HAAGSCHE COURANT BRIEVEN UIT INDIE UIT DE INDISCHE BLADEN DE HEER Cl>- M WEETER Onderwijsgroei De Goenoeng Dempo VAN DE Indische Telegrammen ALS LANDVOOGD THEEFABRIEK UITGEBRAND Zaterdag 116 Maart 1940, No. 117520 DE ZEEKOE VAN STEINFURTH Uitbarsting richtte plaatselijk groote verwoestingen aan Tekort aan leerkrachten van AUSTRALIË EN DE OORLOG DE POKKEN AAN BOORD VAN DE HADJI-SCHEPEN ENGELSCHE RADIO-PROPAGANDA VIA SINGAPORE SAMBAWA HEEFT EEN i/8 MILLIOEN SCHADE Terugkomst van bedevaartgangers - ïet Nirom-orkest onder nieuwe leiding - Nieuwe landbouwschool in Soekaboemi - Reorganisatie 'i Lands Plantentuin - Het opiumkwaad DE AANVAL OP DE „FRANKEN” b.5.p.3. VREES VOOR EEN LAHAR. |Van onzen correspondent.) Batavia, 25 Februari. ge- De „Blitar” naar Onrast. is gistermiddag derlandsch-Indië Het opium-kwaad. MET VERLOF Zjes jaren Nirom. FAMILIEBERICHTEN UIT DE INDISCHE BLADEN. KOLONIAAL BIJBLAD Het KOLONIAAL BIJBLAD bevat naast oorspronkelijke bijdragen van deskundige hand een overzicht van het voornaamste nit de per laatste mail ontvangen Indische bladen en periodieken, waardoor zij, die zich voor Indië interesseeren, volkomen op de hoogte blijven van de koloniale gebeurtenissen. Kind aan de controle ontsnapt. Omtrent de pokken aan boord van de „Buitenzorg” wordt nog vernomen, dat twee van de patiënten kinderen waren. Een daarvan is een baby die tijdens de reis aan boord werd gebo ren en dus nimmer is ingeënt. Het an dere geval betrof een kind van acht jaar, dat, ondanks de zeer strenge controle bij de afvaarten, niet bleek te zijn ingeënt. Een onderzoek wordt ingesteld hoe het mogelijk was dat dit verzuim is voorgekomen. Het kind vertoeft nog steeds met de contact personen in de barakken te Medan, Zijn toestand is zeer ernstig. Wij lezen in het „Nieuws” „Uit Nederland wordt ons gemeld, dat de jongste memorie van antwoord van des minister van Koloniën, den heer Ch. J. I. M. Welter, moet worden beschouwd als een soort van politiek program, dat den aanloop zal vormen voor den sprong naar den Buitenzorg- schen „troon”. In hoeverre dit bericht juist is, valt hier niet te beoordeelen. Onwaarschijn lijk is het niet De heer Welter, die als oud-algemeen secretaris weet wat een antecedent waard is, heeft er dadelijk een bij de hand. Indertijd is ook de heer A. W. F. Idenburg via het Plein naar Buitenzorg gereisd. Een ander antecedent vormt het feit dat mr. D. Fock indertijd zijn voorzit- terszetel verliet om in de Kamer zijn opzienbarende rede over *t Indische be leid te houden. Prompt daarop volgde zijn benoeming tot Gouverneur-Gene- raaL* Op weg naar het oorlogsfront passeerde de Australische journalist J. J. Barr Medan. CHRISTELIJKE H.B.S. TE MAGELANG. MAGELANG, 16 Maart (Aneta). Thans is definitief besloten, dat op 1 Augustus a.s. te Magelang een Chris telijke H.B.S. zal worden geopend, met twee internaten. „Deli Crt” van 27 Bijna zes jaren is thans de Nirom in Indië als officieele omroepzender in de lucht, in het leven gehouden door een Verplichte maandelijksche bijdrage der luisteraars, die door de post wordt ge ïnd. Wel zijn er ook nog plaatselijke omroepstations, die van particuliere bij dragen bestaan, maar deze zijn er meer om naast de Nirom de zoo hoog noodige Variatie te geven. Men kan n.l. in Indië maar niet zonder meer met elk toestel de verre of Europeesche stations halen, die ons in Europa van bokswedstrijd naar klassiek concert, van racebaan naar variété brengen. Daartoe zijn al leen de dure toestellen in staat, en dan kleeft er toch nog altijd het bezwaar aan van het tijdsverschil, dat luiste raars duimt jft dep. uroeson morgen. Naar het „Algemeen Indisch Dag blad” vernam, heeft dr. Stehn, hoofd van den Vulcanologischen Dienst, gedu rende zijn verblijf van 5 tot 18 Febr. in het gebied van de Goenoeng Dempo geconstateerd, dat op de Noordzijde van den vulkaan groote schade is aan gericht aan de bevolkingstuinen en sa- wahs in de streek van Air-Bajan. Deze verwoestingen zijn een gevolg van het uitwerpen van het kratermeer van zijn inhoud gedurende de eruptie op 30 Januari. Hierbij veranderde de bovenloop van de Air-Bajan zich van den 2864 m. hoo- gen Noord-Westelijken kraterrand af tot op 700 meter zeehoogte. Het ravijn van nog geen vier meter breed werd 25 meter en van iedere vegetatie ont bloot Op enkele plaatsen was het kale dal vijftig meter breed. Aangezien hier door bij een herhaling van een uit werpen van het kratermeer een lahar van buitengewone kracht zou ontstaan en door overslag nog grootere gebie den aan verwoesting bloot zouden staan, heeft men thans verschillende voorzorgsmaatregelen voor de bevol king voorgesteld. Het vischbestand werd tengevolge van het uitgeworpen vuurwater en van den modder op de Noord- en Zuidzijde van den vulkaan vernield. Grootere visschen in de Moesririvier tot Moeara Lakitan, dat is op een afstand van circa’150 kilometer van den Dempo. en kleinere visschen tot 200 kilometer toe stroomafwaarts werden gedood. Op de Zuidzijde werden alle vis schen in de Air Manna van de mon ding van de Air-Mesamie Besar af, welke den modder naar omlaag bracht, tot aan de zee gedood. Dr. Stehn bezocht Goenoeng Kawa op 20 Februari. Tijdens het verblijf bïj den actieven krater constateerde hij het uitstooten van dichte lichtbruin gekleurde rook wolken, waarin zich fijne aschdeeltjes bevonden. De erupties duurden een half uur zonder onderbreken, waarna een pauze kwam. Zoo nu en dan werd beneden in den rookwervel een zwakken weer schijn van gloed gezien. De krater zelf had een lengte van 35 meter en een breedte van 10 meter. Iets verder Oostelijk ligt aan den- zelfden wand nog een tweede halve maanvormige krater van 30 meter lang en 5 meter breed bij een diepte van 4 meter. De eerste terugkomende bedevaart gangers van Mekka zijn weer in Indië aangekomen. De booten, welke speciaal voor het vervoer van deze pelgrims zijn bestemd, hebben geen moeilijkheden van de oorlogsomstandigheden gehad en de meeste geloovigen, die tegen het eind van het vorig jaar de groote reis naar Mekka hebben ondernomen, zul len blij zijn, dat zij deze tijdsomstandig heden hebben getrotseerd, en toch heb ben doorgezet, ofschoon het gouverne ment indertijd moest verklaren, dat zij alleen geheel op eigen risico moesten gaan. Wij ontvingen per laatste luchtmail, via Napels Indische bladen loopende tot en met 4 dezer. WAT ER VAN EEN HAAI OVERBLEEF. Opzienbarende berichten komen uit de baai van Batavia. Vis- schers zouden een haai van wel drie meter hebben gezien. Het beest zwom rustig wat rond. Al spoedig kwamen er meer verha len. Zero’s waren vernield. Dat deed de haai van drie meter. De visschers gingen er op uit om het monster onschadelijk te ma ken, vertelt 't „Bat. Nwsbl”. Men zocht de baai af. Men zag einde lijk iets boven water komen.. Een enorm lichaam: een stuk van den rug van den haai. Zijn vin hield hij angstvallig onder water. Met omsingelde de plaats waar het ondier was gezien en even was verdwenen. Plotseling slaak te de bemanning van één der prauwen een kreet. Er kwam een druipende kop boven water. Men dacht aan een of ander monster. Er deden nog vreemdere verhalen de ronde. Nu is gebleken, dat in de baai van Batavia geen haai van drie meter en geen monster voorkomt, dat een doejoeng, een zeekoe, waarschijnlijk in beide gevallen is gezien. Nu is een doejoeng in de baai van Batavia een zeer zeldzaam voorkomend verschijnsel. Sinds jaren is het dier, dat voorkomt nabij Banka en Billiton, niet in deze wateren gesignaleerd. Het leeft van zeegras, dat hier niet bepaald veelvuldig voorkomt, en men neemt dus aan dat het naar deze streken is verdwaald. Intusschen wordt de zeekoe met rust gelaten. Niemand durft jacht op de doejoeng te maken niet uit bijgeloovigheid of uit een oog punt van dierenbescherming, doch... omdat de heer Stein- furth, administrateur van het quarantaine station op het eiland Onrust zich het lot van het dier heeft aangetrokken en het tot zijn particulier bezit heeft gepromo veerd. Mr. H. M. Callenfels, inspecteur van Fi nanciën te Batavia, Aerdenhout, Zand- voorterlaan 65. L. Hoogerwerf, hoofdagent der burgerpolitie op Curasao, Escamplaan 178, alhier. De bestrijding van het opiumkwaad in Nederlandsch-Indië heeft ook in het afgeloopen jaar goede resultaten opge leverd, waarbij de waarde van het aangehaald opium wederom grooter is geworden, vooral uit de groote sche pen uit China en Japan. Daardoor is het debiet van het regie-opium in 1939 iets gestegen, waartoe ook wel zal hebben medegewerkt, dat de prijs met 1/3 is verlaagd. De gesmokkelde opium is veelal minderwaardiger dan dë gou- verments-opium en het zal wel steeds een strijdpunt blijven, hoe men het opiumkwaad op zichzelf afdoende zal bestrijden. Dat het gouvernement ech ter het opium ook beschikbaar moet stellen, hoe gaarne het dit ook zou wil len vermijden, is een vaststaand feit, anders zou in dit uitgebreid eilanden rijk een ongekende smokkelhandel met nog grootere winsten ontstaan. Alleen is er nog het bijkomend gevaar, dat namelijk de smokkelhandel in heroïne en andere narcotica blijkbaar aan het toenemen is. Hierbij is de controle ech ter nog moeilijker door het kleiner volume .van <ÜX vergif Er was n.l. gedacht aan 18 leer krachten voor het openbaar Middel baar Onderwijs. Dit blijkt echter voor den groei van het onderwijs welke dit jaar wordt verwacht, veel te weinig. Aan de Regeering is daarom voorge steld deze aantallen uit te breiden. Hieruit is gemakkelijk af te leiden, dat het practisch stilstaan der verlo ven van het onderwijs-personeel mo menteel, dus niet (of practisch niet) behoeft te voeren tot plaatsing op wachtgeld van onderwijskrachten die van verlof uit Nederland terugkeeren. De vrees welke hiervoor enkele maan den geleden bestond, heeft thans plaats gemaakt voor de zekerheid dat over een breede linie tekort aan personeel zal ontstaan. Het Departement puzzelt momenteel uit, op welke wijze de moeilijkheden het best kunnen worden ondervangen. De groei van het onderwijs is in de eerste plaats een gevolg van de toe nemende neiging om Europeesche kinderen langer in Indië te houden in het algemeen. Hierbij komt natuurlijk ook, dat tengevolge van den oorlogs toestand niet alleen de afvloeiing van kinderen die naar Nederland vertrek ken, sterk afneemt, maar ook dat tal van kinderen uit Nederland in Indië terugkomen. Wij vernamen van bevoegde zijde, dat er middelbare scholen zijn, waar dozijnen Europeesche leerlingen zijn bijgekomen door terugkeer uit Neder- land. In den nacht van Donderdag 22 op Vrijdag 23 Februari j.l. is, naar ons reeds werd geseind, de oudste van de twee fabrieken der thee-ondememing „Sambawa” in het Tasiksche district Taradjoe geheel af gebrand en met het gebouw is ook een hoeveelheid van 70.000 pond thee verloren gegaan. De schade, die bij eerste taxatie geraamd is op meer dan een half millioen gul den, wordt door verzekering gedekt. In het „A.LD.” lezen wij over dezen brand nog het volgende Toen om half elf Donderdagavond de eerste geëmployeerde langs de fabriek kwam, was er nog niets te bespeuren en ging alles zijn gewonen gang. Goed elf uur werd de brand ontdekt en di rect alarm geslagen. Toen de admi nistrateur met zijn employé’s enkele oogenblikken later bij de fabriek kwam was het ieder duidelijk, dat aan blus- schen niet te denken vieL De brand bleek ontstaan te zijn in het Oostelijk deel van de fabriek, in de fermenteerinrichting. Daar de fabriek ook ’s nachts in bedrijf is, werd door de werking der ventilatoren de brand in een ommezien door de geheele fa briek voortgeplant. Direct was men be gonnen met het redden van het archief, dat in het Westelijk deël der fabriek gelegen is. Na een kwartier moest men er mee ophouden, daar de zoldering bo ven het kantoor toen reeds in brand stond. Men mocht echter het genoegen smaken, dat op enkele minder belang rijke stukken na, alles in veiligheid ge bracht kon worden. Dat de kabelbaan, die voor den af voer van de thee dient, intact gebleven is, mag men een wonder noemen. Klimt men op de brug van deze baan, dan ziet men, dat het vuur tot- op nog geen meter afstand van de baan gekomen is. Door het wegkappen van de houten deelen heeft men hier een ramp kun nen voorkomen. Deze baan op zich zelf is een prach tig stuk werk. Zij werd in 1927 ge bouwd en heeft een lengte van 10,5 km. De bouwkosten bedroegen /125.000. Behalve de fabriek zelf, die hoofd zakelijk uit hout en blik opgetrokken was, is er ook een voorraad afgewerkte thee van 70.000 pond in de vlammen opgegaan. De schade, die bij een eerste ruwe raming op ruim 500.000 getaxeerd wordt, wordt door verzekering gedekt. Voor de verwerking van het product is het een geluk, dat er van dezelfde maatschappij op 5 km. afstand (te Boeroedjoel) een tweede fabriek staat. Daar het tot October de slappe tijd is, zal deze fabriek in staat zijn het blad van de afgebrande fabriek te verwer ken. Deze tweede fabriek verwerkte tot dusver uitsluitend de bevolkings- thee, terwijl de afgebrande de onder- nemingsthee verwerkte. Een definitieve beslissing over herbouw van de fabriek is nog niet genomen, doch in ieder ge val zal er een voorziening getroffen 'worden. Herbouw is wel waarschijnlijk. Onder de bevolking zal geen werk loosheid ontstaan, daar het werkvolk bij verschillende andere deelen van de onderneming te werk zal worden ge steld. Voor de omwonenden is het een groot ongerief, dat zij voorloopig van electriciteit verstoken zullen zijn. De motoren, die den stroom opwekten, stonden in de fabriek en moeten als geheel verloren beschouwd worden. De thee-onderneming Sambawa is de grootste van het regentschap Tasikma- laja en behoort tot de grootste van Java. De oppervlakte van de tot de onder neming behoorende complexen beslaat 830 hectares, waarvan eind 1936 590 hectares met thee zijn beplant. De productie bedroeg in dat jaar 2.101.151 h.kg. De onderneming, welke op een af stand van 49 km. ten Z.W. van Tasik- malaja is gelegen op een hoogte van 970 meter, is eigendom der N.V. Cul tuurmaatschappij Sambawa, gevestigd te’Parijs, terwijl als agent is aangesteld de firma Harrisons en Crosfield te Batavia. Vooral ook voor Ned.-Indië bestemd. Door het Engelsche radiostation te Singapore worden thans dagelijks nieuwsberichten in het Nederlandsch uitgezonden. Daartoe is deze zender versterkt om de ontvangst in Neder- landsch-Indië te verbeteren. Deze nieuwsberichten vormen, al dus U.P. het antwoord van Enge land op de Nederlandsche uitzendin gen uit Zeesen en zij worden uitgezon den een uur vóór het Duitsche station begint met zijn uitzending voor Ne- derl.-Indië. Hoofdzakelijk bevatten de uitzendin gen nieuws zonder meer, maar som mige berichten zijn ronduit propagan distisch. De thans voorgenomen uitbreidingen van het zendstation te Singapore zul len het waarschijnlijk maken tot de „Voice of Britain” in het Verre Oos ten. Een tweede kortegolfzender zal nog worden opgericht, welke men van plan is slechts te gebruiken voor uit zendingen van nieuws, redevoeringen en amusementsprogramma’s voor Azi atische luisteraars, voornamelijk Chi- neezen, Indiërs en Maleiera, Zoo’n aankomst van gelukkige terug- keerende pelgrims is in de haven een kleurrijk gezicht. Van onder tot boven hangen de nieuwe hadji’s uit het lang zaam varende schip en worden begroet door familieleden en vrienden op den wal, in fleurige baadjes en doeken ge kleed. Op het schip zijn de passagiers allen getooid met het witte mutsje, dat alleen zij mogen dragen, die de bede vaart gelukkig volbracht hebben. Kleine peuters, die nauwelijks op eigen beenen ktumen staan, dragen reeds dit eeretee- ken. Oude kromgetrokken mannetjes prijken er mede boven een lachend, rimpelgezicht. Families zijn in den tus- schentijd vermeerderd, anderen zien hun vaderland niet meer terug en voor hen komen de afhalers tevergeefs. Maar volgens de Mohammedaansche opvat tingen bestaat er geen schoortere dood dan op dezen pelgrimstocht In de kampongs is het zoo’n dag groot feest. Voor den ingang van den weg naar de woning van den weerge- keerden zoon of familie hangt een pa pieren lantaarn, ’s avonds met een kaars verlicht, waarop het „welkom thuis” in onhandige letters is geschreven. Iedereen is dan welkom, die de verha len van de bedevaart en het bezoek aan Mohamed’s stad wil beluisteren, ieder een brengt wat mede, en ieder wordt onthaald. De terugkeerenden hadden *t geluk, dat vlak na hun aankomst het Inland- sche feest van Asjoera werd gevierd. Dit is de herdenking van den dag, dat Hoesein, de kleinzoon van den profeet «neuvelde. aan wien een bijzonder ge recht wordt opgedragen, waarin vele soorten korrels en zaden zijn verwerkt. Deze pap wordt dan naar vrienden en geburen gebracht, zoodat men over en Weer overal papdragers ziet loopen in de plaatsen, waar dit feest op echt Soendaneeschc wijze wordt gevierd. Mo hammed zou gezegd hebben dat al wie overvloed heeft aan anderen moet geven op den dag van Asjoera en aan hem zal God overvloed geven, gedurende het Verdere jaar. Anderen verklaren de le gende van deze pap nog uit de tijden Van Noah, die op den berg Ararat was geland en alle restjes bij elkaar moest schrapen om nog wat eten bij elkaar Ie krijgen. Is dit nog ten deele het Indië van den ouden tijd, en het Indië, waarover wij graag in Nederland lezen, omdat er een exotisch tintje aan is, ook het leven van alledag in de tropen vraagt onze en Ne derland’s aandacht. Ook in Indië behoe ven wij de knop van de radio maar om te draaien en er schalt muziek door de open kamer, meestal ten ongerieve van de buren. Naar wij vernemen, aldus het „Nieuws van den Dag” maakt de groei van het onderwijs in Ne- het noodig, dat aan den Minister van Koloniën zal worden verzocht een grooter-aantal leerkrachten voor het Middelbaar Onderwijs uit te zenden, dan waar op in de begrooting voor 1940 is ge rekend. MEDAN, 16 Maart (Aneta). De „Blitar”, welk schip met Hadjis naar Ned.-Indië terugkeerde en aan boord waarvan pokken zijn geconstateerd, van Belawan ver trokken naar het eiland Onrust. Het schip heeft te Belawan in qua rantaine gelegen. Niemand is ont scheept. Aan boord was een passa gier voor de Oostkust, doch deze was contactpersoon met eerdere ziektege vallen, zoodat hij te Sabang in qua rantaine is gegaan. GETROUWD? Mr. H. A. de la Porte en mr. P. F. Ma» sink, Semarang. K. J. van Mens en M. E. Thevissen, Palembang. Dr. in, J. H. Haspers en E. R. Jacobs, Bandjar» masin/Bat.-C. Dr. L. A, Hulst en ie, H. E. Alexander Utrecht/Madioen. BEVALLEN: G. P. A. Voorsmit-Smit, Bat.-C., d. W. P. A. Ditmar-Binkhuysen, Soerabaja, d J. M. Dernier-van Slageren, Soera baja d Beynaerts-Haacke, Padang, d. To fohr-Lambert, Meester-Cornelis, z 'e Ch. Grünewald-Nooy, Bandoeng, z’ Amons-Belkink, Bandoeng, z. M. Vos-Mertens, Bandoeng, z. Yvonne Witmer, Medan. C. P. A. Z van Em- michoven, Bandoeng, d. - G. P. van Dam-Hofman, Soerabaja, z G. C R* ger-Bos, Cheribon, z. M^ M. Paulus- Rahder, Pengalengan, z.; G. J. ^veJ}ba^- Mulder, Bandoeng z. R- F. BrenKman, Batavia, z. OVErlEDEN: t Schulze sjeb. Pijloo, Bandoen^. M^r NS^rrTrens-Schultz, Proboling- Mevr. E TobJ Bandoeng. Me vrouw J. M'. W. DiJRstra„’V.°rt’2eHa Mevr. J- Yche^- Mej G. 'p. p- Offermans. Malang. Bosdijk, Bw* Moojen. BaL-CL - B. W- OUA Men zal zich herinneren,aldus het „Bataviasch Nieuwsblad” dat eenige dagen na het uitbreken van den oorlog bericht werd, dat een Duitsch vrachtschip, de „Franken”, voor de kust van Sumatra, ter hoogte van Pa dang, door een Britsch vliegtuig be schoten werd. Over deze kwestie heb ben wij sedertdien niets meer ge hoord. De Britsche en Duitsche lezingen over het gebeurde liepen op verschil lende punten nog al sterk uiteen. Van Duitsche zijde wordt, naar wij thans in de „Straits Times” lezen, aan deze affaire herinnerd in verband met het Altmark-incident. De Duitschers be weren n.l., dat de „Franken” door het Britsche vliegtuig gedwongen werd te stoppen, terwijl het schip zich nog slechts anderhalve mijl van de kust, dus binnen de Nederlandsche territo riale wateren bevond. Naar aanlei ding van deze bewering heeft nu vol gens benoemd blad Londen de volgen de officieele verklaring af gegeven: „Het Britsche vliegtuig, dat be hoorde tot een Britsch oorlogsschip, dat in den Indischen Oceaan kruiste, bemerkte het Duitsche schip, toen dit zich nog een heel eind buiten de Nederlandsche territoriale wateren bevond. Door seinen werd het gelast te stoppen. Aan dit bevel werd echter geen gevolg gegeven, maar het vlieg tuig onthield zich desniettemin van verdere actie, toen het schip de terri toriale wateren binnenvoer”. Verder zou er volgens de Britsche versie van het incident niets gebeurd -«w» Een nieuwe landbouwschool. Dat er meer in Indië wordt gedaan voor hen, die de handen uit de mou wen willen steken, zien wij uit de opening van de nieuwe landbouwschool te Soekaboemi, welke er zich op toe legt jongelui te vormen, die een plaats zullen vinden in het Inlandsch land bouwbedrijf en het kleine landbouwbe drijf. Anders dan op de cultuurschool te Malang, waar de jongelui voor een positie in de cultures worden klaar gemaakt. In de eerste plaats wordt in Soekaboemi aandacht gewijd aan den voedsellandbouw, tuinbouw en vee teelt, waartoe de lessen in de practijk zullen worden uitgeoefend. Er zullen kleine landbouwbedrijfjes worden opgericht van een halve hec tare, welke dóór ouderejaars-leerlin- gen zullen worden beheerd, met be hulp van de jongeren. De studie zal drie jaren duren, waarbij tevens aan dacht wordt gewijd aan bouwkunde en ambachtsonderwijs. Dat er met ver schillende beurzen rekening wordt ge houden, kunnen wij zien uit de hef fing van een schoolgeld van 50 ct. tot 22 gld. per maand, naar gelang van het inkomen der ouders. Nu is maar de hoop, dat er niet teveel jongelui bang zullen zijn, vóór dag en dauw de sawah in te stappen, en onder de tropenzon zelf de ploeg te hanteeren. De aandacht voor Indië’s bodem neemt steeds toe. Ook van officieele zijde blijkt dit nu weer door de voor stellen der regeering tot algeheele reor ganisatie van den plantentuin te Bui tenzorg, die sedert 1817 een Neder landsche reclame is over alle Aziati sche en Europeesche landen. De Bui- tenzorgsehe Plantentuin is verdeeld in de tuinafdeeling te Buitenzorg, waar veredelde tropisch gewassen werden verzameld, voorts de bergtuin Tjibo- das, welke nu alweer ongeveer een eeuw bestaat tot verbreiding van nut tige en siergewassen, en verder de cul tuurtuin, welke speciale gewassen ver der vermenigvuldigt of laten nacht naar het buitenland te luisteren. Jarenlang is het officieele orkest ge leid door iemand, die thans plaats heeft moeten maken voor een nieuwe ling. De nog jonge Indische violist Frits Hinze, die niet zoo lang geleden van een Europeesche studiereis is te- ruggekomen, vroeger hier als wonder kind is opgetreden, en ook voor den Kunstkring een tournee heeft gemaakt, is thans benoemd tot dirigent van het Nirom-orkest, en hij heeft dezer dagen zijn eerste concert gegeven. Het valt in een tropische studio niet mee om te dirigeeren en daarom zijn de meeste orkestleden ook in hemds mouwen. Maar het publiek 'ziet dit tóch niet en als men eens officieel voor het voetlicht komt, in de sociëteiten Concordia of Harmonie, dan treft de zwarte rok van den dirigent of de din- ner-j acquets van de medewerkers des te meer. Maar wij gelooven, dat het Nirombestuur er goed aan heeft daan dezen Indischen jongens eens ’n kans te geven in eigen land. Dat zijn taak niet licht zal zijn, vooral waar men het aantal orkestleden wil uit breiden, zal voor hem hopelijk geen bezwaar zijn. Wij lezen in de Februari j.l. Op doorreis van Australië naar Europa vertoefde te Medan de heer J. J. Barr, een Australisch journalist, die als oorlogscorrespondent voor de „Mel bourne Herald” en de „Sydney Sun” per K.L.M. naar het Westen reist om daar zijn nieuwe functie te aanvaarden. Wat de situatie in Australië betreft, deelde de heer Barr in een onderhoud mede, dat er van eigenlijke oorlogsstem- ming in het vijfde continent geen spra ke is. Men is niet bevreesd voor eeni ge agressie en blijft kalm zijn werk zaamheden vervullen, begrijpend, dat juist op d i e wijze het Britsche impe rium het best gediend wordt. Wel is een stroom van vrijwilligers zich komen melden om dienst te doen bij de geal lieerde legers. Heet liefst willen deze vrijwilligersnaar het Westfront doch om strategische redenen heeft men hen voornamelijk benut voor be zetting van belangrijke posten in het Midden- en Nabije Oosten. Vooral bestaat er ook veel animo voor dienstneming bij de Royal Air Force, waarvoor in Australië thans ze ker vijftien duizend man in opleiding zijn. Wat het burgerleven betreft, kan men in Australië vrijwel niets van den oorlog merken. Wel zijn enkele maat regelen getroffen, welke aanduiden, dat de situatie niet gelijkluidend is aan een jaar geleden, doch dit betreft slechts heel ondergeschikte belangen. Prijsstij gingen, vooral van direct b enoodigde levensmiddelen, zijn niet geoorloofd en komen dus niet voor. Wat den export van Australië be treft heeft men zich, evenals in Ned.- Indië, in het bijzonder toegelegd op de Amerikaansche markt nu men in ver schillende Europeesche landen niet zoo gemakkelijk meer kan leveren. Het contact met Amerika is tot nu toe zeer vruchtdragend geweest. Ook kan men in Australië thans reeds merken, dat als gevolg van den oorlogstoestand het toeristenverkeer uit het Verre Oosten en uit Ned.-Indië be- langrijker is dan vóór den oorlog het geval was; waar mogelijk wordt dit dan ook gestimuleerd. De heer Barr zette vanmorgen zijn reis met de K.L.M. voort; na zijn aan komst in Engeland wordt hij eerst eenigen tijd op het Londensche kantoor van zijn blad geplaatst om daarna uit gezonden te worden naar het continent.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 19