HAAGSCHE COURANT
DE DRUK OP
DE NEUTRALEN
Sportwedstrijden
militairen
te Scheveningen
voor
STADSNIEUWS
Zaterdag 6 April 1940.
DERDE BLAD.
8
DE VOORJAARSCOLLECTE VAN
HET HAAGSCH CRISIS COMITÉ
Een gedeelte van de in Scheveningen gelegerde troepen heeft heden ter herdenking van het feit, dat het
een jaar in stelling was, sportwedstrijden gehouden op het strand te Scheveningen. Een moment uit den
driekamp, welke ’s morgens gehouden werd de veldloop met hindernissen.
Het zal den lezer duidelijk zijn,
dat dit alles niet van doen heeft
met de vraag van sympathie of
antipathie voor of tegen de eene
of de andere partij in den oorlog.
Dit zijn menschelijke gevoelens,
die men eerbiedigen kan, maar
waardoor onze regeering zich niet
mag laten leiden bij de bepaling
van haar houding in het conflict;
alléén ’s lands belang, zóó als de
regeering dit ziet, mag daarbij de
richting aangeven.
Het gaat hier om teere zaken,
waarbij het op een zuiver onder
scheiden aankomt.
Churchill zeide in zijn rede o.m.,
dat „Nederlandsche vliegers, ter
wijl opvarenden van een Engel
sche duikboot acht uitgeputte Ne
derlanders, nadat dezen zes dagen
in een open boot hadden rondge
zwalkt, op brancards aan land
droegen, in naam van een strikte
en onpartijdige orthodoxie een En-
gelsch vliegtuig, dat verdwaald
was, hebben neergeschoten. Dat
Churchill deze twee dingen in één
adem noemt en in den vorm van
een schrille tegenstelling, getuigt
van slecht onderscheiden, want
wij mogen niet aannemen, dat hij
met opzet de valsche suggestie
wekt, dat de Nederlanders wreed
zijn tegenover Engelschen, die
van hun kant zich barmhartig be-
toonen jegens Nederlanders. Dat
hier werd geschoten op het Engel-
sche vliegtuig hetwelk niet vol
deed aan het bevel tot landing
was allesbehalve aangename
plicht, opgelegd door onze neu
traliteit, die gebiedend meebrengt,
dat wij ons met alle ten dienste
staande middelen verzetten tegen
schending van die neutraliteit, door
welke partij óók. Steeds wordt
dat onze regeering er ook maar
een seconde over zou denken, deze
ramp over land en volk te bren
gen. Van eenig toegeven aan den
Engelschen of geallieerden druk
kan dan ook geen sprake zijn.
Weerkundige Waarnemingen
WILDE MET WAARDELOOS
CERTIFICAAT BETALEN
dan ook, zoo mogelijk en noodig,
elk boven ons gebied komend
vreemd militair vliegtuig, van de
ééne partij zoowel als van de an
dere, hier onder vuur genomen.
Dat moet men ook in Engeland
eerbiedigen, zelfs van ons eischen.
Deden w ij dus onzen plicht van
neutraliteit, de Engelschen, die
zich over onze in nood verkeeren-
de zeelieden ontfermden, deden
hun plicht van menschelijkheid en
menschlievendheid. Men behoeft
er in Engeland niet aan te twijfe
len, dat dit in ons land zéér is
gewaardeerd. Men behoeft er ook
niet aan te twijfeln, dat men in
ons land heel goed het verschil
ziet tusschen zulk optreden en dat
van Duitsche duikbooten en vlieg
tuigen.
recht beslist, dat alleen een
strikte neutraliteit ons land zoo
lang mogelijk voor een ramp kan
behoeden en dat „welwillendheid”
tegenover één van beide partijen
(en dus onwelwillendheid jegens
de andere partij) ons onmiddellijk
in de vreeselijkste oologsellende
zou meesleuren!
Nog pas heeft Chamberlain in
een bestuursvergadering van de
conservatieve partij te Londen
gezegd, dat de Engelsche regee
ring „tracht eerbied te hebben
voor de rechten en belangen der
neutralen”. Dat klinkt op het eer
ste gehoor vrij geruststellend,
maar men lette op het woordje
„tracht”, dat in dit verband een
heel bedenkelijken klank heeft.
Men mag zich in Engeland wel
eens afvragen of het daar bij de
regeering en in de pers op den
voorgrond tredende streven om de
kleine neutrale landen te dringen
naar deelneming aan de blokkade
en daarmee in den oorlog tegen
Duitschland, in beginsel niet be
denkelijk gelijkt op hetgeen men
zelf zoo luid verwijt aan Duitsch
land jegens kleinere landen en
w aarop de geallieerden zich steeds
weer beroepen ter moreele recht
vaardiging van hun oorlogvoering.
Het is voor Engeland en Frank
rijk een eerezaak, dat zij de rech
ten ontzien van kleine landen, die
hun neutraliteit wenschen te hand
haven en dit strikt, eerlijk, onpar
tijdig doen, met redelijke tege
moetkoming aan verlangens van
de oorlogvoerenden, voor zoover
daardoor de neutraliteit niet in ge
vaar of in gerechtvaardigde ver
denking wordt gebracht.
Deze dingen, hoe ernstig ook,
staan echter buiten het onderwerp
van dit artikel. Onze bedoeling is,
te wijzen op het toenemende stre
ven speciaal van Engelschen kant
om de kleine neutralen te doen
deelnemen aan den economischen
oorlog met het zeer groote gevaar,
dat dezen daardoor het wapenge
weld in huis halen. Tegen dit stre
ven, dat ook voor ons land nood
lottig zou kunnen worden, komen
met klem op, zooals ook onze be
kende teekenaar P. van der Hem
dit doet met zijn plaat in dit num
mer van ons blad.
Ons land betaalt een zwaren
prijs voor den vrede. Enorme gel
delijke en persoonlijke offers
brengt ons volk aan de landsver
dediging; onze burgerij verkeert
in allerlei moeilijkheden en ver
armt, onze directe en indirecte be
lastingen stijgen onrustbarend,
onze handel en scheepvaart wor
den noodlijdend, onze schepen
worden vernietigd, onze onver
saagde zeelieden worden in den
dood gedreven Een zware prijs,
die voortdurend stijgt. Maar daar
voor willen wij dan ook den vrede
behouden tot de uiterste grens van
hetgeen onschendbaarheid, onaf
hankelijkheid en eer gedoogen. En
wij wenschen ons van den eenigen,
weg, die daartoe leidt: dien van
een strikte en eerlijke neutrali
teit, door de ééne partij noch door
de andere, door bedreiging noch
door dwang of drang, te laten af
leiden.
Wij herhalen hetgeen wij reeds
vroeger schreven: enkel en alleen
onze regeering, steunend op de
natie, maakt uit, wélke houding in
’s lands belang geboden is. Dit is
reeds beslist: eerlijke en strikte
neutraliteit. Dit brengt mede, dat
onze behandeling van beide oor
logvoerende partijen volmaakt de
zelfde is, voor zoover dit van ons
afhangt. Wordt onze handel op
Engeland belemmerd door de ge
welddaden van Duitschland ter
zee, dan hebben wij hieraan geen
schuld, want wij staan machteloos
tegenover dat geweld, met hoeveel
verbittering het ons moge vervul
len, vooral wanneer onze zeelieden
worden gedood en gewond of hul
peloos aan het lot overgelaten. Wij
kunnen slechts scherp protesteeren
zoolang men ons niet, naar het oor
deel van onze regeering, dwingt
om ter zelfverdediging naar de
wapenen te grijpen.
Voor zoover Engeland gebruik
wil maken zooal niet van geweld
dan toch van zijn macht en kracht
om onze rechten als neutrale mo
gendheid te beknotten en ons met
Duitschland in meerdere of min
dere mate te betrekken in de blok
kade, kunnen wij ook daartegen
niet veel meer doen dan protestee
ren en dulden. (Wij hebben in dit
opzicht ondervinding opgedaan in
den vorigen oorlog, toen door een
uiterste beperking van onzen in
voer door de geallieerden ons land
in Duitschland’s blokkade werd be
trokken). Maar men vrage ons niet,
dat wij partij zullen kiezen.
Lord Macmillon, de voorganger
van Sir John Reith als minister
van voorlichting in Engeland en
een vermaard rechtsgeleerde, heeft
in een ingezonden stuk in de „Ti
mes” (die hem in een hoofdartikel
geheel bijvalt) betoogd, dat men
het in dezen oorlog niet zoo nauw
behoeft te nemen met de rechten
der neutralen. En dat wel om
dat die (kleine) neutralen het
zelfde belang hebben bij den uit
slag van den oorlog als Engeland.
Wij zouden hier bescheidenlijk
willen doen opmerken, dat Neder
land nimmer aan Engeland of
Frankrijk heeft gevraagd, het bij
voorbaat te verdedigen tegen een
eventueele toekomstige agressie
van Duitschland, zoodat men in
dit opzicht geen enkele aanspraak
op onze medewerking kan doen
gelden, en dat in een souverein
land alleen de eigen regeering be
slist over de houding, welke voor
dat land de beste moet worden
geacht.
„Het mag misschien te ver gaan
schrijft Lord Macmillan o.m.
te zeggen, dat de omstandigheden
van dezen oorlog de neutraliteits-
regelen te niet doen, doch” (en dit
komt op hetzelfde neer! Red.
H. Ct.) „waar de zaak, waarvoor
wij strijden, evenzeer de zaak is
van de onzijdigen als de onze, lijkt
het tenminste niet onredelijk, te
eischen, dat zij een welwillende en
geen strikte interpretatie geven
aan deze regelen”.
Gelukkig denkt onze regeering
hierover anders en heeft zij te-
in het bijzonder de aandacht van
de geallieerden, zooals men weet.
Maar toch geldt het standpunt,
dat de beide genoemde Engelsche
ministers hebben ingenomen en
verdedigd, óók voor ons land en
het aangrenzende België en wij
moeten rekening houden met de
allesbehalve denkbeeldige moge
lijkheid, dat bij een verandering
in de wankelbare politieke, econo
mische en militaire situatie het
zoeklicht der geallieerden meer
speciaal op ons en onzë Zuiderbu
ren zal worden gericht. Wat de
heeren hebben gezegd gaat daar
om ook ons direct aan.
Het gaat bij die campagne niet
zoozeer om de directe militaire
deelneming der kleine neutralen
aan den oorlog (aan de zijde der
geallieerden natuurlijk), dan wel
om hun medewerking aan de eco
nomische blokkade, waarmee de
geallieerden Duitschland (of, zoo
men wil: het huidige Duitsche
régime) de nederlaag hopen toe te
brengen in geval de wapenen niet
tot een beslissing leiden.
Opmerkelijk is het, dat men in
dit verband in Engeland met de
neutralen blijkbaar alléén de
kleine neutralen bedoelt en niet
de machtige, Italië, Japan, de
Vereenigde Staten, Rusland ook,
hoewel dezen eveneens zich buiten
den oorlog houden. Men zal hierop
van Engelschen kant wellicht ant
woorden, dat voor dezen groote en
sterke landen niet geldt hetgeen
ter verklaring van den druk op de
kleinen en zwakkeren wordt aan
gevoerd, n.l. dat de zaak, waarvoor
Engeland en Frankrijk ten oorlog
zijn gegaan, óók de zaak is van de
kleine neutrale landen in Duitsch
land’s omgeving, n.l. de onderwer
ping van een régime (belichaamd
in den huidigen Duitschen staat),
dat reeds bij herhaling getoond
heeft, zijn behoefte aan „levens-
ruimte” te bevredigen ten koste
van aangrenzende kleinere landen,
zoodat de .Jjleine neutralen” in de
buurt er rekening mede moeten
houden, dat ook zij aan de beurt
zullen komen als aan dat régime
niet tijdig de kop wordt ingedrukt.
Onomwonden heeft Churchill dit
in zijn jongste radio-rede gezegd
en Chamberlain heeft het beves
tigd. De geallieerden zoo heeft
hij gezegd strijden ook voor het
leven van alle neutrale naties.
Wat men van de neutralen ver
langt, dat is Chamberlain heeft
het ondubbelzinnig doen uitkomen
dat de neutrale buren van
Duitschland (dus ook ons land)
hun handel met Duitschland vrij
willig zullen beperken. Dit betee-
kent niets meer en niets minder,
dan dat Nederland (wij bepalen
ons nu tot ons eigen land, dat ons
natuurlijk het meest interesseert)
zou besluiten om deel te nemen
aan de blokkade van Duitschland.
Een kind kan begrijpen, dat dit
praktisch gelijk staat met een oor
logsverklaring van onzen kant aan
Duitschland, dat reeds duidelijk
heeft te verstaan gegeven, dat het
de toegeworpen handschoen on
middellijk zou oprapen en met ge
weld van wapenen op de uitda
ging zou antwoorden. Resultaat:
ons land wordt in een minimum
van tijd het slagveld van Europa
met al de ontzettende gevolgen
daarvan.
Het is natuurlijk uitgesloten,
BOOTTREIN „SIBAJAK”
en er
Wij vertellen geen nieuws als
wij zeggen, dat van de zijde van
beide oorlogvoerende partijen
een gevoelige druk op ons land
wordt uitgeoefend; een druk in de
richting van deelneming wel niet
aan den nog sluimerenden militai
ren maar dan toch aan den steeds
telleren economischen oorlog.
Hoe scherp die druk van Duit
sche zijde ons treft, behoeven wij
nu niet in bijzonderheden uiteen
te zetten. Het torpedeeren, bom-
bardeeren en beschieten van
onze schepen op zee en het dooden
of aan hun lot en hun ondergang
overlaten van onze zeelieden heeft
hier te lande zulk een diepen en
smartelijken indruk gemaakt en
zooveel verbittering gewekt, dat
wij thans met een herinnering
daaraan kunnen volstaan. Nog zeer
kort geleden hebben wij uiting ge
geven aan de groote verbittering,
die hier te lande is veroorzaakt
door het beschieten en bombardee-
ren van Nederlandsche visschers-
vaartuigen (duidelijk van de na-
tionaliteitskenmerken voorzien)
door Duitsche vliegtuigen, waarbij
zelfs een aantal Nederlandsche
visschers ellendig is omgekomen.
Met spanning zien wij het ant
woord tegemoet, dat de Duitsche
regeering toch zeker zal geven op
het krachtige protest van onze Re
geering, uit welk antwoord zal
moeten blijken of Duitschland dit
met alle recht en menschelijk
heid spottende optreden van enke
len van zijn vliegers goed- of af
keurt.
Ook van Engelszhen kant al
hebben wij vandaar dergelijke
wreedheden gelukkig niet onder
vonden wordt druk op de kleine
neutrale landen uitgeoefend en er
zijn den laatsten tijd bedenkelijke
teekenen, die wijzen in de richting
van een aanmerkelijke verzwaring
van dezen druk. Wij dienen daar
bij even stil te staan.
Men zal zich herinneren, dat
eenigen tijd geleden minister
Winston Churchill in een radio
rede vrij scherp tegen de kleine
neutralen in Duitschland’s omge
ving is opgetreden; hij betoogde,
dat zij in hun eigen belang de
zijde van Engeland en Frankrijk
moesten kiezen en moesten mee
helpen om Duitschland te ver
slaan, en zélfs dat zij daartoe als
Volkenbondsleden verplicht wa
ren. Wij zijn daartegen en vrij
wel de geheele pers in ons land en
de andere betrokken landen
met kracht opgekomen, betoogen-
de dat voor een souverein land
(als het onze) enkel en alleen de
eigen regeering, gedragen door
den volkswil, heeft uit te maken,
welke houding het meest in
’s lands belang is, en dat voor ons
van een verplichting ingevolge het
Volkenbondspact geen sprake kon
zijn, al was het alleen maar omdat
ons land, evenals de andere z.g.n.
Oslo-staten, zich nadrukkelijk
daarvan heeft losgemaakt. In En
geland bleek men wel een beetje
te zijn geschrokken van Chur
chill’s eenigszins onbekookte uit
latingen en men deed er al heel
gauw water in den wijn.
Thans echter is men er opnieuw
druk op de kleine neutralen gaan
uitoefenen, en ditmaal is het niet
alleen Churchill, die zich, weder
om in een radio-rede, daarmee op
nieuw heeft bezig gehouden, maar
na hem heeft niemand minder dan
Chamberlain, de leider van de
regeering, met hetzelfde bijltje
gehakt en dat nog wel in een
groote rede in het Lagerhuis. Het
is dus wel degelijk ernst
is alle reden voor de kleine neu
tralen, waaronder ons land, om op
hun hoede te zijn.
Van een „verplichting” krach
tens het Volkenbondspact heeft
men thans niets gehoord; men
heeft ook in Engeland blijkbaar
Wel ingezien, dat Churchill daar
mee al te duidelijk de plank heeft
misgeslagen.
Wij hebben den indruk gezien
ook de politieke situatie van het
oogenblik dat Churchill en
Chamberlain bij het spreken over
de neutralen niet in de éérste
olaats hebben gedacht aan Neder
land. De Scandinavische landen,
m het bijzonder Noorwegen, en de
Salkanstaten hebben thans meer
MINISTER WELTER 60 JAAR
8
Buitenhof
No. 17537
L 760
Barometer
v.m.
Verwachting tot den avond van 7 April:
Wind: zwak tot matig, Oostelijk tot Zui
delijk; plaatseliik nachtvorst; overdag
snelle stijging van temperatuur: helder
tot halfbewolkte lucht, droog weer.
Barometerstand van hedenmidddag 12 uur
Het dunne pijltje geeft den stand aan
van gisteren.
Het maximum over Scandinavië is
sinds gisteren nog belangrijk in beteeke-
nis toegenomen. Aan de zuidzijde van dit
maximum voeren Oostelijke winden thans
ook over ons land droge en vrij koude
lucht aan. Het is zeer waarschijnlijk, dat
het hoogedrukgebied zich verder Zuid
waarts naar Centraal-Europa uit zal brei
den, tengevolge waarvan de wind bij ons
naar het Zuidoosten of Zuiden zal draaien
en na een koude nacht morgen overdag
snelle stijging van temperatuur zal op
treden. De depressie, die gisteren op den
Oceaan lag, is thans met haar kern tus
schen Ijsland en de Faröer gelegen. Een
storingsfront bevindt zich ever de Brit-
sche eilanden, doch het kan slechts lang
zaam naar de Noordzee doordringen. Het
Azoren-maximurr is sinds gisteren wel
wat in beteekenis afgenomen, doch het
herstelt zich weer in het Westen.
Nachtvorst verwachting:
Het K.N.M.I. te de Bilt deelt mede, dat
voor den komenden nacht plaatselijke
nachtvorst wordt verwacht.
Zonsopgang: 7 April 5.21 u.;
April 5.19 u
Zonsondergang: 7 April 6.44 u.; 8
April 6.46 u
Lantarens aan: 7 April tot 4.52 u.
v.m.; 7 April 7 13 u nam.; 8 April tot 4.49
u. v.m.; 8 April 7.15 u. nam.
Hoogwater te Scheveningen:
7 April v.m. 2.40 u.: nam. 3 u; 8 April
v. m. 3.20 u.; nam 3 40 u.
Maandag schietoefeningen op het strand
van Scheveningen tot strandpaal 91, van
9.30 u. v.m.6 uur nam.
GEWETENSGELD.
De directeur van den Gemeentelij
ken Dienst voor Maatschappelijk Hulp
betoon heeft gisteren van een onbe
kende een bedrag van 220 ontvangen,
met de mededeeling „Teveel ontvan
gen”.
In aansluiting op het op 10 April a.s.
van Genua vertrekkende mailschip
„Sibajak” zullen twee boottreinen rij
den. Het vertrek zal op Maandag 8
April a.s. plaats vinden van hier H.S.
te 11.14 uur v.m. en 2 uur 24 nam.,
van Rotterdam D.P. te 11.40 uur v.m.
en 2 uur 49 nam., van Roosendaal te
12.37 uur en 3 uur 44 nam.
Oneerlijke kellner in arrest gesteld
Gisteravond laat werd in een café
aan de Kettingstraat aangehouden de
39-jarige kelner H. K., wonende te Rot
terdam. die in dat café zijn vertering
wilde betalen met een certificaat van
de Consolidated Railway Lighting and
Refrigerating Company, ter waarde
van 1000 dollar. Een nader onderzoek
bracht aan het licht, dat dit certifi
caat waardeloos is, daar genoemde
maatschappij reeds in 1909 failliet is
gegaan.
Voorts bleek K. zich op 3 April j.E
te hebben schuldig gemaakt aan ver
duistering in dienstbetrekking van
220 gepleegd ten nadeele van zijn pa
troon, hotelhouder te Rotterdam. Ter
zake van dit laatste feit verzocht de
commissaris van politie in de eerste
afdeeling te Rotterdam zijn aanhou
ding. K. heeft dit laatste feit bekend
en is vanmiddag naar Rotterdam over
gebracht.
OUDERAVOND SCHOOL B
DE LA REYWEG 212
Donderdagavond j.l. hield de ouder-
commissie van school B, de la Reyweg
212 alhier, een ouderavond, die zeer ge
slaagd genoemd mag worden. Over het
modern teekenonderwijs, zooals dat
tegenwoordig op de scholen wordt ge
geven, werd door den heer Hofland,
teekenonderwijzer aan genoemde school
een causerie gehouden. Hij gaf een dui
delijke uiteenzetting van het verschil
tusschen het teekenen van vroeger en
thans.
Na de pauze trad de Mannenzang-
vereeniging Crescendo voor het voet
licht en met succes. De verschillende
nummers werden prachtig uitgevoerd.
Koor en solisten oogstten veel bijvak
De voorzitter der oudercommissie,
de heer W. Gisolf, dankte allen voor
het welslagen van den avond. Een bij
zondere pluim kregen de heeren G. v.
d. Water en Haring.
Voorts werd een piano-solo gespeeld
door mej. Jettie de Jong (oud-leerlinge
der school). Zij kreeg een bouquet
bloemen.
De heer Deuzeman, hoofd-der schoflj^
sprak een slotwoord.
Muzikale marschen door de stad
Werd gisteren ten bate van het
Haagsch Crisis Comité de groote Voor-
jaarsinzameling langs de huizen gehou
den, vandaag vond de straatcollecte
plaats.
Ongeveer 800 dames en heeren had
den hun diensten als collectant aan
geboden en bezetten de verschillende
punten in de stad.. Zooals gewoonlijk
zetelde de collecte-commissie in de
oude Raadzaal.
H. M. de Koningin had het comité
dezer dagen met een gift verblijd.
Aan giften was in totaal 8500 bin
nengekomen, zoodat de inzet van dezen
collectedag lang niet slecht was. Over
de resultaten kon nog weinig worden
medegedeeld. Soms gaf een bus bij het
ledigen aanleiding tot1 vreugde, in een
ander geval viel de inhoud weer niet
mee. Een vriendelijk lentezonnetje
heeft den geheelen dag de taak van de
collectanten in zeker opzicht verlicht.
De weersomstandigheden zijn bij een
Voorjaarscollectê wel eens ongunstiger
geweest.
Vanmiddag werd er op groote schaal
met muziek gecollecteerd. Weer waren
het tal van particulieren, firma’s en
vereenigingen, die hun medewerking
hadden verleend.
Er waren niet minder dan 16 groepen
geformeerd, waarbij muziekgezelschap
pen, overval auto’s en geluidswagens
waren ingedeeld. Al deze groepen wer
den omzoomd door dames en heeren
met collectebussen en zoowel de bin
nenstad als de buitenwijken werden
danig „bewerkt”. Vooral de muziek
corpsen, welke een muzikalen marsch
maakten, hadden over succes niet te
klagen. Op tal van punten hielden zij
even stil, waarbij honderden belang
stellenden samengroepten.
Op het terras van „Riche” aan het
concerteerde het Haagsch
salonorkest „Beatrix”.
Hopenlijk heeft deze voorj aarsactie
van het H.C.C. aan de gestelde ver
wachtingen beantwoord.
Minister Welter is vandaag 60 jaar
geworden en hoewel de minister zich
niet geheel wel gevoelde, tengevolge
van een lichte griep, heeft hij vanoch
tend toch zijn gewone ambtsbezigheden
op het departement van Koloniën ver
richt. Zeer vele hoofdambtenaren kwa
men hem hun opwachting maken. Een
stroom van schriftelijke gelukwenschen
kwam op het departement binnen en
ook ten huize van den minister werden
vele schriftelijke gelukwenschen ont
vangen. Minister Dijxhoorn kwam zijn
jarigen ambtgenoot gelukwenschen en
ook eenige andere bezoekers lieten zich
in den loop van den ochtend bij den
minister aandienen om hem met zijn
verjaardag te feliciteeren.
In de werkkamer van den minister
had de Vereeniging van ambtenaren
van het departement van Koloniën een
groote mand met bloemen laten
plaatsen.
alhier v.m. 8 u. 771
6 gr. en 9} gr. Celsius.
na hedenmiddag 12
m.m,
12 u. 773 m.m.; thermometer resp.
uun
Barometer
stijgende.