HAAGSCHE COURANT
s
BINNENLAND
STADSNIEUWS
Woensdag 13 Maart 1940.
Nederlandsche ambuiance voor binland
Acht schepen binnen
vergaan
DERDE BLAD.
Grensregeling met Duitschland
Rotary-dagen in Brussel
Militaire Willemsorde
De stand der werkloosheid
De door den Belgischen staatsman
mr. F. van Cauwelaert te Maastricht
te houden rede
Wij hielpen de Boeren, Iaat ons de
Finnen helpen!
Ontduiking der beperkende
bepalingen inzake Liebesgaben
J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal
gezant te Bern
Minister Bolkestein hersteld
Weerkundige Waarnemingen
barometerstand ’an hedenmiddag 12 uur
Nieuwe regelingen in de
koopvaardij
Mysterie rondom Schouwen-
bank
een maand
Prins Bernhard bezoekt troepen-
onderdeelen
Een der ambulance wagens, welke bestemd zijn voor Finland, voor
het gebouw van het Roode Kruis aan de Prinsessegracht alhier.
Dr. Meihuizen (met deukhoed) toont belangstelling voor de auto.
TENTOONSTELLING VAN WERK
STUKKEN IN DE VAKSCHOOL
VOOR KLEERMAKERS
van
740 m.m.,
u
12
hedenmiddag
uur:
een
nauwelijks
u
m
de
ver
vierde
maakten
heeren
De Regeering beantwoordt de schrifte
lijke vragen van het Eerste-Kamerlid
van Vessem.
Comité „Hulp aan Finland voor
41 jaren”.
Tweede Kamer stemt in met het
leenen aan niet-militairen.
van
slot-
van
over-
Naar wij vernemen is binnenkort de
benoeming te verwachten van mr. J.
J. B. Bosch ridder van Rosenthhl, Hr.
Ms. buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister bij de Poolsche re-
geering, tot buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister te Bern.
No. 17517.
Het laatste medische onderzoek van
minister Bolkestein heeft uitgewezen,
dat een spoedig herstel mag worden
verwacht, zooda*. de minister er niet
aan denkt af te treden. Minister Bol
kestein wordt thans in een ziekenhuis
in ons land verpleegd en hij is reeds
in zooverre hersteld, dat hij de loopen-
de zaken telefonisch kan afdoen.
Binnen enkele weken hoopt de mi
nister de begroeting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen in de Eer
ste Kamer te kunnen verdedigen.
De Paaschveetentoonstelling 1940
te Amsterdam.
De Amsterdamsche vereeniging tot
het houden van veetentoonstellingen en
jaarmarkten organiseert morgen haar
jaarlijksche Paaschveetentoonstelling.
Uitgeloofd zijn medailles door H.M
de Koningin, Prins Bernhard, den mi
nister van Economische Zaken, den bur
gemeester van Amsterdam en den com
missaris van de Koningin in de pro
vincie Noord-Holland.
de landarbeiders buiten
worden gelaten)
1932, 27.6 (26.7)
1934, 26.9 (28.0)
1936, 33.3 (35.4)
1938, 27.8 (28.8)
1940, 27.6 (27.1).
1933,
1935,
1937,
1939,
33.4
32.6
29.4
23.8
(33.7)
(34.6)
(30.9)
Q
O
fe
Het dunne pijltie geeft den stand aan
»an gisteren
Het beschikbaarstellen van stroo
aan veehouders.
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid van der Weijden be
treffende het tegen redelijke prijzen
ter beschikking stellen van stroo aan
veehouders, heeft de minister van Eco
nomische Zaken o.m. geantwoord
Uit de inmiddels genomen maatrege
len moge blijken, dat de minister het
noodzakelijk achtte, voorzieningen te
treffen, opdat het stroo voor redelijke
prijzen ter beschikking van de vee
houders zou komen. Indien de getrof
fen maatregelen niet tevens tengevolge
hebben, dat voldoende stroo ter be
schikking van de veehouders komt, zal
niet worden nagelaten te bevorderen,
dat zulks wel het geval wordt
ministers I
zich
als
jes zijn vermeld de percentages, indien
- -1 beschouwing
Gistermiddag heeft de m o-
torspuit van der Vennestraat een
(24.6) schoorsteenbrand gebluscht in perceel
Ferdinand Bolstraat 24.
Vereeniging „Hellas-Hollandia”
opgericht.
Gistermiddag is op het vice-consu-
laat van Griekenland te Amsterdam,
de vereeniging Hellas-Hollandia opge
richt.
Deze vereeniging, waarvoor de Griek-
sche gezant hier ter stede, Z.Exc. Chr.
Diamantopoulus, het eere-president-
schap heeft aanvaard stelt zich blij
kens de statuten ten doel: de ontwik
keling van de Grieksch-Nederlandsche
handelsbetrekkingen door beter weder-
zijdsch begrip van de mentaliteit der
kooplieden van beide landen, de be
vordering van den invoer van Griek-
sche producten en fabrikaten in Ne
derland en Koloniën, zoomede de be
vordering van het tourisme in Grieken
land, in den meest uitgebreiden zin.
Tot leden van het bestuur werden
gekozen de heeren: Hon. W. L. Mor-
sink, vice-consul van Griekenland te
Amsterdam, voorzitter, jhr. H. van
Lennep, vice-voorzitter, B. C. Zacha-
ris, algemeen secretaris, jhr. F. H. G.
van Benthem van den Bergh, jhr. W.
Boreel, Willem de Vries, P. R. Fenen-
ga, G. Zachariades, A. B. C. Dudok de
Wit, W. A. den Tex Bondt en dr. W.
Th. Vogelaar.
Samenwerking tusschen België.
Nederland en Luxemburg.
Ter gelegenheid van de internatio
nale jaarbeurs van Brussel hebben de
Nederlandsche, Belgische en Luxem-
burgsche districten van de Rotary In-
ternatonal te Brussel Bijeenkomsten
georganiseerd, waar 28 Nederlandsche
steden en Nederlandsch-Indië, zoomede
alle Belgische clubs vertegenwoordigd
waren.
De zakenlieden, die het woord heb
ben gevoerd, hebben met name gezegd,
dat de economische samenwerking tus-
scren België, Nederland en Luxemburg
niet gebaseerd kan worden op de te
genwoordige oorlogsomstandigheden.
Deze omstandigheden zijn slechts van
tijdelijken aard, daar de oorlog zelve
slechts van tijdelijken aard is.
Toch geven de tegenwoordige toe
standen ernstig te denken. Een feit is,
dat het in abnormale perioden zeer
vaak voorkomt, dat de grondslagen
worden gelegd voor een bouwwerk.
België, Nederland en Luxemburg
zijn thans rijp voor economische sa
menwerking.
Het Eerste-Kamerlid van Vessem
had aan de ministers van Buitenland-
sche Zaken, van Justitie en van De
fensie eenige schriftelijke vragen ge
steld, waarvan de eerste twee luidden:
rijksminister van
ken aldaar overeengekomen, dit
schil bij latere wijzigingen van
grens te vereffenen.
Het is 41 jaren geleden, dat de Boe
ren hun rechtvaardigen maar ongelijken
strijd streden voor hun vrijheid.
Nederlandsche oud-strijders uit den
Boerenoorlog en zij. die op andere
wijze de Boeren nu 41 jaren geleden
spontaan te hulp zijn gesneld, vermeen
den zich ook nu niet onbetuigd te moe
ten laten en, zij het dan ook op vreed
zame wijze, voor de Finnen te moeten
strijden. Daartoe hebben zij een comité
gevormd, dat een beroep doet op het
Nederlandsche volk, overtuigd dat dit
evenals 41 jaren geleden, het als een
voorrecht zal beschouwen met milde
hand voor dit nobele doel te geven, op
dat een flink bedrag bijeen gebracht zal
worden.
Aan de binnengekomen gelden zal
door het comité, na ruggespraak met de
Finsche regeering. een humanitaire be
stemming gegeven worden ten bate van
Finland.
Zelfs wanneer Finland binnen afzien-
baren tijd in staat gesteld zou worden
om een eervollen vrede te sluiten, zal
hef dappere Finsche volk, dat zulke
groote en smartelijke offers bracht in
den vrijheidsoorlog, die aan zijn land
werd opgedrongen, de helpende hand
van zijn vrienden behoeven om de tal
rijke wonden te verzorgen, waaruit het
bloedt.
Het comité „Voor 41 jaren” gevormd
uit Nederlandsche oud-strijders en leden
van ambulances uit den Boerenoorlog
staat onder eere-voorzitterschap van
Z.E. dr. H. D. van Broekhuizen, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minis
ter van de Unie van Zuid-Afrika. Voor
zitter is de heer F. A. van der Loo, oud-
commandant, vice-voorzitter de heer D
J E. MacLeod, geneesheer bij een der
Nederlandsche ambulances, secretaris
de heer J. C. Lutkie, oud-strijder, en le
den mej. E. G. Beynen, hoofd verpleeg
ster. en de heer P. J. van Dodeweerd.
oud-strijder allen uit den Boerenoorlog
Daarnaast heeft zich een uitgebreid co
mité van aanbeveling gevormd Bijdra
gen kunnen worden gestort per postwis
sel of op postrekening no. 375000 ten
name van: voorzitter Comité Hulp aan
Finland, voor 41 jaren”, of bij een der
Kantoren van de Nederlandsche Handel
Maatschappij en ten name van het
comité.
Het oprichten van sub-comité’s in alle
plaatsen van Nederland en individueele
medewerking en hulp zullen zeer op
prijs worden gesteld. Men wende zich
schriftelijk tot het comité „Hulp aan
Finland voor 41 jaren”, van Diepen-
burchstraat 154, alhier.
Z.K.H. Prins Bernhard heeft heden
ochtend namens H.M de Koningin, ver
gezeld van zijn waarnemenden adju
dant. luitenant-kolonel H. J. Phaff.
oefeningen van troepen bijgewoond
omgeving van Amersfoort
Onbekend mijnenveld?
Men dacht eerst aan een ongelukkig
toeval, wellicht aan drijvende mijnen,
doch thans gaat men zich afvragen of
er een andere oorzaak is van deze zich
snel uitbreidende reeks rampen.
Men kan zich slechts aan een drietal
veronderstellingen wagen, die echter
geen van alle een oplossing geven. Hoe
de „Grutto”, de „Rijnstroom” en de
„Vecht” ten onder gingen, zal wel voor
altijd verborgen blijven.
De opvarenden van de hier gezonken
schepen, die het geluk hadden gered te
worden, kunnen niet anders verklaren
dan dat hun schip na een ontploffing
is gezonken Er bestaat thans geen en
kele aanwijzing, dat van torpedeering
sprake kan zijn. Men denkt aan drij
vende mijnen, die vooral in den laat-
sten tijd uit de officieele Engelsche
mijnenvelden zijn losgekomen en met
Noordwesten winden naar onze kust
zijn afgedreven. Maar daar kan men
tegenin brengen, dat het gros van deze
mijnen gedesactiveerd is en dus geen
gevaar oplevertdat in den laatsten
tijd op de Noordzee opvallend weinig
drijvende mijnen worden waargeno
men en dat alles dan juist naar Schou-
wenbank zou zijn afgedreven.
Men kan ook denken aan de beruch
te magnetische mijn, of aan een mijnen
veld, dat in strijd met het internatio
naal recht, dat bekendmaking van de
ligging van het veld voorschrijft, daar
is gelegd. Geen der scheepsrampen
heeft echter een antwoord kunnen ge
ven op al deze vragen.
Het mysterie rond Schouwenbank is
nog niet opgelost.
Zooals ieder jaar, heeft ook ditmaal
het bestuur van de Vakschool voor
Kleermakers in het gebouw Kazerne
straat 28 een tentoonstelling georga
niseerd van het overgangs- en eind
examenwerk der leerlingen. Deze ex
positie, welke voor den buitenstaander
een uitstekenden indruk geeft van het
te geven onderricht, is morgen en
Vrijdag van 125 en 79 uur n.m.
geopend.
Vanochtend heeft de heer G. L.
Domhoff sr. als voorzitter van de Ver
eeniging van Kleermakerspatroons de
leerlingen, die het einddiploma hebben
behaald of tot een hoogere klas zijn
bevorderd, toegesproken. Spr. sprak er
zijn voldoening over uit, dat. ondanks
de oorlogsomstandigheden, het onder
wijs aan de school normaal voortgang
kon vinden Meer dan ooit is in dezen
tijd vakonderwijs gewenscht en geluk
kig begint dit in breeden kring door te
werken.
De heer Domhoff wees er op, dat het
van het grootste belang is, dat zij. die
de school gaan verlaten, zich door zelf
studie verder bekwamen, waarvan zeer
zeker profijt zal worden getrokken.
Tot grooter ijver nog spoorde spr aan
de leerlingen, die hun studie aan de
school nog niet hebben voleindigd.
Dank werd gebracht aan directeur en
leeraren voor hun toewijding en aan
de heeren N. Venema en P. Verschra-
gen, die de beoordeeling van het exa
menwerk op zich hebben genomen.
Voor het eindexamen slaagden: J.
Salie (met lof), K. Asberg, H. Schrij
ver, P. van Raay, K. Kok, H. Klein
Breteler (2e pr.), G. Kok, J. Stoffelen
en J. Saris.
In de lokalen krijgt men een over
zicht van den 4-jarigen cursus. Men
ziet, hoe eerst de adspirant-kleermaker
de eenvoudige details van het vak leert
en reeds na 3 jaar een colbert-costuum
op kraag en mouwen na kan maken.
In het laatste jaar wordt een compleet
costuum, overjas en ulster gemaakt en
zelfs enkelen vervaardigden een
jacquet, smoking en rokcostuum. Ook
het tentoongestelde teekenwerk is in
teressant.
Zoo zijn ook ditmaal de leerlingen
van de school weer keurig voor den
dag gekomen. Vermeldenswaard is nog,
dat alle gediplomeerden een betrekking
hebben gekregen.
Arbeidsbemiddeling.
Op 24 Februari 1940 waren bij de
organen der openbare arbeidsbemidde
ling ingeschreven 366.104 werkzoeken
den (351.320 mannen en 14.784 vrou
wen).
Hiervan waren 289.203 (279.321 man
nen en 9882 vrouwen) werkloos en wa
ren 60.912 personen geplaatst bij werk
verruimingen, ook al mochten zij tijde
lijk wegens weers- of (andere omstan
digheden niet hebben kunnen werken.
Blijkbaar waren er dus 15.989 personen
als werkzoekende ingeschreven, die in
het vrije bedrijf werkten, doch ander
werk zochten.
Werkloosheidsverzekering.
In de week van 19 tot en met 24 Fe
bruari 1940 waren bij gesubsidieerde
vereenigingen met werkloozenkas aan
gesloten 595.772 personen, waaronder
75.249 landarbeiders.
Van de 520.478 verzekerden buiten
de landarbeiders was het werkloos
heidspercentage 27.6 (vorige verslag-
week 29.8).
In de overeenkomstige verslagweek
van Februari was het werkloosheids
percentage voor alle verzekerden in de
laatste jaren als volgt (tusschen haak-
Barometer
v.m.
10 gr en
Baromet-n
stationnair.
In de week van 19 tot en met
24 Februari.
De directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt de volgende resultaten
mede van de verzameling door het cen
traal bureau voor de statistiek van de
voorloopige gegevens over de week van
19 tot en met 24 Februari 1940.
De aanlooproute van de Duins en
den Theemsmond naar de Nederland
sche zeegaten en hiermede bedoelen
wij voornamelijk de route naar de
Schelde en den Nieuwe Waterweg
begint in een kwaden reuk te komen
Weer is een Nederlandsch schip op de
zen officieel als gevaarloos erkenden
zeeweg ten onder gegaan. Vooral de
plaats, waar vroeger het lichtschip
Schouwenbank lag, moet als zeer ge
vaarlijk worden aangemerkt. In nog
geen maand gingen daar acht schepen
den grond in.
Het begon op Zaterdag 17 Februari
toen het Noorsche s.s. „Kvernaas” na
een ontploffing zonk, vlak bij Schou
wenbank. Nog geen etmaal later trof de
„Ameland” op vrijwel dezelfde plaats
dit lot.
Ruim een week geleden werden de
„Grutto” en de „Vecht” op deze route
vermist Wrakhout, dat als van deze
schepen afkomstig is herkend en drij
vend werd gevonden bij de Thornton-
bank en de Middensteenbank. die even
ten Zuiden van Schouwenbank liggen,
bepalen ongeveer de plaats waar deze
schepen vergingen. Ook de „Rijn
stroom” moet in deze omgeving geble
ven zijn. Twee Engelsche stoomschepen,
waaronder de „Borthwick”, werden
aan het begin van deze week bij Schou
wenbank door een ontploffing zoo ont
redderd, dat zij spoedig zonken. En ook
de „Amor” is bij den West Hinder ver
gaan.
Dit alles op de voorgeschreven route
van de Nederlandsche kust naar den
Theemsmond en de Duins.
Verzending via Zwitserland.
Sinds kort zijn, gelijk bekend, van
Regeeringswege nieuwe bepalingen af-
gekondigd om paal en perk te stellen
aan den uitvoer van levensmiddelen in
den vorm van zgn. Liebesgaben. Maar
zijn die bepalingen van
kracht geworden, of zij worden reeds
ontdoken.
Te Amsterdam zijn, naar het „Han-
delsblad” meldt, reeds een paar geval
len ontdekt, dat handelaren van een
strooman gebruik maakten om hun
pakketten te verzenden. Deze hande
laren voelen zich n.l. gedupeerd door
het voorschrift, dat alleen particulie
ren de Liebesgaben mogen verzenden.
Zij trachten nu hieraan te ontkomen,
dooreen particulier voor de ver
zending te laten zorgen. Deze expeditie
geschiedt dan niet direct naar Duitsch
land, doch een aantal Liebesgaben
wordt tezamen verpakt in één pakket
en dit wordt naar een adres in Zwit
serland gezonden. Daar zit een relatie,
die het pakket opent en daarin de naar
Duitschland geadresseerde kleine pak
jes Liebesgaben vindt en de relatie
zorgt dan voor de verdere expeditie
naar de geadresseerden, zoodat de goe
deren via een omweg naar Zwitserland
toch hun bestemming bereiken.
Uit den aard der zaaK heeft deze
ontduiking der bepalingen reeds de
volle aandacht der betroKken autori
teiten en men behoeft er niet aan te
twijfelen of de noodige maatregelen
worden getroffen om er voor goed een
einde aan te maken. Reeds zijn en
kele op de gesignaleerde wijze verzon
den pakketten in beslag genomen en
het onderzoek in deze zaken is nog
niet ten einde.
alhier v.m. 8
12 u. 740 m.m.hermometer resp.
10 gr. Celsius.
na
1. Is het aan de ministers bekend, dat
aangekondigd is, dat mr. F. van Cau
welaert, Belgisch minister van Staat en
voorzitter der Belgische Kamer van
Volksvertegenwoordigers, op Zaterdag
16 Maart a.s. in het in staat van beleg
verklaarde Maastricht in een door het
departement Zuid-Limburg der Neder
landsche Maatschappij voor Nijverheid
en Handel belegde openbare vergade
ring zal spreken over economische sa
menwerking tusschen Nederland en
België’
2. Is het aan de ministers bekend,
dat mr. van Cauwelaert zich meer
malen heeft doen kennen als voor
stander van militaire en economische
samenwerking tusschen België en
Frankrijk (o.a. in de kwestie der kali-
verschepingen over Antwerpen in stede
van over Rotterdam) en tevens als
voorstander van militaire samenwer
king in interventionnistischen zin tus
schen België en Nederland?
De genoemde ministers hebben thans
op de eerste twee vragen het volgende
schriftelijke antwoord gegeven:
1. Het antwoord op deze vraag luidt
bevestigend.
2. Het eerste gedeelte van deze vraag
kan zooals zij is gesteld, den onge-
gronden indruk wekken als zou mr. van
Cauwelaert zoowel op militair als op
economisch gebied voorstander zijn van
eenzijdige oriëntatie van België op
Frankrijk. Dat komt niet zonder be
denking voor, omdat daardoor het ge
stelde kan leiden tot de al even
ongegronde gevolgtrekking als zou ge
noemd staatsman een politiek zijn toe
gedaan, welke zich met die der Belgi
sche regeering (aan welke immers geen
eenzijdige oriëntatie ten grondslag ligt)
niet verdraagt, en mede gelet op de
eerste vraag dat zijn toeleg zou zijn,
Nederland tenminste op economisch
gebied in zoodanige eenzijdige oriën
tatie te betrekken.
Daarom moet deze voorstelling van
zaken met klem worden afgewezen.
Hoe onjuist die voorstelling moet zijn,
komt duidelijk aan het licht, wanneer
men bedenkt, dat de economische be
langen, welke mr van Cauwelaert in
’n vorige functie had te behartigen, geen
eenzijdige verzorging gedoogden, aan
gezien België en Antwerpen, in con
currentie mede met ons land, steeds
getracht hebben hun handelsbetrekkin
gen los van aile politiek naar alle zij
den, waar zulks mogelijk was uit te
breiden.
Indien met het tweede gedeelte van
deze vraag mocht zijn bedoeld, te ken
nen te geven, dat mr. van Cauwelaert
voorstander zou zijn van militaire sa
menwerking tusschen Nederland en
België met den opzet, dat deze landen
op eigen initiatief partij zouden moeten
kiezen in den strijd, waarin zij, zoolang
zij niet worden aangevallen, onzijdig
willen blijven, dan past op die vraag
het antwoord, dat aan de Regeering
niets bekend is, waaruit de gegrond
heid van die opvatting zou kunnen
blijken.
Bevestigend luidt het antwoord op de
derde vraag, luidende:
Is het aan de ministers bekend, dat
op schriftelijke vragen van het lid der
Eerste Kamer, den heer de Rijke, naar
aanleiding van het houden eener poli
tieke rede door mr. van Cauwelaert te
Haarlem op 7 November 1938, de toen
malige minister van Justitie op 13 De
cember 1938 o.a. heeft geantwoord:
„dat de politie bemoeiing achterwege
heeft gelaten, vond zijn oorzaak in het
feit, dat enkele omstandigheden haar
niet van te voren bekend waren?”
In antwoord op de vierde vraag
Schrijft de Regeering:
Mr. van Cauwelaert is, zooals in de
eerste vraag werd opgemerkt, voor
nemens te spreken nopens economische
samenwerking tusschen Nederland en
België. In verband daarmede bestaat
er voor de Regeering geen enkele aan
leiding om te veronderstellen, dat de
Voorzitter der Belgische Kamer van
Volksvertegenwoordigers het Neder
landsche buitenlandsche beleid of de
Nederlandsche staatkunde in algemee-
nen zin in zijn beschouwingen zou be
trekken.
Verwachting tot den avond van 14 Mrtj
Wino krachtig tot matig Zuidwestelijk
tot Noordwestelijk: nog eenige verdere
daling van temperatuur en plaatselijk
enkele buie.i, betrokken tot zwaar be
wolkte lucht met tijdelijke opklaringen.
De depressie, die gisteren over de Brit-
sche Eilanden tot ontwikkeling kwam,
trok m de richting van Denemarken. Zij
veroorzaakt- zware bewolking en regen
en langs onze kust tijdelijk stormachtigen
wind.
Over de Golf van Biscaye ontwikkelde
zich eer, actb.ve nieuwe storing.
Onder invloed van dezelfde storing na
men in onze omgeving de luchtdruk-ver-
schillen weer af In Scandinavië steeg de
luchtdruk een weinig
De zeer koude lucht, die daar nog
steeds aanwe. ig is. drong verder in Zui
delijke richting door
In Zuid-Ncorwegen vriest het 12 gr.
Het arctische maximum over Groenland
neemt thans «n beteekenis af
Stormwaarschuwingsdienst
Geseind te de Bilt hedenochtend 10 uur
aan alle posten: „Attentiesein neer”.
Zonsopgang: 14 Maart 6.17 u.
Zonsondergang: 14 Maart 6.02 u.
Lantarens aan: 14 Maart tot 5.47
v.m 14 Maart 6.32 j. nam.
Hoogwater te Scheveningen.
14 Maart s merg 6.20 unam. 6.40 u.
Monger schietoefeningen op het strand
tusschen strandpaal 91 en 94 van 10 u.
v.m.6 u nam
Crematie H. W. Penaat.
Gistermiddag had in het cremato
rium op Westerveld te Velsen onder
veel belangstelling de crematie plaats
van het stoffelijk overschot van den
heer H. W. Penaat, journalist en mu
ziekcriticus, op 66-jarigen leeftijd te
Haarlem overleden.
Aanwezig waren de heeren Mar.
Adam, dirigent en P. de Waardt, be
stuurslid van de Haarlemsche Orkest-
vereeniging, de musici Jac. Bonset,
Amsterdam, Jos. de Klerk, Karei de
Jong, G. J. Kalt en P. Zwaanswijk, al
len te Haarlem, de zangeres Ans
Stroink, de voordrachtkunstenares Lies-
beth Sanders-Herzberger, bestuursle
den van zangkoren enz.
Gesproken hebben de heeren C.
Winkler, namens directie en redactie
van „Het Volk” en A. Wanschers, voor
zitter van De Stem des Volks, te Haar
lem. De oudste zoon dankte voor de
belangstelling.
Ontleend is aan het verslag van de
Tweede Kamer over het wetsontwerp
herziening van de wet van 30 April
1815, houdende instelling van de mili
taire Willemsorde
Tegen het voorstel om in de wet de
practijk te bevestigen, dat de militai
re Willemsorde ook aan niet-militairen
kan worden verleend, rees geen be
zwaar.
Dat thans duidelijk tot uitdrukking
wordt gebracht, dat de orde alleen
strekt tot belooning voor daden, in den
strijd verricht, vond algemeen waar-
deering. Verscheidene leden maakten
evenwel bezwaar tegen den uitleg, dien
de Regeering aan het begrip „strijd"
wil geven, waar zij schrijft, dat de
woorden „in den strijd” geenszins al
leen persoonlijke deelneming aan het
gevecht met den vijand beteekent.
Naar het oordeel dezer leden kan een
hooge bevelhebber, die van een bu
reau uit de gevechtshandelingen leidt,
voor een hooge onderscheiding in aan
merking komen, maar dan voor een
andere dan voor de Militaire Willems
orde. Het schoone van deze orde is
juist, dat zij in den strijd met den
vijand op het gevechtsveld wordt ver
diend.
Verscheidene leden maakten er in
beginsel bezwaar tegen, dat de hoogte
der toelage afhankelijk wordt gesteld
van den rang of stand, welken de rid
der bekleedt op het oogenblik, dat hij
zich de onderscheiding heeft waardig
gemaakt.
Opgemerkt werd, dat artikel 58 van
het reglement bepaalt „Ieder jaar zal
er een feest der orde gevierd worden,
waartoe de dag van den zestienden
Januari bestemd is”. Desondanks is het
jaarfeest van de orde nimmer gehou
den, zelfs schijnt men het aanstaande
125-jarig jubileum der orde op een te
sobere wijze te willen vieren. Gevraagd
werd, hoe dit verklaard moet worden.
Wetsontwerp ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot
goedkeuring van het op 13 Juni 1938
te Berlijn tusschen Nederland en
Duitschland gesloten verdrag houdende
vaststelling van een grensregeling aan
het Schoonebeekerdiep (Grenzaa), aan
de ge-
de
Verhooging van toeslagen en een
wachtgeldregeling
Tusschen de beide bonden van werk
gevers in de koopvaardij en de con-
tact-commissie van organisaties
werknemers ter koopvaardij is
eenstemming bereikt omtrent:
le. een verhooging van de toeslagen
op de gages wegens oorlogsgevaar. (De
bestaande toeslagen varieerden van 15
tot 100 procent, volgens de nieuwe re
geling van 20 tot 150 procent.)
2e. een verhooging der verzekering
ten aanzien van de nagelaten betrek
kingen van officieren. (De verhoogde
verzekering heeft betrekking op de
regeling, zooals die voor de officieren
reeds bestond.)
3e. een wachtgeldregeling, indien als
veiligheidsmaatregel de schepen in Ne
derland worden opgelega.
De regelingen worden geacht in wer
king te zijn getreden op 25 Febr. j.l.
de Worm, (Wurm), tusschen
meenten Losser en Bardel, aan
Rammelbeek (Rammeibach) en
een gebiedsruil met bijbehoorend
protocol.
De toelichting zegt o.m. het volgende:
De wenschelijkheid is gebleken, om
tengevolge -van de normalisatie van
het Schoonebeekerdiep, de verlegging
op een tweetal plaatsen van den loop
van de Worm en de gedeeltelijke
drooglegging en omlegging van de Ram
melbeek de Nederlandsch-Duitsche
grens op bepaalde gedeelten opnieuw
vast te stellen en tevens tot een ge
biedsruil over te gaan. Eveneens leek
het aanbeveling te verdienen om de
bepalingen van het verdrag van Mep
pen van 2 Juli 1824, voor zooveel deze
betrekking hebben op de grens, ge
vormd door het niet-drooggelegde ge
deelte van de Rammelbeek, te verdui
delijken en voorts om de grens tus
schen de gemeenten Losser en Bardel
bij de grenssteenen no. 6 en no. 6/1
in verband met de afbraak van een
tweetal gebouwtjes ter plaatse eenigs-
zins te wijzigen.
Naar aanleiding hiervan zijn tus
schen de vertegenwoordigers van de
beide regeeringen onderhandelingen ge
voerd, welke hebben geleid tot de
onderteekening van het thans ter goed
keuring voorgedragen verdrag en het
daarbij behoorende slotprotocol.
Hoewel bij grensregelingen in begin
sel gestreefd wordt naar gelijkheid
van geruilde oppervlakten, zal tenge
volge van het onderhavige verdrag het
Duitsche Rijk van Nederland een ge
bied verkrijgen, dat 215 centiaren groo
ter is dan het gebied, dat het aan
Nederland afstaat. Bij de briefwisseling
van 13 Juni 1938 is tusschen Harer
Majesteits gezant te Berlijn en den
Buitenlandsche Za-
ver-
de
1