HAAGSCHE COURANT
BRIEVEN UIT INDIE
UIT DE INDISCHE BLADEN DE HEER Cl>- M WEETER
Onderwijsgroei
De Goenoeng
Dempo
VAN DE
Indische Telegrammen
ALS LANDVOOGD
THEEFABRIEK UITGEBRAND
Zaterdag 116 Maart 1940, No. 117520
DE ZEEKOE VAN
STEINFURTH
Uitbarsting richtte
plaatselijk groote
verwoestingen aan
Tekort aan leerkrachten
van
AUSTRALIË EN DE OORLOG
DE POKKEN AAN BOORD VAN DE
HADJI-SCHEPEN
ENGELSCHE RADIO-PROPAGANDA
VIA SINGAPORE
SAMBAWA HEEFT EEN i/8 MILLIOEN
SCHADE
Terugkomst van bedevaartgangers -
ïet Nirom-orkest onder nieuwe
leiding - Nieuwe landbouwschool in
Soekaboemi - Reorganisatie
'i Lands Plantentuin - Het
opiumkwaad
DE AANVAL OP DE „FRANKEN”
b.5.p.3.
VREES VOOR EEN LAHAR.
|Van onzen correspondent.)
Batavia, 25 Februari.
ge-
De „Blitar” naar Onrast.
is gistermiddag
derlandsch-Indië
Het opium-kwaad.
MET VERLOF
Zjes jaren Nirom.
FAMILIEBERICHTEN UIT DE
INDISCHE BLADEN.
KOLONIAAL BIJBLAD
Het KOLONIAAL BIJBLAD bevat naast oorspronkelijke bijdragen van deskundige
hand een overzicht van het voornaamste nit de per laatste mail ontvangen Indische
bladen en periodieken, waardoor zij, die zich voor Indië interesseeren, volkomen
op de hoogte blijven van de koloniale gebeurtenissen.
Kind aan de controle ontsnapt.
Omtrent de pokken aan boord van
de „Buitenzorg” wordt nog vernomen,
dat twee van de patiënten kinderen
waren. Een daarvan is een baby die
tijdens de reis aan boord werd gebo
ren en dus nimmer is ingeënt. Het an
dere geval betrof een kind van acht
jaar, dat, ondanks de zeer strenge
controle bij de afvaarten, niet bleek
te zijn ingeënt. Een onderzoek wordt
ingesteld hoe het mogelijk was dat
dit verzuim is voorgekomen. Het kind
vertoeft nog steeds met de contact
personen in de barakken te Medan,
Zijn toestand is zeer ernstig.
Wij lezen in het „Nieuws”
„Uit Nederland wordt ons gemeld,
dat de jongste memorie van antwoord
van des minister van Koloniën, den
heer Ch. J. I. M. Welter, moet worden
beschouwd als een soort van politiek
program, dat den aanloop zal vormen
voor den sprong naar den Buitenzorg-
schen „troon”.
In hoeverre dit bericht juist is, valt
hier niet te beoordeelen. Onwaarschijn
lijk is het niet De heer Welter, die als
oud-algemeen secretaris weet wat een
antecedent waard is, heeft er dadelijk
een bij de hand. Indertijd is ook de heer
A. W. F. Idenburg via het Plein naar
Buitenzorg gereisd.
Een ander antecedent vormt het feit
dat mr. D. Fock indertijd zijn voorzit-
terszetel verliet om in de Kamer zijn
opzienbarende rede over *t Indische be
leid te houden. Prompt daarop volgde
zijn benoeming tot Gouverneur-Gene-
raaL*
Op weg naar het oorlogsfront passeerde
de Australische journalist J. J. Barr
Medan.
CHRISTELIJKE H.B.S. TE
MAGELANG.
MAGELANG, 16 Maart (Aneta).
Thans is definitief besloten, dat op 1
Augustus a.s. te Magelang een Chris
telijke H.B.S. zal worden geopend,
met twee internaten.
„Deli Crt” van 27
Bijna zes jaren is thans de Nirom in
Indië als officieele omroepzender in de
lucht, in het leven gehouden door een
Verplichte maandelijksche bijdrage der
luisteraars, die door de post wordt ge
ïnd. Wel zijn er ook nog plaatselijke
omroepstations, die van particuliere bij
dragen bestaan, maar deze zijn er meer
om naast de Nirom de zoo hoog noodige
Variatie te geven. Men kan n.l. in Indië
maar niet zonder meer met elk toestel
de verre of Europeesche stations halen,
die ons in Europa van bokswedstrijd
naar klassiek concert, van racebaan
naar variété brengen. Daartoe zijn al
leen de dure toestellen in staat, en dan
kleeft er toch nog altijd het bezwaar
aan van het tijdsverschil, dat luiste
raars duimt jft dep. uroeson morgen.
Naar het „Algemeen Indisch Dag
blad” vernam, heeft dr. Stehn, hoofd
van den Vulcanologischen Dienst, gedu
rende zijn verblijf van 5 tot 18 Febr.
in het gebied van de Goenoeng Dempo
geconstateerd, dat op de Noordzijde
van den vulkaan groote schade is aan
gericht aan de bevolkingstuinen en sa-
wahs in de streek van Air-Bajan. Deze
verwoestingen zijn een gevolg van het
uitwerpen van het kratermeer van zijn
inhoud gedurende de eruptie op 30
Januari.
Hierbij veranderde de bovenloop van
de Air-Bajan zich van den 2864 m. hoo-
gen Noord-Westelijken kraterrand af
tot op 700 meter zeehoogte. Het ravijn
van nog geen vier meter breed werd
25 meter en van iedere vegetatie ont
bloot
Op enkele plaatsen was het kale dal
vijftig meter breed. Aangezien hier
door bij een herhaling van een uit
werpen van het kratermeer een lahar
van buitengewone kracht zou ontstaan
en door overslag nog grootere gebie
den aan verwoesting bloot zouden
staan, heeft men thans verschillende
voorzorgsmaatregelen voor de bevol
king voorgesteld.
Het vischbestand werd tengevolge
van het uitgeworpen vuurwater en van
den modder op de Noord- en Zuidzijde
van den vulkaan vernield. Grootere
visschen in de Moesririvier tot Moeara
Lakitan, dat is op een afstand van
circa’150 kilometer van den Dempo.
en kleinere visschen tot 200 kilometer
toe stroomafwaarts werden gedood.
Op de Zuidzijde werden alle vis
schen in de Air Manna van de mon
ding van de Air-Mesamie Besar af,
welke den modder naar omlaag bracht,
tot aan de zee gedood.
Dr. Stehn bezocht Goenoeng Kawa
op 20 Februari.
Tijdens het verblijf bïj den actieven
krater constateerde hij het uitstooten
van dichte lichtbruin gekleurde rook
wolken, waarin zich fijne aschdeeltjes
bevonden.
De erupties duurden een half uur
zonder onderbreken, waarna een pauze
kwam.
Zoo nu en dan werd beneden in
den rookwervel een zwakken weer
schijn van gloed gezien.
De krater zelf had een lengte van
35 meter en een breedte van 10 meter.
Iets verder Oostelijk ligt aan den-
zelfden wand nog een tweede halve
maanvormige krater van 30 meter
lang en 5 meter breed bij een diepte
van 4 meter.
De eerste terugkomende bedevaart
gangers van Mekka zijn weer in Indië
aangekomen. De booten, welke speciaal
voor het vervoer van deze pelgrims zijn
bestemd, hebben geen moeilijkheden
van de oorlogsomstandigheden gehad
en de meeste geloovigen, die tegen het
eind van het vorig jaar de groote reis
naar Mekka hebben ondernomen, zul
len blij zijn, dat zij deze tijdsomstandig
heden hebben getrotseerd, en toch heb
ben doorgezet, ofschoon het gouverne
ment indertijd moest verklaren, dat zij
alleen geheel op eigen risico moesten
gaan.
Wij ontvingen per laatste
luchtmail, via Napels
Indische bladen loopende
tot en met 4 dezer.
WAT ER VAN EEN HAAI
OVERBLEEF.
Opzienbarende berichten komen
uit de baai van Batavia. Vis-
schers zouden een haai van wel
drie meter hebben gezien. Het
beest zwom rustig wat rond. Al
spoedig kwamen er meer verha
len. Zero’s waren vernield. Dat
deed de haai van drie meter.
De visschers gingen er op uit om
het monster onschadelijk te ma
ken, vertelt 't „Bat. Nwsbl”. Men
zocht de baai af. Men zag einde
lijk iets boven water komen.. Een
enorm lichaam: een stuk van den
rug van den haai. Zijn vin hield
hij angstvallig onder water.
Met omsingelde de plaats waar
het ondier was gezien en even
was verdwenen. Plotseling slaak
te de bemanning van één der
prauwen een kreet.
Er kwam een druipende kop
boven water. Men dacht aan een
of ander monster. Er deden nog
vreemdere verhalen de ronde.
Nu is gebleken, dat in de baai
van Batavia geen haai van drie
meter en geen monster voorkomt,
dat een doejoeng, een zeekoe,
waarschijnlijk in beide gevallen
is gezien.
Nu is een doejoeng in de baai
van Batavia een zeer zeldzaam
voorkomend verschijnsel. Sinds
jaren is het dier, dat voorkomt
nabij Banka en Billiton, niet in
deze wateren gesignaleerd. Het
leeft van zeegras, dat hier niet
bepaald veelvuldig voorkomt, en
men neemt dus aan dat het naar
deze streken is verdwaald.
Intusschen wordt de zeekoe met
rust gelaten. Niemand durft jacht
op de doejoeng te maken niet uit
bijgeloovigheid of uit een oog
punt van dierenbescherming,
doch... omdat de heer Stein-
furth, administrateur van het
quarantaine station op het eiland
Onrust zich het lot van het dier
heeft aangetrokken en het tot zijn
particulier bezit heeft gepromo
veerd.
Mr. H. M. Callenfels, inspecteur van Fi
nanciën te Batavia, Aerdenhout, Zand-
voorterlaan 65. L. Hoogerwerf, hoofdagent
der burgerpolitie op Curasao, Escamplaan
178, alhier.
De bestrijding van het opiumkwaad
in Nederlandsch-Indië heeft ook in het
afgeloopen jaar goede resultaten opge
leverd, waarbij de waarde van het
aangehaald opium wederom grooter is
geworden, vooral uit de groote sche
pen uit China en Japan. Daardoor is
het debiet van het regie-opium in 1939
iets gestegen, waartoe ook wel zal
hebben medegewerkt, dat de prijs met
1/3 is verlaagd. De gesmokkelde opium
is veelal minderwaardiger dan dë gou-
verments-opium en het zal wel steeds
een strijdpunt blijven, hoe men het
opiumkwaad op zichzelf afdoende zal
bestrijden. Dat het gouvernement ech
ter het opium ook beschikbaar moet
stellen, hoe gaarne het dit ook zou wil
len vermijden, is een vaststaand feit,
anders zou in dit uitgebreid eilanden
rijk een ongekende smokkelhandel met
nog grootere winsten ontstaan. Alleen
is er nog het bijkomend gevaar, dat
namelijk de smokkelhandel in heroïne
en andere narcotica blijkbaar aan het
toenemen is. Hierbij is de controle ech
ter nog moeilijker door het kleiner
volume .van <ÜX vergif
Er was n.l. gedacht aan 18 leer
krachten voor het openbaar Middel
baar Onderwijs. Dit blijkt echter voor
den groei van het onderwijs welke dit
jaar wordt verwacht, veel te weinig.
Aan de Regeering is daarom voorge
steld deze aantallen uit te breiden.
Hieruit is gemakkelijk af te leiden,
dat het practisch stilstaan der verlo
ven van het onderwijs-personeel mo
menteel, dus niet (of practisch niet)
behoeft te voeren tot plaatsing op
wachtgeld van onderwijskrachten die
van verlof uit Nederland terugkeeren.
De vrees welke hiervoor enkele maan
den geleden bestond, heeft thans plaats
gemaakt voor de zekerheid dat over
een breede linie tekort aan personeel
zal ontstaan.
Het Departement puzzelt momenteel
uit, op welke wijze de moeilijkheden
het best kunnen worden ondervangen.
De groei van het onderwijs is in de
eerste plaats een gevolg van de toe
nemende neiging om Europeesche
kinderen langer in Indië te houden in
het algemeen. Hierbij komt natuurlijk
ook, dat tengevolge van den oorlogs
toestand niet alleen de afvloeiing van
kinderen die naar Nederland vertrek
ken, sterk afneemt, maar ook dat tal
van kinderen uit Nederland in Indië
terugkomen.
Wij vernamen van bevoegde zijde,
dat er middelbare scholen zijn, waar
dozijnen Europeesche leerlingen zijn
bijgekomen door terugkeer uit Neder-
land.
In den nacht van Donderdag 22 op
Vrijdag 23 Februari j.l. is, naar ons
reeds werd geseind, de oudste van de
twee fabrieken der thee-ondememing
„Sambawa” in het Tasiksche district
Taradjoe geheel af gebrand en met het
gebouw is ook een hoeveelheid van
70.000 pond thee verloren gegaan. De
schade, die bij eerste taxatie geraamd
is op meer dan een half millioen gul
den, wordt door verzekering gedekt.
In het „A.LD.” lezen wij over dezen
brand nog het volgende
Toen om half elf Donderdagavond de
eerste geëmployeerde langs de fabriek
kwam, was er nog niets te bespeuren
en ging alles zijn gewonen gang. Goed
elf uur werd de brand ontdekt en di
rect alarm geslagen. Toen de admi
nistrateur met zijn employé’s enkele
oogenblikken later bij de fabriek kwam
was het ieder duidelijk, dat aan blus-
schen niet te denken vieL
De brand bleek ontstaan te zijn in
het Oostelijk deel van de fabriek, in de
fermenteerinrichting. Daar de fabriek
ook ’s nachts in bedrijf is, werd door
de werking der ventilatoren de brand
in een ommezien door de geheele fa
briek voortgeplant. Direct was men be
gonnen met het redden van het archief,
dat in het Westelijk deël der fabriek
gelegen is. Na een kwartier moest men
er mee ophouden, daar de zoldering bo
ven het kantoor toen reeds in brand
stond. Men mocht echter het genoegen
smaken, dat op enkele minder belang
rijke stukken na, alles in veiligheid ge
bracht kon worden.
Dat de kabelbaan, die voor den af
voer van de thee dient, intact gebleven
is, mag men een wonder noemen. Klimt
men op de brug van deze baan, dan
ziet men, dat het vuur tot- op nog geen
meter afstand van de baan gekomen
is. Door het wegkappen van de houten
deelen heeft men hier een ramp kun
nen voorkomen.
Deze baan op zich zelf is een prach
tig stuk werk. Zij werd in 1927 ge
bouwd en heeft een lengte van 10,5
km. De bouwkosten bedroegen /125.000.
Behalve de fabriek zelf, die hoofd
zakelijk uit hout en blik opgetrokken
was, is er ook een voorraad afgewerkte
thee van 70.000 pond in de vlammen
opgegaan.
De schade, die bij een eerste ruwe
raming op ruim 500.000 getaxeerd
wordt, wordt door verzekering gedekt.
Voor de verwerking van het product
is het een geluk, dat er van dezelfde
maatschappij op 5 km. afstand (te
Boeroedjoel) een tweede fabriek staat.
Daar het tot October de slappe tijd is,
zal deze fabriek in staat zijn het blad
van de afgebrande fabriek te verwer
ken. Deze tweede fabriek verwerkte
tot dusver uitsluitend de bevolkings-
thee, terwijl de afgebrande de onder-
nemingsthee verwerkte. Een definitieve
beslissing over herbouw van de fabriek
is nog niet genomen, doch in ieder ge
val zal er een voorziening getroffen
'worden. Herbouw is wel waarschijnlijk.
Onder de bevolking zal geen werk
loosheid ontstaan, daar het werkvolk
bij verschillende andere deelen van de
onderneming te werk zal worden ge
steld. Voor de omwonenden is het een
groot ongerief, dat zij voorloopig van
electriciteit verstoken zullen zijn. De
motoren, die den stroom opwekten,
stonden in de fabriek en moeten als
geheel verloren beschouwd worden.
De thee-onderneming Sambawa is de
grootste van het regentschap Tasikma-
laja en behoort tot de grootste van
Java.
De oppervlakte van de tot de onder
neming behoorende complexen beslaat
830 hectares, waarvan eind 1936 590
hectares met thee zijn beplant. De
productie bedroeg in dat jaar 2.101.151
h.kg.
De onderneming, welke op een af
stand van 49 km. ten Z.W. van Tasik-
malaja is gelegen op een hoogte van
970 meter, is eigendom der N.V. Cul
tuurmaatschappij Sambawa, gevestigd
te’Parijs, terwijl als agent is aangesteld
de firma Harrisons en Crosfield te
Batavia.
Vooral ook voor Ned.-Indië bestemd.
Door het Engelsche radiostation te
Singapore worden thans dagelijks
nieuwsberichten in het Nederlandsch
uitgezonden. Daartoe is deze zender
versterkt om de ontvangst in Neder-
landsch-Indië te verbeteren.
Deze nieuwsberichten vormen, al
dus U.P. het antwoord van Enge
land op de Nederlandsche uitzendin
gen uit Zeesen en zij worden uitgezon
den een uur vóór het Duitsche station
begint met zijn uitzending voor Ne-
derl.-Indië.
Hoofdzakelijk bevatten de uitzendin
gen nieuws zonder meer, maar som
mige berichten zijn ronduit propagan
distisch.
De thans voorgenomen uitbreidingen
van het zendstation te Singapore zul
len het waarschijnlijk maken tot de
„Voice of Britain” in het Verre Oos
ten.
Een tweede kortegolfzender zal nog
worden opgericht, welke men van
plan is slechts te gebruiken voor uit
zendingen van nieuws, redevoeringen
en amusementsprogramma’s voor Azi
atische luisteraars, voornamelijk Chi-
neezen, Indiërs en Maleiera,
Zoo’n aankomst van gelukkige terug-
keerende pelgrims is in de haven een
kleurrijk gezicht. Van onder tot boven
hangen de nieuwe hadji’s uit het lang
zaam varende schip en worden begroet
door familieleden en vrienden op den
wal, in fleurige baadjes en doeken ge
kleed. Op het schip zijn de passagiers
allen getooid met het witte mutsje, dat
alleen zij mogen dragen, die de bede
vaart gelukkig volbracht hebben. Kleine
peuters, die nauwelijks op eigen beenen
ktumen staan, dragen reeds dit eeretee-
ken. Oude kromgetrokken mannetjes
prijken er mede boven een lachend,
rimpelgezicht. Families zijn in den tus-
schentijd vermeerderd, anderen zien
hun vaderland niet meer terug en voor
hen komen de afhalers tevergeefs. Maar
volgens de Mohammedaansche opvat
tingen bestaat er geen schoortere dood
dan op dezen pelgrimstocht
In de kampongs is het zoo’n dag
groot feest. Voor den ingang van den
weg naar de woning van den weerge-
keerden zoon of familie hangt een pa
pieren lantaarn, ’s avonds met een kaars
verlicht, waarop het „welkom thuis”
in onhandige letters is geschreven.
Iedereen is dan welkom, die de verha
len van de bedevaart en het bezoek aan
Mohamed’s stad wil beluisteren, ieder
een brengt wat mede, en ieder wordt
onthaald.
De terugkeerenden hadden *t geluk,
dat vlak na hun aankomst het Inland-
sche feest van Asjoera werd gevierd.
Dit is de herdenking van den dag, dat
Hoesein, de kleinzoon van den profeet
«neuvelde. aan wien een bijzonder ge
recht wordt opgedragen, waarin vele
soorten korrels en zaden zijn verwerkt.
Deze pap wordt dan naar vrienden en
geburen gebracht, zoodat men over en
Weer overal papdragers ziet loopen in
de plaatsen, waar dit feest op echt
Soendaneeschc wijze wordt gevierd. Mo
hammed zou gezegd hebben dat al wie
overvloed heeft aan anderen moet geven
op den dag van Asjoera en aan hem zal
God overvloed geven, gedurende het
Verdere jaar. Anderen verklaren de le
gende van deze pap nog uit de tijden
Van Noah, die op den berg Ararat was
geland en alle restjes bij elkaar moest
schrapen om nog wat eten bij elkaar
Ie krijgen.
Is dit nog ten deele het Indië van den
ouden tijd, en het Indië, waarover wij
graag in Nederland lezen, omdat er een
exotisch tintje aan is, ook het leven van
alledag in de tropen vraagt onze en Ne
derland’s aandacht. Ook in Indië behoe
ven wij de knop van de radio maar om
te draaien en er schalt muziek door de
open kamer, meestal ten ongerieve van
de buren.
Naar wij vernemen, aldus het
„Nieuws van den Dag” maakt
de groei van het onderwijs in Ne-
het noodig, dat
aan den Minister van Koloniën zal
worden verzocht een grooter-aantal
leerkrachten voor het Middelbaar
Onderwijs uit te zenden, dan waar
op in de begrooting voor 1940 is ge
rekend.
MEDAN, 16 Maart (Aneta). De
„Blitar”, welk schip met Hadjis naar
Ned.-Indië terugkeerde en aan boord
waarvan pokken zijn geconstateerd,
van Belawan ver
trokken naar het eiland Onrust.
Het schip heeft te Belawan in qua
rantaine gelegen. Niemand is ont
scheept. Aan boord was een passa
gier voor de Oostkust, doch deze was
contactpersoon met eerdere ziektege
vallen, zoodat hij te Sabang in qua
rantaine is gegaan.
GETROUWD?
Mr. H. A. de la Porte en mr. P. F. Ma»
sink, Semarang. K. J. van Mens en
M. E. Thevissen, Palembang. Dr. in,
J. H. Haspers en E. R. Jacobs, Bandjar»
masin/Bat.-C. Dr. L. A, Hulst en ie,
H. E. Alexander Utrecht/Madioen.
BEVALLEN:
G. P. A. Voorsmit-Smit, Bat.-C., d.
W. P. A. Ditmar-Binkhuysen, Soerabaja,
d J. M. Dernier-van Slageren, Soera
baja d Beynaerts-Haacke, Padang, d.
To fohr-Lambert, Meester-Cornelis,
z 'e Ch. Grünewald-Nooy, Bandoeng,
z’ Amons-Belkink, Bandoeng, z. M.
Vos-Mertens, Bandoeng, z. Yvonne
Witmer, Medan. C. P. A. Z van Em-
michoven, Bandoeng, d. - G. P. van
Dam-Hofman, Soerabaja, z G. C R*
ger-Bos, Cheribon, z. M^ M. Paulus-
Rahder, Pengalengan, z.; G. J. ^veJ}ba^-
Mulder, Bandoeng z. R- F. BrenKman,
Batavia, z. OVErlEDEN:
t Schulze sjeb. Pijloo, Bandoen^.
M^r NS^rrTrens-Schultz, Proboling-
Mevr. E TobJ Bandoeng. Me
vrouw J. M'. W. DiJRstra„’V.°rt’2eHa
Mevr. J- Yche^- Mej G. 'p. p-
Offermans. Malang. Bosdijk, Bw*
Moojen. BaL-CL - B. W-
OUA
Men zal zich herinneren,aldus
het „Bataviasch Nieuwsblad” dat
eenige dagen na het uitbreken van den
oorlog bericht werd, dat een Duitsch
vrachtschip, de „Franken”, voor de
kust van Sumatra, ter hoogte van Pa
dang, door een Britsch vliegtuig be
schoten werd. Over deze kwestie heb
ben wij sedertdien niets meer ge
hoord.
De Britsche en Duitsche lezingen
over het gebeurde liepen op verschil
lende punten nog al sterk uiteen. Van
Duitsche zijde wordt, naar wij thans
in de „Straits Times” lezen, aan deze
affaire herinnerd in verband met het
Altmark-incident. De Duitschers be
weren n.l., dat de „Franken” door het
Britsche vliegtuig gedwongen werd te
stoppen, terwijl het schip zich nog
slechts anderhalve mijl van de kust,
dus binnen de Nederlandsche territo
riale wateren bevond. Naar aanlei
ding van deze bewering heeft nu vol
gens benoemd blad Londen de volgen
de officieele verklaring af gegeven:
„Het Britsche vliegtuig, dat be
hoorde tot een Britsch oorlogsschip,
dat in den Indischen Oceaan kruiste,
bemerkte het Duitsche schip, toen
dit zich nog een heel eind buiten de
Nederlandsche territoriale wateren
bevond. Door seinen werd het gelast
te stoppen. Aan dit bevel werd echter
geen gevolg gegeven, maar het vlieg
tuig onthield zich desniettemin van
verdere actie, toen het schip de terri
toriale wateren binnenvoer”.
Verder zou er volgens de Britsche
versie van het incident niets gebeurd
-«w»
Een nieuwe landbouwschool.
Dat er meer in Indië wordt gedaan
voor hen, die de handen uit de mou
wen willen steken, zien wij uit de
opening van de nieuwe landbouwschool
te Soekaboemi, welke er zich op toe
legt jongelui te vormen, die een plaats
zullen vinden in het Inlandsch land
bouwbedrijf en het kleine landbouwbe
drijf. Anders dan op de cultuurschool
te Malang, waar de jongelui voor een
positie in de cultures worden klaar
gemaakt. In de eerste plaats wordt in
Soekaboemi aandacht gewijd aan den
voedsellandbouw, tuinbouw en vee
teelt, waartoe de lessen in de practijk
zullen worden uitgeoefend.
Er zullen kleine landbouwbedrijfjes
worden opgericht van een halve hec
tare, welke dóór ouderejaars-leerlin-
gen zullen worden beheerd, met be
hulp van de jongeren. De studie zal
drie jaren duren, waarbij tevens aan
dacht wordt gewijd aan bouwkunde en
ambachtsonderwijs. Dat er met ver
schillende beurzen rekening wordt ge
houden, kunnen wij zien uit de hef
fing van een schoolgeld van 50 ct. tot
22 gld. per maand, naar gelang van het
inkomen der ouders. Nu is maar de
hoop, dat er niet teveel jongelui bang
zullen zijn, vóór dag en dauw de sawah
in te stappen, en onder de tropenzon
zelf de ploeg te hanteeren.
De aandacht voor Indië’s bodem
neemt steeds toe. Ook van officieele
zijde blijkt dit nu weer door de voor
stellen der regeering tot algeheele reor
ganisatie van den plantentuin te Bui
tenzorg, die sedert 1817 een Neder
landsche reclame is over alle Aziati
sche en Europeesche landen. De Bui-
tenzorgsehe Plantentuin is verdeeld in
de tuinafdeeling te Buitenzorg, waar
veredelde tropisch gewassen werden
verzameld, voorts de bergtuin Tjibo-
das, welke nu alweer ongeveer een
eeuw bestaat tot verbreiding van nut
tige en siergewassen, en verder de cul
tuurtuin, welke speciale gewassen ver
der vermenigvuldigt
of laten nacht naar het buitenland te
luisteren.
Jarenlang is het officieele orkest ge
leid door iemand, die thans plaats
heeft moeten maken voor een nieuwe
ling. De nog jonge Indische violist
Frits Hinze, die niet zoo lang geleden
van een Europeesche studiereis is te-
ruggekomen, vroeger hier als wonder
kind is opgetreden, en ook voor den
Kunstkring een tournee heeft gemaakt,
is thans benoemd tot dirigent van het
Nirom-orkest, en hij heeft dezer dagen
zijn eerste concert gegeven.
Het valt in een tropische studio niet
mee om te dirigeeren en daarom zijn
de meeste orkestleden ook in hemds
mouwen. Maar het publiek 'ziet dit
tóch niet en als men eens officieel voor
het voetlicht komt, in de sociëteiten
Concordia of Harmonie, dan treft de
zwarte rok van den dirigent of de din-
ner-j acquets van de medewerkers des
te meer. Maar wij gelooven, dat het
Nirombestuur er goed aan heeft
daan dezen Indischen jongens eens ’n
kans te geven in eigen land. Dat zijn
taak niet licht zal zijn, vooral waar
men het aantal orkestleden wil uit
breiden, zal voor hem hopelijk geen
bezwaar zijn.
Wij lezen in de
Februari j.l.
Op doorreis van Australië naar
Europa vertoefde te Medan de heer J.
J. Barr, een Australisch journalist, die
als oorlogscorrespondent voor de „Mel
bourne Herald” en de „Sydney Sun”
per K.L.M. naar het Westen reist om
daar zijn nieuwe functie te aanvaarden.
Wat de situatie in Australië betreft,
deelde de heer Barr in een onderhoud
mede, dat er van eigenlijke oorlogsstem-
ming in het vijfde continent geen spra
ke is. Men is niet bevreesd voor eeni
ge agressie en blijft kalm zijn werk
zaamheden vervullen, begrijpend, dat
juist op d i e wijze het Britsche impe
rium het best gediend wordt. Wel is
een stroom van vrijwilligers zich komen
melden om dienst te doen bij de geal
lieerde legers. Heet liefst willen deze
vrijwilligersnaar het Westfront
doch om strategische redenen heeft
men hen voornamelijk benut voor be
zetting van belangrijke posten in het
Midden- en Nabije Oosten.
Vooral bestaat er ook veel animo
voor dienstneming bij de Royal Air
Force, waarvoor in Australië thans ze
ker vijftien duizend man in opleiding
zijn.
Wat het burgerleven betreft, kan
men in Australië vrijwel niets van den
oorlog merken. Wel zijn enkele maat
regelen getroffen, welke aanduiden, dat
de situatie niet gelijkluidend is aan een
jaar geleden, doch dit betreft slechts
heel ondergeschikte belangen. Prijsstij
gingen, vooral van direct b enoodigde
levensmiddelen, zijn niet geoorloofd en
komen dus niet voor.
Wat den export van Australië be
treft heeft men zich, evenals in Ned.-
Indië, in het bijzonder toegelegd op de
Amerikaansche markt nu men in ver
schillende Europeesche landen niet zoo
gemakkelijk meer kan leveren. Het
contact met Amerika is tot nu toe zeer
vruchtdragend geweest.
Ook kan men in Australië thans
reeds merken, dat als gevolg van den
oorlogstoestand het toeristenverkeer uit
het Verre Oosten en uit Ned.-Indië be-
langrijker is dan vóór den oorlog het
geval was; waar mogelijk wordt dit
dan ook gestimuleerd.
De heer Barr zette vanmorgen zijn
reis met de K.L.M. voort; na zijn aan
komst in Engeland wordt hij eerst
eenigen tijd op het Londensche kantoor
van zijn blad geplaatst om daarna uit
gezonden te worden naar het continent.