VERKOUDHEDEN Verschillende wetsontwerpen VOORKOM VELE IN GRIEPTIJD! Maison de Paris Waarschuwing STATEN-GENERAAL VIERDE BLAD, PAGINA 2. HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 8 MAART 194H. van Opening van het Seizoen LUCHTBESCHERMING Bijzondere voorzieningen ten aanzien naamlooze vennootschappen -es r - Zie verder 4e blad, pag- 3 AANVULLING MET MEDEWERKING VERDEDIGINGSVOORBEREIDING Het wetsontwerp door amendeering nader gewijzigd en z.h.s. goedgekeurd TWEEDE KAMER Vergadering van Donder dag 7 Maart. Maar thans is het gemakkelijk: om vele verkoudheden te voorko rtten. Doe bij het eerste niezen of snui ven of ander waarschuwend teeken vlug, een paar druppels Vicks Va-tro-nol in de neusgaten. Snel verspreidt zich dit tintelende middel door de gevarenzöne van de neus, waar 3 van de 4 verkoudheden Ontstaan. Va-tro-nol verzacht de prikke ling, vergemakkelijkt de ademhaling en spoort de natuur aan de kou af te weren, voordat zij een redelijke kans heeft zich te ontwikkelen. Houd Va-tro-nol bij de hand - gebruik het bijtijds en U voorkomt menige kou, die anders tot griep zou kunnen leiden. Verlaagde Prijs 90 ct. t, 1: b oi te v< dt n< z.' d: RECLAMES. Plaats 10/16 den Haag Artikelen en amendementen. NATURALISATIES. Amendement overgenomen. wat i Het vervallen van het ontwerp. Antwoord van den minister. Wetsontwerp aangenomen. geopend te 1.10 uur. Voorzitter:tor. J. R. H. v n Sc h alk. REGELING VAN WERKZAAMHEDEN V 1 11 Maart 1940 Vergadering op Vrijdag 8 Maart Vervolgens verdedigde de heer T e rp- s t r a (A.R.) een amendement der com missie van rapporteurs om te bepalen dat de wet met ingang van 1 Januari 1944 vervalt, teneinde het tijdelijk ka rakter van deze noodregeling duide lijker te doen uitkomen. (In het des betreffende artikel 23 staat volgens den tekst van den minister: „Uiterlijk vóór 1 Januari 1943 zal aan de Staten- Generaal een voorstel van wet worden gedaan, houdend nadere regeling van het in deze wet behandelde). Antwoord van minister Gerbrandy. toogde, dat deze bepalingen zeer be hoedzaam moet worden toegepast, ten einde te verhoeden dat ze ten nadeele van onze bevoorrading zal werken. De heer de Marchant d’An sem- b o u r g (N.S.B.) meende, dat deze aan vulling ook door den minister van Bui- 5 CREMATIE A. VISSER. ïn allen eenvoud heeft gistermiddag in het crematorium op Westerveld te Velsen de crematie plaats gehad van het stoffelijke overschot van den heer A. Visser, vroeger procuratiehouder bij de Staatsmijnen in Limbug, na een langdurige ziekte op 52-jarigen leeftijd alhier overleden. Met de familieleden waren vrienden van hier, uit Hattem, enz., meegeko men. Er werd niet gesproken. De orga nist speelde ..Ruh’n in Frieden. alle Seelen” van Schubert, een preludium, en bij het dalen van de kist de treur- marsch van Chopin. Een zwager van den overledene dankte voor de belang stelling. CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN PAARDEN EN SLACHTP AARDEN. derteekend. Hij vroeg of de Regeering bereid is de wet aan te vullen in dien zin, dat ze ook voor Ned.-Indië geldt Onze scheepvaart moet als één geheel worden beschouwd, zoowel wat de aan houding door de Engelschen in de Duins als de torpedeering door Duitsche onder zeeërs betreft. Verschepers in de over- c s o r n d s i d t zeesche gewesten mogen evenmin het t V 1 w h: w brandweer van sector Ha (Schilders- en Transvaalkwartier), waarbij ook vrou- wenploegen optraden. Veneden weeK oefenden ploegen van sector Ilb Zui- derpark), terwijl morgen om ongeveer 3 uur n.m. ploegen van de sectoren IVa (Statenkwartier) en IVb (Laak kwartier) zullen leeren wat de beste wijze is om een brand te blusschen. De heer S. de Graad, chef van de gemeentelijke politie-brandweer, heeft het voornemen eiken Zaterdagmiddag ploegen van de verschillende sectoren te laten oefenen. Pf oi gr et in b v d b g was opgekomen, >m persoonlijk te zijn. Het eerste naturalisatie-ontwerp werd met 64 tegen 3 stemmen aan genomen. Tegen de N.S.B.-ers. De overige wetsontwerpen werden z.h.s. goedgekeurd met aanteekening, dat de N.S.B. tegen was, ting van andere instanties; kunnen worden toegekend. De buitenlandsche regelingen zijn verre te prefereèren boven het ingediende wetsontwerp. De normale zetelverplaatsing eener N.V is er bij de haren bijgesleept en dient uit dit ontwerp te worden verwijderd. Normale zetelverplaatsing zal wel steeds definitief zijn. De heer van Maarsseveen (R.K.) zeide zich met de gedachte van Het amendement werd overgeno men. Vervolgens werd nog overgenomen een amendement der commissie van rapporteurs, waardoor in de consi derans het woord „buitengewone” voor „omstandigheden” wordt inge voegd. Het wetsontwerp werd z.h.s. goed gekeurd. Zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming werd daarna aange nomen een wijziging van de Justitie- begrooting voor 1939 (Aankoop van grondstoffen voor den arbeid van ge vangenen en verpleegden; kosten van da grensbewaking). De vergadering werd te 5.45 uur ver daagd tot hedenmiddag 1 uur. Onze brandweer weet het nuttige met het aangename te verbinden. Van de omstandigheid, dat een -blok huizen aan de Hannemanstraat onbewoonbaar verklaard is, wordt n.l. thans gebruik gemaakt om de blok- en wijkbrand- Weer te oefenen in het blusschen van branden. Zoo werd vóórverleden week de reeks begonnen met oefeningen van de Vervolgens was een aantal natura- lisatie-ontwerpen aan de orde. Het ontwerp betreffende Josef Bac- 1. ss en 22 anderen bevat o.m. de namen van: J. E. Chabus x^. N. A. J. Heier- man, H. Higes, L. Hohmann, Elisabeth Pfeifer, Bertha D. A. Schottler, J. L. A. Stèenackers, W. F. H. M. Mommaerts, A. Higes en S. Higes, allen alhier. Het ontwerp betreffende Franc Be- linc en 20 anderen bevat o.m. namen van: A. Koppel, Anna M. Leiner, Ju liana A. Puntigam en J. F. Krieg, alien alhier. Het ontwerp betreffende Aleksander Wlodzimierz Askenasy en 21 anderen bevat o.m. de namen van: Maria Chr. R. Braun, mr. R. J. Erdbrink, H. K. Gerson, K. Haas, F. J. E. Hiinteler, Jo hanna M. Schwingenschlögel, dat be treffende Gustav Bröckl en 19 ande ren o.a. de aanvrage van M. Maniok, alhier. Het ontwerp betreffende Adelbert Valentin Baur alhier en 19 anderen bevat voorts de aanvragen van Martha L. Nordmann en H. A. L. Reurik, bei den alhier, dat bétreffende Arthur Back en 19' anderen de aanvragen van o.m. Josefa Blaimschein en Renée M. L. Höld, beiden alhier, dat betreffende Jacob Arthon Beaujou en 19 andere de aanvrage van Adriana Dekkers, alhier. Tenslotte behoorde tot deze wets ontwerpen nog dat betreffende Clemens Anton Benneker en 21 anderen. De afdeeling den Haag van de Vrouwengroep Kolénoe houdt Dins dag 12 Maart een bazar, ten huize van mevr K. Klausner, Weteringkade 51. De opbrengst van dezen bazar komt geheel ten goede aan de instituten in Palestina, welke financieele hulp drin gend noodig hebben. De bazar is ge opend des middag, van 2 tot 5 uur, en des avonds van half 8 tot 11 uur. De minister van Justitie, prof. Gerbrandy, bracht dank aan de commissie van rapporteurs, die mede gewerkt heeft aan de laatste redactie van het ontwerp. Deze werkwijze is geheel in overeenstemming met het overleg in onze democratische in stellingen. Wat het ontwerp zelf be treft, er zal er wel geen van dien aard zijn waarop geen felle critiek wordt uitgebracht. Het zoo zeer geprezen Bel gische ópzet dat bij decreet is tot stand gekomen en waaraan geen com missie van rapporteurs is te pas geko men gaat veel verder in haar opzet, doordat het toelaat den zetel te ver plaatsen ook naar het buitenland Wat nu geschiedt, is eigenlijk heel normaal. Het had allang mogelijk moe ten zijn, dat N.V.’s binnen het Neder- landsche Rijk verplaatsbaar zijn, mits voorzien van de noodige maatregelen volgens de wet. Inderdaad draagt dit ontwerp een tweeslachtig karakter. Maar dat draagt de tegenwoordige tijd ook. Het moet met de feitelijke om standigheden rekening houden. Voor zoover het mogelijk is, moet het ’t karakter van een noodregeling hebben. Dat heeft ’t ook. Bij Kon. besluit zal zelfs een deel van de wet in werking kunnen tre den. Het draagt zelfs zoo zeer een noodkarakter, dat de geheele wet niet in werking behoeft te treden. De heer Bijlsma heeft op een oogenblik gezegd, dat de standpunten van de Kamer en van den minister niet zoo ver van elkaar verwijderd zijn. Verplaatsing van den zetel eener N.V. kon geactiveerd worden door de bui tengewone omstandigheden, zoo zeide hij. Dat is juist Deze N.V., welke toch al haar zetel had willen verplaatsen, mag niet achter staan bij een N.V., welke alleen onder den drang der om standigheden haar zetel wil verplaat sen. Hij was bereid, als de commissie van rapporteurs dat bedoelde, haar formuleering over te nemen. De vraag van den heer Slotemaker de Bruine in zake uniformiteit in de formuleering Volwaardig ritamlnen-preparaat Tan Lever- traan en Sinaasappel. Flacon* 200 gram 1.1.03 bl) Apotheken en Drogisten. Fabrikanten i N. V. Handelsver. A. J. ten Doesschate Zwolle Vervolgens was aan de orde het wetsontwerp tot aanvulling van de wet medewerking verdedigingsvoorbe- reiding 1939, waarbij het verboden wordt het afleggen van verklaringen, waarbij personen of lichamen zich verbinden of op eenigerlei wijze be reid verklaren zich te onderwerpen aan toezicht door of vanwege per sonen, optredende ten behoeve van een vreemde mogendheid. De heer van Dijken (A.R.) be> tegen de onwetenschapelijke waarop de nationaal-socialisten ras en volk spreken. Hij gaf schets van het ontstaan der volken in Europa. Er is nooit één Germaansch volk in Europa geweest, waartoe wij nagezaak is Nederlander Aan de orde was vervolgens het wetsontwerp tot bekrachtiging van het Kon. besluit tot regeling van den in voer van paarden en slachtpaarden. De heer Dieters (N.S.B.) betoogde dat wij voldoende paarden hier te lande hebben, zoodat invoer niet noodig is. Wel hebben we behoefte aan warm bloed paarden. Wil men persé paarden invoeren, dan lette men goed op of zij de juiste stokmaat hebben. Invoer van fokpaarden kan daaren tegen van belang zijn. Aan invoer van slachtpaarden heb ben wij geen behoefte, gezien het feit, dat onze veehouders niet voldoende afzetgebied hebben. De heer van der Goes begrijpt niets van de „volksche gedachte”. Dat is op zich zelf niet belangrijk, want die ge dachte zal blijven bestaan. De verdacht making van den heer Moller typeert hem geheel. De minister heeft geheel geantwoord zooals verwacht kon wor den hij is nergens serieus op inge gaan. De heer d’Ansembourg zou alleen over het eerste naturalisatie- ontwerp stemming vragen, teneinde de Kamer niet te lang op te houden. De heer Moller (R.K.) zeide, dat hetmogéljjk' maken voor een evacua tie van niet-natuurlijkepersonen te kunnen vereenigen. Aan een wet als deze was behoefte en daarom is het te betreuren, dat de minister nog de mogelijkheid heeft opengehouden in voering van de wet uit te stellen tot een oogenblik, dat de toestanden zich hebben toegespitst. Als zetelverplaatsing in een paniek stemming moet plaats vinden, kunnen zich groote moeilijkheden voordoen. De heer van Maarsseveen had aan vankelijk gedacht, dat zetelverplaat sing alhier in buitengewone omstan digheden mogelijk zou zijn, maar hij zag later in, dat de wet ook in normale omstandigheden kan worden toegepast. Dat gaat te ver. De regeling moet be perkt worden tot de buitengewone om standigheden. Bestrijding door dr. Moller. geen oogenblik bij hem de gedachte De heer Mo Hér (R.K.) kwam op de onwetenschapelijke wijze over een Bij de regeling van werkzaamheden werd besloten aan de agenda toe te voegen het wetsontwerp tot bescher ming van Waterstaatwerken in de hui dige buitengewone tijdsomstandig heden. zou hij overwegen, waarbij dan ook overwogen zou moeten worden, of hij zich aan de bestaande wetten of deze zich aan zijn formuleering zouden moe ten comprimeeren. De algemeene beraadslagingen wer den gesloten. heeten te behooren. Er waren groepjes van volken, die iets gemeenschappe lijks hadden. Doch deze zijn niet in Europa gekomen toen daar nog geen mensch woonde. Daarmede hebben zij zich vermengd. Wij weten in ’t geheel niet tot welke rassen die eerste bewo ners behooren. Wie weet wat er alle maal onder die Germanen zit! (Ge lach.) De wetenschap drukt zich heel voor zichtig uit en op grond van de talen en volkengeschiedenis behooren de Germanen tot de werkelijke groep der Indo-Germanen. De Hindoes in Voor- Indië behooren tot de Oostelijke groep. De heer d’Ansembourg spreekt zoo graag over „Ariërs”, maar dezen zijn niet te vinden in Europa; dat zijn de Hindoes, Perzen en de bewoners van frak. De heer Moller betoogde vervolgens dat de Engelschen en de Nederlanders de minst-Germanen onder dat Ger- maansche ras zijn. De nat.-socialisten maken geen be zwaren tegen de naturalisaties van Hongaren, doch wel tegen die van Jo den. Doch de Magyares behooren tot de Mongoolsche volksgroep, evenals de Finnen, staan dus verder van ons af dan de Joden die tot de Semitische groep behooren, die dicht bij de Tndo- Europeesche bevolkingsgroep behooren Zelfs de tegenwoordige aardrijkskun dige situatie wijst daar nog op. De heer Moller wees op de onderzoekingen van eenige Duitsche geleerden. Als men bezwaren heeft tegen het groote aan tal Joden dat genaturaliseerd wordt, waarom heeft men dit niet tegen het groote aantal Duitschers, dat onder de aanwezigen bbhoort. Staat het zóó vast dat dit wel allemaal goede Nederlan ders zullen worden. Als men alleen op het Nederlandsch belang let, zou het dan wel zoo erg zijn als een der Twee de Kamerleden eens uit ons midden verdween? (G e 1 a c h.) Met het nagaan van stamboohen moet men zeer voorzichtig zijn. Men zou wel eens tot zeer verrassende ont dekkingen kunnen komen! De heer de Marchant et d’An- sembourg (N.S.B.)Dat is veilig heid van de eerste soort! ij De voorzitter hamerde. De heer Moller bepleitte een eenvoudiger procedure voor de toela ting van Vlamingen tot het Nederlan derschap. Hij wees er op, dat er on der de Joden uitstekende Nederlanders zijn en betoogde, dat zij het prijzens- waardige hebben, dat zij, ondanks alle vervolgingen, hun volkskarakter heb ben behouden, o.a. door geen gemeng de huwelijken te sluiten. De gedwon gen opsluiting in ghetto’s heeft er ook tce bijgedragen. De woorden van Kopling: „East is East and West is West”, worden her haaldelijk verkeerd uitgelegd. Het ver volg erop, waarin wordt uitgedrukt, dat de menschen voor God hetzelfde zijn, wordt weggelaten. En aan die ge lijkheid hebben wij te denken, als men onderscheid wil maken tusschen ras sen. (Applaus.) De heer van der Goes van N a t e r s (S.D.A.P.) zeide, bewonde ring te hebben voor de rede van den heer Moller. Hij betoogde, dat de heer d’Ansembourg onridderlijk heeft ge handeld door te spreken van het Jood- sche tegen het Duitsche volk. Hij wees er op, dat 2/3 gedeelte van het aan tal naturalisanten „Arische” Duit schers zijn. Men moet met deze Duit schers voorzichtig zijn. Velen zijn nog lid van de Deutsche Verein. Meer dan één heeft misbruik gemaakt van zijn gastrecht ten nadeele van Nederland. De ingenieur Sturm, die in een spion- betrokken, is een tot genaturaliseerde Duit- scher. Men zij voorzichtig met het bin nenhalen van zoovele „Fremdkörper” in het Nederlandsche volksleven. Minister Gerbrandy zeide, dat de voorgedragenen slechts een klein deel van de gegadigden zijn. Het cri terium bij de beoordeeling van de aanvragen isIs de aanvrager vol doende in de Nederlandsche volksge meenschap ingeleefd. Controle daarop is voor de Staten-Generaal mogelijk. Met ras heeft de minister niets te maken. Dat is wetenschappelijk ook niet vast te stellen. Ook van de Ari sche Duitschers wordt elke aanvrage nauwkeurig onderzocht. Er zijn na tuurlijk vergissingen mogelijk. Maar anderzijds zijn er ook Nederlanders van wie men denken zou, dat zij van het Nederlanderschap af zijn 1 (Vroo- 1 ij k h e i d.) De heer de Marchant et d’Ansembourg (N.S.Brepliceer de. Hij meende te kunnen concludee- ren, dat de heer Moller toch het on derscheid in ras aanneemt. Ras is slechts een der factoren, waaruit de eigenschap van een volk wordt be paald. (Slot). Aan de orde was het wetsontwerp Bijzondere voorzieningen met betrek king tot de in de gebiedsdeelen van het Koninkrijk der Nederlanden geves tigde naamlooze vennootschappen en andere rechtspersonen, alsmede met betrekking tot zeeschepen, welke ge rechtigd zijn tot het voeren van de Nederlandsche vlag. De volgende spreker, de heer d e Marchant et d’ Ansembourg (N.S.B.), herinnerde er aan, dat de minister bij zijn optreden gezegd heeft geen voorstander van te veel nieuwe wetten te zijn. De vele wijzigingen en amendementen bewijzen, dat ’s minis ters formuleering niet gelukkig is ge weest en dat hij beter had gedaan zich aan zijn voornemen te houden. Met verschillende amendementen kon de nat.-socialistische fractie zich ver eenigen zij is voorstandster van een korten overgangstijd. De Regeering moet de zetelverplaatsing van N.V-’s, waarin de Staat deel heeft, aan haar zelf houdendat is beter dan de ver antwoordelijkheid daarvoor te laten aan personen. Mr. Bijlsma oppert even eens bedenkingen. De heer Bijlsma (V.D.) acht het Juist, te bepalen, dat de statutaire ze tel dezelfde is als de feitelijke zetel, terwijl het bedrijf nog wel elders kan worden uitgeoefend. Hij kon met de hoofdgedachte van het ontwerp in stemmen en meende, dat de Regeering terecht de mogelijkheid van zetelver plaatsing naar het buitenland niet er in heeft opgenomen, gelijk in België wel is gebeurd. Het trof den heer Bijlsma, dat de heer d’ Ansembourg aan de rechten der vergadering van aandeelhouders het parlement van de N.V. alle recht wil doen wedervaren. Hij wees ér op, dat crisisregelingen, voor zoover zij deugdelijk in de practijk blijken, den tendenz hebben, zich langer dan voor crisistijd te handhaven. De heer Bijlsma meende, dat het etisiskarakter van het ontwerp er vol doende in tot uiting komt Voor 1 Jan. 1944 kan beslist worden wat er verder met deze wet gebeuren moet. Het is gewenscht, dat de minister zich, ajyorens de zetel eener N.V. wordt verplaatst, zich van het gevoe len der commissarissen vergewist. Ook bij crisiswetgeving moet zoo lang mo gelijk van de bestaande organen ge bruik worden gemaakt. De heer Donker (S.D.A.P.) had van den aanvang af bezwaar gehad te gen het tweeslachtig karakter van het ontwerp. Dit bezwaar is ook na het mondeling overleg tusschen minister en commissie van rapporteurs niet weggenomen. Hij sloot zich aan bij het betoog van den heer Terpstra. Het noodkarakter van een regeling als deze, die in kritieke omstandigheden gewenscht kan zijn, moest vaststaan. Dan moeten ook groote bevoegdheden aan het bestuur, desnoods met uitslui- Het standpunt der N.S.B. De heer de Marchant et d’Ansembourg (N.S.B.) zeide, dat hij bij de bestudeering van deze wets ontwerpen de mentaliteit, welke bij het verleenen van naturalisatie voorzit, heeft leeren kennen. Ten aanzien van de samenstelling van de bevolking hebben zich andere denkbeelden baan gebroken. Daaraan moet de wetgeving worden aangepast. Het ware gewenscht, dat over naturalisaties in geheime vergadering werd beslist. De heer d’Ansembourg betreurde, dat de voor zitter op een verzoek daartoe zijner zijds niet is ingegaan. Hij betoogde, dat de naturalisanten van dien aard moeten zijn, dat zij in de Nederland sche volksgemeenschap opgenomen kun nen worden. Naturalisatie moet alleen verleend worden als het in het alge meen belang geacht kan worden. Er zullen andere wegen dan tot nu toe gevolgd zijn, moeten worden inge slagen. Met-een deel van de voorstellen kon de heer d’Ansembourg zich ver eenigen. Hij wijdde vervolgens uit over de naturalisatie van Joden. In dringing van andere rassen in ons volk moet z.i. zooveel mogelijk wor den voorkomen, zoowel uit het oogpunt van de biologie als van mentaliteit. Niet de indringing van een enkelen Jood, maar de toevloed van velen vormt een gevaar voor ons volk. Reeds 2% onzer bevolking bestaat uit Joden het kan niet worden ontkend, dat zij in geestelijk opzicht een groo- ten invloed op ons volk uitoefenen. Er bestaat een Joodsch vraagstuk en dat moet worden opgelost. De minister schijnt dat te willen negeeren. De heer d’Ansembourg citeerde een passage uit de memorie van antwoord om aan te toonen, hoe de minister zich z.i. van deze zaak afmaakt. In plaats van met argumenten antwoordt hij met geestigheden. Indringing van Joden moet al uit „volksch beginsel” worden afgekeurd, doch ook wegens de mo tieven voor hun naturalisatie, namelijk eigen belang en afkeer van Duitsch- land. Niet deze motieven, maar het Ne derlandsch belang moet den doorslag geven. Deze groep van naturalisanten maakt 80 pCt. uit van het totaal. Dan zijn er nog de Duitsche dienstmeisjes, die hier gebleven zijn, ondanks het bevel naar Duitschland terug te kee- ren, toen daar gebrek aan werkkrach ten ontstond. Volgens den heer d’An sembourg zijn deze meisjes al weinig minder dan als deserteurs te beschou wen. Zij hebben hier anti-nationalisti- sche propaganda ondergaan, dikwijls in Joodsche gezinnen. Bij het onder zoek der naturalisaties blijkt dat ge- imformeerd wordt naar de publieke gezindheid der aanvragers en dan zeg gen dezen, dat ze gevoelen voor deze of gene partij van links of rechts. Nooit blijkt, dat zij op de N.S.B. zul len stemmen; tegen intimidatie van aanvragen moest de heer d’Ansem bourg zich verzetten. In de tegenwoordige omstandighe den mogen geen personen uit de belli- gerente landen, dus ook geen Joden, worden genaturaliseerd, tenzij bijzon dere Nederlandsche belangen hierbij betrokken zijn. De heer Terpstra (A.R.) verde digde voorts een amendement om de buitengewone bevoegdheden in het wetsontwerp aan het bestuur gegeven, in dien zin te beperken, dat zij slechts gelden, indien de wijziging van de akte van oprichting „door de huidige bui tengewone omstandigheden” in het be lang der N.V. geboden wordt. Op deze wijze wilde de commissie van rappor teurs aan het wetsontwerp het twee slachtig karakter ontnemen. Minister Gerbrandy had er geen bezwaar tegen, dat amendement over te nemen, waarbij hij aannam, dat daaronder ook ,valt de aandrang tot verplaatsing van den zetel, welke er reeds was vóór de buitengewone om standigheden intraden. In bepaalde gevallen wilde hij rekening houden met het gevoelen der commissarissen. De heer Terpstra (A.R.) betoog de, dat dit inderdaad de bedoeling was. De mini s t e r achtte dit betóog wel een beetje „lauw lauw” en nam het amendement over, evenals een paar andere amendementen, die hetzij voortvloeiden uit de reeds aangeno men amèndenten of redactieverbete- ring beoogden. Op aandrang van mr. van Dijken (A.R.) wijzigde de minister art. 18 in dien zin, dat duidelijker uitkomt dat scheepvaartbedrijven, welke na de in werkingtreding van de wet zijn opge- gericht, ook onder de wet vallen. Hij achtte echter de sop de kool niet waard en vond ’t een verbetering van 1,0 pet. (Gelach). “Wanneer Griep beerscht, zijn verkoud heden dubbel gevaarlijk. Zelfs een lichte kou kan den weerstand verminderen en zoodoende den weg effenen voor een griepaanval. V Bij de behandeling van de artikelen verdedigde de heer Terpstra (A.R.) namens de commissie een amendement op in art. 3 te schrappen beperking omtrent het stemrecht, het nemen van besluiten door de alge meene vergadering van aandeelhou ders en de benoeming, het ontslag en de bevoegdheid van bestuurders én 1 commissarissen. De commissie acht deze beperking willekeurig en meent dat zij in de practijk tot moeilijkheden aanleiding kan geven. De minister betoogde, dat deze schrapping de mogelijkheid van een meer soepele regeling, waarnaar in In- dië wordt gestreefd, wegneemt. Hij liet de beslissing over het amendement aan de Kamer over hij had deze dé marche van de commissie van rappor teurs echter niet verwacht. De heer Terpstra (A.R.) meende dat de minister zelf kan nagaan of er ongeoorloofde dingen gebeuren. De minister meende, dat hij dit niet in de hand heeft, omdat hij zich a i het statutaire recht te houden heeft. Hij achtte het amendement geen ver betering met het oog op de belangen van derden. De heer J o e k e s (V.D.) wenschte niet tegen het sterke advies van den minister in te gaan en verklaarde te zullen tegenstemmen. Het amendement werd met 35 tegen 22 stemmen aangenomen (in eea gemengde stemming). toezicht van vreemde consuls aanvaar den.» Dat doet deze wet niet. Het, or>- derwerpen aan dit toezicht op zich zeil wordt echter niet verboden. Op welke wijze dit in de wet komt, is van minder belang. Een plicht tot schadevergoeding aan firma’s, die nadeel ondervinden, is terecht niet in de wet opgenomeri. De N.S.B. kan zich met het ontwerp ver- eenigen, al vindt zij het geen mooi stuk werk. Minister Steenberghe stemde er in toe, dat met behoedzaamheid van de bepaling gebruik moet worden ge maakt. De binnenlandsche en econo- mische grondslag van het ontwerp is zoo overheerschend, dat de handteeke- J ning van den minister van Buitenland- I sche Zaken daarvoor niet noodig is. Het wetsontwerp heeft betrekking .op alle belligerenten. Wat de heet d’Ansembourg wil bereiken, wordt zon der verdere aanvulling van de bepa ling, bereikt. Het wetsontwerp werd z. h. s. a a n« genomen. AANVULLENDE BEGROOTING VAN j ECONOMISCHE ZAKEN. Bij het volgende wetsontwerp, een wijziging en verhooging van de begroe ting van Economische Zaken voor 1939, besprak de heer A 1 g e r a (AR.) de supercontróle op de provinciale controle op de zuivelfabrieken. De bonden wenschen geen rechtstreekse!» controle op de fabrieken te aanvaar den, omdat zij zelf goedwerkende con- tróle-instituten hebben. De Regeering heeft indertijd die controle van de bonden aanvaard, laat zij haar ver trouwen verder blijven schenken en het particuliere initiatief in zijn waar de laten. De heer Algera wenschte, dat op Zondag geen onnoodige contröle wordt uitgeoefend. De heer Ebels (V.D.) juichte het toe, dat vanwege den directeur-gene- raai voor den landbouw een onder zoek wordt ingesteld naar den kost prijs van landbouwproducten. Dit kan er toe bijdragen ons volk een behoor lijk inzicht te geven in die kostprijzen. Met het oog daarop is publicatie van die gegevens gewenscht. Het is te be treuren, dat de minister tegen die pu blicatie is. Waarvoor die geheimzinnig heid De heer Ruyter (R.K.) achtte de door den heer Algera bestreden super contróle op de zuivelfabrieken absoluut noodig, al ware ze alleen noodig oin vergissingen die ieder maken kan op te sporen. Minister Steenberghe zeide, dat slechts enkele controleurs met dej» supercontróle zijn belast en dat zij zich tot bepaalde gevallen beperkt Als een zuivelfabriek op Zondag werkt zal ook op dien dag controle mogelijk moeten zijn. Als knoeiers wisten, dat op Zondag niet gecontroleerd werd, zouden zij lachen! De publicatie om trent kostprijzen in den landbouw moet niet te vroeg geschieden. Daarop slaat des ministers mededeeling in de Memorie van Antwoord. Als het onderzoek ver genoeg ge» vorderd is bestaat tegen publicatie geen bezwaar. Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge» keurd. tenlandsche Zaken had moeten zijn On- Bevorderden groei en het weerstandsvermogen van Uw kinderen In't zon-arme jaargetijde door SINATRAN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14