1IAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 5 MAART 1940 van Onze neutraliteit in gevaar gebracht Nederlandsche schepen slachtoffers den oorlog z F 1 W Van de vernomen bombar- na IPOD IE HD IE US (CUHIE MI IE De geheime zender te Schiebroek „Elziena dement en beschieting gezonken „Rijnstroom” niets meer Regeering wacht op authentieke gegevens over Voor postzegelliefhebbers Vijf jaar gevangenis straf tegen beide verdachten geëischt Gekapseisde sloep gevonden Ongerustheid over het lot der bemanning SiW BLAD, DERDE PAGINA 1. 99 DE „AMAZONE” ZOEK DE DE Getorpedeerd zonder waarschuwing KUSTVAARDERS ONDER MITRA1LLEURVUUR DE „ELZIENA” MET M1TRA1L- LEURVUUR EN BOMMEN BESTOOKT Weerkundige Waarnemingen ONDERGANG VAN „TARA” Den Nederlander was ten laste gelegd, dat hij art. 100 van het Wetboek van Strafrecht had overheden, n.l. het in gevaar brengen van onze neutraliteit, en overtreding van art. 21 van de neutraliteitsproclamatie, waarin staat, dat het verboden is zendapparaten te exploiteeren ten dienste van oorlogvoerende buitenlandsche mogendheden. Na een uitvoerig verhoor eischte mr. H. A. J. Beumer, de ver- tegen woord iger van het O.M., tegen beide verdachten een ge vangenisstraf van vijf jaar met aftrek van de preventieve hech tenis. U herkent ze direct aan den markanten, klassieken kop Een onderhoud met den kapitein Niets meer van het schip gehoord Door onbekend vliegtuig aangevallen Bovenste rij in het midden een nieuwe zegel van Finland met toeslag voor het leger. Aan weerszijden hiervan een nieuwe Fransche zegel „voor de soldaten”. Onderste rij een nieuwe serie van vier waarden van Albanië met verschillende kleederdrachten. Deze zegels zijn ons ter reproductie afgestaan door den postzegelhandel ,,lnsulinde”-. Hoe de kapitein en de motordrijver om het leven kwamen ■k Q> 765 mm., uur: maakte zijn is de Als spion in Frankrijk. en Amsterdam, Zondag uur langs genoemde Barometerstand van tied -nmiddag 12 uar Het dunne pijltje geert den stand aan van giste-.,n Deze tweede ontploffing had weder om bij ruim 5 plaats. Dezen keer doofde al het licht aan boord en het schip verdween nu zeer snel in de golven. Ongeveer een minuut later was er niets meer van te zien. De kapitein gaf nu last een vuurpijl af te steken en met een rooden pijl werd door de andere boot geantwoord. Langen tijd zijn beide sloepen dicht bij elkaar gebleven, maar door de dei ning was het toch niet mogelijk elkaar geheel te naderen. Zoo wachtte men den dageraad af, zoo nu en dan als sein voor elkaar vuurpijlen afstekend, welke steeds van den anderen kant werden beantwoord. Bij het aanbreken van den dag ech ter raakte men elkaar kwijt. nemen. Kapitein Breedijk verklaarde, dat nu al zijn mannen het best maakten. Gevraagd naar de mogelijkheid van al of niet torpedeeren, zeide hij, dat hij niet zeker verklaren kon, dat zijn schip was getorpedeerd en niet anders kon doen dan de feiten mededeelen, zooals die zich hadden voorgedaan. Van het loopen op een mijn echter zoo herhaalde hij kon moeilijk sprake zijn, daar ’t geheele voorschip niet het geringste had geleden. Reuter meldt hieromtrent nader uit Londen, dat het schip bij de beschie ting in brand geraakte en dat het na twee uur tijds zonk. De bemanning be stond in totaal uit vijf personen. De drie overlevenden, de eerste stuurman A. Dinkele, de kok M. de Jager en de ma troos H. Hendriks, werden gered. Twee hunner werden gewond. Barometer alhier v.m. 8 u. 12 u. 764 m.m.; thermometer resp. Verwachting tot den avond van 6 Mrt.: Wind: aanvankelijk nog tijdelijk storm achtig, later krachtig tot matig. Noord westelijk tot Noordelijk, wisselende be wolking, plaatselijk nog enkele lichte buitjes; weinig verandering in tempera tuur. Naar aanleiding van de aanvallen van vreemde vliegtuigen op Nederlandsche schepen in de Noordzee, hebben wij te bevoegder plaatse geïnformeerd naar hetgeen de Regeering zich voorstelt ter zake te verrichten. Naar wij vernamen, beschikt de Regeering op dit oogenblik nog niet over andere gegevens dan de mededeelingen, in de pers over het ge beurde verbreid. Zij zal echter niet na laten om, zoodra haar authentieke ge gevens ten dienste staan de stappen te ondernemen, welke ter bescherming van onze scheepvaart tegen dergelijke aan vallen, noodig kunnen blijken. ISTERMIDDAG heeft de V J Rotterdamsche rechtbank de spionnagezaak behandeld van den 47-jarigen marconist P. C. B., die in zijn woning te Schie broek een zendapparaat had, waarmede hij weer- en bodem- berichten naar Duitschland zond. Tevens stond terecht de 35-jarige Duitsche journalist H. Droves, die B. ertoe had aan gezet. v.m. 3 gr. en +5 gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag 12 dalende. De schepen waren Vrijdagavond om zeven uur uit New Castle on Tyne vertrokken, alle geladen met kolen voor België. Zij werden aangevallen, ongeveer een uur gevaren Deze vondst werd gerapporteerd door de kapiteins van het Nederlandsche motorschip „Brandaris”, dat Zondag ochtend om negen uur genoemde plek passeerde, en van het s.s. „Amstel- stroom”, eveneens van de Hollandsche Stoomboot-Maatschappij, dat op weg van Huil naar middag om 1 boei kwam. Aangezien er zich aan boord van de „Rijnstroom” twee reddingsloepen be vonden, is er nog hoop, dat de beman ning, die uit 12 koppen bestond, zich in deze boot heeft kunnen redden De gisteren genoemde diepe en actieve depressie, die toen over Zuid-Noorwegen lag, heeft zich via Zuid-Zweden naar Oost-Duitschland verplaatst. Onder in vloed hiervan begon het gisteren in De nemarken zwaar te stormen, en dit storm. veld heeft zich over onze omgeving uit gebreid. Vooral in Noordwest-Duitsch- land moeten thans zware stormen woe den. Over het algemeen is hier te lande maar weinig neerslag gevallen. Enkele waarnemingsposten hebben sneeuw en hagelbuitjes gemeld. Onder invloed van de genoemde de- pressie-kern is in de randstaten de wind naar het Oosten gedraaid en daarbij tot krachtig en plaatselijk stormachtig toe genomen, zoodat de vorst er over het algemeen weer streng is geworden. Tusschen Ijsland en Scandinavië wor den koude luchtmassa’s uit het Pool gebied naar het Zuiden getransporteerd. Deze zijn reeds tot in Frankrijk en het Alpengebied doorgedrongen. Zonsopgang: 6 Maart 6.36 u. Zonsondergang: 6 Maart 5.48 u. Lantarens aan: 6 Maart tot 6.07 u. v.m.; 6 Maart 6.18 u. nam. Hoogwater te Scheveningen. 6 Maart 'sm. 1 u.; nam. 1.20 u. Morgen geen schietoefeningen op het strand. Een tweede ontploffing. Toen de kapitein met zijn boot 40 of 50 meter van de „Tara” was verwij derd, hetgeen ongeveer een half uur was, nadat de eerste ontploffing het schip had getroffen, volgde plotseling een tweede even zware explosie. Deze laatste was zoo hevig, dat hij de mas ten zag overslaan en boven de zware rookwolken, welke uit het schip opste gen, allerlei voorwerpen omhoog zag slingeren. Land in zicht. Daarop heeft de kapitein het zeil van zijn boot laten hijschen en toen het beter licht begon te worden, kreeg hij al spoedig een punt van de Spaan- sche kust in iet oog. Inmiddels was het zeven uur geworden en het bleek, dat men vrijwel op de plaats van de ramp was gebleven en derhalve nog een veertien mijlen van het land ver wijderd. De wind was echter gunstig en met een snelheid van 2J a 3 mijl per uur stevende men landwaarts. Den gehee- len dag voer men zoo verder, totdat omstreeks 7 uur in den avond een treiler in de buurt kwam, welke de schipbreukelingen bemerkte en hen op nam. De Spanjaarden waren buitengewoon vriendelijk. Onmiddellijk lieten zij cognac, koffie en gebakken visch voor de Hollanders aanrukken en vervol gens werden zij naar het dichtbij ge legen La Coruna gebracht. De Nederlandsche consul, die inmid dels was gewaarschuwd, dat een boot met Nederlanders in aantocht was, had zich naar de haven begeven om hen te ontvangen. De tweede sloep. De tweede sloep had eerst om 8 uur des morgens het zeil opgezet. Er was, zooals hierboven gezegd, geen stuur man aan boord, doch de eerste machi nist en de bootsman hebben zich kra nig geweerd om de boot naar de kust te brengen. Tot tweemaal toe ontmoet ten zij in den loop van den dag vis- schers, maar zij konden niet worden opgenomen. Toen het donker begon te worden trachtte men met flambouwen de aandacht van eventueel in de nabij heid varende schepen te trekken, doch zonder resultaat. Laat in den avond bereikten ook zij echter de kust. Te middernacht bemerkte men, dat B„ die oorspronkelijk een groot pen sion te Amsterdam dreef, vertoefde in September 1938 te Dusseldorp in Duitschland en maakte hier kennis met den Duitschen geheimen inlichtingen dienst en werd kort hierop door deze instantie als spion naar Frankrijk ge stuurd. Toen zijn taak geëindigd was, keerde hij terug en ontving hij het ver zoek ergens in de buurt van Rotter dam een kortegolfzendtoestel te plaat sen en door middel hiervan weer- en bodemberichten naar Duitschland te zenden. B. nam dit aan en vestigde zich aan den Molensingel te Schie broek. Er werd een contract opge maakt, waarin stond, dat B. per maand 250 benevens vergoeding van zijn on kosten zou ontvangen en dat hij twee maal per dag in een bepaalde code zou zenden. Het zendapparaat werd hem op 1 November 1939 van Duitschland uit toegestuurd en B. monteerde het, geheel alleen, onder den vloer. Op een golflengte van 50 meter zond B. toen dagelijks, n.l. ’s morgens en ’s avonds omstreeks 7 uur berichten in een af gesproken, steeds wisselende, code over het weer, de bewolking, het zicht, den barometer- en thermometerstand, de bodemgesteldheid enz. Zoo nu en dan ontving B. van den geheimen dienst berichten, dat alles goed overkwam. Ook met de salariee- op de verpakking Karakteristiek is de snelheid, waarmee Lohse crèmes volledig in de huid dringen Zij verfrlsschen, stimuleeren en sterken het huldweefsel op wonderlijke wijze, en zijn daarbij verrukkelijk geparfu meerd. Ook Lohse poeder verschilt geheel van andere poeders! Zij is zoo fijn verdeeld, dat zij de natuurlijke kleur van de huid nog Iets laat dóór schemeren, waardoor het effect van een prachtig gelijkmatige teint op de nieuwste en beste manier wordt bereikt! nadat zij hadden. De „Wasa” en de „Boekelo” hebben inmiddels de haven van bestemming bereikt. Zij Kregen geen schade bij de beschieting. Men heeft niet gehoord, dat dit bij de Amazone wel het geval zou zijn. Een Engelsche Zesmaal bestookt. De aanval geschiedde Zaterdagoch tend vroeg. Op de scheepswanden wa ren groote Nederlandsche vlaggen ge schilderd, zoodat de nationaliteit van het schip duidelijk zichtbaar was. Naar de kok, de heer de Jager, die in het zie kenhuis is opgenomen met verwondin gen aan het hoofd, het gelaat en de armen, verklaarde, heeft een Duitsch vliegtuig, na zeer laag over het schip gecirkeld te hebben, de „Elziena’ zes maal met machinegeweervuur bestookt. De kapitein was, om zich te bescher men, plat op den vloer van de stuur hut gaan liggen en gaf mij, aldus de heer de Jager, bevel om naar beneden te gaan. Het achterdek werd door een bom getroffen, waarna een andere bom de stuurhut versplinterde. De kapitein kwam hierbij om het leven. De heer de Jager werd door de in het rond sprin gende splinters van de stuurhut getrof- Bij de Hollandsche Stoomboot- Maatschappij te Amsterdam ver keert men in de grootste onge rustheid over het stoomschip „Rijnstroom” van deze reederij. dat Zondag van Duins naar Am sterdam is vertrokken^en waarvan men sindsdien niets meer beeft vernomen. Met vrij groote zekerheid kan wor den aangenomen, dat het schip is gezonken. Een sterke aanwijzing daarvoor vormt het feit, dat Zon dag in de buurt van de boei bij Westhinder verschillende eigen dommen van de „Rijnstroom” zijn aangetroffen, n.l. een gekapseisde reddingsloep, enkele reddingboeien, verscheidene goederen, welke tot de lading behoorden, en dekplan- ken. boot, welke in de nabijheid van de Nederlandsche kust vaarders voer, werd gebombardeerd. Opvarenden van de „Boekelo” na men waar, dat van den Engelschen wal af een vliegtuig werd neergescho ten en in zee stortte. fen en gewond. Toen de motordrijver en de eerste stuurman trachtten een reddingboot neer te laten, dook het vliegtuig opnieuw omlaag en liet het een derde oom vallen, welke de red dingboot vernielde en den motordrijver doodde. „Ik gooide een vlot over boord,” boord,” aldus vervolgde de heer Jager, „en dook in de zee. De eerste stuurman en de matroos volgden mij en wij slaagden er in met het vlot weg te komen, maar het was zoo enorm koud, dat wij op elkaar moesten gaan liggen cm een beetje warm te worden.” Een Deensch schip heeft de drie mannen, nadat deze 36 uur hadden rond gedreven, opgepikt. Zij zijn te Blyth aan land gebracht. De 22-jarige Eldriks eerste reis als kapitein. De „Elziena” was het eigendom van den heer J. Patje en had een bruto inhoud van 197 ton. Het was in 1931 te Groningen gebouwd. De N.V. Care- beka te Groningen trad als cargadoor van het schip op. Het was op 22 Fe bruari van Galathee naar Leith ver trokken met een lading van 200 ton uien. De verschepers hiervan waren de N.V. Handel Maatschappij J. van As J.Jzn. en de firma N. J. Mulder te Rot terdam. De „Elziena” werd Donderdag of Vrijdag j.l. te Leith verwacht en was dus enkele dagen over tijd. De af laders hadden gistermorgen een tele gram uit Leith ontvangen, waarin be richt werd, dat omtrent de aankomst van het schip nog niets bekend was. men in een baai was aangeland, maar het werd nog heel wat later eer men voet aan wal kon zetten. De streek bleek onbewoond, doch na een half uur ronddolen ontdekte men toch een huis. Van hier telefoneerde men naar La Coruna, waar men tot zijn groote vreugde vernam, dat ook de mannen van de andere boot in veiligheid waren. De consul zond al spoedig een auto bus, welke het twaalftal afhaalde en ook hen naar La Coruna bracht. In deze stad zijn zoowel de autori teiten als de bevolking allervriende lijkst geweest voor onze schipbreuke lingen. Alleen moest men nog al lang op de benoodigde papieren wachten om de reis naar het vaderland te onder- Een ledig vlot op gepikt. Vanochtend is, komende van Caen, het Nederlandsche m.s. „Vcnie” te IJmuiden gearriveerd, dat een ledig vlot, afkomstig van de „Rijn stroom”, had opgepikt. Dit vlot was reeds eerder door andere schepen op de Noordzee gesignaleerd. Over de „Rijnstroom” zijn bij de Hollandsche Stoomboot-Maatschap pij geen nadere berichten ontvan gen. Aan de Nederlandsche marine is gisteren verzocht zoo mogelijk maatregelen te nemen ter opspo ring van het schip. Ook tot de Britsche autoriteiten is een derge- lijk verzoek gericht. Kapitein van de „Rijnstroom' heer Verhoef. Het schip heeft een bruto inhoud van 695 ton en is in 1937 in Amster dam gebouwd. Gisteravond om elf uur zijn de schip breukelingen van de „Tara” op hun terugreis naar het vaderland per trein te Parijs aangekomen. Kapitein Breedijk uit Schiedam, de gezagvoerder van de „Tara”, heeft aan de „Msb.” een omstandig verhaal ge daan van zijn wedervaren. De „Tara”. die 4750 ton bruto mat, was met 2420 ton gerst uit Bahia Blanca vertrokken met bestemming naar Rot terdam, een lading welke voor de re geering bestemd was. Woensdag 21 Januari 's avonds om 5 minuten voor tien was het schip on geveer 40 mijl van Kaap Finisterre verwijderd, toen de kapitein plotseling werd opgeschrikt en uit bed geworpen door een hevige ontploffing. Zijn eerste gedachte was: „Wij zijn getorpedeerd”. Hij schoot een broek en een jas aan en greep de tasch met de scheepspa pieren, alsmede een electrische lan taarn en begaf zich in allerijl naar het voordek, waar hij tot de ontdekking kwam, dat het achterschip zinkende was. Snel ging dat zinken echter niet hij liep naar het middendek om te gaan zien, wat er was gebeurd. Het geheele voorste gedeelte van het schip was na-1 melijk intact. Het was helderlichte maan en ondanks de ontploffing i brandde het licht aan boord nog ge deeltelijk. Een deel der bemanning, welke uit 35 koppen bestond, bevond zich ook reeds aan dek en hij gelastte hun naar het voordek te gaan. De meesten had den nagenoeg geen kleeren aan, ten minste geen sokken of schoenen en sommigen hadden zich zelfs geen tijd gegund om een zwemvest te grjjpen. Na de beschieting van de „Boekelo” en de „Wasa’ (die, zooals gemeld, be houden in Terneuzen aankwamen), heeft men niets meer vernomen van de „Amazone”, die eveneens door een Duitsch vliegtuig op Vrijdagavond, 1 Maart, onder vuur werd genomen. De „Amazone”, groot 249 ton. is eigendom van de reederij J. H. Vos te Hoogkerk. Het schip werd in 1939 ge bouwd bij Boot in Alphen a.d. Rijn. Er waren, toen de „Amazone” Vrijdag Engeland verliet, met bestemming voor Nederland, zeven opvarenden aan boord. De Nederlandsche kustvaarders „Wasa”, „Amazone” en „Boekelo” zijn tijdens de vaart op de Noord zee door onbekende vliegtuigen met mitrailleurvuur bestookt. Niet waarschijnlijk, dat het schip op een mijn geloo- pen is. De kapitein constateerde, dat de ont ploffing had plaats gehad bij ruim 5, dus in het achterschip, zoodat het niet waarschijnlijk was, dat men op een mijn was geloopen. welke trouwens in dit vaarwater al moeilijk te verwach ten zijn, daar de zee er een duizend meter diep is. Bij ruim 5 was een ontzettende ruïne aangericht. De twee laadmasten hingen over het schip heen en de pre- senmings hingen als een spinneweb over het schip. Sommige leden van de bemanning moesten zich uit den chaos los wringen, maar slechts een had zich nogal in den rug bezeerd. Overigens was er niemand gewond. Het duurde slechts een minimum van tijd eer de menschen in de booten gin gen, maar met den eersten stuurman, die een der booten moest commandee- ren en den marconist heeft de kapitein, alvorens het schip te verlaten, eerst nog de dekken afgezocht. Met vier man begaven zij zich toen naar de boo ten. Toen echter de eerste stuurman zich in zijn boot aan bakboordzijde wilde begeven, bleek de sloep al van het schip afgestoken te zijn. Er bleef hem dus niets anders over dan plaats te nemen in de boot van den kapitein, waarin ook de tweede stuurman zat, met het gevolg, dat de eerste sloep slechts bezet was met 12 man, terwijl de andere de „Tara” had twee redding- booten 23 man moest bergen. Later is gebleken, dat toen de eerste boot gestreken was, door de sterke dei ning de tros was stukgetrokken. Toen men zich in de booten bevond, kon men in het heldere maanlicht eerst goed waarnemen wat er was ge beurd en welk, een groote verwoesting er was aangericht door de ontploffing. Langzaam zag men den achtersteven dieper en dieper in de zee wegzinken. De zee was vrij rollend met twee deiningen tegen elkaar in, een uit het Zuid-Westen en een uit het Zuiden Maar ofschoon de deining vrij hoog was, was de zee toch betrekkelijk kalm. Het Nederlandsche motorschip „Elziena”, thuisbehoorend te Sap- pemeer, dat op weg was van Gala thee bij Ooltgensplaat naar Leith, in Schotland, met een lading uien, en op de Noordzee door een vlieg tuig werd beschoten, waarbij de kapitein, de heer H. Eldriks. en de motordrijver L. Molenbroek wer den gedood, is gezonken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9