VERKOUDHEDEN
Verschillende wetsontwerpen
VOORKOM VELE
IN GRIEPTIJD!
Maison de Paris
Waarschuwing
STATEN-GENERAAL
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 8 MAART 194H.
van
Opening van het Seizoen
LUCHTBESCHERMING
Bijzondere voorzieningen ten aanzien
naamlooze vennootschappen
-es
r -
Zie verder 4e blad, pag- 3
AANVULLING MET MEDEWERKING
VERDEDIGINGSVOORBEREIDING
Het wetsontwerp door
amendeering nader gewijzigd
en z.h.s. goedgekeurd
TWEEDE KAMER
Vergadering van Donder
dag 7 Maart.
Maar thans is het gemakkelijk:
om vele verkoudheden te voorko
rtten. Doe bij het eerste niezen of snui
ven of ander waarschuwend teeken vlug,
een paar druppels Vicks Va-tro-nol in
de neusgaten. Snel verspreidt zich dit
tintelende middel door de gevarenzöne
van de neus, waar 3 van de 4 verkoudheden
Ontstaan. Va-tro-nol verzacht de prikke
ling, vergemakkelijkt de ademhaling en
spoort de natuur aan de kou af te weren,
voordat zij een redelijke kans heeft zich
te ontwikkelen.
Houd Va-tro-nol bij de hand -
gebruik het bijtijds en U voorkomt menige
kou, die anders tot griep zou kunnen leiden.
Verlaagde Prijs 90 ct.
t,
1:
b
oi
te
v<
dt
n<
z.'
d:
RECLAMES.
Plaats 10/16
den Haag
Artikelen en amendementen.
NATURALISATIES.
Amendement overgenomen.
wat
i
Het vervallen van het ontwerp.
Antwoord van den minister.
Wetsontwerp aangenomen.
geopend te 1.10 uur.
Voorzitter:tor. J. R. H. v n Sc h alk.
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN
V
1
11 Maart 1940
Vergadering op Vrijdag
8 Maart
Vervolgens verdedigde de heer T e rp-
s t r a (A.R.) een amendement der com
missie van rapporteurs om te bepalen
dat de wet met ingang van 1 Januari
1944 vervalt, teneinde het tijdelijk ka
rakter van deze noodregeling duide
lijker te doen uitkomen. (In het des
betreffende artikel 23 staat volgens
den tekst van den minister: „Uiterlijk
vóór 1 Januari 1943 zal aan de Staten-
Generaal een voorstel van wet worden
gedaan, houdend nadere regeling van
het in deze wet behandelde).
Antwoord van minister
Gerbrandy.
toogde, dat deze bepalingen zeer be
hoedzaam moet worden toegepast, ten
einde te verhoeden dat ze ten nadeele
van onze bevoorrading zal werken.
De heer de Marchant d’An sem-
b o u r g (N.S.B.) meende, dat deze aan
vulling ook door den minister van Bui-
5
CREMATIE A. VISSER.
ïn allen eenvoud heeft gistermiddag
in het crematorium op Westerveld te
Velsen de crematie plaats gehad van
het stoffelijke overschot van den heer
A. Visser, vroeger procuratiehouder bij
de Staatsmijnen in Limbug, na een
langdurige ziekte op 52-jarigen leeftijd
alhier overleden.
Met de familieleden waren vrienden
van hier, uit Hattem, enz., meegeko
men.
Er werd niet gesproken. De orga
nist speelde ..Ruh’n in Frieden. alle
Seelen” van Schubert, een preludium,
en bij het dalen van de kist de treur-
marsch van Chopin. Een zwager van
den overledene dankte voor de belang
stelling.
CONTINGENTEERING VAN DEN
INVOER VAN PAARDEN EN
SLACHTP AARDEN.
derteekend. Hij vroeg of de Regeering
bereid is de wet aan te vullen in dien
zin, dat ze ook voor Ned.-Indië geldt
Onze scheepvaart moet als één geheel
worden beschouwd, zoowel wat de aan
houding door de Engelschen in de Duins
als de torpedeering door Duitsche onder
zeeërs betreft. Verschepers in de over-
c
s
o
r
n
d
s
i
d
t
zeesche gewesten mogen evenmin het t
V
1
w
h:
w
brandweer van sector Ha (Schilders- en
Transvaalkwartier), waarbij ook vrou-
wenploegen optraden. Veneden weeK
oefenden ploegen van sector Ilb Zui-
derpark), terwijl morgen om ongeveer
3 uur n.m. ploegen van de sectoren
IVa (Statenkwartier) en IVb (Laak
kwartier) zullen leeren wat de beste
wijze is om een brand te blusschen.
De heer S. de Graad, chef van de
gemeentelijke politie-brandweer, heeft
het voornemen eiken Zaterdagmiddag
ploegen van de verschillende sectoren
te laten oefenen.
Pf
oi
gr
et
in
b
v
d
b
g
was opgekomen, >m persoonlijk te zijn.
Het eerste naturalisatie-ontwerp
werd met 64 tegen 3 stemmen aan
genomen. Tegen de N.S.B.-ers. De
overige wetsontwerpen werden z.h.s.
goedgekeurd met aanteekening, dat de
N.S.B. tegen was,
ting van andere instanties; kunnen
worden toegekend. De buitenlandsche
regelingen zijn verre te prefereèren
boven het ingediende wetsontwerp. De
normale zetelverplaatsing eener N.V
is er bij de haren bijgesleept en dient
uit dit ontwerp te worden verwijderd.
Normale zetelverplaatsing zal wel
steeds definitief zijn.
De heer van Maarsseveen
(R.K.) zeide zich met de gedachte van
Het amendement werd overgeno
men.
Vervolgens werd nog overgenomen
een amendement der commissie van
rapporteurs, waardoor in de consi
derans het woord „buitengewone”
voor „omstandigheden” wordt inge
voegd.
Het wetsontwerp werd z.h.s. goed
gekeurd.
Zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming werd daarna aange
nomen een wijziging van de Justitie-
begrooting voor 1939 (Aankoop van
grondstoffen voor den arbeid van ge
vangenen en verpleegden; kosten van
da grensbewaking).
De vergadering werd te 5.45 uur ver
daagd tot hedenmiddag 1 uur.
Onze brandweer weet het nuttige
met het aangename te verbinden. Van
de omstandigheid, dat een -blok huizen
aan de Hannemanstraat onbewoonbaar
verklaard is, wordt n.l. thans gebruik
gemaakt om de blok- en wijkbrand-
Weer te oefenen in het blusschen van
branden.
Zoo werd vóórverleden week de reeks
begonnen met oefeningen van de
Vervolgens was een aantal natura-
lisatie-ontwerpen aan de orde.
Het ontwerp betreffende Josef Bac-
1. ss en 22 anderen bevat o.m. de namen
van: J. E. Chabus x^. N. A. J. Heier-
man, H. Higes, L. Hohmann, Elisabeth
Pfeifer, Bertha D. A. Schottler, J. L. A.
Stèenackers, W. F. H. M. Mommaerts,
A. Higes en S. Higes, allen alhier.
Het ontwerp betreffende Franc Be-
linc en 20 anderen bevat o.m. namen
van: A. Koppel, Anna M. Leiner, Ju
liana A. Puntigam en J. F. Krieg, alien
alhier.
Het ontwerp betreffende Aleksander
Wlodzimierz Askenasy en 21 anderen
bevat o.m. de namen van: Maria Chr.
R. Braun, mr. R. J. Erdbrink, H. K.
Gerson, K. Haas, F. J. E. Hiinteler, Jo
hanna M. Schwingenschlögel, dat be
treffende Gustav Bröckl en 19 ande
ren o.a. de aanvrage van M. Maniok,
alhier.
Het ontwerp betreffende Adelbert
Valentin Baur alhier en 19 anderen
bevat voorts de aanvragen van Martha
L. Nordmann en H. A. L. Reurik, bei
den alhier, dat bétreffende Arthur
Back en 19' anderen de aanvragen van
o.m. Josefa Blaimschein en Renée M.
L. Höld, beiden alhier, dat betreffende
Jacob Arthon Beaujou en 19 andere de
aanvrage van Adriana Dekkers,
alhier.
Tenslotte behoorde tot deze wets
ontwerpen nog dat betreffende Clemens
Anton Benneker en 21 anderen.
De afdeeling den Haag van
de Vrouwengroep Kolénoe houdt Dins
dag 12 Maart een bazar, ten huize van
mevr K. Klausner, Weteringkade 51.
De opbrengst van dezen bazar komt
geheel ten goede aan de instituten in
Palestina, welke financieele hulp drin
gend noodig hebben. De bazar is ge
opend des middag, van 2 tot 5 uur, en
des avonds van half 8 tot 11 uur.
De minister van Justitie,
prof. Gerbrandy, bracht dank aan de
commissie van rapporteurs, die mede
gewerkt heeft aan de laatste redactie
van het ontwerp. Deze werkwijze
is geheel in overeenstemming met
het overleg in onze democratische in
stellingen. Wat het ontwerp zelf be
treft, er zal er wel geen van dien aard
zijn waarop geen felle critiek wordt
uitgebracht. Het zoo zeer geprezen Bel
gische ópzet dat bij decreet is tot
stand gekomen en waaraan geen com
missie van rapporteurs is te pas geko
men gaat veel verder in haar opzet,
doordat het toelaat den zetel te ver
plaatsen ook naar het buitenland
Wat nu geschiedt, is eigenlijk heel
normaal. Het had allang mogelijk moe
ten zijn, dat N.V.’s binnen het Neder-
landsche Rijk verplaatsbaar zijn, mits
voorzien van de noodige maatregelen
volgens de wet. Inderdaad draagt dit
ontwerp een tweeslachtig karakter.
Maar dat draagt de tegenwoordige tijd
ook. Het moet met de feitelijke om
standigheden rekening houden.
Voor zoover het mogelijk is, moet
het ’t karakter van een noodregeling
hebben. Dat heeft ’t ook.
Bij Kon. besluit zal zelfs een deel
van de wet in werking kunnen tre
den. Het draagt zelfs zoo zeer een
noodkarakter, dat de geheele wet niet
in werking behoeft te treden.
De heer Bijlsma heeft op een
oogenblik gezegd, dat de standpunten
van de Kamer en van den minister niet
zoo ver van elkaar verwijderd zijn.
Verplaatsing van den zetel eener N.V.
kon geactiveerd worden door de bui
tengewone omstandigheden, zoo zeide
hij. Dat is juist Deze N.V., welke toch
al haar zetel had willen verplaatsen,
mag niet achter staan bij een N.V.,
welke alleen onder den drang der om
standigheden haar zetel wil verplaat
sen. Hij was bereid, als de commissie
van rapporteurs dat bedoelde, haar
formuleering over te nemen. De vraag
van den heer Slotemaker de Bruine in
zake uniformiteit in de formuleering
Volwaardig ritamlnen-preparaat Tan Lever-
traan en Sinaasappel. Flacon* 200 gram 1.1.03
bl) Apotheken en Drogisten. Fabrikanten i
N. V. Handelsver. A. J. ten Doesschate Zwolle
Vervolgens was aan de orde het
wetsontwerp tot aanvulling van de
wet medewerking verdedigingsvoorbe-
reiding 1939, waarbij het verboden
wordt het afleggen van verklaringen,
waarbij personen of lichamen zich
verbinden of op eenigerlei wijze be
reid verklaren zich te onderwerpen
aan toezicht door of vanwege per
sonen, optredende ten behoeve van een
vreemde mogendheid.
De heer van Dijken (A.R.) be>
tegen de onwetenschapelijke
waarop de nationaal-socialisten
ras en volk spreken. Hij gaf
schets van het ontstaan der volken in
Europa. Er is nooit één Germaansch
volk in Europa geweest, waartoe wij
nagezaak is
Nederlander
Aan de orde was vervolgens het
wetsontwerp tot bekrachtiging van het
Kon. besluit tot regeling van den in
voer van paarden en slachtpaarden.
De heer Dieters (N.S.B.) betoogde
dat wij voldoende paarden hier te
lande hebben, zoodat invoer niet noodig
is. Wel hebben we behoefte aan warm
bloed paarden.
Wil men persé paarden invoeren, dan
lette men goed op of zij de juiste
stokmaat hebben.
Invoer van fokpaarden kan daaren
tegen van belang zijn.
Aan invoer van slachtpaarden heb
ben wij geen behoefte, gezien het feit,
dat onze veehouders niet voldoende
afzetgebied hebben.
De heer van der Goes begrijpt niets
van de „volksche gedachte”. Dat is op
zich zelf niet belangrijk, want die ge
dachte zal blijven bestaan. De verdacht
making van den heer Moller typeert
hem geheel. De minister heeft geheel
geantwoord zooals verwacht kon wor
den hij is nergens serieus op inge
gaan. De heer d’Ansembourg zou
alleen over het eerste naturalisatie-
ontwerp stemming vragen, teneinde
de Kamer niet te lang op te houden.
De heer Moller (R.K.) zeide, dat
hetmogéljjk' maken voor een evacua
tie van niet-natuurlijkepersonen te
kunnen vereenigen. Aan een wet als
deze was behoefte en daarom is het
te betreuren, dat de minister nog de
mogelijkheid heeft opengehouden in
voering van de wet uit te stellen tot
een oogenblik, dat de toestanden zich
hebben toegespitst.
Als zetelverplaatsing in een paniek
stemming moet plaats vinden, kunnen
zich groote moeilijkheden voordoen.
De heer van Maarsseveen had aan
vankelijk gedacht, dat zetelverplaat
sing alhier in buitengewone omstan
digheden mogelijk zou zijn, maar hij
zag later in, dat de wet ook in normale
omstandigheden kan worden toegepast.
Dat gaat te ver. De regeling moet be
perkt worden tot de buitengewone om
standigheden.
Bestrijding door dr. Moller. geen oogenblik bij hem de gedachte
De heer Mo Hér (R.K.) kwam op
de onwetenschapelijke wijze
over
een
Bij de regeling van werkzaamheden
werd besloten aan de agenda toe te
voegen het wetsontwerp tot bescher
ming van Waterstaatwerken in de hui
dige buitengewone tijdsomstandig
heden.
zou hij overwegen, waarbij dan ook
overwogen zou moeten worden, of hij
zich aan de bestaande wetten of deze
zich aan zijn formuleering zouden moe
ten comprimeeren.
De algemeene beraadslagingen wer
den gesloten.
heeten te behooren. Er waren groepjes
van volken, die iets gemeenschappe
lijks hadden. Doch deze zijn niet in
Europa gekomen toen daar nog geen
mensch woonde. Daarmede hebben zij
zich vermengd. Wij weten in ’t geheel
niet tot welke rassen die eerste bewo
ners behooren. Wie weet wat er alle
maal onder die Germanen zit! (Ge
lach.)
De wetenschap drukt zich heel voor
zichtig uit en op grond van de talen
en volkengeschiedenis behooren de
Germanen tot de werkelijke groep der
Indo-Germanen. De Hindoes in Voor-
Indië behooren tot de Oostelijke groep.
De heer d’Ansembourg spreekt zoo
graag over „Ariërs”, maar dezen zijn
niet te vinden in Europa; dat zijn de
Hindoes, Perzen en de bewoners van
frak.
De heer Moller betoogde vervolgens
dat de Engelschen en de Nederlanders
de minst-Germanen onder dat Ger-
maansche ras zijn.
De nat.-socialisten maken geen be
zwaren tegen de naturalisaties van
Hongaren, doch wel tegen die van Jo
den. Doch de Magyares behooren tot
de Mongoolsche volksgroep, evenals de
Finnen, staan dus verder van ons af
dan de Joden die tot de Semitische
groep behooren, die dicht bij de Tndo-
Europeesche bevolkingsgroep behooren
Zelfs de tegenwoordige aardrijkskun
dige situatie wijst daar nog op. De heer
Moller wees op de onderzoekingen van
eenige Duitsche geleerden. Als men
bezwaren heeft tegen het groote aan
tal Joden dat genaturaliseerd wordt,
waarom heeft men dit niet tegen het
groote aantal Duitschers, dat onder de
aanwezigen bbhoort. Staat het zóó vast
dat dit wel allemaal goede Nederlan
ders zullen worden. Als men alleen op
het Nederlandsch belang let, zou het
dan wel zoo erg zijn als een der Twee
de Kamerleden eens uit ons midden
verdween? (G e 1 a c h.)
Met het nagaan van stamboohen
moet men zeer voorzichtig zijn. Men
zou wel eens tot zeer verrassende ont
dekkingen kunnen komen!
De heer de Marchant et d’An-
sembourg (N.S.B.)Dat is veilig
heid van de eerste soort! ij
De voorzitter hamerde.
De heer Moller bepleitte een
eenvoudiger procedure voor de toela
ting van Vlamingen tot het Nederlan
derschap. Hij wees er op, dat er on
der de Joden uitstekende Nederlanders
zijn en betoogde, dat zij het prijzens-
waardige hebben, dat zij, ondanks alle
vervolgingen, hun volkskarakter heb
ben behouden, o.a. door geen gemeng
de huwelijken te sluiten. De gedwon
gen opsluiting in ghetto’s heeft er ook
tce bijgedragen.
De woorden van Kopling: „East is
East and West is West”, worden her
haaldelijk verkeerd uitgelegd. Het ver
volg erop, waarin wordt uitgedrukt,
dat de menschen voor God hetzelfde
zijn, wordt weggelaten. En aan die ge
lijkheid hebben wij te denken, als men
onderscheid wil maken tusschen ras
sen. (Applaus.)
De heer van der Goes van
N a t e r s (S.D.A.P.) zeide, bewonde
ring te hebben voor de rede van den
heer Moller. Hij betoogde, dat de heer
d’Ansembourg onridderlijk heeft ge
handeld door te spreken van het Jood-
sche tegen het Duitsche volk. Hij wees
er op, dat 2/3 gedeelte van het aan
tal naturalisanten „Arische” Duit
schers zijn. Men moet met deze Duit
schers voorzichtig zijn. Velen zijn nog
lid van de Deutsche Verein. Meer dan
één heeft misbruik gemaakt van zijn
gastrecht ten nadeele van Nederland.
De ingenieur Sturm, die in een spion-
betrokken, is een tot
genaturaliseerde Duit-
scher. Men zij voorzichtig met het bin
nenhalen van zoovele „Fremdkörper”
in het Nederlandsche volksleven.
Minister Gerbrandy zeide, dat
de voorgedragenen slechts een klein
deel van de gegadigden zijn. Het cri
terium bij de beoordeeling van de
aanvragen isIs de aanvrager vol
doende in de Nederlandsche volksge
meenschap ingeleefd. Controle daarop
is voor de Staten-Generaal mogelijk.
Met ras heeft de minister niets te
maken. Dat is wetenschappelijk ook
niet vast te stellen. Ook van de Ari
sche Duitschers wordt elke aanvrage
nauwkeurig onderzocht. Er zijn na
tuurlijk vergissingen mogelijk. Maar
anderzijds zijn er ook Nederlanders
van wie men denken zou, dat zij van
het Nederlanderschap af zijn 1 (Vroo-
1 ij k h e i d.)
De heer de Marchant et
d’Ansembourg (N.S.Brepliceer
de. Hij meende te kunnen concludee-
ren, dat de heer Moller toch het on
derscheid in ras aanneemt. Ras is
slechts een der factoren, waaruit de
eigenschap van een volk wordt be
paald.
(Slot).
Aan de orde was het wetsontwerp
Bijzondere voorzieningen met betrek
king tot de in de gebiedsdeelen van
het Koninkrijk der Nederlanden geves
tigde naamlooze vennootschappen en
andere rechtspersonen, alsmede met
betrekking tot zeeschepen, welke ge
rechtigd zijn tot het voeren van de
Nederlandsche vlag.
De volgende spreker, de heer d e
Marchant et d’ Ansembourg
(N.S.B.), herinnerde er aan, dat de
minister bij zijn optreden gezegd heeft
geen voorstander van te veel nieuwe
wetten te zijn. De vele wijzigingen en
amendementen bewijzen, dat ’s minis
ters formuleering niet gelukkig is ge
weest en dat hij beter had gedaan
zich aan zijn voornemen te houden.
Met verschillende amendementen kon
de nat.-socialistische fractie zich ver
eenigen zij is voorstandster van een
korten overgangstijd. De Regeering
moet de zetelverplaatsing van N.V-’s,
waarin de Staat deel heeft, aan haar
zelf houdendat is beter dan de ver
antwoordelijkheid daarvoor te laten
aan personen.
Mr. Bijlsma oppert even
eens bedenkingen.
De heer Bijlsma (V.D.) acht het
Juist, te bepalen, dat de statutaire ze
tel dezelfde is als de feitelijke zetel,
terwijl het bedrijf nog wel elders kan
worden uitgeoefend. Hij kon met de
hoofdgedachte van het ontwerp in
stemmen en meende, dat de Regeering
terecht de mogelijkheid van zetelver
plaatsing naar het buitenland niet er
in heeft opgenomen, gelijk in België
wel is gebeurd.
Het trof den heer Bijlsma, dat de
heer d’ Ansembourg aan de rechten
der vergadering van aandeelhouders
het parlement van de N.V. alle
recht wil doen wedervaren. Hij wees
ér op, dat crisisregelingen, voor zoover
zij deugdelijk in de practijk blijken,
den tendenz hebben, zich langer dan
voor crisistijd te handhaven.
De heer Bijlsma meende, dat het
etisiskarakter van het ontwerp er vol
doende in tot uiting komt Voor 1 Jan.
1944 kan beslist worden wat er verder
met deze wet gebeuren moet.
Het is gewenscht, dat de minister
zich, ajyorens de zetel eener N.V.
wordt verplaatst, zich van het gevoe
len der commissarissen vergewist. Ook
bij crisiswetgeving moet zoo lang mo
gelijk van de bestaande organen ge
bruik worden gemaakt.
De heer Donker (S.D.A.P.) had
van den aanvang af bezwaar gehad te
gen het tweeslachtig karakter van het
ontwerp. Dit bezwaar is ook na het
mondeling overleg tusschen minister
en commissie van rapporteurs niet
weggenomen. Hij sloot zich aan bij het
betoog van den heer Terpstra. Het
noodkarakter van een regeling als
deze, die in kritieke omstandigheden
gewenscht kan zijn, moest vaststaan.
Dan moeten ook groote bevoegdheden
aan het bestuur, desnoods met uitslui-
Het standpunt der N.S.B.
De heer de Marchant et
d’Ansembourg (N.S.B.) zeide, dat
hij bij de bestudeering van deze wets
ontwerpen de mentaliteit, welke bij
het verleenen van naturalisatie voorzit,
heeft leeren kennen. Ten aanzien van
de samenstelling van de bevolking
hebben zich andere denkbeelden baan
gebroken. Daaraan moet de wetgeving
worden aangepast. Het ware gewenscht,
dat over naturalisaties in geheime
vergadering werd beslist. De heer
d’Ansembourg betreurde, dat de voor
zitter op een verzoek daartoe zijner
zijds niet is ingegaan. Hij betoogde,
dat de naturalisanten van dien aard
moeten zijn, dat zij in de Nederland
sche volksgemeenschap opgenomen kun
nen worden. Naturalisatie moet alleen
verleend worden als het in het alge
meen belang geacht kan worden. Er
zullen andere wegen dan tot nu toe
gevolgd zijn, moeten worden inge
slagen. Met-een deel van de voorstellen
kon de heer d’Ansembourg zich ver
eenigen. Hij wijdde vervolgens uit
over de naturalisatie van Joden. In
dringing van andere rassen in ons
volk moet z.i. zooveel mogelijk wor
den voorkomen, zoowel uit het oogpunt
van de biologie als van mentaliteit.
Niet de indringing van een enkelen
Jood, maar de toevloed van velen vormt
een gevaar voor ons volk. Reeds
2% onzer bevolking bestaat uit
Joden het kan niet worden ontkend,
dat zij in geestelijk opzicht een groo-
ten invloed op ons volk uitoefenen. Er
bestaat een Joodsch vraagstuk en dat
moet worden opgelost. De minister
schijnt dat te willen negeeren. De heer
d’Ansembourg citeerde een passage
uit de memorie van antwoord om aan
te toonen, hoe de minister zich z.i.
van deze zaak afmaakt. In plaats van
met argumenten antwoordt hij met
geestigheden. Indringing van Joden
moet al uit „volksch beginsel” worden
afgekeurd, doch ook wegens de mo
tieven voor hun naturalisatie, namelijk
eigen belang en afkeer van Duitsch-
land.
Niet deze motieven, maar het Ne
derlandsch belang moet den doorslag
geven. Deze groep van naturalisanten
maakt 80 pCt. uit van het totaal. Dan
zijn er nog de Duitsche dienstmeisjes,
die hier gebleven zijn, ondanks het
bevel naar Duitschland terug te kee-
ren, toen daar gebrek aan werkkrach
ten ontstond. Volgens den heer d’An
sembourg zijn deze meisjes al weinig
minder dan als deserteurs te beschou
wen. Zij hebben hier anti-nationalisti-
sche propaganda ondergaan, dikwijls
in Joodsche gezinnen. Bij het onder
zoek der naturalisaties blijkt dat ge-
imformeerd wordt naar de publieke
gezindheid der aanvragers en dan zeg
gen dezen, dat ze gevoelen voor deze
of gene partij van links of rechts.
Nooit blijkt, dat zij op de N.S.B. zul
len stemmen; tegen intimidatie van
aanvragen moest de heer d’Ansem
bourg zich verzetten.
In de tegenwoordige omstandighe
den mogen geen personen uit de belli-
gerente landen, dus ook geen Joden,
worden genaturaliseerd, tenzij bijzon
dere Nederlandsche belangen hierbij
betrokken zijn.
De heer Terpstra (A.R.) verde
digde voorts een amendement om de
buitengewone bevoegdheden in het
wetsontwerp aan het bestuur gegeven,
in dien zin te beperken, dat zij slechts
gelden, indien de wijziging van de akte
van oprichting „door de huidige bui
tengewone omstandigheden” in het be
lang der N.V. geboden wordt. Op deze
wijze wilde de commissie van rappor
teurs aan het wetsontwerp het twee
slachtig karakter ontnemen.
Minister Gerbrandy had er geen
bezwaar tegen, dat amendement over
te nemen, waarbij hij aannam, dat
daaronder ook ,valt de aandrang tot
verplaatsing van den zetel, welke er
reeds was vóór de buitengewone om
standigheden intraden. In bepaalde
gevallen wilde hij rekening houden
met het gevoelen der commissarissen.
De heer Terpstra (A.R.) betoog
de, dat dit inderdaad de bedoeling
was.
De mini s t e r achtte dit betóog wel
een beetje „lauw lauw” en nam het
amendement over, evenals een paar
andere amendementen, die hetzij
voortvloeiden uit de reeds aangeno
men amèndenten of redactieverbete-
ring beoogden.
Op aandrang van mr. van Dijken
(A.R.) wijzigde de minister art. 18
in dien zin, dat duidelijker uitkomt dat
scheepvaartbedrijven, welke na de in
werkingtreding van de wet zijn opge-
gericht, ook onder de wet vallen. Hij
achtte echter de sop de kool niet waard
en vond ’t een verbetering van 1,0 pet.
(Gelach).
“Wanneer Griep beerscht, zijn verkoud
heden dubbel gevaarlijk. Zelfs een lichte
kou kan den weerstand verminderen en
zoodoende den weg effenen voor een
griepaanval.
V
Bij de behandeling van de artikelen
verdedigde de heer Terpstra
(A.R.) namens de commissie een
amendement op in art. 3 te schrappen
beperking omtrent het stemrecht,
het nemen van besluiten door de alge
meene vergadering van aandeelhou
ders en de benoeming, het ontslag en
de bevoegdheid van bestuurders én
1 commissarissen. De commissie acht
deze beperking willekeurig en meent
dat zij in de practijk tot moeilijkheden
aanleiding kan geven.
De minister betoogde, dat deze
schrapping de mogelijkheid van een
meer soepele regeling, waarnaar in In-
dië wordt gestreefd, wegneemt. Hij liet
de beslissing over het amendement aan
de Kamer over hij had deze dé
marche van de commissie van rappor
teurs echter niet verwacht.
De heer Terpstra (A.R.) meende
dat de minister zelf kan nagaan of er
ongeoorloofde dingen gebeuren.
De minister meende, dat hij dit
niet in de hand heeft, omdat hij zich
a i het statutaire recht te houden heeft.
Hij achtte het amendement geen ver
betering met het oog op de belangen
van derden.
De heer J o e k e s (V.D.) wenschte
niet tegen het sterke advies van den
minister in te gaan en verklaarde te
zullen tegenstemmen.
Het amendement werd met 35 tegen
22 stemmen aangenomen (in
eea gemengde stemming).
toezicht van vreemde consuls aanvaar
den.» Dat doet deze wet niet. Het, or>-
derwerpen aan dit toezicht op zich zeil
wordt echter niet verboden. Op welke
wijze dit in de wet komt, is van minder
belang. Een plicht tot schadevergoeding
aan firma’s, die nadeel ondervinden, is
terecht niet in de wet opgenomeri. De
N.S.B. kan zich met het ontwerp ver-
eenigen, al vindt zij het geen mooi stuk
werk.
Minister Steenberghe stemde
er in toe, dat met behoedzaamheid van
de bepaling gebruik moet worden ge
maakt. De binnenlandsche en econo-
mische grondslag van het ontwerp is
zoo overheerschend, dat de handteeke- J
ning van den minister van Buitenland- I
sche Zaken daarvoor niet noodig is.
Het wetsontwerp heeft betrekking .op
alle belligerenten. Wat de heet
d’Ansembourg wil bereiken, wordt zon
der verdere aanvulling van de bepa
ling, bereikt.
Het wetsontwerp werd z. h. s. a a n«
genomen.
AANVULLENDE BEGROOTING VAN j
ECONOMISCHE ZAKEN.
Bij het volgende wetsontwerp, een
wijziging en verhooging van de begroe
ting van Economische Zaken voor
1939, besprak de heer A 1 g e r a (AR.)
de supercontróle op de provinciale
controle op de zuivelfabrieken. De
bonden wenschen geen rechtstreekse!»
controle op de fabrieken te aanvaar
den, omdat zij zelf goedwerkende con-
tróle-instituten hebben. De Regeering
heeft indertijd die controle van de
bonden aanvaard, laat zij haar ver
trouwen verder blijven schenken en
het particuliere initiatief in zijn waar
de laten. De heer Algera wenschte, dat
op Zondag geen onnoodige contröle
wordt uitgeoefend.
De heer Ebels (V.D.) juichte het
toe, dat vanwege den directeur-gene-
raai voor den landbouw een onder
zoek wordt ingesteld naar den kost
prijs van landbouwproducten. Dit kan
er toe bijdragen ons volk een behoor
lijk inzicht te geven in die kostprijzen.
Met het oog daarop is publicatie van
die gegevens gewenscht. Het is te be
treuren, dat de minister tegen die pu
blicatie is. Waarvoor die geheimzinnig
heid
De heer Ruyter (R.K.) achtte de
door den heer Algera bestreden super
contróle op de zuivelfabrieken absoluut
noodig, al ware ze alleen noodig oin
vergissingen die ieder maken kan
op te sporen.
Minister Steenberghe zeide,
dat slechts enkele controleurs met dej»
supercontróle zijn belast en dat zij
zich tot bepaalde gevallen beperkt
Als een zuivelfabriek op Zondag werkt
zal ook op dien dag controle mogelijk
moeten zijn. Als knoeiers wisten, dat
op Zondag niet gecontroleerd werd,
zouden zij lachen! De publicatie om
trent kostprijzen in den landbouw
moet niet te vroeg geschieden. Daarop
slaat des ministers mededeeling in de
Memorie van Antwoord.
Als het onderzoek ver genoeg ge»
vorderd is bestaat tegen publicatie
geen bezwaar.
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge»
keurd.
tenlandsche Zaken had moeten zijn On-
Bevorderden groei en het weerstandsvermogen
van Uw kinderen In't zon-arme jaargetijde door
SINATRAN