Nederland
de zeeoorlog
en
Hoe de
De ondergang van de 0.11
Haagsche Courant van Zaterdag 9 Maart 1940
VIJFDE BLAD, PAGINA 1.
„Delfzijl”
bestookt werd
noodlanding
Lesvliegtuig maakt
een
bommen
Hevig mitrailleurvuur
vlak bij
het schip
ontploft
Geredden doen hun
doode makkers
uitgeleide
STADSNIEUWS
HET IN BESLAG GENOMEN BOEK
H.M. de Koningin
betuigt rouwbeklag
NEDERLANDSCHE SCHEPEN
AAN ENGELSCHE OOST
KUST BESCHOTEN
Inzittenden ongedeerd,
toestel beschadigd
Plechtigheid met militaire
eer te den Helder
FINSCHE ROODE KRUIS-AVOND
1
Het toestel met zijn neus in den grond.
werd
De werkzaamheden aan de O. 11.
door
toespraken heeft
ven
De „Saba” door kogelgaten
beschadigd
VERSCHILLENDE TYPEN VAN
BOERDERIJEN IN NEDERLAND
gelegen achter de Huis te Hoomkade
te Rijswijk.
„VACANTIEBEZIGHEID VOOR
SCHOOLKINDEREN”.
Omstreeks kwart voor negen heden
ochtend heeft het Koolhoven lesvlieg
tuig der Nationale Luchtvaartschool, de
P.H.-A.P.N., bestuurd door den piloot
C. Sipkes, tijdens het lesgeven een
noodlanding moeten maken, tengevolge
van een motorstoring op een terrein,
zijn
- i omstre
el f uur aan.
te
een
De kapitein, stuurman en de kok, die
op het moment van den aanval bene
den waren, snelden naar de stuurhut,
maar vóór de kok daar was aange
komen, voelde hij iets langs zijn hand
schampen. Toen hij er naar keek, be
merkte hij tot zijn schrik, dat hij aan
die hand bloedend verwond was.
De mannen begrepen toen, dat er ook
met mitrailleurs geschoten werd, hoe
wel het geronk van de vliegtuigmotoren
zóó hevig was, dat zij het getik van
de inslaande kogels niet hoorden.
Donderdag is in de Amsterdamsche
haven, komende van Engeland, aange
komen het Nederlandsche motorkust-
vaartuig „Saba” kapitein de heer Roor-
da uit Voorburg. Het vaartuig vertoont
op verscheidene plaatsen kogelgaten.
Zondagochtend j.l. was het aan de Oost
kust van Engeland beschoten door een
vliegtuig, dat eenmaal over het schip
heenvloog. De opvarenden bleven onge
deerd.
Groote schade.
De „Delfzijl” is ernstig beschadigd en
het zal geruimen tijd duren, vóór het
schip weer in de vaart gebracht kan
worden. Waarschijnlijk is er ook nog
schade onder de waterlijn, tengevolge
van de hevige schokken van de ont
ploffende bommen.
Aangezien men nergens in het schip
veilig was voor de bommen of de
geweerkogels, bleef de bemanning,
die uit 5 koppen bestond, bij elkaar
in het stuurhuis, van waaruit ze
het vliegtuig telkenmale zijn aan
val zagen vernieuwen. Zij konden
niets doen dan gelaten hun lot af
wachten.
VERBOUWING VAN DE EMMA-
KLINIEK.
aanval
dus het
pr°°j hadden
De ruiten
Mzeld
bilair
Steenen
den muur
efgerukt
De „Confid” eveneens gehavend.
Bij assuradeuren van den Nederland-
schen kustvaarder „Confid” is gisteren
een telegram ontvangen van den kapi-
tein-eigenaar, den heer H. Kajuiter, te
Rotterdam, waarin deze mededeelt, dat
het schip in den nacht van Donderdag
op Vrijdag aan de Oostkust van Enge
land door een vliegtuig is gebombar
deerd. De bemanning kreeg geen letsel.
Het schip kreeg vrij ernstige schade
aan het dek, de stuurhut en de machine
kamer, Voorts ontstond een lek, doch
dit was niet van ernstigen aard, zoodat
het vaartuig zonder assistentie de En-
gelsche haven van bestemming heeft
kunnen bereiken. De „Confid” heeft een
bruto inhoud van 249 ton en is gebouwd
in 1930.
Kustwacht in actie
2esde bom had men aan de
1 aanval bemerkt en toen
stellenden opgesteld. De bloemstukken
werden van den Helder naar de plaats
van begrafenis meegevoerd. De begra
fenis van den sergeant-telegrafist
Steenvoort geschiedt Maandagmiddag
twee uur op de Oosterbegraafplaats te
Enschede. De lijkstoet vertrekt van het
ziekenhuis Ziekenzorg in de Veenstraat
aldaar, waar het stoffelijk overschot na
aankomst uit den Helder zal worden
opgebaard.
De koksmaat Postma wordt Maan
dagmiddag 11.45 uur op de bijzondere
begraafplaats te Huizum bij Leeuwar
den ter aarde besteld. Vertrek van de
Verlengde Schans 91, Huizum.
Het derde slachtoffer, sergeant-tor-
pedomaker, G. Logmans werd later op
den dag zonder militair vertoon van
het militaire hospitaal te den Helder,
naar Hellevoetsluis vervoerd, waar hij
Maandag met militaire eer zal worden
begraven.
De rouwstoet vertrekt om 1.45 uur
van den Moriaanschenweg, nr. 224. De
militaire eer zal gebracht worden door
een detachement marinetroepen.
Bij de begrafenis van den sergeant-
telegrafist Steenvoort zal de chef van
den marinestaf vertegenwoordigd wor
den door luitenant ter zee 2e kl. M. J.
Vos, bij de begrafenis van sergeant-tor
pedomaker Logmans door luitenant ter
zee le kl. W. J. Kruys.
Bij de begrafenis van koksmaat Post
ma te Huizum zullen de chef van den
marinestaf en de marine-commandant
te Den Helder door denzelfden persoon
worden vertegenwoordigd, die in den
Helder zal worden aangewezen.
Verbitterde bemanning.
Natuurlijk waren de opvarenden zeer
verbitterd door den aanval. De piloot
moet volgens hen gezien hebben, dat
het schip tot een neutrale natie be
hoorde, want de navigatie-lichten
brandden normaal. De vlag, die op het
dekkleed was geschilderd, is door de
kogels op verschillende plaatsen door-
Op Zaterdag 16 en Zondag 17 Maart
wordt in het gymnastieklokaal van de
H.B S Raamstraat 28 (ingang Achter-
Raamstraat 10) een tentoonstelling
van speelgoed gehouden. Dit speelgoed
is door kinderen van den Haagschen
Bond „Vacantiebezigheid voor School
kinderen” thuis gemaakt van waarde
loos materiaal voor patientjes uit de
ziekenhuizen.
stand t
n°g enkele meters onder water door
en ontplofte rakelings naast het vaar
tuig.
Het motorschip „Delfzijl”, dat op
weg van Blyth naar Antwerpen in de
Britsche territoriale wateren aangeval
len is door een onbekend gebleven
vliegtuig, is gisteren te Capelle a.d.
IJsel aangekomen.
Het 250 ton metende scheepje ligt
thans bij de werf van de firma A. Vuyk
en Zonen, om te worden gerepareerd
en daar hadden wij een onderhoud met
den stuurman S. Koers, een broer van
den kapitein-eigenaar J. Koers. Hij
deelde ons mede, dat de „Delfzijl” in
den middag van 2 Maart van Blyth was
vertrokken met een lading kolen voor
Antwerpen. Omstreeks half negen voer
men nog in de Engelsche territoriale
wateren, toen motorgeronk van een
zwaar vliegtuig werd gehoord. Korten
tijd later zagen de twee matrozen, die
in het stuurhuis stonden, dat een groot
vliegtuig recht op het schip aankwam.
Zij vonden dit heelemaal niet vreemd,
aangezien zij van meening waren, dat
het hier een Britsch vliegtuig betrof,
dat wellicht een convooi begeleidde en
vooruitvloog, om te zien of alles veilig
was.
Het vliegtuig vloog zeer laag, op on
geveer 12 meter hoogte, tweemaal over
de „Delfzijl” heen, welk schip een dui
delijke nationaliteitsaanduiding droeg.
De Nederlandsche driekleur was aan
weerszijden van de romp en op het
dekzeil over de luiken geschilderd, ter
wijl naast iedere vlag met groote let
ters het woord „Holland” was aange
bracht
boord en door de granaatscherven ver
scheurd.
De stuurman vooral kon het niet ver
kroppen, dat de bemanning zoo volko
men machteloos den aanval had moe
ten af wachten. „De opvarenden op een
schip van een oorlogvoerende natie
hebben nog de beschikking over afweer
geschut, maar wij moesten ons zonder
protest laten slachten”, merkte hij wre
velig op.
In Hansweert, waar het schip na los
sing aankwam, hebben de militaire
autoriteiten een onderzoek ingesteld,
waarbij de kogels, die de bemanning
als souvenir wilde bewaren, in beslag
zijn genomen. Aan de hand van deze
stille getuigen zal men trachten, de
nationaliteit van het vliegtuig vast te
stellen.
In de chapelle ardente van het
marine-hospitaal te den Helder, bracht
vanochtend de bemanning van de O. 11
een laatsten groet aan haar makkers,
wier stoffelijk overschot in de met bloe
men bedekte kist naast elkaar stonden
opgesteld.
Door het glazen deksel konden zij
nog eenmaal een blik werpen op het
hun zoo vertrouwde gezicht van hun
kameraden, wier dood hun behoud werd.
Velen werd het te machtig, de sergeant
Auer, die zich nog uit het voorschip
had weten te redden, kon bij het zien
van zijn doode vrienden, van wier dood
strijd hij van nabij getuige was ge
weest, zijn ontroering niet bedwingen
en brak in snikken uit.
Er waren zeer veel bloemen en steeds
meer kransen werden aangedragen. Er
waren, behalve tal van bloemstukken
van familieleden en vrienden, voor elk
der overledenen een krans van 't com-
mandement der Koninklijke Marine,
van de bemanning van de „O. 11” van
den commandant en officieren van den
onderzeedienst, van de onder-officieren
van den onderzeedienst, van de beman
ning van de „O. 21” en „O. 23” en van
de in aanbouw zijnde „O. 22”. Voorts
van ’t kokspersoneel van den onderzee
dienst voor den overleden koksmaat O.
Postma, verder bloemstukken van de
Amsterdamsche Droogdok Maatschappij
en van het bureau Wijsmuller. Ook de
marine-commandant schout-bij-nacht H.
Jolles, vergezeld van zijn adjudant den
luit, ter zee le kl. B. J. Velderman,
bewees in de rouwkapel de laatste eer
aan den overledene en was daarna bij
het uitgeleide aanwezig.
Tal van officieren van den onderzee
dienst kwamen in de kapel een laatsten
groet brengen aan de overledenen.
Om tien uur vertrok de droeve stoet
van het marine-hospitaal: voorop de
rouwkoets met het stoffelijke overschot
van den sergeant-telegrafist F. W. J.
Steenvoort, daarachter die met het stof
felijke overschot van den koksmaat O.
Postma. Achter den stoet volgden de
commandant, de officieren en de ver
dere bemanning van de „O 11" ver
volgens een deputatie van het officie
renkorps van den onderzee-dienst,
onderofficieren en verder de beman
ning van verschillende vaartuigen.
Langzaam trok de stoet langs de Bui
tenhaven via het Ankerpark en naar
den rijksweg tot waar de militaire bege
leiding meetrok.
Hier zetten de rouwkoetsen hun tocht
alleen voort naar Enschede en Huizum.
Langs den weg hadden zich vele belang-
Lezing Rijkslandbouw-architect
H. J. van Houten
Onder groote belangstelling werd
door den Rijkslandbouwarchitect H. J.
van Houten op een daartoe door het
bestuur van de afdeeling ’s-Graven-
hage van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw georganiseerde bijeen
komst, een inleiding over bovenstaand
onderwerp gehouden.
Talrijke autoriteiten op landbouw
gebied gaven blijk van hun belangstel
ling, waaronder de directeur-generaal
van den Landbouw, ir. Alph. Roebroek,
alsmede de administrateur van het
Kroondomein, jhr. H. J. Repelaer van
Driel, de directeur van het technisch
bureau der Domeinen, ir. A. G. Ver
hoeven, e.a.
Spreker begon met erop te wijzen,
dat de gegevens over het ontstaan van
onze boerderijen beperkt zijn. In de
eerste plaats moet men afgaan op het
geen de archaeologen bij de opgravin
gen hebben gevonden, en voorts kun
nen waardevolle gegevens worden ont
leend aan oude kaarten en prenten.
De oudste gegevens omtrent de
boerenhuizen dateeren uit het begin
van onze jaartelling.
Vooral het uitgebreide onderzoek
van dr. van Olffen bij de afgraving van
de terp te Ezinge, alsmede onderzoe
kingen van prof. Holwerda in de
Betuwe en dr. Beckers aan den Maas
kant hebben ons ingelicht aangaande
het leven van de bewoners en de pri
mitieve inrichting der boerderijen, die
in de terpen slechts uit één enkele
ruimte bleken te bestaan, waarin men-
schen en vee tezamen hun verblijf
hadden.
In aansluiting hiermede schetste spr.
in groote trekken de geleidelijke ont
wikkeling en verbetering van de boer
derijen in de verschillende streken van
ons land.
Ofschoon er tal van afwijkende vor
men bestaan, kan men in het algemeen
vier hoofd typen onderscheiden, t. w^
het Friesche type, waartoe ook de
Noordhollandsche Stelpboerderij ge
rekend kan worden, het Halletype, spe
ciaal voorkomend in het midden en
Oosten van ons land, het Lang-gevel-
type, dat men het meest in het Zuiden
aantreft, en tenslotte het Romeinsche
type, dat in Zuid-Limburg over-
heerscht.
Na de kenmerkende eigenschappen
van de verschillende boerderijtypen ta
hebben geschetst, stond spreker uitvoe
rig stil bij de groote schoonheid, welke,
vele oude boerderijen, zoo goed aan
passend bij het landschap, nog ver-
toonen.
Een zeer fraaie collectie lantaarn
plaatjes van vele boerderijen over het»
geheele land gaf een duidelijk beeld„
welk een rijkdom aan cultuurgoederen
ons land nog in de oude boerderijen
bezit.
Na een hartelijk woord van dank aan
den spreker werd deze geanimeerde
bijeenkomst gesloten.
Het toestel kwam neer vlak bij de
nieuwe havens van Rijswijk. Het heeft
een haar gescheeld of het vliegtuig was
in het water terechtgekomen. Ver
schillende omwonenden zagen het
ongeluk gebeuren.
De heer Sipkes, die allerminst over
stuur was, begaf zich naar Ypenburg,
waar hij in een ander toestel plaats
nam, om zijn lessen voort te zetten.
Een technische ploeg van Ypenburg
heeft het toestel ter plaatse gedemon
teerd.
Heel den Donderdagmiddag, Donder
dagavond en Vrijdag is men thans bezig
geweest met de O. 11. Het is een onaf
gebroken komen en gaan van barkas
sen en motorvletten, die ploegen werk
volk, militairen zoowel als burgers,
aanbrengen, want er wordt in verschil
lende ploegen gewerkt
Vrijdagmiddag waren wij in de gele
genheid een kijkje te nemen bij het
werk, zoo schrijft de „N.R..Crt.” Het
was om half twee, zoodat het water zijn
laagsten stand bereikt had. Eerst toen
kreeg men een duidelijk beeld van de
verwoesting, die de boeg van de sleep
boot „Amsterdam” heeft veroorzaakt.
Met autogeen snijbranders was men
bezig het gat bij te werken. Dit is noo-
dig om zoo snel mogelijk de bekisting
te kunnen aanbrengen. Wij vernamen,
dat men het gat zal dichten met een
houten betimmering en door het stor
ten van beton. Het valt niet te bereke
nen hoeveel dagen men hiervoor noo-
dig zal hebben, doch dat men hoopt
tegen het midden van de volgende week
zoo ver gevorderd te zijn, dat de O. 11
naar de marinewerf gesleept kan wor
den om in het dok gerepareerd te wor
den.
Staande voor het gat krijgt men eerst
besef hoe buitengewoon goed de cata
strophe van Woensdag feitelijk nog af-
geloopen is, want even meer in het mid
denschip getroffen waren de gevolgen
zeker nog veel tragischer geweest.
Op de plaats waar de „Amsterdam”
de „O. 11” heeft aangevaren, is het
een chaos van verbogen stangen, aan
flarden gereten ijzer, versplinterde
spanten. In het schemerduister ziet men
een zoo mogelijk nog grootere ravage.
Het water stroomt vrij in en uit. Men
ziet de torpedo’s liggen, één vlak voor
het gat. Deze is eveneens beschadigd.
Op het dek van de „O. 11” is men
eveneens bezig. Uit het luik op het
voorschip komen allerlei voorwerpen
naar boven. Het kanon heeft men
reeds verwijderd.
Thans is ’t voorhatterij-compartiment
leeggepompt en als de bekisting gereed
is. zal men ook de boegkamer watervrij
maken.
KYNOLOGENCLUB „DE HOFSTAD”.
De Kynologenclub „De Hofstad
heeft veel succes met haar clubmate
welke morgen gehouden zal worden in
den Dierentuin. Niet minder dan
honden van verschillende rassen
ingeschreven uit den Haag en
ken. De keuring vangt om c—
van den oorlog het voor
groote tijd is. Wat het
eensgezinde Finsche volk verricht,
wordt door de gansche wereld met
bewondering gadegeslagen. Spr. stel
de de vrijwillige Finsche eenheid te
genover de van boven af opgelegde
Russische eenheid.
Tusschen deze
mej. Jo Schmidt Finsche en Neder
landsche liederen ten gehoore ge
bracht, aan den vleugel begeleid door
mej. Anje Hos.
Na de pauze sprak mr. J. J. R.
Schmal, secretaris van de Ned.-Fin
sche Vereeniging, die een korte uit
eenzetting gaf van het Finsche pro
testantisme.
Hierna werd een collecte gehouden
voor het Finsche Roode Kruis, welke
374 opbracht.
Na de vertooning van een Finland-
film, sprak de heer H. W. Tilanus een
kort woord, waarin hij er op wees,
hoe goed het is, de Finland-avonden
in geestelijke godsdienstige sfeer
houden, omdat het Finsche volk
godsdienstig en biddend volk is.
Door de hobbelige gesteldheid van
het terrein kwam het toestel ongeluk
kig terecht, waardoor het den neus ge
deeltelijk tn den grond boorde. Het
landingsgestel werd vernield en de
linkervleugel brak op drie plaatsen;
ook de rechtervleugel werd beschadigd.
In het toestel bevond zich ook nog
een leerling. Beide inzittenden bleven
ongedeerd.
De „Delfzijl” werd ongeveer drie m.
0Pgetild en de mannen werden tegen
den grond gesmakt. Aan boord werd
een geweldige ravage aangericht. De
navigatielichten, die gedurende den
waren blijven branden en al-
vaartuig tot een gemakkelijke
gemaakt, sloegen nu uit.
van de stuurhut werden ver
en in de hutten werd het meu-
vernield.
waschtafels, die vast tegen
geschroefd waren, werden
en sloegen in tweeën.
De laatste bom, die het vliegtuig
wierp, viel op ongeveer tien meter af-
van het schip in het water, schoot
Schout-bij-nacht baron de Vos van
Steenwijk, adjudant in buitengewonen
dienst van de Koningin, heeft ten huize
van de in den Helder wonende nabe
staanden van de slachtoffers van de
ramp, overkomen aan de onderzeeboot
O. 11, namens H.M. een bezoek van
rouwbeklag afgelegd.
De moeder van het slachtoffer
Postma, die in Leeuwarderadeel woont,
ontving namens H.M. een schrijven van
rouwbeklag.
De minister van Defensie en de chef
van den marinestaf hebben eveneens
schriftelijke deelneming betuigt aan de
nagelaten betrekkingen.
Herhaalde aanvallen.
De bommenwerper kwam voor de
derde maal naar het schip toe en
toen hoorden de mannen plotseling
een geweldige explosie, die het
schip hevig deed trillen. Het vlieg
tuig had 3 bommen vlak achter de
„Delfzijl” geworpen en hiermede
een aanval ingezet, die ongeveer
een uur geduurd heeft. Van ver
schillende zijden kwam de vlieger
steeds weer naar het weerlooze
schip terug, om een bom uit te wer
pen, zoodat in totaal 6 bommen
naast het schip in het water te
recht kwamen. Bovendien
voor den boeg een granaat gewor
pen, die een fel wit licht verspreid
de en waarvan de splinters den zee
lieden in het gelaat sloegen.
Krenkend voor het hoofd van een
bevrienden staat?
De inbeslagneming van Rauschnigg’s
boek „Hitler’s eigen woorden”, waar
over wij gisteren reeds hebben bericht,
is, naar men ons te bevoegder plaatse
bij informatie mededeelde, geschied op
last van de Regeering. De inhoud van
het boek werd krenkend geacht voor
het hoofd van een bevrienden staat.
Het boek was Woensdag pas in de
Nederlandsche vertaling van dr. Menno
ter Braak in den boekhandel ver
schenen.
„De Nederlandsche uitgave is een ge
trouwe vertaling van het Duitsche
manuscript van Hermann Rauschnigg.
Om den schijn te vermijden, dat dit
boek iets anders beoogt te zijn dan een
belangrijk cultuur-historisch docu
ment”, betoogen de uitgeefster en de
vertaler in een voetnoot onder de inlei
ding tot dit werk, „lieten wij een
hoofdstuk en enkele fragmenten, be
trekking hebbend op Hitler’s persoon
lijk leven, vervallen.”
Het bevel tot inbeslagneming geldt
voor het geheele land. Alleen hier ter
stede zijn reeds ongeveer twee honderd
exemplaren in beslag genomen.
Bij de uitgeefster, N.V. H. P- Leo
pold’s Uitgevers Mij., alhier, is geen
enkel exemplaar achterhaald kunnen
worden, daar de oplaag was u*^~
verkocht. De in beslag genomen Fran-
sche, Duitsche en Engelsche exem
plaren van dit boek zijn weer aan de
boekhandelaren teruggegeven.
B. en W. stellen den Gemeenteraad
een wijziging voor in de „Verordening-
van Stolkpark” in verband met een
verzoek van het bestuur der Emma-
kliniek (Parkweg 15) om deze kliniek
uit te breiden.
Volgens deze verordening moet de
bebouwing, krachtens het tweede lid
van art. 2. bestaan uit eensgezinshui-
zen. B. en W. stellen nu voor, vrijstel
ling te verleenen ten behoeve van ge
ringe uitbreiding van gebouwen, welke
op het oogenblik van afkondiging der
verordening niet aan de voorgeschre-
woonbestemming voldeden.
flitsten de zoeklichten van de lucht-
afweerbatterijen aan. Wel veertig
scherpe lichtbundels zochten het lucht
ruim af en de vlieger vond het toen
geraden, om te verdwijnen.
De bemanning begaf zich uit het
stuurhuis om de schade op te nemen
en daarbij bleek, dat het vliegtuig ge
durende den geheelen aanval vrijwel
doorloopend het schip onder vuur had
genomen. In de luiken waren vele ko
gels geslagen. Het dek lag er mee be
zaaid en de stuurhut was op verschil
lende plaatsen doorboord.
De groote zaal van het gebouw ,,De
Vereeniging” was op den Finschen
Roode Kruisavond, georganiseerd
door „De Nederlander” gisteravond
geheel bezet, meer nog, tal van be
zoekers moesten dezen avond in een
zijzaal bijwonen, waar zij het gebode-
ne wel niet konden zien, doch door
middel van luidsprekers konden vol
gen.
Ds. D. A. van den Bosch heeft het
openingswoord gesproken.
Deze spreker zeide, dat Dietzsche’s
theorie, dat er op de wereld slechts
plaats is voor grooten en sterken, in
dezen tijd werkelijkheid schijnt te
worden. Toch is deze gedachte niet
zoover doorgedrongen, dat er niet één
schreeuw van verontwaardiging door
de wereld is gegaan bij het zien van
het onrecht, den Finnen aangedaan.
Er is nog een wereldgeweten. Heel
het Nederlandsche volk voelt de
warmste sympathie voor het volk,
waarvan men hier tot nu toe nog zoo
weinig wist. Maar het Finsche volk
is evenals het Nederlandsche een
overwegend protestant volk. Zooals
God ons Nederlandsch volk van den
Spaanschen geweldenaar heeft be
vrijd, zoo hoopte spreker, dat hij ook
de Finnen de kracht zou geven hun
aanvallers te weerstaan. Wij als men-
schen moeten helpen, waar en zooveel
wij kunnen.
Ds. Toivo Viitasaari, Finsch predi
kant te Rotterdam was de volgende
spreker, die de dankbaarheid namens
het Finsche volk uitsprak voor al het
geen het Nederlandsche volk heeft ge
daan. Men moet echter niet vergeten,
dat onze strijd ook uw strijd is, zoo
zeide spreker.
Mevr. mr. C. F. baronesse
MackayKatz, die hierna sprak, zei
de, dat ondanks alle ellende en ver
schrikking
Finland een
Mrararwar
- a
a
Na de j._
ku« «hier d’e'„
-