HAAGSCHE COURANT
het Veldleger
van
Met de trekschuit
Groote oefeningen
■K
til
H
STADSNIEUWS
Zaterdag 23 Maart 1940.
I
||pl I
O
'W
DERDE BLAD.
V
VEERTIGJARIG JUBILEUM
lijke burgers.
bommen der vijandelijke vliegtui
gen.
Maar laat men toch niet verge
ten, dat het gevaar nog steeds
dreigt, eiken dag, eiken nacht!
De Regeering gaat er nu wat
aan doen.
Mr. Mulder deelde mede, dat de
minister (van Binnenlandsche Za
ken) voornemens is, binnenkort,
na zijn terugkomst ten departe-
mente (de minister is reeds gerui-
men tijd afwezig wegens ziekte,
zooals men weet), de laatste hand
te leggen aan de in groote trekken
voltooide nieuwe regeling. Dat wil
in gewoon Hollandsch zeggen, dat
de regeling, waartoe men eindelijk
heeft besloten, nu nog niet ge
reed is. Na ruim een half jaar oor
log, na dus een even lang dreigend
gevaar voor luchtaanvallen!
Ons volk en zijn officieele ver
tegenwoordiging in ’s lands verga
derzaal zijn wèl goedmoedig en
geduldig als zij zich bij deze trek-
schuit-politiek in een zoo hachelij-
ken tijd als deze rustig neerleggen!
Gaat de Regeering dan nu ein
delijk de zaak vlug en stevig op
pooten zetten? Gaat zij nu een
krachtige, van boven af met vaste
hand bestuurde organisatie uitvoe
ren, waarbij in den kortst mogelij-
ken tijd voor het noodige materieel
en het noodige geoefende perso
neel wordt gezorgd? Zal zij einde
lijk op dit allerbelangrijkste ge
bied haar gezag doen gelden en
aanwijzen wie verplicht is om in
de organisatie der luchtbescher
ming een hem aangewezen taak te
vervullen?
Zij heeft tot dit laatste de be
voegdheid, want de heer Mul
der zelf heeft eraan herinnerd
art. 12 van de Luchtbeschermings-
wet zegt: „Ieder is verplicht, de
door den burgemeester schriftelijk
van hem gevorderde medewerking
tot uitvoering van deze wet te ver-
leenen, en indien bij openbare be
kendmaking door den burgemees
ter algemeene bijzondere gedrags
regels zijn voorgeschreven, zich
daarnaar te gedragen”.
Deze wet aldus mr. Mulder
en in het bijzonder het zooeven
genoemde artikel bieden een basis
voor gedwongen dienstbetoon in
geval men langs vrijwilligen weg
niet tot een volledige luchtbe
scherming zou kunnen komen
Men zou kunnen vragen, of dit
laatste dan nog niet afdoende ge
bleken is. Wij behoeven voor het
antwoord niet verder te kijken
dan onze eigen gemeente, waar
men met kunst- en vliegwerk niet
verder kon komen dan een 3000
vrijwilligers toen er 10.000 noodig
werden geacht.
Wil men met de toepassing van
bovengenoemd wetsartikel wach
ten tot het gevaar werkelijkheid is
Mr. Mulder erkent, dat er een
achterstand is. Maar hij drukt dit
wel wat eigenaardig uit, als hij
naar de schuldigen zoekend
zegt: „De achterstand op het ge
bied van de zelfbescherming is
voornamelijk te wijten aan de ver
keerde mentaliteit, waarop men
hier te lande in het algemeen ten
aanzien van de gevaren uit de
lucht is ingesteld.”
In dit woord „zèlfbescherming”
schuilt de fout.
Zeker, van de burgerij mag wor
den verlangd, dat zij zal inzien
hoe ernstig en hoe voortdurenc
dreigend het gevaar uit de lucht
is, ook al hopen wij allen vurig
dat ons land buiten den oorlog za
blijven. Van haar mag óók worden
verwacht, dat zij zal medewerken
om de maatregelen tot haar be
scherming zoo goed mogelijk te
doen slagen Maar tot zèlfbescher-
ming is zij, in het algemeen ge
sproken, niet in staat, omdat deze
bescherming van boven af en cen
traal moet worden geregeld, door
sterk gezag geschraagd en door
plicht en discipline mogelijk ge
maakt moet worden.
Dat wil zeggen, dat deze be
scherming van de burgerij een
taak is van de overheid, die haar
welslagen niet mag afhankelijk
stellen van een zeer onzekere spe
culatie op de vrijwilligheid in het
brengen van offers, aan geld of
diensten onder de burgerij. Daar
voor is de zaak veel te ernstig en
te spoedeischend, is zij ook te vee
een algemeen volksbelang en een
land sbelang en niet slechts het
DE AANVOEREN VAN
VERSCHE VISCH
Naar aanleiding van bovenge
noemde „verkeerde mentaliteit”
zeide mr. Mulder: „De overheid
kan zich daarbij niet neerleggen.
Zij zal zoo noodig dwingend moe
ten optreden, waartoe de wet haai
de bevoegdheden heeft verleend.”
Blijkbaar voelt hij dus wel, waar
de schoen wringt.
Maar de Regeering vaart vcor-
loopig door met het oude schuitje,
het oplappend waar het hier en
daar al te wrak is gebleken, on
derweg experimenteerend
Het is de trekschuit, waarin wij
nu al zoo lang achteraan komen
en die te laat zal arriveeren als
eerlang het steeds dreigend gevaai
werkelijkheid mocht worden en
om hulp wordt geroepen.
Van „verkeerde mentaliteit” ge
sproken: kan de burgerij deze niet
met méér recht verwijten aan een
Regeering. die op een zóó allerbe
langrijkst punt met de trekschuit
vaart en b 1 ij f t varen inplaats
van met een snelle motorboot?
Weerkundige Waarnemingen
Hetgeen in bovengenoemd pers
gesprek met den vertegenwoordi
ger van den verantwoordelijken
minister van Binnenlandsche Za
ken is medegedeeld, bevestigt het
geen wij schreven en versterkt
onze overtuiging, dat wij tot dus
ver met de burgerlijke luchtbe-
scherming op den verkeerden weg
zijn geweest. Helaas neemt het
onze ongerustheid ten aanzien van
de toekomst niet weg, doch wekt
het den indruk, dat de Regeering
nog altijd niet voldoende is door
drongen van de zeer groote betee-
kenis van dit vraagstuk en vooral
van de spoedeischendheid van zijn
oplossing.
Terwijl, tot ons aller groote vol
doening en geruststelling, onze mi
litaire verdediging met groote
kracht en voortvarendheid is ge
bracht op een peil, waarover des
kundigen zich met grooten lof
hebben uitgelaten, is er alle aan
leiding om de Regeering in ge
breke te stellen ten aanzien van
de bescherming der bevolking te
gen luchtgevaar. Veel te lang
heeft zij deze voor het grootste
deel overgelaten aan lagere orga
nen, die er ieder op zijn manier,
de één wat méér en de ander wat
minder aan gedaan hebben, en aan
het particuliere initiatief, dat
met alfe waardeering voor velen,
die hun beste krachten hebben ge
geven, zij het gezegd er niet
Veel van heeft terecht gebracht,
Zoowel door onvermijdelijke orga-
I nisatorische fouten als door gebrek
aan begrip en medewerking van
de zijde der burgerij.
Ons land heeft het groote geluk
gehad, tot dusver buiten den oor
log te blijven. Maar dit heeft nie
mand vooruit kunnen weten, óók
de Regeering niet. Hoe zwaar zou
de schuld van de Regeering zijn
geweest als het eens anders was
geloopen en hoe weinig heeft dit
gescheeld). Want dan zou onze
burgerij grootendeels onbeschermd
zijn overgeleverd geweest aan de
dood en vernieling verspreidende
Men heeft den Europeeschen
oorlog lang zien aankomen; hij
duurt nu al ruim een half jaar. Er
is alle tijd geweest om, tegelijk
met de militaire verdediging, de
luchtbescherming der bevolking
van hoogerhand degelijk te orga-
niseeren en paraat te maken.
Maar de Regeering gaat n u ex-
penmenteeren. Experimenteeren
het goede, dat door particuliere
met een anderen opzet van de on
toereikend en ondoelmatig geble
ken particuliere en vrijwillige
hulp. Experimenteeren ook naar
mr. Mulder meedeelde ten aan
zien van de eischen, welke aan
schuilplaatsen en schuilloopgraven
(ook schuilplaatsen, die in den
•handel zijn) moeten worden ge
steld.
Mr. Mulder scheen nogal vol
daan te zijn over het materieel,
dat tot dusver door het Rijk aan
de gemeenten is verstrekt: ruim
65.000 gasmaskers, ongeveer 400
draagbare en rijdbare motorspui-
ten, ruim 4000 gas beschermende
kleedingcombinaties met rubber
laarzen en handschoenen, 900 si
renes Het lijken ons geen ge
tallen om bepaald trotsch op te
zijn na meer dan een half jaar
oorlog!
De mededeelingen, door mr. H.
W. J. Mulder, chef van de afdee-
ling Binnenlandsch bestuur van
het departement van Binnenland
sche Zaken, aan de pers gedaan
met betrekking tot de plannen
voor een reorganisatie van de
luchtbescherming, geven ons aan
leiding om nog eens op dit hoogst
belangrijke onderwerp terug te
komen. Men heeft deze uitvoerige
mededeelingen kunnen lezen in
ons nummer van Zaterdag 16
Maart; zij werden zooals daarbij
werd vermeld gedaan naar aan
leiding van het met 1 Mei a.s.
verleende eervolle ontslag aan
den gep. luit.-generaal P. H. A.
de Ridder als inspecteur voor de
bescherming van de bevolking te
gen luchtaanvallen. Blijkens een
latere mededeeling zal de heer de
Ridder, op verzoek van den mi
nister van Binnenlandsche Zaken
nog eenigen tijd als adviseur
op dit gebied aan het departe
ment verbonden blijven.
Ons hoofdartikel „Flink aanpak
ken” in het nummer van 9 Maart
j.l. twee weken tevoren dus
was gedeeltelijk gewijd aan de be
scherming van de bevolking tegen
luchtgevaar. Wij toonden aan, dat
deze bescherming bij de moderne
oorlogvoering een belangrijke aan
vulling is van de militaire verdedi
ging en betoogden, dat ons land
ten aanzien van die bescherming
op geen stukken na paraat is, hoe
wel toch iedereen moet begrijpen.
dat elk oogenblik de oorlog een
zoodanige wending kan nemen, dat
ook ons land daarin wordt meege
sleept. Wat de Gemeentebesturen
hebben gedaan, noemden wij vol
strekt onvoldoende, terwijl het
met de resultaten van het parti
culiere initiatief op dit gebied nog
bedenkelijker is gesteld. Onze con-
clusie was, dat de organisatie van 1
deze allerbelangrijkste zaak niet
aan particulieren mag worden
overgelaten en zelfs aan lagere
overheidsorganen, zooals de Ge
meentebesturen. niet mag worden
toevertrouwd, doch dat zij door de
centrale overheid, in nauwe sa
menwerking met de militaire ver
dediging en met dwingend gezag,
moet worden ter hand genomen en
geregeld, waarbij de krachtige
hand evenmin mag ontbreken als
het heldere hoofd.
I geworden? Dan is het te laat.
I want aan de vele duizenden, die
Jmen dan met geweld bij elkaar
F kan trommelen, zal men niets heb-
I ben, omdat ze ongeoefend zijn en
I niets weten of begrijpen van de
organisatie, waarin zij plotseling
zijn ondergebracht. Dan zal het,
wat men noemt een janboel wor
den, met al de vreeselijke gevol
gen daarvan voor de levens en de
bezittingen van de burgerij.
De Regeering schijnt het groote
gevaar echter nog steeds niet te
beseffen.
Zij gaat nu in de eerste plaats
verschillende inspecties concen-
treeren, inspecties van diensten,
die alle berusten op v r ij w i 11 i-
g e n arbeid in het belang onzer
gemeenschap en op bereidverkla
ring tot daadwerkelijk optreden in
overhoopte dagen van gevaren ter
bescherming van de burgerbevol
king. Dit zal gepaard gaan met
een interne reorganisatie van de
gecombineerde diensten (luchtbe
scherming, burgerwachten en re-
geeringscommissariaat voor den
vrijwilligen burgerlijken dienst).
Wij lezen van vier regionale in
specteurs onder leiding van een
centralen inspecteur, van hun a d-
v i e z e n aan gemeentelijke en
provinciale besturen, van een cen
trale commissie van advies voor
den vrijwilligen burgerlijken
dienst
Maar dat nu eindelijk de zaak
vlug en krachtig op pooten zal
worden gezet met overheids
gezag, van boven af opgelegd en
geregeld, dat leest men niet. Wèl
over: overleg met de burge
meesters omtrent een verderen
uitbouw van de genoemde v r ij-
willige diensten.
Men behoeft zich daarover niet
al te zeer te verwonderen. Immers,
mr. Mulder constateerde „met vol
doening”: „De bereidheid tot vrij
willig dienstbetoon is in ons land
in ruime mate aanwezig”. (De
moeilijkheid ziet hij voornamelijk
in encadreering en instructie).
Deze opvatting lijkt met de feiten
toch wel in flagranten strijd; al
weer behoeven wij slechts naar de
ervaring in onze eigen gemeente
te verwijzen.
Dit optimisme over de bereid
heid tot vrijwillig dienstbetoon is
ook moeilijk te rijmen met de vol
gende uitlating van mr. Mulder: persoonlijke belang van afzeuder-
„Terwijl toch de overheidslucht-
bescherming haar voltooiing na
dert” (nadert... na ruim een
half jaar oorlog), „is de zelfbe
scherming, althans in vele gemeen
ten nog in haar aanvang s-
stadium.”
Daaruit zou mr. Mulder dan
toch met ons moeten concludee-
ren, dat het particuliere initiatief
en de vrijwilligheid ons nog niet
ver hebben gebracht!
Wij mogen niet ontkennen, dat
men op één punt wel een stap in
de goede richting wil doen.
„Daar overheidsbescherming en
zelfbescherming feitelijk een ge
heel vormen, acht de minister
eenheid in de leiding noodig en hij
heeft nu de gewenschte maatrege
len genomen om, voor zoover die
eenheid nog ontbreekt, deze op
korten termijn te effectueeren”.
„Vermeden dient te worden, dat er
twee (of meer) kapiteins op een
zelfde schip optreden. De algemee
ne leiding moet blijven waar £ij
volgens de wet berust, d.i. bij den
burgemeester, geassisteerd door
het daartoe aangewezen hoofd van
den plaatselijken luchtbescher
mingsdienst.”
Zoo zal men het dan nu eens
gaan probeeren met meer eenheid
in de leiding, bij behoud van het
reeds ondeugdelijk gebleken stel
sel der vrijwilligheid.
Met mr. Mulder waardeeren wij
organisaties, zooals de afdeelingen
van de Ned. Vereen, voor luchtbe
scherming, op verschillende plaat
sen is gedaan, maar het is ten
eenenmale onvoldoende omdat
dwingend gezag en discipline
bij dit werk even noodzakelijk als
bij de militaire weermacht
uiteraard ontbreken, en zullen
b 1 ij v e n ontbreken, ook bij meer
eenheid in de leiding.
De wrijving tusschen den minis
ter van Binnenlandsche Zaken en
het hoofdbestuur van de Ned.
Vereen, voor Luchtbescherming
spreekt in dit opzicht duidelijke
taal.
Z 4'
gW
- V»1 "V-
uur:
Een motorrijwiel moet op de drijfzak in evenwicht worden gehouden,
3
u..
zijn
Detailwerk van den brugslag.
No. 17526.
Schevenin gen.
u.;
u.;
De politiebrandweer
bluschte gistermiddag een schoorsteen
brandje in het perceel Smitsstraat 106.
8 u. 760 m.m.,
12 u. 760 m.m.; thermometer resp.
hedenmiddag 12
op
een der punten, waar wielrijders en mo torrijders met opgepompte drijfzakken
worden overgezet.
In dc afgeloopen weck kwamen te
Scheveningen met vérsche visch aan
de markt 7 motorloggers met een geza
menlijke besomming van 6633, 4 kot
ters met 458 en 8 motorschokkers met
te samen 1263. Tn totaal werd dus
deze week voor 8354 van uit zéé aan
gevoerde visch aan den Scheveningschen
vischafslag verkocht. De vischaanvoer
der motorloggers was deze week om-
vangrijker dan in de vorige week, toen
slechts 3 motorloggers markten.
De aanvoeren der schokkers
echter minder. Goereesche schokkers
zijn in de afgeloopen week in het ge
heel niet aan de markt geweest, gevolg
van het slechte weer.
Als de weersomstandigheden gunstig
zijn, zoodat de schokkers de visscherij
naar behooren kunnen uitoefenen is op
30 a 40 mijl uit den wal wel wat te
vangen. Dicht onder de kust is de vis
scherij echter nog schraal. Daarvoor
moet warmer weer afgewacht worden.
Hedenmorgen waren aan den afslag
te Scheveningen een tweetal motorlog
gers, welke tezamen ongeveer 800 aan
versche visch besomden.
Verder waren aan de markt een vier
tal schokkers, waarvan er twee mooie
besommingen maakten en wel ƒ231 en
400. De vischprijzen waren goed en
de tongen brachten van ƒ1.10 ƒ2.
per kilo op. De aanvoer van tongen
wordt wat beter en volgens de berich
ten uit zee vingen de loggers gedurende
de laatste nachten wat meer tongen.
vós®
hV's
£3 i<*
i
Barometerstand van hedenmiddag 12 nir
Het dunne pijltje geeft den stand aan
van gisteren
at i S
o F-S
Barometer alhier v.m.
v.m.
8 gr. en 10 gr. Celsius
Barometer na
stationnair.
De heer H. W. Brummelkamp, stations
chef te Voorburg, die 1 April a.s. zijn
40-jarig jubileum bij de Spoorwegen
hoopt te vieren. Op dezen datum zal
er gelegenheid zijn den jubilaris op het
station Voorburg te feliciteeren.
Verwachting tot den avond van 24 Mrt
Wind, zwak tot matig, Zuidelijk tot
Westelijk, aanvankelijk zwaarbewolkte tot
betrokken lucht met eenigen regen, later
wellicht opklarend, weinig verandering
in temperatuur.
Het continentale gebied van hoogen
luchtdruk heeft zich naar het Oosten te
ruggetrokken De voor van lagen lucht
druk van het Oostzeegebied naar de
Noordzee is stationnair gebleven en is ge
leidelijk opgevuld.
Het geheele Westen is bedekt met een
uitgebreide en vlakke Oceaandepressie.
Randstoringen dezer depressie trekken
over West-Europa en geven het weer een
onvast karakter. Tusschen het Noorden
en Zuiden zijn de -tegenstellingen zeer
groot. Scandinavië, de Baltische staten,
het Oostzeegebied zijn nog bedekt met
een uitgestrekt vorstgebied.
De storingsfronten van de Oceaande
pressie bewegen zich langzaam van Oost
naar West en reiken tot in het Middel-
landsche zeegebied De neerslag blijft over
al beperkt tot kleine hoeveelheden.
Zonsopgang: 24 Maart 5.54 u., 25
Maart 5.52 u., 26 Maart 5.50 u.
Zonsondergang: 24 Maart 6.20 u.,
25 Maart 6 21 u., 26 Maart 6 23 u.
Lantarens aan: 24 Maart tot 5 25
u.. v.m. 24 Maart 6.49 u nam.. 25 Maart
tot 5.23 u. v.m 25 Maart 6 50 u nam.,
26 Maart tot 5.20 u vm.. 26 Maart 6.52
u. nam.
Hoogwater te
24 Maart ’smorg. 2 20 u., nam. 2 40
25 Maart ’smorg 3 u.. nam. 3 20
26 Maart ’smorg. 3 40 u.. nam. 4 u.
Dinsdag geen schietoefeningen op het
strand.
Z.K.H. Prins Bernhard bezoekt de manoeuvres.
.1