenochtend hun op wachting bij den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht gemaakt. In het gebouw van den Pensioenraad aan den Benoordenhoutscheweg is de zer dagen een luchtbeschermingsoefe- ning gehouden onder leiding van de referendarissen M. J. Jansen en L. F. E. Wassenaar. Voor het personeel kwam deze oefe ning geheel onverwacht en toen de heer Jansen om half 4 alarm liet blazen, haastten alle ambtenaren (meer dan 200 dames en heeren) zich naar den schuilkelder. Twee aan twee ging alles de trap pen af, nadat eerst, zooals is voorge schreven, de ramen gesloten en boe ken en papieren opgeborgen waren. Vlug en ordelijk verliep dit deel van de oefening in drie tot vier minuten. Degenen die brandpiketdienst hadden te verrichten deden hun ronden en een hunner telefoneerde naar den schuilkelder, dat er drie gewonden wa ren. Een E.H.B.O.-ploeg verliet on middellijk den schuilkelder om de ge wonden op te zoeken, te verbinden en naar de schuilplaats voor de gewon den te brengen. Dr. F. W. C. de Grave, die deze ploeg opleidt, was zeer tevre den over het optreden van zijn cursis ten, die een hoofdwond en een been breuk geheel volgens de regelen van de medische kunst behandelden. Beide gewonden werden per brancard naar beneden getransporteerd, maar de derde, iemand die zijn enkel verzwikt had, kon hinkende tusschen twee E.H.B.O.-ers naar beneden gaan. De geheele oefening duurde een half uur. Ook de heer Jansen was tevre den over haar verloop Het ligt in de bedoeling regelmatig dergelijke oefeningen, waaraan het heele personeel deelneemt, te houden. onze diluviale en huidige fauna; een beter inzicht hierjp kan een oplossing voor tal van biologische problemen op leveren Gedurende het tweede deel van den avond vertelde ir. Kurt Herdemerten aan de hand van fraaie leica-kleur- fotoprojecties op populaire wijze van zijn ervaringen in Groenland. De prachtige opnamen van de marmer- blanke gletschers en ijsbergen tegen bruine rotsformaties en azuren luch ten en zeeën werden met bewondering gadegeslagen. Terecht oogstte de spre ker na afloop een uitbundig en dank baar applaus. Een nieuw secretariaat De Nederlandsche Bond van Autobus ondernemers heeft gistermiddag zijn nieuwe secretariaat gevestigd in het gebouw Koninginnegracht 79a alhier, in gebruik genomen. Deze min of meer feestelijke gebeurtenis werd bijgewoond door een groot aantal autoriteiten, in het bijzonder op verkeersgebied. Na mens den minister van Waterstaat was aanwezig mr. F. L. Heinemann, refe rendaris aan het departement van Wa terstaat, terwijl de directie der Neder landsche Spoorwegen vertegenwoordigd was door mr. Bierman. Voorts waren o.m. aanwezig ir. Th. M. B. van Marie, inspecteur-generaal van de Rijksver keersinspectie, mr. J. B. Bomans lid van Ged. Staten v. N. Holland en vertegen woordigers van verscheidene organisa ties op het gebied vna het verkeer, als b.v. de K.N.A.C., A.N.W.B., Verkeers- federatie, enz. Een woord van welkom werd gespro ken door den voorzitter van den bond, den heer G. P. H. Wortman, waarna het woord werd gevoerd door den alge- meenen secretaris van deze organisatie, mr. Kraak Steemann. Spr. gaf een overzicht van het verleden van den bond en noemde dezen dag een nieuwen mijlpaal. Hij zeide voorts, dat de bond steeds naar ordening in het vervoers wezen heeft gestreefd en voortdurend heeft geijverd voor wetsnaleving, al is ten aanzien van een wet wel eens een andere interpretatie gegeven als door de wederpartij. Spr. gewaagde verder van de goede samenwerking tusschen den bond en de autoriteiten eaf uiting aan de hoop, dat zii ook in de toekomst gehandhaafd moge blijven. Hartelijke woorden werden vervol gens gesproken door ir. van Marie, waarna het hoofdbestuur namens de af- deeling Friesland van den bond twee wandborden van Makkumer aardewerk werden aangeboden. Andere afdeelingen hadden bloemen gestuurd. onzen soldaten ontbrak aan behoorlijke kleeding of ander noodzakelijke dingen. Er is niets laaghartigers dan zulk laf verraad, waardoor men het vaderland, zoo dit in den uitersten nood zou komen te verkeeren, in ernstig gevaar brengt en het leven vap onze mannen en jongens, geroepen om met de wapenen ons land te verdedigen, en ook het leven der burgerij, méér dan onvermijdelijk is op het spel zet. Als men dit bedenkt, voelt men zijn bloed koken. Onze mannen en jongens, die onder de wapenen zijn, brengen nu reeds geruimen tijd zware offers voor ons aller belang zij hebben een feilen en harden winter achter den rug, die zeer veel van hen heeft gevergd. Wie weet, hoe lang zij nog van huis en haard verdreven zullen zijn om het land te bewaken, en wie weet welke nog veel zwaardere en gevaarlijker taak hun misschien wachtOok de burgerij heeft het moeilijk en leeft in onrust, onzeker omtrent de toekomst. En allen, militai ren en burgers, zijn vol zorg voor het vaderland, zijn ongereptheid, zijn onaf hankelijkheid. Moet men dan niet de diepste minachting gevoelen voor land- genooten-spionnen en voor knoeiers, dieven en helers van de hierboven ge schetste soort Wij deelen dan ook volkomen den Wensch, dat met zulke lieden korte met ten zullen worden gemaakt. Laat tegen over hen snel en krachtig recht worden gedaan en laat men hun straffen op leggen, welker zwaarte evenredig is aan hun laaghartige misdrijf. Dit zal den Volke toonen, dat het de overheid grim mige ernst is met de berechting en on derdrukking van misdaden, die in tijd Van oorlog met den dood kunnen wor den gestraft. Het zal ook een waarschuwend Voorbeeld zijn voor anderen, die niet door eigen geweten van zulke laagheden borden teruggehouden. Mocht de wet een beletsel zijn voor snelle berechting en voor zeer zware bestraffing, dan dient hierin door een ïeer spoedige wetswijziging te worden voorzien. Het hoogste belang des lands eischt dit het besef, dat wij strijden voor Recht, dat wij verantwoord zijn tegenover God en dat wij ons vaderland liefheb ben. Verstand en ontwikkeling ligt in den aard van ons volk, en nu deze oor log de wereld daartoe de oogen opent, dringt in vele landen voor het eerst eenig begrip door van wat een Fin eigenlijk is. „De Finnen zijn een boerenvolk,” dacht de wereld. Neen Maar we staan dicht bij de natuur, we houden van onze bosschen en ons eenzame land. En waar anders dan in de natuur denkt, voelt en leeft de mensch het zuiverst, waar anders krijgt hij eenig gevoel van proportie, van waarheid „De be schaafdste Fin is in zijn hart nog een boer,” dacht de wereld. Neen, omge keerd „De hoerigste boer is in zijn hart nog beschaafd”. „Maar gelukkig zijn er vele landen, de landen niet zoover van ons van daan, die dit weinige wel weten over Finland. Zoo natuurlijk ook Holland „Ik eh ik weet het eigenlijk niet,” antwoord ik vaag. „En zoo geloof ik, al ben ik geen theosoof, dat door het-lijden van zijn arme land Europa, verdwaasd Europa, zal beseffen, dat het eigenlijk één is. Dat het zal inzien, dat er grootere ge varen dreigen, dat het zijn hoogste goed, zijn beschaving, moet veilig stel len, waartoe het hecht en eensgezind moet zijn. En zoo geloof ik, dat Fin land, dat altijd de beschaving voor ondergang heeft behoed, zelfs nu, in zijn God behoede het doodsstrijd, deze beschaving dient. En als de we reld dit bijtijds inziet, dan zal Finland leven en Europa zijn herboren.” „Vele landen beseffen het. En zoo toch zeker ook Holland „Ik eh ik weet het eigenlijk niet,” antwoord ik vaag. En we wachten op de bom. Op den laten avond van den negen den Februari, kwam de twintigjarige dienstbode, in een gezin aan de Prins Hendrikstraat alhier, totaal overstuur de kamer binnen. Ze was toch zóó ge schrokken, ze stond op d’r beenen te trillen. D’r knieën knikten ervan. Bij het naar boven gaan, ze wilde juist haar slaapkamer opzoeken, was zij op de trap van de eerste naar de tweede étage een man tegengekomen, die plot seling uit het donker op haar toe kwam, haar opzij schoof en met een groot, zwaar pak onder den arm, de trap afstormde en verdween. De familie schrok bij het vernemen van dit bericht niet minder dan de dienstbode en men ging ijlings naar boven om na te gaan wat de onbekende bezoeker had uitgespookt. Dat bleek weldra. Men vermiste een tweetal kof fers, welke een aantal sieraden bevat ten als: een paar gouden oorknoppen met een diamant, een ovaalvormig, gou den, met blauw geëmailleerd medaillon met grooten briljant, omgeven door 6 kleine briljantjes, een zilveren broche uit Djocjacarta met garoeda-motief, een groote gouden Montenegrijnsche munt van 10 dinar met de beeltenis van ko- ning Nikita, een gouden damesring met lichtblauwen steen, waarop een kruisje met 4 pareltjes, een gouden markies- ring met 5 parels, 12 ijslepels met paar- len rand, een plak goud, ong. 3 bij 4 c.m. gevat in hout met glas, voor stellende aan een zijde een onderzee boot, verder een withouten doosje, in houdende een zilveren onderzeeboot op voetstuk, een gouden juweelen broche, verder Chineesche en Napolitaansche kostbaarheden, oude rijksdaalders enz. enz. De koffers stonden in een kast op de tweede etage, waaruit de man ze had weggenomen, evenals een bedrag van ƒ200. De centrale opsporingsdienst stelde onmiddellijk een uitgebreid onderzoek in. Het bleek, dat de man het perceel niet anders kon zijn binnengedrongen dan door opensluiting. Maar waar het slot op de deur een Yale-slot was, ging dat niet zóó maar. Het leek de politie dadelijk onmogelijk, dat de man op de trap kon komen zónder hulp van binnen. En men besloot het verleden van de ontstelde dienstbode eens zorgvuldig na te gaan, zonder haar daarvan in kennis te stellen, ver moedelijk zou ze dan nog méér over stuur zijn geraakt Het bleek, dat het meisje, dat uit Limburg Door den motorschokker Sch. 1 De hedenochtend binnengekomen motorschokker Sch. 1, schipper F. Hoefnagel, heeft op 35 mijl N. W. van Scheveningen een gevulden postzak, gemerkt „den Haag-Medan” drijvende gevonden en binnen boord gehaald. De postzak is door den schipper op het postkantoor te Scheveningen ge deponeerd. Hij is een klein mannetje met vriende lijke, denkende oogen en in zijn zachte, ernstige stem hebben zijn woorden iets merkwaardig boeiends, haast iets pro fetisch. „Ginds staat Europa in vuur en vlam, hier staan ze zij aan zij Fin en Noor, Ier en Engelschman, Fransch en Hongaar, Italiaan en Canadees. Ginds vernietigt de beschaving zichzelf, hier staat zij pal om haar ondergang te ontkomen. Alles wat voelt voor het hoogste menschelijke goed vrijheid, recht en beschaving staat schouder aan schouder in de Finsche vuurlinie. Zeker zijn er ook vele Hollanders bij?” Vragend kijkt hij mij aan. „Ik eh ik weet het eigenlijk niet,” antwoord ik vaag. „Moskou, de valsche profeet, heeft zich onmogelijk gemaaktonmogelijk, gehaat en belachelijk. „Ónmogelijk, doordat het bij zijn eer sten stap in Finland heel zijn eigen dogma, den grondslag voor zijn propa ganda, vrijheid, met de voeten ver trapte. En de arbeiders van de heele wereld hebben het gezien en begrepen, want er is geen volk op aarde, dat niet als hoogste herinnering in zijn bestaan eert zijn eigen vrijheidsstrijd. „Gehaat door zijn beestachtige wijze van oorlog voeren, het slachten van vrouwen en kinderen, het zinloos offe ren van eigen, onwetende onderdanen, het niet ontzien van het internationaal geheiligde Roode Kruis, en zelfs het ge bruiken van dit kruis als camouflage van eigen oorlogsmaterieel. „Belachelijk door zijn onmacht, on kunde en onverstand. Moskou heeft afgedaan, onverschillig hoe de oorlog uiteindelijk afloopt, en heel de wereld weet het. Het Finsche avontuur is de kras door de wereldrevolutie. En heel de wereld toont het door de millioenen gelds, die, en niet het minst uit arbei derskringen, Finland toestroomen. Zoo ook uit Holland, naar ik meen.” „Ik eh ik weet het eigenlijk niet,” antwoord ik vaag. „Maar het is nog meer, wat Finland doet. Het bewijst, dat „massa” nog steeds niet de hoofdzaak is, maar het onderspit moet delven tegen verstand, ontwikkeling en zedelijke kracht. Dat is de muur, waartegen Rusland te plet ter loopt. Zedelijke kracht geeft ons Onder buitengewoon groote belang stelling heeft de leider van de in 1938 op aansporing van generaal Göring ondernomen Duitsche expeditie naar Groenland, ir. Kurt Herdemerten, gis teravond voor leden en genoodigden van de afdeeling den Haag der Ne der landsch-Duitsche vereen iging in Pulchri Studio verteld van de weder waardigheden en resultaten, welke op deze expeditie zijn ondervonden verkregen. In zijn inleiding zette spreker uit- welke beteekenis een bizar po lair gebied met vrijwel niet anders dan naakte granietrotsen en onafzien bare ijs- en sneeuwvelden als Groen land vopr de wetenschap en voor de kennis van Europa heeft. Hij ging hierbij terug tot de onderzoekingen van den Groenlandkenner bij uitne mendheid, professor Alfred Wegener, wiens theorie over de vorming van de barosfeer door middel van het op buigen van belaste aardschollen bij het trekken van conclusies door de ex peditie als uitgangspunt werd genomen. Deze theorie tracht o.a. een verklaring te geven voor den invloed, welken kli- verschijnselen op het dierenleven uitoefenen. Bedenkt men hierbij dat in het dilu viale tijdperk temperatuur en klimaat in Europa van denzelfden aard waren als nu nog in Groenland, dan valt oogenblikkelijk de praktische beteeke nis van deze expeditie in het oog. Be langrijke resultaten werden verkregen ten aanzien van het ontstaan der Pool- winden waardoor werd aangetoond dat Groenland in de toekomst in de trans- Atlantische luchtverbinding een aan zienlijke rol zal spelen. Ook ten aan zien van magnetische onderzoekingen en de werking van kosmische stralen blijkt Groenland een uiterst belang wekkend studieterrein. De expeditie van 1938 was uitslui tend gericht op ornithologische onder zoekingen. Hiervoor kwam de witte Poolvalk in aanmerking, waarvan en kele nestvlugge jongen werden gevan gen, wier ontwikkeling en leefwijze dag aan dag nauwgezet werden geob serveerd. Om een denkbeeld te geven, welke uitgebreide waarnemingen ten aanzien van het verkrijgen van gege vens, welke de leefwijze van de Pool- vak beïnvloeden, moesten worden ge daan, wees spreker erop, dat niet kon worden volstaan met een oppervlakkige observatie van het levensmilieu van de valk maar dat een zeer diepgaande studie moest worden gemaakt van het micro-klimaaa, plantenleven, de bac- terieën, het plankton en de geologi sche gesteldheid. Aan de hand hiervan werden curves opgesteld, welke de verschillende bij de valken waargeno men verschijnselen nauwkeurig re gistreerden. De bedoeling hiervan nu was om de vogels in Duitschland over te brengen en door vergelijking met de oorspronkelijke curves de wijze waarop de acclimatiseering plaats vond, vast te stellen. Dit aanpassings proces. hetgeen intusschen voor de wetenschap nog grootendeels mysterie is, vormt de missing-link tusschen IV Zeshonderd bommenwerpers vliegen boven Finland. Op dit oogenblik. Sedert dagen loeien de alarmsirenes, van Mango tot Rovaniemi, van Vüpuri tot Abö, Oulu en Tornio, dan hier, dan daar, en uit den helderen vorsthemel duiken de reusachtige Russische vlieg tuigen als roofvogels naar hun prooi, machinegeweren ratelen, bommen smakken. In de diepte ligt het leven even stil, een enkel huis spat tot puin uiteen, een enkele vrouw wordt gedood, een paar kinderen op weg naar school, dan klinkt het „alles veilig”-signaal en het leven gaat voort of er niets gebeurd is. Geen paniek, geen geklaag. Ook geen doffe gelatenheid. Verder leven, verder werken. We zijn in oorlog en we zullen niet onder doen voor het leger. Geen druk achter het front zal het handjevol dapperen aan de grens doen zwichten. We zijn in oorlog, en als eens het Recht zal zegevieren dan zullen wij, burger en soldaat, hand in hand over het terrein van onze zege staren. Want als één man hebben we gestreden. De openbare lagere school West- duinweg 127, welke tot nu toe was ge huisvest in het schoolgebouw Tessel- schestraat 63, is met ingang van 27 Fe bruari geplaatst in het gebouw der bijzondere lagere school Westduinweg 151. Aan beide scholen heeft het on derwijs plaats gedurende halve dagen. Frankrijk, soms pech! terwijl bleek, dat door Zwitserland was uitgewezen. Kort en goed: deze van talent en doorzettingsvermogen getuigenden staat van dienst werd aanleiding om eens te informeeren waar Hannie, alias Harrisson, die in werkelijkheid nóg anders heet en een 31-jarig „koopman” is, op ’t oogenblik uithangt. Dat was niet makkelijk, want Hannie is veel op reis voor „zaken” en laat dan nimmer z’n adres achter. Zoo kwam Hannie’s portret en signalement in het politie blad en zoo gebeurde het, dat een twee tal Rotterdamsche rechercheurs, blijk baar geroutineerde speurders, op 23 Februari j.l. op het voorbalcon van een tramwagen, op den Coolsingel aldaar, na eenige onbescheiden maar verraste blikken en een wederzijdsch knip oogje, een meneer op den schouder tikten, die met een tweetal pakjes on der z’n arm, toevallig naast hen stond. Dat tikje bleek een meestertik te zijn. De heer was Hannie, hij werd verzocht „er even uit te komen” en „even mee te gaan”. En hij heeft de tramrit nog niet voortgezet. Want uit de pakjes kwam het belangrijkste deel van den buit. Hannie vloog erin, bekende, zeide een en ander reeds te gelde gemaakt te hebben en ook die voorwerpen kon den achterhaald worden. Hannie’s nieuwe adres is thans be kend. Hij is afgestapt in een Hotel in de Residentie. Zij het ook niet „des Indes”. Omtrent de rol welke de, thans opnieuw overstuur geraakte dienst bode in deze zaak speelde, staat met zékerheid nog niets vast, de politie stelt hiernaar een krachtig onder zoek in. Wegens de belangrijke beteekenis, die blijkens de ondervinding de school tuinen hebben zoowel voor de licha melijke opvoeding als voor de geeste lijke ontwikkeling van de schoolkinde ren, hebben B. en W. den directeur der Gemeentelijke School- en Kindertuinen opgedragen om, in overleg met zijn ambtgenooten van den dienst der Stads ontwikkeling en Volkshuisvesting en der Gemeenteplantsoenen, na te gaan, welke gemeenteterreinen in aanmerking zou den komen om tijdelijk of blijvend tot school en kindertuin te worden inge richt. Tengevolge van deze opdracht hebben B. en W. het advies van den directeur der Gemeentelijke School- en kindertui nen ontvangen, waarin deze een negen tal over de Gemeente verspreid gelegen terreinen aanwijst, welke voor het beoogde doel geschikt zouden zijn. De commissie van toezicht en advies voor de gemeentelijke school- en kin dertuinen, wier advies B. en W. om trent deze aangelegenheid hebben in gewonnen. beveelt de voorgestelde uit breiding voornamelijk in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden aan als een krachtig middel tegen verwildering van de jeugd. B. en W. zijn van meening. dat er, op grond van het bovenvermelde, aanlei ding bestaat om tot uitbreiding der ge meentelijke school- en kindertuinen over te gaan. Zij wenschen deze uit breiding echter voorloopig, met het oog op de daaraan verbonden kosten, te bepalen, tot de door den directeur ge noemde terreinen aan de Adriaan Coe nenstraat en aan de Tholenschestraat, welke ruimte bieden voor het uitgeven onderscheidenlijk van 80 en 150 zooge naamde kinderschooltuintjes. De kosten van inrichting van terreinen tot school- en kindertuin raamt de directeur op onderscheiden lijk 1160. en 1880 en die van de ex ploitatie als school- en kindertuin onderscheidenlijk ƒ630, en ƒ1155 per jaar. B. en W. kunnen zich, met deze ra ming vereenigen en stellen mitsdien den Raad voor aldus te besluiten. De Nieuw Economische Groep voor Nederland en Koloniën, afdeeling den Haag, belegde gisteravond in een der zalen van het „Hof van Holland”, Wagenstraat, een propagandabijeen- komst. Als spreker trad op de heer M. Buter, voorzitter van de Amster- damsche afdeeling, die tot onderwerp had gekozen een uitspraak van ma joor Douglas„Politieke democratie zonder economische democratie is dy namiet”. De N.E.G. gelooft, aldus de heer Buter, in de werkelijke waarde van de democratie. Autoritair bestuur is uit den booze. Democratie wordt vaak verkeerd gedefinieerd als regeering van de meerderheid. In werkelijkheid geeft zij de wenschen weer van de meerderheid, welke uitgevoerd moeten worden door een zeer kleine minder heid. Er ontstaat verwarring door het) streven naar democratiseering van het productie-apparaat, waardoor de in stincten tot klassestrijd opgezweept worden. Laat daarom de producenten hun werk doen, ontneem hun echter de re sultaten door onteigening der produc tie langs legalen weg. Productie en afzet mogen geen hindernissen in den weg gelegd worden. Technisch zijn de plannen van het N.E.G. uitvoerbaar, psychologisch nog niet. Er zijn nog te veel uitvoerende machten, die druk uitoefenen op de volken in een ver keerde richting. De muren der eigen waan moeten geslecht worden. In wezen zijn alle menschen gelijk. Er moet een nationale balans opge maakt worden, geen papieren begroo- ting. Na de pauze bestond er gelegenheid tot het stellen van vragen. afkomstig is, verschillende betrekkingen had gehad. In Amsterdam diende zij bij een familie en hier ver nam men, dat ze kennis had aan een zekeren „Hannie”. Een meneer, die zich Harrisson noemde en in wiens be- politie aanstonds een ouden, intiemen vriend herkende. Han nie toch, stond al jaren bekend als een avonturier, een wat al te zwierig fan tast, die nu eens in de groote hotels, daarna in volkslogementjes verblijf hield. Hannie bezat een juweel van een strafregister, dat in 1928 begint met 4 maanden gevangenisstraf voor diefstal met braak, een vonnis uit Alk maar, en dat in 1935 en 1936 eindigt met vonnissen uit Haarlem en Am sterdam, respectievelijk 6 maanden voor oplichting en 9 maanden voor op lichting. Bovendien stond er nog een vonnis uit Zwitserland op zijn naam. Hannie reisde veel, in België maar ook daar had

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13