HAAGSCHE COURANT DE ECONOMISCHE OORLOG DE ZWARTE ORCHIDEE b Zaterdag 6 April 1940 IN EN OM DEN HAAG BINNENLAND No. 17537 VIERDE BLAD. OOM KOOS. Ontheffing De neutrale: Ik mag geen onderscheid maken tusschen mijn klanten. FEUILLETON. HOOFDSTUK XVL M ure he son verandert van inzicht. gekkenhuis? soms een IfWordt vervolgd.) Betreffende het wetsontwerp tot een wijziging en aanvulling van de wet op de personeele belasting. Het vinden van het manuscript stel de, naar Carson’s meening, meteen vast, wie de pleger van de misdaad was. Om zijn onschuld te kunnen vol houden, zou Armstrong zich moeten verantwoorden over het bezit van het manuscript, hetgeen wel een onover komelijk probleem zou blijken. Carson ontmoette op zijn weg naar» (Nadruk verboden.) s.s. „Stad Alkmaar” maakt geslaagde proefvaart. te de schuldige is. van de beperkingen van den afzet van zeep namelijk, dat een dergelijke ruzie na zeven maanden mobilisatie, nog niet opgelost zijnde, geen hoogen dunk geeft van den ernst van den toestand en hij vroeg zich bezorgd af hoe het wel geweest zou zijn, indien bij een der oorlog voerende landen de zaak, zoo lang, door ge harrewar niet in kruiken en kannen was ge komen. Als er twee kijven hebben ook twee schuld, zegt het spreekwoord en hier had zelfs van „kijven” geen sprake mogen en kunnen zijn. De minister, die misschien het grootste gelijk van de wereld heeft, had toch reeds lang maatregelen moeten treffen. Het onzekere ge voel, dat door dit soort herrie niemand kan ontloopen, had absoluut vermeden moeten worden. Gisteren heeft het op de werf der N.V. Wil ton Feijenoord voor rekening van de Halcyon- lijn N.V. te Rotterdam gebouwde s.s. „Stad Alkmaar” met goed gevolg proefgevaren, waarna het schip door de reederij is overge nomen. Het s.s. „Stad Alkmaar” is gebouwd volgens de hoogste klasse van Lloyds. Het meet 10.000 ton. De hoofdafmetingen bedragen 435 voet, 58,6 voet en 29 voét. N.V. Werkspoor te Amsterdam leverde den tripel expansiemotor, waarmede het schip is uitgerust. Voor de stoomlevering dienen drie Schotsche ketels. Het machinevermogen be draagt 2700 i.p.k. dan zal ik hem bij je laten brengen. Zij sidderde en na een lange pauze knikte zij toestemmend. Toen Carson weg was, stond zij met moeite op en doorliep langzaam de kamer, terwijl zij met haar hand over haar voor hoofd streek, alsof de onzekerheid meer was, dan ze verdragen kon. O, mijn God, mompelde zij. Indien. Daar de wond haar pijn begon te doen, zette zij zich weer in den stoel neer. Een minuut of twee later kwam Armstrong binnen, met Carson vlak achter zich aan. Tresa lichtte haar hoofd op. Zij staarde den gevangene met wijdgeopende oogen aan. Arm strong onderging een lichten schok, maar scheen verder uiterlijk kalm, ofschoon uit zijn blikken nog duidelijk helsche woede sprak. Deze dame is juffrouw Dixon, zeide Carson. Ik geloof, dat zij u nog een paar vragen wil stellen. Nog meer vragen? spotte Arm strong. Moet ik weer zoo’n idioot verhoor ondergaan? Toch zou ik u, in uw eigen be lang, willen aanraden daarop te ant woorden, snauwde Carson. Tresa onderdrukte een snik en be gon een paar vragen te stellen, in den geest, zooals Carson dat ook reeds gedaan had. Armstrong beantwoord de die kort, terwijl zijn gebrilde oogen vast op zijn ondervraagster gevestigd bleven. Toen gebeurde er iets vreemds. Armstrong haalde zijn lin kerhand uit zijn zak en veegde zich over het gelaat. Tresa’s lippen hiel den op te functionneeren. Zij brak in het midden van een zin af en uitte een doordringenden kreet. Armstrong stak zijn kunsthand dadelijk weer in zijn zak, terwijl Carson naar het ontstelde meisje snelde. Stuur hem weg! kreunde zij. Och, laat mij toch alleen. Maar...! Zij verborg haar gelaat in de han den en Carson wendde zich tot den ge vangene, die loerende blikken op Tre sa wierp. Is dit sneerde hij. Hou je mond, riep Carson uit. Ik heb met u nog niet afgedaan. En ik niet met u, siste Arm strong. Ik zal u deze beleediging De muziek in het Bosch, welke al sedert jaar en dag een traditie was geworden, be hoort thans tot het verleden en hoewel de be langstelling daarvoor in den loop der jaren telkens was verminderd, zullen vooral de oudere Hagenaars dit bericht met zekeren spijt hebben vernomen. Hoevelen hebben niet in vroegere dagen genoten van de muziek der Garde-regimenten Hoevele zoete herinne ringen zullen daarbij niet zijn, enfin er ver dwijnt weer een stukje romantiek. In de plaats daarvan zullen we nu kunnen genieten van de voorstellingen op het Binnenhof, doch niet gratis, zooals bij de voormalige muziekuitvoe ringen in het Bosch. D<t Gemeenteraad heeft deze week weer een record verbeterd, n.l. door een zoo korte ver gadering te houden, dat de heeren binnen het uur weer buiten de vergaderzaal waren. In die korte spanne tijds verdienden de leden echter wel hup presentiegeld. Hoeveel dat presentie geld precies bedraagt, weet ik niet, maar zoo om en bij de 6,50 zal het wel zijn. Veel korte vergaderingen komt den leden dus veel voor- deeliger dan een of meer lange en Jodocus vond daarin aanleiding om te wenschen, dat de Raad dadrvan geen gewoonte zou gaan maken. Over het uitbreidingsplan bij het Huis ten Bosch vond men het niet noodig ook maar één enkel woord te spreken, xooals ik trou wens, blijkens mijn vorig praatje, ook niet ver wacht had. Desniettemin blijft het spijtig. Je doet er zoo weinig aan en vandaar ook de uitdrukking „met onwillige honden is het kwaad hazen vangen”. Onlangs op het Staatsspoorstation komende heb ik mij eens kunnen overtuigen van de vele moderne verbeteringen, welke daar zijn aange bracht. De accomodatie is er veel beter ge worden, alsook het uiterlijk aanzien. Trouwens dit zijn dingen, waarvan de meeste Hagenaars zich reeds lang hebben kunnen overtuigen en ook zullen hebben overtuigd. Slechts een klei nigheid viel mij op en dat was bij de loketten voor den kaartjesverkoop. Zijn deze niet in ge bruik dan wordt er een bordje voor gehangen „niet in gebruik”. Dit bordje is echter in zoo danige fletse kleuren geschilderd, dat het vooral in de avonduren bijna niet te lezen is. Ik althans zag het niet en ik vermoed, dat er meerdere ouderen zullen zijn, die er ook moeite mee hebben. Laat de stationschef dus een nog wat duidelijker aanwijzing doen aan brengen. Daardoor zal hij wellicht vele klanten aan zich verplichten en het is zoo’n kleinig heid. Er blijft immers altijd wat te vragen over. Zoo dacht waarschijnlijk ook het Raads lid, dat vragen aan B. en W. richtte over den bouw van het Stadhuis en wel, hoe het daar mee nu eigenlijk stond. Die vraag is door vele Hagenaars gesteld en het laat zich dus aanzien, dat een volledige beantwoording door B. en W. velen zal verheugen. Maar dan moet het ook een antwoord zijn waar we iets aan hebben en er door weten waar we aan toe zijn. Geen omheen draaien, maar een regelrecht ja of neen. Jodocus en Wies maken zich maar ongerust over de hevige verschillen, welke er bestaan tusschen overheid en de particuliere Vereeni- ging voor Luchtbescherming. Mijn neef vindt de hut Monroe en wees hem op het pakket onder zijn arm. Wat is dat? vroeg de dokter. Het eerste werkelijke bewijs stuk... het manuscript. Welk manuscript? O, ja, daar weet jij natuurlijk niets van. In den nacht, dat Dixon het leven liet, werd een manuscript ver mist. Wah Su bezwoer, dat hij het op Dixon’s schrijftafel gezien had, toen hij omstreeks tien uur naar bed ging. Zoo. En dit moet dan het bewus te manuscript zijn? Wat zou het anders kunnen zijn? Het bevond zich onder Armstrong’s bagage. Toevallig zag ik het. Carson maakte het touw los, het welk het pakket bij elkaar hield en bladerde het door. Ongelukkigerwijze was er geen titelblad, doch de inhoud liet geen twijfel of het was het boek over orchideeën, waarmede Dixon be zig was, toen de doo’d hem overviel^ Het is een verpletterend bewijs stuk, stemde Monroe toe. Maar waarom zou Armstrong dat ding ge stolen hebben? Als we dat wisten, dan zouden we wellicht in staat zijn het motief van de misdaad te ontdekken. Weet Tresa het al? Nog niet. Ik vond het, nadat ik haar verlaten had. Ik sprak haar over Armstrong en bracht hem bij haar, opdat zij hem zou kunnen ondervra gen. Hij was zeer koelbloedig en her haalde, ten naastenbij alles, wat hy mij verteld had. En wat zei Tresa? Zij deed erg vreemd. Ik zou bij na zweren, dat zij iets van hem af weet, maar dat zij het niet durft te openbaren. Zij was aldoor zeer geagi teerd... ik begrijp haar niet. Toen zij zijn kunsthand zag, schreeuwde zy het uit van schrik en smeekte mij haar alleen te laten. Monroe hield zich onledig met het afwrijven van zyn brilleglazen, een ge woonte, wanneer hij zich voor een di lemma bevond. Haar leven wordt misschien be dreigd, tenzij zij haar mond houdt, veronderstelde hij. Waarom zou zij hem dan achter na gegaan zijn? broeder geweest was, maar dat uw broeder zelf dien tijd 27) Ik ben weer bijna beter. Het was geen ernstige wond. Ik... ik veronder stel, dat je gehoord hebt, wat er ge beurd is? Ja, ik was er al bang voor, dat die mannen niet betrouwbaar zouden blijken. Je had gelijk. Toch heb ik ze goed behandeld. Maar dat doet niets ter zake. Mijn pogingen zijn gefaald. Je wilde Armstrong vinden? Ja, sedert... Zij brak plotseling af en haar handen bewogen zich zenuw achtig. Ik verwachtte niet je terug te zien, maar het heeft zoo moeten zijn. Monroe en Wah hebben mij om beurten door het oerwoud gedragen. Nu heb ik jou uit je hut verjaagd, wat moet je toch wel denken van mij, die je reeds zooveel pijn gedaan heeft? Ik zal steeds precies eender over je blijven denken, antwoordde hij heesch. Tresa, ik heb voortdurend, vanaf het oogenblik, dat je hierheen gebracht werd, verlangd om je te zien, maar, na hetgeen gebeurd is, durfde ik je niet meer lastig te vallen. En, als dat belangrijke nieuws er niet gewwst was, zou je dan zelfs nu nog niet gekomen zijn? Is dat zoo? Ja, je hebt mij laten voelen, dat Je mij niet meer zien wilde... dat je niet meer aan het verleden wenschte herinnerd te worden. En ik moest mij naar je wenschen schikken. Wenschen, welke niet met mijn in nerlijk strookten! Daarna vervolgde alsof zij spijt had van deze beken tenis: Maar je hebt mij iets te zeg gen- Wat is er? Het betreft Armstrong. jjet hooren van dien naam scheen haar pijnlijk aan te doen. Zij draaide haar hoofd om en staarde een paar se conden door het raam naar buiten, waarna zij hem vragend aankeek. Ik slaagde, waar jy faalde. Jij... slaagde? Eruit! raasde Carson en duwde de slanke gedaante door de deurope ning naar buiten. Een paar minuten later viel de deur van de geïmprovi seerde gevangenis in het slot en Car- son veegde zich de zweetdruppels van het voorhoofd. Meer dan ooit was hij overtuigd, dat Tresa Armstrong vroe ger reeds gezien had. Wat voor een geheimzinnige verhouding bestond er tusschen hem en haar? Waarom had het zien van de kunsthand haar een dergelijken kreet ontlokt? Hij voelde, dat zij iets ontdekt had, dat haar noopte voor altijd haar lippen te slui ten... iets dat in nauw verband stond met de ruwe teekening van de afge houwen hand. Hij vond het indiscreet om nu naar haar terug te gaan en liep, niet we tend, wat hij van dit alles denken moest, door het kamp. Hij kwam in de nabijheid van de dragers van Armstrong, die met spanning op hun leider zaten te wachten. Een zware, halfnaakte kerel naderde hem en vroeg of zijn meester nog niet beter was. Carson stuurde hem met een kluitje in het riet. Hij wilde zijn weg vervolgen, toen zijn oog op een zwarte doos viel, waarin één der inlanders bezig was iets te zoeken. Een stapel papieren trok zijn aandacht. Eén blik daarop was voldoende om zijn hart wild te doen kloppen, want het was een in het net geschreven manuscript. Als er iets was om Armstrong van zijn moord op Dixon te overtuigen, dan was het dit wel. Hij twijfelde er geen oogenblik aan of hij hield het manuscript in zijn hand, dat zoo ge heimzinnig uit de bungalow verdwe nen was op den avond, toen Dixon vermoord was en hetwelk misschien het hoofdmotief gevormd had voor het plegen van de misdaad. Het comité van actie, uitgaande van de ex ploitanten van schouwburgen en zaalverhuur ders in Nederland, heeft een adres gezonden aan den minister van Financiën, waarin be zwaar wordt gemaakt tegen het aanhangig wetsontwerp tot wijziging en aanvulling Wet op de personeele belasting 1896. Het comité verzoekt den minister het daar heen te willen leiden, dat de theaterbedrijven gelijk gesteld worden met fabrieken en werk plaatsen. Voor zoover dit niet mogelijk is, ge lijkstelling van theaterbedrijven met café’s en restaurants. Tenslotte de huurwaarde van alle niet gehuurde resp. van onder abnormale om standigheden gehuurde perceelen zonder uit zondering vast te stellen op 6 pCt. der ver koopwaarde. Exploitanten van schouwburgen en zaalverhuurders adresseeren Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling om de ondernemingen, welke zijn ingeschreven bij de sectie zeep van het rijksbureau voor chemische producten, van 1 Mei a.s. af geheel vrij te laten in de door hen te verkoopen, af te leveren of in eigen bedrijf te gebruiken hoeveelheden zeep. De thans bestaande quo- teering van den afzet komt dan dus te ver vallen. Mocht het in de toekomst noodzakelijk blijken opnieuw tot quoteering over te gaan, dan zal de periode van 1 September 1938 tot 1 September 1939 weder als basisperiode gelden. Door een louter toeval. Arm strong is in het kamp. Zij deed geen poging om haar ver bazing te verbergen. Heftig geagiteerd keek zij hem aan en er kwam een vreemde, angstige blik in haar oogen. Armstrong hier! Maar dat is on mogelijk. Ik was vlak achter hem, toen... Ben je zeker, dat je je niet vergist? Er is geen kwestie van vergissen. Hij heeft een koortsaanval gehad en zijn dragers hadden gehoord, dat hier een dokter in het kamp was. Zij brach ten hiem hier, toen hij slechts half bij kennis was. Heb je hem gesproken? Ja. Over de... de... Zij slikte een paar maal, alsof zij niet in staat was om dat vreeselijke woord te formuleeren. Ik moest wel. Hij was spoedig weer op de been en wou weer ver trekken. Dat kon ik natuurlijk niet toestaan. Ik ondervroeg hem over zijn doen en laten op den bewusten avond. Ja... en? Tot mijn verwondering deed hij een verhaal, dat tamelijk goed met het gebeurde overeen kwam. Hij gaf toe, dat hij dien avond nog laat bij uw zwoer, bepaald had. Zij hadden wekenlang over een expeditie gediscussiëerd met het doel om zeldzame plantensoorten op te sporen. De zaak ging, wat uw broeder betreft, niet door, omdat hij weigerde, een voet te zetten in Bor neo, welk eiland Armstrong juist wel wilde bezoeken. Hij verzekert, dat hij uw broeder in den besten welstand heeft achtergelaten. Ga verder, fluisterde zij. Er is weinig meer te vertellen. Ik wist eigenlijk niet, wat ik moest doen. Ik zou hem hebben laten gaan, wanneer ik niet op één punt achter docht gekoesterd had. Hij sprak niet over de zwarte, orchidee, welke was achtergebleven. Ik zinspeelde erop, dat hy iets vergeten had, maar hij bezwoer, dat zulks niet het geval was. Wij weten, dat hij de bloem stal uit den Botanischen Tuin en dat het de bloem was, welke wij vonden. Indien hij onschuldig is, hoe komt het dan, dat hy nalaat, het verlies van de bloem te memoreeren, nadat ik hem een „hint” gegeven had? Denk... denk je, dat hij de bloem daar expres gelaten heeft? Ja, of hij heeft de orchidee bij een worsteling verloren en durft daar niet voor uit te komen, dat hij die bloem ooit gedragen heeft. Je hebt hem dus gevangen geno men? Ja, dien avond ben ik de rivier afgevaren en heb verbinding gehad met inspecteur Murcheson. Ik vertel de hem, dat ik Armstrong te pakken had en vroeg, wat ik met hem doen moest. Wat... wat zei hij? Hij wilde van de zaak niets we ten. Verzekerde mij, dat Armstrong iemand was van groote integriteit. Hij had inlichtingen in Sydney inge wonnen en vernomen, dat deze man rijk was en welbekend. Dat was ge noeg voor Murcheson. Hij weigerde eenigen maatregel te nemen. Ik heb altijd wel geweten, dat hij een idioot was. Tresa zat haar handen te wringen. Sedert Carson haar medegedeeld had, dat Armstrong in het kamp was, was haar geheele houding veranderd. In plaats van triomf, zooals men had kunnen verwachten, streden op haar gelaat besluiteloosheid, angst en schrik om den voorrang. Toen jij hier onverwacht kwam, besloot ik alles te riskeeren en hield hem opgeslqten, totdat ik jouw beslis sing vernomen had. Mijn... mijn beslissing? Natuurlijk. Indien jij denkt, dat hij schuldig is of dat er voldoende be wijs is om een aanklacht tegen hem in te dienen, kunnen we hem naar Singapore voeren en een bevelschrift vragen voor zijn arrestatie... million- nair of geen millionnair. Neen... neen! riep zy bijna schreeuwend uit. Wat zeg je... O, wat praat ik toch? Mijn zenu wen zijn totaal in de war. Natuurlijk moeten wij een veroordeeling zien krijgen... indien hij Waar is hij nu? In een oude loods, welke vroeger tot opslagplaats diende. Hij is door het dolle heen en dreigt my met een aanklacht, zoodra hij vrij is. Heb je er bezwaar tegen om hem te zien en te ondervragen? Als je dat wenschtj betaald zetten. //ÏZ ƒ0 n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13