HAAGSCHE COURANT DE ZWARTE ORCHIDEE STADSNIEUWS feuilleton. Maandag 8 April 1940. voor ZESTIGJARIG JUBILEUM VAN „DE VOLHARDING” Haagsche bond „Vacantiebezigheid Schoolkinderen” VIERDE BLAD. DE WETTELIJKE REGELING VAN HET ACCOUNTANTSWEZEN HUISHOUDSCHOOL LAAN VAN MEERDERVOORT BOND VAN HAAGSCHE GYMNASIASTEN „re- Reorganisatie van het Pensioenfonds ia, maai niet dadelijk* ALGEMEENS NEDERLANDSCHE BOND VAN HANDELS- EN KANTOORBEDIENDEN ÉWordi ©eroolsd»A De receptie van de Coöperatie „De Volharding” in den Dierentuin ter gelegenheid van het 00-jarig bestaan. Het bestuur. Zittend van links naar rechts de heeren J. C. de Cocq (pres.-comrn.), F. de Munnik (bestuurs lid), A. J. Vonk (lid dag. bestuur), Ch. A_ van Doorn (alg. seer.), W. M. Metman (voorz.), E. L. B. v. d. Abeelen (bestuurslid), H. Voordewind (bestuurslid) en W. J. van 'Eik (bestuurslid). Staand van links naar rechtss de heeren Th. Slebis (comimJ, H. D. Pruim (comm.), U. B. Heijkoop (bedrijfsleider) en H. Beukman (bedrijfsleider). Veertigjarig bestaan I ■i ■M Huis- van ■r* Inleiding van professor dr. J. A. Veraart. Een stroom van gelukwenschen in den Dierentuin. No. 17538 WESTLANDSCHE STOOMSTRAMWEG MTX De ontvangsten over de maand No vember 1939 van de N.V. Westlandsche Stoomtramweg Mij. bedroegen totaal ƒ48.665.32 (137.072 reizigers, opbrengst 29.049.47 en 17.602.429 leg. goederen, opbrengst 16.896.20). In Nov. 1938 bedroegen de ontvang sten ƒ32.963.06. M. van (Nadruk verboden.) Lustrumbal in hotel Wittebrug Ter gelegenheid van het 35-jarig be staan had de Bond van Haagsche Gym nasiasten Zaterdagavond een lustrum bal georganiseerd in hotel Wittebrug, dat zeer geslaagd mag worden ge noemd. Alvorens de danspret een aan vang nam, was er gelegenheid het jubi- leerende bestuur te complimenteeren, dat bij deze gelegenheid aardig in de bloemen was gezet Niet minder dan drie orkesten verzorgden de muziek, zoodat de stemming er aldra in zat. The Plaza Swingers openden de rij. Daarnaast deden The Mauï Islanders, een Hawaian orkest en een Russisch ensemble zich hooren. Laatstgenoemd orkest was samengesteld uit leerlingen van het 2e gymnasium aan de Bilder- straat. De wijze waarop de jongelui musiceerden verdient allen lof. Met dat al was er afwisseling genoeg en slechts noode ging men naar huis toen het klokje van gehoorzaamheid had ge slagen. AGOEDAS JISROEIL. Gisteravond heeft de „Agoedas Jis- roeil” (Wetsgetrouw Jodendom) afdee- ling den Haag, in samenwerking met de jeugdorganisaties, aangesloten bij de ,Agoeda”, in café-restaurant „Boschlust”, Bezuidenhout, een zeer druk bezochte bijeenkomst gehouden, waarin als spreker is opgetreden de heer Justus Tal, opperrabbijn te Utrecht. In zijn openingswoord sprak de voorzitter der Haagsche afdeeling, de heer S. Gazan, zijn vreugde uit over de groote opkomst en bracht hij dank aan de damesgroep en de jongeren, die dezen avond georganiseerd hadden. Hij begroette voorts den spreker van den avond en den voorzitter van het kerk bestuur der Nederlandsch Israëlieti- sche Gemeente, den heer S. A. Levis- son. De heer Tal hield vervolgens zijn rede, getiteld: „Dagen van smart en da gen van vreugde”. Spr. wees erop, dat hetgeen in de Joodsche wereld thans plaats heeft, het Joodsche volk in al zijn vertakkingen diep in de ziel aan grijpt en daardoor vaak den moed ge mist wordt om op te komen voor de heiligste belangen van het Jodendom. Aan het Tora-ideaal moet steeds met kracht worden vastgehouden; gestre den moet worden door oud en jong voor het onvergankelijke, onverwoest bare en onvernietigbare ideaal van de Agoedas Jisroeil, de wereldorganisatie van het wetsgetrouwe Jodendom. Dagen van smart heeft het Joodsche .volk door alle eeuwen heen van zijn belang rijke historie gekend, maar ook dagen van vreugde, zooals door spr. uitvoe rig werd aangetoond. Uit de dagen van smart putte het volk van Israël moed, kracht en sterkte om verder te arbei den. Daardoor werden ook beleefd de dagen van vreugde, van innige Gods- vreugde, welke nieuwe levenskracht schonken. Spr. deed een ernstig beroep op de jeugd, die in zoo grooten getale aanwezig is, om te zorgen, dat de gees telijke krachten van het Jodendom niet verloren zullen gaan, en op de ouders haar daarin te steunen. De avond werd verder opgeluisterd met Hebreeuwschen Joodschen zang van den heer Buchspan, voorzanger te Rot terdam, met pianobegeleiding van mej. Eva v. d. Horst. Het geheel werd beslo ten met een Joodsch tooneelstukje „De Agoeda-Seider”, waaraan medewerkten Max van Mentz, Paul Italië en Michael Abrahams. namens het oude personeel, die een oorkonde aanbood, mr. Broekhuizen, nan ns de Nederlandsche Bakkerij- stich .ing, dr. de Haan, voorzitter van het college van artsen van de Volhar ding, Louis de Visser, commissaris van het oude pensioenfonds, v. Amerongen, directeur van de Dico, Steffens, hoofd inspecteur der Verzekeringsmaatschap pij Victoria, L. v. d. Wal, voorzitter der Coöperatieve samenwerking te Amster dam, G. van Veen, namens de Haagsche Bleekneusjes en anderen. De voorzitter dankte tenslotte alle sprekers, en sloot de bijeenkomst, die ongetwijfeld een gulden bladzijde in de annalen van de Volharding zal vormen. De voorzitter van de 's-Gravenhaag- sche Coöperatieve Verbruiks-, Voort- brengings- en Voorzorgsvereeniging „De Volharding”, de heer W. M. Metman, heeft op de feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan der Volharding, in de stampvolle Die rentuinzaal, waarover wij reeds eerder schreven, alsnog medegedeeld, dat het oude pensioenfonds thans als gesaneerd mag worden beschouwd, de toegezegde pensioenen zijn nu gegarandeerd, ter wijl daarnaast een geheel nieuwe pen sioenregeling is ingesteld voor het jon gere personeel, dat rekenen mag op een latere pensioeneering op een basis van plm. 2/3 van het laatstgenoten salaris. Verder is nog een derde fonds gesticht voor het onverzekerbare personeel, een voorzieningsfonds meer speciaal voor het personeel, dat is overgebracht van „de Hoop” en van de oude Volharding. Tenslotte is nog een fonds gesticht ter bevordering van het vacantiegenot voor het personeel. In de afgeloopen 60 jaar is de Volharding staag gegroeid, zij be vindt zich thans, in een moeilijke tijdsperiode op vaste en solide basis en kan dus de toekomst, hoe somber ook, als een kerngezonde instelling rustig en vastberaden onder de oogen zien. Wat heb je eraan om hem hier te houden? Hij is rijk en schijnt veel connecties te hebben en als hij kwaad wil, dan trek jij toch aan het kortste eind. Ik! Ik ben bereid dat te riskeeren. Dat moet je niet doen. Je hebt je werk. Het zou je op ontzettend kos ten jagen en je zoudt de zaak zeker verliezen. Best mogelijk, maar ik denk er niet over... nu, antwoordde Carson grimmig. Ik heb iets gevonden, wat de kwestie weer een geheel nieuw as pect geeft. Misschien herinner jij je dit? Hij hield haar het manuscript voor. Zij staarde ernaar met wijdgeopende oogen, sloeg een bladzijde of twee om en kromp toen ineen. Waar.- waar heb je dat gevon den? hijgde ze. Het was in een doos onder Arm strong’s bagage. Ik bracht het bij hem om te vernemen, hoe hij het be zit ervan kon verklaren... Ja, ja. Hij beweert, dat het zijn eigen werk is. Ongelukkig scheen hij niet te beseffen, dat ik een middel wist om hem tot leugenaar te stempelen. Als dit het manuscript van je broeder is, dan is Armstrong een stap dich ter bij de galg. Het manuscript van mijn broer! Natuurlijk bestaat daaromtrent geen twijfel. Dit is toch jouw hand schrift nietwaar? Mijn handschrift... eh... neen, neen. Het lijkt er wel op, maar het as- het toch mei. VEREENIGING NEDERLAND— HONGARIJE. Evenals in vorige jaren, zal de Ver- eeniging „NederlandHongarije” af deeling ’s-Gravenhage, wederom een „Hongaarschen avond” organiseeren en wel in Hotel „Des Indes” op Za terdag 13 April a.s. De Hongaarsche gezant en mevrouw von SzentIstvany zullen het feest met hun tegenwoordigheid vereeren. met toestemming van den eigenaar gedaan heeft. De gevolgtrekking, wel ke hieruit te trekken valt, is duidelijk genoeg, zou ik zoo denken. Een beetje te duidelijk. Het spijt mij, dat ik u moet teleurstellen, maar dit manuscript is werkelijk van mij... zelfs al herkent u het handschrift van Perry Dixon. Maar ik heb Perry Dixon’s hand schrift niet herkend. De persoon, die dit schreef, is in het kamp. Erg interessant en absoluut waar... want, zoolang het duurt, ben ik hier in het kamp. Zijn cynische houding en bittere lach werkten op Carson’s zenuwen. Hij draaide zich op de hielen om en ging heen, met Monroe vlak achter zich. Vergeet alsjeblieft niet, om de deur achter u te sluiten, spotte Arm strong. Een sluwe bliksem, peinsde Mon roe. Dat manuscript heeft hem overvallen en toch had hij weer een gereede verklaring... eenvoudig, maar niet onmogelijk. Een minder intelli gente dief zou zich in een gecompli ceerde verklaring hebben verward. Ik geef toe, dat hij intelligent is, antwoordde Carson. Maar hier zal hjj zich niet zoo gemakkelijk uit red den. We hebben de middelen om den diefstal te bewijzen. Hoe dan? Tresa. Zij heeft al het werk van haar broeder gecopiëerd en ik zou bij na zweren dat het haar handschrift is. Lieve hemel; haar verklaring zal dan wel afdoende zjjn! Ga je haar opzoeken? Ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan heeft de jeugdgroep van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Handels- en Kantoorbedienden, afdee ling den Haag gisteren een feestavond georganiseerd in het Volksgebouw, Prinsegracht. Er was veel belangstel ling. Na een inleidend woord van den voorzitter, den heer C. C. J. van Bor- rendam, werd opgevoerd een jubileum- revue, welke geschreven was door den heer Willem van lependaal. De spelers en speelsters waren leden van de jeugd groep. Op smakelijke en geestige wijze werd in deze revue een overzicht ge geven van den handel in den loop der eeuwen. Begonnen werd bij de Batavie ren, vervolgens kwam Karei de Groote, enz. enz. Deze blik in de historie werd mogelijk gemaakt door een Oosterschen toovenaar, die met tooverstaf en won- derglas aan der menschen wenschen ge hoor wist te geven. Hoewel het stuk humoristisch was gehouden en er met allerleid dingen de draak was gestoken, miste het ook zijn diepere strekking niet, welke soms zeer goed door de jeugdige spelers en speel sters naar voren werd gebrachte 281 Dat is juist de moeilijkheid. In ieder geval schijn je een stap dichter bij de oplossing te zijn. Wat ga je nu doen? Ik denk, dat ik naar hem toe zal gaan en zien, welken ingenieusen draai hij aan dit geval geeft. Ik ga met je mee. Ik wil dien kerel ook wel eens zien. Het tweetal ging naar de loods en Carson ontsloot de deur. Armstrong zat op den rand van zijn bed en in zijn dreigenden blik lag iets van een wild beest. Bent u gekomen om een einde aan deze grap te maken? snauwde hij. Integendeel. Ik ben gekomen om u te zeggen, dat de grap, zooals u dat noemt, nog lang niet ten einde is. U bent zoo goed in verklaringen en misschien kunt u dit ook wel toelich ten. Hij hield het manuscript omhoog, zoodat Armstrong het goed kon zien. De oogen van laatstgenoemde ver nauwden zich tot kleine spleten en een Uitroep van woede ontsnapte aan zijn lippen. Hij trachtte het weg te gris sen, doch Carson duwde hem heftig terug. Bedaató een beetjet Carson wist niet wat hij van deze wonderlijke situatie moest denken, ’t Was waar, dat hij slechts weinig van haar handschrift gezien had, maar uit hetgeen hij ervan gezien had, kon hij slechts één conclusie trekken. Nu, ik zou zweren... Tresa, ben je er wel zeker van? Bekijk het ma nuscript eens goed... is het niet het zelfde? Je moet destijds ieder woord gelezen hebben en kent het dus. Zij deed geen poging om ook maar een enkel woord te lezen en schudde slechts heftig met haar hoofd heen en weer. Het is een vergissing, be tuigde zij. Een schromelijk ver gissing. Neen, het is niet hetzelfde. Je hebt er maar één enkelen blik in geworpen! Meer dan één blik is ook niet noodig. Je moet het hem teruggeven! Het hem teruggeven! Lieve he mel, dit is practisch gesproken het eenige bewijs, dat we hebben. Wan neer we dat uit handen geven, dan kunnen we hem meteen wel loslaten. Ben je zeker... Och, waarom ga je er maar steeds op door, klaagde zij. Ik wil er niets meer over hooren. Ik wil alles vergeten... wil je mij niet helpen te vergeten? Bedoel je, dat je verder geen in teresse hebt in je broer’s moord? Dat is een wreede wijze van uit drukken. Maar ik voel, dat het leven mij niets meer kan bieden. Sinds ik hier ben, heb ik behoefte om alles van mij af te gooien... het verleden te be graven en een poging te doen om opnieuw te beginnen. Lange rijen sprekers. Wethouder Buurman sprak namens het Gemeentebestuur en sprak in groote bewondering over het vele, dat de Vol harding heeft tot stand gebracht. Spr. bood de beste wenschen aan voor de Toekomst. Als tweede spreker in de lange rij van hen, die van de gelegenheid tot complimenteeren en feliciteeren gebruik maakten, sprak de heer R. van Sluys, secretaris van den Centralen Bond van Nederlandsche Verbruikscoöperaties, die zich bij de hulde en bewondering van den vorigen redenaar van ganscher harte aansloot Voor de toekomst zal de strijd voor gemeenschapszin en de mocratie met onverzwakte energie ge streden dienen te worden. De president-commissaris van de Handelskamer, de heer Kolkman, bood namens de Haka, twee schrijftafels aan voor het ziekenhuis en merkte op, dat ,J)e Volharding” ondanks haar 60 jaren nog jong en strijdlustig is als immer. De voorwtter van den Centralen Bond van Ziekenfondsen, de heer van Lyn den, bood met zijn hartelijke gelukwen- sehen een enveloppe met inhoud aan. De heer Stolk, voorzitter der Fede ratie van Ziekenhuisverpleging, bracht in sympathieke woorden zijn gelukwen- schen over, evenals de heer Oorden- bach, lid der representatie-commissie uit den ledenraad. Verder werd nog ge sproken door de heeren Broekhuizen, Zelfs nu, dat hij dacht een stellig bewijsstuk in handen te hebben, was hij zich bewust van een niet nader te definiëeren gevoel van mismoedig heid. Hij zag voor zich een donker woud verrijzen, hetwelk hij aarzelde om te betreden. Ondanks zijn groote vertrouwen in Tresa kon hij het ge voel niet van zich afzetten, dat het verleden haar in de netten verstrikt had van den dooden man en den sinis- teren gevangene. Hij wachtte tot den volgenden dag alvorens naar Tresa toe te gaan. De morgen was koeler dan gewoonlijk en er woei een frissche bries uit de rich ting van de rivier. Op Monroe’s raad had Tresa een veldstoeltje buiten de bungalow geplaatst en ging zij na het ontbijt in de openlucht zitten met een boek op haar schoot. Na zijn ploeg aan het werk tezet te hebben, nam Carson het manuscript en liep naar haar toe. Zij verwelkomde hem met een glimlach. Kan ik je even spreken, vroeg hjj. Dat spreekt vanzelf. Ik heb al sinds gisteren naar je uitgekeken. Ik heb nagedacht over dien... dien man. Armstrong? Ja, wat ben je van plan te doen? Je kunt hem nu toch niet langer ge vangen houden. Na hetgeen Murche- son gezegd heeft, zou dat een straf bare handeling zijn. Voor zoover ik de zaak kan beoordeelen, kan er niets tegen hem worden ingebracht. Hij lichtte... alles voldoende toe. Carson was ten zeerste verbaasd, ’n Dergelijk inzicht kon hij niet deelen. Wou je dat ik hem vrij liet? riep hij uit» Het slotfeestje van het winterwerk van den Haagschen bond „Vacantiebezig- heid voor Schoolkinderen” verliep Zaterdag in volle vreugde. Het werd gegeven als belooning aan de kleine werkers, die de patientjes in de zieken huizen met eigengemaakt speelgoed verrasten. Aardige bedankbrieven van de directrices waren ingekomen. Er was een poppenkast van den heer Meinesz. Het optreden van twee clowns (de heeren de Groot en Breed), kinderzang, een geslaagde cotillon, door mutsen opgevroolijkt, en verder too- neelstukjes en dansjes, door de kinde ren opgevoerd, vielen zeer in den smaak, terwijl het nummertje van het mandolineclubje van den heer Roosen- burg een succes was. De wethouder van Onder- wijs is verhinderd op Woensdag 10 April a.s. spreekuur te houden. In September 1899 werd de houdschool Laan van Meerdervoort opgericht door mevr. TydemanVer schoor. In opdracht van den heer Goekoop die destijds Zorgvliet bewoonde werd de school gebouwd door den heer J. J. van Nieukerken. Later hebben de heeren M. A. en J. van Nieukerken, zoons van den bouw meester het gebouw vergroot en inwen dig verbouwd. Mevrouw Tydeman werd opgevolgd door mej. A. M. van Anrooy en mej. H. M. S. J. de Holl, thans is mej. E. Mesdag directrice der school. In September 1939 bestond de school veertig jaar. De herdenking van dat feit werd uitgesteld in verband met de mobilisatie. Op 18 Mei a.s. zal een reunie van leerkrachten en oud-leer- lingen plaats hebben. Aan oud-leerlingen, wier veranderde naam en adres niet bekend zijn en daarom geen persoonlijk bericht ont vingen, wordt verzocht zich spoedig te melden bij mevr. A. M. Binnerts Bodde Bouman, Laan van Meerder voort 46, alhier. slagen op den rechtsstaat op komst zijn. Bij den opbouw in de richting van een publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie mag in een regeling van het ac- countantsberoep slechts de zoogenaam de relatieve sluiting worden toegepast. Er mogen geen slachtoffers van hun beroep vallen. Tweede leidende gedachte is, dat de ordening geschiedt in overeenstem- mnig met den rechtsstaat In de derde plaats moet zulk een or dening berusten op het belang der ge- heele Nederlandsche gemeenschap. Naar sprekers overtuiging voldoet het onderhavige wetsontwerp aan geen van deze drie leidende gedachten. Men gaat een geprivelegieerde groep, de z.g. „registeraccountants”, in het leven roepen. Vele accountants met jarenlange practijk zouden, om gisteraccountant” te worden, zich aan het oordeel van een commissie van toe lating moeten onderwerpen, indien zij niet de door de wet voorgeschreven examens met succes hebben afgelegd. Indien de commissie hen niet toelaat, kunnen zij nog voor een beroepsin stantie verschijnen, doch wie waar borgt, dat zij daarin vertrouwen zullen hebben? Het gevaar blijft voor hen be staan, dat zij, ondanks ervaring en ken nis van zaken, niet worden toegelaten en dat zij als het ware zullen worden neergetrapt in hun bestaan. Spreker gaf uiting aan zijn vrees, dat dit wetsontwerp, zonder op de ge noemde punten te zijn gewijzigd, door de Staten-Generaal zou worden aange nomen, hetgeen voor eenige honderden accountants fatalen gevolgen zou kun nen hebben. Bij de gevolgde gedachtenwisseling vroeg de heer Nanninga of het niet gewenscht zou zijn, dat de verschillen de accountantsorganisaties, niet be- hoorende tot de twee bevoorrechte (het Ned. Instituut van Accountants en de Ver. van academisch gevormde accountants) tezamen overleg plegen om haar standpunt tegenover het wets ontwerp te bepalen. De heer Talen wees op het gevaar van openlegging van dossiers door ac countants, die voor de commissie zou den moeten verschijnen. De heer Zuidervliet zeide voor zich zelf geen waarde te hechten aan den titel van registeraccountant. Hij merk te op, dat er 16 verschillende accoun tantsorganisaties bestaan en zou niet weten bij welke van deze hij zich zou moeten aansluiten, ondanks jaren lange accountantspractijk. Prof. Veraart antwoordde, dat de minister geen overleg met de overige bestaande accountantsorganisaties noo dig heeft geacht en hij zelf zag het nut er niet van in, de Kamer te overstel pen met allerlei materiaal. Het be zwaar van openlegging van dossiers kon spr. volkomen onderschrijven. Bi; de beoordeeling van het ontwerp moet men zich niet op een individueel stand punt plaatsen, doch de bezwaren van een groote groep moeten worden er kend. De voorzitter sloot daarop met woorden van dank de bijeenkomst. Voor het Algemeen Verbond van Accountants heeft Zaterdagmiddag in hotel Wittebrug prof. dr. J. A. Veraart, hoogleeraar aan de Technische Hooge- school, ten inleiding gehouden over wDe wettêlijke regeling van het ac- countantswezen”. De voorzitter,, de heer L. Mok, uit Amsterdam, heette bij den aanvang een vijftal leden van de Tweede Kamer, n.l. de heeren Tilanus, Amelink, dr. Vos, mr. van Dijken en Schilthuis in het bij-, zonder welkom en constateerde, dat het verbond bestaat uit door de prac tijk gevormde accountants, voor wie het aanhangige wetsontwerp van het grootste belang is. Spreker herinnerde eraan, dat deze vereeniging reeds in 1930 het initiatief heeft genomen, in samenwerking met andere accountants- vereenigingen tot het bestudeeren van het verslag der commissie, ingesteld bij beschikking van den toenmaligen minister van Arbeid, Handel en Nij verheid van 2 Maart 1928, met op dracht van advies te dienen omtrent een regeling van het accountantswe- zen. Het resultaat van deze studie was het verschijnen van een boekje, geti teld „Bezwaren” tegen bovengenoemd ontwerp. Daar het huidige wetsont werp is gebaseerd op het verslag van genoemde staatscommissie, vestigde de spr. de aandacht op eenige conclusies, in dat boekje voorkomende 1) . De staatscommissie inzake de wettelijke regeling van het accoun- tantswezen was niet zoo samengesteld, dat door haar uitgebracht advies ge acht kan worden te zijn objectief en onpartijdig. 2) . De door de drie accountantsver- eenigingen, wier ontwerp de commis sie te beoordeelen kreeg, gevoerde tac tiek en de enorme toeneming van de behoefte aan accountantshulp recht vaardigen ten volle het opkomen eener buiten die vereenigingen staande groo te groep van accountants, die zich, evenals de oprichters dezer vereeni ging, door zelfontwikkeling en de practijk voor het vak hebben be kwaamd. 3) . Een wettelijke regeling van het accountantsberoep mag alleen en uit sluitend ten doel hebben de bevorde ring van het algemeen belang. 4) . Het voorstel der commissie, om den titel „accountant” vrij te laten en de wettelijke bescherming slechts toe te passen op den titel „registeraccoun tant” is in strijd met het algemeen be lang, gebaseerd op in haar wezen on ware overwegingen en zal leiden tot harde consequenties. Nog steeds, aldus spr., kunnen wij ons met bovengenoemde conclusies vereenigen. Hierna verkreeg prot Veraart het woord. Spreker zeide, dat de algmeene over tuiging, nu wel is, dat wij de toestan den, zooals we die in het laatst van de 19e eeuw en de eerste decennia van de 20e eeuw gekend hebben, niet terug zullen krijgen. De ordeningsgedachte is groeiende en in deze ordening zal ook het beroep van den accountant die nen te worden opgenomen. De orga nieke wet ingevolge de grondwetsher- vorming van 1938 is er nog niet. Wel zijn er allerlei aanwijzingen, dat aan- Wat doet u aan mijn manu script? Uw manuscript? Ik meen te we ten, dat dit het manuscript is van Perry Dixon en dat het op zijn schrijf tafel lag op den avond, dat u hem be zocht U bent gek. Ik neg n, dat het van mij is. Vreemd genoeg had Carson aan een dergelijke eenvoudige verklaring niet gedacht. U zult mij toch niet willen wijs maken, dat u dit zelf schreef? Natuurlijk wel. Ik zie niet in, waarom ik geen boek zou kunnen ge schreven hebben. Maar ik heb reden om te veron derstellen, dat u dit in ieder geval niet schreef. Welke reden dan? Ik weet toevallig, van wie dit handschrift is. U weet veel te veel, meneer Car- son. Menschen, die zooveel weten, ko men meestal treurig aan hun eind. Carson vatte dit als een bedreiging op. Hij stak zijn groote kin agressief vooruit en wanneer Monroe hem niet bij de mouw van zijn jas gepakt had, dan zou hij den grijnzenden gevangene een slag gegeven hebben. Dus u houdt vol, dat dit uw werk is? Natuurlijk; waarom zou ik mij voor een andermans werk interessee- ren? Dat is nu juist, wat ik probeerde te ontdekken. Wat u ook moge bewe ren, ik ben overtuigd, dat u dit manu script dien nacht uit de bungalow ge- JbaaJd hebt eo dat o dat zeker niet4 IrMS t - •-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13