In Finland
Een trieste
reis aan het
van
Vlucht uit Moskou
begin
haar einde
IIaagsthe Courant van Donderdag 29 Februari 1940
1
Afscheid
Finland bloedt
en
Finland brandt: de
eenheid der Noord-
een
zaak
sche landen blijft
echter een brooze
I r
STADSNIEUWS
GEEN ZEESLAG, MAAR
SCHIETPROEVEN
TWEE OPENLUCHT
OPERA-OPVOERINGEN
Het kanongebulder
gisteravond
FEUILLETON.
en
heeft haar stijgenden
omzet uitsluitend te dan-
ken aan goede kwaliteit
voordeeligen prijs.
VIERDE BLAD, PAGINA 1.
In de maand Juli op het
Binnenhof
,1
Plannen voor openlucht-spelen.
XXIX.
Voorstel van B. en W«
'(Van onzen specialen verslaggever.)
Wie is Kuusinen?
TORNIO, 18 Februari.
De Finnen vol van bitterheid.
SO-
(Nadruk verboden.)
één
voor
HOOFDSTUK XVII.
LWordt vervolgd.1
ben opgebouwd, dag aan dag meer en
meer vernield wordt. En ik weet ook,
dat geen twee namen in Finland met
dieper verachting worden uitgesproken
dan die van Molotof en Kuusinen.
Wij vernemen van bevoegde zijde,
dat deze veronderstelling naar het
rijk der fabelen moet worden ver
wezen en dat het geluid der schoten
en de lichtschijnsels afkomstig zijn
van schietproeven, die nabij Was
senaar zijn gehouden.
I
I
I
I
I
I
I
I
i
I
I
I
I
I
I
i
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
die
een
Wij wijzen er op, dat er ook vandaag
en morgen, op beide dagen van 12 uur
’s middags tot 6 uur nam. en van 8 uur
nam. tot den volgenden ochtend 6 uur,
weer schietproeven aan het strand wor
den gehouden.
binnenkomt, zullen zij
dezer zake afzonderlijk
doen.
GROOTSCHE PLANNEN VAN DE
ITALIAANSCHE OPERA.
den heldenmoed van het roode leger”
wordt uitgelegd! Met dat al is de „een
heid” van het Noorden een brooze
zaak: het eigenbelang overwoekert het
solidariteitsbesef. Nu hangt het er
maar van af, wat men voor eigen be
lang aanziet. Hansson zegt: de Russe i
laten het wel bij Finland, en als w:
nu den oorlog tegen Rusland ingaan,
zitten wij straks midden in den we
reldbrand. Sandler zegt: onze positie
wordt na een val van Finland veel ge
vaarlijker dan zij nu al is, en Duitsch-
land heeft er geen enkel belang bij,
ons in den oorlog te sleepen.
„Ik heb gereisd door een bloe
dend en brandend Finland. Ik
heb de vlammen van huizen en
fabrieken, van theaters en scho
len, rossig zien opslaan tegen den
hemel, en ik weet, dat van dl,
wat de Finnen in twintig jaar
hebben opgebouwd, dag aan dag
meer en meer vernield wordt
Onze speciale verslaggever schrijft
het in zijn slotbrief, gewijd aan
zijn reis door het Finland van nu.
Een reportage van een volk, dat
zich in zijn grondgebied heeft
vastgebeten en strijd voert voor
het behoud van vrijheid en onaf
hankelijkheid, is hiermede beëin
digd.
(ook toengevormde „volksregee-
ring”.
Na de mislukking van de revolutie
dook hij in Rusland op, waar hij secre
taris van de Komintern werd, een
functie, die hij onder drie opeenvol
gende voorzitters tot op den huidigen
dag waarneemt. Kuusinen is, zoo zeg
gen zijn oude kameraden, allerminst
dom. Hij is ook niet „ongeletterd”. Hij
is evenmin een dronkenlap, al is het
zeker, dat hij in jongere jaren herhaal
delijk te diep in het glas heeft geke
ken. De Parijsche courant heeft het
dus „te mooi” willen maken, en ik ben
er blij om, dat ik de feiten tegenover
de verhaaltjes kan zetten. Wat Kuusi
nen dan van een Finsch patriot tot een
Finnenhater heeft gemaakt? Ik kan
het u niet zeggen. Zijn gewezen kame
raden r waarvan de eene nu een
hooge openbare functie bekleedt
gelooven in een (late) reactie op de
troostelooze armoede van zijn kinder
jaren. Hoe dat zij ook achter dezen
„minister” steekt de tragedie van een
menschenleven. Kuusinen staat nu
naast Molotof. Maar op de Karelische
Landengte vechten zijn twee zoons aan
Finsche zijde en zijn dochter is
„Lotta”
Thans stellen zij den Raad voor:
ten laste van de Gemeente te nemen
de voor twee openlucht-opera-opvoerin-
gen in den zomer van dit jaar op het
Binnenhof te geven, te maken kosten
tot een maximum van ƒ4400 voor het
vervaardigen van een podium, (speel
vlak), een vlakken houten vloer.
met één verhooging op de bestrating
buffetten, toiletten en een lichtinstal
latie, zoomede de huur van 4000 stoe
len, en daarvoor voor zooveel noodig,
te gebruiken reeds in het bezit der Ge
meente zijnd hout;
deze werken voor zooveel mogelijk,
te doen uitvoeren door de leerlingen
van de Gemeentelijke Vakcursussen;
aan de N.V. Italiaansche Opera voor
bedoelde opvoeringen een subsidie te
verleenen. gelijk aan het bedrag, het
welk de N.V. voor deze opvoeringen
aan vermakelijkhedenbelasting aan de
Gemeente verschuldigd zal zijn.
Verscheidene Hagenaars en vooral de
inwoners van Scheveningen hebben gis
teravond laat kanongebulder gehoord
en lichtschijnsels waargenomen. Het
geluid der schoten alsmede de flikke
rende lichtschijnsels kwamen ver uit
zee, in verband waarmede velen de
conclusie trokken, dat onder onze kust
een zeeslag werd geleverd.
IN KELDERLUIK GEVALLEN.
Gistermiddag is in een perceel aan
de Hulshorststraat de 42-jarige mej. E.
F. S„ uit de Kaapstraat door eigen on
voorzichtigheid door een openstaand
luik in een IJ meter diepen kelder ge
vallen. Zij kreeg een ribfractuur en
werd door den geneeskundigen dienst
overgebracht naar het ziekenhuis aan
den Zuidwal.
JUBILEUM MEJ. A. M. KARG.
Morgen herdenkt mej. A. M. Karg
haar 25-jarige werkzaamheid in het
mantelmagazijn „De Duif” in de Veene-
straat.
de kosten van een podium (speelvlak)^
een vlakken vloer met één verhooging
op de bestrating, het maken van buffet
ten, van toiletten en van een lichtin
stallatie en de huur van de stoelen (ge
rekend wordt op 4000 zitplaatsen) voor
rekening van de Gemeente te nemen en
haar bovendien een subsidie te geven*
gelijk aan de te betalen vermakelijkhe
denbelasting. De kosten van de boven
genoemde werken, waarvoor het hout
bij Gemeentewerken in voorraad is en
zonder andere kosten dan een zeker be
drag voor verzagen beschikbaar kan
worden gesteld, worden begroot op
5200, welk bedrag met 800 kan wor
den verminderd, indien zij zouden wor
den uitgevoerd door de leerlingen van
de Vakcursussen.
Gezien de zeer uitzonderlijke poging
van de Italiaansche Opera, met even-
tueele medewerking van het Residen-
tie-Orkest, welke in de toekomst kart
leiden tot een bron van welvaart voor
de Gemeente, meenen B. en W. dat dit
verzoek behoort te worden ingewilligd.
Robert nam den bus naar de Place
dc Vendóme. Het eerste der Russi
sche restaurants op zijn lijstje stond
hier in een kleine zijstraat.
Ik kan het levendig begrijpen, dat
de Finnen jegens Kuusinen niet min
der dan jegens Molotof vol zijn van
bitterheid. Het spel van de „volksre-
geering” is immers een noodelooze
natrap over den trap van de agressie
heen. Noodeloos en door en door on
eerlijk. Want een leugen is het, dat het
Finsche volk zou worden onderdrukt,
en een tweede leugen, dat het geen
vaste eenheid vormen zou.
Het doet dat wél. Finland wil onaf
hankelijk blijven en dien wil zult
gij bij alle Finnen van allen rang en
stand aantreffen. De eenheid van de
Finnen is een realiteit. Zij is veel meer
realiteit dan de „eenheid” van de
Scandinavische staten. O zeker, ik lees
daarover roerende dingen. Ik zie in
heel Zweden groote aanplakbiljetten:
„Een volk is in gevaar: g ij kunt hel
pen!”. en ik lees dag aan dag, dat Fin
land „de cultuur” verdedigt tegen „het
Oosten”. Maar de Zweden zeggen
„neen” op Tanner s dringend verzoek
om militaire hulp; de Noren zeggen
het ook; de Denen denken, méér nog
dan de Zweden en de Noren, aan het
Duitsche gevaar Er is nu in Zweden
veel over te doen. Per Albin Hansson.
de premier, houdt zich aan de neutra
liteit, maar rond Richard Sandler, den
oud-minister van buitenlandsche za
ken, verzamelen zich steeds meer men-
schen, die zeggen: als het ons ernst is
met de eenheid der Noordsche staten,
dan ligt onze grens ook daar, waar
nu de Finnen de Russen tegenhouden.
De scheidslijn loopt niet tusschen
„links” en „rechts”; ook in het be
houdende kamp zijn er zeer velen, die
de neutraliteit verkiezen, naast zeer
velen, die, vooral nu de situatie kritiek
wordt, actief willen helpen. Die laatsten
moeten het wel pijnlijk vinden, dat
Hansson’s weigering aan Tanner nu in
Rusland als „bewijs van respect voor
leidde, beklommen. Maar wat zij
daarbinnen ontwaarden, was nog veel
erger dan zij zich hadden voorgesteld.
Zij vonden Lisaweta vrijwel „ver
steend”, zooals Lucilla het uitdrukte.
Er was geen woord uit haar te krij
gen. Zij sprak niet, zij zweeg in alle
talen en bleef zelfs op de dringendste
vragen het antwoord schuldig. Alle
goed bedoelde pogingen der beide
meisjes om haar te troosten, of al
thans iets van de moeilijkheden,
waaronder zjj blijkbaar gebukt ging,
te weten te komen, leden volkomen
schipbreuk. Bovendien scheen Lisawe
ta, naar zij konden constateeren,
reeds tot een besluit te zijn gekomen,
waarvan zij zich zeker niet wenschte
te laten afbrengen. In het midden van
de kamer stond een half gevulde kof
fer en de particuliere eigendommen
van Lisaweta, kleine snuisterijen,
welke vroeger het vrij sombere ver
trek een wat gezelliger aanzien had
den gegeven, waren blijkbaar reeds
ingepakt. De koffer leek een ver
scheurend dier, dat het laatste restje
behaaglijkheid weldra zou verslinden. I
Kwel mij toch niet, smeekte Li-|
saweta, toen Ninette nog eens voor
het laatst probeerde haar aan hetl
praten te krijgen, ik kan jullie im-|
mers niets vertellen!
Daarna gaven de beide meisjes het
op. Zwijgend hielpen zij haar vriendin
de laatste kleinigheden in den koffer
te bergen. Nu was alles leeg. Slechts
de oude meubelen stonden er nog en
op een klein zwart bloementafeltje in
het midden van de kamer lag het
bonte Russische heiligenbeeldje. Het
zag er alles zoo troosteloos uit. Ninet-
Robert nam den jongeman, die een
zeer intelligenten indruk maakte, even
op. Hij sprak uitstekend Fransch,
maar het accent verried een vreem
deling.
Bent u Rus? vroeg hij.
Jawel, meneer.
Aha misschien kunt u mij dan
wat wijzer maken. Ik zoek iemand,
mij inlichtingen kan geven over
Russische jongedame, die drin
gend mijn hulp noodig heeft.
De chauffeur glimlachte. Dat is
niets ongewoons hier, meneer. Het
gebeurt herhaaldelijk, dat men op die
manier een mijner landgenooten
tracht op te sporen. Als u mij den
naam zoudt willen noemen; niet on
mogelijk, dat ik haar ken.
Robert aarzelde. Er zwierven zoo
veel Russen door Europa, die bij na
dere kennismaking spionnen of gehei
me agenten bleken te zijn. Hij moest
de noodige voorzichtigheid in acht ne
men, niet zoozeer voor zichzelf dan
wel voor Alexei en Lisaweta.
Ik weet niet-
De jonge chauffeur scheen zijn ge
dachten te raden. U behoeft niet
bang te zijn, meneer. Mag ik mij even
legitimeeren? Hij haalde een Fran-
schen pas uit zijn zak.
Fedor Stolyn, luitenant bij het twee
de Garderegiment, las Robert.
Als u mocht twijfelen, meneer,
hier is mijn rijbewijs. U ziet, de bei
de foto’s gelijken sprekend op elkaar.
Neemt u mij niet kwalijk, me
neer Stolyn.
Uw wantrouwen is volkomen be
grijpelijk, meneer. En nu wie zoekt
u, als :k vragen mag?
De décors en de costuums, voor zoo
ver niet hier in voorraad, zullen uit
Italië komen, terwijl de Italiaansche
Regeering een technicus heeft aangewe
zen, die, geheel op de hoogte van de
eischen, welke aan de groote openlucht
opvoeringen in Italië worden gesteld,
zich, na zijn aankomst te dezer stede,
voor het geven van de noodige adviezen
en aanwijzingen, ten dienste zal stellen
van de Italiaansche Opera en van het
comité, dat zich voor het tot stand
brengen van deze opvoeringen heeft ge
vormd.
Bovendien zij nog medegedeeld, dat
het bestuur van het Residentie-orkest
zich in beginsel bereid heeft verklaard
de instrumentale medewerking door dit
orkest te doen geschieden en dat voor
een internationale uitzending per radio
zal worden zorggedragen.
B. en W. zijn er van overtuigd, dat
hier een degelijke poging wordt aange
wend om te komen tot een jaarlijksch
muziekfestijn, dat van heinde en ver
landgenoot en vreemdeling naar ’s-Gra-
venhage zal roepen.
Verschillende van de bovengenoemde
werken zullen bovendien mede aan de
stichting „Openluchtspelen Binnenhof
’s-Gravenhage” ten goede kunnen ko
men, indien deze zich ten behoeve van
voorstellingen in het a.s. zomerseizoen
met een verzoek om medewerking tot de
Gemeente wendt. Het is B. en W. be
kend, dat hiertoe plannen in voorberei
ding zijn. Wanneer zulk een verzoek
den Raad te
een voorstel
De nood stijgt
Intusschen raken de Finnen in steeds
grooter benauwenis Vooral de laat
ste dagen heb ik tot in den treure
hooren herhalen, dat de eenheid van
de Noordsche landen nu gerealiseerd
moet worden, ander kon het wel eens
te laat zijn! Zoo sprak Tanner in Hel
sinki, zoo de douanier van Tornio. Hi,
was de laatste Fin, dien ik erover
hoorde. Wij stonden bij zijn potkachel
in zijn kantoortje, vanwaar hij uitziet
op Haparanda, aan gene zijde van de
lange brug, welke Zweden met Finland
verbindt. En wij spraken over het stij
gen van den nood aan de fronten, over
het weerstandsvermogen van de Fin
nen, over de noodzakelijkheid van
hulp, wil Finland niet opgeslokt wor
den door den Russischen beer. De
vriéndelijke man geleidde mij naar
buiten. „Zeg het ze maar in Zweden”,
waren zijn afscheidswoorden. Dan loop
ik de brug op. Een snijdende wind
doet mij pijn aan mijn gezicht. Stof-
sneeuw verblindt mijn oogen. De brug
is lang. Aan het einde wacht mij de
Zweedsche douane. Kachelwarmte slaat
tegen mij op. Een stempel wordt in
mijn paspoort gezet. Een trieste reis
is aan het begin van haar einde
(Nadruk verboden. Auteurs
recht voorbehouden.)
Steun van de Gemeente.
Nu dus de Italiaansche Opera op
verwezenlijking van grootsche plannen
in den zomer van dit jaar aanstuurt,
en bij haar pogen steun verdient, heb
ben B. en W. zich afgevraagd, op welke
wijze die steun het beste zou kunnen
worden verleend.
De Italiaansche Opera heeft gevraagd
Ik zoek een zekere Lisaweta von
Bernekamp.
Lisaweta Michaelowna?
Kent u die/lame?
Ja. Stolyn keek Eschberg plotse
ling vijandig aan. Op hetzelfde oogen-
blik begreep hij, wien hij voor zich
had den man, om wien Lisaweta
hem had afgewezen.
Dan weet u dus ook, waar ik juf
frouw von Bernekamp kan vinden?
Doet u mij een genoegen en rijdt u er
mij zoo snel mogelijk heen. Ik zei u
reeds, dat juffrouw von Bernekamp
dringend mijn hulp noodig heeft.
Stapt u maar in!
Stolyn zat reeds aan het stuur en
gaf gas. Robert was te zeer in zijn
eigen gedachten verdiept om op te
merken, hoe op korten afstand een an
dere taxi hem volgde, waarin de
heer, die zich even tevoren achter de
reclamezuil verborg, had plaats geno
men.
Helena Trubetzkoy wachtte van uur
tot uur tevergeefs op een telefoontje
van Stolyn. Die geschiedenis met Li
saweta wilde haar niet uit het hoofd.
Zij voelde zich nerveus en onrustig,
van werken kwam vandaag niets en
daar na de drukte der laatste weken
een wat stillere periode was ingetre
den, sloot zij het atelier reeds lang
voor den gewonen tijd.
Lucilla en Ninette kwam dit zeer
van pas. Zij hadden zich dit bezoek
aan Lisaweta nu eenmaal in het
hoofd gezet en nu moest het ook maar
zoo spoedig mogelijk gebeuren.
Nochtans klopte het hart de beide
meisjes in de keel, toen zij de trap,
welke naar Lisaweta’s kleine woning
Ik kijk terug op mijn reis door
Finland. Niet op de zorgen en bezwa
ren van het reizen zelf dezen keer.
Maar op den berg van indrukken,
welke ik hier heb opgedaan, en op het
lot van dit Finsche land en dit Fin
sche volk. Het land is prachtig. Ik zou
het willen terugzien in den zomer,
wanneer al wat nu besneeuwd is, kleu
rig wordt en afwisselend. Ik zou wil
len varen door de eilandengroepen,
willen reizen door de merengebieden,
willen rondneuzen onder dat wonder
lijke Lappenvolk hier in het hooge
Noorden. En het volk is goed. Het be
staat uit menschen van een eenvou
dig, gezond, degelijk slag, uit men
schen, die hard werken en die, soms
achter een uiterlijke stugheid, veel
vriendelijkheid en veel gastvrijheid
herbergen. Dat volk aangegrepen te
zien door het overmachtige Rusland,
het gedeeltelijk verjaagd te weten, en
anderdeels overgeleverd aan een oor
logswaanzin en bombardement het
is bitter en het heeft deze reis van elk
spoor van vreugde ontdaan. Ik ben
door een bloedend Finland getrokken
en iets van de ellende van deze men
schen is ’n paar weken lang m ij n el
lende geweest. Iets maar hoe wei
nig In eiken schuilkelder kon ik den
ken aan een nabij einde van die sloo-
pende spanning. M ij n huis zou niet
instorten, m ij n naasten zouden niet
van mij worden weggenomen. Die ze
kerheid heeft vandaag geen Fin. Elk
vluchtig afscheid kan het laatste zijn,
elk bombardement kan het einde bren
gen van leven en bezit. Ik heb gereisd
door een bloedend en door een bran
dend Finland. Ik heb de vlammen van
huizen en fabrieken, van theaters en
van scholen, rossig zien opsdaan te
gen den hemel, en ik weet, dat van
al, wat de Finnen in twintig jaar heb-
„Zeg ze in Zweden, dat wij
hulp bitter noodig hebben
Staande op de lange brug,
die van Tornio, in Finland,
naar Haparanda, in Zweden,
leidt, werden mij deze
woorden, door den Finschen
douanier, met wien ik het
laatst over zijn land sprak,
nageroepen
Prijs voor opera-compositie.
Dat het de Italiaansche Opera ernst
is met haar streven om hier een tradi
tie te vestigen, moge nog blijken uit het
feit, dat zij voornemens is een „Resi-
dentieprijs” van 5000. uit te loven
voor de beste opera-compositie. welke
vóór eind April 1941 door een Neder
lander of een Italiaan zal worden ver
vaardigd.
De omstandigheid, dat. naar het zich
laat aanzien, dit jaar niet veel buiten-
landsche toeristen zullen kunnen wor
den verwacht, mag geen gewicht in de
schaal leggen voor het niet doen door
gaan van deze plannen; integendeel,
juist nu zal alles in het werk moeten
worden gesteld, om het binnenlandsche
toerisme naar onze gemeente te trek
ken.
B. en W. begroeten daarom de plan
nen van de Italiaansche Opera, zoowel
uit een oogpunt van kunst als van
vreemdelingenverkeer, met bijzondere
instemming en zijn van oordeel, dat de
Gemeente zooveel mogelijk medewer
king tot het welslagen daarvan moet
verleenen.
De Italiaansche Opera heeft het
voornemen opgevat, in de maand
Juli van dit jaar twee opera-op-
voeringen op het Binnenhof te ge
ven en wel op een Zaterdagavond
de „Aïda” en op den daarop vol
genden Maandagavond de „Rigolet-
to”. De plannen hiertoe, waarom
trent van de zijde der Opera reeds
vele besprekingen, zoowel te dezer
stede als met de bevoegde autori
teiten in Italië, zijn gehouden, be
vinden zich in een vergevorderd
stadium van voorbereiding.
Het ligt in de bedoeling de opvoe
ringen te doen plaats hebben met
een twintigtal vooraanstaande Ita
liaansche kunstenaars en een koor
van ongeveer honderd personen.
Daarbij komen eenige honderden fi
guranten.
33)
De huisknecht en de eigenaar van
het hotel stonden in de donkere gang.
Nieuwsgierig traden zij den keurigen
bezoeker in den weg. Pardon,
monsieur die meneer daar binnen
heeft pas voor één dag betaald,
meende de hotelier hem te mogen
herinneren.
Alles is voor mijn rekening!
Zorgt u zoo goed mogelijk voor hem.
Is hier in de buurt misschien een of
andere verpleegster te vinden? De
patiënt kan niet zoo alleen blijven.
De beide mannen waren plotseling
een en al bereidwilligheid. Ja ze
ker, meneer, zeker. Op het plein aan
het eind van de straat is een tehuis
van de grijze zusters. U kunt daar
onmiddellijk een goede verpleegster
krijgen.
Robert drukte den man een biljet
van honderd francs in de hand.
Verrekent u het daar maar mee en
zorgt u zoo spoedig mogelijk voor een
zuster. Ik kom over een paar uur te
rug.
te kon haar tranen slechts met moei-
I te bedwingen. Daar in dat hoekje
I hadden zij zoo vaak samen gezeten,
I thee gedronken en gebabbeld. Daar
I had zij Lisaweta van haar laatste on
gelukkige liefde verteld daar had
den zij samen haar toekomstplannen
gesmeed, plannen, waarin rijkdom,
liefde en geluk en natuurlijk ook een
I ongelooflijk mooie auto een belang
rijke rol speelden. Maar nu, op di*
oogenblik, werd de kleine Ninette het
zich plotseling eerst bewust: Lisawe
ta had eigenlijk alleen maai geluis
terd zelfs in haar glimlach had al
tijd iets geheimzinnigs, iets smarte
lijks gelegen.
Kunnen wij misschien nog iets
voor je doen? vroeg Lucilla.
Als je een taxi wilt laten komen
en wat geld voor me zou kunnen wis
selen ik moet madame Bonier nog
een paar kleinigheden betalen.
De beide meisjes verlieten het ver
trek. Toen zij de trap afgingen, kwam
haar iemand tegemoet, een zeer char
mante jongedame in een zwart-wit
gestreept mantelcostuum.
Pardon kom ik hier bij made
moiselle von Bernekamp? vroeg zij
in het Fransen.
Ja zeker, madame, een trap hoo-
ger, links. Er zit een kaartje op de
deur.
Lucilla had vriendelijk de verlang
de inlichting gegeven, maar Ninette
staarde de vreemdelinge na tot zij
om een bocht van de trap was ver
dwenen.
„Eerst van 18 uur af geopend”, las
hij op een bord boven den ingang.
Dan het volgende maar! Hij stak de
straat over om een taxi te nemen.
Aan den overkant was een stand
plaats. Juist op dit oogenblik sloot een
auto zich achter de file aan. Een heer
stapte uit en betaalde, doch toen hij
opkeek en Robert zag naderen, ver
scheen er op zijn gezicht een trek van
intense verbazing. Hij bedacht zich
niet lang, maar verdween haastig
achter een reclamezuil.
Robert, wien een en ander volkomen
was ontgaan, had inmiddels de voor
ste taxi bereikt en opende het portier.
Naar restaurant Wrinsky!
Weet u, dat dat pas om zeven
uur opent, meneer?
Wel verdraaid, antwoordde Ro
bert gemelijk, is hier dan geen en
kel Russisch café overdag geopend?
Ik wilde een paar inlichtingen hebben.
Over hier gevestigde Russen,
meneer? vroeg de chauffeur, begrij
pend.
Ja!
Stapt u dan maar in, dan zal ik
u naar een collega brengen, die u
waarschijnlijk wel zal kunnen inlich
ten.
Na een rit van tien minuten stopte
de wagen bij een andere taxistand
plaats, de chauffeur boog zich uit het
portier en vroeg iets aan een collega.
Daarna keerde hij zich half naar Ro
bert om. De man, dien u noodig
hebt, zal u wel overnemen, meneer!
Robert betaalde en zag reeds een
anderen chauffeur op zich toetreden.
Waarmee kan ik u van dienst
zijn, meneer?
Laat mij over den eerste zwijgen.
Wat zou ik moeten zeggen van een
man, die, nadat hij alle Finsche con
cessies had afgewezen, een roofover
val op een klein land op touw zette,
welke nu al minstens 300.000 van de
levens van zijn eigen landgenooten
heeft gekost Maar laat mij daarente
gen iets mogen zeggen over dien an
deren, over Kuusinen. Een Parijsche
courant het was de „Paris Soir”,
geloof ik heeft in het begin van den
oorlog een beeld van Kuusinen gege
ven een dronkenlap, die bij Stalin als
een soort huisknecht fungeert. Die be
schrijving heeft mij getroffen ik heb
haar willen verifieeren, en na einde-
looze moeite is mij dat gelukt. Ik ben
op het spoor van twee jeugdkamera-
den van Kuusinen gekomen, twee, die
nu recht tegenover hem staan, maar
die eere zij hunop eerlijk oor
deel meer prijs stellen dan op klets
praatjes. Ziehier dan Kuusinen, zooals
hij wél is
De man. die nu „hoofd” heet van de
Finsche „volksregeering”, komt uit
Vasa, en zijn vader was kleermaker.
In zijn familie is tuberculose sterk
verbreid vermoedelijk is ook Kuusi
nen zelf niet gezond. Maar zeker is hij
begaafd. Het bezoeken van een lyceum
is hem door anderen mogelijk ge
maakt, anderen, die in hem een opko
mende ster zagen. Zij schenen zich
niet te hebben vergist. De jonge Kuu
sinen dichtte voortreffelijk en pa
triottisch. Zijn geest schijnt in de ly-
ceumjaren door een sterk gevoel van
vaderlandsliefde beheerscht te zijn ge
weest. In een van de hoogste klassen
kreeg hij contact met Gylling, die later
volkscommissaris in Russisch Karelië
zou worden, en die nu, naar verluidt,
in ongenade gevallen, wellicht ook
doodgeschoten is. Bij het tweetal sloot
zich als derde Vulolijoki aan, die even
eens later een rol in de revolutie
speelde. Met z’n drieën begonnen zij
in 1906 een sociaal-democratisch tijd
schrift uit te geven, dat zich richtte
tot de academische jeugd. Dat tijd
schrift was goed. Zoowel Kuusinen als
Vulolijoki werden aan de universiteit
van Helsinki candidaat in de filosofie
(„magister”, zooals de Finnen zeggen).
In 1909 treedt Kuusinen op als
ciaal-democratisch Landdaglid, en zijn
beteekenis als zoodanig volgt uit het
feit, dat hij fractieleider werd. Hij
nam in 1918 aan de revolutie in Fin
land deel, en werd toen met Haapa-
lainen, Sirola en Manner lid van de