KUNST EN LETTEREN
GEMEENTERAAD
HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 1 APRIL 1940.
EERSTE BLAD, PAGINA 3.
CONCERTGEBOUWORKEST
VERGADERING VAN
HEDENMIDDAG
PIANORECITAL
FREDERIC LAMOND
STILLEVENS EN BLOEMEN
VAN DERTIG SCHILDERS
VAN HEDEN
TENTOONSTELLING
Solist: Walter Gieseking
JUBILEUMCONCERT
„FIDELIO”
BENOEMING
TENTOONSTELLING IN HET
GEMEENTEMUSEUM
HET PORTRET VAN
OSCAR TOURNIAIRE
GENOOTSCHAP
WILLEM BILDERDIJK
SCHOOL- EN KINDERTUINEN
REVUE
NIEUW UITBREIDINGSPLAN
„REIGERSBERGEN”
GELDLEENINGEN
ADRESSEN
In Diligentia
SLUYTERS JUNIOR.
Melkvoeding op scholen.
dan inge-
stemming
wordt
dans
het
ver-
de
DREIGENDE STAKING BIJ DE NEW-
YORKSCHE VERKEERSDIENSTEN.
Michael J. Quill, de voorzitter van
de afdeeling New York van het com
mittee of industrial organization, heeft
KUNSTHANDEL G. J. NIEUWEN
HUIZEN SEGAAR.
over
met
in
een
de
het
de
zou
die
den
een
ter
pCt.
pCt.
en
ten
uit-
Voorzitterburgemeester
de Monchy.
In het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen.
Zonder debat of
aangenomen:
2. het voorstel om de gemeenteterrei-
nen, gelegen achter het Lindoduin (bij
de Doornstraat) en aan de Tholensche-
straat, te bestemmen tot school- en kin
dertuin en deze daartoe in te richten.
perweg, de van Akenstraat, de Stalpert-
straat en de van der Aastraat.
5. het voorstel tot het toekennen van
vergoeding krachtens art. 100 der Lager
Onderwijswet 1920 (boventallige leer
krachten) aan verschillende besturen
van scholen voor bijzonder lager onder
wijs over 1934, 1936 en 1938.
11. het voorstel tot toekenning van
een subsidie aan de Stichting voor op
leiding van maatschappelijke werkers.
13. het voorstel tot wijziging van de
rioleering in een gedeelte van de Jan
van der Heydenstraat.
15. het voorstel tot kostelooze inge-
bruikgeving van lokalen van het ge
bouw der Gemeentelijke Vakcursussen
voor Werkloozen ten bate van militai
ren.
18. het voorstel tot het aangaan van
een overeenkomst met de Heineken’s
Bierbrouwerij-Maatschappij N.V., waar
bij deze N.V. afstand doet van rechten
op aan de Groenmarkt en de Hoogstraat
gelegen grond en aan haar worden ver
huurd eenige oppervlakten grond, gele
gen aan de Groenmarkt en de Groote
Halstraat.
De voorzitter sluit te 2 uur de
vergadering.
E
en Bilderdijk”.
Isaac Israëls.
In het benedenzaaltje is een interes
sante kleine tentoonstelling ingericht van
nagelaten grafisch werk van Isaac Israëls:
lithografieën uit de laatste jaren van zijn
leven en enkele oudere etsen: meest rake
en boeiende impressies van circus-, caba
ret- en revueleven.
Zonder debat of stemming worden
aangenomen de overige punten van
agenda en aanvullingsagenda, w.o.:
1. het voorstel om aan de vereeniging
„School tot opleiding van winkelperso
neel” voor elk der jaren 1939 en 1940
een subsidie uit de Gemeentekas te ver-
leenen.
4. het voorstel tot wijziging van de
verordening tot vaststelling van voor-,
achter- en zijgevelrooilijnen voor het
bouwblok, begrensd door den Waalsdor-
TENTOONSTELLING BIJ
BAS VAN PELT.
In de kunstzalen bij Bas van Pelt, Lan
ge Houtstraat 15 alhier, is een tentoon
stelling van moderne schilderkunst ge
opend door den heer A. H. Wegerif, wel
ke duren zal tot 20 April a.s.
Lang wachten bij
Gemeente-apotheek
gisteravond verklaard, dat de bond van
transportarbeiders alles gereed heeft
om een staking te laten uitbreken on
der het personeel van de gemeentelijke
verkeersdiensten, t.w. de ondergrond-
sche spoorwegen, de autobussen,
taxi’s enz. Een dergelijke staking
voor zeven millioen menschen,
dagelijks van deze diensten gebruik
maken, een groot ongemak beteekenen.
MIDDELBAAR ONDERWIJS
Benoemd worden tot tijdelijke leeraren
in de Fransche taal en handelscorres-
pondentie aan de Gemeentelijke Han-
d elsavondscholen: W. C. J. van
Riemsdijk en H. Amorison.
Eveneens zonder debat of stemming
wordt aangenomen:
6. het voorstel tot vaststelling van
het uitbreidingsplan „Reigersbergen”,
met de daarbij behoorende toelichtende
beschrijving en verordening.
De brief van het Haagsche afdee-
lingsbestuur van E.M.M. (Eendracht
Blaakt macht), houdende klacht over
Ook wordt zonder debat of stemming
aangenomen:
17. het voorstel tot het aangaan van
eenige geldleeningen.
DE DUITSCHE PROPAGANDA.
De Amerikaansche autoriteiten berei
den een gedetailleerd rapport voor over
de Duitsche propaganda in de Ver-
eenigde Staten, meldt de „New York
Times”. Dit feit wordt door gezagheb
bende kringen in het licht gesteld als
antwoord op het Duitsche witboek over
de rol, die de Vereenigde Staten in de
voorgeschiedenis van den oorlog zou
den nebben gespeeld. Dit rapport zal
documenten, publicaties en geïnspireer
de artikelen bevatten, benevens van
radiolezingen, die ten doel hebben in
vloed uit te oefenen op de Amerikaan
sche meening, of verdeeldheid te
zaaien.
In Diligentia
Het Haagsch a capella-koor „Fidelio”
heeft gisteravond voor zijn vele bewonde
raars en vrienden een uitvoering in Dili
gentia gegeven, onder leiding van den
bekwamen dirigent Alb. Jager, waarbij
medewerking werd verleend door een
kwartet, bestaande uit de sopraan Hélène
Ludolph. de alt Ans Stroink, den tenor
Michel Gobets en den bas Otto Couperus.
De pianiste Willy Westenberg-Oostdam
begeleidde het koor, terwijl Wilhelm Ret
tich het kwartet en de zangeressen bij hun
solo-uitvoeringen aan den vleugel secon
deerde.
Een buitengewoon blijmoedig karakter
heeft dit concert om tweeërlei reden ge
dragen In de eerste plaats beoogde deze
uitvoering het vieren van het 10-jarig
bestaan van deze gemengde zangvereeni-
ging, dat reeds in Augustus vorig jaar
viel te herdenken. Door verschillende om
standigheden, die gevolgen waren van de
mobilisatie, kon het plan tot herdenking
van dit belangrijke feit niet eerder worden
uitgevoerd. Dat het concert van gister
avond, dat alle wenschen tenslotte toch in
vervulling heeft doen gaan, er des te fees
telijker door is geweest, spreekt wel haast
vanzelf. Doch daarnaast heeft het op
rechte toewijden van de verschillende me
dewerkenden aan hun kunst, hetgeen in de
geslaagde, vaak zeer verdienstelijke ver
tolkingen tot uiting is gekomen, een op
gewekte, aangename stemming van het ten
gehoore gebrachte doen uitgaan.
Fraaie stemmen van solisten en
scheidene koorleden en het aanzienlijk
vakmanschap van den dirigent Alb Ja
ger, dat zijn stempel op den correcten en
verzorgden samenzang bleek te hebben
gedrukt, hebben wij op dezen avond mo
gen bewonderen.
Ook de talrijke aanwezigen hebben het
gebodene- weten te waardeeren. Met har
telijke applaus-ovaties hebben zij her
haalde malen van hun erkentelijkheid
blijk gegeven.
HUGO VAN DALEN OVER
ITALIAANSCHE COMPONISTEN
Op Vrijdag 5 April, des avonds te 8.15
uur, zal de bekende musicus Hugo van
Dalen voor het Genootschap Nederland—
Italië in de groote bovenzaal van restau
rant „Den Hout” een lezing houden over
het onderwerp: Hedendaagsche Italiaan-
sChe'Componisten en hunne werken. Na
de lezing zal spreker eenige piano-soli’s
ten gehoore brengen.
AVOND DOOR RIENT VAN SANTEN
Voor het Letterkundig Genootschap
„Oefening kweekt kennis", zal de heer
Rient van Santen op Zaterdag 6 April in
de groote zaal van Diligentia spreken over
literatuur als ondergrond met muziek.
Toegelicht met zang, door den spr., bege
leid door den heer B. van den Sigten-
horst Meyer.
J. Lodeizen.
Met het werk van J. Lodeizen zijn wij
op bekend terrein. Zijn stillevens, knap
en met kleurgevoel geschilderd, hebben
nochtans iets kils en droogs veelal, dat
zich ook demonstreert in de bloemen die
geen ontroering wekken, nauwelijks be
langstelling. Tot de beste stillevens reke
nen wij die met den schedel, dat met
brood en flesch voor het raam, dat met
brood en bokking, dat met peren (geel
op grijs), de oude boeken (27) met het
warme rood der banden. Vooral de stof
uitdrukking is meer dan de lichtwer
king meermalen te waardeeren.
Het is opmerkelijk, dat Lodeizen in
twee rustige, wijde zeegezichten (waarbij
één in sterk-paarsen toon) en in een
fleurig boschgezichtie meer licht en sen
timent geeft, al schijnt het stilleven hem
het meest aan te trekken.
TANNIIAUSER.
De directie van het Nederlandsch Ope
ra Ensemble verzoekt ons mede te willen
deelen. dat de voorstelling van Tann-
hauser in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen, bepaald op 3 April a.s.,
beslist de eenige voorstelling van Tann-
hauser is, welke zij alhier kan geven, in
verband met haar verbintenissen elders.
VERSPREIDE BERICHTEN
Een vijftiental leden van het ler-
sche republikeinsche leger is gearres
teerd door militairen en politie, die
een inval deden op een landgoed te
Clontarf, ten Noorden van Dublin. De
Ira-leden waren bezig met onwettige
militaire training, toen zij omsingeld
werden. Het landgoed was vroeger
eigendom van den aartsbisschop Plun
kett van de lersche kerk.
Te Parijs heeft Zaterdag de natio
nale begrafenis plaats gehad van den
grooten Franschen uitvinder, professor
Branly. In de Notre Dame werd een
plechtige uitvaartdienst gehouden, in
aanwezigheid van president Lebrun.
Na afloop van den kerkdienst werd de
lijkkist op het voorplein geplaatst, waar
de minister van nationale opvoeding,
Sarraut een rede hield. De plechtigheid
werd besloten met een troependéfilé.
Het Stoffelijk overschot van professor
Branly werd in den familiegrafkelder
bijgezet.
Het adres van den voorzitter, den
secretaris en denpenningmeester van
het Haagsche afd.bestuur van den lan-
delijken bond van werkverschaffings-
arbeiders E.M.M. „Eendracht maakt
macht”, houdende verzoek stappen bij
de Regeering te doen ter wederinvoe
ring van de extra-verstrekking
van vet en margarine, wordt
aangenomen voor kennisgeving.
De heer de Visser (C.P.) vraagt
inwilliging van het verzoek.
Wethouder Buurman (S.D.) deelt
mee, dat B. en W. hiervoor geen aan
leiding vinden.
Het adres van de Stichting School-
kindervoeding te ’s-Gravenhage,
houdende verzoek om subsidie voor
het jaar 1941, wordt gesteld in handen
van B. en W. om prae-advies.
Het adres van het bestuur der Ver
eeniging tot stichting en instandhou
ding van een school met den Bijbel te
Scheveningen, houdende verzoek om
gelden beschikbaar te stellen voor de
aanschaffing van schoolbanken
ten behoeve van de school voor ge
woon lager onderwijs Gaffelstraat 85,
wordt gesteld in handen van B. en W
om prae-advies.
Het adres van J. G. Koot, houdende
bezwaren tegen den hem opgelegden
aanslag ingevolge de Warenwet,
wordt gesteld in handen van B. en W.
tér afdoening.
Het adres van de voorzitster en de
secretaresse van de afd. den Haag van
het Wereld Vrouwen Comité, houden
de verzoek op de scholen zoo spoedig
mogelijk met extra melkvoe
ding te beginnen, wordt aangenomen
voor kennisgeving. (Zie toezegging in
het antwoord op het verslag betreffen
de de begrooting voor 1940).
lang wachten bij .de Gemeente-
apotheek, wordt gesteld in handen
van B. en W. ter afdoening.
De heer de Visser (C.P.) vraagt
hoe het staat met de thuisbezorging van
geneesmiddelen.
Weth. Buurman (S.D.) deelt mee,
dat hiervoor de volgende week maat
regelen zullen worden getroffen.
Het adres van K. Molenaar te Alk
maar, houdende verzoek om verlaging
van den erfpachtscanon voor de
perceelen Calandplein nos. 1 en la en
Calandstraat nos. 73 en 75, wordt aan
genomen voor kennisgeving, gelet op
het Raadsbesluit van 17 April 1939.
De brief van F. W. Smit, houdende
verzoek hem weder ondersteu
ning toe te kennen, wordt gesteld in
handen van het bestuur van den Ge
meentelijken Dienst voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon ter afdoening.
De brief van de N.V. Lak- en Verf-
fabriek „Premier”, voorheen Gebrs.
Verheij, houdende bezwaren tegen het
ter visie liggende uitbreidings
plan „W a 1 d e c k”, wordt gesteld in
handen van B. en W. om praeadvies.
HET PUBLIEK EN DE OORLOG.
Volgens het instituut van dr. Gallup
tot peiling van de openbare meening.
wil 84 pCt. der Amerikanen een over
winning der geallieerden, één
wenscht een Duitsche zege en 15
spreekt geen meening uit.
Zaterdagmiddag is in het Gemeente
museum de tentoonstelling „Stillevens en
bloemen van dertig schilders van heden”
officieel geopend. Onder dë velen, die deze
openingsplechtigheid bijwoonden, merkten
wij op mr. F. Beelaerts van Blokland,
vice-president van den Raad van State,
mr. S. J. R. de Monchy, burgemeester en
mr. dr. J. J. Boasson, secretaris van de
gemeente ’s-Gravenhage, mr. J. E. Visser,
president van den Hoogen Raad, Willy
Sluiter, voorzitter van Pulchri Studio, en
vele vooraanstaande personen uit de kun
stenaarswereld. Burgemeester de Monchy
heette de talrijke aanwezigen bij de ope
ningsplechtigheid van deze bijzondere ten
toonstelling, de eerste welke op dit gebied
in het Gemeentemuseum wordt gehouden,
hartelijk welkom.
Dertig schilders en schilderessen zijn
uitgenoodigd om enkele werken van hun
hand te exposeeren. In het geheel omvat
de tentoonstelling 115 schilderstukken,
verdeeld over zeven zalen. Spr. dankte de
directies van de gem. musea te Eindhoven
en Amsterdam, zoomede de particulieren,
die schilderstukken ter beschikking had
den gesteld.
Spr. trok een vergelijk tusschen het stil
leven van de 17e eeuw en dat van thans
en wees erop, dat men het heden niet
meer zoekt in den aard van het onder
werp, doch in de allereerste plaats in de
behandeling daarvan Tenslotte deelde
spr. me dat op de expositie werken
bijeen zijn gebracht van 22 schilders en
8 schilderessen verdeeld over de volgende
plaatsen: Amsterdam (12), den Haag (8>^
Bergen (4), Groningen (1), Leiden (1),
Haarlem (2), Bennekom (1), Parijs (1).
De heer Jan Sluyters verrichtte hierna
de openingsplechtigheid.
Spr. zeide, dat de kunstenaars te ver
deden zijn in twee groepen, n.l. zij, die
produceeren, doch er niet over praten en
zij, die er over praten, doch niets produ
ceeren. Onder de eerste groep wilde spr.
zichzelf rangschikken. Hij wees op de
twee vqoroordeelen, welke er ten opzichte
van de stillevenschilderkunst bestaan. In
de eerste plaats zou deze minder moeilijk
heden van technischen of wetenschappé-
lijken aard opleveren.
Buitendien beweert men wel, dat hoe
bedriegelijker de natuur wordt nage
bootst, hoe grooter de waarde van het
kunstwerk is. Beide opvattingen zijn on
juist. Bij het stilleven is het te doen om
het gevoel. Het is de natuur gezien met
het temperament van den schilder. Spr.
noemde het stilleven den meest onbaat-
zuchtigen vorm van schilderkunst.
De aanwezigen maakten een rondgang
over de tentoonstelling. Zaterdagmiddag
hebben de de organisatoren aan de deel
nemers een lunch aangeboden, waaraan
25 der exposeerende kunstenaars aanzaten.
De bekende, hoogbejaarde pianist Fre
deric Lamond heeft gistermiddag een reci
tal in Diligentia gegeven. Het was de eer
ste maal, dat de kunstenaar na zijn volle
dig herstellen hier ter stede weer op het
concertpodium verscheen. Uit het hartelijk
applaus, waarmede de pianist bij zijn ver
schijnen ten tooneele door de aanwezigen
werd ontvangen, en uit de buitengewone
publieke belangstelling, welke zich mani
festeerde in een volkomen uitverkochte
zaal en een kring aandachtige toehoor
ders, die om den vleugel waren gezeten,
zal Frederic Lamond stellig hebben kun
nen opmaken hoe zeer een bepaalde groep
muziekliefhebbers aan zijn wijze van in-
terpreteeren en zijn visie omtrent de kla
vierwerken van L. van Beethoven is ge
hecht. Frderic Lamond brengt ons dan ook
met zijn spel iets persoonlijks, een eigen
muzikalen stijl, kortom datgene, wat geen
enkel meester-pianist kan en zal schen
ken. De opvatting van dezen kunstenaar
over Beethoven-spel is een geestelijk bezit,
dat gegroeid is, dat afgezien van be
paalde romantische invloeden product is
van zijn eigen overpeinzingen en een
jarenlang zich vereenzelvigen met deze
muziekliteratuur. Treffend is het dan ook,
hoe het spel van Frederic Lamond zich,
gedurende de artistieke loopbaan van den
kunstenaar heeft gewijzigd. Zoodoende is
het tot het Beethoven-vertolken vol mild
heid en bezonkenheid geworden, dat wij
ook Zondagmiddag hebben mogen ontvan
gen. Heftigheid, kenmerk van jeugdig en
thousiasme en temperament is daar vol
komen vreemd aan. Beethoven, de mensch
van strijd door innerlijke gespletenheid,
die niet alleen worstelt met zijn geeste
lijke problemen, doch tevens met de ma
terie, de Beethoven, die ons persoonlijk
zoo bijzonder dierbaar is. spreekt welis
waar door Frederic Lamond’s visie niet
tot ons. Doch zijn dichten en muzikaal
beschouwen aan het klavier, dat, door een
nauwelijks een enkele maal het forte
overschrijdend klankvolume, aan een mu
zikaal vertellen van bijzonder dierbare
herinneringen doet denken, is door de in
timiteit van bijzondere bekoorlijkheid. De
innerlijke stilte en rust schenken ons
daarbij soms momenten van imponeerende
grootschheid.
En wanneer in een uitvoering uit pia
nistisch oogpunt geschouwd niet alles
„au point” is, nemen wij bij zulk vergees
telijkt spel de technische onvolmaakthe
den gaarne als bijkomstigen factor op den
koop toe.
De pianist vertolkte gistermiddag de
Chromatische Fantasie en Fuga in d kl. t.
van J. S. Bach en als Beethoven-compo-
sities: de Sonates in c kl. t. op. 111, in
G gr. t. op. 14 no. 2, in f kl. t. op. 57, de
Variationen über ein Thema aus den
Ruïnen in D gr. t. op. 76 en het Rondo in
C gr. t. op 51 no. 1. Aangezien Frederic
Lamond een ongeveer gelijkluidend pro
gramma reeds voor één der vorige con
certen uit dit winterseizoen had samen
gesteld, zul'len wij thans een gedetailleerde
bespreking achterwege laten. De kunste
naar heeft zijn bewonderaars met de dus
reeds onlangs gehoorde vertolkingen toch
een middag vol intens kunstgenot geschon
ken. Blijken van dankbaarheid heeft hij
daarvoor herhaalde malen in den vorm
van applaus-ovaties mogen ontvangen.
Sluyters Junior, de 24-jarige zoon van
Jan Sluyters, stelt hier voor het eerst zijn
werk ten toon. De zoon van een groot
kunstenaar te zijn, is een heele eer, maar
als de zoon dezelfde kunstuiting kiest
of deze hem van nature èn door zijn afkomst
en milieu wordt opgedrongen als de
vader, is die eer toch niet zonder beden-
kelijken kant. Om tweeërlei reden: In de
eerste plaats zal het den zoon niet ge
ringe moeite kosten om uit de schaduw
van de groote figuur zijns vaders en zelf
standig in het licht te treden; dit zal hem
vroeger of later alléén gelukken als zijn
talent sterk en persoonlijk is. In de twee
de plaats (en dit hangt met het eerste
nauw samen) zal de zoon zich moeten
ontworstelen aan het voorbeeld van den
vader, welk voorbeeld aanvankelijk als
stimulans en leering van zeer groote be-
teekenis zal zijn, maar terwille van den
eigen weg moet worden verlaten, in
dien de jonge schildgr niet steeds de
achteraan komende zoon van zijn vader
wil zijn, doch zelfstandige erkenning als
kunstenaarspersoonlijkheid verlangt. Een
mooi voorbeeld van dit laatste blijft de
figuur van Isaac Israëls, den grooten
zoon van den grooten Jozef, erfgenaam
van het genie zijns vaders, maar schepper
van een gansch eigen eh sterk-persoon-
lijke kunst.
De jonge kunstenaar, die van den vader
talent heeft meegekregen en diens voor
beeld van jongs-af nabij heeft gehad, is
daardoor eenerzijds bevoorrecht; ander
zijds echter zal hij het veel moeilijker
hebben dan hij, bij wien men niet aan
het werk van den vader kan denken.
Te moeilijker omdat het verre van ge
makkelijker is, het verschil te zien of de
grens te trekken tusschen navolging en
verwantschap, in het bijzonder bij twee
kunstenaars de oudere, reeds geslaag
de en de jongere, nog pas beginnende
die elkander naar den bloede zóó na
bestaan.
Vergissen wij ons niet, dan zijn bij
Sluyters Junior wel degelijk de elemen
ten aanwezig voor de ontwikkeling tot
persoonlijk kunstenaar, al valt daaruit
nog niet te concludeeren, dat hij zijn
genialen vader zal benaderen, laat staan
evenaren om zelfs overtreffen. Dit laat
ste is echter voorloopig van weinig of
geen belang. Het komt thans aan op de
vraag: heeft deze jonge schilder iets te
zeggen en slaagt hij erin dit te doen
in een eigen taal, welke verdient te
worden gehoord? Op die vraag geeft de
tentoonstelling een geruststellend ant
woord.
Ongetwijfeld vindt men in den breeden
en dikwijls raken schildertrant den in
vloed van den vader, óók meermalen in
het coloriet, zij het zonder de aan bruta
liteit grenzende geniale kracht van den
ouderen schilder. Voorbeelden hiervan
zijn het portret van een meisje in het
rood tegen blauw fond (vrij zwak van
vormgeving nog) en het vooral in tame
lijk teere blauwe geschilderde meisjes
portret. Daarentegen heeft het zelfportret
met den gecomentreerden kop en de
breed geschilderde grijsblauwe huzaren
jas een verrassende kracht van expressie.
Het is nog niet te zeggen, welken weg
Sluyters Junior zal opgaan. In zijn land
schappen en stadsgezichten, die zeer te
waardeeren zijn, merkt men drieërlei
schildertrant. coloriet en atmosfeer op.
Men vergelijke het doorwerkte groote
landschap in Zuid-Frankrijk (met de
groen- en lichtschakeeringen tegen het
beschaduwde bergmassief) met de vlotte,
levendige en rake impressies van een
boulevard en van een wintergrijze haven.
Het lichtkleurige, zonnige gezicht op stad
ne haven in Zuid-Frankrijk (met spran
kelend rood en blauw) staat in zekeren
zin tusschen deze beide uitingsvormen in.
In ander opzicht kan men dit ook zeggen
van de scheepswerf met het mooie, don-
der-fluweelige coloriet. Daarentegen lijkt
het in rustige harmonie van grijsachtige
kleuren opgebouwde werk uit Bretague
(met huizen en bootjes) uit een gansch
andere geaardheid gesproten Wij herken
nen er althans niet het temperament van
de andere werken in.
Er is alle reden om de verdere ontwik
keling van dezen jongen schilder met
belangstelling gade te slaan.
Smetana’s Ouverture „De
bruid” (Prodana Nevesta),
noff’s Derde Pianoconcert
Mevr. Reitsma (S.D.) dringt aan
op de toegezegde nadere mededee-
lingen omtrent de resultaten van de
te nemen proef, waarmee nog niet
eens is begonnen, hoewel in den lande
reeds 5000 kinderen van de melkvoe
ding genieten. Zij vraagt, de desbe
treffende commissie nog eens goed de
pen op den neus te zetten.
De heer de Visser (C.P.) meent,
dat uit het antwoord, waarnaar B. en
W. verwijzen, de zaak geen voortgang
zal hebben in verband met de mili
taire bezetting van scholen. In andere
Gemeenten is reeds de melkvoeding
begonnen. Hij vraagt B. en W., deze
zaak nog eens ernstig onder de oogen
te zien bij de behandeling van
adres der Stichting Kindervoeding.
De heer Smitskamp (A.R.) be
toogt, dat deze melkvoeding niets te
maken heeft met de gewone school-
kindervoeding. Het betreft melkver-
stfekking in het algemeen op de scho
len in verbhnd met de propaganda voor
gebruik van zuivelproducten.
B. en W. zijn door hun antwoord
schuld van het misverstand.
Wethouder van der Bilt (Lib.)
zet uiteen, dat het wel degelijk voe
ding van schoolkinderen betreft. De
zaak heeft nog steeds de aandacht van
B. en W., maar zij is hier niet zoo ge-
makkelijk als elders omdat hier veel
meer scholen in beslag genomen zijn
B. en W. hopen de zaak spoedig te be
vorderen en zullen den Raad inlichten.
GROOTE VLOOTMANOEUVRES.
Vandaag en morgen vertrekken van
San Pedro, San Diego en Hawaii 130
Amerikaansche oorlogsschepen, die zul
len deelnemen aan belangrijke ma
noeuvres, in de Stille Zuidzee, welke
tot 15 Mei duren. Bij deze manoeuvres
komen 43.000 officieren en manschap
pen van 500 vliegtuigen, 11 slagsche
pen, 12 zware kruisers, 3 vliegtuigmoe-
derschepen en 65 duikbooten in actie.
De ondervinding, welke de Europee-
sche oorlog oplevert, zal tijdens de ma
noeuvres getoetst worden. Het plan is,
dat deze geheime manoeuvres morgen
in het midden van de Stille Zuidzee
zullen worden gehouden
oppervlakte van 5000 mijl,
Hawaii-eilanden ongeveer
midden. Geen verslaggevers noch foto
grafen zijn bij de manoeuvres toe
gelaten.
CHOP1N-AVOND THEO VAN
DER PAS.
Op liet laatste concert van zijn piano-
cyclus zal onze stadgenoot, de bekende
pianist Theo van der Pas uitsluitend wer
ken van Chopin ten gehoore brengen.
Deze Chopin-avond is vastgesteld op Vrij
dag 5 April a.s. om 8 uur ees avond», m
Diligentia.
Jaarlijksche herdenking in Diligentia
Het Genootschap Willem Bilderdijk hield
Zaterdagavond in Diligentia de jaarlijk
sche herdenking van den grooten dichter
Bij deze gelegenheid voerden het woord
de heeren August Heyting en dr. K H
de Jong over het onderwerp „Dante
Onder de aanwezigen merkten wij op
Z.Ex., dr. H. D. van Broekhuizen, gezant
van Zuid-Afrika.
Als eerste spr. kreeg dr. de Jong het
woord. De geniale Bilderdijk is de Neder
lander, die den genialen Dante het meest
nabij komt. Beide dichters hebben zeer
overeenkomende punten, zelfs in uiterlijke
gelijkenis. Verschil bestond in lichamelijke
gesteldheid. Dante was krachtig en heeft
zelfs als militair medegedaan aan een veld
slag. Bilderdijk had een voeteuvel, hetgeen
hem zeer hinderde. Beide dichters begon
nen jong (pl.m. 18 jaar) met hun literaire
werk en beiden waren hartstochtelijke po
litici (waarvan zij de slechte gevolgen in
den vorm van ballingschap ondervonden).
Dante en Bilderdijk waren geboren in
een republiek, sterk monarchistisch en
hebben dan ook resp. in hun werk Hen
drik VII en Napoleon verheerlijkt. Was
Dante krachtiger en meer geconcentreerd,
Bilderdijk was veelzijdiger. Een nadeel
voor Bilderdijk was, dat hij niet in een
wereldtaal schreef.
Nog steeds wordt Bilderdijk in Neder
land niet genoeg gewaardeerd. Men leest
blijkbaar liever de moderne poëzie, welke
des te mooier wordt gevonden, hoe onbe
grijpelijker zij is.
Spr. sprak tot slot de hoop uit, dat Ne
derland tot de erkenning zal komen van
het genie van Bilderdijk en dat dit naar
voren zal treden bij de herdenking van
zijn 200sten geboortedag
Vervolgens sprak de heer Heyting over
hetzelfde onderwerp. Spr. gaf een beschrij
ving van het karakter van beide dichters
en vergeleek ze.
De heer Heyting las voor, hetgeen prof
Molkenboer eenigen tijd geleden in een
rede had gezegd over Dante en Vondel.
Spr. ging hierop dieper in en merkte op.
dat zoowel Potgieter als Bilderdijk hierbij
vergeten waren.
Spr. droeg daarna een gedeelte voor uit
Bilderdijk’s vertaling van Dante’s Divina
Comoedia.
Na een korte pauze maakte de heer Hey
ting vergelijkingen tusschen vertalingen
van Bilderdijk en anderen, zooals prof
Verwey.
Niet alleen echter in de vertaling van
gruwelijke beschrijvingen toonde Bilder
dijk zijn meesterschap. De voordracht van
eenige andere deelen van het dichtwerk
overtuigde de toehoorders van de grootsch
heid en diepte van het genie van den
dichter.
De studie van Bilderdijk heeft, volgens
spr., langzamerhand recht gekregen op de
vestiging van een eigen leerstoel en dr.
de Jong, uitmuntend Bilderdijk-kenner.
heeft op de bezetting hiervan de meeste
aanspraken.
Een hartelijk applaus beloonde de spre
kers voor hun interessante voordracht.
H. van Hille.
De stillevens, bloemen en landschappen,
(en een enkel schetsmatig meisjeskopje)
van H. van Hille kunnen wij moeilijker
waardeeren. Zij zijn eigenlijk alleen een
zeer kleurige maar onrustige vlakvullng,
zonder licht- en ruimtewerking, zonder
stofuitdrukking, meermalen zelfs van een
grove kleurcombinatie en zonder veel
rhythme. Een enkele maal is er althans ’n
decoratief effect bv. no. 13. minder in no.
1 (in beide gevallen een tulpen-motief).
Van de landschappen zou men 2 en 12
om het kleureffect kunnen noemen en
het eerstbedoelde van deze twee boven
dien om de hier zoo zeldzame diepte- en
stofwerking.
Aanvaard door wethouder Boekman
voor den Amsterdamschen
Schouwburg.
Zaterdagmiddag omstreeks 'vier uur
was in de hal voor de bovenfoyer van
Amsterdamschen Stadsschouwburg
groot aantal belangstellenden bijeen
bijwoning van een korte en sobere
plechtigheid ter herdenking van den on
geveer vier maanden geleden overleden
tooneelspeler Oscar Tourniaire.
Mevrouw de weduwe Tourniaire heeft
dezer dagen het gemeentebestuur van
Amsterdam een geteekend portret van
haar echtgenoot aangeboden ter plaat
sing in den Stadsschouwburg en namens
het gemeentebestuur heeft de wethouder
van de kunstzaken, dr. E. Boekman, het
portret aanvaard.
Aanwezig waren mevr, de weduwe
Tourniaire en het echtpaar HeynTour
niaire, de heer Bendien, administrateur
van den Stadsschouwburg, de heer C. van
der Lugt Melsert, directeur, en J. van
der Poll, onderdirecteur van het Neder
landsch Tooneel, alsmede zeer vele ac
teurs en actrices, van wie wij slechts
noemen Henriëtte Kuyk en Else Mauhs.
Dr. Boekman zeide, in dit gezelschap
niet te willen spreken over de kwalitei
ten van wijlen Oscar Tourniaire als
mensch en als tooneelspeler. Deze wa
ren allen hier aanwezigen, vrienden en
bewonderaars, te goed bekend en daar
over was reeds zooveel gezegd tijdens
het leven en bij het overlijden van den
kunstenaar. Er is echter één ding, dat
spr. als iets zeer bijzonders naar voren
wilde brengen, n.l., dat in dezen schouw
burg het portret een plaats heeft gekre
gen van een kunstenaar, van wiens va
der eveneens het portret hier is opge
hangen. Nooit tevoren is dit in dezen ste-
delijken schouwburg geschied. Dikwijls
onderscheidt zich ook de zoon van een
groot vader als kunstenaar, maar zelden
zijn beiden zoo groot, dat hun afbeel
ding deze eer wordt waardig gekeurd.
Wetende, hoe dierbaar juist dit portret
mevrouw Tourniaire en haar dochter als
materieele herinnering aan haar man en
vader is, dankt spr. beiden zeer bijzonder
voor het feit, dat zij het portret aan de
gemeente hebben willen afstaan.
Namens de familie sprak de schoon
zoon, de heer G. Heyn, woorden van
dank. De gebleken waardeering voor den
overledene was een groote troost voor
zijn schoonmoeder en zijn echtgenoote en
hij beschouwde het als een groote eer, dat
men Oscar Tourniaire waardig had ge
keurd zijn portret in den Stadsschouw
burg een plaats te geven.
Hiermede was de plechtigheid ten ein
de en de aanwezigen hadden gelegen
heid van dichtbij kennis te maken met
het portret, een pastelteekening van
mevrouw A Rolandt Holstde Meester,
die Tourniaire ter gelegenheid van zijn
zilveren jubileum als tooneelspeler had
uitgebeeld in een van zijn succesrollen,
welke tevens de laatste rol zou zijn,
waarin hij kort voor zijn dood nog zou
optreden. n.l. als Bibberwang in
Shakespeare’s „Vroolijke vrouwtjes van
Windsor”.
HET NEDERLANDSCH KAMER
ORKEST
Op het laatste abonnementsconcert van
het Nederlandsche Kamerorkest onder lei
ding van Otto Glastra van Loon op mor
gen. 2 April in Diligentia zal Jaap Stotijn
(hobo) als noviteit ten gehoore brengen
Pastorale en Rondo van den jongen En-
gelschen componist Baynton Power. Met
Han van de Ven (viool) zal Stotijn het
concert voor viool en hobo van J. S. Bach
spelen. Het Nederlandsch Kamerorkest zal
werken van Rameau, Sjostakowitsj en
Janacek uitvoeren.
Het adres van het bestuur der R.K.
voetbalvereeniging „Quick Steps”, hou
dende verzoek om kwijtschelding van
een kwartaal der huurschuld voor
het bij deze vereeniging in huur zijnde
Gemeentelijke sportterrein, wordt ge
steld in handen van de stichting „Haag
sche Sport- en Speelterreinen” ter af
doening.
De heer van Bijsterveld (R.K.)
heeft bezwaar tegen deze afdoening. Er
moet bij een ander college beroep be
staan op beschikkingen van het Stich
tingsbestuur.
De v o o r z. zet uiteen,- dat de wijze
van afdoening berust op het Raadsbe-
besluit, waarbij het beheer aan de
Stichting is opgedragen.
verkochte
Rachmani-
Derde Pianoconcert opus 30 in
D-moll en de „Pathétique” van Tschai-
kowsky, neen, het is het publiek der
serie A op het laatste concert in dit
seizoen niet moeilijk gemaakt. Een pro
gramma voor een populairen avond
waartoe zich trouwens de meeste compo
sities leenen uit de Slavische literatuur
en zeker die van de meesters waar het
hier om gaat. Of echter niet menigeen
andere ambities koestert en zonder de
ultra-moderne richting toegedaan te zijn,
werken van groote meesters nader zou
willen leeren kennen, welke in de latere
jaren steeds minder of in het geheel niet
meer op de programma’s zijn verschenen?
Smetana’s voorheen genoemde Ouver
ture was het openingsnummer en de
weergave was alweer piekfijn. Het snelle
fugatische begin kon rhythmisch niet ex
acter. qua uitdrukking niet vitaler, tin
telender. Dat was spanning, kleur brio.
Dan de voortbouwer op Tschaikowsky,
minder met massa’s werkend, fijner,
Rachmaninoff. Met Walter Gieseking aan
den vleugel behoeft wel nauwelijks te
worden verzekerd, dat het een vertolking
van hoog gehalte werd. Het zwaarmoe
dige eerste deel met zijn stijgingen,
welke als uitbarstingen van smart aan
doen, werd zeldzaam schoon in stemming
en karakter getroffen. Virtuositeit
kracht staan den vertolker daarbij
dienste. Het was romantisch van
drukking in den besten zin. Het orkest,
dat zich volkomen aanpaste aan de in
tenties van den solist, zette
togen en innig het Adagio in en de pia
nist paarde zich volmaakt harmonisch
aan den orkestzang en voerde zijn partij
door vol fantasie en met hartstochtelijke
bewogenheid. Prachtig kwam de over-
gang naar de Finale eruit. Ook compo
sitorisch een vondst evenals de behande
ling der piano in het laatste deel. Al over
weegt de ernst, er komt toch iets lich-
tends hier in de muziek, dat verzoenend
werkt. Tooverachtige klankkleuren wist
Gieseking daarbij te ontwikkelen al zijn
wij ons bewust, dat daarbij de schepper
tden herschepper voorgaat. In pompeuse
stijging drong het werk ten einde en
werd een enorm succes voor den pianist.
Maar ook voor dirigent en orkest.
Als toegift Debussy’s „Reflets
l’eau” in een betooverend subtiele weer
gave.
Na de pauze dan de „Pathétique”, werk
van groote lijn en breedheid, van kleur
en praal, van weidschheid en pathos.
Men weet, dat Tschaikowsky’s sympho-
nieën successtukken voor de dirigenten
zijn. Menigmaal zijn zij ook hier onder
verschillende leiders ten gehoore ge
bracht en altijd deden zij het bij wie de
ontvankelijkheid voor deze muziek be
houden had. Mengelberg heeft ook zoo
zijn eigen nuances al is de totaal-werking
van zulk een muziek van betrekkelijk
ongecompliceerd gevoel niet ingrijpend
te beïnvloeden. Het is echter de warme,
zonnige klank, welke het Amsterdamsche
orkest onder Mengelberg in het algemeen
te geven vermag waardoor ook nu weer
het auditorium bekoord werd. KlanK-
charme blijft nog steeds het voornaamste
middel tot contact Deze avond bewees
het weer. Met enthousiasten bijval nam
men afscheid.