Minister Welter zestig jaar
in
De Duitsche schepen
Indische havens
HAAGSCHE COURANT
SI
fa!
hp
Fietsend door Sumatra
Java
en
UIT DE INDISCHE BLADEN
VAN DE
'11
van
De verheffing
Sultan
den
van
van
nieuwen
Djokja
Vijftien Duitsche schepen
met 75.000 pond schuld
Eenvoudig man
groote verdiensten
Zaterdag 6 April 1940, Nb. 17537. b- p 3
I
f
B
I
INHEEMSCHE RESERVE-OFFICIEREN
Z.Exc. Ch. J. L M. Welter
Merkwaardige hobby
van een 68-jarigen
Amerikaan
PROF. DJAJADININGRAT
VOOR LEIDEN AAN
GEZOCHT
DE BANDOENGSCHE ZWENDELBANK
Onder zeer groote belangstelling is, naar Aneta reeds seinde, de nieuwe sultan van Djokja, Goesti Raden
Mas Derodjatoen, in den kraton met officieele plechtigheid eerst tot kroonprins, daarna tot sultan verheven.
Van deze grootsche plechtigheid geeft bijgaande foto een der vele indrukwekkende momenten weer.
Naast den sultan de gouverneur, dr. Adam.
van
heer Bums Palembang.
„Loc.”
niet
Eenvoudig en werkzaam
MET PENSIOEN
een heer op leeftijd naar buiten, met
een donkere overjas aan en een slap
pen, zwarten,hoed op het hoofd. Hij
blijft even staan, steekt een sigaar op.
kijkt eens naar de lucht en gaat be
daard zijns weegs als iemand, die zijn
taak behoorlijk heeft vervuld en met
rustig zelfvertrouwen de volgende tege
moet ziet, welke hem wacht.
verband
Indië
in
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
t
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
BESTEMD VOOR DEN DIENST IN
NEDERLANDSCH-INDIE
i
i
i
I
i
i
i
I
i
i
I
i
I
I
I
i
I
i
I
i
i
i
I
I
t
I
l
i
I
l
I
t
t
I
I
t
I
l
I
I
l
I
I
I
I
I
l
omtrent de Duitsche aankoopen
producten begint te verstommen.
Dit beteekent niet, dat deze
door zouden gaan, doch de menschelij-
ke nieuwsgierigheid kan niet altijd op
hoogspanning blijven. Er is wel veran
dering in de techniek van de aankoo
pen opgetreden, deze worden thans ge
heel door Duitsche tusschenpersonen
verricht; van de diensten van Holland-
sche makelaars wordt sinds het begin
van deze week geen gebruik meer ge
maakt. Deze verandering hangt o.i.
samen met het plaatsen van de onder
nemingen van het Straits und Sunda
Syndikat Administratie Kantoor, waar
van enkele als koopsters optraden, zoo-
als Soekabiroes, op de Britsche zwarte
lijst, hetgeen op 13 Maart j.l. werd ge
publiceerd.
Van de groote aankoopen, waarvan
wij nog bericht kregen, zij hier nog ge
noemd 1500 ton peper en ongeveer 250
ton damar, transacties, welke in West-
Java tot stand kwamen. Als men het
lijstje ziet van de op 13 Maart op de
zwarte lijst geplaatste ondernemingen
het zijn er elf dan begrijpt men,
producten geleverd kunnen worden,
zonder dat men bij andere producen
ten of exporteurs behoeft aan te klop
pen.
Met de kapok gaat het thans op rol
letjes. De aarzelende kapokpersers, die
om inlichtingen aan het departement
van Economische Zaken vroegen, kre
gen het dringend verzoek om door te
persen en waar het telegram afgezon
den was door den directeur van Eco
nomische Zaken, was dit voor de be
trokken firma’s weinig minder dan een
bevel, althans zoo werd dit opgevat, geen ton kolen en ook geen ton lading
Anderzijds voelde men zich hierdoor
ook dermate gedekt, dat de Intematio
te Semarang die aanvankelijk niet aan
het persen meedeed, ook tot persen van
de kapok is overgegaan. De opleve-
ringsdatum van de kapok is 20 Maart
a.s. en men vertrouwt, dat de perserij
Lieden, die nogal eens op het Bin
nenhof samenscholen om na afloop van
een vergadering van een der Kamers
een of meer van de ministers naar bui
ten te zien komen, behalen aan den
heer Welter al zeer weinig eer. Hij
ziet er niet anders uit dan een solide
koopman of reeder Als hij het gebouw
verlaat, rijdt er geen glimmend gelakte
auto met een gegalonneerden chauf
feur voor slechts bij zeer hooge uit
zondering maakt hij van een voertuig
gebruik.
Indien het weer het maar even toe
laat, wandelt hij. Dan komt er kalm
Bet KOLONIAAL BIJBLAD bevat naast oorspronkelijke bijdragen van deskundige
band een overzicht van het voornaamste uit de per laatste mail ontvangen Indische
bladen en periodieken, waardoor zij, die zich voor Indië interesseeren, volkomen
op de hoogte blijven van de koloniale gebeurtenissen.
Heden heeft de luinister vai« Kolo
niën zijn zestigste jaar voltooid. Char
les Joseph Ignace Marie Welter is op
6 April 1880 hier ter stede geboren.
Na daar een H.B.S. te hebben bezocht,
studeerde hij te Delft aan de Indische
Instelling voor Indische ambtenaren.
Nog slechts 21 jaar oud, legde hij met
goed gevolg het grootambtenaars-exa-
men af en reeds het volgende jaar ver
trok hij als commies derde klasse van
het departement van Binnenlandsch
Bestuur naar Nederlandsch-Indië, waar
hij snel promotie maakte. Nog hetzelf
de jaar werd de jonge ambtenaar be
noemd tot adjunct-controleur en in
1906 bevorderd tot controleur. In 1909
volgde zijn benoeming tot controleur
a la suite ter algemeene secretarie en
misschien zou hij nog vlugger zijn op
geklommen dan toch al is geschied, als
ziekte hem niet had genoodzaakt tot
repatrieeren. In 1911 vertrok hij naar
Nederland, waar hij evenwel niet werk
loos verbleef. Zoodra zijn gezondheids
toestand het toeliet, werd hij aangesteld
tot adjunct-inspecteur voor agrarische
zaken aan het departement van Kolo
niën, maar Indië trok en in 1915 was
de heer Welter er terug.
Opnieuw werd hij aangesteld ter
algemeene secretarie. In 1917 was hij
gouvernements-secretaris, twee jaar la
ter eerste secretaris en in 1921 alge
meen secretaris van het Gouvernement
van Nederlandsch-Indië.
Mr. D. Fock bekleedde destijds de
hooge positie van gouverneur-generaal
en deze knappe staatsman, die veel
eischte, maar ook veel waardeerde,
moet destijds eens openlijk hebben ver
klaard, dat Welter zijn tweede rechter
hand was, minstens even bekwaam als
die uit zijn rechtermouw stak.
De voortreffelijke wijze, waarop de
heer Welter in 1920 een zeer belang
rijke taak had vervuld, n.l. de voorbe
reiding van de invoering van Regent-
schapsraden in Oost-Java, kan dé on
middellijke aanleiding tot dien lof zijn
geweest.
Naar het „Alg. Hdlsbl.” ver
neemt, zal prof. dr. Hoesein Dja
jadiningrat, het oud-lid van den
Raad van Ned.-Indië, die thans,
tijdens het buitenlandsch verlof
van den heer Idenburg, het
directeurschap van het departe-
'ment van Onderwijs en Eere-
dienst waarneemt, waarschijnlijk
te zijner tijd worden benoemd tot
hoogleeraar in de Maleische taal
te Leiden, waarvoor hij is aange
zocht. Dit zou een ambt zijn dat
geheel in de lijn ligt van den
■oud-edeleer. Het aftreden van
prof, van Ronkel opent de moge
lijkheid hiertoe. Wij meenen, dat
velen prof. Djajadiningrat gaarne
terug zouden krijgen, voor de
stad, waar hij als student gezien
is geweest, en voor de weten
schap, wier uitstekende dienaar
hij is.
Wij ontvingen per laatste
luchtmail via Napels In
dische bladen, loopende tot
24 Maart j.l.
ingenomen; de haven is vervuld van
den hamerslag der verfbikkers en den
belangstellenden toeschouwer blijft
weinig meer over dan te overpeinzen
op welke wijze de Duitschers er in sla
gen zullen hun barang in veiligheid te
brengen.
Op ’t gebied van wereld
reizigers heeft men, ook
in Indië, reeds van alles
beleefd, doch wij geloo-
ven, dat de wereldreizi
ger, die thans, naar de
Palembangsche corres
pondent van de „Javab.”
meldt, een tocht door Su
matra maakt, buiten het
gewone genre globentrot-
ter valt.
Het betreft hier den 68-
jarigen Amerikaan Cam-
ron Bums, die ruim zes
jaar geleden er voor zijn
plezier met zijn fiets op is
uitgetrokken en sedert
dien, waar mogelijk, al
fietsende over den we
reldbol is getrokken. Na
Midden- en Zuid-Ame-
ri doorgefietst te hebben,
kwam Europa aan de
beurt, alwaar hij onge
veer vier jaar fietste, en
zoo bevond hij zich bij
het uitbreken van het
Finsch-Russische conflict
in Finland en hij kon
toen nog juist via Stock
holm, Denemarken en
Duitschland Nederland
bereiken, alwaar hij een
maand verbleef. In ver
band met de oorlogsom-
Bij de artillerie en infanterie.
In aansluiting op vroegere berich
ten betreffende de opleiding van In-
heemsche reserve-officieren kan thans
worden medegedeeld, dat bij wijze
van proef in de maand Juli a.s. vijf
op Java woonachtige Javaansche of
Soendaneesche jongelieden, in bezit
van een einddiploma H.B.S. vijfjarigen
cursus of een daarmede gelijkgesteld
diploma en die voldoen aan de voor
dienstneming als kortverband-kader-
aspirant gestelde eischen, tot een ver
bintenis als kortverband-kaderaspi-
H. J. Stevens, Europeesch schoolhoofd,
p.a. H.T.O., Rijswijkscheweg 342, kamer
301, alhier; K. Supheert, inspecteur van
Financiën, voorloopig adres: van Campen-
straat 2, Amersfoort; W. Dalmeyer, onder
wijzer aan de Christelijke MULO-school
te Batavia. Hagelingerweg 377, Driehuis-
Westerveld, (gemeente Velsen).
Weer minister
In 1937 werd de heer Welter voor
de R.K. Staatspartij lid van de Tweede
Kamer. Hij heeft echter geen zitting
genomen, want onmiddellijk daarna
was hij weer minister van Koloniën,
in het vierde kabinet-Colijn. En afge
zien van de korte onderbreking, ver
oorzaakt door den val van dat kabinet
en het zeer kortstondige optreden van
het vijfde ministerie-Colijh, dat slechts
3 dagen heeft bestaan, is de portefeuille
van Koloniën hem nadien toevertrouwd
gebleven.
Zonder onderschatting van het denk-,
vermogen van de overige ministers kan
men zeggen, dat de heer Welter het
gezond verstand in den ministerraad
vertegenwoordigt. Hij verdiept Zich
niet in wijsgeerige bespiegelingen en
hij geeft zich zeker niet over aan fan
tasieën. Maar hij weet wat hij wil en
hij weet het goed. Wie zijn Memorie
van Toelichting of zijn Memorie van
Antwoord der jaarlijksche Begrooting
van Koloniën bestudeert, beseft deze
minister behoeft niet „handig” te zijn,
niet diplomatiek of politiek te werk te
gaan en hij heeft ook geen kluitjes
noodig om er onverschillig wien mee
in het riet te sturen, want hij weet pre
cies wat hij vraagt of voorstelt, kent
ook de consekwenties ervan en kan zijn
beleid verdedigen. En hoort men hem
in een van beide Kamers sprek?n,
dan bevestigt zijn rustige zekerheid de
overtuiging, door de lectuur van die
memories gewektdeze bewindsman
steunt niet op zijn ambtenaren, zelf
beheerscht hij zijn ambt.
Dit beteekent intusschen volstrekt
niet, dat hij die. ambtenaren beschouwt
als werktuigen, welke slechts hebben
uit te voeren wat hij hun voorschrijft.
Het tegendeel is het geval. Gaarne gunt
hij zijn medewerkers de eer, die hun
toekomt. Zelfs meer dan deze.
Wanneer het gebeurt, dat een spre
ker in de Kamer hoog opgeeft van het
beleid, de werkkracht, den ijver van
den minister, is het soms vermakelijk, dat van die zijde groote hoeveelheden
hem rustig te hooren antwoorden, dat
zijn ambtenaren het op prijs zul
len stellen, dat men hun arbeid waar
deert
inclusief den aanvoer uit Semarang on
geveer op dien datum gereed zal zijn
Blokkade-brekers?
Nu de belangstelling voor de kapok
is afgenomen, gaat men zich des te
meer interesseeren voor de Duitsche
schepen in de haven van Perak, die,
om de nieuwsgierigheid te stimulee-
ren, zichzelf thans een groote beurt ge
ven. De oude verf' wordt afgebikt en
vervangen door menie. Men is be
nieuwd of de schepen een oorlogskleur
zullen krijgen. De technici zijn het er
over eens, dat de schepen alvorens
eventueel uit te varen eerst moeten
dokken, omdat zij met den onder aan
het schip aangegroeiden baard geen
vaart kunnen halen en hoogstens ze
ven tot acht mijl per uur kunnen loo-
pen. Practisch kunnen zij niet weg, om
dat de weggehaalde machinedeelen nog
altijd bij de Droogdijk Mij. liggen en
het beslag niet is opgeheven.
In Indië liggen elf schepen van de
Hapag, twee van den Norddeutsche
Lloyd en drie der Hansa en tegen alle
drie de maatschappijen bestaan vorde
ringen, waarvoor beslagen werden
gelegd.
De vordering exclusief rente en bij
komende kosten bedragen jegens de
Hansa 20.000, jegens den Norddeut
sche Lloyd 22.000 en jegens de Hapag
33.000 pond, in totaal 75.000 pond,
een geweldig bedrag, dat nog be
langrijk hooger zal worden door de
bijkomende kosten. Met uitzondering
van de schepen van den Norddeut
sche Lloyd, twee van de Hapag en
één van de Hansa, zijn van de restee-
rende elf de vitale deelen uit de
machinekamer weggehaald, zoodat
zonder zeer belangrijke stortingen
deze schepen niet kunnen varen. Wij
vernemen, dat deze zaak de volgende
maand voor den Raad van Justitie
zal komen.
Er zal dus nog het een en ander moe
ten gebeuren, voordat de schepen te
Soerabaja een poging om de blokkade
te breken zullen kunnen ondernemen.
Een aanwijzing, dat men toch wel vaar-
plannen heeft, is de kolenleverantie
aan het schip, dat de Tjilatjap ligt en
men kan gevoeglijk aannemen, dat
voor de schepen te Soerabaja ook wel
brandstof besteld zal zijn. Er is echter
H. N. Mulder, tijd technisch ambtenaar
bij het torpedo-atelier te Soerabaja, Jacob
van Lennepstraat 253 1, Amsterdam (W.);
J. J. Bobbink, tijd, technisch ambtenaar
1 bij het torpedo-atelier te Soerabaja, Eem-
nesserweg 196, Hilversum; A. J. M. van
Gooi, tijd, technisch ambtenaar bij het
torpedo-atelier te Soerabaja, Gr. Lamber-
tusstraat 25, Blerick.
met
dat de
de verschillende
gereed maken
Onderscheidingen
De heer Welter is ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw, groot-
officier in de orde van Oranje Nassau,
commandeur in dfe Orde van het Le
gioen van Eer van Frankrijk, groot-
officier in de Kroonorde van Italië en
gerechtigd tot het dragen van het
grootkruis in de Orde van Leopold II
van België.
Voorts is de minister van Koloniën
commandeur in de Orde van Wasa van
Zweden, groot-officier in de Orde van
het Zuiderkruis van Brazilië, in de
Orde van Verdienste van Chilie en in
de Orde van Cambodja enz. En hij is
tenslotte een eenvoudig, werkzaam
man, die volkomen beseft, dat hij er
is voor zijn ambt, niet zijn hooge
functie is geschapen om haar glorie op
hem te doen afstralen.
Eerste ministerschap
In 1925 keerde de heer Welter voor
de tweede maal met verlof naar Neder-
land terug. Ditmaal niet wegens ziekte,
maar om een andere reden. Het tweede
ministerie-Ruys de Beerenbrouck had
de portefeuilles ter beschikking gesteld
en de heer H. Colijn, minister van
Financiën in dat ministerie, was mét
de samenstelling van een nieuw kabi
net belast. Zelf oud-Indisch bestuurs
ambtenaar, kon deze de verdiensten
van den heer Welter ten volle waar-
deéren, hetgeen hij bewees door hem
Koloniën aan te bieden. De heer Wel
ter nam de portefeuille aan en, tot mi
nister benoemd, repatrieerde hij om
zijn ambt te aanvaarden.
Lang heeft dat eerste ministerschap
evenwel niet geduurd. Met zijn amen
dement betreffende opheffing van het
gezantschap bij het Vaticaan deed de
heer Kersten het ministerie spoedig
vallen. In Maart 1926 was de heer Wel
ter reeds minister-af. Nog hetzelfde
jaar keerde hij naar Indië terug.
Hij werd er onmiddellijk lid van den
Raad van Indië, waarvan hij trouwens
ook al eerder deel had uitgemaakt. In
1929 koos men hem tot vice-voorzitter.
Tot 1931 heeft hij deze functie vervuld.
Voor goed gerepatrieerd
Toen repatrieerde de heer Welter
even rijk aan ervaring als aan kennis
van koloniale, in het bijzonder Neder-
landsch-Indische zaken voor goed.
£»e regeering heeft niet nagelaten ver
der van zijn bekwaamheid en onder
vinding gebruik te maken. Als lid van
de Contact-commissie voor Economi
sche aangelegenheden bij het departe
ment van Koloniën kreeg hij gelegen
heid tot nuttig werk. Verder was hij
lid van den Economischen Raad en van
1933 tot 1937 voorzitter van den
Ondernemersraad van Nederlandsch-
Indië. Maar ook op ander gebied was
hij werkzaam, o.a. als voorzitter van
de in 1934 ingestelde Rijkscommissie
voor Werkverruiming en Werkfonds.
Zijn arbeid als voorzitter van de
Staatscommissie tot verlaging van
’s Rijks uitgaven (de Bezuinigingscom-
missie) heeft wel het meest de aan
dacht getrokken. Het rapport van die
commissie, het rapport-Welter, gold
destijds voor een meesterstuk van in
zicht en beleid.
In verband met de berichten
uit Indië dat de Duitsche sche
pen in de verschillende havens
aldaar zich gereed maken om uit
te varen naar een onbekende bestem-
I ming, ontleenen wij het volgende aan
het „Soerabajaasch Handelsblad” van
16 Maart:
Het gerucht in Nederlandsch-Indië
van
MEVROUW HUBER 70 JAAR.
„Laokeh” schreef in de „Deli Crfl»
van 15 Maart jJ.
„Moeder Huber”, zoo werd zij ge
noemd door ons planters, in het goede
oude Tebing van twintig jaar terug,
wordt morgen zeventig jaar.
Deze eere-naam van „Moeder-Hu-
ber” is zoo vanzelf ontstaan. In die
jaren was mevrouw Huber de ver
pleegster, de verzorgster van hen, die
in het Centraal Hospitaal Tebing Ting-
gi moesten worden opgenomen. Zoo
goedhartig en vooral moederlijk als zij
kon zijn voor de patiënten, die de
voorschriften van den dokter stipt op
volgden, zoo kwaadaardig kon zij
soms uitpakken tegen hen, die daar
mee het handje lichtten.
Ook in haar domein, krakend van
zindelijkheid en orde, heerschte stren
ge tucht. Zij had er de wind onder. Of
je nu baas was of sinkeh, dat maakte
voor haar geen verschil. Maar als je
werkelijk ernstig ziek was, dan week
zij niet van je bed. En „loopende zie
ken”, allemaal jonge kerels, die hun
eetlust herkregen hadden, daar kóókte
zij voor, dat was boekan mainzij kon
koken als je eigen moeder
Ook voor niet-verpleegden was zij de
gastvrijheid in persoon. Ik zou niet
volledig zijn, als ik Emil, haar echtge
noot, hierin niet betrok. De heer Hu
ber was toen de assistent van den dok
ter. Hij ook kénde zijn Pappenhei
mers. Bij de familie Huber was je dan
ook thuis.
DE HEER F. VAN BEEVER.
De heer F. van Beever, agent
der Handelmaatschappij, voorheen
G. Hoppenstedt te Medan, zal de
volgende maand naar Amsterdam ver
trekken, aldus de „Deli Crt.”. Op het
hoofdkantoor der maatschappij aldaar
werd de behoefte gevoeld aan een
kracht, die geheel vertrouwd is met de
zaken in Indië en als zoodanig werd
de heer van Beever aangewezen.
Op 30 April a.s. gaat de heer van
Beever scheep op de „Oldenbarne-
velt”.
Tot zijn opvolger te Medan is be
noemd de heer M. V. W. van der Wil
ligen, thans werkzaam op het kantoor
te Batavia.
SOERABAJA'S DIERENTUIN
In den Soerabajaschen Dierentuin
wordt op het oogenblik een groote
pelikanenkooi gebouwd, welke een dia
meter zal krijgen van 15 meter. Deze
kooi wordt in haar geheel geschonken
door een bewonderaar van den dieren
tuin, die hiervoor behoorlijk in zijn
beurs heeft getast. Hij wenscht zijn
naam echter geheim te houden.
Men is verder, naar het „Soer. Hbl.”
meldt, bezig met den bouw van een die
renziekenhuis. Het doel van deze loka
liteit, welke uit steen wordt opgetrok
ken en een oppervlakte heeft van 90
vierk. meter, is het isoleeren en obser-
veeren van zieke dieren en de nieuwe
aangekomen dieren in quarantaine te
houden. De behandeling van zieke die
ren wordt hierdoor veel eenvoudiger,
terwijl gevaar voor uitbreiding van
ziekte en het overbrengen van besmet
ting veel kleiner wordt.
Voorts bestaat het voornemen tot den
aanleg van een natuurpark, waarvoor
het achterste deel van het nog niet in
gebruik genomen tuingedeelte, zal wor
den bestemd. Het natuurpark, dat een
oppervlakte zal beslaan van 70 bij 240
meter, wordt omgeven door een gracht
en een lagen muur. Hier zullen ben-
tengs, wilde zwijnen, herten, pauwen
een natuurlijke home krijgen.
KOLONIAAL BIJBLAD
bestemming om tot reserve-officier
bij de artillerie en de infanterie te
worden opgeleid.
Deze opleiding zal plaats hebben on
der geheel dezelfde voorwaarden als
voor de dienstplichtige aspiranten re
serve-officier gelden, dus dezelfde be
taling, bevordering, enz. De vijf aan
gewezen candidaten gaan per 25 Juli
1940 een verbintenis aan als kortver-
band-kaderaspirant en worden inge
deeld bjj het 1ste depot-bataljon, bij
welk korps zij tegelijk met de alsdan
voor eerste oefening onder de wapenen
komende dienstplichtigen in opleiding
worden genomen.
het met de fiets en doet
het bovendien nog voor
zijn plezier!
Van Medan uit wil hij
dan via Fort de Koek
naar Padang fietsen, om
daarvandaan met de boot
naar Java te gaan en zijn
standigheden was het niet plan is dan, voorzoover
mogelijk om door Frank- dit momenteel is uitge-
rijk te rijden en hij is stippeld, van Batavia
toen met den trein van haar Soerabaja te fietsen
Holland naar Marseille en daarop via Bali naar
gereisd, waar hij een boot Manilla te reizen.
naar Indië nam. Na kor- Op de vraag, hoe het
ten tijd in en om Singa- verdere reisprogramma is
pore vertoefd te hebben, samengesteld, antwoordde
arriveerde hij op 6 Febr. de heer Bums zeer lako-
te Batavia, om vandaar niek, dat ook hij dat niet
met zijn fiets verder te wist en dat hij mogelijk
trekken en wel naar Me- reeds een jaar, dan wel
rak. Van Merak met de eerst over drie jaar naar
boot naar Oosthaven en de United States zou
al fietsende van Tand- terugkeeren.
jong Karang bereikte de Indien het mogelijk is,
heeft de heer Burns ook
Thans verlaat de vitale nog het plan een bezoek
oude baas Palembang aan China en Japan te
weer, om via Lahat en brengen, hetgeen uit den
zoo verder dwars door aard der zaak eenige ja-
Sumatra via Fort de ren zou duren, doch het
Koek naar Medan te fiet- doorgaan van dezen tocht
sen: een trip, waartegen is afhankelijk van de ver-
menigeen opziet om hem dere ontwikkeling der in-
met de auto te maken, ternationale omstandig-
doch de heer Bums doet heden.
In Tegal alleen al 3000 slachtoffers
In aansluiting op het Aneta-telegram
betreffende de arrestatie van den Ma-
kassaarschen vertegenwoordiger van de
Java Volksbank te Bandoeng, genaamd
Tam Pung, worden nog de volgende
bijzonderheden aan de „Loc.” ont- rant kunnen worden toegelaten, met
leend
Te Adiwerna (Tegal) vestigde zich
ook een agent van bovengenoemde
bank, genaamd S. Volgens hem zou hij
na zijn tewerkzaamstelling als agent
tot nu toe meer dan drieduizend spaar
ders hebben aangeworven. Deze spaar
ders remitteeren elke maand geregeld
bedragen van /I tot f 3 aan het adres
van genoemde bank te Bandoeng. S.
verklaarde nooit gelden van de spaar
ders in ontvangst te hebben genomen,
aangezien dat door de directie van de
bank verboden was.
Voor het aanbrengen van spaarders
kreeg hij aanvankelijk een provisie,
doch toen het aantal door hem aange
brachte spaarders tot duizenden opliep,
aldus S„ kreeg hij een vaste bezol
diging.
Bij de propaganda maakte hij tel
kens gebruik van de door genoemde
bank uitgegeven circulaires. In deze
circulaires staat o.m. vermeld, dat men
na gedurende een jaar onafgebroken
te hebben gespaard een leensom van
de bank kan krijgen, bedragende vijf
honderd maal zooveel als het maande
lijks als spaargeld gestorte bedrag tot
een maximum van ƒ10.000. Voor de
leeni’ng is, behalve administratie
kosten, bedragende acht ten honderd
geen rente verschuldigd.
In de circulaire wordt verder ver-
eischt, dat men minstens /I per maand
moet sparen om een leensom van 500
te krijgen. Wat overigens velen doet
besluiten relaties met meergenoemde
bank aan te knoopen, is, dat de maan-
delijksche payementen zeer laag wor
den gesteld, t.w. 2.50 voor elke leen
som van 500. Elke leensom is telkens
af te lossen in 200 maandelijksche ter
mijnen, zoodat de leensom pas na 16
jaren 8 maanden geheel wordt ver
effend.
Tenslotte is het noodig er op te wij
zen, dat de activa van de bank in de
millióenen moeten bedragen, wil men
aan alle leenings-aanvragen tegemoet
komen. Nemen wij aan, dat de bewe
ring van den agent S. betreffende het
aantal klanten te Tegal en omstreken
juist is, n.l. 3000 personen, dan heeft
de bank, na een jaar spaargelden van
gemiddeld 1.50 per persoon van ge
noemd aantal spaarders te hebben ge
ïncasseerd, voor Tegal alleen aan con
tanten noodig een bedrag van ƒ2.250.000
minus de ontvangen spaargelden ad.
ƒ4500 of ƒ2.245.000!