HAAGSCHE COURANT DE STAATSLEENING OVERTEEKEND Vlucht uit Moskou 1 W Zaterdag 2 Maart 1940 IN EN OM DEN HAAG BINNENLAND VIERDE BLAD. FEUILLETON. f No. 17508. OOM KOOS De salarieering Liberale partijdag V 'v r-s Meester de Geer een (Nadruk verboden zorg HOOFDSTUK XVIII. (Wordt vervolgd.) Centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken. worden opgetreden. Dat lijkt me uitstekend om ons allen wat meer in het disciplinaire gareel te krijgen. De vorst en de sneeuw nood zaakten iemand soms om de verordening voor bij te gaan, maar nu sneeuw en ijs gaan ver dwijnen, moeten we ons weer schikken in het harnas van de ons zelf beschermende be palingen. Men is echter gewaarschuwd en men mag nu straks onzen dienaren van Hermandad niet eensklaps noodelooze strengheid gaan ver wijten. In de vergadering der centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken van Donderdag j.l. deelde de voorzitter mee, dat de Regeering op dit bogenblik nog geen voldoende aanleiding aanwezig acht, om tot eenigen maatregel op het punt van de sala rissen en loonen over te gaan, doch dat bij de Regeering het nader concreet aangeduid voornemen bestaat, om bij verder stijgende duurte tot een thans nog niet bereikt peil het laagst bezoldigd gehuwd Rijkspersoneel eeniger mate tegemoet te komen. Besloten werd de bespreking dezer aange legenheid aan te houden tot een spoedig te houden volgende vergadering der commissie. „Heel goed, kind, Lisaweta sliep nog steeds. Intus- schen had Robert reeds voor alles ge zorgd. De dokter was er geweest; hij had de doodschouw verricht en ande re maatregelen getroffen. Lisaweta zou Alexei als ’n slapende vinden, van alle aardsche zorgen bevrijd. De zus ter was van de mis teruggekomen en zou Lisaweta onder haar hoede ne men, want Robert had nog zeer veel te doen. De begrafenis moest geregeld worden en tal van andere formalitei ten, welke uit een sterfgeval voort vloeien, moesten nog worden vervuld. Het was nog vroeg in den ochtend, toen Robert zich bij Gattersworth liet aandienen, maar de Engelschman bleek reeds bij de hand te zijn. Zijn eerste vraag gold Lisaweta. Robert bracht hem van het gebeurde op de hoogte en weldra zaten de beide man nen tegenover elkaar, ditmaal echter niet als vijanden, maar vervuld van wederzij dsche achting en vertrouwen. erge vorm van van de literaire ter gelegenheid groote attractie wordt er bij verteld, dat die-en-die-schrijvers zullen aanzitten, zoodat men dus tegen be taling een culinair hapje en een literair hapje tegelijkertijd kan savoureeren. Of de plaatsen aan de lunch hooger in prijs zijn naarmate men naast een grootere beroemdheid komt te zitten, is er helaas niet bij vermeld. Jodocus deed nog een goed voorstel aan de hand om de attractie te verhoogen. Hij vond stoel-ver- wisseling na eiken gang van de lunch zeer aantrekkelijk en mochten er meer beroemd heden zijn dan gangen, dan ware het wellicht aldus te vinden, dat na een belsignaal alle niet-literaire lunchgenooten een plaatsje gingen opschuiven. Een idee de overweging waard. De politie heeft aangekondigd, dat zij, door weersomstandigheden gedwongen, wel eens een oogje dicht heeft gedaan tegen verkeers- zondaars, doch dat thans die reden voor cle mentie is vervallen en er met strengheid zal Voordracht van prof. mr. A. N. Molenaar. Op den ochtend van Zaterdag 9 Maart, op welken dag des middags het partij-congres van de Liberale Staatspartij zal plaats hebben, zal prof. mr. A. N. Molenaar te 11 uur in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen le Utrecht een inleiding houden van het onder werp „De taakverdeeling tusschen provincie en gemeente”. Deze voordracht zal plaats hebben voor de vereeniging van liberale leden van Provinciale Staten en gemeentebesturen, doch is toeganke lijk voor alle leden van de Liberale Staats partij. Prof. Molenaar zal zijn onderwerp behan delen aan de hand van de volgende stellingen 1 De provinciale wetgeving is in haar ont wikkeling achter gebleven2. De Grondwet was in dezen geen beletsel, de provinciale wet in beperkte mate wèl3. Het ware wensche- lijk geweest, indien de provincies bij de uit breiding van de maatschappelijke behoeften en bij de toeneming van het verkeer meer onderwerpen binnen haar directe bevoegd heidssfeer hadden getrokken dan het geval is geweest4. Het is nog niet te laat, de provin cie de plaats te hergeven, welke haar in ons staatsbestel toekomt. Zal als gezant te Boedapest worden benoemd. Onze gezant te Peking, dr. G. W. baron de Vos van Steenwijk, die met verlof hier te lande vertoeft, zal, naar de „N. R. Ct.” ver neemt. niet naar zijn oude standplaats terug- keeren, doch eerlang als gezant naar Boeda pest vertrekken. Baron de Vos van Steenwijk, die 45 jaar oud is, heeft te Leiden rechten gestudeerd. Hij trad in 1917 in diplomatieken dienstachter eenvolgens vertoefde hij te Sofia, Washington. Constantinopel, Parijs en Rome. In 1935 is hij als gezant naar Peking gegaan. Zonder ook maar iets te verzwijgen, vertelde Robert alles, wat zich sinds zijn bezoek aan Moskou tusschen Li saweta en hem had afgespeeld. Eerst nu kreeg Gattersworth gelegenheid zich zelf een beeld te vormen van de ze tragische geschiedenis. Het viel wel heel anders uit dan dat, wat Dai sy hem had trachten bij te brengen. U hebt heel wat doorgemaakt, meneer Eschberg, zei hij met oprech te deelneming in zijn stem. Jam mer, dat miss Lohr dat alles niet heeft geweten. Ik denk, dat zy een en ander dan ook wel wat anders beoor deeld zou hebben. deld zou hebben. Robert’s gezicht verstarde. Het is heel vriendelijk van u, mr. Gatters worth, dat u Daisy in bescherming neemt. Ik vrees evenwel, dat zij in dit opzicht volkomen weldoordacht heeft gehandeld. Overigens ligt het niet in mijn bedoeling haar aan te klagen, want ikzelf ga tenslotte ook niet vrij uit. Ik heb haar niet zóó lief gehad, als men dat tusschen verloof den zou mogen verwachten. En daar om, mr. Gattersworth, ik hoop, dat Daisy en ik in vrede uit elkaar zullen gaan. Ik behoor nu bij Lisawe ta von Bernekamp. Zou ik Daisy kunnen spreken? Een oogenblik ik zal eens even vragen, of zij al bij de hand is. Gattersworth nam de huistelefoon en sprak een paar woorden met den portier. Zijn gezicht verried een en al verbazing. Zoo dank u. Hij legde den hoorn op den haak. De portier ver telt me, dat Daisy met den vroegen ochtendtrein naar Weenen is terugge keerd. Ze onttrekt zich dus liever aan een onderhoud, constateerde Robert verachtelijk. Gattersworth keek zijn bezoeker zeer ernstig aan. Ik wil u wel be kennen, dat ik Daisy liefheb, meneer Eschberg, maar desondanks vind ik haar handelwijze niet fair. Ik beloof u, dat ik er voor zal zorgen, dat deze kwestie tusschen u beiden zoo spoedig mogelijk wordt opgehelderd. Ik ga vandaag nog naar Weenen terug Hy wierp een vluchtigen blik op zijn „Nou moet ik u zeggen, oom, dat ik er som wijlen geen sikkepit van begrijp”, zuchtte neef Jodocus en hij liet er zeer bescheiden op vol gen, dat hij wèl begreep, dat een en ander de schuld van zijn beperkt vermogen was, als zijnde geen autoriteit. Dit minderwaardigheids complex in den dop van mijn familielid scheen geboren te zijn door de mededeeling over Italiaansche openluchtopvoeringen op het Bin nenhof, dewelke ”op tweeledige wijze gesub sidieerd zullen worden uit de Gemeentekas. Jodocus vond het voorstel van B. en Whet welk daartoe strekte, al te gortig, hoewel hij overigens een warm voorstander is van alles wat het vreemdelingenbezoek aan onze stad kan verhoogen. Hij is van meening, dat er thans wel urgenter dingen te doen zijn dan subsidie te geven aan buitenlandsche voorstel lingen. Een Nederlandsch Opera-ensemble, het welk onder leiding van een zeer hoogstaand en bekwaam regisseur onlangs proefvoorstellingen gaf o.a. te Rotterdam van een ongemeen hoog artistiek gehalte, ziet geen kans om die ge slaagde pogingen voort te zetten o.a. wegens het ontbreken van overheidssteun en nu zou men hier eens even in de beurs tasten enfin, Jodocus en ook Wies vonden het vreemd en zij hoopten, dat een of ander Gemeente raadslid hun bezwaren zou deelen. Ik voor mij geloof eerder, dat ons college van B. en W. tegenwoordig een sterk muzikalen inslag heeft. Hoe zou het anders te verklaren zijn, dat B. en W. de impresario’s en zaalverhuurders gingen beconcurreeren door de concerten in het Gemeente-museum. Die te verdedigen door het argument, dat er ook een verzameling oude muziek-instrumenten is, gaat niet op. Dat het een enkel keertje zou geschieden daarover zou niemand vallen, doch nu er blijkbaar een gewoonte van wordt gemaakt, verandert de zaak. Onze stad werd voor eenige dagen des avonds opgeschrikt door hevig kanongebulder, komende uit de richting van zee. We hebben het allemaal versleten voor de onheilspellende geluiden van een zeeslag en niemand kwam op de gedachte van eigen oefeningen. En dat terwijl nog wel de couranten daags te voren hadden medegedeeld, dat er in met datum ge noemde nachten aan het strand met scherp zou worden geschotenZoo slecht hebben we de courant gelezen en zoo zijn onze zenuwen gespannen en ontvankelijk voor sensatie. Een andere, veel minder sensatie, is de aankondiging lunch. Deze wordt gehouden van de Boekenweek en als nu heb ik den stok niet noodig”. Maar dat was niet de stem van haar moeder... Wie zei daar zoo zacht en met ongekende hartelijkheid: „Lisaweta?” Het was een machtig tooverwoord. Het dwong haar alle vermoeidheid en lethargie van zich af te schudden. Ze sloeg haar oogen op en zag Ro bert’s gezicht over zich heen gebogen. Ooo De gelukzaligheid van den droom maakte plaats voor den angst voor de werkelijkhed. Robert legde zijn hand op haar wang. Er was geen spoor van harts tocht in dit gebaar, niets eischend slechts troost en geruststelling. Niet bang zijn, Lisaweta. Alles wordt weer goed. Wij hebben je ge zocht, Alexei en ik Alexei wederom verdreef de angst voor de werkelijkheid. Kalm, Lisaweta, Alexei wacht op je. Hij is ernstig ziek. Hij zou je graag nog eenmaal willen zien. Je moet dapper zijn. Na twee uren rust, waarin Robert stil en geduldig naast haar had geze ten, was Lisaweta in staat met hem naar Alexei te rijden. Alle innerlijke kwelling was nu van haar afgevallen. In haar hand hield zij een grooten bouquet rozen. Robert had ze ge kocht. Voor Alexei, had hij gezegd. Destijds in Londen had hij viooltjes in haar handen gelegd een blijk van zijn liefde. Deze bloemen echter waren een getuigenis van zijn barm hartigheid. Nu stonden zij voor de deur van Alexei’s kamer. Nog voor zij binnen waren, hoorden zij Alexei duidelijk en verlangend „Lisaweta” roepen. Een kloosterzuster met een vriénde lijk, rustig gezicht trad hem tegemoet. Hij voelde al, dat u kwam, zei ze glimlachend. Robert wenkte de zuster en ging armbandhorloge. Ik heb nog vol doenden tijd om ’t vliegtuig te halen. Waar kan ik u de eerstvolgende dagen bereiken? Stellig nog hier in Parijs ik zal zoo gauw niet weg kunnen. U be grijpt, er is nog van alles te doen. In de eerste plaats moet ik wachten tot Lisaweta weer volkomen hersteld is. Ik wensch u alles goeds, meneer Eschberg. Dank u, mr. Gattersworth. De twee mannen drukten elkaar de hand. Zij beseften beiden, dat iets een hechte vriendschap tusschen hen in den weg stond: Daisy Lohr. Maar zelfs dat besef vermocht hun weder zij dsche gevoelens van achting en sympathie geen afbreuk doen. Vermoeid van de lange reis en ge ërgerd over alles, kwam Daisy laat in den avond in Weenen aan. Het ge beurde met Robert, Lisaweta en Gat tersworth had haar allerminst onbe roerd gelaten. Zij had er meer dan genoeg van en wilde er voorloopig niets meer over hooren. Die mannen moesten eerst maar eens tot kalmte komen. Met Gattersworth zou zij het dan zelf wel klaar spelen. Daar zij van haar ontijdige terug komst geen kennis had gegeven, werd zij door den huisknecht met eenige verbazing ontvangen. O, juffrouw Daisy, wij hadden er geen idee van, dat u vanavond al zou komen. Mr. Gattersworth is hier en die zei weliswaar, dat wij u vanavond konden verwachten... Is mr. Gattersworth al hier? Daisy begreep er niets van. Ja, hij wilde persé op u wachten. Daisy*trachtte tevergeefs een ge voel van angstige beklemming te on derdrukken. Zij voelde zich haast ver legen in haar eigen huis. Juffrouw Schellberg kwam haar met alle teekenen van opwinding te gemoet. Maar kind, wat is er aan de hand? Gattersworth zit al twee uur binnen met een gezicht, of hij je aanstonds te lijf wil! Ach, laat me, juffrouw Schell- berg. paisy’s zenuwen waren tot het uiterste gespannen. Kind, je ziet er eenvoudig erbar- Dr. G. W. baron de Vos van Steenwijk met haar naar buiten. Wat die beide menschen daar in de kamer elkaar te zeggen hadden, behoefde niemand an ders te hooren. Dienzelfden nacht stierf Alexei Fin- schow. Langzaam en geleidelijk doof de zyn levenslicht zonder eenigen strijd. Lisaweta wist het niet. Zij sliep in een aangrenzende kamer. De dokter had haar een slaapmiddel ge geven; zij moest nieuwe krachten ver zamelen na alle tragische belevenis sen van dezen dag. Robert en de zus ter waakten bij den zieke. Ik geloof, dat het einde nadert, fluisterde de verpleegster, terwijl zij nog eenmaal den pols van den patiënt onderzocht. Zij had heel zacht ge sproken, maar nochtans sloeg Alexei Finschow zijn oogen op. Lisaweta, fluisterde hij. Robert boog zich over hem heen. Zal ik haar roepen? Alexei Finschow’s gelukkige glim lach was niet meer van deze wereld. Laat maar. Groet Lisaweta van me. Het is goed zoo, voor Lisaweta... Hij tastte naar Robert’s hand, zuchtte diep en strekte zich be vrijd. van het Rijkspersoneel Laat hij die Lisaweta maar trouwen, als hij dat dan persé wil maar van my is hij nog niet af. Hij zal nog vreemd opkijken ik heb nog ande re pijlen op mijn boog. En wat zijn dat dan wel voor pijlen? Douglas Gattersworth vroeg het heel kalm, maar hij keek Daisy op een eigenaardige manier aan. Er scheen iets van verachting in te lig gen en dat deed Daisy’s woede nog toenemen. Je weet waarschijnlijk niet, dat ik een groot deel van het vermogen, dat ik van mijn moeder erfde, in Ro bert’s ondernemingen heb gestoken. Vader heeft my destijds daartoe ge adviseerd. Wat denk je, dat er gebeu ren zal, als ik die credieten op korten termijn opeisch? Dat zal Robert Eschberg ver moedelijk zeer ongelegen komen, Dai sy. Daisy lachte schamper. Zijn fi- nancieelen ondergang kan het betee- kenen! Ik heb er vader laatst nog naar gevraagd en hij heeft het mij bevestigd. Morgenochtend vroeg geef ik de bank opdracht het crediet op te zeggen. Dat zul je niet doen, Daisy! Wou je mij dat soms verbieden? Ja, inderdaad, dat wil ik. En waarom, als ik vragen mag? Omdat een man als Robert Esch berg stellig niet verdient door de gril len van een vrouw te gronde te wor den gericht. Doug, ik ben niet gewend, dat er op een dergelijken toon tegen mij ge sproken wordt. Dan zul je daaraan moeten wen nen, Daisy. Nooit, Doug! Douglas Gattersworth haalde zijn schouders op; zijn gezicht scheen wat bleeker te zyn geworden. Goed, dan niet, Daisy. Maar dat beteekent dan het einde ook tusschen ons. Daisy vloog ontzet op. Doug! Maar Douglas Gattersworth maak te slechts een hoffelijke buiging, keer de zich om en deed de deur behoed zaam achter zich dicht. melijk uit! Wil je niet eerst oogenblik rusten? Wil je thee? Ik wil niets! Ik wensch alleen te worden gelaten! Ja, ja. Juffrouw Schellberg werd steeds ongeruster. Zal ik mr. Gat tersworth dan zeggen, dat je je niet wel voelt? Wat is dat ook voor een manier, om zoo laat op den avond... Ja, doet u dat maar. Ik heb vanavond werkelijk geen zin... Op dit oogenblik echter werd de deur van de bibliotheek geopend en stond Gattersworth tegenover haar. Goeden avond, Daisy. Ik zit al eenigen tijd op je te wachten! Hij deed een stap opzij en liet haar voorgaan. In zijn hoffelijkheid lag een onuitgesproken bevel. Met een angstig gezicht stond Aline Schellberg voor de deur, welke Gattersworth voor haar neus had dicht gedaan. Ik heb Robert Eschberg gespro ken, Daisy, begon Gattersworth. Het blijkt, dat die geschiedenis heel anders is dan jij mij verteld hebt. Het is niet mooi, wat je ge daan hebt, Daisy. Daisy beet zich van woede op de lippen. Wat was dat nu toch alles voor een krankzinnige verdraaiing van de feiten Waren alle mannen er nu alleen nog maar om haar ver wijten te maken? Misschien wil je wel zoo goed zijn het aan mij over te laten om te beoordeelen, wat ik doen en laten moet! zei ze scherp. Merk waardig, dat jij je plotseling geroepen voelt als verdediger van Eschberg op te treden. Ik dacht, dat jy toch alle reden had om over dezen loop van zaken tevreden te zijn? Je vergist je, Daisy. Ik zou blij zijn geweest, wanneer alles behoor lijk was verloopen. Ik heb Robert Eschberg leeren waardeeren, dat moet je goed begrijpen. Daisy balde haar vuisten. Begrij pen Geen normaal mensch be grijpt immers iets van dat krankzin nige gedoe praat me niet meer over Robert Eschberg! Die denkt misschien, dat hij er zoo gemakkelijk afkomt: Adieu Daisy, het spijt me, maar ik vind een ander aardiger, ik heb je niet meer noodig! O nee, Doug, zoo gemakkelijk gaat dat niet! I 1 35)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13