NORTH CTATE 1
BOEKENWEEK 1940
den
van
Herwaardeering
Goudvoorraad
STATEN-GENERAAL
RECHTZAKEN
de Tweede Kamer
m
Voortzetting
Behandeling
LITTERAIRE LUNCH
I
HAAGSCHE ÖOURANT VAN DONDERDAG 29 FEBRUARI 1940.
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
I BLENDED JGGABFTTES|_j
JUBILEUM dr. C. H. WITTHAUS
INDISCHE BEGROOTING
TIEN JAREN UITVOERING
VAN DE ZIEKTEWET
TEN ONRECHTE VAN SPIONNAGE
VERDACHT
VELDWACHTER TE WADD1NXVEEN
NEERGESCHOTEN
IN RESTAURANT PICCADILLY
LANGE POTEN, BOVENZAAL
INDISCHE BEGROOTING
BEGRAFENIS
F. W. VOSWINKEL DORSELEN
De Arnhemmer gaat vrij uit
RECLAMES.
2546
H.
W.
van
4
vol
behoort
REDE VAN MINISTER WELTER.
wijziging
Indische
ouderdomsvraagstuk ernstig
moeilijkt u_
'naar valt te
voor
de
een
De regeling
aandeelhou-
zes
een
(V.D.) be-
van
Minister de Geer aan het
woord.
t spr.
t de sociale verzekering die
met vertrouwen zal kunnen
De toekomst zal naar
"overtuiging gestagen uitbouw der
sociale verzekering brengen.
Vijftig jaren tandarts.
Morgen zal dr. C. H. Witthaus, tand
arts alhier, den dag herdenken, waarop
hij vóór 50 jaren het diploma van Ne-
derlandsch tandarts verwierf.
Geboren in 1868, behaalde hij in 1887,
dus op 19-jarigen leeftijd, het Duitsche
diploma van Zahnarzt; in 1890 het Ne-
derlandsche diploma en in 1892 het
Amerikaansche diploma van Doctor of
dental surgery.
dan nog geen
den minister
ging tot doodslag. In hooger beroep
voor het hof alhier hoorde hij zich op
14 Juni d.a.v. tot een hoogere straf,
n.l. tien jaar veroordeelen.
De Hooge Raad casseerde het arrest
van het hof echter en verwees de zaak
naar het gerechtshof te Amsterdam,
zoodat deze geruchtmakende strafzaak,
®iarin mr. B. F. J. Simon uit Utrecht,
té^nals voor het Haagsche hof, als ver
dediger optreedt, voor de derde maal
voor een rechterlijk college wordt be
handeld.
Behalve vele getuigen heeft zoowel
het O. M. als de verdediger deskun
digen gedagvaard.
Het hof wordt gepresideerd floor mr.
Joh. M. Jolles. Het O. M. werd waar
genomen door den procureur-generaal,
mr. A. A. L. F. van Dullemen.
Enkele getuigen zijn niet versche
nen. Ook de deskundige a decharge, dr.
C. J. van Ledden Hulsebosch, is we
gens ziekte verhinderd.
Reeds bij den aanvang van de zitting
deelt de verdediger mede geen afstand
te zullen doen van het hooren van den
politie-deskundige.
De president neemt dan den verdach
te een kort verhoor af. Hij blijft er bij,
dat zijn veroordeeling onjuist is ge
weest: „Ik had geen opzet om te raken”,
’t Is een ongeluk geweest
Veldwachter gehoord.
Ook de hoofdgetuige in dit stroopers-
drama komt voor het hekje, de veld-
Bijeenkomst Kring van directeuren en
administrateurs bedrijfsvereenigingen
Welvaarts-
ook een
uitgesloten.
is overigens
Heden werd in „Pulchri Studio” door
den Kring van Directeuren en Admini
strateurs van Bedrijfsvereenigingen
een bijeenkomst gehouden ter gelegen
heid van het tienjarig bestaan van de
Ziektewet.
Na de vele aanwezigen welkom te
hebben geheeten, zette de voorzitter,
mr. M. H. de Jong, met een enkel
woord het doel van den kring uiteen.
Deze is een organisatie, welke is ont
staan, omdat de leiders der bedrijfs
vereenigingen de behoefte gevoelden
om door persoonlijk contact met elkan
der nader de vraagstukken ten opzichte
van de practijk der uitvoering onder
oogen te zien. Het is gebleken, dat dit
persoonlijk contact nuttig is voor de
bestudeering van de met de Ziektewet
en ook op ruimere basis van de met de
sociale verzekering verbonden vraag
stukken, terwijl daardoor ook de ver
houdingen wanneer de directeuren in
hun functie op zakelijk gebied met el
kander in aanraking kwamen, worden
vergemakkelijkt.
De kring heeft tevens medegewerkt
om tusschen de verschillende uitvoer
ders der sociale verzekering een goede
verhouding te bevorderen.
Wanneer de sociale verzekering over
de geheele linie zal worden herzien, of
worden geünificeerd, zal de bedrijfs-
vereeniging daarin ongetwijfeld haar
plaats worden aangewezen en zal zij
dan evenzeer voor een goede sociale
uitvoering zorg weten te dragen.
ter gelegenheid van de Boekenweek op
Zaterdag 2 Maart as. van 13 uur
Kaarten a 1.50 verkrijgbaar in den
boekhandel.
wachter van den Hoef. Hij kan den eed
nog niet met de rechterhand afleggen.
Hij draagt zijn arm in een zwaar, ge
steund verband
De president wijst hem er op, dat hij
zich geheel los moet maken van de fo
to’s der reconstructie. Slechts wat
dien nacht precies is gebeurd, moet hij
weergeven.
Hij vertelt dan wat er geschiedde.
Verdachte protesteert. Hij laat een
fel protest hooren als de veldwachter
demonstreert hoe deze zijn arm hield
en hoe verdachte het geweer op hem
richtte.
Na de pauze hoort het hof den wa
pendeskundige Kool uit Rotterdam. Hij
kwam in zijn rapport tót de conclusie,
dat het .schot on ongeveer anderhalve
meter afstand was gelost; de stand
van het geweer bij bet afvuren, moet
hngëvéèr horizontaal zijn geweest. De
veldwachter werd door éën schot ge
troffen.
Met dezen deskundige behandelt d£
president dan het rapport van deA
contra-deskundige van Ledden .Hulse
bosch. i I L
Ik acht het het aannemelijkst, zoo be
sluit desk, zijn rapport, dat de stroo-
per zijn geweer op buikhoogte tegen het
lichaam gedrukt houdende, zich omge
wend heeft en door een onbewuste be
weging aan loop of trekker te maken,
het noodlottige schot onwillens deed af
gaan.
be
door de omstandigheid, dat
L» zoorzien, het Rijksbudget
de volge^ie jaren extra zal wor-
Wat de repliek van den heer Stok
vis aangaat, is het spreker niet duide
lijk, welke richting deze inwil. Het
schijnt geen beperking der controle
van de Kamer, wel van die van den
minister, op de Indische regeering. De
figuur is spreker nogal schemerachtig.
Hoe de verantwoordelijkheid van den
minister uit te schakelen? Het is niet
mogelijk onder de tegenwoordige ver
houdingen. De macht van den minister
van Koloniën is van groote preventie.
Wat de motie van de Regeering
vraagt, gebeurt reeds. De heer Stok
vis heeft den weg willen vrijmaken
tot een volwaardig parlement. Hierin
ligt een zeer ernstig bezwaar. Evenals
de heer Joekes achtte spr. de motie op
tal van gronden inopportuun. Spr. ad
viseerde den heer Stokvis, de motie
niet in behandeling te doen nemen,
teneinde geen onzuivere sfeer te schep
pen.
De heer Stokvis (S.D.A.P.) zette
nader de bedoeling van zijn motie uit
een, welke hij geenszins overbodig
achtte. Tal van argumenten voerde hij
daarvoor aan.
De m i n i s t er betreurde, dat de
heer Stokvis geen gevolg heeft willen
geven aan zijn suggestie, de motie in
te trekken.
Indiening alleen reeds kan tot groote
verwarring in Indië leiden. Nogmaals
betoogde de minister, dat de motie over
bodig is en drong er met klem bij de
Kamer op aan, om de motie niet aan te
nemen.
De minister van Financiën, de heer
de Geer, constateert, dat de heer
Rost van Tonningen verweten heeft,
dat het voorbeeld der Engelsche de
valuatie is gevolgd. Dit was echter al
eerder door Duitschland gedaan. We
hebben hier ook nog geen inflatie ge
had en waken daartegen. Het streven
van de Regeering is, verdere devaluatie
van den gulden krachtig tegen te gaan.
Had men zeide de heer Rost van
Tonningen voorraden aan goederen
aangelegd, de zaak ware in orde. Maar
er zijn voorraden aangelegd, welker
uitgaven toch ook moeten worden ge
dekt.
De heer Schouten heeft bezwaar
tegen de herwaardeering zelve, omdat
Voortgezet wordt de behandeling van
de Indische Begrooting voor 1940.
De minister van Koloniën, de heer
Welter, beantwoordt de gisteren be
ëindigde replieken.
Spr. heeft getracht, tegenstellingen,
die grooter schenen dan ze waren, te
overbruggen. Spr. wijst op de moeilijk
heden bij het samenstellen van een bud
get. Het gaat om de toepassing van al-
gemeene beginselen in een groot land.
Voorkomen moet worden, dat de on
juiste indruk ontstaat, als zou Neder
land niet in staat zijn, een groot im
perium te beheeren. Spr. is het met den
heer Wagenaar over een al dan niet
sluitend budget niet eens. We moeten
niet vervallen in de fout van voor 1929,
toen de Indische huishouding werd op
gezet naar de toestanden in een boom-
periode. Spr. handhaaft zijn standpunt
inzake de pensioenfinanciering. Met
een verhooging van 3 millioen per jaar
zal de zwakke plek zijn goed te maken.
De opmerkingen van den heer Joekes
over de begrootingspositie behande
lend, betoogt spr., dat er geen paralleli-
teit is tusschen de begrootings- en de
schuldcijfers.
Wat het optreden der politie in ver
band met de volksbeweging betreft,
spr. kan niet toestemmen dat ze tekort
is geschoten, naar elke klacht wordt een
nauwgezet onderzoek ingesteld. En van
de honderden gevallen, waarin wel de
juiste tact wordt vertoond, wordt niet
gerept. Worden er fouten gemaakt, dan
moeten die worden hersteld. Spr. ge
looft, dat de Indische Regeering het
juiste midden heeft getroffen.
Spr. deelt mede, dat in overleg met
den minister van Economische Zaken
het voornemen is, de helft van de hier
te lande geconsumeerde koffie uit In
dische koffie te doen bestaan.
Dat de bevolking van de stijging van
den uitvoer geen profijt zou hebben
gehad, ontkent spreker. De bevolking
heeft gelegenheid gehad, zich te her
stellen van de schade, haar door de
crisis toegebracht. Het is onjuist, dat
ze op Java gestadig achteruit zou
gaan. Spreker verwijst naar debatten
in den Volksraad. De hier gevoerde de
batten zal spreker ter kennis van de
Indische regeering brengen.
Het denkbeeld tot het stichten van
een welvaartsfonds besprekende, wijst
sprekér op de bezwaren van beschik
baarstelling van gelden door Neder
land. Met zijn denkbeeld toonde de
heer van Poll zijn warm hart voor de
Indische welvaart. Maar of het wen-
schelijk, mogelijk, noodig is, daarover
ware lang te praten. Doch de mogelijk
heid schijnt spreker thans voor het
moederland
bevordering
kwestie van mentaliteit. En men moet
niet vergeten, dat niet uit te maken is,
hoe b. v. twintig millioen voor wel-
vaartsbevordering waren te besteden.
Ten aanzien van de N.S.B. zal spr.
wel niet met den heer van Gelderen
tot overeenstemming komen. Deze
brengt Nederlandsche verhoudingen
over naar Indië, waar de N. S. B.
een onbeteekenende factor is, ter
wijl de regeering nauwgezet toeziet
op haar faits et gestes. Een ambte
narenverbod in Indië voor de N. S. B.
ware een precedent ten aanzien van
andere politieke vereenigingen en dus
gevaarlijk. Klachten over vreemde in
vloeden worden punt voor punt onder
zocht. Spreker zal het resultaat te
zijner tijd aan de Kamer mededeelen.
Vergadering van Woensdag
28 Februari.
(Slot.)
De vergadering wordt om half vijf
heropend.
Voortgezet worden de replieken bij
de behandeling van de Indische be
grooting voor 1940.
De heer Wagenaar (A.R.) her
haalt zijn beschouwingen over de pen-
sioensfinancieringsregeling. Inderdaad
is het zaak, den schuldenlast van
Indië te verminderen, temeer daar er
een half milliard bij is wegens te
korten op den gewonen dienst over
vorige jaren. Dit is in overeenstem-
Vergadering van 29 Febr.
Geopend te 1.10 u ur.
Voorz. mr. J. R. H. van Schalk.
H
In stillen eenvoud werd heden op de
begraafplaats Oud Eik en Duinen het
stoffelijke omhulsel van den heer F.
W. Voswinkel Dorselen, oud-eerste ge
ëmployeerde van de Suikerfabriek Ge-
moe te Kendal (Ned.-Indië), aan den
schoot der aarde toevertrouwd.
Van hun belangstelling gaven daarbij
op het kerkhof blijk de heeren W. J. v.
Duyneveldt, oud-inspecteur Indische
Tramwegmaatschappijen; J. C. v. West;
F. H. Versteegh, oud-eerste geëmployeer
de Suikerfabriek Gemoe; K. G. R.J oos
ten, gepens. majoor Kon. Ned.-O.Ind. Le
ger; J. W. K. Tijl, gepens. zee-officier;
W. C. A. Vink, gepens. schout bij nacht;
G L. de Lussanet de la Sablonnière; E.
T. Bloch, gepens. O.I. ambtenaar, Rei-
lingh en B. Hesker, voorzitter Haagsche
Postzegelbeurs.
Op verzoek van den overledene werd
aan de groeve niet gesproken en na
dat de aanwezigen bloemen in
groeve hadden gestrooid, dankte
zwager, de heer Blok, oud-inspecteur
van het Boschwezen in Ned.-O.-Indië,
voor de betoonde belangstelling. Een
schat van bloemstukken dekte de baar.
De arrestatie wegens spionnage te
Leidschendam blijkt op een vergissing
te berusten.
De vermeende spion bleek absoluut
vrij uit te gaan. Het is de heer H. S.,
die zich kortgeleden als reclame-ont-
werper en fotograaf te Arnhem had
gevestigd.
Hij was Zondag naar Leidschendam
getrokken om foto’s te maken voor de
Waterkampioen in verband met het
naderend watersportseizoen. In Leid
schendam zijn vele opslagplaatsen van
booten en de bezitters waren Zondag
met hun familie in touw om hun vaar
tuigen op te knappen. Dus ging de heer
S. naar een van de weiden, om daar
familietafëreelen te fotografeeren. Met
zijn toestel op den rug passeerde hij
een schildwacht er zijn in de nabij
heid ook militaire terreinen maar
deze liet hem zonder iets te zeggen
passeeren. Toen hij foto’s had gemaakt,
waarbij hij vermeed om militaire ob
jecten te kieken, ontmoette hij op zijn
terugweg een anderen schildwacht, die
hem aanhield. Er volgde een verhoor
door den burgemeester van Leidschen
dam en een onderzoek door de militaire
politie, dat in de residentie plaats had.
Noch zijn foto’s, noch zijn papieren
leverden ook maar iets bezwarends op.
In den loop van den dag kon de heer
S. naar Arnhem terugkeeren.
Hij ontving Dinsdag zijn foto’s en
papieren terug. De heer S. vermoedt,
dat een burger, die hem met fotogra
feeren bezig zag, daarvan mededeeling
heeft gedaan aan den betrokken schild
wacht rnet het voor hem minder aan
gename gevolg.
den belast met een bedrag van eenige
tientallen millioenen voor de gezond
making van de financiën der geldende
invaliditeits- en ouderdomsverzeke-
ring. De Regeering heeft ruim een jaar
geleden een staatscommissie ingesteld,
met de taak advies uit te brengen over
de financiering.
Tenslotte behandelde mr. Groene
veld het vraagstuk, hoe eenheid te
brengen zooveel mogelijk in de onder
scheiden takken onzer sociale verzeke
ring.
Het zal hiervoor noodig zijn, dat
voor zoover de uitvoering der verzeke
ring is opgedragen aan de openbare in
stellingen, bij de taakverdeeling tus
schen het centrale orgaan, de Rijksver-
zekeringsbank, en de locale organen,
de raden van arbeid, zooveel mogelijk
naar dë raden van arbeid worden ge
decentraliseerd.
Met een woord van dank tot den
spreker sloot de voorzitter daarop de
bijeenkomst
REVISIEBEHANDELING VOOR HET
GERECHTSHOF.
Het is de derde maal, dat de landar
beider H. R. uit Waddinxveen in het
bankje der verdachten plaats neemt om
terecht te staan voor een zeer ernstig
misdrijf, dat het O. M. hem heeft ten
laste gelegd, n.l. poging tot doodslag,
gepleegd op den rijksveldwachter C.
van den Hoef te Waddinxveen.
Betrapt bij het stroopen zou deze
goed bekend staande arbeider zijn ge
weer gericht en afgeschoten hebben op
den veldwachter, waardoor deze laatste
een schot hagel in den rechterboven-
arm kreeg, waardoor het bovenarm-
been werd verbrijzeld. Wekenlang is de
veldwachter in het ziekenhuis ver
pleegd, verkeerde aanvankelijk in le
vensgevaar en herstelde slechts lang
zaam.
Van den aanvang af heeft verdachte
ontkend den opzet te hebben gehad om
den veldwachter te raken.
Op 20 Februari 1939 veroordeelde de gewacht moet worden tot de zwevende
rechtbank te Rotterdam den man tot gulden weer een gestabiliseerde gulden
acht jaar gevangenisstraf wegens po- was. Theoretisch kan men nog wel
ming met het betoog, door spr. in 1938
gehouden. Spr. bestrijdt de rede van
den heer Teulings. De versobermgs-
arbeid behoort uit te gaan van de Re
geering.
De heer Roestam Effendi
(Comm.) repliceert. De geheele bur
gerlijke coalitie, van den heer Rost
van Tonningen tot den heer Stokvis,
schaarde zich tegen spr.’s standpunt,
als de overheerschers tegen de over-
heerschten. Spr. is echter niet in de
Kamer gekomen om de belangen der
kapitalistische klasse te behartigen.
Spr. verdedigt het optreden van het
Russische leger, dat Finland gaat zui
veren van het half-fascistische regime
van dën heer Mannerheim.
(De voorzitter hamert.) De
communistische fractie zal tegen de
motie-Stokvis stemmen.
De’ heer Teulings (R.K.) be
toogt, dat de veiligheid van het gezag
in Indië moet zijn verzekerd. Er kun
nen factoren zijn voor een niet-sluitend
•budget, - maar dit moet
regel zijp. Spr. brengt
hulde voor diens rede.
Het bestuursapparaat
ledig gehandhaafd te blijven. Spr. ver
dedigt zich tegen de verwijten van den
heer Wagenaar.
De heer Joekes (V.D.) heeft met
genoegen de rede van den minister
aangehoord. Doch spr. heeft geen vol
ledige inlichtingen gekregen op zijn
vragen. Er had meer kunnen zijn aan-
gekondigd omtrent tekortkomingen in
het beleid, waarin moet worden voor
zien. De politie zij niet te strak bij
haar beoordeeling van het in vergade
ringen gesprokene. Spr. verklaart, niet
te hebben gezegd, dat de Gapi een
revolutionnaire strekking heeft, wat in
Indië werd gemeld. Spr. betoogt, dat
de minister zijn verantwoordelijkheid
moet blijven dragen. De motie-Stokvis,
hoewel op zichzelf niet onjuist, is on
tijdig het is ook geen onderwerp, bij
wijze van motie den minister op te
dringen.
De vergadering wordt om zes uur
verdaagd tot hedenmiddag een uur
alsdan is de minister aan het woord-
Motie-Stokvis verworpea.
Hierna werd de motie-Stokvis in
stemming gebracht en met 5322 stem
men verworpen. Vóór stemden al
leen de S.D.A.P. en de C.D.U.
De algemeene beschouwingen worden
daarna gesloten.
De heer Serrarens (R.K.) merkt
bij het wetsontwerp no. 3 (Dep. v. Ju
stitie) op, dat de arbeidsinspectie voor
Java over onvoldoende gegevens be
schikt. Daardoor is het niet na te gaan
of het loonpeil in de cultures op Java,
voldoende is. Men kan echter aanne
men, dat de loonen niet overal voldoen
de zijn. Uitbuiting van Indische werk
krachten mag niet plaats vinden. Uit
breiding van de arbeidsinspectie is in
hooge mate gewenscht.
De heer K u p e r s (S.D.A.P.) zeide,
dat het loonpeil der Inheemsche arbei
ders niet in overeenstemming is met
de levensbehoeften. Spr. haalde in dit
verband voorbeelden aan uit een rap
port van het Centraal Bureau voor de
Statistiek, waaruit geconcludeerd kan
worden, dat het b.v. met de loonen van
sommige Gemeentekoelies allerbedroe
vendst gesteld is. Instelling van mini-
mumloonen kan leiden tot verbetering
van den levensstandaard. Overmatige
arbeidsdagen komen vooral voor in de
suikerfabrieken wettelijke regeling
van den arbeidstijd is gewenscht. Tot
slot merkte spr. op, dat versterking
van de Inheemsche vakbeweging van
het grootste belang is.
De heer Meyer ink (A.R.) zeide,
dat gezien het peil der ontwikkeling der
inlanders aan de rechtspraak bijzondere
eischen moeten worden gesteld. Ge
wenscht zou dan ook zijn, dat het aan
tal rechterlijke ambtenaren zou worden
uitgebreid.
Ten aanzien van de zedenmisdrijven
merkte deze spr. op, dat de min of meer
wilde vonnissen niet in de juiste ver
houding staan tot de moreele schade,
welke is toegebracht. Tijdens de suiker-
campagne wordt te veel gebruik ge
maakt van nachtarbeid door vrouwen.
Uitbreiding der minerale ontginningen
vereischt nauwlettender toezicht. Spr.
had bedenkingen tegen de thans gel
dende loonstandaarden in de inheem
sche industrieën.
Een overzicht door den minister van
de loonen in de gouvernementsbedrijven
zou door de Kamer op prijs worden ge
steld.
De heer Slotemaker de B r uï-
n e (C.H.) besprak het vraagstuk der
werkloosheid onder de Europeanen en
inheemschen. Spr. had groote bewonde
ring voor hetgeen ten aanzien van de
k-strijding hiervan door particulieren
en overheid is verricht.
De instelling van werkkampen voor
adspirant-kolonisten is van groote so
ciale beteekenis. Er schuilt in de op
richting van cursussen voor werkloozen,
zooals die reeds in enkele plaatsen in
Indië heeft plaats gevonden een moreel
belang. Spr. vroeg voor het lofwaardig
werk, dat door particulieren op dit ge
bied wordt gedaan niet alleen de be
langstelling der Indische regeering,
doch ook die van den minister van Ko
loniën.
Ook deze afgevaardigde zag in een
goed geleide vakbeweging een groot
belang. Sociale wetgeving is voor Indië
van een niet te onderschatten beteeke
nis. Het wetsontwerp pensionneering
en ouderdomsvoorziening moet niet van
toepassing zijn op werkers in dessa-
verband doch op hen in het bedrijfs
leven.
Ernstige aandacht verdient de werk-
loosheidsv >rzekering, waarvan de re
gelen niet alleen moeten gelden in nor
male tijden. Spr. verklaarde zich geen
voorstander van overheidsbemoeiing
ten aanzien van de loonen in particu
liere bedrijven.
(De vergadering duurt voort.)
HERDENKINGSREDE MR.
GROENEVELD.
„Verleden, heden en toekomst
der sociale verzekering”.
Mr. H. W. Groeneveld, hoofd van de
afdeeling arbeidersverzekering van het
departement van Sociale Zaken, hield
vervolgens de herdenkingsrede, geti
teld „Verleden, heden en toekomst der
sociale verzekering”.
Spr. zeide onder sociale verzekering
te verstaan het geheel van overheids
maatregelen, welke erop zijn gericht
om ten bate van de groepen onzer sa
menleving, welke voor het levensonder
houd van zich en hun gezin zijn aange
wezen op de opbrengst van hun ar
beidskracht, voorzieningen te treffen,
voor het geval deze arbeidskracht niet
kan worden aangewend en derhalve
met haar geen opbrengst kan worden
verworven, hetzij als gevolg van aan
tasting van de arbeidskracht (door
ziekte, ongeval, invaliditeit), hetzij
door maatschappelijke oorzaken (werk
loosheid).
Deze voorzieningen bedoelen den be
trokkenen in de zoo even genoemde
gevallen een inkomen te verzekeren, dat
niet wordt ontvangen als een gunst,
maar als een recht.
In den loop van de jaren van rond
1900 tot rond 1930 zijn in ons land een
aantal sociale verzekeringen tot stand
gekomen, waarvan de ongevallenver
zekering, de ziekteverzekering en de in
validiteits- en ouderdomsverzekering
een verplicht karakter hebben, en de
vrijwillige ouderdomsverzekering en de
werkloosheidsverzekering een vrijwil
lig karakter bezitten.
De verplichte sociale verzekering is
opgezet als een arbeidersverzekering.
De geldende verplichte verzekering is
principieel beperkt tot degenen, die in
loondienst van anderen werkzaam zijn.
De geschiedenis doet verder zien een
ontwikkeling van de gedachte om de
uitvoering der sociale verzekering me
de te leggen in handen van uit de
maatschappij opgekomen organen.
Na een opsomming van de bestaande
sociale verzekeringswetten, conclu
deerde spr., dat men zonder gevaar
voor gegronde tegenspraak kan stellen,
dat de bestaande maatschappij in deze
verzekeringswetgeving een zeer te
waardeeren bezit heeft.
Praktisch is op het oogenblik onze
arbeidersklasse wettelijk verzekerd te
gen geldelljke gevolgen van ongeval en
van ziekte. En de voorziening, welke
wordt genoten krachtens die verzeke
ring, schijnt en in absoluten zin en in
relatieven zin bij vergelijking met het
geen buitenlandsche voorzieningen ge
ven, zeer bevredigend.
Het belang voor de arbeidersklasse
bij deze verzekeringen toonde spr. aan
met eenige cijfers.
Het is niet gebleken, dat ons be
drijfsleven door den last der sociale
verzekering in den concurrentie-strijd
met het buitenland achter zou zijn ko
men te staan.
Met voldoening mag worden vastge
steld, dat de sociale verzekering ook
in de kringen der werkgevers toene
mende belangstelling ontmoet.
Al kan dus voor het heden voldoe
ning worden uitgesproken over hetgeen
in ons vaderland op het gebied der so
ciale verzekering bestaat, zoo kan niet
temin niet worden gezegd, dat het be
slaande in elk opzicht bevredigt. Op
zichzelf ligt daarin niets ontmoedi-
gends. aldus spr.
De toekomst der sociale verzekering
besprekend, uitte spr. zijn volstrekt
geloof, dat u-
toekomst 1
tegemoetgaan.
zijn-
Intusschen wordt de oplossing van
het
verder redeneeren. Inmiddels heeft de
heer Schouten geen bezwaar aan de
herwaardeering van het goud mede te
werken. Hij wilde echter den achter
stand der sociale verzekeringsfondsen
inhalen. Maar we verkeeren in het
onzekere, welke lasten in de toekomst
nog zullen drukken op de sociale ver
zekeringsfondsen. Het rapport-Verijn
Stuart, dat binnenkort zal worden ge
publiceerd, vertoont tal van verschil
punten in de commissie zelve. Het is
dus niet goed, een som als waarom het
hier gaat, te besteden voor de sociale
verzekeringsfondsen, spr. had liever
gehad, dit wel te kunnen, doordat de
oorlog niet uitgebroken was.
Komende tot de verdeeling der goud-
winst, zegt spr., dat er bezwaren zijn
gemaakt t.p.v. de reservefondsen der
Ned. Bank. Dit is een voornaam onder
deel van het ontwerp voor de redac
tie van art. 2 kan spr. de verantwoor
delijkheid niet aanvaarden. Bij het
pondenverlies denke men aan de po
sitie der Ned. Bank, zooals de heer
Oud reeds vroeger zeide. In 1936
kwam het pondenverlies in een ander
licht te staan dan in 1931. Door de
herwaardeering van het goud ontstaat
een winst, welke het eigendom is van
de Ned. Bank en waarin de Staat par
ticipant is. De winst echter moet ge
heel aan den Staat als zoodanig ten
goede komen doch er moet bepaalde
vereffening zijn vóór er van eigenlijke
winst kan worden gesproken.
De netto, niet de bruto winst be
hoort aan den Staat te komen, dus
116% millioen. Het pondenverlies is
niet uitsluitend een fout van het be
heer der bankdirectiehaar voorge
schreven functie is daarvan mede oor
zaak. De publiekrechtelijke functie der
bank was de hoofdfactor, welke een
misvatting is gebleken. De winst zon
der meer aan den Staat te trekken, is
dus niet overeenkomstig den aard van
de Ned. Bank. Met de bezwaren van
de heeren Schouten en Teulings kan
spr. dan ook niet instemmen. Spr. be
toogt, dat bij reserveering verhoudings
gewijze de Staat meer te betalen had
gehad. Spr. kan het amendement-Teu-
lings niet aanvaarden.
De voorzitter maakt den mi
nister er attent op, dat dit amendement
nog niet aan de orde is.
De minister: Zou u misschien
een eigen tusschenregeling kunnen
aanvaarden, door middel van vergoe
ding aan den Staat als participant in
de bank van wat hij in de jaren 1932
1939 is tekort gekomen. Dit bedrag is
ruim tien millioen. boven het in het
ontwerp genoemde bedrag van 116%
millioen. Spr. zal een wijziging van
het artikel indienen.
De heer Schouten (A.R.) geeft
dan in overweging, de beraadslagingen
thans te schorsen.
De voorzitter stelt voor, de
beraadslagingen Vrijdag één uur voort
te zetten.
De heer Rost van Tonningen
(N.S.B.) maakt hier bezwaar tegen.
Het voorstel van den voorzitter wordt
z.h.st. aangenomen.
De vergadering wordt om ruim vier
uur geschorst tot half vijf.
De heer van Gelderen (S.D-
A.P.) verklaart, dat het betoog van
den heer Rutgers van Rozenburg wei
nig indruk op hem heeft gemaakt. Het
geschenk van de Regeering moet voor
aandeelhouders en directie der Ned.
Bank een aangename verrassing zijn.
Het voorstel van den minister gaat te
ver ondanks spr.’s sympathie voor de
hoofdgedachte heeft spr. tegen de
voorgestelde verdeeling groot bezwaar.
De heer Bierema (Lib.) acht het
juist, de boekwaarde van het goud der
Ned. Bank in overeenstemming met
de werkelijkheid te brengen, nu op een
internationale regeling van de munt
eenheden voorloopig niet te rekenen
valt. De boekhoudkundige correctie
impliceert echter niet, dat deze dade
lijk aanwending moet vinden. In Zwit
serland heeft men de goudwinst lang
als reserve beschouwd. Bij dit wets
ontwerp heeft ook voorgezeten, eenige
ruimte van financiering voor de schat
kist te scheppen. Spr. verwijst naar
het Engelsche voorbeeld.
Zelfs wanneer het bedrag van 116,5
millioen wordt besteed voor buiten-
landsche aankoopen, komt er elders
geld vrij. Hier gaat het bovendien om
een bepaald bedrag voor één keer.
Prijsstijging moet in dit verband zoo
veel mogelijk vermeden worden. Spr.
heeft eenig bezwaar tegen het geven
van rond 30 millioen aan de bank we
gens haar pondenverlies.
is zeer gunstig voor de
ders en de aandeelen zijn tot 138 pro
cent gestegen. Spr. heeft echter geen
overwegend bezwaar tegen het voor
stel van de Regeering.
De heer Schi thuis
spreekt eveneens het laten van een
deel der goudwinst aan de Ned. Bank.
Het verband met het geleden ponden
verlies kan spr. niet zien. Spr. ziet dit
als een teleurstellend resultaat van
een mislukte transactie, zonder ver
band met de goudwinst.
Commercieel is begrijpelijk, dat de
Ned. Bank hieruit een vroeger verlies
wil compenseeren. Doch de Ned. Bank
is niet alleen van commercieel stand
punt te bekijken. De goudwinst komt
toe aan de schatkist. Hoeveel dient er
aan de Ned. Bank te worden gelaten
Hoeveel is er noodig voor de bank om
het tekort op het pondenverlies te doen
verdwijnen Spr. verwijst naar de op
vatting van den heer Teulings. De
publiekrechtelijke functie van de Ned.
Bank moet inmiddels prevaleeren.