HAAGSCHE COURANT
DE ZWARTE
ORCHIDEE
Vrijdag 29 Maart 1940.
RECHTZAKEN
STADSNIEUWS
DE NIEUWSTE MODE,
J. N. VAN HANJA
FEUILLETON.
HET VERGAAN VAN DE
„DEN HAAG” EN VAN
DE „TARA”
ZEVENDE BLAD.
van
R..
het
VEREENIGINGEN
(Nadruk verboden.)
HOOFDSTUK XII.
De niet te overbruggen kloof.
een
'£Wordt vervolgd.
Behandeling door den Raad voor de
Scheepvaart
DIEFSTALLEN VAN WIJN, KOFFERS
EN JASSEN.
De 19-jarige sèhilder A. H. v. d. R.
ha d in December 1939 en Januari 1940
eenige flesschen wijn, koffers en drie
jassen ontvreemd uit den kelder van
een flat, gelegen aan het Lyceumplein
en uit een perceel op den hoek van de
Anna Paulownastraat en het Prins Hen
drikplein. De 22-jarige los-werkman J.
B. had hem daarbij geassisteerd. Na
verhoor van laatstgenoemde als getuige
eischte het O.M. tegen den reeds twee
maal veroordeelden verdachte een jaar
gevangenisstraf.
Zijn helper J. B., eveneens recidivist,
hoorde dezelfde straf tegen zich eischen.
een i
in de
en
No. 17530
RIJWIELDIEVEN EN HELERS
De 45-jarige koopman M. v. L., al
hier, eveneens gedetineerd, had zich
hierna te verantwoorden wegens diefstal
van twee rijwielen, welke door de ge
bruikers eenigen tijd onbeheerd waren
gelaten, van een aantal rijwielbelasting-
merken en wegens heling van veertien
rijwielen, die hij, wetende, dat zij van
diefstal afkomstig waren, had gekocht
en weer doorverkocht.
Ook deze verdachte, die tevoren nog
niet wegens eenig misdrijf was veroor
deeld, legde een volledige bekentenis af.
Het O.M., waargenomen door mr. Co
hen Tervaert, eischte tegen dezen ver
dachte een jaar gevangenisstraf.
De 35-jarige visscher W. G. v. L. uit
Zoeterwoude, stond terecht wegens he
ling van de gestolen veertien rijwielen.
Hij zou geweten hebben, toen hij deze
kocht, dat zij van misdrijf afkomstig
waren.
Als eerste getuige tegen dezen ver
dachte werd de koopman M. van L. ge
hoord, die verklaarde, ten huize der fa
milie v. d. R. waar hij in Januari in de
Gratis-bijvoegsel van de „Haagsche Courant”
Raad voor de Scheepvaart.
„HOFSTAD-CABARETVEREENIGING”
Voor de verpleegden en personeel
van het Nederlandsch Hervormd rust
huis aan den Zuid-Buitensingel 1 zal de
„Hofstad-Cabaretvereeniging” (secr v.
Swindenstraat 99) onder leiding van
den heer Jacques Bovet een gezelligen
avond geven, ter gelegenheid van den
verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana.
Deze avond zal plaats hebben op 29
April a.s. Medewerking zullen verlee-
nen de zangclub „Altijd bereid” onder
leiding van den heer C. W. v. d. Lee-
den, de humorist-conferencier Lou.
Seton,, de mondaccordeonvirtuoos Jac
ques Boveft, de tenor Coen Ruiven
kamp, de heer Henk Sluiters accordeon-
virtuoos en de heer Fürhling (citer),
die tevens aan de piano zal begeleiden.
maand zijn 65ste le-
het
dat
be-
Carson bevond zich op een nauw
pad, dat zich door het oerwoud slin
gerde. Aan beide zijden was de plan
tengroei zoo dicht en ondoordringbaar,
dat het welhaast onmogelijk was, dat
de vrouw hierin een toevlucht gezocht
zou kunnen hebben. Na eenigen tijd
kwam hy op een plek, waar het bosch
teekenen vertoonde, dat de vernielen
de hand van den mensch aan het werk
was geweest. Hij doorliep dat gedeelte
en kwam aan den anderen kant aan
een open ruimte, waarop een kleine
voetafdruk zichtbaar was.
Hij slaakte een zucht van verlich
ting en vervolgde zijn weg langs den
rand van een verborgen waterloop en
bereikte tenslotte een kleine verhoo-
ging. In de richting van het oosten
zag hij niets dan een eindelooze vlak
te begroeid met lang, dor gras en een
paar minuten stond hy besluiteloos,
welken kant hij zou uitgaan. Hij was
wel genoodzaakt de kwestie aan het
toeval over te laten en besloot de
richting te houden, welke hij tot nu
toe gevolgd had.
Van één ding was hij wel heel ze
ker... dat Tresa hem gezien en her
kend had en vastbesloten was om hem
te ontwijken. Na wat in Engeland ge-
gebeurd was, behoefde hem zulks niet
in het allerminst te verbazen. De re
den, om hem op een dusdanige wijze
woord te zeggen, stapte hij naar de
opening in den muur van boomen en
dooreengestrengelde planten.
Arrondissements-rechtbank
MUNTMETERS GELICHT
De 22-jarige boekbinder J. v. d.
alhier, thans gedetineerd, heeft zich te
verantwoorden gehad wegens eenige ge
vallen van diefstal van geld uit door
hem met behulp van een looper gelichte
muntmeters in perceelen gelegen aan'de
Stortenbekerstraat, de van Ostadestraat
en de Gerard Doustraat. Verdachte, die
de hem ten laste gelegde feiten volledig
bekende, hoorde door het O. M., waar
genomen door mr. Cohen Tervaert, die
er op wees, dat v. d. R. reeds vier maal
tevoren was veroordeeld, gevangenis
straf tegen zich eischen voor den tijd
van één jaar en zes maanden.
Mr. G. Smelt, de verdediging voerend,
schetste verdachtes levensloop. Deze
heeft, na op vrije voeten te zijn geko
men, alle moeite gedaan om in zijn vak
werk te vinden doch slaagde daarin niet.
Steun kon hij niet bekomen bij maat
schappelijk hulpbetoon, omdat hij bi.
zijn ouders was ingetrokken, waar hij in
een milieu geraakte, waar hij tot het
plegen van vermogensdelicten werd aan
gezet. Hij is toen in kennis gekomen met
zekeren v. L. met wien hij er op uit is
getrokken. Pleiter drong bij de recht
bank aan op een clemente straf, zoo mo
gelijk te ondergaan in Veenhuizen.
kost lag, in relatie met verdachte te zijn
gekomen. Deze had veertien rijwielen
van getuige gekocht. Van het meeren-
deel wist verdachte de herkomst. Hij
had tenslotte aan getuige te kennen ge
geven, dat hij er niet meer durfde te
koopen, omdat hij vreesde er in te zul
len loopen.
De 22-jarige boekbinder J. v. d. R., die
zich wegens het plegen van muntmeter-
diefstallen te verantwoorden had gehad,
verklaarde als getuige, dat zijn vader
en anderen aan verd. rijwielen hadden
verkocht. Deze getuige kwam terug op
een bij het vooronderzoek afgelegde
verklaring, inhoudende, dat verdachte
bij het koopen van die rijwielen zou
heben geweten, dat zij gestolen waren.
Wel bleef getuige bij zijn verklaring, dat
verdachte iets had gezegd van voorzich
tig te moeten zijn.
De 57-jarige havenarbeider H. v .d. R.
legde een soortgelijke verklaring af. Hij
had rijwielen aan verdachte verkocht,
maar deze wist niet hoe de verkooper er
aan was gekomen.
Een gemeenteveldwachter uit Zoeter-
woude, verklaarde als getuige a déchar
ge, dat verdachte ter plaatse een goede
reputatie geniet en nooit in conflict met
de politie-autoriteiten is gekomen.
Verdachte ontkende te hebben gewe-
teh, dat de rijwielen van diefsta1. afkom
stig waren.
Het O.M., waargenomen door mr. Co
hen Tervaert, eischte niettemin acht
maanden gevangenisstraf tegen hem.
Mevrouw mr. Broekhuysen schetste
als verdedigster verdachte als een dorps-
mannetje, die geen flauw begrip heeft
van den handel ,zooals deze soms in een
groote stad in practijk wordt gebracht.
Hij verhuurde bootjes aan personen, die
wilden gaan visschen. Ook de oude v. d.
R. vischte bij hem. Deze trachtte op
sluwe wijze zijn rijwielen bij verdachte
aan den man te brengen en slaagde
daarin. Hij ontving er veel meer voor
dan ooit voor gestolen fietsen wordt be
taald. Argeloos stonden zij bij verdachte
buiten op zijn erf. Hij had ze niet eens
opgeborgen.
Pleitster meende, dat verdachte alleen
wegens culpose heling zou kunnen wor
den veroordeeld en vroeg vrijspraak van
de primair ten laste gelegde opzettelijke
heling. Ten aanzien van de schuldheling
bepleitte zij oplegging van een voor
waardelijke straf. Haar verzoek tot on
middellijk invrijheidstelling van verd.,
willigde de rechtbank na raadkamer in.
De uitspraken in deze samenhangende
zaken werd vervolgens bepaald op 9
April.
JAARVERGADERING POSTZEGEL-
VERZAMELAARSVEREENIGING
„PHILATELICA”.
In de Nieuwstraat 28 hield de grootste
Nederlandsche vereeniging van postzegel
verzamelaars, „Philatelica”, gevestigd te
dezer stede, haar 29ste jaarvergadering
onder leiding van den heer C. J. Reyerse.
Aanwezig waren 200 personen en het be
stuur der afdeeling Utrecht.
Uit het jaarverslag van den secretaris,
den heer J. N. H. van Rest, bleek, dat
’t aantal leden in 1939 steeg met 185. Het
totale aantal leden bedraagt heden 1450.
Wegens het vele werk voor de veree
niging werden de heeren W. G. Verhoeff
en C. J. Reyerse tot eere-leden benoemd.
De heer A. F. Wiederhold werd als pen
ningmeester herkozen. De heeren L. C.
TA-wen en H. M. Saris werden als nieu
we bestuursleden gekozen.
Alle aanwezigen werden in de gelegen
heid gesteld, eigenhandig hun prijs uit de
jaarlijksche verloting van zegels te trek
ken.
meer dan
het gebied der
restaurantorganisaties
een plaats van groote
beteekent voor vele
groot verlies.
bedoeling zijner tal-
der betrokken orga-
om den scheidenden
April in een hier ter
houden bijeenkomst hun waar
door zijn arbeid te doen blijken.
te behandelen, was ongetwijfeld dezelf
de, welke haar indertijd noopte om
uit Engeland weg te vluchten... een
reden, welke hy tevergeefs trachtte te
doorgronden.
Hij was zich bewust van een gevoel
van weerzin, om een vrouw te volgen,
die hem zoo duidelijk te kennen gege
ven had, dat zij niets meer met hem
te maken wenschte te hebben, doch
zijn vurig verlangen naar eenige ver
klaring was hem te machtig. Boven
dien was hy van opinie, dat zy groot
gevaar liep... zooal niet van de zijde
van het inlandsche escorte, dan toch
zeker van den man, dien zij, naar hij
geloofde, najaagde. Ook moest reke
ning gehouden worden met het recente
vreemde gedrag van Wah Su. Hij had
Wah steeds beschouwd als de meest
betrouwbare aller bedienden. In al
zijn handelingen had de Chinees
steeds getoond, dit vertrouwen waar
dig te zijn. En toch had hij, een uur
geleden, doelbewust een leugen gedebi
teerd. Het leek wel, of Tresa een sa
menzwering op touw gezet had en dat
zij en Wah Su samen een geheim had
den, hetwelk zy besloten aan niemand
te openbaren.
Ofschoon hij overal naar Tresa
speurde, kon hy niets van haar ont
dekken. Hij dacht, dat hij op een ver
keerd spoor was en had reeds het
plan gevormd om terug te keeren,
toen hij plotseling een inlandsch dorp
voor zich zag liggen. Hij telde in to
taal een paar dozijn woningen... ruwe
constructies van bamboe met palm
bladeren afgedekt en op houten palen.
Carson ondervroeg in het Maleisch
den eersten, den besten inlander, dienl(
te kennen gegeven op
talrijke belangrijke
neder te leggen.
zal stellig in breeden
betreurd, want de heer
heeft gedurende i.- -
eeuw op t -
met behulp van een riem een noodtuig
gemaakt. Zondag in den namiddag is
men door een Engelsch schip opge
pikt.
De pres.„Hoe was toen de toestand
van de bemanning
Kapt. Wijker„Dat ging nog best.
Ze waren tenminste in een oogwenk
den stormladder op alleen ik zelf liep
een kwetsuur op aan mijn arm, die nog
niet heelemaal genezen is.”
Hierna werd voorlezing gedaan van
een verklaring van den bootsman Da-
men, die op verzoek van den Neder-
landschen consul en de reederij in En
geland was achtergebleven om de aan
gespoelde sloepen van de „Den Haag”
te identificeeren.
De boot, die onder commando stond
van den eersten stuurman en waarin
de bootsman zelf aanvankelijk had ge
zeten, was opgepikt door een Joego-
slavisch schip. Zij moet kort na de
ramp vergaan zijn, want de voedsel
voorraad was nog niet aangeraakt. Er
zaten drie lijken in, waarvan twee bij
het binnenhalen van de sloep in zee
vielen. Het andere zat klem en is door
den bootsman geïdentificeerd. De an
dere sloep is later aangespoeld. Er
zaten nog twee lijken in, die geïdenti
ficeerd zijn.
Kapitein Wijker verklaarde desge
vraagd verder, dat hij nergens eenig
spoor van een duikboot heeft waarge-
aomen
De heer Julsing„Hebt u eenig ver
moeden, wat er met de andere twee
sloepen gebeurd kan zijn
Kapt. Wijker „Neen, alleen begrijp
ik niet, dat tot negen uur des avonds,
toen wij ze voor het laatst gezien heb
ben, niemand heeft gegeten en de
scheepskaak niet is aangeraakt”.
Op een vraag van den heer Egmond
antwoordde de kapitein, dat dit zijn
eerste schipbreuk was geweest. Aan
vankelijk had hij gedacht, dat zijn
schip door een kanon beschoten werd.
Hoe het mogelijk is, dat de menschen
uit de andere sloepen verdwenen zijn,
is hem niet duidelijk.
De Raad zal later uitspraak doen.
Het onderzoek naar het ver
gaan van de „Tara”.
Vervolgens werd kapitein M. Bree-
dijk, gezagvoerder van de „Tara”, ge
hoord. Hij vertelde, dat hij op de uit
reis in de Downs instructies had ge
kregen, met het verzoek deze bij aan
komst te Bahia Blanca aan het Britsche
consulaat af te geven. Kort voor het
vertrek uit Bahia Blanca met een la
ding voor de Nederlandsche Regeering
geconsigneerde gerst, kreeg de kapitein
van het Britsche consulaat een instruc
tie in gesloten enveloppe, die op zee ge
opend moest worden. Deze instructie
bevatte de aanwijzing, de Downs aan
te loopen, iets, wat hij ook zonder deze
aanwijzing toch van plan was.
In den nacht van de ontploffing is
kapitein Breedijk daardoor gewekt. Hij
dacht terstond aan een torpedeering,
omdat hij ver buiten elk mijnengebied
was. Toen hij, met schoenen en kleeren
in de hand, aan dek ging, kwam hij al
verscheidene leden van de bemanning
tegen in onderkleeren. Zij vertelden
hem, dat het achteruit een ruïne was
en dat er water binnenkwam. Inder
daad begon het schip van achteren weg
te zakken. De sloepen waren uitge
draaid en men had voldoenden tijd om
erin te gaan, zoodat men eerst den ho
rizon afzocht om te kijken, of men nog
iets kon zien.
In de bakboordboot gingen acht man,
in de stuurboordboot, waarin de kapi
tein zelf plaats nam, zeventien man.
De kapitein is, toen alles gereed was,
met den marconist naar de radiokamer
gegaan om S.O.S. te seinen, en nog
eenige andere menschen waren aan dek
blijven wachten. Inmiddels raakte de
stuurboordsloep, welke langszij van
het schip lag te wachten, los met
twaalf man erin. De overige vijf, met
den kapitein en den marconist, zijn toen
in de nog langszij liggende bakboord-
sloep gegaan, zoodat daarin 23 man
zaten.
De kapitein had niet direct gedacht,
dat het schip zou zinken. Het water
spoelde wel over het achterdek, maar
hij had den indruk, dat het waterdichte
schot tusschen luik 4 en 5 het wel hou
den zou en daarom bleef hij op eenigen
Sfstand liggen wachten. Twintig minu
te bevroeden, wat er eigenlijk had
plaatsgegrepen.
Zeg Ned, wat heb je toch eigen
lijk gezien?
Carson draaide zich met een ruk om
en zijn kin was strijdlustiger dan ooit.
Ik zag Tresa daarginds.
Tresa, onmogelijk!
Neen, het is de waarheid, maar
als ik die haarspeld niet gevonden
had, dan zou ik aan een kleine aber
ratie van geest gedacht hebben, zoo-
als Wah Su mij ook heeft willen doen
gelooven.
Hij keek naar den onbewogen Chi
nees, alsof hij erover dacht, hem op
de plaats neer te schieten.
Het klinkt als een sprookje, ver
baasde Monroe zich. En nu weten
we ook, wie aan het orchideeën-pluk-
ken is geweest. Ned, waar is zij heen-
gegaap?
Ik weet het niet, maar ik zal het
wel uitvinden Monroe, jij en Wah moe
ten naar het kamp teruggaan. Je
zult je moeten haasten om voor het
donker terug te zijn.
En jij?
Ik zal haar najagen, tot ik haar
vind.
Maar kerel, je kunt toch niet...
Carson brak zijn woorden met een
korte handbeweging af. Hy was vast
besloten en Monroe, die hem tamelijk
goed kende, begreep, dat verdere ar
gumentatie tijdverspilling zou zijn. Hij
stak zijn hand uit en drukte die van
Carson. Veel succes dan Ned, maar
wanneer je morgenochtend niet terug
bent, dan zal ik je komen opzoeken.
Carson knikte en zonder verder een
Het vergaan van de „Tara”
De „Tara” is gezonken onder soortge
lijke omstandigheden, al waren hierbij
gelukkig geen menschenlevens te be
treuren. Het vrachtschip „Tara” meten
de 4760 bruto registerton, en in 1929
bij Piet Smit jr. te Rotterdam gebouwd,
was eigendom van de maatschappij
„Vrachtvaart” te Rotterdam en met een
lading van 7200 ton graan voor de Ne
derlandsche Regeering, op weg van
Bahia Blanca naar Rotterdam. De be
manning bestond uit 35 koppen.
In den nacht van Dinsdag op Woens
dag 21 Februari, toen het schip zich
omstreeks 60 mijl ten Zuid-Westen van
Kaap Firisterre bevond, werd de
„Tara” getroffen door een ontploffing
onder luik 5, waardoor het achterschip
snel begon te zinken. Ijlings werden
twee sloepen gestreken en nauwelijks
hadden deze zich van het zinkende
schip verwijderd of een tweede ontplof
ten later volgde een tweede ontploffing
en toen zonk het schip snel weg.
De president „Wat denkt u nu van
die tweede ontploffing?”
Kapt. Breedijk „Ik denk, dat er
een duikboot dwars voor het schip lag,
die haar werk wou afmaken”.
Gedurende den nacht hebben de bei
de sloepen met lichtseinen contact met
elkaar gehouden. Er stond een zware
deining. Daarom heeft men pas toen
het licht werd, het zeiltuig opgezet,
nadat de afspraak was gemaakt met
de andere sloep, dat men naar de
Spaansche kust zou zeilen. Tegen den
avond is de sloep, waarin de kapitein
zat, door een Spaansche visschersboot
opgepikt. Kapt. Breedijk heeft toen
den schipper nog verzocht, naar de an
dere sloep te zoeken, maar dat ging
niet, omdat de trawler met visch naar
La Coruna moest. Bovendien zeide de
Spanjaard, dat er in de omgeving wel
vijfhonderd visschersbooten aan het
visschen waren, zoodat de andere sloep
zeker eveneens opgepikt zöu worden.
De secretaris las een verklaring voor
van den bootsman A. Bogaert, die in
de andere sloep had gezeten. Daarin
wordt uiteengezet, hoe de sloep van het
schip los raakte, toen men met twaalf
man langszij op de vijf anderen lag te
wachten. Deze sloep had zeilende den
volgenden nacht omstreeks vier uur
een kleine baai bereikt, waar men in
de boot is blijven slapen. Alle opvaren
den hadden uitstekend meegewerkt.
De heer Boesem „Had u onder het
dekpersoneel eigenlijk wel bekwame
matrozen?”
Kapt. Breedijk „Zeker, ik beschikte
over een aantal zeer kalme menschen,
die rustig konden werken, al heel wat
jaren gevaren hebben en ook het een
en ander hebben meegemaakt.”
Ook in deze zaak zal de Raad later
uitspraak doen.
Het zinken van de „Den Haag”.
Het motortankschip „Den Haag",
metende 8971 bruto register ton en in
1925 te Kiel gebouwd, was eigendom
van de N.V. Petroleum Industrie Maat
schappij hier ter stede. Het was met
een lading van 11.800 ton olie, be
stemd voor de Standard Amerikaan-
sche Petroleum Compagnie N.V., op
weg van New York naar Rotterdam.
De bemanning bestond uit 39 personen.
Het schip was op 15 Februari, des
middags te kwart over één, toen het
zich op ongeveer 150 mijl ten Westen
van Ouessant bevond, door een ontplof
fing, waarvan de oorzaak niet nauwkeu
rig kon worden vastgesteld, maar die
door een mijn of torpedo moet zijn ont
staan, aan stuurboord en midscheeps
getroffen, waarna het direct begon te
zinken. De bemanning verdeelde zich
over drie booten, die elkaar uit het oog
verloren en waarvan helaas slechts een,
met dertien man er in, door een En
gelsch schip werd opgepikt Van de
beide andere booten, tezamen met 26
man, is nooit meer iets gehoord.
kracht
Internationa16
branche.
Zijn aftreden
organisaties
Het ligt i
rijke vrienden
nisatiebesturen
werker begin
stede te 1-
deering v<
Wederom heeft de Raad voor de
Scheepvaart te Amsterdam zich bezig
gehouden met de oorzaak van het ver
gaan van twee Nederlandsche schepen,
die slachtoffer zijn geworden van den
oorlog ter zee, waarbij 26 Nederland
sche zeelieden, die slechts hun plicht
deden bij de eerlijke uitoefening van
hun beroep, om het leven zijn geko
men.
In zijn zitting van gisteren heeft de
Raad een onderzoek ingesteld naar het
vergaan van het motortankschip „Den
Haag” op 15 Februari j.l. en van het
vrachtschip „Tara” op 21 Februari,
beide tengevolge van een ontploffing.
De Raad werd gevormd door prof,
mr. B. M. Taverne, voorzitter; mr. H.
B. Tjeenk Willink, secretaris; A. L.
Boesen en J. N. Egmond, leden, en C.
L. Julsing, buitengewoon lid.
Zal zijn talrijke bestuursfuncties
neerleggen
De heer J. N. van Hanja, directeur
hotel „Zeerust” te Scheveningen,
die einde dezer
NEDERLANDSCHE MIZRACHIE.
Zondagavond a.s. belegt de Haagsche
afdeeling van de Nederlandsche Miz-
rachie (wetsgetrouwe zionisten) in
Hotel du Passage een propagaanda-
bijeenkomst, waarin als spreker zal
optreden de heer dr. A. Lewkowitz
uit Amsterdam, terwijl door den heer
S. Alfus Hebreeuwsche en Joodsche lie
deren ten gehoore zullen worden ge
bracht.
van Hanja voor-
^■^jjctscommissie van de
voorzitter van de con-
\n de Haagsche Hore-
is lid van verdienste
_landsche Roode Kruis.
beteekenende plaats in
ate beijverde hij zich voor
m .nverkeer en hij was de
der bekende groote
zijner
fing, precies 20 minuten na de eerste,
trof het schip op dezelfde plaats.
De eene sloep, waarin 23 man zaten,
werd na een dag zeilens door een
Spaansch visschersvaartuig opgepikt,
dat de geredden te La Coruna aan
wal brachtde andere sloep bereikte
zeilende de Spaansche kust, waar de
opvarenden den nacht doorbrachten in
de boot, welke men in een kleine baai
gemeerd had. Later vereenigden de ge
redden van de „Tara” zich te La Co
runa en nadat langdurige formaliteiten
waren vervuld, konden de mannen in
de eerste week van Maart per trein via
Parijs naar Nederland terugkeeren.
Onderzoek naar de ramp
van de „Den Haag”
De Raad hoorde als eerste getuige
den gezagvoerder van het motor-tank-
schip „Den Haag”, kapitein C. Wijker.
De voorzitter, prof. Taverne, wenschte
hem en de overige twaalf geredden ge
luk met hun behoud en sprak zijn
deelneming uit met de slachtoffers van
de ramp en hun nabestaanden.
Kapitein Wijker gaf een relaas van
de feiten, zooals hierboven vermeld. Hij
had in New York, zooals gewoonlijk
sedert het uitbreken van den oorlog,
instructie gekregen, om voor controle
de Downs aan te doen. De kapitein
was des middags om half één van de
brug naar beneden gegaan. Er was
toen mets te zien. Hij zat met eenige
andere officieren in de Messroom, toen
hij een wel scherpen, maar niet zeer
zwaren knal hoorde, die hem deed den
ken aan een torpedeering. Hij had
toen nog geprobeerd, naar de brug te
komen, maar hij kon toen al niet meer
door de kuil heenkomen, omdat
schip toen al begon door te breken.
De sloepen waren uitgedraaid. Van
daar, dat het vieren van de booten
geen moeilijkheden opleverde. Welis
waar kwam niet iedereen in zijn eigen
sloep terecht, maar toen men eenmaal
vrij van het schip was, werden de 39
man gelijkelijk over de drie sloepen
verdeeld. In elke sloep had men water
en scheepsbeschuit en elke sloep was
voorzien van zeiltuig.
De president„Heeft uw marconist
nog iets kunnen seinen
Kapt. Wijker„Neen, want de groote
mast was dadelijk na de ontploffing
over boord en daardoor was de instal
latie onklaar geraakt.”
De inventariskist van den kapitein
is door onverklaarbare oorzaak uitge
brand, waardoor hij geen vuurpijlen
heeft kunnen gebruiken. Afspraak tus
schen de drie sloepen was, Oost-Noord-
West te zeilen, in de richting van de
Fransche kust, die het 'dichtstbij was.
Door een stortzee ging het zeiltuig
over boord, zoodat men niet meer kon
zeilen. Toen heeft men de beide andere
sloepen uit het oog verloren en later
hy tegenkwam, doch de kerel scheen
hem niet te begrijpen. Hij probeerde
het opnieuw in het Javaansch en nu
met beter resultaat. Ja, de oude man
had kort tevoren een blanke vrouw ge
zien. Zij was de vrouw, die met de
Maleiers van de kust gekomen was.
Hoeveel Maleiers?
Vier. De blanke vrouw verzamelt
de bloemen uit het bosch.
Goed. Welken kant is zij opge
gaan?
De oude man draaide zich om en
wees met zyn knokige hand in de
richting van een smal, steenachtig
pad, aan den anderen kant van het
dorp.
Zij kampeert bij de rivier... gin
der.
Carson gaf hem een paar geldstuk
ken en liep vlug het aangewezen pad
af. De zon stond thans heelemaal in
het westen en binnen een paar uur zou
het waarschijnlijk reeds donker zijn.
Na een halven mijl ongeveer maakte
het pad een scherpen draai naar links
en toen Carson den hoek omgeslagen
had, zag hij, nog geen vijftig meter
van zich af, een witte gedaante.
Tresa!
Zij draaide zich om en toen zij hem
ontwaarde, stond zij een seconde be
sluiteloos, maar rendé toen, zonder
een woord te spreken, heen.
Allemachtig! mopperde Carson
binnensmonds.
Hij zou haar gemakkelijk hebben
kunnen inhalen, doch daar voelde hij
niet veel voor. Het was geen plezieri
ge gewaarwording; dat zy voor hem
vluchtte als voor een lepralijder. En
dat na al hun eeden van trouw, bun
opgemerkt?
een somber
Bij dit nummer ontvangen de ge-
abonneerden No. 7 van het Tijd
schrift „D E N IE U W S T E
MOD E”.
Figuur 1 in dit nummer fe een swag
ger van effen wollen mantelstof, met
opgeknipten hals, blousemouw, met
plooitjes op kop. De mantel heeft van
achteren een smal baantje, dat klok
kend uitvalt. Alleen maat 42 en 46,
waarvan het patroon a 10 cents ver
krijgbaar is aan ons Centraal Aanneem-
bureau, Wagenstraat 3537.
wederkeerige beloften van onsterfelij
ke liefde. Aan het einde van het pad
kwam het kamp in zicht. Het bestond
uit twee tenten, welke dicht bij den
stroom waren opgeslagen. Aan den kant
van het oerwoud brandde een vuur,
waar omheen vier mannen gehurkt za
ten te eten. Hij merkte op, dat de
tent, welke het verst van de inlanders
verwijderd was, heelemaal gesloten
was en hij veronderstelde, dat Tresa
zich daarin verborgen had. Toen hij
naderbij kwam, stonden twee van de
kerels op en keken hem met hun
scherpe, donkere pogen aan.
Ik moet de dame spreken, die
hier kampeert, zeide hij kortaf. De
beide mannen schudden het hoofd. Hij
was er evenwel zeker van, dat zij
hem begrepen hadden. Schouderopha
lend wilde hij zich naar de tent bege
ven, doch onmiddellijk namen zij een
vyandige houding aan en grepen naar
de messen in hun lendendoek.
Uit den weg, riep hij uit.
De voorste inlander trok langzaam
zijn mes. hetgeen voor Carson aanlei
ding was om vlug achteruit te sprin
gen en zijn geweer in den aanslag te
brengen. De andere Maleiers voegden
zich bij hun makkers, maar het was
duidelijk, dat zij zich liever niet aan
een gevecht met den gevaarlijk uit-
zienden indringer waagden. Carson
overwoog nog, of het raadzaam zou
zijn, zich door de levende barrière
heen te slaan, toen Tresa haar hoofd
buiten de tent stak. Zij overzag de si
tuatie in een oogwenk en gaf den in
landers een teeken om opzy te gaan.:
20)
Wah stond daarginds niet
vrouw?
Wah alleen zien boomen.
Ik geloof, dat je mij staat voor
te liegen...
Hallo Ned, wat is er aan de hand?
Monroe was teruggekomen en aan
schouwde met verwondering aen
opgewonden Carson. Laatstgenoem-
de keek van Wah naar deri ledigen
doorgang, waar hij de ge a zeker
toeenen te zien. Hij was er byna zeker
van, maar waarom zou Wah .rom
liegen? Zijn oogen dwaal hard>
grond maar deze was d og
zoodat daarop geen sp het op
Waren. Hij was op het P glin.
te geven, toen zyn oog P Hy bukte
sterends in het gras op. Het
zich en raapte het voo «P
Was een haarspeld! hy het
triomfantelijken kreet
onder Wah’s neus.
- Het blijkt nu {eb™ ^To’
S Xbi„W± Wa.r«n> deed je,
alsof je haar niet had
Maar Wah volhardde tevergeefs
stilzwijgen. Monroe trachtte tevergeeis
vensjaar hoopt te bereiken, heeft
voornemen t-
tijdstip zijn
stuursfuncties
Dit besluit
kring worden
van Hanja
een kwart
hotel- café- en
in Nederland c
beteekenis hij werkzaam voor
Onvermoeid Horecaf, dien hij ge-
den groeten presideerde en tot
durende vele J bt. In die hoedanig-
grooten bloei bekwame en des
heid leidde hlJ .eiangrijke bijeenkom-
kundjge wijze van internationale
sten en congrCS„„i hier te lande als
beteekenis- z°°
in den vreemde- gje stichtte hij de be-
Met groote en Horecaf tot op
kende vakscho°.jfsgenooten.
leiding van be Rt hij deel uit van de
Sinds 191? van Koophandel en
Haagsche
Fabrieken. de bedriifscommissie
Hij is üd Arbeidsbeurs,
van de Haagsf11 heer
Voorts de
zitter der c-
C Tevens is
tacteoiiunissie
cafbedrijv®3- rl
van bet Neder)
en nam 6611
de Burg6rwaC
stuwende krdl'i*tentoonstelling
Nnp. «.Nederland
HART NIBBRIG&GREE VEN V DENHAAO
PARKSTRAAT 91a TEL 1)7642