NORTH CTATE 1 BOEKENWEEK 1940 den van Herwaardeering Goudvoorraad STATEN-GENERAAL RECHTZAKEN de Tweede Kamer m Voortzetting Behandeling LITTERAIRE LUNCH I HAAGSCHE ÖOURANT VAN DONDERDAG 29 FEBRUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2. I BLENDED JGGABFTTES|_j JUBILEUM dr. C. H. WITTHAUS INDISCHE BEGROOTING TIEN JAREN UITVOERING VAN DE ZIEKTEWET TEN ONRECHTE VAN SPIONNAGE VERDACHT VELDWACHTER TE WADD1NXVEEN NEERGESCHOTEN IN RESTAURANT PICCADILLY LANGE POTEN, BOVENZAAL INDISCHE BEGROOTING BEGRAFENIS F. W. VOSWINKEL DORSELEN De Arnhemmer gaat vrij uit RECLAMES. 2546 H. W. van 4 vol behoort REDE VAN MINISTER WELTER. wijziging Indische ouderdomsvraagstuk ernstig moeilijkt u_ 'naar valt te voor de een De regeling aandeelhou- zes een (V.D.) be- van Minister de Geer aan het woord. t spr. t de sociale verzekering die met vertrouwen zal kunnen De toekomst zal naar "overtuiging gestagen uitbouw der sociale verzekering brengen. Vijftig jaren tandarts. Morgen zal dr. C. H. Witthaus, tand arts alhier, den dag herdenken, waarop hij vóór 50 jaren het diploma van Ne- derlandsch tandarts verwierf. Geboren in 1868, behaalde hij in 1887, dus op 19-jarigen leeftijd, het Duitsche diploma van Zahnarzt; in 1890 het Ne- derlandsche diploma en in 1892 het Amerikaansche diploma van Doctor of dental surgery. dan nog geen den minister ging tot doodslag. In hooger beroep voor het hof alhier hoorde hij zich op 14 Juni d.a.v. tot een hoogere straf, n.l. tien jaar veroordeelen. De Hooge Raad casseerde het arrest van het hof echter en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam, zoodat deze geruchtmakende strafzaak, ®iarin mr. B. F. J. Simon uit Utrecht, té^nals voor het Haagsche hof, als ver dediger optreedt, voor de derde maal voor een rechterlijk college wordt be handeld. Behalve vele getuigen heeft zoowel het O. M. als de verdediger deskun digen gedagvaard. Het hof wordt gepresideerd floor mr. Joh. M. Jolles. Het O. M. werd waar genomen door den procureur-generaal, mr. A. A. L. F. van Dullemen. Enkele getuigen zijn niet versche nen. Ook de deskundige a decharge, dr. C. J. van Ledden Hulsebosch, is we gens ziekte verhinderd. Reeds bij den aanvang van de zitting deelt de verdediger mede geen afstand te zullen doen van het hooren van den politie-deskundige. De president neemt dan den verdach te een kort verhoor af. Hij blijft er bij, dat zijn veroordeeling onjuist is ge weest: „Ik had geen opzet om te raken”, ’t Is een ongeluk geweest Veldwachter gehoord. Ook de hoofdgetuige in dit stroopers- drama komt voor het hekje, de veld- Bijeenkomst Kring van directeuren en administrateurs bedrijfsvereenigingen Welvaarts- ook een uitgesloten. is overigens Heden werd in „Pulchri Studio” door den Kring van Directeuren en Admini strateurs van Bedrijfsvereenigingen een bijeenkomst gehouden ter gelegen heid van het tienjarig bestaan van de Ziektewet. Na de vele aanwezigen welkom te hebben geheeten, zette de voorzitter, mr. M. H. de Jong, met een enkel woord het doel van den kring uiteen. Deze is een organisatie, welke is ont staan, omdat de leiders der bedrijfs vereenigingen de behoefte gevoelden om door persoonlijk contact met elkan der nader de vraagstukken ten opzichte van de practijk der uitvoering onder oogen te zien. Het is gebleken, dat dit persoonlijk contact nuttig is voor de bestudeering van de met de Ziektewet en ook op ruimere basis van de met de sociale verzekering verbonden vraag stukken, terwijl daardoor ook de ver houdingen wanneer de directeuren in hun functie op zakelijk gebied met el kander in aanraking kwamen, worden vergemakkelijkt. De kring heeft tevens medegewerkt om tusschen de verschillende uitvoer ders der sociale verzekering een goede verhouding te bevorderen. Wanneer de sociale verzekering over de geheele linie zal worden herzien, of worden geünificeerd, zal de bedrijfs- vereeniging daarin ongetwijfeld haar plaats worden aangewezen en zal zij dan evenzeer voor een goede sociale uitvoering zorg weten te dragen. ter gelegenheid van de Boekenweek op Zaterdag 2 Maart as. van 13 uur Kaarten a 1.50 verkrijgbaar in den boekhandel. wachter van den Hoef. Hij kan den eed nog niet met de rechterhand afleggen. Hij draagt zijn arm in een zwaar, ge steund verband De president wijst hem er op, dat hij zich geheel los moet maken van de fo to’s der reconstructie. Slechts wat dien nacht precies is gebeurd, moet hij weergeven. Hij vertelt dan wat er geschiedde. Verdachte protesteert. Hij laat een fel protest hooren als de veldwachter demonstreert hoe deze zijn arm hield en hoe verdachte het geweer op hem richtte. Na de pauze hoort het hof den wa pendeskundige Kool uit Rotterdam. Hij kwam in zijn rapport tót de conclusie, dat het .schot on ongeveer anderhalve meter afstand was gelost; de stand van het geweer bij bet afvuren, moet hngëvéèr horizontaal zijn geweest. De veldwachter werd door éën schot ge troffen. Met dezen deskundige behandelt d£ president dan het rapport van deA contra-deskundige van Ledden .Hulse bosch. i I L Ik acht het het aannemelijkst, zoo be sluit desk, zijn rapport, dat de stroo- per zijn geweer op buikhoogte tegen het lichaam gedrukt houdende, zich omge wend heeft en door een onbewuste be weging aan loop of trekker te maken, het noodlottige schot onwillens deed af gaan. be door de omstandigheid, dat L» zoorzien, het Rijksbudget de volge^ie jaren extra zal wor- Wat de repliek van den heer Stok vis aangaat, is het spreker niet duide lijk, welke richting deze inwil. Het schijnt geen beperking der controle van de Kamer, wel van die van den minister, op de Indische regeering. De figuur is spreker nogal schemerachtig. Hoe de verantwoordelijkheid van den minister uit te schakelen? Het is niet mogelijk onder de tegenwoordige ver houdingen. De macht van den minister van Koloniën is van groote preventie. Wat de motie van de Regeering vraagt, gebeurt reeds. De heer Stok vis heeft den weg willen vrijmaken tot een volwaardig parlement. Hierin ligt een zeer ernstig bezwaar. Evenals de heer Joekes achtte spr. de motie op tal van gronden inopportuun. Spr. ad viseerde den heer Stokvis, de motie niet in behandeling te doen nemen, teneinde geen onzuivere sfeer te schep pen. De heer Stokvis (S.D.A.P.) zette nader de bedoeling van zijn motie uit een, welke hij geenszins overbodig achtte. Tal van argumenten voerde hij daarvoor aan. De m i n i s t er betreurde, dat de heer Stokvis geen gevolg heeft willen geven aan zijn suggestie, de motie in te trekken. Indiening alleen reeds kan tot groote verwarring in Indië leiden. Nogmaals betoogde de minister, dat de motie over bodig is en drong er met klem bij de Kamer op aan, om de motie niet aan te nemen. De minister van Financiën, de heer de Geer, constateert, dat de heer Rost van Tonningen verweten heeft, dat het voorbeeld der Engelsche de valuatie is gevolgd. Dit was echter al eerder door Duitschland gedaan. We hebben hier ook nog geen inflatie ge had en waken daartegen. Het streven van de Regeering is, verdere devaluatie van den gulden krachtig tegen te gaan. Had men zeide de heer Rost van Tonningen voorraden aan goederen aangelegd, de zaak ware in orde. Maar er zijn voorraden aangelegd, welker uitgaven toch ook moeten worden ge dekt. De heer Schouten heeft bezwaar tegen de herwaardeering zelve, omdat Voortgezet wordt de behandeling van de Indische Begrooting voor 1940. De minister van Koloniën, de heer Welter, beantwoordt de gisteren be ëindigde replieken. Spr. heeft getracht, tegenstellingen, die grooter schenen dan ze waren, te overbruggen. Spr. wijst op de moeilijk heden bij het samenstellen van een bud get. Het gaat om de toepassing van al- gemeene beginselen in een groot land. Voorkomen moet worden, dat de on juiste indruk ontstaat, als zou Neder land niet in staat zijn, een groot im perium te beheeren. Spr. is het met den heer Wagenaar over een al dan niet sluitend budget niet eens. We moeten niet vervallen in de fout van voor 1929, toen de Indische huishouding werd op gezet naar de toestanden in een boom- periode. Spr. handhaaft zijn standpunt inzake de pensioenfinanciering. Met een verhooging van 3 millioen per jaar zal de zwakke plek zijn goed te maken. De opmerkingen van den heer Joekes over de begrootingspositie behande lend, betoogt spr., dat er geen paralleli- teit is tusschen de begrootings- en de schuldcijfers. Wat het optreden der politie in ver band met de volksbeweging betreft, spr. kan niet toestemmen dat ze tekort is geschoten, naar elke klacht wordt een nauwgezet onderzoek ingesteld. En van de honderden gevallen, waarin wel de juiste tact wordt vertoond, wordt niet gerept. Worden er fouten gemaakt, dan moeten die worden hersteld. Spr. ge looft, dat de Indische Regeering het juiste midden heeft getroffen. Spr. deelt mede, dat in overleg met den minister van Economische Zaken het voornemen is, de helft van de hier te lande geconsumeerde koffie uit In dische koffie te doen bestaan. Dat de bevolking van de stijging van den uitvoer geen profijt zou hebben gehad, ontkent spreker. De bevolking heeft gelegenheid gehad, zich te her stellen van de schade, haar door de crisis toegebracht. Het is onjuist, dat ze op Java gestadig achteruit zou gaan. Spreker verwijst naar debatten in den Volksraad. De hier gevoerde de batten zal spreker ter kennis van de Indische regeering brengen. Het denkbeeld tot het stichten van een welvaartsfonds besprekende, wijst sprekér op de bezwaren van beschik baarstelling van gelden door Neder land. Met zijn denkbeeld toonde de heer van Poll zijn warm hart voor de Indische welvaart. Maar of het wen- schelijk, mogelijk, noodig is, daarover ware lang te praten. Doch de mogelijk heid schijnt spreker thans voor het moederland bevordering kwestie van mentaliteit. En men moet niet vergeten, dat niet uit te maken is, hoe b. v. twintig millioen voor wel- vaartsbevordering waren te besteden. Ten aanzien van de N.S.B. zal spr. wel niet met den heer van Gelderen tot overeenstemming komen. Deze brengt Nederlandsche verhoudingen over naar Indië, waar de N. S. B. een onbeteekenende factor is, ter wijl de regeering nauwgezet toeziet op haar faits et gestes. Een ambte narenverbod in Indië voor de N. S. B. ware een precedent ten aanzien van andere politieke vereenigingen en dus gevaarlijk. Klachten over vreemde in vloeden worden punt voor punt onder zocht. Spreker zal het resultaat te zijner tijd aan de Kamer mededeelen. Vergadering van Woensdag 28 Februari. (Slot.) De vergadering wordt om half vijf heropend. Voortgezet worden de replieken bij de behandeling van de Indische be grooting voor 1940. De heer Wagenaar (A.R.) her haalt zijn beschouwingen over de pen- sioensfinancieringsregeling. Inderdaad is het zaak, den schuldenlast van Indië te verminderen, temeer daar er een half milliard bij is wegens te korten op den gewonen dienst over vorige jaren. Dit is in overeenstem- Vergadering van 29 Febr. Geopend te 1.10 u ur. Voorz. mr. J. R. H. van Schalk. H In stillen eenvoud werd heden op de begraafplaats Oud Eik en Duinen het stoffelijke omhulsel van den heer F. W. Voswinkel Dorselen, oud-eerste ge ëmployeerde van de Suikerfabriek Ge- moe te Kendal (Ned.-Indië), aan den schoot der aarde toevertrouwd. Van hun belangstelling gaven daarbij op het kerkhof blijk de heeren W. J. v. Duyneveldt, oud-inspecteur Indische Tramwegmaatschappijen; J. C. v. West; F. H. Versteegh, oud-eerste geëmployeer de Suikerfabriek Gemoe; K. G. R.J oos ten, gepens. majoor Kon. Ned.-O.Ind. Le ger; J. W. K. Tijl, gepens. zee-officier; W. C. A. Vink, gepens. schout bij nacht; G L. de Lussanet de la Sablonnière; E. T. Bloch, gepens. O.I. ambtenaar, Rei- lingh en B. Hesker, voorzitter Haagsche Postzegelbeurs. Op verzoek van den overledene werd aan de groeve niet gesproken en na dat de aanwezigen bloemen in groeve hadden gestrooid, dankte zwager, de heer Blok, oud-inspecteur van het Boschwezen in Ned.-O.-Indië, voor de betoonde belangstelling. Een schat van bloemstukken dekte de baar. De arrestatie wegens spionnage te Leidschendam blijkt op een vergissing te berusten. De vermeende spion bleek absoluut vrij uit te gaan. Het is de heer H. S., die zich kortgeleden als reclame-ont- werper en fotograaf te Arnhem had gevestigd. Hij was Zondag naar Leidschendam getrokken om foto’s te maken voor de Waterkampioen in verband met het naderend watersportseizoen. In Leid schendam zijn vele opslagplaatsen van booten en de bezitters waren Zondag met hun familie in touw om hun vaar tuigen op te knappen. Dus ging de heer S. naar een van de weiden, om daar familietafëreelen te fotografeeren. Met zijn toestel op den rug passeerde hij een schildwacht er zijn in de nabij heid ook militaire terreinen maar deze liet hem zonder iets te zeggen passeeren. Toen hij foto’s had gemaakt, waarbij hij vermeed om militaire ob jecten te kieken, ontmoette hij op zijn terugweg een anderen schildwacht, die hem aanhield. Er volgde een verhoor door den burgemeester van Leidschen dam en een onderzoek door de militaire politie, dat in de residentie plaats had. Noch zijn foto’s, noch zijn papieren leverden ook maar iets bezwarends op. In den loop van den dag kon de heer S. naar Arnhem terugkeeren. Hij ontving Dinsdag zijn foto’s en papieren terug. De heer S. vermoedt, dat een burger, die hem met fotogra feeren bezig zag, daarvan mededeeling heeft gedaan aan den betrokken schild wacht rnet het voor hem minder aan gename gevolg. den belast met een bedrag van eenige tientallen millioenen voor de gezond making van de financiën der geldende invaliditeits- en ouderdomsverzeke- ring. De Regeering heeft ruim een jaar geleden een staatscommissie ingesteld, met de taak advies uit te brengen over de financiering. Tenslotte behandelde mr. Groene veld het vraagstuk, hoe eenheid te brengen zooveel mogelijk in de onder scheiden takken onzer sociale verzeke ring. Het zal hiervoor noodig zijn, dat voor zoover de uitvoering der verzeke ring is opgedragen aan de openbare in stellingen, bij de taakverdeeling tus schen het centrale orgaan, de Rijksver- zekeringsbank, en de locale organen, de raden van arbeid, zooveel mogelijk naar dë raden van arbeid worden ge decentraliseerd. Met een woord van dank tot den spreker sloot de voorzitter daarop de bijeenkomst REVISIEBEHANDELING VOOR HET GERECHTSHOF. Het is de derde maal, dat de landar beider H. R. uit Waddinxveen in het bankje der verdachten plaats neemt om terecht te staan voor een zeer ernstig misdrijf, dat het O. M. hem heeft ten laste gelegd, n.l. poging tot doodslag, gepleegd op den rijksveldwachter C. van den Hoef te Waddinxveen. Betrapt bij het stroopen zou deze goed bekend staande arbeider zijn ge weer gericht en afgeschoten hebben op den veldwachter, waardoor deze laatste een schot hagel in den rechterboven- arm kreeg, waardoor het bovenarm- been werd verbrijzeld. Wekenlang is de veldwachter in het ziekenhuis ver pleegd, verkeerde aanvankelijk in le vensgevaar en herstelde slechts lang zaam. Van den aanvang af heeft verdachte ontkend den opzet te hebben gehad om den veldwachter te raken. Op 20 Februari 1939 veroordeelde de gewacht moet worden tot de zwevende rechtbank te Rotterdam den man tot gulden weer een gestabiliseerde gulden acht jaar gevangenisstraf wegens po- was. Theoretisch kan men nog wel ming met het betoog, door spr. in 1938 gehouden. Spr. bestrijdt de rede van den heer Teulings. De versobermgs- arbeid behoort uit te gaan van de Re geering. De heer Roestam Effendi (Comm.) repliceert. De geheele bur gerlijke coalitie, van den heer Rost van Tonningen tot den heer Stokvis, schaarde zich tegen spr.’s standpunt, als de overheerschers tegen de over- heerschten. Spr. is echter niet in de Kamer gekomen om de belangen der kapitalistische klasse te behartigen. Spr. verdedigt het optreden van het Russische leger, dat Finland gaat zui veren van het half-fascistische regime van dën heer Mannerheim. (De voorzitter hamert.) De communistische fractie zal tegen de motie-Stokvis stemmen. De’ heer Teulings (R.K.) be toogt, dat de veiligheid van het gezag in Indië moet zijn verzekerd. Er kun nen factoren zijn voor een niet-sluitend •budget, - maar dit moet regel zijp. Spr. brengt hulde voor diens rede. Het bestuursapparaat ledig gehandhaafd te blijven. Spr. ver dedigt zich tegen de verwijten van den heer Wagenaar. De heer Joekes (V.D.) heeft met genoegen de rede van den minister aangehoord. Doch spr. heeft geen vol ledige inlichtingen gekregen op zijn vragen. Er had meer kunnen zijn aan- gekondigd omtrent tekortkomingen in het beleid, waarin moet worden voor zien. De politie zij niet te strak bij haar beoordeeling van het in vergade ringen gesprokene. Spr. verklaart, niet te hebben gezegd, dat de Gapi een revolutionnaire strekking heeft, wat in Indië werd gemeld. Spr. betoogt, dat de minister zijn verantwoordelijkheid moet blijven dragen. De motie-Stokvis, hoewel op zichzelf niet onjuist, is on tijdig het is ook geen onderwerp, bij wijze van motie den minister op te dringen. De vergadering wordt om zes uur verdaagd tot hedenmiddag een uur alsdan is de minister aan het woord- Motie-Stokvis verworpea. Hierna werd de motie-Stokvis in stemming gebracht en met 5322 stem men verworpen. Vóór stemden al leen de S.D.A.P. en de C.D.U. De algemeene beschouwingen worden daarna gesloten. De heer Serrarens (R.K.) merkt bij het wetsontwerp no. 3 (Dep. v. Ju stitie) op, dat de arbeidsinspectie voor Java over onvoldoende gegevens be schikt. Daardoor is het niet na te gaan of het loonpeil in de cultures op Java, voldoende is. Men kan echter aanne men, dat de loonen niet overal voldoen de zijn. Uitbuiting van Indische werk krachten mag niet plaats vinden. Uit breiding van de arbeidsinspectie is in hooge mate gewenscht. De heer K u p e r s (S.D.A.P.) zeide, dat het loonpeil der Inheemsche arbei ders niet in overeenstemming is met de levensbehoeften. Spr. haalde in dit verband voorbeelden aan uit een rap port van het Centraal Bureau voor de Statistiek, waaruit geconcludeerd kan worden, dat het b.v. met de loonen van sommige Gemeentekoelies allerbedroe vendst gesteld is. Instelling van mini- mumloonen kan leiden tot verbetering van den levensstandaard. Overmatige arbeidsdagen komen vooral voor in de suikerfabrieken wettelijke regeling van den arbeidstijd is gewenscht. Tot slot merkte spr. op, dat versterking van de Inheemsche vakbeweging van het grootste belang is. De heer Meyer ink (A.R.) zeide, dat gezien het peil der ontwikkeling der inlanders aan de rechtspraak bijzondere eischen moeten worden gesteld. Ge wenscht zou dan ook zijn, dat het aan tal rechterlijke ambtenaren zou worden uitgebreid. Ten aanzien van de zedenmisdrijven merkte deze spr. op, dat de min of meer wilde vonnissen niet in de juiste ver houding staan tot de moreele schade, welke is toegebracht. Tijdens de suiker- campagne wordt te veel gebruik ge maakt van nachtarbeid door vrouwen. Uitbreiding der minerale ontginningen vereischt nauwlettender toezicht. Spr. had bedenkingen tegen de thans gel dende loonstandaarden in de inheem sche industrieën. Een overzicht door den minister van de loonen in de gouvernementsbedrijven zou door de Kamer op prijs worden ge steld. De heer Slotemaker de B r uï- n e (C.H.) besprak het vraagstuk der werkloosheid onder de Europeanen en inheemschen. Spr. had groote bewonde ring voor hetgeen ten aanzien van de k-strijding hiervan door particulieren en overheid is verricht. De instelling van werkkampen voor adspirant-kolonisten is van groote so ciale beteekenis. Er schuilt in de op richting van cursussen voor werkloozen, zooals die reeds in enkele plaatsen in Indië heeft plaats gevonden een moreel belang. Spr. vroeg voor het lofwaardig werk, dat door particulieren op dit ge bied wordt gedaan niet alleen de be langstelling der Indische regeering, doch ook die van den minister van Ko loniën. Ook deze afgevaardigde zag in een goed geleide vakbeweging een groot belang. Sociale wetgeving is voor Indië van een niet te onderschatten beteeke nis. Het wetsontwerp pensionneering en ouderdomsvoorziening moet niet van toepassing zijn op werkers in dessa- verband doch op hen in het bedrijfs leven. Ernstige aandacht verdient de werk- loosheidsv >rzekering, waarvan de re gelen niet alleen moeten gelden in nor male tijden. Spr. verklaarde zich geen voorstander van overheidsbemoeiing ten aanzien van de loonen in particu liere bedrijven. (De vergadering duurt voort.) HERDENKINGSREDE MR. GROENEVELD. „Verleden, heden en toekomst der sociale verzekering”. Mr. H. W. Groeneveld, hoofd van de afdeeling arbeidersverzekering van het departement van Sociale Zaken, hield vervolgens de herdenkingsrede, geti teld „Verleden, heden en toekomst der sociale verzekering”. Spr. zeide onder sociale verzekering te verstaan het geheel van overheids maatregelen, welke erop zijn gericht om ten bate van de groepen onzer sa menleving, welke voor het levensonder houd van zich en hun gezin zijn aange wezen op de opbrengst van hun ar beidskracht, voorzieningen te treffen, voor het geval deze arbeidskracht niet kan worden aangewend en derhalve met haar geen opbrengst kan worden verworven, hetzij als gevolg van aan tasting van de arbeidskracht (door ziekte, ongeval, invaliditeit), hetzij door maatschappelijke oorzaken (werk loosheid). Deze voorzieningen bedoelen den be trokkenen in de zoo even genoemde gevallen een inkomen te verzekeren, dat niet wordt ontvangen als een gunst, maar als een recht. In den loop van de jaren van rond 1900 tot rond 1930 zijn in ons land een aantal sociale verzekeringen tot stand gekomen, waarvan de ongevallenver zekering, de ziekteverzekering en de in validiteits- en ouderdomsverzekering een verplicht karakter hebben, en de vrijwillige ouderdomsverzekering en de werkloosheidsverzekering een vrijwil lig karakter bezitten. De verplichte sociale verzekering is opgezet als een arbeidersverzekering. De geldende verplichte verzekering is principieel beperkt tot degenen, die in loondienst van anderen werkzaam zijn. De geschiedenis doet verder zien een ontwikkeling van de gedachte om de uitvoering der sociale verzekering me de te leggen in handen van uit de maatschappij opgekomen organen. Na een opsomming van de bestaande sociale verzekeringswetten, conclu deerde spr., dat men zonder gevaar voor gegronde tegenspraak kan stellen, dat de bestaande maatschappij in deze verzekeringswetgeving een zeer te waardeeren bezit heeft. Praktisch is op het oogenblik onze arbeidersklasse wettelijk verzekerd te gen geldelljke gevolgen van ongeval en van ziekte. En de voorziening, welke wordt genoten krachtens die verzeke ring, schijnt en in absoluten zin en in relatieven zin bij vergelijking met het geen buitenlandsche voorzieningen ge ven, zeer bevredigend. Het belang voor de arbeidersklasse bij deze verzekeringen toonde spr. aan met eenige cijfers. Het is niet gebleken, dat ons be drijfsleven door den last der sociale verzekering in den concurrentie-strijd met het buitenland achter zou zijn ko men te staan. Met voldoening mag worden vastge steld, dat de sociale verzekering ook in de kringen der werkgevers toene mende belangstelling ontmoet. Al kan dus voor het heden voldoe ning worden uitgesproken over hetgeen in ons vaderland op het gebied der so ciale verzekering bestaat, zoo kan niet temin niet worden gezegd, dat het be slaande in elk opzicht bevredigt. Op zichzelf ligt daarin niets ontmoedi- gends. aldus spr. De toekomst der sociale verzekering besprekend, uitte spr. zijn volstrekt geloof, dat u- toekomst 1 tegemoetgaan. zijn- Intusschen wordt de oplossing van het verder redeneeren. Inmiddels heeft de heer Schouten geen bezwaar aan de herwaardeering van het goud mede te werken. Hij wilde echter den achter stand der sociale verzekeringsfondsen inhalen. Maar we verkeeren in het onzekere, welke lasten in de toekomst nog zullen drukken op de sociale ver zekeringsfondsen. Het rapport-Verijn Stuart, dat binnenkort zal worden ge publiceerd, vertoont tal van verschil punten in de commissie zelve. Het is dus niet goed, een som als waarom het hier gaat, te besteden voor de sociale verzekeringsfondsen, spr. had liever gehad, dit wel te kunnen, doordat de oorlog niet uitgebroken was. Komende tot de verdeeling der goud- winst, zegt spr., dat er bezwaren zijn gemaakt t.p.v. de reservefondsen der Ned. Bank. Dit is een voornaam onder deel van het ontwerp voor de redac tie van art. 2 kan spr. de verantwoor delijkheid niet aanvaarden. Bij het pondenverlies denke men aan de po sitie der Ned. Bank, zooals de heer Oud reeds vroeger zeide. In 1936 kwam het pondenverlies in een ander licht te staan dan in 1931. Door de herwaardeering van het goud ontstaat een winst, welke het eigendom is van de Ned. Bank en waarin de Staat par ticipant is. De winst echter moet ge heel aan den Staat als zoodanig ten goede komen doch er moet bepaalde vereffening zijn vóór er van eigenlijke winst kan worden gesproken. De netto, niet de bruto winst be hoort aan den Staat te komen, dus 116% millioen. Het pondenverlies is niet uitsluitend een fout van het be heer der bankdirectiehaar voorge schreven functie is daarvan mede oor zaak. De publiekrechtelijke functie der bank was de hoofdfactor, welke een misvatting is gebleken. De winst zon der meer aan den Staat te trekken, is dus niet overeenkomstig den aard van de Ned. Bank. Met de bezwaren van de heeren Schouten en Teulings kan spr. dan ook niet instemmen. Spr. be toogt, dat bij reserveering verhoudings gewijze de Staat meer te betalen had gehad. Spr. kan het amendement-Teu- lings niet aanvaarden. De voorzitter maakt den mi nister er attent op, dat dit amendement nog niet aan de orde is. De minister: Zou u misschien een eigen tusschenregeling kunnen aanvaarden, door middel van vergoe ding aan den Staat als participant in de bank van wat hij in de jaren 1932 1939 is tekort gekomen. Dit bedrag is ruim tien millioen. boven het in het ontwerp genoemde bedrag van 116% millioen. Spr. zal een wijziging van het artikel indienen. De heer Schouten (A.R.) geeft dan in overweging, de beraadslagingen thans te schorsen. De voorzitter stelt voor, de beraadslagingen Vrijdag één uur voort te zetten. De heer Rost van Tonningen (N.S.B.) maakt hier bezwaar tegen. Het voorstel van den voorzitter wordt z.h.st. aangenomen. De vergadering wordt om ruim vier uur geschorst tot half vijf. De heer van Gelderen (S.D- A.P.) verklaart, dat het betoog van den heer Rutgers van Rozenburg wei nig indruk op hem heeft gemaakt. Het geschenk van de Regeering moet voor aandeelhouders en directie der Ned. Bank een aangename verrassing zijn. Het voorstel van den minister gaat te ver ondanks spr.’s sympathie voor de hoofdgedachte heeft spr. tegen de voorgestelde verdeeling groot bezwaar. De heer Bierema (Lib.) acht het juist, de boekwaarde van het goud der Ned. Bank in overeenstemming met de werkelijkheid te brengen, nu op een internationale regeling van de munt eenheden voorloopig niet te rekenen valt. De boekhoudkundige correctie impliceert echter niet, dat deze dade lijk aanwending moet vinden. In Zwit serland heeft men de goudwinst lang als reserve beschouwd. Bij dit wets ontwerp heeft ook voorgezeten, eenige ruimte van financiering voor de schat kist te scheppen. Spr. verwijst naar het Engelsche voorbeeld. Zelfs wanneer het bedrag van 116,5 millioen wordt besteed voor buiten- landsche aankoopen, komt er elders geld vrij. Hier gaat het bovendien om een bepaald bedrag voor één keer. Prijsstijging moet in dit verband zoo veel mogelijk vermeden worden. Spr. heeft eenig bezwaar tegen het geven van rond 30 millioen aan de bank we gens haar pondenverlies. is zeer gunstig voor de ders en de aandeelen zijn tot 138 pro cent gestegen. Spr. heeft echter geen overwegend bezwaar tegen het voor stel van de Regeering. De heer Schi thuis spreekt eveneens het laten van een deel der goudwinst aan de Ned. Bank. Het verband met het geleden ponden verlies kan spr. niet zien. Spr. ziet dit als een teleurstellend resultaat van een mislukte transactie, zonder ver band met de goudwinst. Commercieel is begrijpelijk, dat de Ned. Bank hieruit een vroeger verlies wil compenseeren. Doch de Ned. Bank is niet alleen van commercieel stand punt te bekijken. De goudwinst komt toe aan de schatkist. Hoeveel dient er aan de Ned. Bank te worden gelaten Hoeveel is er noodig voor de bank om het tekort op het pondenverlies te doen verdwijnen Spr. verwijst naar de op vatting van den heer Teulings. De publiekrechtelijke functie van de Ned. Bank moet inmiddels prevaleeren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14