De Leipziger-Messe
IPUDIEIIDIEIR^ OHEMIE
DE ZWARTE
ORCHIDEE
Haagsche Courant van Dinsdag 12 Maart 1940
1
-afl
MS
Finland
STADSNIEUWS
- II
Men merkt er nog weinig van den oorlog
Een natuurlijke, onberispelijke teint
De Roode Kruis-ambulance
voor
De Nederlandsche
afdeeling trekt veel
bezoekers
Ik
LUCHTBESCHERMING
Wethouders en Raadsleden op bezoek.
ONVEILIG STRAND.
FEUILLETON.
(Nadruk verboden.)
lachte hij heesch.
ik
De heer J. Zonneveld, bode ter
gemeente-secretarie van ’s-Graven-
hage, die op 19 dezer 40 jaar in
gemeentedienst zal zijn.
van
con-
aan-
alle-
GRIEKSCH GEZANT IN
AFSCHEIDSGEHOOR ONTVANGEN
DE ZESTIGSTE VERJAARDAG VAN
DEN BURGEMEESTER
VEERTIG JAAR Hi GEMEENTE
DIENST
Gemeenteraad zal Donder
dag een diner aanbieden.
- VIERDE BLAD, PAGINA 1.
In aansluiting op het reeds gemelde
aangaande een onveilig strand wegens
schiet-oefeningen, wordt medegedeeld,
dat op Vrijdag 15 Maart het strand
niet alleen tusschen de palen 91 en 94,
doch tot Katwijk onveilig zal zijn.
6)
De ongebondenheid, welke Dixon den
vorigen avond tentoongespreid had,
In het gebouw van het hoofdbestuur van het Roode Kruis aan de
Prinsessegracht is men druk bezig aan het verpakken van de medicijnen
en andere artikelen, welke de ambulance mee naar Finland zal nemen.
Op den achtergrond ednige cylinders zuurstof, welke ook tot de
uitrusting beboeren.
Begiftigd met Groot-Kruis Oranje-
Nassau-orde.
H. M. de Koningin heeft gistermid
dag 6 uur ten paleize Noordeinde in
afscheidsgehoor ontvangen den heer
Christo Diamantopoulos, buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister van
Z. M. den Koning van Griekenland bij
H. Ms. hof.
De Koningin heeft den scheidenden
gezant begiftigd met het Groot-Kruis
van de Orde van Oranje-Nassau.
De wethouders, de leden van dea
Gemeenteraad en de gemeente-secreta-
ris, hebben gisteren een bezoek ge
bracht aan burgemeester de Monchy
te zijnen huize, in verband met zijn
zestigsten verjaardag.
De heer Snoeck Henkemans heeft
hierbij den burgemeester toegesproken
en hem met zijn verjaardag gefeli
citeerd. Namens den Raad werd
een bloemstuk aangeboden. Burgemees
ter de Monchy dankte allen voor hun
goede wenschen.
had haar met onmetelijken weerzin
vervuld. Dat Carson daarvan getuige
was geweest, had haar onbeschrijflijk
veel pijn gedaan. Zij was aan de laat
ste bladzijde van het manuscript,
toen Dixon binnen kwam.
Hij scheen nog meer geagiteerd dan
gewoonlijk en na een paar keer zwij
gend heen en weer geloopen te hebben,
verdween hij naar boven. Een paar
minuten later hoorde zij de bel van
de voordeur en vernam zij den schui
felenden tred van Wah Su. Een oogen-
blik daarna kwam hij de kamer in en
deelde mede, dat er een heer was
om den heer Dixon te spreken.
Gaf hij geen kaartje af Wah?
Neen. Een erg ruwe man... wacht
in de hall.
Meneer is boven, geloof ik. Ga
het hem maar even zeggen.
Wah Su boog en ging heen. Na een
paar minuten kwam Dixon binnen. Zijn
mond trok zenuwachtig en zijn handen
beefden.
Tresa, kun je mij wat geld leenen.
Het was een gewoon verzoek en het
verbaasde haar niet»
Onderweg naar het Ringmessehaus,
waar we de Nederlandsche expositie
willen bezichtigen, bemerken we, dat er
in de tallooze sigarenwinkels heel wat
meer keuze bestaat dan te Berlijn en
we stellen vast, dat zulks als een tege
moetkoming bedoeld is voor hen, die de
reis naar de messestad hebben aange
durfd. Ook de spijskaart in de restau
rants biedt de gelegenheid tot overleg
en het wil ons toeschijnen, dat daar in
de eerste plaats van gebruik wordt ge
maakt door de inheemsche bevolking,
want onder normale omstandigheden
zoo laten we ons vertellen bïyft
Leipzig in vrijwel ieder opzicht bij
Berlijn achter. Pas op den Augustus-
Platz worden we weer gewaar, dat we
in tijd van oorlog leven: hier heeft men
namelijk een paar kanonnen neergezet,
die aan den strijd tegen Polen herin
neren en soldaten in velduniform blij
ken bereid om het kijklustige publiek
alle gewenschte inlichtingen te verstrek
ken.
Ds. K. v. d. POL.
Naar wij vernemen, zal ds. K. v. d.
Pol, te Wierden, die het beroep naar de
Ned. Herv. Gem. van ’s-Gravenhage,
heeft aangenomen, als opvolger van
ds. S. van Dorp, Zondagavond 21 April
a.s. alhier worden bevestigd door ds. I.
Kievit van Baarn, waarna hij Woens
dagavond 24 April d.o.v. in hetzelfde
kerkgebouw intrede zal doen.
’(Van onzen specialen verslaggever.)
Leipzig, Maart.
Oppervlakkig bekeken, is alles zoo
ongeveer bij het oude gebleven op de
Nesse te Leipzig.
Op de perrons en buiten aan den
voorkant hangen ook ditmaal de enor
me roode lappen met het zwarte haken
kruis en de drukte op straat doet voor
die van het vorig jaar nauwelijks on
der.
Op den
Jandschen
«enigszins
want we hebben immers in
van zes maanden aan den lijve onder
vonden, wat het wil zeggen, in een
land te leven en te werken, waar het
begrip „oorlog” op elk gebied dus
ook in den handel den doorslag
geeft. Aan den anderen kant moet men
ook weer de energie bewonderen, waar
mee zoo’n Leipziger Messe in oorlogs
tijd georganiseerd wordt
maakt long en welverzorgdoverdreven .opmaak' schaadt Uw ulterlijk
alleen maar, luist daarom wordt Lohse Lelia door zooveel duizenden vrou
wen verkozen. De verfrisschende, zeer bijzondere crèmes geven snel resul
taat} de huid wordt tot in de diepste lagen versterkt en gestimuleerd. Uw
teint wordt jong, frisch, jeugdig I De fijn verdeelde Lohse poeder laat even
Iets van de frissche huidskleur doorschemeren, waardoor een egaaL zeld
zaam .natuurlijk’ effect wordt verkregenl
RIJKSPOSTSPAARBANK.
In den loop der maand Februari
1940 werd aan het kantoor der Poste
rijen alhier op spaarbankboekjes inge
legd 1.702.689,65 en terugbetaald
1.201.961,08. Derhalve meer ingelegd
dan terugbetaald 500.728,57.
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes
bedroeg 1214.
lefoon en belde Carson op. Toevallig
was deze in het hotel aanwezig, bezig
te dine eren.
Ik kom onmiddellijk, antwoordde
hij.
Inderdaad verloor hij geen moment,
want binnen tien minuten hoorde zij
zijn stem in de voorgalerij. Zij liep
de gang door en riep hem. Oh.
kom... kom toch gauw!
Hij kwam de slaapkamer binnen en
floot tusschen de tanden, toen hij de
beweginglooze gedaante aanschouw
de. Hij legde zijn hand op het hart,
maar voelde het niet slaan.
Is hij... dood?
Ik weet het niet. Het ziet er wel
naar uit en toch... Het beste, wat we
kunnen doen is Monroe laten komen.
Ik heb hem een half uur geleden in
zijn bungalow achtergelaten. Waar is
de telefoon?
Monroe beloofde om dadelijk te zul
len komen en Carson probeerde de
wanhopige Tresa zoo goed mogelyk
te troosten.
Wat is er gebeurd?
Niets. Toen ik beneden kwam,
vertelde Wah Su mij, dat Perry naar
zijn kamer gegaan was, om zich voor
het diner te kleeden. Aangezien hij
nogal lang wegbleef, ben ik hem gaan
roepen. Ik vond hem, zooals u hem
hier ziet liggen.
Zij keken weer naar Dixon, maar
deze lag nog steeds in dezelfde hou
ding, zonder een teeken van leven. In
doodelijke spanning wachtten zij op
Monroe. Toen arriveerde de dokter,
die met een ernstig gezicht naar het
bed toeliep. Een lang onderzoek volg-
J Wordt vervolgd.)
Tresa, wees billijk. Dat boek heeft
heel wat van mij gevergd en dan nog
dat gevaar dat mij bedreigt. Kun je
onder die omstandigheden verwachten
dat een man normaal is? Betaal deze
schuld en ik beloof je, dat ik je niet
meer lastig zal vallen. Ik krijg twee
honderd pond bij de aflevering van
mijn manuscript. Ik zal voortmaken
en het de volgende week beëindigen.
Perry dat is net iets voor jou...
beloven en nog eens beloven...
Zij hield plotseling op, toen zij ge
waar werd, dat een man in de deur
opening stond en hen scherp opnam.
Het was een mager, donker individu
met een lijkkleurig gelaat, ongeveer
vijftig jaar oud, gekleed in een pak
van wit dril.
Heeft u er iets op tegen om<in de
hall te wachten? zeide Tresa koel.
Ik heb haast, snauwde hy. Ik
kan hier niet den geheelen dag blijven
staan wachten.
Ga weg, bromde Dixon. Over
een minuut ben ik bij je.
De man haalde de schouders op en
verdween. Tresa wendde zich met een
pijnlijken trek op haar gelaat, tot haar
broeder.
En met zulke individuen laat jij
je in! Wat heeft dat toch allemaal te
beduiden Perry?
Een oude schuld. Het zal niet
meer gebeuren. Help me, opdat
van dien kerel afkom Tresa.
Ze zuchtte weemoedig en nam haar
chequeboek om een chèque tot het
gevraagde bedrag uit te schrijven,
welke zij hem overhandigde.
Dit is de laatste keer, zeide zij.
Ja, de allerlaatste.
De taak van het straathoofd
De betrekking van straathoofd in de
luchtbeschermingsorganisatie, aldus
schrijft de heer SI. ons o.m. is een zeer
moeilijke.
Er is in onze stad plaats voor ruim
1500 straathoofden zoodat aan elk hun
ner de zorg over ongeveer 300 medebur
gers of rond 75 gezinnen is toever
trouwd. Het aantal functionnarissen is
echter nog veel te gering, daar o.a. ook
op vervangers moet worden gerekend.
Het is hun taak de personen, die in
het hun toegewezen gebied wonen, vol
ledig voor te lichten, wat zij moeten
doen en nalaten, m.a.w. op welke wijze
hun zelfbescherming met de minste kos
ten zoo werkzaam mogelijk kan worden
ingericht.
De bedoeling is, dat gemeenschap
pelijk wordt gehandeld volgens het be
ginsel: „Allen voor één en één voor al
len”, dat het straatgebied, a.h.w. dus
een gemeenschap wordt, waarin onder
leiding en met behulp van het straat
hoofd de moeilijkheden gezamenlijk
onder de oogen worden gezien en op
gelost. Zoo noodig en zoo mogelijk kun
nen enkele straatgebieden voor dit doel
gezamenlijk optreden, als zulks doel
matig blijkt.
Het straathoofd zal zich van de hulp
van eenige straatgenooten verzekeren,
om de wacht te houden en zoo noodig
gezamenlijk branden te blusschen of
de gevolgen van een brisantbom te be
strijden.
Is voor verzorging c.q. tijdige eva
cuatie v an zieken, hulpbehoevenden enz.
zorg gedragen, dan heeft het straat
hoofd nog slechts een gedeelte van zijn
taak verricht.
Hij heeft dan nog te zorgen, dat in
tijds personen, die zeer nerveus zijn,
de hulp krijgen van menschen, die hen
kunnen gerust stellen en voldoende
overwicht hebben, hen rustig te hou
den; dat paniekstemming wordt voor
komen, en eventueel zoo spoedig moge
lijk onderdrukt; dat het verbod van
lichtuitstraling zorgvuldig blijft gehand
haafd, enz.
Uit deze korte opsomming moge blij
ken, dat een band van wederzijdsch ver
trouwen moet bestaan tusschen het
straathoofd en de personen, die aan zijn
zorgen zijn toevertrouwd.
Naar wij vernemen zal de Gemeen
teraad den burgemeester een diner
aanbieden ter gelegenheid van
diens 60e verjaardag op Zater
dag j.L
De maaltijd zal gehouden worden
in Hotel Du Vieux Doelen.
tuigden ons him oprechte bewondering
voor deze afdeeling en ze vergelijken
die met de mooiste, welke ditmaal in
het Ringmessehaus wordt aangetroffen:
de Bulgaarsche. Natuurlijk willen we
die vergelijking ook persoonlijk maken
en dicht in de buurt krijgen we een
veelkleurige Bulgaarsche „expositie” te
bewonderen, welke vooral voor het
groote publiek een attractie genoemd
kan worden.
Hij verliet de kamer en kwam een
paar minuten later, met een trek van
verlichting op zijn gelaat, terug. Het
den vreemdeling bleef
geest zweven. Het
De oude Brühl is uitge
storven.
Wij trotseeren den snijdenden wind
en den regen om eerst even ons tradi
tioneel geworden kijkje in den Brühl
te gaan nemen.
Hier vierde het pelsbedrijf sedert
onheuglijke tijden hoogtij, hier stonden
de Joodsche eigenaars met een uitnoo-
digend gebaar voor hun stampvolle
etalages, hier zag men het Joodsche
restaurant in het Hebreeuwsch allerlei
lekkere sprijzen aanbevelen, hier begon
men zich als trouw bezoeker van de
Messe eigenlijk pas op zijn gemak te
voelen, want de Brüh! behoorde nu
eenmaal bij de Messe. Thans is deze
breede straat een „ville morte” gewor
den, de meeste zaken zijn definitief
gesloten en van de vroegere bewoners
zijn er slechts enkele ouden van dagen
overgebleven, die met hun ziel onder
hun arm staan. Is het daarom een won
der, dat we ons maar zoo gauw moge
lijk naar de Grimmaische- en de Pe-
tersstraat spoeden?
Hier werkt de overweldigende drukte
eerder kalmeerend dan beangstigend,
want heel even vergeet men als ’t ware
de omstandigheden, waaronder deze
„Oorlogsmesse” gehouden wordt.
Van ’s morgens 8 uur tot ’s avonds
5 uur zijn de groote paleizen voor het
publiek geopend en het verkeer wordt
bevorderd, doordat hier niet de abso
lute duisternis heerscht, waaraan we
te Berlijn zoetjesaan gewend zijn ge
raakt.
Trouwens, men vertelt ons, dat de
café’s en de restaurants te Leipzig op
gewone dagen pas om 2 uur ’s nachts
gesloten worden en op Zaterdag kan
men zelfs tot 3 uur blijven zitten.
Wij stellen daar het feit tegenover,
dat men te Berlijn, waar sinds het
uitbreken van den oorlog het sluitings
uur op 1 uur is vastgelegd, hoort mom
pelen, dat dit binnenkort nog tot 11 of
12 uur vervroegd zal worden. Men ver
klaart dat aldus: wanneer de oorlog
pas eigenlijk gaat beginnen, dan moe
ten ook zij, die thuis gebleven zijn aan
den lijve den ernst van onzen tijd gaan
ondervinden, een redeneering, welke,
zooal niet aantrekkelijk, dan toch be
grijpelijk is.
De overvloed van de Neder
landsche afdeeling.
In het Ringmessehaus worden we be
groet door den heer Kingma, vertegen
woordiger van de Nederlandsche Ka
mer van Koophandel te Berlijn en den
heer van Berkel van „Economische
Voorlichting” en bij onze rondwande
ling krijgen we te hooren, dat deze op
vallend smaakvolle expositie voor een
belangrijk deel het werk is van onzen
landgenoot, den heer Brusse. Men geeft
den bezoeker hier een zeer aanschou
welijk beeld van den hoogen stand der
Nederlandsche industrie, welke gesym
boliseerd wordt door de modellen van
een Dieseltrein, een grooten baggermo
len, een stoomboot, een Fokker-jager en
een Koolhoven-watervliegtuig. Men
heeft een ruime plaats gegeven aan de
voortbrengselen van onze industrie,
waarbij in de eerste plaats de confec
tie, het speelgoed, en leeren mode-arti-
kelen onze aandacht vragen. De Duit-
sche bezoekers blijven eenigszins be
duusd staan kijken bij de afdeeling,
welke een duidelijk overzicht geeft van
onzen landbouw en dat is begrijpelijk,
want hier krijgt men immers op ver
lokkelijke wijze kisten vol versche
eieren, goudkleurige roomboter, Goud-
sche en Leidsche kaas en nog veel meer
te aanschouwen. Maar al net eender als
in de musea geldt ook hier het voor
schrift, dat men de voorwerpen niet
met zijn vingers mag aanraken! Voor
de vele dames, die we zien rondwande
len. moet het een ware bezoeking zijn
wanneer ze zulk een overvloed
chocolade, cacao, koffie, thee en
serven voor vleesch en visch te
schouwen krijgen, want dat zijn
maal dingen, waar men in het huidige
Duitschland maar liever niet aan denkt.
Het treft ons. dat men onze Oost op
vallend bescheiden heeft weergegeven.
Wil men het netelige koloniale vraag
stuk onder de gegeven omstandigheden
maar liever zooveel mogelijk op den
achtergrond laten?
Een collectie fraaie wajangpoppen,
groote foto’s van Indische plantages en
verschillende halfproducten waarvan
vooral de Indische stroohoeden bekijks
hebben geven slechts een flauw
beeld van wat er in onze oyerzeesche
bezittingen geproduceerd wordt. Tot
besluit bezichtigen we dan nog de af
deeling, waar de Jaarbeurs van Utrecht
de Stoomvaartmaatschappij Zeeland, de
haven van Rotterdam, de A.N.V.V., en
de Nederlandsche Spoorwegen een aan
schouwelijk beeld van hun bedrijf laten
zien. Duitsche vrienden uit Berlijn be-
BEZOEK VAN BELGISCHEN HOOFD
AALMOEZENIER
Ds. P. Blommaert, hoofdaalmoeze
nier van het Belgische leger, die op
uitnoodiging van den leger- en vloot-
predikant in algemeenen dienst, dr.
W. G. Harrenstein, een bezoek aan
Nederland heeft gebracht, is gisteren
weer naar Brussel vertrokken.
Ds. Blommaert, die sinds 1914 is
belast met de geestelijke verzorging
van het Prot. gedeelte van de Belgi
sche weermacht, welke verzorging
hij van den grond af heeft opgebouwd
en die sinds 1935 ook den rang heeft
van kolonel, heeft tijdens zijn verblijf
hier te lande het werk van de geeste
lijke verzorging zooals dat geregeld
is, hoofdzakelijk gezien in het Westen.
Hij heeft een vierdaagsche reis door
dat deel van ons land gemaakt,
waarvoor de opperbevelhebber wel
willend kapitein dr. G. J. Dieperink,
van het bureau van dr. Harrenstein,
beschikbaar stelde, terwijl Gen. Maj.
Jhr. J. Th. Alting v. Geusau een mi
litaire auto te zijner beschikking
stelde. In een van de godsdienstige
samenkomsten ergens in Nederland
voor de militairen gehouden onder lei
ding van den reserve-veldprediker ter
plaatse, heeft ds. Blommaert aan het
einde eveneens een kort woord gespro
ken. Overal viel ds. Blommaert een
warme ontvangst en groote welwil
lendheid ten deel en tal van reserve-
veldpredikers en militaire autoriteiten
werden aan hem voorgesteld. Gen
Maj. Jhr. J. Th. Alting v. Geusau
heeft den hoofdaalmoezenier in
audiëntie ontvangen.
Ditzelfde geschiedde gisteren vóór
het vertrek ook door den Belgischen
gezant, Z. Ex. L. G. Nemry in tegen
woordigheid van den mil. attaché,
Kol. P. J. Diepenrijkx.
onbevooroordeelden buiten
bezoeker maakt dat een
tragi-komischen indruk,
den tijd
Geen technische Messe.
Van een bezoek aan de Technische
Messe moeten we echter afzien, daar
deze ditmaal niet plaats vindt. Daar
staat nog altijd het statige paviljoen,
waar eertijds de sovjet-Unie exposeer
de. maar sedert de „Machtübernahme”
schitterde Rusland door afwezigheid.
Onze veronderstelling, dat daar nu wel
verandering in komen zou, blijkt voor
barig te zijn, want onder de 15 buiten-
landsche deelnemers wordt de USSR
niet genoemd. Daarentegen blijkt Est
land voor de eerste maal aan de Leip
ziger Messe deel te nemen. De leider
van deze collectieve afdeeling. dr. Vendt
heeft de reis naar de Messestad ervoor
over gehad om den handel van zijn
land met Duitschland en andere staten
te bevorderen en zoo schijnt de terug
keer van Duitsche gezinnen uit de
Baltische staten naar het Derde Rijk
dan toch ook nog zijn goede zijde te
hebben?
Hoeveel heb je noodig?
Twintig pond.
De grootte van het bedrag verwon
derde haar. Gewoonlijk was het een
paar pond.
Twintig pond! Perry, dat kan ik
niet missen. Je hebt deze maand al
meer dan twaalf pond van mij gehad.
Is het een rekening?
Zoo iets, mompelde hij. Het is
hoogst urgent.
Voor den man, die daar wacht?
Wie is dat?
Wat komt dat er op aan. Ik zeg
‘je, dat ik het geld dadelijk moet heb
ben.
Zijn onhebbelijk optreden had niet
het gewenschte resultaat.
Indien jij mij vertelt, wie die man
is en je mij precies uitlegt, waar je
het geld voor noodig hebt, dan zal ik
er eens over denken.
Hij gaf met zijn rechtervuist een
harden slag op tafel, zoodat de inkt
uit den koker spatte.
Ben je soms van plan mij dat
armzalige bedrag van twintig pond
te weigeren! Je schijnt ook al niet veel
om me te geven. Je weet dat ik in
moeilijkheden verkeer en je wilt niets
doen om mij eruit te helpen.
Ben je niet mans gehoeg om je
zelf te helpen? antwoordde zy. Je
ontvangt een goed salaris, maar je
doet niets anders dan dat verdrinken
en verdobbelen. Ik zeg je Perry, dat
je mij tot wanhoop brengt. Wie is die
man... wat is er tusschen jou en hem?
Dixon snakte naar adem en zijn ge
laat werd spierwit. Met moeite be-
heerschte hij zich en sloeg een ande
ren toon aan..
dig oordeelde om haar zijn vertrou
wen te schenken.
Waarom sta je mij niet toe, je
te helpen? pleitte zij.
Mij helpen? Je weet niet, wat je
zegt. Tresa, wat er ook moge gebeu
ren, meng je nooit in deze aangele
genheid. Er zijn dingen... verschrikke
lijke dingen, welke buiten je gezichts
kring vallen. Je kent de Oost nog niet,
Tresa. Je kunt onmogelijk het gesle-
pene, voor niets terugdeinzende en
misdadige in den Oosterschen geest
begrijpen. Maar ik zal het manuscript
afmaken. Zij zullen dat werk niet, zoo
als mij, vernietigen.
Hij was weer in de klauwen van een
verschrikkelijken angst. Daar zij voel
de, dat zij niet bij machte was om
hem te helpen, ging zij naar haar ka
mer en bleef daar tot het middag
maal. Toen zy beneden kwam, was hy
er nog niet. Zij riep Wah Su, die haar
mededeelde, dat zijn meester zich
aan het kleeden was voor het diner.
Een half uur verliep en nog kwam
Dixon niet opdagen. Tresa voelde een
onverklaarbaren angst by zich opko
men en ging naar boven om hem te
roepen. Zy klopte op de deur en aan
gezien geen antwoord volgde, klopte
zij opnieuw.
Perry!
Zij wachtte een halve minuut en
stootte toen de deur open, waarna zij
binnentrad. Een kreet ontsnapte haar
lippen, toen zij een beweginglooze ge
daante op het bed zag liggen. Zij
greep zijn hand, maar hoewel dit
lichaamsdeel niet koud was, voelde
het toch eigenaardig aan. Met een on
derdrukten snik rende zy naar de teelde,
gezicht van
Tresa voor den
kwam haar op de een of andere ma
nier bekend voor.
Perry, ik ben zeker, dat ik dien
man vroeger al eens ontmoet heb,
zeide zij peinzend. Een heelen tijd
geleden, maar waar?
Hij schrok en keek haar scherp
aan, maar was zichtbaar gerustge
steld, toen zij haar hoofd in verwar
ring schudde. Hij nam de zoo juist
beschreven vellen van de tafel en be
keek deze nauwkeurig.
Nog slechts één hoofdstuk en de
index. Het is het beste werk, dat ik
ooit gemaakt heb. Toen vervolgde hij
met een steelschen blik op Tresa:
Ik hoop, dat ik in staat ben om
het af te maken.
Natuurlijk, Perry. Overdrijf je
misschien dat gevaar niet? Vergeet
die bedreigingen en zoek verstrooiing
in je werk.
Vergeet het, lachte hij heesch.
Jawel, zij zullen mij het niet laten
vergeten.
Zij! Wie?
De lui, die mij op het spoor zijn.
Ik zou morgen Singapore verlaten, als
ik wist, dat zulks mij zou helpen.
Maar dat geeft mij niets. Wanneer de
tijd rijp is, zullen zij hun slag slaan.
Zij sidderde bij het hooren van de
ze woorden. Wanneer zij hem over
deze kwestie sprak, kreeg zij steeds
een dergelijk vaag antwoord en het
deed haar pijn, dat hy haar onwaar-
4 -
c3
ftb