HAAGSCHË COURANT Vijf twintigjarig jubileum en STADSNIEUWS Donderdag 28 Maart 1940. Vijf opeenvolgende Schevemngsche geslachten NATIONAAL CONGRES „ONS ONDERWIJS, GEZIEN IN HET LICHT DER MODERNE PSYCHOLOGIE” A VIERDE BLAD. in waar- Vandaag en morgen te dezer stede IN In het Militaire Clubhuis *t Honk. Zee- OPENINGSREDE VAN MINISTER BOLKESTEIN „COMITÉ VOOR ECONOMISCHEN VREDE” FEEST- EN PROPAGANDA-AVOND VAN DE HAAGSCHE BURGERWACHT DE HEELE BUURT SNOEPTE BONBONS DIT BRACHT INBREKERS IN HANDEN DER POLITIE. HERDENKINGSSTOND TER NA GEDACHTENIS VAN WIJLEN GEN.- MAJOOR ALTING VON GEUSAU eerst in de gedachte, werk, dat de bond in tweede internationaal No. 17529. ONVEILIG STRAND. Het strand aan het Wassenaarsche Slag is onveilig tusschen de strand- palen 91 en 94, op Maandag 1 April a.s. van 10.30 v.m. tot 6 uur nam., wegens schietproeven met geschut. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het strand eerst dan weder toegan kelijk is, nadat de roode vlaggen, welke de onveilige strook aanduiden, zijn in gehaald, Burger den het residentie voor Daarnaast en voor congres Een paar minuten met den heer van Zeeland. Om 7 uur is de Belgische oud-premier, de heer Paul van Zeeland met zijn eigen auto hier aangekomen. Hij heeft in Hotel des Indes spoedig na aankomst, gedineerd in een aparte zaal met de overige leden van het comité, dat hier ter stede besprekingen zal voeren over zaken, die onder de competentie van de Internationale Kamer van Koophandel vallen. Tegen half tien was het diner ge ëindigd en ontving de heer van Zee land een paar journalisten, die om hem gevraagd hadden. De Belgische staatsman begon het ge sprek met de verklaring, dat hij geen interview kon toestaan. Gedurende zijn vele reizen en trekken van den laatsten tijd heeft hij nooit een verklaring aan de pers willen geven, omdat hij meent, dat dit onder de huidige omstandig heden niet gewenscht is. Als onderdaan van een neutralen staat gaat het niet aan nu een verklaring over den alge- meenen toestand te geven. „Dat stand punt moet u als Hollander begrijpen”, voegde de heer van Zeeland hieraan toe. Bovendien, zelfs al zou men wat willen zeggen over economische aange legenheden, dan is het toch niet te ver mijden, dat men politieke kwesties aan roert, omdat alle vraagstukken van den dag met elkaar verband houden. Men weet, dat de heer van Zeeland juist uit Amerika is teruggekeerd, waar hij de mogelijkheden van een oplossing van het vluchtelingen-vraagstuk heeft onderzocht. Ook daarover wilde de oud- minister-president geen concrete gege vens verstrekken. „Zou ik over dit punt Lunch van deelnemers. Naar wij vernemen, hebben 24 deel nemers aan de internationale conferen tie, die dezer dagen door het Comité voor Economischen Vrede alhier wordt gehouden, zich vanmiddag vereenigd aan een lunch in hotel Vieux Doelen, aangeboden door de Internationale Ka mer van Koophandel. VEREENIGING VAN ONDERNEMERS VAN BODEBESTELD1ENSTEN „DE SAMENWERKING” Op Tweeden Paaschdag hield de ver- eeniging van ondernemers van bodebe- steldiensten „De Samenwerking”, om vattend vrijwel het geheele boden wezen in de provincie Zuid-Holland rond het centrum ’s-Gravenhage, haar jaarver gadering in café „De Kroon” alhier. De voorzitter, de heer G. Lock, (Naaldwijk), verwelkomde de geheel voltallige vergadering en wijdde daar bij een treffend „In memoriam” aan den in 1939 overleden pionier, propagandist en voorzitter der vereeniging den heer M. P. van Blijswijk. Voorts memoreerde de voorzitter de directe en indirecte invloed van den uit gebroken oorlog op het goederenver voer, alsook de in de bodenbedrijven ondervonden stagnatie als gevolg van de mobilisatie, de opvordering van vele bedrijfsauto’s en de zwaardere lasten door de inwerkingtreding van het Rij tijdenbesluit, de prijsstijging van ben zine, banden en andere bedrijfsartike- len, door welke een verhooging der vrachttarieven onmogelijk kan uitblij ven. In dit verband wees de voorzitter nog op het onbillijke in de bevoorrechte positie der Spoorw'egen, welke nog niet tot vrachtverhooging zijn overgegaan, Begroetingsrede. Alvorens het woord aan minister Bol kestein was, sprak de voorzitter van den Bond, de heer J. D. Ros, een korte begroetingsrede uit. Hij herinnerde er aan, dat het op 20 Maart van het vorige jaar dertig jaar geleden was, dat de Bond ontstond uit de samenwerking van 20 Nederlandsche onderwijs- en opvoedingsvereenigingen na de tentoon stelling „Opvoeding van het kind” in 1908. Ter gelegenheid van het dertig jarig bestaan van den Bond wilde men °P andere wijze tot het onderwijs bij dragen dan door een tentoonstelling en men heeft daarom tot dit nationale con gres besloten, dat oorspronkelijk in de Kerstvacantie van het vorige jaar zou worden gehouden, doch is uitgesteld tot de Paaschvacantie. In verband met de tijdsomstandigheden heeft men feeste lijkheden achterwege willen laten en de voorkeur gegeven aan een werkcongres. Vervolgens bracht spr. den minister dank voor zijn bereidwilligheid om het eerevoorzitterschap op zich te nemen en het congres te openen en hij dankte alle anderen, die op eenigerlei wijze aan het tot stand komen van dit congres heb ben bijgedragén. In het militaire clubhuis ’t Honk in de Prinsestraat alhier heeft gisteravond een korte, stemmige herdenking plaats gehad van wijlen generaal-majoor jhr. J. Th. Alting von Geusau, in leven com mandant van het eerste legercorps. Het denkbeeld van die herdenking was uit gegaan van den grenadier Schaafsma en door het bestuur van ’t Honk over genomen. Aan de herdenkingsstond ver leenden hun medewerking de heeren C. van der Kraan (hobo) en K. de Rook (piano), leden van de Koninklijke Mili taire Kapel, die tusschen de toespraken het adagio van Fauré, een ^dagio uit een sonate van Handel en het eerste deel van de sonate in cis van Beethoven ten gehoore brachten. In zijn begroetingswoord heette de voorzitter, gep. generaal-majoor K. E. Oudendijk, de aanwezigen welkom, in het bijzonder mevrouw en freule Alting von Geusau en verschillende familiele den van den generaal, oud-minister J. M J. H. Lambooy, en de luitenant-kolo- nels Boots, secretaris van de Vereeni ging ter bevordering van de Krijgswe tenschap, Scherpenhuyzen, commandant van het regiment jagers en van Hilten, chef van den staf van het eerste leger korps, vrienden en naaste medewerkers van den generaal. Generaal Oudendijk wees in zijn toe spraak op de zeer groote belangstelling, uit alle rangen van het leger en alle kringen van» de maatschappij bij de teraardebestelling van generaal Alting von Geusau. Hij is in dienst van Ko ningin en vaderland gevallen, nadat hij een duintop beklommen had om een oefening ten volle te kunnen waarne men. Die groote belangstelling gold niet alleen den bekwamen officier, doch ook den mensch Alting von Geusau. Zijn groote bekwaamheden en talenten heeft hij ook buiten de weermacht aange wend, n.1. met het geschreven en ge sproken woord en steeds met overtui ging en bezieling. Spr. citeerde uit het boekje „Nederland is paraat”, dat kort voor zijn dood van de hand van den generaal is verschenen. Generaal Ouden dijk besloot met de verzekering, dat de herinnering aan een goed mensch, aan een vriend en voorbeeld van den Neder- landschen soldaat zal blijven. De grenadier Schaafsma, vervolgens het woord voerend, zeide gaarne uit drukking te willen geven aan de gevoe lens van de minderen van hun groote hoogachting voor den generaal. Over zijn kwaliteiten als hooge officier kon spr. niet oordeelen, Doch wel kon hij verklaren, dat de generaal als hooge chef een warm hart had voor zijn solda ten, hij was niet alleen een meerdere, doch ook een vader voor zijn troepen. De verslagenheid na het overlijden was dan ook groot onder de minderen, al dus spr. en langen tijd nog zullen zij aan hun generaal denken. Tot slot wer den op sprekers verzoek enkele ©ogen blikken van eerbiedige stilte in acht ge nomen. Receptie van het bestuw van het rusthuis van de Geref. Kerk van 's-Gravenhage-West aan de Scheepers straat ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan. Van links naar rechts de heeren J. van Es; H. G. van RopyenL. Buth S. Born tan, secretaris; F. Smit, voara.4 J. J» Kraan, alg. adj.O. Schaaff, penningna. Telegram aan H.M. de Koningin. Bij acclamatie werd tenslotte spre- ker’s voorstel aangenomen om het vol gende telegram aan H.M. de Koningin te versturen: „Het nationale congres, „ons onderwijs, gezien in het licht der moderne psychologie”, betuigt Uwer Majesteit eerbiedig zijn hulde en trouw. Het congres hoopt, dat zijn arbeid het Nederlandsche volk ten goede moge komen”. Vertegenwoordigsters van vijf opeenvolgende geslachten m een Scheveningsche familie. Van links naar rechtsJohanna GuitToet (23 jaar), Johanna de Roode—Roos (63 jaar), Gieltje Guit (6 jaar), wed. G. Roos—de Ruiter (85 jaar), Jacoba Toet—de Roode (44 jaar). wat vertellen dan zou ik de zaak scha den, waarvoor ik werk”, aldus de heer van Zeeland. „Over een paar weken zou hierover wel wat te zeggen zijn, maar dan ben ik hier niet meer”. Immers, einde April wordt de heer van Zeeland in Amerika terugverwacht en dan zal hij zijn besprekingen over het vluchtelingenvraagstuk voortzetten en, naar hij verwacht, tot een goed einde brengen. Onderhoud met dr. Colijn. Tenslotte vernamen wij nog, dat het comité heden den geheelen dag zou ver gaderen en dat de heer van Zeeland ge durende de paar dagen, dat hij in de residentie is gelegenheid hoopt te vin den met verschillende vooraanstaande Nederlanders in verbinding te treden, o.a. dr. Colijn. De internationale conferentie hier ter stede Omtrent de conferentie, welke dezer dagen hier ter stede wordt gehouden, vernemen wij, dat de hieraan deelne mende economen tezamen vormen „Het Comité voor Economischen Vrede”, het welk tijdens het congres te Kopenha gen in den zomer van het vorige jaar is gesticht door het Bureau van de In ternationale Kamer van Koophandel en door de Carnegie Endowment for International Peace. De bijeenkomst hier ter stede heeft ten doel het toe komstige programma van de Interna tionale Kamer van Koophandel te be spreken. Oud-premier Paul van land in de residentie. De Belgische oud-premier, de heer Paul van Zeeland, is gisteravond per auto uit Brussel in de residentie aan gekomen en heeft in Hotel des Indes zijn intrek genomen, evenals de Duit- sche en Zweedsche deelnemers aan de besprekingen van het Comité voor Eco nomischen Vrede. „DE GANZENHOEDSTER” DILIGENT! A. Friedelotje, de arme ganzenhoedster, die het met vrouw Stekenens lang niet goed getroffen heeft, gaat een schoonen prins, en een heel gelukkig leven zoe ken in het verre, gevaarlijke land van Koning Brombeer. Dit leek een heel ge vaarlijke onderneming en dat was het ook, maar de kabouters staan haar bij en bovendien een aardig, dapper vrien dinnetje, dat door de kleine boschman- netjes zoomaar uit een pop is getooverd. En in dat land van den nurkschen Brombeer luisteren de meisjes de too- verformule af, die den Prins, die daar als paddestoel een triest bestaan lijdt, weer tot zijn oude gedaante kan terug brengen. Dat gebeurt bok en Friedelotje be hoeft dan nooit meer naar vrouw Ste kenens terug, zij mag haar oude jurkje voor goed afleggen, om prachtige klee- ren aan te trekken als de prinses van den weer onttooverden Prins. Dit verhaal, doorweven met allerlei kleurige en fleurige scènes, is door het operette-ensemble van mevrouw Rem- my Chabot-de Joode gistermiddag in Diligentia in een charmante vertooning weergegeven voor een enthousiaste schare kinderen, die gesmuld hebben van het spel, de fraaie aankleeding en vroolijke- en spannende! tafereelen. In opperste spanning volgden zij de avontuurlijke reis van Friedelotje, die heel wat gevaren had te overwinnen, eer zij den Prins had gevonden en uit zijn paddestoel-gedaante verlost. De verzorging van het spel was als steeds voortreffelijk, en er werd braaf gelachen en een beetje benauwd geke ken, ook van tijd tot tijd, wanneer veldwachter Augustijn voor den dag kwam. De kabouters met hun dansjes, de twee snoezige, konijntjes, met hun aar dige versjes en juffrouw Bollewang, die telkens zoo grappig opdook, zij allen en de overige jeugdige optredenden had den de heele zaal mee. Het was weer een middag van puur genot, zooals we trouwens van dit uit stekende troepje onder mevr. Chabot’s perfecte leiding, gewend zijn. Vandaag en morgen wordt hier ter stede door den Bond ter beharti ging van de belangen van het Kind een congres gehouden, genaamd „Ons onderwijs, gezien in het licht der moderne psychologie”, waar van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het eere-voorzitterschap heeft aan vaard. In den nacht van den 2en Paaschdag dag bleek te zijn ingebroken in de fa briek der N.V. Paul Kaiser aan de Elandstraat. De daders bleken via een schutting aan de achterzijde, bij de Bloemstraat, op het dak van de fabriek te zijn gekomen, vaar zij een ruit bra ken en zich vervolgens lieten afzakken. Een doos gevuld met zestien pond bonbons, vier reusachtige chocolade- Paascheieren en, merkwaardige combi natie, een paar pakken spijkers, ver klaarden de inbrekers goeden prijs. De aard van het gestolene, gaf den Centralen Opsporingsdienst der politie aanleiding tot de veronderstelling, dat hier gelegenheidsdieven aan fret werk waren geweest, waarschijnlijk jonge lui uit de buurt. Dit vermoeden vond haar smakelijke bevestiging in hetgeen de recherche op straat in de omgeving zag, n.l. vele bonbons snoepende kinderen. Het on derzoek leverde weldra het gewenschte resultaat op, n.l. de aanhouding van vier jongelui, die verdacht worden zich aan den inbraak en den diefstal te heb ben schuldig gemaakt. Het zijn een 15-jarige jongen uit de Zorgvlietstraat, een 16-jarige uit de Sirtemastraat en twee 20-jarige resp. uit de Westerbaenstraat en de Bleekers- laan. De diefachtige, schoon milddadige jongens zijn in politiebewaring gesteld, in afwachting van hun verhoor, waar na zij aan hun ouders worden terug gegeven. Zeer groote belangstelling Onder buitengewoon groote belang stelling gaf gisteren de vereeniging „De Haagsche Burgerwacht” in den Dierentuin een feest- en propaganda- avond. Eenige honderden personen moesten bij den ingang van het hek worden teruggewezen, omdat velen meenden op vertoon van hun lidmaat schapskaart van de vereeniging toe gang te kunnen krijgen, hetgeen echter alleen was toegestaan aan houders van besproken plaatsen. Een en ander leid de tot moeilijkheden tusschen de sup poosten en betrokkenen. Agenten van de motorbrigade, onder leiding van den brigadier J. van Zijl, die eveneens voor een uitstekende verkeersregeling had zorg gedragen, waarborgden een ordelijk verloop. De groote zaal was tot de laatste plaats bezet, toen de waarnemend commandant, de heer Scheffer, met een woord van welkom den avond opende. De propagandarede werd uitgespro ken door den voorzitter der vereeni ging J. C. E. baron van Lynden. Spr. bracht allereerst dank aan de feest commissie en aan allen, die aan de totstandkoming hun medewerking hadden verleend. Spr. achtte de Bur gerwacht nog steeds noodig als anti- revolutie-apparaat, doch hoopte, dat de H.B.W. zich ook in andere richting zou mogen ontplooien. De gebeurtenissen in Spanje hebben de taak van de H.B.W. ook in ons land nog eens duidelijk on derstreept. Zij dient pal te staan voor vorstin en vaderland en al is het revo- lutiegevaar thans niet meer zoo sterk, paraatheid is een eerste vereischte. Leger en vloot waren tot voor enkele jaren afgetakeld tot onbruikbare in stituten. Gelukkig bleven er menschen, die het gevaar hiervan hebben ingezien en niet versaagden, zoodat hierin ge lukkig verandering is gekomen. Thans hebben wij weer een weer macht, waarop wij trotsch kunnen zijn en spr. bracht een woord van hulde en vertrouwen aan en in de mannen, die Hr. M.’s Leger en Vloot dienen. De taak van de Burgerwachten is klassiek nationaal. Zij is het hulpapparaat der overheid in moeilijke tijden. Spr. be treurde het, dat in de laatste jaren Vanochtend heeft minister Bolke stein dit congres geopend met een rede, waaraan het volgende ontleend is Aan de uitnoodiging van het bestuur om het nationaal congres „Ons onder wijs gezien in het licht der moderne psychologie” te openen, heb ik gaarne voldaan in de onderstelling, dat mijn opvatting dienaangaande ook de zijne zou zijn. De agenda van het congres, met zijn dertien sprekers en spreek sters, die tien onderwerpen zullen be handelen, is n.l. zoo rijk voorzien, dat de leiders der beraadslagingen alle moeite zullen hebben, binnen den aan gewezen tijd van twee dagen, alles samen te dringen. Voor een uitvoerige openingsrede is dan ook geen plaats, evenmin is er behoefte aan. Tweeërlei heb ik slechts te zeggen. Vooreerst een woord van dank voor wat de „Bond ter behartiging van de belangen van het Kind” in zijn dertig jarig bestaan ten bate van onderwijs en opvoeding van het kind heeft gedaan. De beide tentoonstellingen, die van 1908 onder den naam „opvoeding van het kind”, die van 1919 onder dien van „opvoeding van jeugd boven den leer plichtigen leeftijd” komen hierbij het het het voor zedelijke opvoeding in 1912 heeft ver richt. Door dit te noemen, noemt men slechts het uitspringende. Ongenoemd blijft dan het voortdurende en geregel de werk van den bond, waaromtrent wij recht hebben, gezien zijn aard, te ver trouwen, dat het in de aarde is ge vallen, is gestorven en daardoor vrucht heeft gedragen. Er is een tijd geweest, waarin nage noeg uitsluitend aandacht werd gewijd aan de vakkennis en de vakweten schap, waarmede men de school had te naderen. Uit dien tijd stammen de examen-programma’s van onderwijzers en van leeraren. Uit dien tijd dagtee- kent de meening, dat wie iets goed weet, het ook goed kan onderwijzen. In een tweede en volgende periode kwam naast de vraag van het wat ook het hoe Methodiek en didactiek bloeiden op. Eerst op de lagere school, zelfs zoo, dat daar voor het booze woord „vermethodieken” plaats was daarna op de middelbare. Maar deze methodiek en didactiek werden alleen opgebouwd uit den aard van het vas, van de wetenschap, die zij golden. De leerling bleef ook hierbuiten. Een derde periode was noodig, om ook en vooral aandacht voor den leerling te vragen, voor zijn geestelijke structuur in de verschillende phasen. Naar ik meen, is men in deze derde periode aan het juiste aanvangs- en uitgangspunt gekomen Inzicht in het wezen van den leerling. Zoo wordt de psychologie grondslag van het onder wijs, van het eigenlijke onderwijs en van de daaruit voortkomende onder wijsorganisatie. Prof. Casimir zal u op dit congres terecht aantoonen, dat hierbij nog geen algemeene wetenschap der psychologie kan gelden, maar dat wij allerlei aanduidingen nog moeten vinden in de verschillende psychologi sche richtingen. Dit congres heeft de behoefte van den tijd begrepen om tot meer gemeen goed te maken, wat langzaam aan nog slechts door een minderheid verstaan wordtDe kennis van den leerling moet de grondslag zijn van elke ond 'r- wij sbeschou wing. Ik hoop, dat de deelnemers, door het op het congres gehoorde versterkt, dit licht bij het Nederlandsche onder wijs zullen brandende houden. Hier mede verklaar ik dit „nationaal con gres” geopend. goed bedoelde, goedwillende en dik wijls goed georganiseerde vrijwillige uitingen van dienstverleening uit de burgerij zich hebben voorgedaan. Bur gerwachten hadden ter wille van de eenheid, belast dienen te worden met de organisatie der burgerlijke luchtbe scherming. Ook ten aanzien van andere onderdeden der burgerlijke dienstver leening was organisatie in één hand gewenscht. H. M. de Koningin heeft steeds van Haar vertrouwen in de Burgerwachten doen blijken. Spr. wees er nog op, dat er nog voor velen een plaats in de Burgerwachten is. Door subsidieverhooging heeft gemeentebestuur van de doen blijken van zijn sympathie het instituut. Vervolgens liet spr. nog een schuwing hooren tot hen, die een te groote belangstelling voor ons land aan den dag leggen. Gerekend moet worden op den krachtigen tegenstand van 8 millioen vaderlanders, die pal zullen staan, wanneer Holland’s grond gebied zal worden aangerand. Baron van Lynden besloot met een driewerf hoera voor onze Koningin, waarna staande het Wilhelmus werd gezongen. Hierna werd een afwisselend pro gramma afgewerkt. Door de muziek vereniging „De Haagsche wacht”, onder leiding van den heer Th. Kneifer, die zich ook reeds voor den aanvang had doen hooren, werden verschillende nummers ten gehoore ge bracht. De heer M. L. J. Hofstee fun geerde als conferencier, terwijl voorts medewerking werd verleend door leer lingen van mevr. R. Gaillard-Jorissen, die enkele dansen uitvoerden, door mevr. Corry van Eck-van der Vliet, die liederen zong, aan den vleugel be geleid door mevr. Hetty de Vogel- Schim van der Loeff en door de Rijs- wijksche tooneelvereeniging „De Put”, welke na de pauze het blijspel opvoer de „Waar vrouwen van hou’en”. Een bal, onder leiding van den heer A. Th. M. van Erp en met medewer king van de „City-band”, dirigent de heer Joh. H. Onstenk, besloot den ge slaagden avond doch wier millioenentekorten worden afgewenteld op de belastingbetalers. Een woord van bijzondere waardee- ring cn dank richtte de voorzitter tot den heer Ph. H. G. Korff de Gidts, die van de oprichting in 1921 af. op zoo eminente wijze het adviseurschap waar neemt en de leiding heeft van secreta riaat, boekhouding en adviesbureau. Door de heeren A. G. Zaat (Voor burg), en Joh. de Jong (Wassenaar), werden uitgebracht de jaarverslagen over 1939, resp. als eersten secretaris en eersten penningmeester, welke ver slagen getuigden van een opgewekt en actief vereenigingsleven, van den toe nemenden bloei van bond en bondsbe- stelhuis en van een voorzichtig en vooruitziend financieel beleid. De aftredende eerste penningmeester de heer Joh. de Jong, Wassenaar werd met algemeene stemmen als zoodanig herkozen. Besloten werd tot oprichting van een „Van Blijswijk-fonds” als een blijvende hulde aan den persoon van den overle den oprichter der vereeniging. Door den heer L. B. A. van Lingen, (Schiedam) werd een inleiding gehou den over den stand der hangende Over heidsbemoeiingen, waarbij hij wees op het toe te juichen voornemen van den minister van Waterstaat, om niet te wachten met de behandeling van uit voering van de Coördinatie van het goederenvervoer, daar het gevaar niet denkbeeldig is, dat bij het eind van oor log en mobilisatie, wanneer duizenden gerequireerde vrachtauto’s weder be schikbaar zullen komen, zeer vele ge- demobiliseerden met eenig vergaard kapitaal zich zullen werpen op het reeds overvoerde goederentransport, waardoor een chaotische toestand zou ontstaan. De resultaten van het bondsbestelhuis over het afgeloopen jaar waren zeer gunstig en beteekenden een record, waardoor de financieele positie weder zeer beduidend kon worden versterkt. Na afloop der jaarvergadering ver- eenigden zich alle aanwezigen aan een gemeenschappelijken maaltijd. fa*»* 1'1 niet

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13