HAAGSCHE COURANT DE ZWARTE ORCHIDEE Vrijdag 29 Maart 1940. RECHTZAKEN STADSNIEUWS DE NIEUWSTE MODE, J. N. VAN HANJA FEUILLETON. HET VERGAAN VAN DE „DEN HAAG” EN VAN DE „TARA” ZEVENDE BLAD. van R.. het VEREENIGINGEN (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XII. De niet te overbruggen kloof. een '£Wordt vervolgd. Behandeling door den Raad voor de Scheepvaart DIEFSTALLEN VAN WIJN, KOFFERS EN JASSEN. De 19-jarige sèhilder A. H. v. d. R. ha d in December 1939 en Januari 1940 eenige flesschen wijn, koffers en drie jassen ontvreemd uit den kelder van een flat, gelegen aan het Lyceumplein en uit een perceel op den hoek van de Anna Paulownastraat en het Prins Hen drikplein. De 22-jarige los-werkman J. B. had hem daarbij geassisteerd. Na verhoor van laatstgenoemde als getuige eischte het O.M. tegen den reeds twee maal veroordeelden verdachte een jaar gevangenisstraf. Zijn helper J. B., eveneens recidivist, hoorde dezelfde straf tegen zich eischen. een i in de en No. 17530 RIJWIELDIEVEN EN HELERS De 45-jarige koopman M. v. L., al hier, eveneens gedetineerd, had zich hierna te verantwoorden wegens diefstal van twee rijwielen, welke door de ge bruikers eenigen tijd onbeheerd waren gelaten, van een aantal rijwielbelasting- merken en wegens heling van veertien rijwielen, die hij, wetende, dat zij van diefstal afkomstig waren, had gekocht en weer doorverkocht. Ook deze verdachte, die tevoren nog niet wegens eenig misdrijf was veroor deeld, legde een volledige bekentenis af. Het O.M., waargenomen door mr. Co hen Tervaert, eischte tegen dezen ver dachte een jaar gevangenisstraf. De 35-jarige visscher W. G. v. L. uit Zoeterwoude, stond terecht wegens he ling van de gestolen veertien rijwielen. Hij zou geweten hebben, toen hij deze kocht, dat zij van misdrijf afkomstig waren. Als eerste getuige tegen dezen ver dachte werd de koopman M. van L. ge hoord, die verklaarde, ten huize der fa milie v. d. R. waar hij in Januari in de Gratis-bijvoegsel van de „Haagsche Courant” Raad voor de Scheepvaart. „HOFSTAD-CABARETVEREENIGING” Voor de verpleegden en personeel van het Nederlandsch Hervormd rust huis aan den Zuid-Buitensingel 1 zal de „Hofstad-Cabaretvereeniging” (secr v. Swindenstraat 99) onder leiding van den heer Jacques Bovet een gezelligen avond geven, ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana. Deze avond zal plaats hebben op 29 April a.s. Medewerking zullen verlee- nen de zangclub „Altijd bereid” onder leiding van den heer C. W. v. d. Lee- den, de humorist-conferencier Lou. Seton,, de mondaccordeonvirtuoos Jac ques Boveft, de tenor Coen Ruiven kamp, de heer Henk Sluiters accordeon- virtuoos en de heer Fürhling (citer), die tevens aan de piano zal begeleiden. maand zijn 65ste le- het dat be- Carson bevond zich op een nauw pad, dat zich door het oerwoud slin gerde. Aan beide zijden was de plan tengroei zoo dicht en ondoordringbaar, dat het welhaast onmogelijk was, dat de vrouw hierin een toevlucht gezocht zou kunnen hebben. Na eenigen tijd kwam hy op een plek, waar het bosch teekenen vertoonde, dat de vernielen de hand van den mensch aan het werk was geweest. Hij doorliep dat gedeelte en kwam aan den anderen kant aan een open ruimte, waarop een kleine voetafdruk zichtbaar was. Hij slaakte een zucht van verlich ting en vervolgde zijn weg langs den rand van een verborgen waterloop en bereikte tenslotte een kleine verhoo- ging. In de richting van het oosten zag hij niets dan een eindelooze vlak te begroeid met lang, dor gras en een paar minuten stond hy besluiteloos, welken kant hij zou uitgaan. Hij was wel genoodzaakt de kwestie aan het toeval over te laten en besloot de richting te houden, welke hij tot nu toe gevolgd had. Van één ding was hij wel heel ze ker... dat Tresa hem gezien en her kend had en vastbesloten was om hem te ontwijken. Na wat in Engeland ge- gebeurd was, behoefde hem zulks niet in het allerminst te verbazen. De re den, om hem op een dusdanige wijze woord te zeggen, stapte hij naar de opening in den muur van boomen en dooreengestrengelde planten. Arrondissements-rechtbank MUNTMETERS GELICHT De 22-jarige boekbinder J. v. d. alhier, thans gedetineerd, heeft zich te verantwoorden gehad wegens eenige ge vallen van diefstal van geld uit door hem met behulp van een looper gelichte muntmeters in perceelen gelegen aan'de Stortenbekerstraat, de van Ostadestraat en de Gerard Doustraat. Verdachte, die de hem ten laste gelegde feiten volledig bekende, hoorde door het O. M., waar genomen door mr. Cohen Tervaert, die er op wees, dat v. d. R. reeds vier maal tevoren was veroordeeld, gevangenis straf tegen zich eischen voor den tijd van één jaar en zes maanden. Mr. G. Smelt, de verdediging voerend, schetste verdachtes levensloop. Deze heeft, na op vrije voeten te zijn geko men, alle moeite gedaan om in zijn vak werk te vinden doch slaagde daarin niet. Steun kon hij niet bekomen bij maat schappelijk hulpbetoon, omdat hij bi. zijn ouders was ingetrokken, waar hij in een milieu geraakte, waar hij tot het plegen van vermogensdelicten werd aan gezet. Hij is toen in kennis gekomen met zekeren v. L. met wien hij er op uit is getrokken. Pleiter drong bij de recht bank aan op een clemente straf, zoo mo gelijk te ondergaan in Veenhuizen. kost lag, in relatie met verdachte te zijn gekomen. Deze had veertien rijwielen van getuige gekocht. Van het meeren- deel wist verdachte de herkomst. Hij had tenslotte aan getuige te kennen ge geven, dat hij er niet meer durfde te koopen, omdat hij vreesde er in te zul len loopen. De 22-jarige boekbinder J. v. d. R., die zich wegens het plegen van muntmeter- diefstallen te verantwoorden had gehad, verklaarde als getuige, dat zijn vader en anderen aan verd. rijwielen hadden verkocht. Deze getuige kwam terug op een bij het vooronderzoek afgelegde verklaring, inhoudende, dat verdachte bij het koopen van die rijwielen zou heben geweten, dat zij gestolen waren. Wel bleef getuige bij zijn verklaring, dat verdachte iets had gezegd van voorzich tig te moeten zijn. De 57-jarige havenarbeider H. v .d. R. legde een soortgelijke verklaring af. Hij had rijwielen aan verdachte verkocht, maar deze wist niet hoe de verkooper er aan was gekomen. Een gemeenteveldwachter uit Zoeter- woude, verklaarde als getuige a déchar ge, dat verdachte ter plaatse een goede reputatie geniet en nooit in conflict met de politie-autoriteiten is gekomen. Verdachte ontkende te hebben gewe- teh, dat de rijwielen van diefsta1. afkom stig waren. Het O.M., waargenomen door mr. Co hen Tervaert, eischte niettemin acht maanden gevangenisstraf tegen hem. Mevrouw mr. Broekhuysen schetste als verdedigster verdachte als een dorps- mannetje, die geen flauw begrip heeft van den handel ,zooals deze soms in een groote stad in practijk wordt gebracht. Hij verhuurde bootjes aan personen, die wilden gaan visschen. Ook de oude v. d. R. vischte bij hem. Deze trachtte op sluwe wijze zijn rijwielen bij verdachte aan den man te brengen en slaagde daarin. Hij ontving er veel meer voor dan ooit voor gestolen fietsen wordt be taald. Argeloos stonden zij bij verdachte buiten op zijn erf. Hij had ze niet eens opgeborgen. Pleitster meende, dat verdachte alleen wegens culpose heling zou kunnen wor den veroordeeld en vroeg vrijspraak van de primair ten laste gelegde opzettelijke heling. Ten aanzien van de schuldheling bepleitte zij oplegging van een voor waardelijke straf. Haar verzoek tot on middellijk invrijheidstelling van verd., willigde de rechtbank na raadkamer in. De uitspraken in deze samenhangende zaken werd vervolgens bepaald op 9 April. JAARVERGADERING POSTZEGEL- VERZAMELAARSVEREENIGING „PHILATELICA”. In de Nieuwstraat 28 hield de grootste Nederlandsche vereeniging van postzegel verzamelaars, „Philatelica”, gevestigd te dezer stede, haar 29ste jaarvergadering onder leiding van den heer C. J. Reyerse. Aanwezig waren 200 personen en het be stuur der afdeeling Utrecht. Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer J. N. H. van Rest, bleek, dat ’t aantal leden in 1939 steeg met 185. Het totale aantal leden bedraagt heden 1450. Wegens het vele werk voor de veree niging werden de heeren W. G. Verhoeff en C. J. Reyerse tot eere-leden benoemd. De heer A. F. Wiederhold werd als pen ningmeester herkozen. De heeren L. C. TA-wen en H. M. Saris werden als nieu we bestuursleden gekozen. Alle aanwezigen werden in de gelegen heid gesteld, eigenhandig hun prijs uit de jaarlijksche verloting van zegels te trek ken. meer dan het gebied der restaurantorganisaties een plaats van groote beteekent voor vele groot verlies. bedoeling zijner tal- der betrokken orga- om den scheidenden April in een hier ter houden bijeenkomst hun waar door zijn arbeid te doen blijken. te behandelen, was ongetwijfeld dezelf de, welke haar indertijd noopte om uit Engeland weg te vluchten... een reden, welke hy tevergeefs trachtte te doorgronden. Hij was zich bewust van een gevoel van weerzin, om een vrouw te volgen, die hem zoo duidelijk te kennen gege ven had, dat zij niets meer met hem te maken wenschte te hebben, doch zijn vurig verlangen naar eenige ver klaring was hem te machtig. Boven dien was hy van opinie, dat zy groot gevaar liep... zooal niet van de zijde van het inlandsche escorte, dan toch zeker van den man, dien zij, naar hij geloofde, najaagde. Ook moest reke ning gehouden worden met het recente vreemde gedrag van Wah Su. Hij had Wah steeds beschouwd als de meest betrouwbare aller bedienden. In al zijn handelingen had de Chinees steeds getoond, dit vertrouwen waar dig te zijn. En toch had hij, een uur geleden, doelbewust een leugen gedebi teerd. Het leek wel, of Tresa een sa menzwering op touw gezet had en dat zij en Wah Su samen een geheim had den, hetwelk zy besloten aan niemand te openbaren. Ofschoon hij overal naar Tresa speurde, kon hy niets van haar ont dekken. Hij dacht, dat hij op een ver keerd spoor was en had reeds het plan gevormd om terug te keeren, toen hij plotseling een inlandsch dorp voor zich zag liggen. Hij telde in to taal een paar dozijn woningen... ruwe constructies van bamboe met palm bladeren afgedekt en op houten palen. Carson ondervroeg in het Maleisch den eersten, den besten inlander, dienl( te kennen gegeven op talrijke belangrijke neder te leggen. zal stellig in breeden betreurd, want de heer heeft gedurende i.- - eeuw op t - met behulp van een riem een noodtuig gemaakt. Zondag in den namiddag is men door een Engelsch schip opge pikt. De pres.„Hoe was toen de toestand van de bemanning Kapt. Wijker„Dat ging nog best. Ze waren tenminste in een oogwenk den stormladder op alleen ik zelf liep een kwetsuur op aan mijn arm, die nog niet heelemaal genezen is.” Hierna werd voorlezing gedaan van een verklaring van den bootsman Da- men, die op verzoek van den Neder- landschen consul en de reederij in En geland was achtergebleven om de aan gespoelde sloepen van de „Den Haag” te identificeeren. De boot, die onder commando stond van den eersten stuurman en waarin de bootsman zelf aanvankelijk had ge zeten, was opgepikt door een Joego- slavisch schip. Zij moet kort na de ramp vergaan zijn, want de voedsel voorraad was nog niet aangeraakt. Er zaten drie lijken in, waarvan twee bij het binnenhalen van de sloep in zee vielen. Het andere zat klem en is door den bootsman geïdentificeerd. De an dere sloep is later aangespoeld. Er zaten nog twee lijken in, die geïdenti ficeerd zijn. Kapitein Wijker verklaarde desge vraagd verder, dat hij nergens eenig spoor van een duikboot heeft waarge- aomen De heer Julsing„Hebt u eenig ver moeden, wat er met de andere twee sloepen gebeurd kan zijn Kapt. Wijker „Neen, alleen begrijp ik niet, dat tot negen uur des avonds, toen wij ze voor het laatst gezien heb ben, niemand heeft gegeten en de scheepskaak niet is aangeraakt”. Op een vraag van den heer Egmond antwoordde de kapitein, dat dit zijn eerste schipbreuk was geweest. Aan vankelijk had hij gedacht, dat zijn schip door een kanon beschoten werd. Hoe het mogelijk is, dat de menschen uit de andere sloepen verdwenen zijn, is hem niet duidelijk. De Raad zal later uitspraak doen. Het onderzoek naar het ver gaan van de „Tara”. Vervolgens werd kapitein M. Bree- dijk, gezagvoerder van de „Tara”, ge hoord. Hij vertelde, dat hij op de uit reis in de Downs instructies had ge kregen, met het verzoek deze bij aan komst te Bahia Blanca aan het Britsche consulaat af te geven. Kort voor het vertrek uit Bahia Blanca met een la ding voor de Nederlandsche Regeering geconsigneerde gerst, kreeg de kapitein van het Britsche consulaat een instruc tie in gesloten enveloppe, die op zee ge opend moest worden. Deze instructie bevatte de aanwijzing, de Downs aan te loopen, iets, wat hij ook zonder deze aanwijzing toch van plan was. In den nacht van de ontploffing is kapitein Breedijk daardoor gewekt. Hij dacht terstond aan een torpedeering, omdat hij ver buiten elk mijnengebied was. Toen hij, met schoenen en kleeren in de hand, aan dek ging, kwam hij al verscheidene leden van de bemanning tegen in onderkleeren. Zij vertelden hem, dat het achteruit een ruïne was en dat er water binnenkwam. Inder daad begon het schip van achteren weg te zakken. De sloepen waren uitge draaid en men had voldoenden tijd om erin te gaan, zoodat men eerst den ho rizon afzocht om te kijken, of men nog iets kon zien. In de bakboordboot gingen acht man, in de stuurboordboot, waarin de kapi tein zelf plaats nam, zeventien man. De kapitein is, toen alles gereed was, met den marconist naar de radiokamer gegaan om S.O.S. te seinen, en nog eenige andere menschen waren aan dek blijven wachten. Inmiddels raakte de stuurboordsloep, welke langszij van het schip lag te wachten, los met twaalf man erin. De overige vijf, met den kapitein en den marconist, zijn toen in de nog langszij liggende bakboord- sloep gegaan, zoodat daarin 23 man zaten. De kapitein had niet direct gedacht, dat het schip zou zinken. Het water spoelde wel over het achterdek, maar hij had den indruk, dat het waterdichte schot tusschen luik 4 en 5 het wel hou den zou en daarom bleef hij op eenigen Sfstand liggen wachten. Twintig minu te bevroeden, wat er eigenlijk had plaatsgegrepen. Zeg Ned, wat heb je toch eigen lijk gezien? Carson draaide zich met een ruk om en zijn kin was strijdlustiger dan ooit. Ik zag Tresa daarginds. Tresa, onmogelijk! Neen, het is de waarheid, maar als ik die haarspeld niet gevonden had, dan zou ik aan een kleine aber ratie van geest gedacht hebben, zoo- als Wah Su mij ook heeft willen doen gelooven. Hij keek naar den onbewogen Chi nees, alsof hij erover dacht, hem op de plaats neer te schieten. Het klinkt als een sprookje, ver baasde Monroe zich. En nu weten we ook, wie aan het orchideeën-pluk- ken is geweest. Ned, waar is zij heen- gegaap? Ik weet het niet, maar ik zal het wel uitvinden Monroe, jij en Wah moe ten naar het kamp teruggaan. Je zult je moeten haasten om voor het donker terug te zijn. En jij? Ik zal haar najagen, tot ik haar vind. Maar kerel, je kunt toch niet... Carson brak zijn woorden met een korte handbeweging af. Hy was vast besloten en Monroe, die hem tamelijk goed kende, begreep, dat verdere ar gumentatie tijdverspilling zou zijn. Hij stak zijn hand uit en drukte die van Carson. Veel succes dan Ned, maar wanneer je morgenochtend niet terug bent, dan zal ik je komen opzoeken. Carson knikte en zonder verder een Het vergaan van de „Tara” De „Tara” is gezonken onder soortge lijke omstandigheden, al waren hierbij gelukkig geen menschenlevens te be treuren. Het vrachtschip „Tara” meten de 4760 bruto registerton, en in 1929 bij Piet Smit jr. te Rotterdam gebouwd, was eigendom van de maatschappij „Vrachtvaart” te Rotterdam en met een lading van 7200 ton graan voor de Ne derlandsche Regeering, op weg van Bahia Blanca naar Rotterdam. De be manning bestond uit 35 koppen. In den nacht van Dinsdag op Woens dag 21 Februari, toen het schip zich omstreeks 60 mijl ten Zuid-Westen van Kaap Firisterre bevond, werd de „Tara” getroffen door een ontploffing onder luik 5, waardoor het achterschip snel begon te zinken. Ijlings werden twee sloepen gestreken en nauwelijks hadden deze zich van het zinkende schip verwijderd of een tweede ontplof ten later volgde een tweede ontploffing en toen zonk het schip snel weg. De president „Wat denkt u nu van die tweede ontploffing?” Kapt. Breedijk „Ik denk, dat er een duikboot dwars voor het schip lag, die haar werk wou afmaken”. Gedurende den nacht hebben de bei de sloepen met lichtseinen contact met elkaar gehouden. Er stond een zware deining. Daarom heeft men pas toen het licht werd, het zeiltuig opgezet, nadat de afspraak was gemaakt met de andere sloep, dat men naar de Spaansche kust zou zeilen. Tegen den avond is de sloep, waarin de kapitein zat, door een Spaansche visschersboot opgepikt. Kapt. Breedijk heeft toen den schipper nog verzocht, naar de an dere sloep te zoeken, maar dat ging niet, omdat de trawler met visch naar La Coruna moest. Bovendien zeide de Spanjaard, dat er in de omgeving wel vijfhonderd visschersbooten aan het visschen waren, zoodat de andere sloep zeker eveneens opgepikt zöu worden. De secretaris las een verklaring voor van den bootsman A. Bogaert, die in de andere sloep had gezeten. Daarin wordt uiteengezet, hoe de sloep van het schip los raakte, toen men met twaalf man langszij op de vijf anderen lag te wachten. Deze sloep had zeilende den volgenden nacht omstreeks vier uur een kleine baai bereikt, waar men in de boot is blijven slapen. Alle opvaren den hadden uitstekend meegewerkt. De heer Boesem „Had u onder het dekpersoneel eigenlijk wel bekwame matrozen?” Kapt. Breedijk „Zeker, ik beschikte over een aantal zeer kalme menschen, die rustig konden werken, al heel wat jaren gevaren hebben en ook het een en ander hebben meegemaakt.” Ook in deze zaak zal de Raad later uitspraak doen. Het zinken van de „Den Haag”. Het motortankschip „Den Haag", metende 8971 bruto register ton en in 1925 te Kiel gebouwd, was eigendom van de N.V. Petroleum Industrie Maat schappij hier ter stede. Het was met een lading van 11.800 ton olie, be stemd voor de Standard Amerikaan- sche Petroleum Compagnie N.V., op weg van New York naar Rotterdam. De bemanning bestond uit 39 personen. Het schip was op 15 Februari, des middags te kwart over één, toen het zich op ongeveer 150 mijl ten Westen van Ouessant bevond, door een ontplof fing, waarvan de oorzaak niet nauwkeu rig kon worden vastgesteld, maar die door een mijn of torpedo moet zijn ont staan, aan stuurboord en midscheeps getroffen, waarna het direct begon te zinken. De bemanning verdeelde zich over drie booten, die elkaar uit het oog verloren en waarvan helaas slechts een, met dertien man er in, door een En gelsch schip werd opgepikt Van de beide andere booten, tezamen met 26 man, is nooit meer iets gehoord. kracht Internationa16 branche. Zijn aftreden organisaties Het ligt i rijke vrienden nisatiebesturen werker begin stede te 1- deering v< Wederom heeft de Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam zich bezig gehouden met de oorzaak van het ver gaan van twee Nederlandsche schepen, die slachtoffer zijn geworden van den oorlog ter zee, waarbij 26 Nederland sche zeelieden, die slechts hun plicht deden bij de eerlijke uitoefening van hun beroep, om het leven zijn geko men. In zijn zitting van gisteren heeft de Raad een onderzoek ingesteld naar het vergaan van het motortankschip „Den Haag” op 15 Februari j.l. en van het vrachtschip „Tara” op 21 Februari, beide tengevolge van een ontploffing. De Raad werd gevormd door prof, mr. B. M. Taverne, voorzitter; mr. H. B. Tjeenk Willink, secretaris; A. L. Boesen en J. N. Egmond, leden, en C. L. Julsing, buitengewoon lid. Zal zijn talrijke bestuursfuncties neerleggen De heer J. N. van Hanja, directeur hotel „Zeerust” te Scheveningen, die einde dezer NEDERLANDSCHE MIZRACHIE. Zondagavond a.s. belegt de Haagsche afdeeling van de Nederlandsche Miz- rachie (wetsgetrouwe zionisten) in Hotel du Passage een propagaanda- bijeenkomst, waarin als spreker zal optreden de heer dr. A. Lewkowitz uit Amsterdam, terwijl door den heer S. Alfus Hebreeuwsche en Joodsche lie deren ten gehoore zullen worden ge bracht. van Hanja voor- ^■^jjctscommissie van de voorzitter van de con- \n de Haagsche Hore- is lid van verdienste _landsche Roode Kruis. beteekenende plaats in ate beijverde hij zich voor m .nverkeer en hij was de der bekende groote zijner fing, precies 20 minuten na de eerste, trof het schip op dezelfde plaats. De eene sloep, waarin 23 man zaten, werd na een dag zeilens door een Spaansch visschersvaartuig opgepikt, dat de geredden te La Coruna aan wal brachtde andere sloep bereikte zeilende de Spaansche kust, waar de opvarenden den nacht doorbrachten in de boot, welke men in een kleine baai gemeerd had. Later vereenigden de ge redden van de „Tara” zich te La Co runa en nadat langdurige formaliteiten waren vervuld, konden de mannen in de eerste week van Maart per trein via Parijs naar Nederland terugkeeren. Onderzoek naar de ramp van de „Den Haag” De Raad hoorde als eerste getuige den gezagvoerder van het motor-tank- schip „Den Haag”, kapitein C. Wijker. De voorzitter, prof. Taverne, wenschte hem en de overige twaalf geredden ge luk met hun behoud en sprak zijn deelneming uit met de slachtoffers van de ramp en hun nabestaanden. Kapitein Wijker gaf een relaas van de feiten, zooals hierboven vermeld. Hij had in New York, zooals gewoonlijk sedert het uitbreken van den oorlog, instructie gekregen, om voor controle de Downs aan te doen. De kapitein was des middags om half één van de brug naar beneden gegaan. Er was toen mets te zien. Hij zat met eenige andere officieren in de Messroom, toen hij een wel scherpen, maar niet zeer zwaren knal hoorde, die hem deed den ken aan een torpedeering. Hij had toen nog geprobeerd, naar de brug te komen, maar hij kon toen al niet meer door de kuil heenkomen, omdat schip toen al begon door te breken. De sloepen waren uitgedraaid. Van daar, dat het vieren van de booten geen moeilijkheden opleverde. Welis waar kwam niet iedereen in zijn eigen sloep terecht, maar toen men eenmaal vrij van het schip was, werden de 39 man gelijkelijk over de drie sloepen verdeeld. In elke sloep had men water en scheepsbeschuit en elke sloep was voorzien van zeiltuig. De president„Heeft uw marconist nog iets kunnen seinen Kapt. Wijker„Neen, want de groote mast was dadelijk na de ontploffing over boord en daardoor was de instal latie onklaar geraakt.” De inventariskist van den kapitein is door onverklaarbare oorzaak uitge brand, waardoor hij geen vuurpijlen heeft kunnen gebruiken. Afspraak tus schen de drie sloepen was, Oost-Noord- West te zeilen, in de richting van de Fransche kust, die het 'dichtstbij was. Door een stortzee ging het zeiltuig over boord, zoodat men niet meer kon zeilen. Toen heeft men de beide andere sloepen uit het oog verloren en later hy tegenkwam, doch de kerel scheen hem niet te begrijpen. Hij probeerde het opnieuw in het Javaansch en nu met beter resultaat. Ja, de oude man had kort tevoren een blanke vrouw ge zien. Zij was de vrouw, die met de Maleiers van de kust gekomen was. Hoeveel Maleiers? Vier. De blanke vrouw verzamelt de bloemen uit het bosch. Goed. Welken kant is zij opge gaan? De oude man draaide zich om en wees met zyn knokige hand in de richting van een smal, steenachtig pad, aan den anderen kant van het dorp. Zij kampeert bij de rivier... gin der. Carson gaf hem een paar geldstuk ken en liep vlug het aangewezen pad af. De zon stond thans heelemaal in het westen en binnen een paar uur zou het waarschijnlijk reeds donker zijn. Na een halven mijl ongeveer maakte het pad een scherpen draai naar links en toen Carson den hoek omgeslagen had, zag hij, nog geen vijftig meter van zich af, een witte gedaante. Tresa! Zij draaide zich om en toen zij hem ontwaarde, stond zij een seconde be sluiteloos, maar rendé toen, zonder een woord te spreken, heen. Allemachtig! mopperde Carson binnensmonds. Hij zou haar gemakkelijk hebben kunnen inhalen, doch daar voelde hij niet veel voor. Het was geen plezieri ge gewaarwording; dat zy voor hem vluchtte als voor een lepralijder. En dat na al hun eeden van trouw, bun opgemerkt? een somber Bij dit nummer ontvangen de ge- abonneerden No. 7 van het Tijd schrift „D E N IE U W S T E MOD E”. Figuur 1 in dit nummer fe een swag ger van effen wollen mantelstof, met opgeknipten hals, blousemouw, met plooitjes op kop. De mantel heeft van achteren een smal baantje, dat klok kend uitvalt. Alleen maat 42 en 46, waarvan het patroon a 10 cents ver krijgbaar is aan ons Centraal Aanneem- bureau, Wagenstraat 3537. wederkeerige beloften van onsterfelij ke liefde. Aan het einde van het pad kwam het kamp in zicht. Het bestond uit twee tenten, welke dicht bij den stroom waren opgeslagen. Aan den kant van het oerwoud brandde een vuur, waar omheen vier mannen gehurkt za ten te eten. Hij merkte op, dat de tent, welke het verst van de inlanders verwijderd was, heelemaal gesloten was en hij veronderstelde, dat Tresa zich daarin verborgen had. Toen hij naderbij kwam, stonden twee van de kerels op en keken hem met hun scherpe, donkere pogen aan. Ik moet de dame spreken, die hier kampeert, zeide hij kortaf. De beide mannen schudden het hoofd. Hij was er evenwel zeker van, dat zij hem begrepen hadden. Schouderopha lend wilde hij zich naar de tent bege ven, doch onmiddellijk namen zij een vyandige houding aan en grepen naar de messen in hun lendendoek. Uit den weg, riep hij uit. De voorste inlander trok langzaam zijn mes. hetgeen voor Carson aanlei ding was om vlug achteruit te sprin gen en zijn geweer in den aanslag te brengen. De andere Maleiers voegden zich bij hun makkers, maar het was duidelijk, dat zij zich liever niet aan een gevecht met den gevaarlijk uit- zienden indringer waagden. Carson overwoog nog, of het raadzaam zou zijn, zich door de levende barrière heen te slaan, toen Tresa haar hoofd buiten de tent stak. Zij overzag de si tuatie in een oogwenk en gaf den in landers een teeken om opzy te gaan.: 20) Wah stond daarginds niet vrouw? Wah alleen zien boomen. Ik geloof, dat je mij staat voor te liegen... Hallo Ned, wat is er aan de hand? Monroe was teruggekomen en aan schouwde met verwondering aen opgewonden Carson. Laatstgenoem- de keek van Wah naar deri ledigen doorgang, waar hij de ge a zeker toeenen te zien. Hij was er byna zeker van, maar waarom zou Wah .rom liegen? Zijn oogen dwaal hard> grond maar deze was d og zoodat daarop geen sp het op Waren. Hij was op het P glin. te geven, toen zyn oog P Hy bukte sterends in het gras op. Het zich en raapte het voo «P Was een haarspeld! hy het triomfantelijken kreet onder Wah’s neus. - Het blijkt nu {eb™ ^To’ S Xbi„W± Wa.r«n> deed je, alsof je haar niet had Maar Wah volhardde tevergeefs stilzwijgen. Monroe trachtte tevergeeis vensjaar hoopt te bereiken, heeft voornemen t- tijdstip zijn stuursfuncties Dit besluit kring worden van Hanja een kwart hotel- café- en in Nederland c beteekenis hij werkzaam voor Onvermoeid Horecaf, dien hij ge- den groeten presideerde en tot durende vele J bt. In die hoedanig- grooten bloei bekwame en des heid leidde hlJ .eiangrijke bijeenkom- kundjge wijze van internationale sten en congrCS„„i hier te lande als beteekenis- z°° in den vreemde- gje stichtte hij de be- Met groote en Horecaf tot op kende vakscho°.jfsgenooten. leiding van be Rt hij deel uit van de Sinds 191? van Koophandel en Haagsche Fabrieken. de bedriifscommissie Hij is üd Arbeidsbeurs, van de Haagsf11 heer Voorts de zitter der c- C Tevens is tacteoiiunissie cafbedrijv®3- rl van bet Neder) en nam 6611 de Burg6rwaC stuwende krdl'i*tentoonstelling Nnp. «.Nederland HART NIBBRIG&GREE VEN V DENHAAO PARKSTRAAT 91a TEL 1)7642

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 25