HAAGSCHE COURANT s BINNENLAND STADSNIEUWS Woensdag 13 Maart 1940. Nederlandsche ambuiance voor binland Acht schepen binnen vergaan DERDE BLAD. Grensregeling met Duitschland Rotary-dagen in Brussel Militaire Willemsorde De stand der werkloosheid De door den Belgischen staatsman mr. F. van Cauwelaert te Maastricht te houden rede Wij hielpen de Boeren, Iaat ons de Finnen helpen! Ontduiking der beperkende bepalingen inzake Liebesgaben J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal gezant te Bern Minister Bolkestein hersteld Weerkundige Waarnemingen barometerstand ’an hedenmiddag 12 uur Nieuwe regelingen in de koopvaardij Mysterie rondom Schouwen- bank een maand Prins Bernhard bezoekt troepen- onderdeelen Een der ambulance wagens, welke bestemd zijn voor Finland, voor het gebouw van het Roode Kruis aan de Prinsessegracht alhier. Dr. Meihuizen (met deukhoed) toont belangstelling voor de auto. TENTOONSTELLING VAN WERK STUKKEN IN DE VAKSCHOOL VOOR KLEERMAKERS van 740 m.m., u 12 hedenmiddag uur: een nauwelijks u m de ver vierde maakten heeren De Regeering beantwoordt de schrifte lijke vragen van het Eerste-Kamerlid van Vessem. Comité „Hulp aan Finland voor 41 jaren”. Tweede Kamer stemt in met het leenen aan niet-militairen. van slot- van over- Naar wij vernemen is binnenkort de benoeming te verwachten van mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthhl, Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol machtigd minister bij de Poolsche re- geering, tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Bern. No. 17517. Het laatste medische onderzoek van minister Bolkestein heeft uitgewezen, dat een spoedig herstel mag worden verwacht, zooda*. de minister er niet aan denkt af te treden. Minister Bol kestein wordt thans in een ziekenhuis in ons land verpleegd en hij is reeds in zooverre hersteld, dat hij de loopen- de zaken telefonisch kan afdoen. Binnen enkele weken hoopt de mi nister de begroeting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in de Eer ste Kamer te kunnen verdedigen. De Paaschveetentoonstelling 1940 te Amsterdam. De Amsterdamsche vereeniging tot het houden van veetentoonstellingen en jaarmarkten organiseert morgen haar jaarlijksche Paaschveetentoonstelling. Uitgeloofd zijn medailles door H.M de Koningin, Prins Bernhard, den mi nister van Economische Zaken, den bur gemeester van Amsterdam en den com missaris van de Koningin in de pro vincie Noord-Holland. de landarbeiders buiten worden gelaten) 1932, 27.6 (26.7) 1934, 26.9 (28.0) 1936, 33.3 (35.4) 1938, 27.8 (28.8) 1940, 27.6 (27.1). 1933, 1935, 1937, 1939, 33.4 32.6 29.4 23.8 (33.7) (34.6) (30.9) Q O fe Het dunne pijltie geeft den stand aan »an gisteren Het beschikbaarstellen van stroo aan veehouders. Op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid van der Weijden be treffende het tegen redelijke prijzen ter beschikking stellen van stroo aan veehouders, heeft de minister van Eco nomische Zaken o.m. geantwoord Uit de inmiddels genomen maatrege len moge blijken, dat de minister het noodzakelijk achtte, voorzieningen te treffen, opdat het stroo voor redelijke prijzen ter beschikking van de vee houders zou komen. Indien de getrof fen maatregelen niet tevens tengevolge hebben, dat voldoende stroo ter be schikking van de veehouders komt, zal niet worden nagelaten te bevorderen, dat zulks wel het geval wordt ministers I zich als jes zijn vermeld de percentages, indien - -1 beschouwing Gistermiddag heeft de m o- torspuit van der Vennestraat een (24.6) schoorsteenbrand gebluscht in perceel Ferdinand Bolstraat 24. Vereeniging „Hellas-Hollandia” opgericht. Gistermiddag is op het vice-consu- laat van Griekenland te Amsterdam, de vereeniging Hellas-Hollandia opge richt. Deze vereeniging, waarvoor de Griek- sche gezant hier ter stede, Z.Exc. Chr. Diamantopoulus, het eere-president- schap heeft aanvaard stelt zich blij kens de statuten ten doel: de ontwik keling van de Grieksch-Nederlandsche handelsbetrekkingen door beter weder- zijdsch begrip van de mentaliteit der kooplieden van beide landen, de be vordering van den invoer van Griek- sche producten en fabrikaten in Ne derland en Koloniën, zoomede de be vordering van het tourisme in Grieken land, in den meest uitgebreiden zin. Tot leden van het bestuur werden gekozen de heeren: Hon. W. L. Mor- sink, vice-consul van Griekenland te Amsterdam, voorzitter, jhr. H. van Lennep, vice-voorzitter, B. C. Zacha- ris, algemeen secretaris, jhr. F. H. G. van Benthem van den Bergh, jhr. W. Boreel, Willem de Vries, P. R. Fenen- ga, G. Zachariades, A. B. C. Dudok de Wit, W. A. den Tex Bondt en dr. W. Th. Vogelaar. Samenwerking tusschen België. Nederland en Luxemburg. Ter gelegenheid van de internatio nale jaarbeurs van Brussel hebben de Nederlandsche, Belgische en Luxem- burgsche districten van de Rotary In- ternatonal te Brussel Bijeenkomsten georganiseerd, waar 28 Nederlandsche steden en Nederlandsch-Indië, zoomede alle Belgische clubs vertegenwoordigd waren. De zakenlieden, die het woord heb ben gevoerd, hebben met name gezegd, dat de economische samenwerking tus- scren België, Nederland en Luxemburg niet gebaseerd kan worden op de te genwoordige oorlogsomstandigheden. Deze omstandigheden zijn slechts van tijdelijken aard, daar de oorlog zelve slechts van tijdelijken aard is. Toch geven de tegenwoordige toe standen ernstig te denken. Een feit is, dat het in abnormale perioden zeer vaak voorkomt, dat de grondslagen worden gelegd voor een bouwwerk. België, Nederland en Luxemburg zijn thans rijp voor economische sa menwerking. Het Eerste-Kamerlid van Vessem had aan de ministers van Buitenland- sche Zaken, van Justitie en van De fensie eenige schriftelijke vragen ge steld, waarvan de eerste twee luidden: rijksminister van ken aldaar overeengekomen, dit schil bij latere wijzigingen van grens te vereffenen. Het is 41 jaren geleden, dat de Boe ren hun rechtvaardigen maar ongelijken strijd streden voor hun vrijheid. Nederlandsche oud-strijders uit den Boerenoorlog en zij. die op andere wijze de Boeren nu 41 jaren geleden spontaan te hulp zijn gesneld, vermeen den zich ook nu niet onbetuigd te moe ten laten en, zij het dan ook op vreed zame wijze, voor de Finnen te moeten strijden. Daartoe hebben zij een comité gevormd, dat een beroep doet op het Nederlandsche volk, overtuigd dat dit evenals 41 jaren geleden, het als een voorrecht zal beschouwen met milde hand voor dit nobele doel te geven, op dat een flink bedrag bijeen gebracht zal worden. Aan de binnengekomen gelden zal door het comité, na ruggespraak met de Finsche regeering. een humanitaire be stemming gegeven worden ten bate van Finland. Zelfs wanneer Finland binnen afzien- baren tijd in staat gesteld zou worden om een eervollen vrede te sluiten, zal hef dappere Finsche volk, dat zulke groote en smartelijke offers bracht in den vrijheidsoorlog, die aan zijn land werd opgedrongen, de helpende hand van zijn vrienden behoeven om de tal rijke wonden te verzorgen, waaruit het bloedt. Het comité „Voor 41 jaren” gevormd uit Nederlandsche oud-strijders en leden van ambulances uit den Boerenoorlog staat onder eere-voorzitterschap van Z.E. dr. H. D. van Broekhuizen, buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minis ter van de Unie van Zuid-Afrika. Voor zitter is de heer F. A. van der Loo, oud- commandant, vice-voorzitter de heer D J E. MacLeod, geneesheer bij een der Nederlandsche ambulances, secretaris de heer J. C. Lutkie, oud-strijder, en le den mej. E. G. Beynen, hoofd verpleeg ster. en de heer P. J. van Dodeweerd. oud-strijder allen uit den Boerenoorlog Daarnaast heeft zich een uitgebreid co mité van aanbeveling gevormd Bijdra gen kunnen worden gestort per postwis sel of op postrekening no. 375000 ten name van: voorzitter Comité Hulp aan Finland, voor 41 jaren”, of bij een der Kantoren van de Nederlandsche Handel Maatschappij en ten name van het comité. Het oprichten van sub-comité’s in alle plaatsen van Nederland en individueele medewerking en hulp zullen zeer op prijs worden gesteld. Men wende zich schriftelijk tot het comité „Hulp aan Finland voor 41 jaren”, van Diepen- burchstraat 154, alhier. Z.K.H. Prins Bernhard heeft heden ochtend namens H.M de Koningin, ver gezeld van zijn waarnemenden adju dant. luitenant-kolonel H. J. Phaff. oefeningen van troepen bijgewoond omgeving van Amersfoort Onbekend mijnenveld? Men dacht eerst aan een ongelukkig toeval, wellicht aan drijvende mijnen, doch thans gaat men zich afvragen of er een andere oorzaak is van deze zich snel uitbreidende reeks rampen. Men kan zich slechts aan een drietal veronderstellingen wagen, die echter geen van alle een oplossing geven. Hoe de „Grutto”, de „Rijnstroom” en de „Vecht” ten onder gingen, zal wel voor altijd verborgen blijven. De opvarenden van de hier gezonken schepen, die het geluk hadden gered te worden, kunnen niet anders verklaren dan dat hun schip na een ontploffing is gezonken Er bestaat thans geen en kele aanwijzing, dat van torpedeering sprake kan zijn. Men denkt aan drij vende mijnen, die vooral in den laat- sten tijd uit de officieele Engelsche mijnenvelden zijn losgekomen en met Noordwesten winden naar onze kust zijn afgedreven. Maar daar kan men tegenin brengen, dat het gros van deze mijnen gedesactiveerd is en dus geen gevaar oplevertdat in den laatsten tijd op de Noordzee opvallend weinig drijvende mijnen worden waargeno men en dat alles dan juist naar Schou- wenbank zou zijn afgedreven. Men kan ook denken aan de beruch te magnetische mijn, of aan een mijnen veld, dat in strijd met het internatio naal recht, dat bekendmaking van de ligging van het veld voorschrijft, daar is gelegd. Geen der scheepsrampen heeft echter een antwoord kunnen ge ven op al deze vragen. Het mysterie rond Schouwenbank is nog niet opgelost. Zooals ieder jaar, heeft ook ditmaal het bestuur van de Vakschool voor Kleermakers in het gebouw Kazerne straat 28 een tentoonstelling georga niseerd van het overgangs- en eind examenwerk der leerlingen. Deze ex positie, welke voor den buitenstaander een uitstekenden indruk geeft van het te geven onderricht, is morgen en Vrijdag van 125 en 79 uur n.m. geopend. Vanochtend heeft de heer G. L. Domhoff sr. als voorzitter van de Ver eeniging van Kleermakerspatroons de leerlingen, die het einddiploma hebben behaald of tot een hoogere klas zijn bevorderd, toegesproken. Spr. sprak er zijn voldoening over uit, dat. ondanks de oorlogsomstandigheden, het onder wijs aan de school normaal voortgang kon vinden Meer dan ooit is in dezen tijd vakonderwijs gewenscht en geluk kig begint dit in breeden kring door te werken. De heer Domhoff wees er op, dat het van het grootste belang is, dat zij. die de school gaan verlaten, zich door zelf studie verder bekwamen, waarvan zeer zeker profijt zal worden getrokken. Tot grooter ijver nog spoorde spr aan de leerlingen, die hun studie aan de school nog niet hebben voleindigd. Dank werd gebracht aan directeur en leeraren voor hun toewijding en aan de heeren N. Venema en P. Verschra- gen, die de beoordeeling van het exa menwerk op zich hebben genomen. Voor het eindexamen slaagden: J. Salie (met lof), K. Asberg, H. Schrij ver, P. van Raay, K. Kok, H. Klein Breteler (2e pr.), G. Kok, J. Stoffelen en J. Saris. In de lokalen krijgt men een over zicht van den 4-jarigen cursus. Men ziet, hoe eerst de adspirant-kleermaker de eenvoudige details van het vak leert en reeds na 3 jaar een colbert-costuum op kraag en mouwen na kan maken. In het laatste jaar wordt een compleet costuum, overjas en ulster gemaakt en zelfs enkelen vervaardigden een jacquet, smoking en rokcostuum. Ook het tentoongestelde teekenwerk is in teressant. Zoo zijn ook ditmaal de leerlingen van de school weer keurig voor den dag gekomen. Vermeldenswaard is nog, dat alle gediplomeerden een betrekking hebben gekregen. Arbeidsbemiddeling. Op 24 Februari 1940 waren bij de organen der openbare arbeidsbemidde ling ingeschreven 366.104 werkzoeken den (351.320 mannen en 14.784 vrou wen). Hiervan waren 289.203 (279.321 man nen en 9882 vrouwen) werkloos en wa ren 60.912 personen geplaatst bij werk verruimingen, ook al mochten zij tijde lijk wegens weers- of (andere omstan digheden niet hebben kunnen werken. Blijkbaar waren er dus 15.989 personen als werkzoekende ingeschreven, die in het vrije bedrijf werkten, doch ander werk zochten. Werkloosheidsverzekering. In de week van 19 tot en met 24 Fe bruari 1940 waren bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas aan gesloten 595.772 personen, waaronder 75.249 landarbeiders. Van de 520.478 verzekerden buiten de landarbeiders was het werkloos heidspercentage 27.6 (vorige verslag- week 29.8). In de overeenkomstige verslagweek van Februari was het werkloosheids percentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haak- Barometer v.m. 10 gr en Baromet-n stationnair. In de week van 19 tot en met 24 Februari. De directeur van den Rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling deelt de volgende resultaten mede van de verzameling door het cen traal bureau voor de statistiek van de voorloopige gegevens over de week van 19 tot en met 24 Februari 1940. De aanlooproute van de Duins en den Theemsmond naar de Nederland sche zeegaten en hiermede bedoelen wij voornamelijk de route naar de Schelde en den Nieuwe Waterweg begint in een kwaden reuk te komen Weer is een Nederlandsch schip op de zen officieel als gevaarloos erkenden zeeweg ten onder gegaan. Vooral de plaats, waar vroeger het lichtschip Schouwenbank lag, moet als zeer ge vaarlijk worden aangemerkt. In nog geen maand gingen daar acht schepen den grond in. Het begon op Zaterdag 17 Februari toen het Noorsche s.s. „Kvernaas” na een ontploffing zonk, vlak bij Schou wenbank. Nog geen etmaal later trof de „Ameland” op vrijwel dezelfde plaats dit lot. Ruim een week geleden werden de „Grutto” en de „Vecht” op deze route vermist Wrakhout, dat als van deze schepen afkomstig is herkend en drij vend werd gevonden bij de Thornton- bank en de Middensteenbank. die even ten Zuiden van Schouwenbank liggen, bepalen ongeveer de plaats waar deze schepen vergingen. Ook de „Rijn stroom” moet in deze omgeving geble ven zijn. Twee Engelsche stoomschepen, waaronder de „Borthwick”, werden aan het begin van deze week bij Schou wenbank door een ontploffing zoo ont redderd, dat zij spoedig zonken. En ook de „Amor” is bij den West Hinder ver gaan. Dit alles op de voorgeschreven route van de Nederlandsche kust naar den Theemsmond en de Duins. Verzending via Zwitserland. Sinds kort zijn, gelijk bekend, van Regeeringswege nieuwe bepalingen af- gekondigd om paal en perk te stellen aan den uitvoer van levensmiddelen in den vorm van zgn. Liebesgaben. Maar zijn die bepalingen van kracht geworden, of zij worden reeds ontdoken. Te Amsterdam zijn, naar het „Han- delsblad” meldt, reeds een paar geval len ontdekt, dat handelaren van een strooman gebruik maakten om hun pakketten te verzenden. Deze hande laren voelen zich n.l. gedupeerd door het voorschrift, dat alleen particulie ren de Liebesgaben mogen verzenden. Zij trachten nu hieraan te ontkomen, dooreen particulier voor de ver zending te laten zorgen. Deze expeditie geschiedt dan niet direct naar Duitsch land, doch een aantal Liebesgaben wordt tezamen verpakt in één pakket en dit wordt naar een adres in Zwit serland gezonden. Daar zit een relatie, die het pakket opent en daarin de naar Duitschland geadresseerde kleine pak jes Liebesgaben vindt en de relatie zorgt dan voor de verdere expeditie naar de geadresseerden, zoodat de goe deren via een omweg naar Zwitserland toch hun bestemming bereiken. Uit den aard der zaaK heeft deze ontduiking der bepalingen reeds de volle aandacht der betroKken autori teiten en men behoeft er niet aan te twijfelen of de noodige maatregelen worden getroffen om er voor goed een einde aan te maken. Reeds zijn en kele op de gesignaleerde wijze verzon den pakketten in beslag genomen en het onderzoek in deze zaken is nog niet ten einde. alhier v.m. 8 12 u. 740 m.m.hermometer resp. 10 gr. Celsius. na 1. Is het aan de ministers bekend, dat aangekondigd is, dat mr. F. van Cau welaert, Belgisch minister van Staat en voorzitter der Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, op Zaterdag 16 Maart a.s. in het in staat van beleg verklaarde Maastricht in een door het departement Zuid-Limburg der Neder landsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel belegde openbare vergade ring zal spreken over economische sa menwerking tusschen Nederland en België’ 2. Is het aan de ministers bekend, dat mr. van Cauwelaert zich meer malen heeft doen kennen als voor stander van militaire en economische samenwerking tusschen België en Frankrijk (o.a. in de kwestie der kali- verschepingen over Antwerpen in stede van over Rotterdam) en tevens als voorstander van militaire samenwer king in interventionnistischen zin tus schen België en Nederland? De genoemde ministers hebben thans op de eerste twee vragen het volgende schriftelijke antwoord gegeven: 1. Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend. 2. Het eerste gedeelte van deze vraag kan zooals zij is gesteld, den onge- gronden indruk wekken als zou mr. van Cauwelaert zoowel op militair als op economisch gebied voorstander zijn van eenzijdige oriëntatie van België op Frankrijk. Dat komt niet zonder be denking voor, omdat daardoor het ge stelde kan leiden tot de al even ongegronde gevolgtrekking als zou ge noemd staatsman een politiek zijn toe gedaan, welke zich met die der Belgi sche regeering (aan welke immers geen eenzijdige oriëntatie ten grondslag ligt) niet verdraagt, en mede gelet op de eerste vraag dat zijn toeleg zou zijn, Nederland tenminste op economisch gebied in zoodanige eenzijdige oriën tatie te betrekken. Daarom moet deze voorstelling van zaken met klem worden afgewezen. Hoe onjuist die voorstelling moet zijn, komt duidelijk aan het licht, wanneer men bedenkt, dat de economische be langen, welke mr van Cauwelaert in ’n vorige functie had te behartigen, geen eenzijdige verzorging gedoogden, aan gezien België en Antwerpen, in con currentie mede met ons land, steeds getracht hebben hun handelsbetrekkin gen los van aile politiek naar alle zij den, waar zulks mogelijk was uit te breiden. Indien met het tweede gedeelte van deze vraag mocht zijn bedoeld, te ken nen te geven, dat mr. van Cauwelaert voorstander zou zijn van militaire sa menwerking tusschen Nederland en België met den opzet, dat deze landen op eigen initiatief partij zouden moeten kiezen in den strijd, waarin zij, zoolang zij niet worden aangevallen, onzijdig willen blijven, dan past op die vraag het antwoord, dat aan de Regeering niets bekend is, waaruit de gegrond heid van die opvatting zou kunnen blijken. Bevestigend luidt het antwoord op de derde vraag, luidende: Is het aan de ministers bekend, dat op schriftelijke vragen van het lid der Eerste Kamer, den heer de Rijke, naar aanleiding van het houden eener poli tieke rede door mr. van Cauwelaert te Haarlem op 7 November 1938, de toen malige minister van Justitie op 13 De cember 1938 o.a. heeft geantwoord: „dat de politie bemoeiing achterwege heeft gelaten, vond zijn oorzaak in het feit, dat enkele omstandigheden haar niet van te voren bekend waren?” In antwoord op de vierde vraag Schrijft de Regeering: Mr. van Cauwelaert is, zooals in de eerste vraag werd opgemerkt, voor nemens te spreken nopens economische samenwerking tusschen Nederland en België. In verband daarmede bestaat er voor de Regeering geen enkele aan leiding om te veronderstellen, dat de Voorzitter der Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers het Neder landsche buitenlandsche beleid of de Nederlandsche staatkunde in algemee- nen zin in zijn beschouwingen zou be trekken. Verwachting tot den avond van 14 Mrtj Wino krachtig tot matig Zuidwestelijk tot Noordwestelijk: nog eenige verdere daling van temperatuur en plaatselijk enkele buie.i, betrokken tot zwaar be wolkte lucht met tijdelijke opklaringen. De depressie, die gisteren over de Brit- sche Eilanden tot ontwikkeling kwam, trok m de richting van Denemarken. Zij veroorzaakt- zware bewolking en regen en langs onze kust tijdelijk stormachtigen wind. Over de Golf van Biscaye ontwikkelde zich eer, actb.ve nieuwe storing. Onder invloed van dezelfde storing na men in onze omgeving de luchtdruk-ver- schillen weer af In Scandinavië steeg de luchtdruk een weinig De zeer koude lucht, die daar nog steeds aanwe. ig is. drong verder in Zui delijke richting door In Zuid-Ncorwegen vriest het 12 gr. Het arctische maximum over Groenland neemt thans «n beteekenis af Stormwaarschuwingsdienst Geseind te de Bilt hedenochtend 10 uur aan alle posten: „Attentiesein neer”. Zonsopgang: 14 Maart 6.17 u. Zonsondergang: 14 Maart 6.02 u. Lantarens aan: 14 Maart tot 5.47 v.m 14 Maart 6.32 j. nam. Hoogwater te Scheveningen. 14 Maart s merg 6.20 unam. 6.40 u. Monger schietoefeningen op het strand tusschen strandpaal 91 en 94 van 10 u. v.m.6 u nam Crematie H. W. Penaat. Gistermiddag had in het cremato rium op Westerveld te Velsen onder veel belangstelling de crematie plaats van het stoffelijk overschot van den heer H. W. Penaat, journalist en mu ziekcriticus, op 66-jarigen leeftijd te Haarlem overleden. Aanwezig waren de heeren Mar. Adam, dirigent en P. de Waardt, be stuurslid van de Haarlemsche Orkest- vereeniging, de musici Jac. Bonset, Amsterdam, Jos. de Klerk, Karei de Jong, G. J. Kalt en P. Zwaanswijk, al len te Haarlem, de zangeres Ans Stroink, de voordrachtkunstenares Lies- beth Sanders-Herzberger, bestuursle den van zangkoren enz. Gesproken hebben de heeren C. Winkler, namens directie en redactie van „Het Volk” en A. Wanschers, voor zitter van De Stem des Volks, te Haar lem. De oudste zoon dankte voor de belangstelling. Ontleend is aan het verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp herziening van de wet van 30 April 1815, houdende instelling van de mili taire Willemsorde Tegen het voorstel om in de wet de practijk te bevestigen, dat de militai re Willemsorde ook aan niet-militairen kan worden verleend, rees geen be zwaar. Dat thans duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht, dat de orde alleen strekt tot belooning voor daden, in den strijd verricht, vond algemeen waar- deering. Verscheidene leden maakten evenwel bezwaar tegen den uitleg, dien de Regeering aan het begrip „strijd" wil geven, waar zij schrijft, dat de woorden „in den strijd” geenszins al leen persoonlijke deelneming aan het gevecht met den vijand beteekent. Naar het oordeel dezer leden kan een hooge bevelhebber, die van een bu reau uit de gevechtshandelingen leidt, voor een hooge onderscheiding in aan merking komen, maar dan voor een andere dan voor de Militaire Willems orde. Het schoone van deze orde is juist, dat zij in den strijd met den vijand op het gevechtsveld wordt ver diend. Verscheidene leden maakten er in beginsel bezwaar tegen, dat de hoogte der toelage afhankelijk wordt gesteld van den rang of stand, welken de rid der bekleedt op het oogenblik, dat hij zich de onderscheiding heeft waardig gemaakt. Opgemerkt werd, dat artikel 58 van het reglement bepaalt „Ieder jaar zal er een feest der orde gevierd worden, waartoe de dag van den zestienden Januari bestemd is”. Desondanks is het jaarfeest van de orde nimmer gehou den, zelfs schijnt men het aanstaande 125-jarig jubileum der orde op een te sobere wijze te willen vieren. Gevraagd werd, hoe dit verklaard moet worden. Wetsontwerp ingediend. Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeuring van het op 13 Juni 1938 te Berlijn tusschen Nederland en Duitschland gesloten verdrag houdende vaststelling van een grensregeling aan het Schoonebeekerdiep (Grenzaa), aan de ge- de Verhooging van toeslagen en een wachtgeldregeling Tusschen de beide bonden van werk gevers in de koopvaardij en de con- tact-commissie van organisaties werknemers ter koopvaardij is eenstemming bereikt omtrent: le. een verhooging van de toeslagen op de gages wegens oorlogsgevaar. (De bestaande toeslagen varieerden van 15 tot 100 procent, volgens de nieuwe re geling van 20 tot 150 procent.) 2e. een verhooging der verzekering ten aanzien van de nagelaten betrek kingen van officieren. (De verhoogde verzekering heeft betrekking op de regeling, zooals die voor de officieren reeds bestond.) 3e. een wachtgeldregeling, indien als veiligheidsmaatregel de schepen in Ne derland worden opgelega. De regelingen worden geacht in wer king te zijn getreden op 25 Febr. j.l. de Worm, (Wurm), tusschen meenten Losser en Bardel, aan Rammelbeek (Rammeibach) en een gebiedsruil met bijbehoorend protocol. De toelichting zegt o.m. het volgende: De wenschelijkheid is gebleken, om tengevolge -van de normalisatie van het Schoonebeekerdiep, de verlegging op een tweetal plaatsen van den loop van de Worm en de gedeeltelijke drooglegging en omlegging van de Ram melbeek de Nederlandsch-Duitsche grens op bepaalde gedeelten opnieuw vast te stellen en tevens tot een ge biedsruil over te gaan. Eveneens leek het aanbeveling te verdienen om de bepalingen van het verdrag van Mep pen van 2 Juli 1824, voor zooveel deze betrekking hebben op de grens, ge vormd door het niet-drooggelegde ge deelte van de Rammelbeek, te verdui delijken en voorts om de grens tus schen de gemeenten Losser en Bardel bij de grenssteenen no. 6 en no. 6/1 in verband met de afbraak van een tweetal gebouwtjes ter plaatse eenigs- zins te wijzigen. Naar aanleiding hiervan zijn tus schen de vertegenwoordigers van de beide regeeringen onderhandelingen ge voerd, welke hebben geleid tot de onderteekening van het thans ter goed keuring voorgedragen verdrag en het daarbij behoorende slotprotocol. Hoewel bij grensregelingen in begin sel gestreefd wordt naar gelijkheid van geruilde oppervlakten, zal tenge volge van het onderhavige verdrag het Duitsche Rijk van Nederland een ge bied verkrijgen, dat 215 centiaren groo ter is dan het gebied, dat het aan Nederland afstaat. Bij de briefwisseling van 13 Juni 1938 is tusschen Harer Majesteits gezant te Berlijn en den Buitenlandsche Za- ver- de 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9