KUNST EN LETTEREN GEMEENTERAAD HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 1 APRIL 1940. EERSTE BLAD, PAGINA 3. CONCERTGEBOUWORKEST VERGADERING VAN HEDENMIDDAG PIANORECITAL FREDERIC LAMOND STILLEVENS EN BLOEMEN VAN DERTIG SCHILDERS VAN HEDEN TENTOONSTELLING Solist: Walter Gieseking JUBILEUMCONCERT „FIDELIO” BENOEMING TENTOONSTELLING IN HET GEMEENTEMUSEUM HET PORTRET VAN OSCAR TOURNIAIRE GENOOTSCHAP WILLEM BILDERDIJK SCHOOL- EN KINDERTUINEN REVUE NIEUW UITBREIDINGSPLAN „REIGERSBERGEN” GELDLEENINGEN ADRESSEN In Diligentia SLUYTERS JUNIOR. Melkvoeding op scholen. dan inge- stemming wordt dans het ver- de DREIGENDE STAKING BIJ DE NEW- YORKSCHE VERKEERSDIENSTEN. Michael J. Quill, de voorzitter van de afdeeling New York van het com mittee of industrial organization, heeft KUNSTHANDEL G. J. NIEUWEN HUIZEN SEGAAR. over met in een de het de zou die den een ter pCt. pCt. en ten uit- Voorzitterburgemeester de Monchy. In het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Zonder debat of aangenomen: 2. het voorstel om de gemeenteterrei- nen, gelegen achter het Lindoduin (bij de Doornstraat) en aan de Tholensche- straat, te bestemmen tot school- en kin dertuin en deze daartoe in te richten. perweg, de van Akenstraat, de Stalpert- straat en de van der Aastraat. 5. het voorstel tot het toekennen van vergoeding krachtens art. 100 der Lager Onderwijswet 1920 (boventallige leer krachten) aan verschillende besturen van scholen voor bijzonder lager onder wijs over 1934, 1936 en 1938. 11. het voorstel tot toekenning van een subsidie aan de Stichting voor op leiding van maatschappelijke werkers. 13. het voorstel tot wijziging van de rioleering in een gedeelte van de Jan van der Heydenstraat. 15. het voorstel tot kostelooze inge- bruikgeving van lokalen van het ge bouw der Gemeentelijke Vakcursussen voor Werkloozen ten bate van militai ren. 18. het voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de Heineken’s Bierbrouwerij-Maatschappij N.V., waar bij deze N.V. afstand doet van rechten op aan de Groenmarkt en de Hoogstraat gelegen grond en aan haar worden ver huurd eenige oppervlakten grond, gele gen aan de Groenmarkt en de Groote Halstraat. De voorzitter sluit te 2 uur de vergadering. E en Bilderdijk”. Isaac Israëls. In het benedenzaaltje is een interes sante kleine tentoonstelling ingericht van nagelaten grafisch werk van Isaac Israëls: lithografieën uit de laatste jaren van zijn leven en enkele oudere etsen: meest rake en boeiende impressies van circus-, caba ret- en revueleven. Zonder debat of stemming worden aangenomen de overige punten van agenda en aanvullingsagenda, w.o.: 1. het voorstel om aan de vereeniging „School tot opleiding van winkelperso neel” voor elk der jaren 1939 en 1940 een subsidie uit de Gemeentekas te ver- leenen. 4. het voorstel tot wijziging van de verordening tot vaststelling van voor-, achter- en zijgevelrooilijnen voor het bouwblok, begrensd door den Waalsdor- TENTOONSTELLING BIJ BAS VAN PELT. In de kunstzalen bij Bas van Pelt, Lan ge Houtstraat 15 alhier, is een tentoon stelling van moderne schilderkunst ge opend door den heer A. H. Wegerif, wel ke duren zal tot 20 April a.s. Lang wachten bij Gemeente-apotheek gisteravond verklaard, dat de bond van transportarbeiders alles gereed heeft om een staking te laten uitbreken on der het personeel van de gemeentelijke verkeersdiensten, t.w. de ondergrond- sche spoorwegen, de autobussen, taxi’s enz. Een dergelijke staking voor zeven millioen menschen, dagelijks van deze diensten gebruik maken, een groot ongemak beteekenen. MIDDELBAAR ONDERWIJS Benoemd worden tot tijdelijke leeraren in de Fransche taal en handelscorres- pondentie aan de Gemeentelijke Han- d elsavondscholen: W. C. J. van Riemsdijk en H. Amorison. Eveneens zonder debat of stemming wordt aangenomen: 6. het voorstel tot vaststelling van het uitbreidingsplan „Reigersbergen”, met de daarbij behoorende toelichtende beschrijving en verordening. De brief van het Haagsche afdee- lingsbestuur van E.M.M. (Eendracht Blaakt macht), houdende klacht over Ook wordt zonder debat of stemming aangenomen: 17. het voorstel tot het aangaan van eenige geldleeningen. DE DUITSCHE PROPAGANDA. De Amerikaansche autoriteiten berei den een gedetailleerd rapport voor over de Duitsche propaganda in de Ver- eenigde Staten, meldt de „New York Times”. Dit feit wordt door gezagheb bende kringen in het licht gesteld als antwoord op het Duitsche witboek over de rol, die de Vereenigde Staten in de voorgeschiedenis van den oorlog zou den nebben gespeeld. Dit rapport zal documenten, publicaties en geïnspireer de artikelen bevatten, benevens van radiolezingen, die ten doel hebben in vloed uit te oefenen op de Amerikaan sche meening, of verdeeldheid te zaaien. In Diligentia Het Haagsch a capella-koor „Fidelio” heeft gisteravond voor zijn vele bewonde raars en vrienden een uitvoering in Dili gentia gegeven, onder leiding van den bekwamen dirigent Alb. Jager, waarbij medewerking werd verleend door een kwartet, bestaande uit de sopraan Hélène Ludolph. de alt Ans Stroink, den tenor Michel Gobets en den bas Otto Couperus. De pianiste Willy Westenberg-Oostdam begeleidde het koor, terwijl Wilhelm Ret tich het kwartet en de zangeressen bij hun solo-uitvoeringen aan den vleugel secon deerde. Een buitengewoon blijmoedig karakter heeft dit concert om tweeërlei reden ge dragen In de eerste plaats beoogde deze uitvoering het vieren van het 10-jarig bestaan van deze gemengde zangvereeni- ging, dat reeds in Augustus vorig jaar viel te herdenken. Door verschillende om standigheden, die gevolgen waren van de mobilisatie, kon het plan tot herdenking van dit belangrijke feit niet eerder worden uitgevoerd. Dat het concert van gister avond, dat alle wenschen tenslotte toch in vervulling heeft doen gaan, er des te fees telijker door is geweest, spreekt wel haast vanzelf. Doch daarnaast heeft het op rechte toewijden van de verschillende me dewerkenden aan hun kunst, hetgeen in de geslaagde, vaak zeer verdienstelijke ver tolkingen tot uiting is gekomen, een op gewekte, aangename stemming van het ten gehoore gebrachte doen uitgaan. Fraaie stemmen van solisten en scheidene koorleden en het aanzienlijk vakmanschap van den dirigent Alb Ja ger, dat zijn stempel op den correcten en verzorgden samenzang bleek te hebben gedrukt, hebben wij op dezen avond mo gen bewonderen. Ook de talrijke aanwezigen hebben het gebodene- weten te waardeeren. Met har telijke applaus-ovaties hebben zij her haalde malen van hun erkentelijkheid blijk gegeven. HUGO VAN DALEN OVER ITALIAANSCHE COMPONISTEN Op Vrijdag 5 April, des avonds te 8.15 uur, zal de bekende musicus Hugo van Dalen voor het Genootschap Nederland— Italië in de groote bovenzaal van restau rant „Den Hout” een lezing houden over het onderwerp: Hedendaagsche Italiaan- sChe'Componisten en hunne werken. Na de lezing zal spreker eenige piano-soli’s ten gehoore brengen. AVOND DOOR RIENT VAN SANTEN Voor het Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt kennis", zal de heer Rient van Santen op Zaterdag 6 April in de groote zaal van Diligentia spreken over literatuur als ondergrond met muziek. Toegelicht met zang, door den spr., bege leid door den heer B. van den Sigten- horst Meyer. J. Lodeizen. Met het werk van J. Lodeizen zijn wij op bekend terrein. Zijn stillevens, knap en met kleurgevoel geschilderd, hebben nochtans iets kils en droogs veelal, dat zich ook demonstreert in de bloemen die geen ontroering wekken, nauwelijks be langstelling. Tot de beste stillevens reke nen wij die met den schedel, dat met brood en flesch voor het raam, dat met brood en bokking, dat met peren (geel op grijs), de oude boeken (27) met het warme rood der banden. Vooral de stof uitdrukking is meer dan de lichtwer king meermalen te waardeeren. Het is opmerkelijk, dat Lodeizen in twee rustige, wijde zeegezichten (waarbij één in sterk-paarsen toon) en in een fleurig boschgezichtie meer licht en sen timent geeft, al schijnt het stilleven hem het meest aan te trekken. TANNIIAUSER. De directie van het Nederlandsch Ope ra Ensemble verzoekt ons mede te willen deelen. dat de voorstelling van Tann- hauser in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, bepaald op 3 April a.s., beslist de eenige voorstelling van Tann- hauser is, welke zij alhier kan geven, in verband met haar verbintenissen elders. VERSPREIDE BERICHTEN Een vijftiental leden van het ler- sche republikeinsche leger is gearres teerd door militairen en politie, die een inval deden op een landgoed te Clontarf, ten Noorden van Dublin. De Ira-leden waren bezig met onwettige militaire training, toen zij omsingeld werden. Het landgoed was vroeger eigendom van den aartsbisschop Plun kett van de lersche kerk. Te Parijs heeft Zaterdag de natio nale begrafenis plaats gehad van den grooten Franschen uitvinder, professor Branly. In de Notre Dame werd een plechtige uitvaartdienst gehouden, in aanwezigheid van president Lebrun. Na afloop van den kerkdienst werd de lijkkist op het voorplein geplaatst, waar de minister van nationale opvoeding, Sarraut een rede hield. De plechtigheid werd besloten met een troependéfilé. Het Stoffelijk overschot van professor Branly werd in den familiegrafkelder bijgezet. Het adres van den voorzitter, den secretaris en denpenningmeester van het Haagsche afd.bestuur van den lan- delijken bond van werkverschaffings- arbeiders E.M.M. „Eendracht maakt macht”, houdende verzoek stappen bij de Regeering te doen ter wederinvoe ring van de extra-verstrekking van vet en margarine, wordt aangenomen voor kennisgeving. De heer de Visser (C.P.) vraagt inwilliging van het verzoek. Wethouder Buurman (S.D.) deelt mee, dat B. en W. hiervoor geen aan leiding vinden. Het adres van de Stichting School- kindervoeding te ’s-Gravenhage, houdende verzoek om subsidie voor het jaar 1941, wordt gesteld in handen van B. en W. om prae-advies. Het adres van het bestuur der Ver eeniging tot stichting en instandhou ding van een school met den Bijbel te Scheveningen, houdende verzoek om gelden beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van schoolbanken ten behoeve van de school voor ge woon lager onderwijs Gaffelstraat 85, wordt gesteld in handen van B. en W om prae-advies. Het adres van J. G. Koot, houdende bezwaren tegen den hem opgelegden aanslag ingevolge de Warenwet, wordt gesteld in handen van B. en W. tér afdoening. Het adres van de voorzitster en de secretaresse van de afd. den Haag van het Wereld Vrouwen Comité, houden de verzoek op de scholen zoo spoedig mogelijk met extra melkvoe ding te beginnen, wordt aangenomen voor kennisgeving. (Zie toezegging in het antwoord op het verslag betreffen de de begrooting voor 1940). lang wachten bij .de Gemeente- apotheek, wordt gesteld in handen van B. en W. ter afdoening. De heer de Visser (C.P.) vraagt hoe het staat met de thuisbezorging van geneesmiddelen. Weth. Buurman (S.D.) deelt mee, dat hiervoor de volgende week maat regelen zullen worden getroffen. Het adres van K. Molenaar te Alk maar, houdende verzoek om verlaging van den erfpachtscanon voor de perceelen Calandplein nos. 1 en la en Calandstraat nos. 73 en 75, wordt aan genomen voor kennisgeving, gelet op het Raadsbesluit van 17 April 1939. De brief van F. W. Smit, houdende verzoek hem weder ondersteu ning toe te kennen, wordt gesteld in handen van het bestuur van den Ge meentelijken Dienst voor Maatschap pelijk Hulpbetoon ter afdoening. De brief van de N.V. Lak- en Verf- fabriek „Premier”, voorheen Gebrs. Verheij, houdende bezwaren tegen het ter visie liggende uitbreidings plan „W a 1 d e c k”, wordt gesteld in handen van B. en W. om praeadvies. HET PUBLIEK EN DE OORLOG. Volgens het instituut van dr. Gallup tot peiling van de openbare meening. wil 84 pCt. der Amerikanen een over winning der geallieerden, één wenscht een Duitsche zege en 15 spreekt geen meening uit. Zaterdagmiddag is in het Gemeente museum de tentoonstelling „Stillevens en bloemen van dertig schilders van heden” officieel geopend. Onder dë velen, die deze openingsplechtigheid bijwoonden, merkten wij op mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-president van den Raad van State, mr. S. J. R. de Monchy, burgemeester en mr. dr. J. J. Boasson, secretaris van de gemeente ’s-Gravenhage, mr. J. E. Visser, president van den Hoogen Raad, Willy Sluiter, voorzitter van Pulchri Studio, en vele vooraanstaande personen uit de kun stenaarswereld. Burgemeester de Monchy heette de talrijke aanwezigen bij de ope ningsplechtigheid van deze bijzondere ten toonstelling, de eerste welke op dit gebied in het Gemeentemuseum wordt gehouden, hartelijk welkom. Dertig schilders en schilderessen zijn uitgenoodigd om enkele werken van hun hand te exposeeren. In het geheel omvat de tentoonstelling 115 schilderstukken, verdeeld over zeven zalen. Spr. dankte de directies van de gem. musea te Eindhoven en Amsterdam, zoomede de particulieren, die schilderstukken ter beschikking had den gesteld. Spr. trok een vergelijk tusschen het stil leven van de 17e eeuw en dat van thans en wees erop, dat men het heden niet meer zoekt in den aard van het onder werp, doch in de allereerste plaats in de behandeling daarvan Tenslotte deelde spr. me dat op de expositie werken bijeen zijn gebracht van 22 schilders en 8 schilderessen verdeeld over de volgende plaatsen: Amsterdam (12), den Haag (8>^ Bergen (4), Groningen (1), Leiden (1), Haarlem (2), Bennekom (1), Parijs (1). De heer Jan Sluyters verrichtte hierna de openingsplechtigheid. Spr. zeide, dat de kunstenaars te ver deden zijn in twee groepen, n.l. zij, die produceeren, doch er niet over praten en zij, die er over praten, doch niets produ ceeren. Onder de eerste groep wilde spr. zichzelf rangschikken. Hij wees op de twee vqoroordeelen, welke er ten opzichte van de stillevenschilderkunst bestaan. In de eerste plaats zou deze minder moeilijk heden van technischen of wetenschappé- lijken aard opleveren. Buitendien beweert men wel, dat hoe bedriegelijker de natuur wordt nage bootst, hoe grooter de waarde van het kunstwerk is. Beide opvattingen zijn on juist. Bij het stilleven is het te doen om het gevoel. Het is de natuur gezien met het temperament van den schilder. Spr. noemde het stilleven den meest onbaat- zuchtigen vorm van schilderkunst. De aanwezigen maakten een rondgang over de tentoonstelling. Zaterdagmiddag hebben de de organisatoren aan de deel nemers een lunch aangeboden, waaraan 25 der exposeerende kunstenaars aanzaten. De bekende, hoogbejaarde pianist Fre deric Lamond heeft gistermiddag een reci tal in Diligentia gegeven. Het was de eer ste maal, dat de kunstenaar na zijn volle dig herstellen hier ter stede weer op het concertpodium verscheen. Uit het hartelijk applaus, waarmede de pianist bij zijn ver schijnen ten tooneele door de aanwezigen werd ontvangen, en uit de buitengewone publieke belangstelling, welke zich mani festeerde in een volkomen uitverkochte zaal en een kring aandachtige toehoor ders, die om den vleugel waren gezeten, zal Frederic Lamond stellig hebben kun nen opmaken hoe zeer een bepaalde groep muziekliefhebbers aan zijn wijze van in- terpreteeren en zijn visie omtrent de kla vierwerken van L. van Beethoven is ge hecht. Frderic Lamond brengt ons dan ook met zijn spel iets persoonlijks, een eigen muzikalen stijl, kortom datgene, wat geen enkel meester-pianist kan en zal schen ken. De opvatting van dezen kunstenaar over Beethoven-spel is een geestelijk bezit, dat gegroeid is, dat afgezien van be paalde romantische invloeden product is van zijn eigen overpeinzingen en een jarenlang zich vereenzelvigen met deze muziekliteratuur. Treffend is het dan ook, hoe het spel van Frederic Lamond zich, gedurende de artistieke loopbaan van den kunstenaar heeft gewijzigd. Zoodoende is het tot het Beethoven-vertolken vol mild heid en bezonkenheid geworden, dat wij ook Zondagmiddag hebben mogen ontvan gen. Heftigheid, kenmerk van jeugdig en thousiasme en temperament is daar vol komen vreemd aan. Beethoven, de mensch van strijd door innerlijke gespletenheid, die niet alleen worstelt met zijn geeste lijke problemen, doch tevens met de ma terie, de Beethoven, die ons persoonlijk zoo bijzonder dierbaar is. spreekt welis waar door Frederic Lamond’s visie niet tot ons. Doch zijn dichten en muzikaal beschouwen aan het klavier, dat, door een nauwelijks een enkele maal het forte overschrijdend klankvolume, aan een mu zikaal vertellen van bijzonder dierbare herinneringen doet denken, is door de in timiteit van bijzondere bekoorlijkheid. De innerlijke stilte en rust schenken ons daarbij soms momenten van imponeerende grootschheid. En wanneer in een uitvoering uit pia nistisch oogpunt geschouwd niet alles „au point” is, nemen wij bij zulk vergees telijkt spel de technische onvolmaakthe den gaarne als bijkomstigen factor op den koop toe. De pianist vertolkte gistermiddag de Chromatische Fantasie en Fuga in d kl. t. van J. S. Bach en als Beethoven-compo- sities: de Sonates in c kl. t. op. 111, in G gr. t. op. 14 no. 2, in f kl. t. op. 57, de Variationen über ein Thema aus den Ruïnen in D gr. t. op. 76 en het Rondo in C gr. t. op 51 no. 1. Aangezien Frederic Lamond een ongeveer gelijkluidend pro gramma reeds voor één der vorige con certen uit dit winterseizoen had samen gesteld, zul'len wij thans een gedetailleerde bespreking achterwege laten. De kunste naar heeft zijn bewonderaars met de dus reeds onlangs gehoorde vertolkingen toch een middag vol intens kunstgenot geschon ken. Blijken van dankbaarheid heeft hij daarvoor herhaalde malen in den vorm van applaus-ovaties mogen ontvangen. Sluyters Junior, de 24-jarige zoon van Jan Sluyters, stelt hier voor het eerst zijn werk ten toon. De zoon van een groot kunstenaar te zijn, is een heele eer, maar als de zoon dezelfde kunstuiting kiest of deze hem van nature èn door zijn afkomst en milieu wordt opgedrongen als de vader, is die eer toch niet zonder beden- kelijken kant. Om tweeërlei reden: In de eerste plaats zal het den zoon niet ge ringe moeite kosten om uit de schaduw van de groote figuur zijns vaders en zelf standig in het licht te treden; dit zal hem vroeger of later alléén gelukken als zijn talent sterk en persoonlijk is. In de twee de plaats (en dit hangt met het eerste nauw samen) zal de zoon zich moeten ontworstelen aan het voorbeeld van den vader, welk voorbeeld aanvankelijk als stimulans en leering van zeer groote be- teekenis zal zijn, maar terwille van den eigen weg moet worden verlaten, in dien de jonge schildgr niet steeds de achteraan komende zoon van zijn vader wil zijn, doch zelfstandige erkenning als kunstenaarspersoonlijkheid verlangt. Een mooi voorbeeld van dit laatste blijft de figuur van Isaac Israëls, den grooten zoon van den grooten Jozef, erfgenaam van het genie zijns vaders, maar schepper van een gansch eigen eh sterk-persoon- lijke kunst. De jonge kunstenaar, die van den vader talent heeft meegekregen en diens voor beeld van jongs-af nabij heeft gehad, is daardoor eenerzijds bevoorrecht; ander zijds echter zal hij het veel moeilijker hebben dan hij, bij wien men niet aan het werk van den vader kan denken. Te moeilijker omdat het verre van ge makkelijker is, het verschil te zien of de grens te trekken tusschen navolging en verwantschap, in het bijzonder bij twee kunstenaars de oudere, reeds geslaag de en de jongere, nog pas beginnende die elkander naar den bloede zóó na bestaan. Vergissen wij ons niet, dan zijn bij Sluyters Junior wel degelijk de elemen ten aanwezig voor de ontwikkeling tot persoonlijk kunstenaar, al valt daaruit nog niet te concludeeren, dat hij zijn genialen vader zal benaderen, laat staan evenaren om zelfs overtreffen. Dit laat ste is echter voorloopig van weinig of geen belang. Het komt thans aan op de vraag: heeft deze jonge schilder iets te zeggen en slaagt hij erin dit te doen in een eigen taal, welke verdient te worden gehoord? Op die vraag geeft de tentoonstelling een geruststellend ant woord. Ongetwijfeld vindt men in den breeden en dikwijls raken schildertrant den in vloed van den vader, óók meermalen in het coloriet, zij het zonder de aan bruta liteit grenzende geniale kracht van den ouderen schilder. Voorbeelden hiervan zijn het portret van een meisje in het rood tegen blauw fond (vrij zwak van vormgeving nog) en het vooral in tame lijk teere blauwe geschilderde meisjes portret. Daarentegen heeft het zelfportret met den gecomentreerden kop en de breed geschilderde grijsblauwe huzaren jas een verrassende kracht van expressie. Het is nog niet te zeggen, welken weg Sluyters Junior zal opgaan. In zijn land schappen en stadsgezichten, die zeer te waardeeren zijn, merkt men drieërlei schildertrant. coloriet en atmosfeer op. Men vergelijke het doorwerkte groote landschap in Zuid-Frankrijk (met de groen- en lichtschakeeringen tegen het beschaduwde bergmassief) met de vlotte, levendige en rake impressies van een boulevard en van een wintergrijze haven. Het lichtkleurige, zonnige gezicht op stad ne haven in Zuid-Frankrijk (met spran kelend rood en blauw) staat in zekeren zin tusschen deze beide uitingsvormen in. In ander opzicht kan men dit ook zeggen van de scheepswerf met het mooie, don- der-fluweelige coloriet. Daarentegen lijkt het in rustige harmonie van grijsachtige kleuren opgebouwde werk uit Bretague (met huizen en bootjes) uit een gansch andere geaardheid gesproten Wij herken nen er althans niet het temperament van de andere werken in. Er is alle reden om de verdere ontwik keling van dezen jongen schilder met belangstelling gade te slaan. Smetana’s Ouverture „De bruid” (Prodana Nevesta), noff’s Derde Pianoconcert Mevr. Reitsma (S.D.) dringt aan op de toegezegde nadere mededee- lingen omtrent de resultaten van de te nemen proef, waarmee nog niet eens is begonnen, hoewel in den lande reeds 5000 kinderen van de melkvoe ding genieten. Zij vraagt, de desbe treffende commissie nog eens goed de pen op den neus te zetten. De heer de Visser (C.P.) meent, dat uit het antwoord, waarnaar B. en W. verwijzen, de zaak geen voortgang zal hebben in verband met de mili taire bezetting van scholen. In andere Gemeenten is reeds de melkvoeding begonnen. Hij vraagt B. en W., deze zaak nog eens ernstig onder de oogen te zien bij de behandeling van adres der Stichting Kindervoeding. De heer Smitskamp (A.R.) be toogt, dat deze melkvoeding niets te maken heeft met de gewone school- kindervoeding. Het betreft melkver- stfekking in het algemeen op de scho len in verbhnd met de propaganda voor gebruik van zuivelproducten. B. en W. zijn door hun antwoord schuld van het misverstand. Wethouder van der Bilt (Lib.) zet uiteen, dat het wel degelijk voe ding van schoolkinderen betreft. De zaak heeft nog steeds de aandacht van B. en W., maar zij is hier niet zoo ge- makkelijk als elders omdat hier veel meer scholen in beslag genomen zijn B. en W. hopen de zaak spoedig te be vorderen en zullen den Raad inlichten. GROOTE VLOOTMANOEUVRES. Vandaag en morgen vertrekken van San Pedro, San Diego en Hawaii 130 Amerikaansche oorlogsschepen, die zul len deelnemen aan belangrijke ma noeuvres, in de Stille Zuidzee, welke tot 15 Mei duren. Bij deze manoeuvres komen 43.000 officieren en manschap pen van 500 vliegtuigen, 11 slagsche pen, 12 zware kruisers, 3 vliegtuigmoe- derschepen en 65 duikbooten in actie. De ondervinding, welke de Europee- sche oorlog oplevert, zal tijdens de ma noeuvres getoetst worden. Het plan is, dat deze geheime manoeuvres morgen in het midden van de Stille Zuidzee zullen worden gehouden oppervlakte van 5000 mijl, Hawaii-eilanden ongeveer midden. Geen verslaggevers noch foto grafen zijn bij de manoeuvres toe gelaten. CHOP1N-AVOND THEO VAN DER PAS. Op liet laatste concert van zijn piano- cyclus zal onze stadgenoot, de bekende pianist Theo van der Pas uitsluitend wer ken van Chopin ten gehoore brengen. Deze Chopin-avond is vastgesteld op Vrij dag 5 April a.s. om 8 uur ees avond», m Diligentia. Jaarlijksche herdenking in Diligentia Het Genootschap Willem Bilderdijk hield Zaterdagavond in Diligentia de jaarlijk sche herdenking van den grooten dichter Bij deze gelegenheid voerden het woord de heeren August Heyting en dr. K H de Jong over het onderwerp „Dante Onder de aanwezigen merkten wij op Z.Ex., dr. H. D. van Broekhuizen, gezant van Zuid-Afrika. Als eerste spr. kreeg dr. de Jong het woord. De geniale Bilderdijk is de Neder lander, die den genialen Dante het meest nabij komt. Beide dichters hebben zeer overeenkomende punten, zelfs in uiterlijke gelijkenis. Verschil bestond in lichamelijke gesteldheid. Dante was krachtig en heeft zelfs als militair medegedaan aan een veld slag. Bilderdijk had een voeteuvel, hetgeen hem zeer hinderde. Beide dichters begon nen jong (pl.m. 18 jaar) met hun literaire werk en beiden waren hartstochtelijke po litici (waarvan zij de slechte gevolgen in den vorm van ballingschap ondervonden). Dante en Bilderdijk waren geboren in een republiek, sterk monarchistisch en hebben dan ook resp. in hun werk Hen drik VII en Napoleon verheerlijkt. Was Dante krachtiger en meer geconcentreerd, Bilderdijk was veelzijdiger. Een nadeel voor Bilderdijk was, dat hij niet in een wereldtaal schreef. Nog steeds wordt Bilderdijk in Neder land niet genoeg gewaardeerd. Men leest blijkbaar liever de moderne poëzie, welke des te mooier wordt gevonden, hoe onbe grijpelijker zij is. Spr. sprak tot slot de hoop uit, dat Ne derland tot de erkenning zal komen van het genie van Bilderdijk en dat dit naar voren zal treden bij de herdenking van zijn 200sten geboortedag Vervolgens sprak de heer Heyting over hetzelfde onderwerp. Spr. gaf een beschrij ving van het karakter van beide dichters en vergeleek ze. De heer Heyting las voor, hetgeen prof Molkenboer eenigen tijd geleden in een rede had gezegd over Dante en Vondel. Spr. ging hierop dieper in en merkte op. dat zoowel Potgieter als Bilderdijk hierbij vergeten waren. Spr. droeg daarna een gedeelte voor uit Bilderdijk’s vertaling van Dante’s Divina Comoedia. Na een korte pauze maakte de heer Hey ting vergelijkingen tusschen vertalingen van Bilderdijk en anderen, zooals prof Verwey. Niet alleen echter in de vertaling van gruwelijke beschrijvingen toonde Bilder dijk zijn meesterschap. De voordracht van eenige andere deelen van het dichtwerk overtuigde de toehoorders van de grootsch heid en diepte van het genie van den dichter. De studie van Bilderdijk heeft, volgens spr., langzamerhand recht gekregen op de vestiging van een eigen leerstoel en dr. de Jong, uitmuntend Bilderdijk-kenner. heeft op de bezetting hiervan de meeste aanspraken. Een hartelijk applaus beloonde de spre kers voor hun interessante voordracht. H. van Hille. De stillevens, bloemen en landschappen, (en een enkel schetsmatig meisjeskopje) van H. van Hille kunnen wij moeilijker waardeeren. Zij zijn eigenlijk alleen een zeer kleurige maar onrustige vlakvullng, zonder licht- en ruimtewerking, zonder stofuitdrukking, meermalen zelfs van een grove kleurcombinatie en zonder veel rhythme. Een enkele maal is er althans ’n decoratief effect bv. no. 13. minder in no. 1 (in beide gevallen een tulpen-motief). Van de landschappen zou men 2 en 12 om het kleureffect kunnen noemen en het eerstbedoelde van deze twee boven dien om de hier zoo zeldzame diepte- en stofwerking. Aanvaard door wethouder Boekman voor den Amsterdamschen Schouwburg. Zaterdagmiddag omstreeks 'vier uur was in de hal voor de bovenfoyer van Amsterdamschen Stadsschouwburg groot aantal belangstellenden bijeen bijwoning van een korte en sobere plechtigheid ter herdenking van den on geveer vier maanden geleden overleden tooneelspeler Oscar Tourniaire. Mevrouw de weduwe Tourniaire heeft dezer dagen het gemeentebestuur van Amsterdam een geteekend portret van haar echtgenoot aangeboden ter plaat sing in den Stadsschouwburg en namens het gemeentebestuur heeft de wethouder van de kunstzaken, dr. E. Boekman, het portret aanvaard. Aanwezig waren mevr, de weduwe Tourniaire en het echtpaar HeynTour niaire, de heer Bendien, administrateur van den Stadsschouwburg, de heer C. van der Lugt Melsert, directeur, en J. van der Poll, onderdirecteur van het Neder landsch Tooneel, alsmede zeer vele ac teurs en actrices, van wie wij slechts noemen Henriëtte Kuyk en Else Mauhs. Dr. Boekman zeide, in dit gezelschap niet te willen spreken over de kwalitei ten van wijlen Oscar Tourniaire als mensch en als tooneelspeler. Deze wa ren allen hier aanwezigen, vrienden en bewonderaars, te goed bekend en daar over was reeds zooveel gezegd tijdens het leven en bij het overlijden van den kunstenaar. Er is echter één ding, dat spr. als iets zeer bijzonders naar voren wilde brengen, n.l., dat in dezen schouw burg het portret een plaats heeft gekre gen van een kunstenaar, van wiens va der eveneens het portret hier is opge hangen. Nooit tevoren is dit in dezen ste- delijken schouwburg geschied. Dikwijls onderscheidt zich ook de zoon van een groot vader als kunstenaar, maar zelden zijn beiden zoo groot, dat hun afbeel ding deze eer wordt waardig gekeurd. Wetende, hoe dierbaar juist dit portret mevrouw Tourniaire en haar dochter als materieele herinnering aan haar man en vader is, dankt spr. beiden zeer bijzonder voor het feit, dat zij het portret aan de gemeente hebben willen afstaan. Namens de familie sprak de schoon zoon, de heer G. Heyn, woorden van dank. De gebleken waardeering voor den overledene was een groote troost voor zijn schoonmoeder en zijn echtgenoote en hij beschouwde het als een groote eer, dat men Oscar Tourniaire waardig had ge keurd zijn portret in den Stadsschouw burg een plaats te geven. Hiermede was de plechtigheid ten ein de en de aanwezigen hadden gelegen heid van dichtbij kennis te maken met het portret, een pastelteekening van mevrouw A Rolandt Holstde Meester, die Tourniaire ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum als tooneelspeler had uitgebeeld in een van zijn succesrollen, welke tevens de laatste rol zou zijn, waarin hij kort voor zijn dood nog zou optreden. n.l. als Bibberwang in Shakespeare’s „Vroolijke vrouwtjes van Windsor”. HET NEDERLANDSCH KAMER ORKEST Op het laatste abonnementsconcert van het Nederlandsche Kamerorkest onder lei ding van Otto Glastra van Loon op mor gen. 2 April in Diligentia zal Jaap Stotijn (hobo) als noviteit ten gehoore brengen Pastorale en Rondo van den jongen En- gelschen componist Baynton Power. Met Han van de Ven (viool) zal Stotijn het concert voor viool en hobo van J. S. Bach spelen. Het Nederlandsch Kamerorkest zal werken van Rameau, Sjostakowitsj en Janacek uitvoeren. Het adres van het bestuur der R.K. voetbalvereeniging „Quick Steps”, hou dende verzoek om kwijtschelding van een kwartaal der huurschuld voor het bij deze vereeniging in huur zijnde Gemeentelijke sportterrein, wordt ge steld in handen van de stichting „Haag sche Sport- en Speelterreinen” ter af doening. De heer van Bijsterveld (R.K.) heeft bezwaar tegen deze afdoening. Er moet bij een ander college beroep be staan op beschikkingen van het Stich tingsbestuur. De v o o r z. zet uiteen,- dat de wijze van afdoening berust op het Raadsbe- besluit, waarbij het beheer aan de Stichting is opgedragen. verkochte Rachmani- Derde Pianoconcert opus 30 in D-moll en de „Pathétique” van Tschai- kowsky, neen, het is het publiek der serie A op het laatste concert in dit seizoen niet moeilijk gemaakt. Een pro gramma voor een populairen avond waartoe zich trouwens de meeste compo sities leenen uit de Slavische literatuur en zeker die van de meesters waar het hier om gaat. Of echter niet menigeen andere ambities koestert en zonder de ultra-moderne richting toegedaan te zijn, werken van groote meesters nader zou willen leeren kennen, welke in de latere jaren steeds minder of in het geheel niet meer op de programma’s zijn verschenen? Smetana’s voorheen genoemde Ouver ture was het openingsnummer en de weergave was alweer piekfijn. Het snelle fugatische begin kon rhythmisch niet ex acter. qua uitdrukking niet vitaler, tin telender. Dat was spanning, kleur brio. Dan de voortbouwer op Tschaikowsky, minder met massa’s werkend, fijner, Rachmaninoff. Met Walter Gieseking aan den vleugel behoeft wel nauwelijks te worden verzekerd, dat het een vertolking van hoog gehalte werd. Het zwaarmoe dige eerste deel met zijn stijgingen, welke als uitbarstingen van smart aan doen, werd zeldzaam schoon in stemming en karakter getroffen. Virtuositeit kracht staan den vertolker daarbij dienste. Het was romantisch van drukking in den besten zin. Het orkest, dat zich volkomen aanpaste aan de in tenties van den solist, zette togen en innig het Adagio in en de pia nist paarde zich volmaakt harmonisch aan den orkestzang en voerde zijn partij door vol fantasie en met hartstochtelijke bewogenheid. Prachtig kwam de over- gang naar de Finale eruit. Ook compo sitorisch een vondst evenals de behande ling der piano in het laatste deel. Al over weegt de ernst, er komt toch iets lich- tends hier in de muziek, dat verzoenend werkt. Tooverachtige klankkleuren wist Gieseking daarbij te ontwikkelen al zijn wij ons bewust, dat daarbij de schepper tden herschepper voorgaat. In pompeuse stijging drong het werk ten einde en werd een enorm succes voor den pianist. Maar ook voor dirigent en orkest. Als toegift Debussy’s „Reflets l’eau” in een betooverend subtiele weer gave. Na de pauze dan de „Pathétique”, werk van groote lijn en breedheid, van kleur en praal, van weidschheid en pathos. Men weet, dat Tschaikowsky’s sympho- nieën successtukken voor de dirigenten zijn. Menigmaal zijn zij ook hier onder verschillende leiders ten gehoore ge bracht en altijd deden zij het bij wie de ontvankelijkheid voor deze muziek be houden had. Mengelberg heeft ook zoo zijn eigen nuances al is de totaal-werking van zulk een muziek van betrekkelijk ongecompliceerd gevoel niet ingrijpend te beïnvloeden. Het is echter de warme, zonnige klank, welke het Amsterdamsche orkest onder Mengelberg in het algemeen te geven vermag waardoor ook nu weer het auditorium bekoord werd. KlanK- charme blijft nog steeds het voornaamste middel tot contact Deze avond bewees het weer. Met enthousiasten bijval nam men afscheid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 3