In Finland Een trieste reis aan het van Vlucht uit Moskou begin haar einde IIaagsthe Courant van Donderdag 29 Februari 1940 1 Afscheid Finland bloedt en Finland brandt: de eenheid der Noord- een zaak sche landen blijft echter een brooze I r STADSNIEUWS GEEN ZEESLAG, MAAR SCHIETPROEVEN TWEE OPENLUCHT OPERA-OPVOERINGEN Het kanongebulder gisteravond FEUILLETON. en heeft haar stijgenden omzet uitsluitend te dan- ken aan goede kwaliteit voordeeligen prijs. VIERDE BLAD, PAGINA 1. In de maand Juli op het Binnenhof ,1 Plannen voor openlucht-spelen. XXIX. Voorstel van B. en W« '(Van onzen specialen verslaggever.) Wie is Kuusinen? TORNIO, 18 Februari. De Finnen vol van bitterheid. SO- (Nadruk verboden.) één voor HOOFDSTUK XVII. LWordt vervolgd.1 ben opgebouwd, dag aan dag meer en meer vernield wordt. En ik weet ook, dat geen twee namen in Finland met dieper verachting worden uitgesproken dan die van Molotof en Kuusinen. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat deze veronderstelling naar het rijk der fabelen moet worden ver wezen en dat het geluid der schoten en de lichtschijnsels afkomstig zijn van schietproeven, die nabij Was senaar zijn gehouden. I I I I I I I I i I I I I I I i I I I I I I I I I I I I I I I I t I I I I I I I I I I I I die een Wij wijzen er op, dat er ook vandaag en morgen, op beide dagen van 12 uur ’s middags tot 6 uur nam. en van 8 uur nam. tot den volgenden ochtend 6 uur, weer schietproeven aan het strand wor den gehouden. binnenkomt, zullen zij dezer zake afzonderlijk doen. GROOTSCHE PLANNEN VAN DE ITALIAANSCHE OPERA. den heldenmoed van het roode leger” wordt uitgelegd! Met dat al is de „een heid” van het Noorden een brooze zaak: het eigenbelang overwoekert het solidariteitsbesef. Nu hangt het er maar van af, wat men voor eigen be lang aanziet. Hansson zegt: de Russe i laten het wel bij Finland, en als w: nu den oorlog tegen Rusland ingaan, zitten wij straks midden in den we reldbrand. Sandler zegt: onze positie wordt na een val van Finland veel ge vaarlijker dan zij nu al is, en Duitsch- land heeft er geen enkel belang bij, ons in den oorlog te sleepen. „Ik heb gereisd door een bloe dend en brandend Finland. Ik heb de vlammen van huizen en fabrieken, van theaters en scho len, rossig zien opslaan tegen den hemel, en ik weet, dat van dl, wat de Finnen in twintig jaar hebben opgebouwd, dag aan dag meer en meer vernield wordt Onze speciale verslaggever schrijft het in zijn slotbrief, gewijd aan zijn reis door het Finland van nu. Een reportage van een volk, dat zich in zijn grondgebied heeft vastgebeten en strijd voert voor het behoud van vrijheid en onaf hankelijkheid, is hiermede beëin digd. (ook toengevormde „volksregee- ring”. Na de mislukking van de revolutie dook hij in Rusland op, waar hij secre taris van de Komintern werd, een functie, die hij onder drie opeenvol gende voorzitters tot op den huidigen dag waarneemt. Kuusinen is, zoo zeg gen zijn oude kameraden, allerminst dom. Hij is ook niet „ongeletterd”. Hij is evenmin een dronkenlap, al is het zeker, dat hij in jongere jaren herhaal delijk te diep in het glas heeft geke ken. De Parijsche courant heeft het dus „te mooi” willen maken, en ik ben er blij om, dat ik de feiten tegenover de verhaaltjes kan zetten. Wat Kuusi nen dan van een Finsch patriot tot een Finnenhater heeft gemaakt? Ik kan het u niet zeggen. Zijn gewezen kame raden r waarvan de eene nu een hooge openbare functie bekleedt gelooven in een (late) reactie op de troostelooze armoede van zijn kinder jaren. Hoe dat zij ook achter dezen „minister” steekt de tragedie van een menschenleven. Kuusinen staat nu naast Molotof. Maar op de Karelische Landengte vechten zijn twee zoons aan Finsche zijde en zijn dochter is „Lotta” Thans stellen zij den Raad voor: ten laste van de Gemeente te nemen de voor twee openlucht-opera-opvoerin- gen in den zomer van dit jaar op het Binnenhof te geven, te maken kosten tot een maximum van ƒ4400 voor het vervaardigen van een podium, (speel vlak), een vlakken houten vloer. met één verhooging op de bestrating buffetten, toiletten en een lichtinstal latie, zoomede de huur van 4000 stoe len, en daarvoor voor zooveel noodig, te gebruiken reeds in het bezit der Ge meente zijnd hout; deze werken voor zooveel mogelijk, te doen uitvoeren door de leerlingen van de Gemeentelijke Vakcursussen; aan de N.V. Italiaansche Opera voor bedoelde opvoeringen een subsidie te verleenen. gelijk aan het bedrag, het welk de N.V. voor deze opvoeringen aan vermakelijkhedenbelasting aan de Gemeente verschuldigd zal zijn. Verscheidene Hagenaars en vooral de inwoners van Scheveningen hebben gis teravond laat kanongebulder gehoord en lichtschijnsels waargenomen. Het geluid der schoten alsmede de flikke rende lichtschijnsels kwamen ver uit zee, in verband waarmede velen de conclusie trokken, dat onder onze kust een zeeslag werd geleverd. IN KELDERLUIK GEVALLEN. Gistermiddag is in een perceel aan de Hulshorststraat de 42-jarige mej. E. F. S„ uit de Kaapstraat door eigen on voorzichtigheid door een openstaand luik in een IJ meter diepen kelder ge vallen. Zij kreeg een ribfractuur en werd door den geneeskundigen dienst overgebracht naar het ziekenhuis aan den Zuidwal. JUBILEUM MEJ. A. M. KARG. Morgen herdenkt mej. A. M. Karg haar 25-jarige werkzaamheid in het mantelmagazijn „De Duif” in de Veene- straat. de kosten van een podium (speelvlak)^ een vlakken vloer met één verhooging op de bestrating, het maken van buffet ten, van toiletten en van een lichtin stallatie en de huur van de stoelen (ge rekend wordt op 4000 zitplaatsen) voor rekening van de Gemeente te nemen en haar bovendien een subsidie te geven* gelijk aan de te betalen vermakelijkhe denbelasting. De kosten van de boven genoemde werken, waarvoor het hout bij Gemeentewerken in voorraad is en zonder andere kosten dan een zeker be drag voor verzagen beschikbaar kan worden gesteld, worden begroot op 5200, welk bedrag met 800 kan wor den verminderd, indien zij zouden wor den uitgevoerd door de leerlingen van de Vakcursussen. Gezien de zeer uitzonderlijke poging van de Italiaansche Opera, met even- tueele medewerking van het Residen- tie-Orkest, welke in de toekomst kart leiden tot een bron van welvaart voor de Gemeente, meenen B. en W. dat dit verzoek behoort te worden ingewilligd. Robert nam den bus naar de Place dc Vendóme. Het eerste der Russi sche restaurants op zijn lijstje stond hier in een kleine zijstraat. Ik kan het levendig begrijpen, dat de Finnen jegens Kuusinen niet min der dan jegens Molotof vol zijn van bitterheid. Het spel van de „volksre- geering” is immers een noodelooze natrap over den trap van de agressie heen. Noodeloos en door en door on eerlijk. Want een leugen is het, dat het Finsche volk zou worden onderdrukt, en een tweede leugen, dat het geen vaste eenheid vormen zou. Het doet dat wél. Finland wil onaf hankelijk blijven en dien wil zult gij bij alle Finnen van allen rang en stand aantreffen. De eenheid van de Finnen is een realiteit. Zij is veel meer realiteit dan de „eenheid” van de Scandinavische staten. O zeker, ik lees daarover roerende dingen. Ik zie in heel Zweden groote aanplakbiljetten: „Een volk is in gevaar: g ij kunt hel pen!”. en ik lees dag aan dag, dat Fin land „de cultuur” verdedigt tegen „het Oosten”. Maar de Zweden zeggen „neen” op Tanner s dringend verzoek om militaire hulp; de Noren zeggen het ook; de Denen denken, méér nog dan de Zweden en de Noren, aan het Duitsche gevaar Er is nu in Zweden veel over te doen. Per Albin Hansson. de premier, houdt zich aan de neutra liteit, maar rond Richard Sandler, den oud-minister van buitenlandsche za ken, verzamelen zich steeds meer men- schen, die zeggen: als het ons ernst is met de eenheid der Noordsche staten, dan ligt onze grens ook daar, waar nu de Finnen de Russen tegenhouden. De scheidslijn loopt niet tusschen „links” en „rechts”; ook in het be houdende kamp zijn er zeer velen, die de neutraliteit verkiezen, naast zeer velen, die, vooral nu de situatie kritiek wordt, actief willen helpen. Die laatsten moeten het wel pijnlijk vinden, dat Hansson’s weigering aan Tanner nu in Rusland als „bewijs van respect voor leidde, beklommen. Maar wat zij daarbinnen ontwaarden, was nog veel erger dan zij zich hadden voorgesteld. Zij vonden Lisaweta vrijwel „ver steend”, zooals Lucilla het uitdrukte. Er was geen woord uit haar te krij gen. Zij sprak niet, zij zweeg in alle talen en bleef zelfs op de dringendste vragen het antwoord schuldig. Alle goed bedoelde pogingen der beide meisjes om haar te troosten, of al thans iets van de moeilijkheden, waaronder zjj blijkbaar gebukt ging, te weten te komen, leden volkomen schipbreuk. Bovendien scheen Lisawe ta, naar zij konden constateeren, reeds tot een besluit te zijn gekomen, waarvan zij zich zeker niet wenschte te laten afbrengen. In het midden van de kamer stond een half gevulde kof fer en de particuliere eigendommen van Lisaweta, kleine snuisterijen, welke vroeger het vrij sombere ver trek een wat gezelliger aanzien had den gegeven, waren blijkbaar reeds ingepakt. De koffer leek een ver scheurend dier, dat het laatste restje behaaglijkheid weldra zou verslinden. I Kwel mij toch niet, smeekte Li-| saweta, toen Ninette nog eens voor het laatst probeerde haar aan hetl praten te krijgen, ik kan jullie im-| mers niets vertellen! Daarna gaven de beide meisjes het op. Zwijgend hielpen zij haar vriendin de laatste kleinigheden in den koffer te bergen. Nu was alles leeg. Slechts de oude meubelen stonden er nog en op een klein zwart bloementafeltje in het midden van de kamer lag het bonte Russische heiligenbeeldje. Het zag er alles zoo troosteloos uit. Ninet- Robert nam den jongeman, die een zeer intelligenten indruk maakte, even op. Hij sprak uitstekend Fransch, maar het accent verried een vreem deling. Bent u Rus? vroeg hij. Jawel, meneer. Aha misschien kunt u mij dan wat wijzer maken. Ik zoek iemand, mij inlichtingen kan geven over Russische jongedame, die drin gend mijn hulp noodig heeft. De chauffeur glimlachte. Dat is niets ongewoons hier, meneer. Het gebeurt herhaaldelijk, dat men op die manier een mijner landgenooten tracht op te sporen. Als u mij den naam zoudt willen noemen; niet on mogelijk, dat ik haar ken. Robert aarzelde. Er zwierven zoo veel Russen door Europa, die bij na dere kennismaking spionnen of gehei me agenten bleken te zijn. Hij moest de noodige voorzichtigheid in acht ne men, niet zoozeer voor zichzelf dan wel voor Alexei en Lisaweta. Ik weet niet- De jonge chauffeur scheen zijn ge dachten te raden. U behoeft niet bang te zijn, meneer. Mag ik mij even legitimeeren? Hij haalde een Fran- schen pas uit zijn zak. Fedor Stolyn, luitenant bij het twee de Garderegiment, las Robert. Als u mocht twijfelen, meneer, hier is mijn rijbewijs. U ziet, de bei de foto’s gelijken sprekend op elkaar. Neemt u mij niet kwalijk, me neer Stolyn. Uw wantrouwen is volkomen be grijpelijk, meneer. En nu wie zoekt u, als :k vragen mag? De décors en de costuums, voor zoo ver niet hier in voorraad, zullen uit Italië komen, terwijl de Italiaansche Regeering een technicus heeft aangewe zen, die, geheel op de hoogte van de eischen, welke aan de groote openlucht opvoeringen in Italië worden gesteld, zich, na zijn aankomst te dezer stede, voor het geven van de noodige adviezen en aanwijzingen, ten dienste zal stellen van de Italiaansche Opera en van het comité, dat zich voor het tot stand brengen van deze opvoeringen heeft ge vormd. Bovendien zij nog medegedeeld, dat het bestuur van het Residentie-orkest zich in beginsel bereid heeft verklaard de instrumentale medewerking door dit orkest te doen geschieden en dat voor een internationale uitzending per radio zal worden zorggedragen. B. en W. zijn er van overtuigd, dat hier een degelijke poging wordt aange wend om te komen tot een jaarlijksch muziekfestijn, dat van heinde en ver landgenoot en vreemdeling naar ’s-Gra- venhage zal roepen. Verschillende van de bovengenoemde werken zullen bovendien mede aan de stichting „Openluchtspelen Binnenhof ’s-Gravenhage” ten goede kunnen ko men, indien deze zich ten behoeve van voorstellingen in het a.s. zomerseizoen met een verzoek om medewerking tot de Gemeente wendt. Het is B. en W. be kend, dat hiertoe plannen in voorberei ding zijn. Wanneer zulk een verzoek den Raad te een voorstel De nood stijgt Intusschen raken de Finnen in steeds grooter benauwenis Vooral de laat ste dagen heb ik tot in den treure hooren herhalen, dat de eenheid van de Noordsche landen nu gerealiseerd moet worden, ander kon het wel eens te laat zijn! Zoo sprak Tanner in Hel sinki, zoo de douanier van Tornio. Hi, was de laatste Fin, dien ik erover hoorde. Wij stonden bij zijn potkachel in zijn kantoortje, vanwaar hij uitziet op Haparanda, aan gene zijde van de lange brug, welke Zweden met Finland verbindt. En wij spraken over het stij gen van den nood aan de fronten, over het weerstandsvermogen van de Fin nen, over de noodzakelijkheid van hulp, wil Finland niet opgeslokt wor den door den Russischen beer. De vriéndelijke man geleidde mij naar buiten. „Zeg het ze maar in Zweden”, waren zijn afscheidswoorden. Dan loop ik de brug op. Een snijdende wind doet mij pijn aan mijn gezicht. Stof- sneeuw verblindt mijn oogen. De brug is lang. Aan het einde wacht mij de Zweedsche douane. Kachelwarmte slaat tegen mij op. Een stempel wordt in mijn paspoort gezet. Een trieste reis is aan het begin van haar einde (Nadruk verboden. Auteurs recht voorbehouden.) Steun van de Gemeente. Nu dus de Italiaansche Opera op verwezenlijking van grootsche plannen in den zomer van dit jaar aanstuurt, en bij haar pogen steun verdient, heb ben B. en W. zich afgevraagd, op welke wijze die steun het beste zou kunnen worden verleend. De Italiaansche Opera heeft gevraagd Ik zoek een zekere Lisaweta von Bernekamp. Lisaweta Michaelowna? Kent u die/lame? Ja. Stolyn keek Eschberg plotse ling vijandig aan. Op hetzelfde oogen- blik begreep hij, wien hij voor zich had den man, om wien Lisaweta hem had afgewezen. Dan weet u dus ook, waar ik juf frouw von Bernekamp kan vinden? Doet u mij een genoegen en rijdt u er mij zoo snel mogelijk heen. Ik zei u reeds, dat juffrouw von Bernekamp dringend mijn hulp noodig heeft. Stapt u maar in! Stolyn zat reeds aan het stuur en gaf gas. Robert was te zeer in zijn eigen gedachten verdiept om op te merken, hoe op korten afstand een an dere taxi hem volgde, waarin de heer, die zich even tevoren achter de reclamezuil verborg, had plaats geno men. Helena Trubetzkoy wachtte van uur tot uur tevergeefs op een telefoontje van Stolyn. Die geschiedenis met Li saweta wilde haar niet uit het hoofd. Zij voelde zich nerveus en onrustig, van werken kwam vandaag niets en daar na de drukte der laatste weken een wat stillere periode was ingetre den, sloot zij het atelier reeds lang voor den gewonen tijd. Lucilla en Ninette kwam dit zeer van pas. Zij hadden zich dit bezoek aan Lisaweta nu eenmaal in het hoofd gezet en nu moest het ook maar zoo spoedig mogelijk gebeuren. Nochtans klopte het hart de beide meisjes in de keel, toen zij de trap, welke naar Lisaweta’s kleine woning Ik kijk terug op mijn reis door Finland. Niet op de zorgen en bezwa ren van het reizen zelf dezen keer. Maar op den berg van indrukken, welke ik hier heb opgedaan, en op het lot van dit Finsche land en dit Fin sche volk. Het land is prachtig. Ik zou het willen terugzien in den zomer, wanneer al wat nu besneeuwd is, kleu rig wordt en afwisselend. Ik zou wil len varen door de eilandengroepen, willen reizen door de merengebieden, willen rondneuzen onder dat wonder lijke Lappenvolk hier in het hooge Noorden. En het volk is goed. Het be staat uit menschen van een eenvou dig, gezond, degelijk slag, uit men schen, die hard werken en die, soms achter een uiterlijke stugheid, veel vriendelijkheid en veel gastvrijheid herbergen. Dat volk aangegrepen te zien door het overmachtige Rusland, het gedeeltelijk verjaagd te weten, en anderdeels overgeleverd aan een oor logswaanzin en bombardement het is bitter en het heeft deze reis van elk spoor van vreugde ontdaan. Ik ben door een bloedend Finland getrokken en iets van de ellende van deze men schen is ’n paar weken lang m ij n el lende geweest. Iets maar hoe wei nig In eiken schuilkelder kon ik den ken aan een nabij einde van die sloo- pende spanning. M ij n huis zou niet instorten, m ij n naasten zouden niet van mij worden weggenomen. Die ze kerheid heeft vandaag geen Fin. Elk vluchtig afscheid kan het laatste zijn, elk bombardement kan het einde bren gen van leven en bezit. Ik heb gereisd door een bloedend en door een bran dend Finland. Ik heb de vlammen van huizen en fabrieken, van theaters en van scholen, rossig zien opsdaan te gen den hemel, en ik weet, dat van al, wat de Finnen in twintig jaar heb- „Zeg ze in Zweden, dat wij hulp bitter noodig hebben Staande op de lange brug, die van Tornio, in Finland, naar Haparanda, in Zweden, leidt, werden mij deze woorden, door den Finschen douanier, met wien ik het laatst over zijn land sprak, nageroepen Prijs voor opera-compositie. Dat het de Italiaansche Opera ernst is met haar streven om hier een tradi tie te vestigen, moge nog blijken uit het feit, dat zij voornemens is een „Resi- dentieprijs” van 5000. uit te loven voor de beste opera-compositie. welke vóór eind April 1941 door een Neder lander of een Italiaan zal worden ver vaardigd. De omstandigheid, dat. naar het zich laat aanzien, dit jaar niet veel buiten- landsche toeristen zullen kunnen wor den verwacht, mag geen gewicht in de schaal leggen voor het niet doen door gaan van deze plannen; integendeel, juist nu zal alles in het werk moeten worden gesteld, om het binnenlandsche toerisme naar onze gemeente te trek ken. B. en W. begroeten daarom de plan nen van de Italiaansche Opera, zoowel uit een oogpunt van kunst als van vreemdelingenverkeer, met bijzondere instemming en zijn van oordeel, dat de Gemeente zooveel mogelijk medewer king tot het welslagen daarvan moet verleenen. De Italiaansche Opera heeft het voornemen opgevat, in de maand Juli van dit jaar twee opera-op- voeringen op het Binnenhof te ge ven en wel op een Zaterdagavond de „Aïda” en op den daarop vol genden Maandagavond de „Rigolet- to”. De plannen hiertoe, waarom trent van de zijde der Opera reeds vele besprekingen, zoowel te dezer stede als met de bevoegde autori teiten in Italië, zijn gehouden, be vinden zich in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Het ligt in de bedoeling de opvoe ringen te doen plaats hebben met een twintigtal vooraanstaande Ita liaansche kunstenaars en een koor van ongeveer honderd personen. Daarbij komen eenige honderden fi guranten. 33) De huisknecht en de eigenaar van het hotel stonden in de donkere gang. Nieuwsgierig traden zij den keurigen bezoeker in den weg. Pardon, monsieur die meneer daar binnen heeft pas voor één dag betaald, meende de hotelier hem te mogen herinneren. Alles is voor mijn rekening! Zorgt u zoo goed mogelijk voor hem. Is hier in de buurt misschien een of andere verpleegster te vinden? De patiënt kan niet zoo alleen blijven. De beide mannen waren plotseling een en al bereidwilligheid. Ja ze ker, meneer, zeker. Op het plein aan het eind van de straat is een tehuis van de grijze zusters. U kunt daar onmiddellijk een goede verpleegster krijgen. Robert drukte den man een biljet van honderd francs in de hand. Verrekent u het daar maar mee en zorgt u zoo spoedig mogelijk voor een zuster. Ik kom over een paar uur te rug. te kon haar tranen slechts met moei- I te bedwingen. Daar in dat hoekje I hadden zij zoo vaak samen gezeten, I thee gedronken en gebabbeld. Daar I had zij Lisaweta van haar laatste on gelukkige liefde verteld daar had den zij samen haar toekomstplannen gesmeed, plannen, waarin rijkdom, liefde en geluk en natuurlijk ook een I ongelooflijk mooie auto een belang rijke rol speelden. Maar nu, op di* oogenblik, werd de kleine Ninette het zich plotseling eerst bewust: Lisawe ta had eigenlijk alleen maai geluis terd zelfs in haar glimlach had al tijd iets geheimzinnigs, iets smarte lijks gelegen. Kunnen wij misschien nog iets voor je doen? vroeg Lucilla. Als je een taxi wilt laten komen en wat geld voor me zou kunnen wis selen ik moet madame Bonier nog een paar kleinigheden betalen. De beide meisjes verlieten het ver trek. Toen zij de trap afgingen, kwam haar iemand tegemoet, een zeer char mante jongedame in een zwart-wit gestreept mantelcostuum. Pardon kom ik hier bij made moiselle von Bernekamp? vroeg zij in het Fransen. Ja zeker, madame, een trap hoo- ger, links. Er zit een kaartje op de deur. Lucilla had vriendelijk de verlang de inlichting gegeven, maar Ninette staarde de vreemdelinge na tot zij om een bocht van de trap was ver dwenen. „Eerst van 18 uur af geopend”, las hij op een bord boven den ingang. Dan het volgende maar! Hij stak de straat over om een taxi te nemen. Aan den overkant was een stand plaats. Juist op dit oogenblik sloot een auto zich achter de file aan. Een heer stapte uit en betaalde, doch toen hij opkeek en Robert zag naderen, ver scheen er op zijn gezicht een trek van intense verbazing. Hij bedacht zich niet lang, maar verdween haastig achter een reclamezuil. Robert, wien een en ander volkomen was ontgaan, had inmiddels de voor ste taxi bereikt en opende het portier. Naar restaurant Wrinsky! Weet u, dat dat pas om zeven uur opent, meneer? Wel verdraaid, antwoordde Ro bert gemelijk, is hier dan geen en kel Russisch café overdag geopend? Ik wilde een paar inlichtingen hebben. Over hier gevestigde Russen, meneer? vroeg de chauffeur, begrij pend. Ja! Stapt u dan maar in, dan zal ik u naar een collega brengen, die u waarschijnlijk wel zal kunnen inlich ten. Na een rit van tien minuten stopte de wagen bij een andere taxistand plaats, de chauffeur boog zich uit het portier en vroeg iets aan een collega. Daarna keerde hij zich half naar Ro bert om. De man, dien u noodig hebt, zal u wel overnemen, meneer! Robert betaalde en zag reeds een anderen chauffeur op zich toetreden. Waarmee kan ik u van dienst zijn, meneer? Laat mij over den eerste zwijgen. Wat zou ik moeten zeggen van een man, die, nadat hij alle Finsche con cessies had afgewezen, een roofover val op een klein land op touw zette, welke nu al minstens 300.000 van de levens van zijn eigen landgenooten heeft gekost Maar laat mij daarente gen iets mogen zeggen over dien an deren, over Kuusinen. Een Parijsche courant het was de „Paris Soir”, geloof ik heeft in het begin van den oorlog een beeld van Kuusinen gege ven een dronkenlap, die bij Stalin als een soort huisknecht fungeert. Die be schrijving heeft mij getroffen ik heb haar willen verifieeren, en na einde- looze moeite is mij dat gelukt. Ik ben op het spoor van twee jeugdkamera- den van Kuusinen gekomen, twee, die nu recht tegenover hem staan, maar die eere zij hunop eerlijk oor deel meer prijs stellen dan op klets praatjes. Ziehier dan Kuusinen, zooals hij wél is De man. die nu „hoofd” heet van de Finsche „volksregeering”, komt uit Vasa, en zijn vader was kleermaker. In zijn familie is tuberculose sterk verbreid vermoedelijk is ook Kuusi nen zelf niet gezond. Maar zeker is hij begaafd. Het bezoeken van een lyceum is hem door anderen mogelijk ge maakt, anderen, die in hem een opko mende ster zagen. Zij schenen zich niet te hebben vergist. De jonge Kuu sinen dichtte voortreffelijk en pa triottisch. Zijn geest schijnt in de ly- ceumjaren door een sterk gevoel van vaderlandsliefde beheerscht te zijn ge weest. In een van de hoogste klassen kreeg hij contact met Gylling, die later volkscommissaris in Russisch Karelië zou worden, en die nu, naar verluidt, in ongenade gevallen, wellicht ook doodgeschoten is. Bij het tweetal sloot zich als derde Vulolijoki aan, die even eens later een rol in de revolutie speelde. Met z’n drieën begonnen zij in 1906 een sociaal-democratisch tijd schrift uit te geven, dat zich richtte tot de academische jeugd. Dat tijd schrift was goed. Zoowel Kuusinen als Vulolijoki werden aan de universiteit van Helsinki candidaat in de filosofie („magister”, zooals de Finnen zeggen). In 1909 treedt Kuusinen op als ciaal-democratisch Landdaglid, en zijn beteekenis als zoodanig volgt uit het feit, dat hij fractieleider werd. Hij nam in 1918 aan de revolutie in Fin land deel, en werd toen met Haapa- lainen, Sirola en Manner lid van de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13