HAAGSCHE COURANT DE ZWARTE ORCHIDEE PUROL er op dan blijven re zacM en mooi. STADSNIEUWS Woensdag 21 Maart 1940. -1 NEDERLANDSCHE MAAT SCHAPPIJ VOOR NIJVER HEID EN HANDEL DE DEPARTEMENTEN VAN ALGEMEEN BESTUUR mi VIERDE BLAD. KEURING VAN ROODE KRUIS HONDEN De heer Verhoef temidden van het personeel van zijn afdeeling. FEUILLETON. Wordt vervolgd,]! HET SPOORWEGPERSONEEL EN DE DUURTE ZILVEREN JUBILEUM G. J. A. VERHOEF Denk je van nieti - ..Ik doe altijd Monroe, die nieis osa handen De heer J. de Bruin spreekt over: Ervaringen met de ongeschoolde jeugd Besturencongres hier ter stede als Thans 1187 jongens ingeschreven. (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XI. No. 17528. be de ge- om be- De jaarlijksche keuring van Roode Kruis-honden wordt dit jaar gehouden op Zaterdag 20 April op het landgoed „Terhorst” te Wassenaar, hetwelk voor deze gelegenheid welwillend ter schikking is gesteld door H. M. Koningin. Heden vierde de adjunct-commies, de heer G. J. A. Verhoef, zijn zilveren jubileum bij het departement van De fensie. In bijzijn van zijn echtgenoote, zoon en dochter, zoomede het perso neel van de Xle afdeeling, waaraan de heer Verhoef is verbonden, werd deze toegesproken door zijn chef, den heer A. A. Gerritsen, hoofd van genoemde afdeeling. Spreker memoreerde, dat de heer Verhoef, die in 1915 als tijdelijk schrij ver het departement betrad, thans zijn tweede mobilisatie medemaakte en uitte zijn bewondering voor den ijver en werklust, welke de jubilaris steeds aan den dag heeft gelegd. Dat men ook van de zijde van zijn superieuren deze plichtsbetrachting op hoogen prijs heeft gesteld, is wel gebleken verleden jaar, toen de heer Verhoef werd bevorderd tot adjunct-commies. Als stoffelijk blijk van waardeering bood spreker den jubilaris namens het gezamenlijk personeel een salonlamp aan, tevens overhandigde hij aan mevr. Verhoef een bloembouquet. De heer Verhoef dankte met eenige welgekozen bewoordingen. Daarna was er gelegenheid den jubilaris persoonlijk geluk te wenschen. De verschijning in de rimboe. Carson nam de blaaspijp op en be schouwde die nauwkeurig. Hij had zoo’n wapen verscheidene malen in Borneo gezien en de aanwezigheid daarvan in Dixon’s huis was, volgens hem, niets buitengewoons, aangezien dit een reissouvenir van hem zou kun nen zijn. Ik geloof niet, dat het iets met den moord uit te staan heeft, merkte hü na een poosje op. „Ruwe handen?" In tuben van 4 5 et In doexvn »vn 60 ct. an 30 ct. 11 - Ter ondersteuning van de reeds ge- ruimen tijd door de erkende spoorweg- vakbonden, onder leiding van den per- soneelraad der N. S„ gevoerde actie ter verkrijging van een duurtetoeslag als compensatie van de aldoor oploopende kosten voor levensonderhoud, zal op Donderdag 18 April a.s. om half twee in den Dierentuin, alhier, een besturen- congres worden gehouden. Het congres staat onder leiding van den Personeelraad. Als spreker zal op treden de heer H. J. van Braambeek, voorzitter van den Personeelraad. Op 8 April zullen de hoofdbesturen van de vijf erkende organisaties combineerd vergaderen, eveneens de duurtetoeslagactie nader te spreken. Van 1 April af weer een tentoonstelling. Van 1 April a.s. af zullen wij weer werkstukken tentoonstellen, die van 1 December af gemaakt zijn. De leer krachten, de helpers van „meester” de Bruin, zijn grootendeels uit de jongens zelf voortgekomen. Het werk dat afge leverd wordt is niet altijd volmaakt, 'maar het is als het leven zelf: strijden, vallen en opstaan. Een dankbaar applaus vertolkte de warme gevoelens der toehoorders. De heer Zaalberg, nam het woord, om te verklaren dat het ’t beste zou zijn niets meer te zeggen, ook niet tot den heer de Bruin zelf, die meer dan in hem geen waarom, over onbe- woorden kan worden uitgedrukt, heeft laten voelen en zien wat er in zijn werk zit. Daarvoor heeft hij belangstelling we ten te wekken. Afdeeling ’s-Gravenhage van „Vakopleiding”. sen van dat edele dier tusschen de boomen van een wagen, waarbij het dan nog voorzien wordt van oogklep pen. Zoo schrijdt de beschaving voor waarts! Of achterwaarts, bij tijden vraag ik mezelf af, of het wel allemaal de moeite waard is. Deze manie om din gen te veranderen zou wel eens kun nen leiden tot een crisis. Indien we op deze wijze doorgaan, hebben we over een half millioen jaren niets anders om naar te kijken of om te bewon deren, dan een groote massa machine rieën en kunstwerken. Dat moet een man als jij toch een groot genoegen doen. Daar ben ik niet zoo zeker van. Het zijn niet zoozeer de machinerieën of datgene wat je tot stand gebracht hebt, hetwelk je dat genoegen ver schaft, als wel het bewustzijn, dat je tegen iets vecht en overwint. En het gaat ermede als met alle andere ge vechten. Wanneer je je tegenstander tegen de wereld geslagen hebt, dan krijg je medelijden met hem en wilt hem weer op de been helpen. Het gesprek verbaasde Monroe, want Carson was anders niet erg vat baar voor metaphysische argumenten. Het was een zeker bewijs, dat hy zichzelf niet was. Ik ben bang, dat je je hier doode lijk zult vervelen, zeide Carson. Toch niet, ik vind alles hier bui tengewoon interessant. te komen en de vrouw achterna te gaan, die hem oogenschijnlijk met zulk een gebrek aan consideratie be handeld had. Er is nog iets anders, Ned, zei de Monroe rustig. Iets, wat jelui beiden, Murcheson en jij, niet gezien hebben. Wat bedoel je? Ik zal het .je laten zien. Hij liep naar de suit-case, welke Wah in de hut gebracht had en, deze openend, haalde hij er een holle bam boe uit van ongeveer één meter leng te en eenige kleine gevederde stokjes. Carson deed zijn oogen wijd open, toen hij tot het besef kwam, wat het voor dingen waren. Een blaaspijp en pijlen! Mijn vrienden, die Tresa’s bunga low huurden, hebben dit achter de boekenkast gevonden in de kamer, waar Dixon vermoord werd. Het be- teekende voor hen al heel weinig, om dat zij kersversch uit Engeland zijn. Wat maak jij hieruit op? te doen Zij worden werkloos, er toch behoefte bestaat aan vak-bekwame arbeiders. Het hoofdbe stuur dient zich omtrent dit onderwerp te oriënteeren. Vandaar deze gecombi neerde vergadering. In de eerste plaats 2^ medewerking van de werkgevers noodig zijn. Spr. hoopte, dat meer werk gevers zich tot de afdeeling „Vakoplei ding" zouden wenden. Daarna droeg hij het voorzitterschap der vergadering aan den heer C. J. P. Zaalberg, voorzitter van het departement over. Inleiding van den heer J. de Bruin. Meester” de Bruin, leider van het Clubhuis „De Musschen”, Rijswijksche- straat no. 157 (bij de Hoefkade) hield vervolgens een inleiding over zijn erva ringen met de ongeschoolde jeugd, of liever hij vertelde ervan, boeiend, zijn gehoor pakkend, van zijn enthou siasme voor zijn zware, maar toch zoo dankbare werk, van zijn liefde voor de misdeelden onder de jeugd en onder diegenen van onze medeburgers, die werken willen, maar niet aan den slag kunnen komen en van allerlei demorali- seerende invloeden het slachtoffer drei gen te worden, iets mededeelend aan zijn gehoor, dat onder den indruk kwam van zijn woorden. Spr. nu zeide, dat naarmate de depressie, welke door oorlogsinvloeden nog wordt versterkt, voortduurt het vraagstuk van de ongeschoolde jeugd klemmend voor de samenleving is ge worden. Niettegenstaande de geweldige ontwikkeling van de psychologie weten wij van deze jongens weinig af. De vereeniging voor de Haagsche jeugd, waarvan het Clubhuis uitgaat, is in 1926 opgericht. Zij heeft in haar eerste jaren met groote moeilijkheden, verdrietelijkheden en teleurstellingen te kampen gehad. Aanvankelijk had zij plaats voor een honderdtal jongens, van den leeftijd van 14 tot 26 jaar. Zij wilde haar zorgen in de eerste plaats uitstrek ken over de jongens uit een stadswijk brekkig zijn, maar de bestellingen, welke het clubhuis opkrijgt, bewijzen dat er ook veel werk wordt geleverd, dat af is. Het werk moet de afspiege ling van het kind zijn; de jeugd moet eerst een worsteling doormaken. Op voedkundigen hebben sceptisch erte genover gestaan, maar de jongens wa ren actief bezig in vrijen arbeid. De resultaten hebben geleerd, dat het kind, dat iets gemaakt heeft, met scheppenden arbeid is bezig geweest, niet zoo gemakkelijk meer vernielt. Wanneer het element van verniel zucht, dat in ieder schuilt, zich op slooperswerk bijv, een oude auto heeft kunnen botvieren, zoekt het op bouwende element zich een weg en be gint de constructieve arbeid. Spr. stond vervolgens stil bij de dege- neratie-verschijnselen, die de werkloos heid begeleiden en de goede resultaten welke zijn bereikt met het door werk- loozen laten vervaardigen van kinderle- dikantjes voor hun eigen gezin. Ze moe ten eerst een sterk minderwaardigheids gevoel kwijt raken; zij zijn bang voor critiek op een soort arbeid, die zij niet gewend zijn geweest. Volgens den heer de Bruin zou het kind van zijn 10e jaar af op school tot zijn 14e aan ar beid gebonden moeten worden, om iets van de bestemming van zijn leven te leeren kennen. Hij verhaalde ook van de resultaten met achterlijke kinderen in het Clubhuis, die inspireerend heb ben gewerkt op de methoden aan de school voor buitengewoon lager onder wijs aan de Hooftskade. In het Club huis wordt de geestelijke belangstelling opgevangen en tracht men haar te doen beantwoorden aan de behoefte. Zoo ook op het gebied van de kunst. De „Mus schen” zijn gevoelig voor klassieke mu ziek, als ze maar wordt uitgevoerd door de beste krachten. Zij hebben zelf een moeilijk stuk als Shakespeare’s „Midzomernachtdroom” opgevoerd! Bui ten .in het kampleven bij Otterlo kwamen ze onder den indruk van de natuur. Zij hebben ’t door verkoop van werkstukken klaar gespeeld om 3000 op te brengen voor het clubhuis. begon zich spoedig voor het onder handen zijnde werk te interesseeren. Den geheelen dag door waren de onver moeibare machines bezig met het weg halen van den maagdelijken grond, terwijl de boormachines en de spring stoffen geducht onder de rotsen huis hielden. Carson legde hem in korte woorden uit, hoe de waterval, tenmin ste het noordelijk gedeelte daarvan, omgelegd moest worden en rekende hem nauwkeurig voor, hoeveel elec- tr'ische energie dat. zou kunnen opleve ren. Benedenstrooms was een sleepboot bezig, zich een weg te banen naar de ruwgebouwde kade, terwijl de door de ze gesleepte schuiten afgeladen waren met allerlei soorten van gereedschap pen en machine-onderdeelen. Het geraas van de machines, het gezoem van de zaag, het geklikklak van het metaal, het weergalmen van de hamers en de menschelijke geluiden vermengd met het donderend geweld van den neerstortenden waterval, wa ren in zonderlinge tegenstelling met den nacht, als alleen het vallende water de akelige, doodsche stilte verbrak. Gelijk een leger van mieren zwerm den de mannen over dit kleine gedeel te van de aardkorst, hetwelk zij on der de dwingende kracht van één geest... dien van Carson, zichtbaar veranderden. Dit soort van werk is juist'iets voor jou Ned. Het is in ieder geval mannen werk. Maar somtijds overvalt mij een gevoel van schuld. We zijn bezig de aarde van haar schoonheid te beroo- ven. Het heeft wel iets van het vangen hacQ-Vaa een wüd Op het oogenblik staan 1187 jongens ingeschreven, van wie 512 kinderen van 6 tot 13 jaar. De overige zijn ouder; er zijn jonge mannen en ook dertigjarigen bij. Ongeveer 600 komen er per dag, op verschillende uren in het clubhuis. Zij zijn vrij zich te be geven naar de afdeeling, welke zij ver kiezen. In de eerste weken veroorzaakt dit eenige onrust, maar dan hebben de „musschen” het plekje gevonden, waar ze denken hun nestje te kunnen bou wen. Zij kunnen zich nestelen op een der volgende afdeelingen, voor: schil deren, metaalbewerking, timmeren, fi guurzagen, teekenen, boetseer en, snij werk, in de zaal voor tooneel en zang, in de ontspannings- of de leeszaal. Daar kunnen zij hun scheppend vermo gen ontwikkelen, daar kunnen zij hun activiteit en belangstelling ontplooien, daar komt hun ziel, de bron van alle genialiteit tot leven en leeren zij iets verstaan van de vreugde van den ar beid en rijpt de voldoening over een af geleverd stuk werk. „Laat ze werken” is de leuze van den heer de Bruin. In het licht daar van moet men z.i. de resultaten zien. Het resultaat zal hier of daar wat ge- Tresa, wat zijn geest bezig hield en hem belette in slaap te vallen. Hij twijfelde er niet meer aan of Tresa was Armstrong achterna gegaan. Maar waarom was zij daartoe zoo plotseling besloten, toen zij op het punt stond in het huwelijk te treden? Wat had zij gehoord of ontdekt op dien avond in het veraf gelegen Essex? ’t Mysterie van den moord interesseerde hem minder dan het welzijn van Tre sa. Een vage angst maakte zich van hem meester, een angst, welken hij maar niet van zich af kon zetten. Hij staarde over de donkere rivier naar de schier onontwarbare rimboe op het verdere oevergedeelte. Over alles heen lag een beklemmende stilte. Toch wist hij, dat de in elkaar gevlochten vege tatie een heirleger van kruipend on gedierte, moordende koortsen en ver scheurende dieren herbergde. Maar het weten van dit alles deerde hem vee] minder dan het besef, dat de vrouw, die hem zoo dierbaar was, het sinis tere personnage op het spoor was, dat op dien gedenkwaardigen avond na tienen in de bungalow geweest was. Stel je eens voor, dat zij elkaar ontmoetten! Hij kromp ineen bij de gedachte. Wat kon een meisje tegen een dergelijken bruut uitrichten! Waarom had zij in vertrouwen gesteld waarom? Zelfs toen de slaap hem kwam, spookten deze antwoorde vragen door zijn brein. Hij was blij, dat de morgen aanbrak en de zon opkwam om eenige der vreeselijk- ste schrikbeelden van den nacht op de vlucht te jagen. Discussie. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan door enkele toehoorders gebruik wend ge maakt. In antwoord hierop deelde de heer de Bruin nog mede, dat het een van de problemen van dezen tijd is om van de ongeschoolde jongens' weer bruikbare werkkrachten te maken. Van gemeentewege krijgt hij niet de mede werking, die hij voor de plaatsing der arbeidskrachten wel zou wenschen. De bedrijven vragen die wel eens bij hem aan. (Ook in ander opzicht verloopt de samenwerking met de gemeente soms niet prettig. Zoo werd den jongens de gymnastiekzaal afgenomen, die stempellokaal dienst moest doen). Spr. adviseerde, dat de bedrijfshoof- den zich met elkaar zouden verstaan, in samenwerking met „Onderwijs” om tot den reeds door haar bepleiten arbeid op school voor 10-14-jarigen te komen. Op school kan men uitmaken, voor welk beroep de jongens 't meest geschikt zijn. Tusschen de werkgevers en het Club huis moet contact zijn. Er moeten weer clubhuizen voor ongeschoolde werk krachten komen. De werkgevers zouden eenmaal per dag de jongens in die club huizen moeten laten werken en door een wat langere vacantie te geven bijv. 14 dagen hen ook in de gelegen heid stellen in een zomerkamp (waar ook arbeid verricht wordt) een moreele opvoeding te krijgen. Op de vraag of een psychotechnisch onderzoek bij de beroepskeuze niet wenschelijk zou zijn, antwoordde de heer de Bruin, dat dit onderzoek onge twijfeld een belangrijke factor zou kun nen zijn, mits het met alle liefde voor en kennis van de jongens wordt ver richt. Achterlijken zullen weliswaar niet volslagen vakarbeiders worden, doch zij kunnen eenvoudig werk leeren verrichten, dat toch ook gebeuren moet en zich daardoor nuttig maken. Van den invloed van het „Musschenwerk” blijft ook bij hen, die, van den goeden weg afraken, zooveel in de ziel achter, dat het in later jaren dit bewijst de er varing een element voor de zedelijke verbetering wordt. De heer Zaalberg zeide tenslotte nog, dat het vurige geloof van den heer de Bruin, dat in ieder mensch ook leeft, dat tot hooger leven kan voeren, ons, die tot de bevoorrechten behooren een taak geeft, om bij dat werk te helpen. Spr. dankte den heer de Bruin hartelijk voor de verrijking, welke hij allen in deze uren gegeven had. Applaus vertolkte de instemming der aanwezigen. Westeinde en omgeving waar de woningtoestanden veel te wenschen overlieten, waar de gezinnen niet over geregelde inkomsten beschikten, de vaders meestal zelf geen vak hadden geleerd en de kinderen feitelijk op de straat opgroeiden. Natuurlijk zouden jongens uit andere buurten eveneens welkom zijn. Maar het bestuur had rekening te houden met de eigenaardige mentaliteit in zoo’n wijk, waar men zich sterk aan de omgeving en de woning hoe slecht ook heeft gehecht, waar ieder iedereen kent en men alles van elkaar weet, kortom met een samen leving, die een zekere sfeer van onder ling vertrouwen en solidariteit schept, waarvan men zich niet gemakkelijk losmaakt. De persoonlijke eigenaardigheden, in zoo’n milieu tot ontwikkeling gekomen, zijn bijna evenzoovele staketsels voor hen, die zich voor sociaal mededoogen geroepen gevoelen tot een nieuwe beter leven wekkende taak. Het zijn eigen aardigheden, welke men kan samenvat ten in den term „onmaatschappelijk heid”, de uitwassen daaronder begre pen, welke noodwendig op den duur tot een gang- naar de justitie moeten leiden. Wij hebben dit in enkele regels samengevat, omdat de bijzonderheden, welke de heer de Bruin vertelde, ons buiten het bestek van een vergade- ringsverslag voor een dagblad zouden voeren. Maar de leider van het club huis en zijn helpers en helpsters onder wie hij in het bijzonder de ge waardeerde medewerking van zuster Pierson roemde hebben zich door de „ontzettende worsteling” in de eerste 2, 3 jaren niet laten overweldigen. Spr. vertelde, zich bij zijn werk niet te heb ben kunnen laten leiden door de vast gestelde opvoedkundige dogma’s. Als er soms krachtige middelen aange wend moesten worden, dan geschiedde dit uit spreker’s diepe geloof in de uiteindelijke goedheid van den mensch, ook van deze jeugd. Haar wangedrag hebben we te beschouwen als een deel van onze schuld. Uit de eerste tentoonstelling van werkstukken hoeveel er aan deze nog mocht ontbreken was spr. ge bleken dat er een kleine kern van jon gens aan het werken te krijgen was. Toen er eens een ernstig conflict was geweest, is dat in een „algemeene ver gadering” besproken. Daaruit is een sterker contact met de jongens ge groeid. Sinsdien zijn die vergaderingen blijyen bestaan. Daar hoort men hoe de jongens reageeren. Door huisbezoek werd ook met de ouders, wier verant woordelijkheidsgevoel dikwijls gelukkig ontwikkeld is, meer contact verkregen. Hoe was nu die eerste arbeid der jongens? Spr. waarschuwde zijn toe hoorders ervoor, om zich los te maken van alles wat op dat gebied bestaat. Het individueele is voor hem het be langrijkst. Deze jeugd moet vrij zijn; ze moet onbelemmerd in het clubhuis kunnen komen. Waarom zou het? Dixon werd door ruw geweld gedood. De dokter heeft zulks pertinent verzekerd. Dat is allemaal zeer wel moge lijk. Maar heb je de punten van de pijlen goed bekeken? Er zit een kristallen korst op. Vergif. Dat is toch zeker niets onge woons., Dat weet ik, maar ik kan je ver zekeren, dat dit vergif niet van in- landschen oorsprong is. Het is zeer bekend in de medische wereld... een chemisch preparaat en doodelijk. i Carson trok zijn wenkbrauwen op bij hét hooren van deze opmerking, maar toch begreep hij niet, wat dit gif met den dood van Dixon te maken had. Het gif past in geen enkele hy pothese, protesteerde hij. Nog niet, maar dat kan nog ko men. De betreffende kwestie is buiten gewoon verward... een wanhopige Chineesche puzzle. Wat zou die blaas pijp ermede te maken hebben? Welke 'rol speelt de geheimzinnige koffer in dit drama? Het is wel mogelijk, een theorie op te bouwen uit het voorko men van de zwarte orchidee en het vermiste manuscript, maar al zou mijn leven ervan afhangen, dan be- grijp ik nog niet, wat dit wapen met i het drama te maken heeft, noch de koffer, welke in een paar uur tijds verscheen en verdween Nadat Monroe naar bed gegaan was zat Carson nog over het gesprek na te denken. Maar het was hoofdzakelijk i het gedeelte» wat betrekking had In een gecombineerde vergadering yan het departement ’s-Gravenhage van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel met de afdeeling ’s-Gravenhage van „Vakopleiding” van dit departement heeft de heer J. de prUin, leider van het Clubhuis „De Musschen” gesproken over zijn erva ringen met de ongeschoolde jeugd. Deze voordracht werd gehouden in de ver gaderzaal van de „Haagsche Courant” en door een aandachtig gehoor bijge woond. De secretaris van het departe ment, ir. J- M. Steffelaar, tevens voor zitter van het bestuur van „Vakoplei ding"- afdeeling den Haag, sprak een inleidend woord, waarin hij de aanlei ding tot deze gecombineerde leden-ver- „adering uiteenzette. Deze was o.m. het feit, dat werkgevers, die in hun fabrie- jjen massa-artikelen vervaardigen aan ongeschoolde jongens tot hun 18n of 19n Jaar arbeid kunnen verschaffen. maar na dien leeftijd niet meer, om- dat ze dan te duur worden. De vraag doet zich voor, wat is er nu voor die jongens terwijl Hij stond op en liep het kleine ver trek opgewonden op en neer, daar de sombere veronderstellingen in zijn geest vasteren vorm aannamen. - Een oogenblik geleden dankte ik den hemel voor dit werk, mompelde hij - En nu... zou ik den hemel dan ken, als ik vrij was en deze kwestie tot het bittere einde kon uitzoeken. Een blanke vrouw met een handjevol inlanders in de rimboe. Dat zijn allemaal vermoedens, zeide Monroe. Maar die door de feiten worden gerechtvaardigd. Nu dacht i a ik den waterval aan banden zou leggen en nu legt de waterval mij Vast door deze ploeg mannen en al die machinerieën. Monroe bestudeerde hem oplettend. H(j kon zich in de diepte van Car- son’s emotie onmogelijk vergissen. Deze hield nog evenveel van Tresa als op den dag van hun vertrek uit Singapore. De onderbreking had niet den minsten invloed uitgeoefend. ij was er trouwens de man niet naar om de dingen gauw te vergeten. Hij trok hu aan de banden, welke hem aan «ya werk bonden— bunkerend om lo^ HUN ONTSTAAN EN ONT WIKKELING. In het gebouw „Unitas” aan dd Prinsestraat, heeft gisteravond voor het Plaatselijk Comité den Haag e.o. de heer C. D. van ’t Hoff, leeraar M.O. een voordracht gehouden, de eerste in een serie van vier, over het ontstaan en de ontwikkeling der departementen van Algemeen Bestuur. Spreker ving zijn causerie aan met op te merken, dat eenheid de voor naamste vereischte is van elke macht, welke tot besturen is geroepen. Wordt die eenheid gemist, dan is onzekerheid, zwakheid en besluiteloosheid het re sultaat. Alleen waar vastheid en veer kracht heerschen, daar is ontwikkeling mogelijk in den besten zin van het woord. Zonder eenheid zou de uitvoe rende macht in den staat haar taais bezwaarlijk kunnen volbrengen. Arbeidsverdeeling is ook in het staatsbestuur onmisbaar. De regee- ringstaak strekt zich over een menigte onderwerpen uit, onderwerpen van den meest uiteenloopenden aard. Zoowel de omvang der werkzaamheden als haar enorme verscheidenheid, leiden van zelf tot een splitsing van het Algemeen Bestuur in een aantal vakken of af deelingen, welke men gewoon is mi- nisterieele departementen of departe menten, van Algemeen Bestuur te .noemen. Wanneer wij de geschiedenis van de ontwikkeling van dat departementale huishouden nagaan, dan ïreft het ons, dat die onderwerpen, welke tot de oude departementen behooren, duidelijk den groei van het staatkundig leven weer spiegelen. Door het vermeerderde contact tus schen de staten, ontstond een gecom pliceerde buitenlandsche staatkunde en nu ontstond de politiek (het buiten- landsch bestuur) afgescheiden van de politie (het binnenlandsch bestuur). Dan zien we de defensie als een af zonderlijke tak van bestuur verschij nen en vervolgens richt men zich te gen de gevaren binnen eigen gebieds- grenzen, De eigen richting leidt tot het zelfstandig maken van de justitie als afzonderlijke tak van bestuur. Dit al les brengt mede een toenemend kosten- proces. Een fijnere belastingtechniek is noodig en veel geld voor leger en vloot. Zoo werden de Financiën een afzonderlijke dienst. Politie beteeken- de toen dus het geheele bestuur, met uitzondering vanbuitenlandsch be leid, de defensie, de justitie en de fi nanciën of, positief gezegd, de binnen- landsche zaken in den ruimsten. zin des woords. Wij vinden hierin terug'de namen van onze oudste departementen. Voor staten, welke een zwaren strijd hebben te voeren tegen den binnen- landschen vijand „het water”, zal uiteraard de waterstaat een afzonder lijke tak van bestuur kunnen zijn. En voor staten, welke zeggenschap over overzeesche gebiedsdeelen hebben, zal aanleiding bestaan om voor dit onder werp een afzonderlijk departement te formeeren. Hierna schetste de spreker den val van de oude republiek en de totstand koming van de staatsregeling van 1798. Krachtens deze staatsregeling werden acht departementen ingesteld. Aan het hoofd van een departement stond een „agent”. Ieder agent be noemde zijn vasten secretaris en ver dere bedienden. De geheele organisa tie van het algemeen bestuur was een getrouwe copy van de Fransche staats inrichting. Spreker gaf vervolgens een oves- l

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13