HAAGSCHE COURANT
PUROL
ICTORIA
n
Wat ’n verschil
maakt zoon 500 gld.
Vrijdag 5 April 1940.
STADSNIEUWS
RECHTZAKEN
Uitreiking
V
Jagers
en
er op
•^9
cue t&mma
lRW
van een oorkonde bij de regimenten
Grenadiers
ZUID-AFRIKA EN NEDERLAND
it
VIJFDE BLAD.
DE VERLICHTING VAN MOTOR
RIJTUIGEN EN DE ACHTER
LICHTEN VAN FIETSEN
HET VERGAAN VAN DE
„AMELAND”
„DE SPOOKTREIN” VOOR
MILITAIREN
„VASTBERADEN NEDERLAND”
P
..Ik doe altijd
N.J.V.-AV0ND IN HET GEBOUW
LUCHTBESCHERMING
AVOND VAN COMITÉ TOT CULTU
REEL GEESTELIJKE
Umwjtriwmt mu wv
U 1
I /Él
No. 17536
Raad voor de Scheepvaart.
eeuwen
De kapitein getuigt.
voor
overwegingen
pografische Inrichting” voor de kunst
vaardige wijze waarop zij den druk ver
zorgde, is zeker op zijn plaats.
Het zal nog wel eenigen tijd vorde
ren, voordat ieder rechthebbende een
exemplaar in zijn bezit heeft Ofschoon
zooveel mogelijk spoed zal worden be
tracht, vraagt de expeditie onder de
bestaande omstandigheden eenigen tijd.
Overste H. D. Scherpenhuyzen heeft
als oudste der beide regimentscomman-
ten een exemplaar aan Z.K.H. Prins
Bemhard aangeboden.
Bespiegelingen van B. Spiegel
Verzekeringsagent.
Kokké, die als eerste ge-
gehoord, deelde behoudens
Een torpedo of een magne
tische mijn
„Ruwe handen?”
dan blijven ze
zacht en mooi,
lo lub.. 4 5 cl. In
Wl dooien van 60 cl on
KL 30 cl.
Kapitein
tuige werd
de bovenvermelde feiten mede, dat de
lading o.a. inhield een groote hoeveel
heid carbid en 66 ton trotyl.
Voor het vertrek waren alle 48 op
varenden, onder wie ook Chineezen en
Javanen, in de sloepenrol ingedeeld. Er
waren twee sloepen, elk met een capa
citeit van 52 personen, wat achteraf
een groot geluk bleek, omdat een der
sloepen vernield werd, zoodat alle 48
opvarenden in de eenig overgebleven
sloep moesten gaan.
De kapitein toonde den Raad een fo
to van de stukgeslagen sloep, welke hij
een half uur na de ramp zelf heeft ge
nomen, toen hij met de andere sloep
terugkeerde naar het zinkende schip.
De beide sloepen waren uitgedraaid.
De „Ameland” was voorzien van twee
pa ra vanen, welke bij het vertrek waren
opgetuigd en klaar om te vieren en die
bij de Maasbank-boei waren gevierd.
Het Engelsche consulaat te Rotter
dam had twee te volgen routes opge
geven, n.l. over den Westhinder of over
den Noordhinder. De kapitein had de
voorkeur aan die over den Noordhin
der, omdat men dan de beschikking
heeft over een radio-baken.
Op het oogenblik van de ontploffing
bevond de kapitein zich, reeds geheel
gekleed, nog in zijn hut. Hij liep ter-
ER ZAL SCHERPER TOEZICHT
WORDEN INGESTELD.
De minister van Justitie heeft aan
de procureurs-generaal een schrijven
gezonden, waarin er op wordt gewezen,
dat het voorschrift, dat motorrijtuigen
op meer dan twee wielen voorzien mot
ten zijn van een of twee achterlichten,
welke achterwaarts duidelijk zicht
baar voor het achterkomend verkeer
een rood licht uitstralen, te wenschen
overlaat Men ziet auto’s, waarvan het
achterlicht hetzij niet brandt, hetzij
zulk een zwak licht uitstraalt dat het
door het inhalend verkeer niet tijdig
wordt opgemerkt, vooral op de moder
ne autowegen, waar snel gereden wordt
of daar waar het motorrijtuig zonder
deugdelijk achterlicht stilstaat.
De minister verzoekt daarom te be
vorderen. dat op de naleving van dit
voorschrift nauwlettend toezicht wordt
nitgeoefend, evenals zulks zal dienen te
geschieden ten aanzien van de nale
ving der bepalingen betreffende de
verboden verblindende verlichting.
Eenzelfde gedragslijn moet worden
gevolgd ten opzichte van het verbod,
om over een weg te rijden met een
motorrijtuig of een aanhangwagen, die
met inbegrip van de lading 3% meter
boven den weg reikt.
Deze bepaling wordt meermalen
wertreden, met gevolg, dat schade aan
viaducten ontstaat. Bovendien kunnen
voertuigen met te hooge lading, vooral
bij het uitwijken op wegen met tonron-
ding, licht omkantelen.
Evenals bij de geboorte van H.K.H.
Prinses Beatrix was gedaan, lag het
ook nu weer in het voornemen om als
herinnering aan. de geboorte van
H.K.H. Prinses Irene, een oorkonde te
verstrekken aan ieder, die op den ge
boortedag de eer genoot bij de regi
menten Grenadiers en Jagers te dienen.
Gelijk de vorige maal was het we
derom kapitein Oxenaar van het regi
ment Grenadiers die aan dit voorne
men een stoffelijken vorm gaf.
Een woord van hulde aan de „To-
CONCERT VOOR SLECHTHOO-
RENDEN IN HET GEMEENTE
MUSEUM.
Het was wel een zeer sympathieke
geste van den heer Sam Swaap om
met mej. Arendina Kroese een con
cert voor viool en piano te willen ge
ven voor de afd. ’s-Gravenhage van de
Vereeniging tot Bevordering der Belan
gen van Slechthoorenden.
De voorzitter der afd., de heer ir.
J. C. Schagen van Soelen sprak in zijn
openingswoord den hartelijken dank
uit voor wat de beide kunstenaars zou
den aanbieden aan hen, voor wie de
^concertzaal vrijwel altijd gesloten is.
Met groote aandacht volgden de aan
wezigen, onder wie zich ook vele nor
maal hoorenden bevonden, de mooie
muziek, die door middel van de groeps-
telefoon voor alle slechthoorenden op de
gewenscht sterkte kon beluisterd wor
den en als gewoonlijk zuiver werd
overgebracht.
De beide musici hadden voor een
zeer gevarieerd programma gezorgd.
Behalve van Mozart, Beethoven en
Mendelssohn werden ook stukken van
Dvorak, Röntgen en Vieuxtemps ten
gehoore gebracht met de virtuositeit,
waarvoor de heer Sam Swaap bekend
is. Mej. Kroese zorgde voor een uit
stekende begeleiding.
Een langdurig applaus en mooie bloe
men vertolkten op duidelijke wijze de
gevoelens van dankbaarheid van de
toehoorders.
Voor de Haagsche slechthoorenden
was het een avond, die niet gauw ver
geten zal worden.
Die jongen W. bijvoorbeeld. Van
daag vertelt hij mij ineens dat hij
filiaalhouder is geworden - een
prachtbetrekking. Vereischte was
o.a. een borgstelling van f. 500.- en
die had zijn vader bij de hand door
die Spaarverzekering van ons.
Thuis waren ze overgelukkig,
vertelde hij. Ik herinner me nog, wat
een moeite ik indertijd gehad heb
om zijn vader van het nut van een
Spaarverzekering te overtuigen.
Dat overkomt ons dagelijks. De
menschen denken dat ik ze iets
wil „aanpraten’', maar ik weet uit
ervaring, dat de stap die zij over
wegen, verstandig is, ja, een nood
zaak. Heusch, volgt U mijn raad
en vraag eens inlichtingen over
Spaarverzekering bij:
stond naar de brug en zette de tele
graaf op stop. De draadlooze installatie
was reeds dadelijk onbruikbaar.
Na de ontploffing ging alles heel
rustig en kalm, maar de omstandige
heden waren dan ook zeer gunstig. Het
was n.l. daglicht, het was goed weer
en de „Montferland” voer in de onmid
dellijke nabijheid. Door eenige stooten
op de stoomfluit werd de aandacht van
de „Montferland” getrokken. Het
merkwaardige is, dat dit schip denzelf-
den koers voer en dicht voor de „Ame
land” uit, terwijl het toch niet op mij
nen gestuit is.
De drie gewonden heeft men van de
„Montferland” in een lichte sloep van
de loodsboot gelegd, en toen is deze
sloep door de loodsboot aan boord ge-
heschen.
^N.V. VERZEKERINGSBANK
KIUERSGR. 126-12* - AMSTERDAM
TELEFOON W60
De Agoedas Jisroeil, afd.
den Haag (bond van Wetsgetrouwe
Joden) organiseert Zondagavond 7
April a.s. in café-restaurant „Bosch-
lust”, een openbare vergadering, waar
de heer J. Tal, opperrabbijn te Utrecht,
zal spreken over „Dagen van smart
en dagen van vreugde”. Verder zal de
heer BuchsbaumKeiler, voorzanger
te Rotterdam. Joodsche liederen ten
gehoore brengen.
kaanders krachtig vastgehouden, tegen
de overweldigende macht van de taal
van het Britsche Imperium.
In het begin dezer eeuw, omstreeks
30 jaar geleden, is het Afrikaansch als
spreektaal ook in een grammatica vast
gelegd en de literatuur in het Afri
kaansch, welke reeds in bescheiden
vorm bestond, is sindsdien sterk uitge
breid. De taal, waarvan zich de schrij
vers en dichters in Zuid-Afrika bedie
nen, is een kind van het Nederlandsch.
Die gemeenschap vormt een wel zeer
sterken cultureelen band.
Spr. citeerde vervolgens een aantal
gedichten en besloot met het lied op de
Zuidafrikaansche vlag, Oranje, wit
blauw, de vlag, welke Jan van Riebeek
aan de Kaap plantte in 1652 en die nu
weer waait over de landen der Unie.
Onder het motto „Vastberaden Ne
derland” organiseert de afdeel ing den
Haag van het Nationaal Jongeren Ver
bond op Vrijdag 26 April in het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen
een nationale bijeenkomst, om uitdruk
king te geven aan den vasten wil van
bet Nederlandsche volk en in het
bijzonder ook van de jongeren om
zijn vrijheid en zelfstandigheid onder
alle omstandigheden te handhaven
Juist nu de Regeering besloten heeft,
een voorstel in te dienen tot aanschaf
fing van een drietal slagkruisers, en de
Volksvertegenwoordiging zich weldra
hiervoor zal moeten uitspreken, is het
naar de meening van het N.J.V. van
allesoverheerschende beteekenis dat
ons volk blijk geeft in tijden als deze,
Wanneer het erom gaat, alle krachten
in te spannen tot handhaving van het
Rijk tegen elke mogelijke openlijke
of bedekte, directe of indirecte drei
ging, onvoorwaardelijk te staan achter
«en Regeering, die in het belang van
Natie en Rijk offers vraagt
Zooals 250 jaar geleden het turfschip
Van Breda gezien kan worden als een
symbool van den zelfstandigheids-
Wil en vrijheidsdrang van ons volk
in die dagen, zoo moet het slagschip
Van 1940 naast zijn practische, ook een
symbolische beteekenis toegekend wor
den, als exponent van de Rijkseen-
heidsgedachten.
Bovenstaande overwegingen leiden
het N.J.V. ertoe, om op 26 April in
het Gebouw voor K. en W. een groote
bijeenkomst te beleggen, waar prof,
jhr. mr. B C. de Savormn Lohman ook
het slagkruiservraagstuk zal aanroeren
in een rede getiteld: „Vastberaden Ne
derland” waar voorts het historische
spel: „Het turfschip van Breda” van
Ben van Eijsselsteijn, zal worden op-
ïevoerd, en waar de mariniers uit Rot
terdam als blijk van verbondenheid
Van het Nederlandsche volk en zijn
hiarine, een colonne-geweer zullen uit
roeren.
Naar aanleiding van ontvangen ver
zoeken om inlichtingen aangaande het
conflict tusschen den minister van Bin-
nenlandsche Zaken en het bestuur der
Ned. Ver. v. Luchtbescherming, deelt
het bestuur der afd. ’s-Gravenhage van
de Ned. Ver. v. Luchtbescherming
mede, dat de afdeeling als zoodanig ge
heel buiten het genoemde conflict staat.
Voor zoover noodig, wordt de aan
dacht nogmaals gevestigd op de groote
zelfbeschermingsoefening. welke mor
genmiddag gehouden zal worden. In
vele wijken zal aan het einde der oefe
ningen een samenkomst van alle deel
nemers worden gehouden, zoodat de
burgerij zich een denkbeeld kan vor
men van hetgeen reeds is bereikt op
het gebied der zelfbescherming en daar
in een aansporing kan vinden om zelfs
aan dezen hoogst noodzakelijken dienst
deel te nemen.
De oefening op 30 Maart j.l. met een
damësploeg en een heerenploeg der
blokbrandweer in Sector V (Bezuiden-
hout), waarbij eenige in brand gesto
ken hofjeshuizen werden gebluscht. is
tot groote tevredenheid van den chef
der politie-brandweer, den heer S. de
Graad, verloopen.
Een instructieavond, voor blok- en
straathoofden, onder leiding van het
wijkhoofd, den heer Meerts, waarbij de
heer Kuylaars en de heer Leeuwenkuil
als sprekers optraden, had zeer veel be
langstelling.
Het Consultatie-bureau voor sector
Vla (Westend), in de Huishoudschool
L. v. Meerdervoort, is voortaan geopend
eiken Woensdagavond van 7.30 tot 9
uur.
Den 3en dezer is op het van St. Alde-
gondeplein met veel succes een zelfbe
schermingsoefening gehouden, waaraan
zeer veel straatploegen hebben deelge
nomen, die allen uitgerust waren met
een straatkist, waarin de allernoodza
kelijkste brandbluschmiddelen voor
huisbrandjes.
Zeer terecht werden na afloop door
den voorzitter van het sectorbestuur,
den heer Wesseling en een lid van het
afd. bestuur het wijkhoofd de heer E.
van Ebbenhorst Tengbergen en de beide
blokhoofden, de heeren M. J. N. Jol en
P. J. Hazeloop beide laatstgenoemden
hebben zich bij deze oefening buiten
gewoon onderscheiden en alle mede
werkers, die aan den oproep gevolg
hebben gegeven, met het verkregen re
sultaat gelukgewenscht.
ONTSPANNING.
Door het „Comité tot Cultureel Gees
telijke Ontspanning” was gisteravond
een tooneelvoorstelling georganiseerd
voor militairen. De belangstelling was
bevredigend, maar toch niet zoo als men
zou mogen verwachten voor een derge-
lijken avond, waarvoor de toegangsprij
zen zoo laag gesteld zijn, dat ze binnen
ieders bereik vallen. Dit geldt in hoofd
zaak ook voor de burgers, welke het
mooie werk van het comité lang niet
die belangstelling betoenen, welke het
verdient.
In zijn openingswoord zeide de voor
zitter, de heer A. B. Benfer, dan ook
een grooten toeloop verwacht te heb
ben, waarna hij den wensch uitsprak,
dat men zich mocht amuseeren.
De N.V. „Het Tooneel” heeft daarna
een verdienstelijke opvoering gebracht
van het bekende tooneelstuk „De
Spooktrein”. Er is heerlijk gegriezeld
om de geheimzinnigheden, welke zich
afspeelden in het lugubere wacht
kamertje van de stationshalte en ge
boeid werd het verloop van het drama
tische gebeuren medegeleefd. Hiermede
was dus bereikt wat beoogd was: een
avond van ontspanning.
De medewerkenden werden na elk
bedrijf beloond met langdurig applaus.
Een groot aandeel hiervan kwam toe
aan Hélène Plato, wier spel het meest
geroutineerd en overtuigend was. Ook
dienen vermeld Henri Cheval voor zijn
creatie als Richard Whintrop, Henk
Dillewaard, die een werkelijk amusante
Teddie Deakin voor het voetlicht bracht
en Gerard Arbous als de oude,* brom
merige halte-chef Hodgkin. Lies Fon-
teijn was een vlotte Peggy en Juliette
Roos een vermakelijke oude juffrouw
Bourne. Verdere medespelenden waren
Jacques Rijt, Ans v. Naaten, Alex Hoek,
Willy v. Driest en Jo Post, wier spel
eveneens op een behoorlijk niveau
kwam.
MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS.
Morgenmiddag om half 3 wordt in
het Museum voor het Onderwijs een
rondgang onder geleide door de afdee-
lingen mineralen gehouden inleiding
met lichtbeelden over het onderwerp
„Steenkolen, ontstaan en ontginning”.
Zondag 7 April, te half 3 is er een
rondgang onder geleide door de afdee
ling Volkenkunde inleiding met licht
beelden over „De Dajaks”.
Woensdag 10 April, te half 3 wordt
een rondgang onder geleide gehouden
door de afdeeling Natuurkunde met een
inleiding over „Gloeilampen” daarna
vertooning van een film over gloei-
lampenfabricage.
C_
0a.a.ru.,
hvn W 9<tv
uaèw
Op de tegemoetkomende
regeling wordt terug
komen.
Ten aanzien van het voeren van
roode achterlichten door wielrijders is
den minister de wenschelijkheid geble
ken terug te komen op de tot dusver
toegelaten tegemoetkomende regeling,
daar de practijk heeft uitgewezen, dat
hoewel deze regeling ten aanzien van
te goeder trouw zijnde overtreders zeer
voldeed, deze regeling ten gevolge had,
dat een deel der wielrijders hiervan
misbruik maakte, met gevolg, dat het
aantal wielrijders, in het bijzonder in
de groote steden, dat zich na zonson
dergang bij den weg bevindt zonder
voorzien te zijn van een rood licht
uitstralend achterlicht, nog vrij aan
zienlijk is, hetgeen gelet op de ver
keersveiligheid als een ongewenschte
toestand moet worden beschouwd.
Mede wordt als een bezwaar tegen
bedoelde regeling aangevoerd, dat dit
tegemoetkomende optreden op den duur
het politiegezag niet ten goede zou
komen.
In verband hiermede heeft de mi
nister thans bepaald, dat in den
vervolge dan ook verbaliseerend
moet worden opgetreden, indien de
in overtreding zijnde wielrijder
ter plaatse van aanhouding en bin
nen korten tijd er niet in slaagt het
achterlicht in behoorlijk branden
den toestand te brengen.
De voorzitterDenkt u aan een an
dere oorzaak dan aan een mijn 2
Kapitein KokkeIk heb niets gezien
dat verdacht was. Maar een veranker
de mijn of een drijvende mijn is uitge
sloten, want die zouden door de para
vanes onschadelijk zijn gemaakt. Het
zou dan nog een magnetische mijn ge
weest kunnen zijn, of toch een tor
pedo.
Toen de kapitein een uur na de ont
ploffing aan boord terugkwam, hing
daar een sterke carbidlucht, zoodat hij
niet te lang aan boord durfde blijven.
Verscheidene leden stelden vragen
over het sluiten van de waterdichte
tunneldeur en over de plaats, waar
het schip door de ontploffing werd ge
troffen.
De kapitein deelde nog mede, dat de
drie ernstig gewonden het op het
oogenblik goed maken.
De inspecteur-generaal van de
Scheepvaart, de heer P. S. van 1 Haaff,
stelde de vraag, of een uitkijk op de
brug een kleine periscoop ter hoogte
van het achterschip zoukunnen zien.
De kapitein antwoordde hierop be
vestigend.
Als tweede getuige werd gehoord
de derde machinist F. Kragt, die op
het oogenblik van de ontploffing
wacht had, hoewel de eerste-machinist
.chef van de wacht was. De waterdich
te tusschendeur was altijd open en
was den dag van het vertrek nog ge
probeerd. Dat gebeurde overigens
iederen Zaterdag.
Prof. TaverneHebt u voor eigen
veiligheid nooit aan het sluiten van
die deur gedacht
De machinistDat kon altijd nog
wel.
Op het oogenblik van de ontploffing
bevond deze getuige zich in de ma
chinekamer bij het aanzetwerk. Hij zag
een lichtblauwe damp uit de tunnel
komen.
Er bevond zich op het oogenblik
niemand in de tunnelruimte. Om het
half uur ging een olieman daarin, om
de as te smeren. Dat duurde ongeveer
5 minuten. Getuige had de machine
stopgezet en was den eerste-machinist
gaan roepen. Toen was hij naar boven
geloopen, waar één dek hooger het
tandwiel zit om de waterdichte deur tc
sluiten. Hij had de deur dichtgedraaid,
maar gevoeld, dat zij niet heelemaal
meer sloot. Een andere wijze om de
deur te sluiten dan met behulp van
dit handwiel, was er niet.
Er was op dat oogenblik niemand
meer in de machinekamer en getuige
was toen ook verder naar boven geloo
pen, omdat de hoofdmachinist inmid
dels de uitlaatcirculatieleiding had ge
sloten. De machinist geloofde niet, dat
de deur niet meer wilde sluiten door
het binnenkomende water, maar door
dat de zaak tengevolge van de ont
ploffing ontwricht was.
Prof. TaverneKwam er ook wa
ter door de machinkamer binnen
Machinist Kragt: Ja, ter hoogte van
de dynamo aan stuurboordzijde.
Dit water kon niet van leidingen
afkomstig zijn,, want die lagen htier
niet, maar het spoot door de platen
naar binnen.
De inspecteur-generaal voor de
Scheepvaart, de heer P. S. v. ’t Haaff,
acht het uitgesloten, dat de ramp is
veroorzaakt door een ontploffing van
binnen uit.
Als de oorzaak een drijvende mijn
zou zijn geweest, zou de uitwerking
van de ontploffing geheel anders zijn
geweest.
Tegen verankerde mijnen was da
„Ameland” gewapend met paravanes,
welke na afloop van de ramp nog ii>
tact waren. Ook dit acht spr. uitgeslo
ten. Blijft dus over, dat de ramp is
veroorzaakt door een torpedo of een
magnetische mijn. Gezien wat inmid
dels over dit laatste strijdmiddel is
bekend geworden, is het zeer wel mo
gelijke dat hierin de oorzaak moet
worden gezocht, vooral omdat het niet
noodig is, dat het schip een dergelijke
mijn raakt om de mijn tot ontploffing
te brengen. Ook de mogelijkheid van
een torpedo is niet uitgesloten, maar
niemand heeft iets waargenomen, dat
op de aanwezigheid van een duikboot
wees, hoewel het weer daarvoor zeer
gunstig was.
Omtrent het houden van sloepenrol
en het gesloten jiouden van waterdich
te deuren, is inmiddels een K.B. ver
schenen» dat het schepenbesluit in
dien zin heeft aangevuld.
De Raad zal later uitspraak doen.
3* ilziy» fa
■zi'Axtt perwx».
HET OFFICIEELE ONDERZOEK.
De Raad voor de Scheepvaart heeft
hedenmiddag een onderzoek ingesteld
naar de oorzaak van het vergaan van
het s.s. „Ameland”, dat op 18 Februari
j.l. door een ontploffing werd getroffen
en is gezonken, kort nadat het schip
den Nieuwen Waterweg had verlaten
op weg naar Ned.-Indië.
De „Ameland”, metende 4537 bruto
registerton en gebouwd in 1930, was
eigendom van de N.V. Stoomvaart
maatschappij „Rotterdam”, maar voer
in charter voor den Rotterdamschen
Lloyd om als vrachtschip op de gewone
route tusschen Nederland en Indië
dienst te doen, zonder passagiers aan
boord.
Om negen uur in den ochtend, toen
het schip zich ongeveer 15 mijl N.W.W.
van Schouwen, ter hoogte van de
plaats, waar vóór den oorlog het licht
schip Schouwenbank lag, bevond, werd
het plotseling getroffen door een ont
ploffing aan stuurboordzijde, ter hoogte
van ruim vijf, dat geheel in de lucht
vloog, zoodat het achterschip direct
begon te zinken. De weggeslingerde
deelen kwamen gedeeltelijk op het dek
neer, waardoor drie personen min of
meer ernstig gewond werden en vier
lichte verwondingen opliepen.
Een half uur na de ontploffing kon
den de meeste mannen van de „Ame
land” aan boord van de „Montferland”
van den Kon. Holl. Lloyd worden opge
nomen.
Toen de Belgische loodsboot no. 15
in de buurt kwam, werd besloten, dat
de geredden daar op zouden overgaan,
opdat de „Montferland” zijn reis naar
Zuid-Amerika zou kunnen voortzetten.
De loodsboot bleef in de buurt van het
zinkende schip totdat omstreeks één
uur de sleepboot „Zwarte Zee” van L.
Smit en Co’s internationalen sleep
dienst arriveerde. De drie gewonden,
die geen van allen in gevaar verkeer
den, werden door de Belgische loods
boot naar Vlissingen gebracht. De ove
rige 45 opvarenden gingen over aan
boord van de „Zwarte Zee”, welke
naar Maassluis terugkeerde. Toen men
zich van de plaats van de ramp ver
wijderde, was de „Ameland” nagenoeg
geheel in de golven verdwenen.
De Raad voor de Scheepvaart was
als volgt samengesteld voorzitter
prof. mr. B. M. Taverne, secretaris mr.
H. B. Tjeenk Willink, leden de hee
ren A. L. Boeser, J. N. Egmond en C.
L. Julsing.
DE GEESTELIJKE EN CULTUREELE
BERTREKKINGEN.
Voor het Gezelschap voor Philoso-
en Parapsychologie heeft gisteravond
in de bovenzaal van „Riche”, de gezant
van Zuid-Afrika, dr. H. D. van Broek
huizen, een causerie gehouden over de
geestelijke en cultureele banden tus
schen Zuid-Afrika en Nederland.
Zuid-Afrika, zoo ving spr. aan, heeft
zijn ontstaan te danken aan een Neder
lander, Jan van Riebeek, die nu inge
schakeld is bij de helden van Zuid-
Afrika.
Wie het dagboek van Jan van
Riebeek leest, bespeurt daarin een
sterk geestelijk leven en zijn eerste
daad na de landing bij de Kaap was
een gebed. Daar heeft Zuid-Afrika zijn
gedenkteeken opgericht.
De eerste inspiratie van van Riebeek
was zijn geestelijk leven, zijn geloof;
de tweede inspiratie was zijn kloeke,
godvruchtige vrouw.
Morgen, 5 April, is het Jan van
Riebeeks(dag), dan wordt hij herdacht,
die den eersten hoeksteen legde voor
de Zuidafrikaansche natie en daar
legde hij den eersten band met Neder
land.
Wij hebben hier te doen met een
man, die ’n visionnairen blik bezat van
de toekomst van Zuid-Afrika. Hij bleef
er, ondanks de wreedheid van het land
en de desavoueering van zijn lastheb
bers, de beheerders der Oost-Indische
Compagnie.
De herinnering aan dezen grooten
man is sinds de laatste 40 jaar weer
verlevendigd, mét de ontwikkeling van
het cultureele leven na de oorlogen.
Het is een schoone gedachte, dat het
de oude Nederlanders waren, die de
grondvesten werden van Zuid-Afrika en
de eerste hunner was van Riebeek en
hij nam den Staten-Bijbel met zich.
Hij organiseerde, koloniseerde en
evangeliseerde en ontzag zich bij dit
laatste niet om de Boschjesmannen en
Hottentotten met een kroes bier naar
de kerk te lokken. Dat lijkt vreemd,
maar de mentaliteit was toen een an
dere.
Waar in later jaren en eeuwen de
Afrikaners trokken, bouwden zij hun
kerken en tot 1830 had elke predikant,
die een kansel in Zuid-Afrika beklom,
in Utrecht gestudeerd Dat heeft steeds
een krachtigen band gegeven, versterkt
nog door een Staten-Bijbel, welke
ginds en hier wordt gelezen, mét de
psalmen en gezangen.
Die bijbel bewaarde den kolonist
door de jaren heen voor verwildering
en degeneratie. Die bijbel was en bleef
het fundament van zijn geestelijk le
ven, vooral, toen het trekken begon,
voor allen culmineerend in de Groote
Trek, na de annexatie door Engeland.
In die dagen van beproeving bleek hun
geestelijke veerkracht.
Nadat dr. van Broekhuizen nog gewe
zen had op de verhouding tusschen de
blanken en negers een belangrijk
deel van het geestelijk leven be
sprak hij de cultureele banden, waartoe
de taal een der krachtigste stimulan-
ten is. Het Nederlandsch en het Zuid-
afrikaansch zijn elkaar dicht verwant
en aan hun taal hebben de Zuid-Afri-
-1
X