HAAGSCHE COURANT
DE ZWARTE
ORCHIDEE
STADSNIEUWS
feuilleton.
Maandag 8 April 1940.
voor
ZESTIGJARIG JUBILEUM
VAN „DE VOLHARDING”
Haagsche bond „Vacantiebezigheid
Schoolkinderen”
VIERDE BLAD.
DE WETTELIJKE REGELING VAN
HET ACCOUNTANTSWEZEN
HUISHOUDSCHOOL LAAN VAN
MEERDERVOORT
BOND VAN HAAGSCHE
GYMNASIASTEN
„re-
Reorganisatie van het Pensioenfonds
ia, maai niet dadelijk*
ALGEMEENS NEDERLANDSCHE
BOND VAN HANDELS- EN
KANTOORBEDIENDEN
ÉWordi ©eroolsd»A
De receptie van de Coöperatie „De Volharding” in den Dierentuin ter gelegenheid van het 00-jarig bestaan.
Het bestuur. Zittend van links naar rechts de heeren J. C. de Cocq (pres.-comrn.), F. de Munnik (bestuurs
lid), A. J. Vonk (lid dag. bestuur), Ch. A_ van Doorn (alg. seer.), W. M. Metman (voorz.), E. L. B. v. d.
Abeelen (bestuurslid), H. Voordewind (bestuurslid) en W. J. van 'Eik (bestuurslid). Staand van links
naar rechtss de heeren Th. Slebis (comimJ, H. D. Pruim (comm.), U. B. Heijkoop (bedrijfsleider) en
H. Beukman (bedrijfsleider).
Veertigjarig bestaan
I
■i
■M
Huis-
van
■r*
Inleiding van professor dr. J. A.
Veraart.
Een stroom van gelukwenschen in
den Dierentuin.
No. 17538
WESTLANDSCHE
STOOMSTRAMWEG MTX
De ontvangsten over de maand No
vember 1939 van de N.V. Westlandsche
Stoomtramweg Mij. bedroegen totaal
ƒ48.665.32 (137.072 reizigers, opbrengst
29.049.47 en 17.602.429 leg. goederen,
opbrengst 16.896.20).
In Nov. 1938 bedroegen de ontvang
sten ƒ32.963.06.
M.
van
(Nadruk verboden.)
Lustrumbal in hotel Wittebrug
Ter gelegenheid van het 35-jarig be
staan had de Bond van Haagsche Gym
nasiasten Zaterdagavond een lustrum
bal georganiseerd in hotel Wittebrug,
dat zeer geslaagd mag worden ge
noemd. Alvorens de danspret een aan
vang nam, was er gelegenheid het jubi-
leerende bestuur te complimenteeren,
dat bij deze gelegenheid aardig in de
bloemen was gezet Niet minder dan
drie orkesten verzorgden de muziek,
zoodat de stemming er aldra in zat.
The Plaza Swingers openden de rij.
Daarnaast deden The Mauï Islanders,
een Hawaian orkest en een Russisch
ensemble zich hooren. Laatstgenoemd
orkest was samengesteld uit leerlingen
van het 2e gymnasium aan de Bilder-
straat. De wijze waarop de jongelui
musiceerden verdient allen lof. Met dat
al was er afwisseling genoeg en slechts
noode ging men naar huis toen het
klokje van gehoorzaamheid had ge
slagen.
AGOEDAS JISROEIL.
Gisteravond heeft de „Agoedas Jis-
roeil” (Wetsgetrouw Jodendom) afdee-
ling den Haag, in samenwerking met
de jeugdorganisaties, aangesloten bij
de ,Agoeda”, in café-restaurant
„Boschlust”, Bezuidenhout, een zeer
druk bezochte bijeenkomst gehouden,
waarin als spreker is opgetreden de
heer Justus Tal, opperrabbijn te
Utrecht. In zijn openingswoord sprak
de voorzitter der Haagsche afdeeling,
de heer S. Gazan, zijn vreugde uit over
de groote opkomst en bracht hij dank
aan de damesgroep en de jongeren, die
dezen avond georganiseerd hadden. Hij
begroette voorts den spreker van den
avond en den voorzitter van het kerk
bestuur der Nederlandsch Israëlieti-
sche Gemeente, den heer S. A. Levis-
son. De heer Tal hield vervolgens zijn
rede, getiteld: „Dagen van smart en da
gen van vreugde”. Spr. wees erop, dat
hetgeen in de Joodsche wereld thans
plaats heeft, het Joodsche volk in al
zijn vertakkingen diep in de ziel aan
grijpt en daardoor vaak den moed ge
mist wordt om op te komen voor de
heiligste belangen van het Jodendom.
Aan het Tora-ideaal moet steeds met
kracht worden vastgehouden; gestre
den moet worden door oud en jong
voor het onvergankelijke, onverwoest
bare en onvernietigbare ideaal van de
Agoedas Jisroeil, de wereldorganisatie
van het wetsgetrouwe Jodendom. Dagen
van smart heeft het Joodsche .volk
door alle eeuwen heen van zijn belang
rijke historie gekend, maar ook dagen
van vreugde, zooals door spr. uitvoe
rig werd aangetoond. Uit de dagen van
smart putte het volk van Israël moed,
kracht en sterkte om verder te arbei
den. Daardoor werden ook beleefd de
dagen van vreugde, van innige Gods-
vreugde, welke nieuwe levenskracht
schonken. Spr. deed een ernstig beroep
op de jeugd, die in zoo grooten getale
aanwezig is, om te zorgen, dat de gees
telijke krachten van het Jodendom niet
verloren zullen gaan, en op de ouders
haar daarin te steunen.
De avond werd verder opgeluisterd
met Hebreeuwschen Joodschen zang van
den heer Buchspan, voorzanger te Rot
terdam, met pianobegeleiding van mej.
Eva v. d. Horst. Het geheel werd beslo
ten met een Joodsch tooneelstukje „De
Agoeda-Seider”, waaraan medewerkten
Max van Mentz, Paul Italië en Michael
Abrahams.
namens het oude personeel, die een
oorkonde aanbood, mr. Broekhuizen,
nan ns de Nederlandsche Bakkerij-
stich .ing, dr. de Haan, voorzitter van
het college van artsen van de Volhar
ding, Louis de Visser, commissaris van
het oude pensioenfonds, v. Amerongen,
directeur van de Dico, Steffens, hoofd
inspecteur der Verzekeringsmaatschap
pij Victoria, L. v. d. Wal, voorzitter der
Coöperatieve samenwerking te Amster
dam, G. van Veen, namens de Haagsche
Bleekneusjes en anderen.
De voorzitter dankte tenslotte alle
sprekers, en sloot de bijeenkomst, die
ongetwijfeld een gulden bladzijde in de
annalen van de Volharding zal vormen.
De voorzitter van de 's-Gravenhaag-
sche Coöperatieve Verbruiks-, Voort-
brengings- en Voorzorgsvereeniging „De
Volharding”, de heer W. M. Metman,
heeft op de feestelijke bijeenkomst ter
gelegenheid van het 60-jarig bestaan
der Volharding, in de stampvolle Die
rentuinzaal, waarover wij reeds eerder
schreven, alsnog medegedeeld, dat het
oude pensioenfonds thans als gesaneerd
mag worden beschouwd, de toegezegde
pensioenen zijn nu gegarandeerd, ter
wijl daarnaast een geheel nieuwe pen
sioenregeling is ingesteld voor het jon
gere personeel, dat rekenen mag op een
latere pensioeneering op een basis van
plm. 2/3 van het laatstgenoten salaris.
Verder is nog een derde fonds gesticht
voor het onverzekerbare personeel, een
voorzieningsfonds meer speciaal voor
het personeel, dat is overgebracht van
„de Hoop” en van de oude Volharding.
Tenslotte is nog een fonds gesticht ter
bevordering van het vacantiegenot voor
het personeel. In de afgeloopen 60 jaar
is de Volharding staag gegroeid, zij be
vindt zich thans, in een moeilijke
tijdsperiode op vaste en solide basis en
kan dus de toekomst, hoe somber ook,
als een kerngezonde instelling rustig en
vastberaden onder de oogen zien.
Wat heb je eraan om hem hier
te houden? Hij is rijk en schijnt veel
connecties te hebben en als hij kwaad
wil, dan trek jij toch aan het kortste
eind.
Ik!
Ik ben bereid dat te riskeeren.
Dat moet je niet doen. Je hebt
je werk. Het zou je op ontzettend kos
ten jagen en je zoudt de zaak zeker
verliezen.
Best mogelijk, maar ik denk er
niet over... nu, antwoordde Carson
grimmig. Ik heb iets gevonden, wat
de kwestie weer een geheel nieuw as
pect geeft. Misschien herinner jij je
dit?
Hij hield haar het manuscript voor.
Zij staarde ernaar met wijdgeopende
oogen, sloeg een bladzijde of twee om
en kromp toen ineen.
Waar.- waar heb je dat gevon
den? hijgde ze.
Het was in een doos onder Arm
strong’s bagage. Ik bracht het bij
hem om te vernemen, hoe hij het be
zit ervan kon verklaren...
Ja, ja.
Hij beweert, dat het zijn eigen
werk is. Ongelukkig scheen hij niet
te beseffen, dat ik een middel wist
om hem tot leugenaar te stempelen.
Als dit het manuscript van je broeder
is, dan is Armstrong een stap dich
ter bij de galg.
Het manuscript van mijn broer!
Natuurlijk bestaat daaromtrent
geen twijfel. Dit is toch jouw hand
schrift nietwaar?
Mijn handschrift... eh... neen,
neen. Het lijkt er wel op, maar het
as- het toch mei.
VEREENIGING NEDERLAND—
HONGARIJE.
Evenals in vorige jaren, zal de Ver-
eeniging „NederlandHongarije” af
deeling ’s-Gravenhage, wederom een
„Hongaarschen avond” organiseeren
en wel in Hotel „Des Indes” op Za
terdag 13 April a.s.
De Hongaarsche gezant en mevrouw
von SzentIstvany zullen het feest
met hun tegenwoordigheid vereeren.
met toestemming van den eigenaar
gedaan heeft. De gevolgtrekking, wel
ke hieruit te trekken valt, is duidelijk
genoeg, zou ik zoo denken.
Een beetje te duidelijk. Het spijt
mij, dat ik u moet teleurstellen, maar
dit manuscript is werkelijk van mij...
zelfs al herkent u het handschrift van
Perry Dixon.
Maar ik heb Perry Dixon’s hand
schrift niet herkend. De persoon, die
dit schreef, is in het kamp.
Erg interessant en absoluut
waar... want, zoolang het duurt, ben
ik hier in het kamp.
Zijn cynische houding en bittere
lach werkten op Carson’s zenuwen. Hij
draaide zich op de hielen om en ging
heen, met Monroe vlak achter zich.
Vergeet alsjeblieft niet, om de
deur achter u te sluiten, spotte Arm
strong.
Een sluwe bliksem, peinsde Mon
roe. Dat manuscript heeft hem
overvallen en toch had hij weer een
gereede verklaring... eenvoudig, maar
niet onmogelijk. Een minder intelli
gente dief zou zich in een gecompli
ceerde verklaring hebben verward.
Ik geef toe, dat hij intelligent is,
antwoordde Carson. Maar hier zal
hjj zich niet zoo gemakkelijk uit red
den. We hebben de middelen om den
diefstal te bewijzen.
Hoe dan?
Tresa. Zij heeft al het werk van
haar broeder gecopiëerd en ik zou bij
na zweren dat het haar handschrift is.
Lieve hemel; haar verklaring zal
dan wel afdoende zjjn! Ga je haar
opzoeken?
Ter gelegenheid van haar 10-jarig
bestaan heeft de jeugdgroep van den
Algemeenen Nederlandschen Bond van
Handels- en Kantoorbedienden, afdee
ling den Haag gisteren een feestavond
georganiseerd in het Volksgebouw,
Prinsegracht. Er was veel belangstel
ling.
Na een inleidend woord van den
voorzitter, den heer C. C. J. van Bor-
rendam, werd opgevoerd een jubileum-
revue, welke geschreven was door den
heer Willem van lependaal. De spelers
en speelsters waren leden van de jeugd
groep. Op smakelijke en geestige wijze
werd in deze revue een overzicht ge
geven van den handel in den loop der
eeuwen. Begonnen werd bij de Batavie
ren, vervolgens kwam Karei de Groote,
enz. enz. Deze blik in de historie werd
mogelijk gemaakt door een Oosterschen
toovenaar, die met tooverstaf en won-
derglas aan der menschen wenschen ge
hoor wist te geven.
Hoewel het stuk humoristisch was
gehouden en er met allerleid dingen de
draak was gestoken, miste het ook zijn
diepere strekking niet, welke soms zeer
goed door de jeugdige spelers en speel
sters naar voren werd gebrachte
281
Dat is juist de moeilijkheid. In
ieder geval schijn je een stap dichter
bij de oplossing te zijn. Wat ga je
nu doen?
Ik denk, dat ik naar hem toe zal
gaan en zien, welken ingenieusen
draai hij aan dit geval geeft.
Ik ga met je mee. Ik wil dien
kerel ook wel eens zien.
Het tweetal ging naar de loods en
Carson ontsloot de deur. Armstrong
zat op den rand van zijn bed en in
zijn dreigenden blik lag iets van een
wild beest.
Bent u gekomen om een einde aan
deze grap te maken? snauwde hij.
Integendeel. Ik ben gekomen om
u te zeggen, dat de grap, zooals u
dat noemt, nog lang niet ten einde is.
U bent zoo goed in verklaringen en
misschien kunt u dit ook wel toelich
ten.
Hij hield het manuscript omhoog,
zoodat Armstrong het goed kon zien.
De oogen van laatstgenoemde ver
nauwden zich tot kleine spleten en een
Uitroep van woede ontsnapte aan zijn
lippen. Hij trachtte het weg te gris
sen, doch Carson duwde hem heftig
terug.
Bedaató een beetjet
Carson wist niet wat hij van deze
wonderlijke situatie moest denken, ’t
Was waar, dat hij slechts weinig van
haar handschrift gezien had, maar
uit hetgeen hij ervan gezien had, kon
hij slechts één conclusie trekken.
Nu, ik zou zweren... Tresa, ben
je er wel zeker van? Bekijk het ma
nuscript eens goed... is het niet het
zelfde? Je moet destijds ieder woord
gelezen hebben en kent het dus.
Zij deed geen poging om ook maar
een enkel woord te lezen en schudde
slechts heftig met haar hoofd heen en
weer. Het is een vergissing, be
tuigde zij. Een schromelijk ver
gissing. Neen, het is niet hetzelfde.
Je hebt er maar één enkelen blik
in geworpen!
Meer dan één blik is ook niet
noodig. Je moet het hem teruggeven!
Het hem teruggeven! Lieve he
mel, dit is practisch gesproken het
eenige bewijs, dat we hebben. Wan
neer we dat uit handen geven, dan
kunnen we hem meteen wel loslaten.
Ben je zeker...
Och, waarom ga je er maar
steeds op door, klaagde zij. Ik wil
er niets meer over hooren. Ik wil
alles vergeten... wil je mij niet helpen
te vergeten?
Bedoel je, dat je verder geen in
teresse hebt in je broer’s moord?
Dat is een wreede wijze van uit
drukken. Maar ik voel, dat het leven
mij niets meer kan bieden. Sinds ik
hier ben, heb ik behoefte om alles van
mij af te gooien... het verleden te be
graven en een poging te doen om
opnieuw te beginnen.
Lange rijen sprekers.
Wethouder Buurman sprak namens
het Gemeentebestuur en sprak in groote
bewondering over het vele, dat de Vol
harding heeft tot stand gebracht. Spr.
bood de beste wenschen aan voor de
Toekomst.
Als tweede spreker in de lange rij
van hen, die van de gelegenheid tot
complimenteeren en feliciteeren gebruik
maakten, sprak de heer R. van Sluys,
secretaris van den Centralen Bond van
Nederlandsche Verbruikscoöperaties, die
zich bij de hulde en bewondering van
den vorigen redenaar van ganscher
harte aansloot Voor de toekomst zal
de strijd voor gemeenschapszin en de
mocratie met onverzwakte energie ge
streden dienen te worden.
De president-commissaris van de
Handelskamer, de heer Kolkman, bood
namens de Haka, twee schrijftafels aan
voor het ziekenhuis en merkte op, dat
,J)e Volharding” ondanks haar 60 jaren
nog jong en strijdlustig is als immer.
De voorwtter van den Centralen Bond
van Ziekenfondsen, de heer van Lyn
den, bood met zijn hartelijke gelukwen-
sehen een enveloppe met inhoud aan.
De heer Stolk, voorzitter der Fede
ratie van Ziekenhuisverpleging, bracht
in sympathieke woorden zijn gelukwen-
schen over, evenals de heer Oorden-
bach, lid der representatie-commissie
uit den ledenraad. Verder werd nog ge
sproken door de heeren Broekhuizen,
Zelfs nu, dat hij dacht een stellig
bewijsstuk in handen te hebben, was
hij zich bewust van een niet nader te
definiëeren gevoel van mismoedig
heid. Hij zag voor zich een donker
woud verrijzen, hetwelk hij aarzelde
om te betreden. Ondanks zijn groote
vertrouwen in Tresa kon hij het ge
voel niet van zich afzetten, dat het
verleden haar in de netten verstrikt
had van den dooden man en den sinis-
teren gevangene.
Hij wachtte tot den volgenden dag
alvorens naar Tresa toe te gaan. De
morgen was koeler dan gewoonlijk en
er woei een frissche bries uit de rich
ting van de rivier. Op Monroe’s raad
had Tresa een veldstoeltje buiten de
bungalow geplaatst en ging zij na het
ontbijt in de openlucht zitten met een
boek op haar schoot. Na zijn ploeg
aan het werk tezet te hebben, nam
Carson het manuscript en liep naar
haar toe. Zij verwelkomde hem met
een glimlach.
Kan ik je even spreken, vroeg hjj.
Dat spreekt vanzelf. Ik heb al
sinds gisteren naar je uitgekeken. Ik
heb nagedacht over dien... dien man.
Armstrong?
Ja, wat ben je van plan te doen?
Je kunt hem nu toch niet langer ge
vangen houden. Na hetgeen Murche-
son gezegd heeft, zou dat een straf
bare handeling zijn. Voor zoover ik
de zaak kan beoordeelen, kan er niets
tegen hem worden ingebracht. Hij
lichtte... alles voldoende toe.
Carson was ten zeerste verbaasd, ’n
Dergelijk inzicht kon hij niet deelen.
Wou je dat ik hem vrij liet? riep
hij uit»
Het slotfeestje van het winterwerk van
den Haagschen bond „Vacantiebezig-
heid voor Schoolkinderen” verliep
Zaterdag in volle vreugde. Het werd
gegeven als belooning aan de kleine
werkers, die de patientjes in de zieken
huizen met eigengemaakt speelgoed
verrasten. Aardige bedankbrieven van
de directrices waren ingekomen.
Er was een poppenkast van den heer
Meinesz. Het optreden van twee
clowns (de heeren de Groot en Breed),
kinderzang, een geslaagde cotillon, door
mutsen opgevroolijkt, en verder too-
neelstukjes en dansjes, door de kinde
ren opgevoerd, vielen zeer in den
smaak, terwijl het nummertje van het
mandolineclubje van den heer Roosen-
burg een succes was.
De wethouder van Onder-
wijs is verhinderd op Woensdag 10
April a.s. spreekuur te houden.
In September 1899 werd de
houdschool Laan van Meerdervoort
opgericht door mevr. TydemanVer
schoor.
In opdracht van den heer Goekoop
die destijds Zorgvliet bewoonde werd
de school gebouwd door den heer J. J.
van Nieukerken.
Later hebben de heeren M. A. en J.
van Nieukerken, zoons van den bouw
meester het gebouw vergroot en inwen
dig verbouwd.
Mevrouw Tydeman werd opgevolgd
door mej. A. M. van Anrooy en mej.
H. M. S. J. de Holl, thans is mej. E.
Mesdag directrice der school.
In September 1939 bestond de school
veertig jaar. De herdenking van dat
feit werd uitgesteld in verband met de
mobilisatie. Op 18 Mei a.s. zal een
reunie van leerkrachten en oud-leer-
lingen plaats hebben.
Aan oud-leerlingen, wier veranderde
naam en adres niet bekend zijn en
daarom geen persoonlijk bericht ont
vingen, wordt verzocht zich spoedig te
melden bij mevr. A. M. Binnerts
Bodde Bouman, Laan van Meerder
voort 46, alhier.
slagen op den rechtsstaat op komst zijn.
Bij den opbouw in de richting van
een publiekrechtelijke bedrijfsorgani
satie mag in een regeling van het ac-
countantsberoep slechts de zoogenaam
de relatieve sluiting worden toegepast.
Er mogen geen slachtoffers van hun
beroep vallen.
Tweede leidende gedachte is, dat de
ordening geschiedt in overeenstem-
mnig met den rechtsstaat
In de derde plaats moet zulk een or
dening berusten op het belang der ge-
heele Nederlandsche gemeenschap.
Naar sprekers overtuiging voldoet
het onderhavige wetsontwerp aan geen
van deze drie leidende gedachten.
Men gaat een geprivelegieerde groep,
de z.g. „registeraccountants”, in het
leven roepen. Vele accountants met
jarenlange practijk zouden, om
gisteraccountant” te worden, zich aan
het oordeel van een commissie van toe
lating moeten onderwerpen, indien zij
niet de door de wet voorgeschreven
examens met succes hebben afgelegd.
Indien de commissie hen niet toelaat,
kunnen zij nog voor een beroepsin
stantie verschijnen, doch wie waar
borgt, dat zij daarin vertrouwen zullen
hebben? Het gevaar blijft voor hen be
staan, dat zij, ondanks ervaring en ken
nis van zaken, niet worden toegelaten
en dat zij als het ware zullen worden
neergetrapt in hun bestaan.
Spreker gaf uiting aan zijn vrees, dat
dit wetsontwerp, zonder op de ge
noemde punten te zijn gewijzigd, door
de Staten-Generaal zou worden aange
nomen, hetgeen voor eenige honderden
accountants fatalen gevolgen zou kun
nen hebben.
Bij de gevolgde gedachtenwisseling
vroeg de heer Nanninga of het niet
gewenscht zou zijn, dat de verschillen
de accountantsorganisaties, niet be-
hoorende tot de twee bevoorrechte
(het Ned. Instituut van Accountants
en de Ver. van academisch gevormde
accountants) tezamen overleg plegen
om haar standpunt tegenover het wets
ontwerp te bepalen.
De heer Talen wees op het gevaar
van openlegging van dossiers door ac
countants, die voor de commissie zou
den moeten verschijnen.
De heer Zuidervliet zeide voor zich
zelf geen waarde te hechten aan den
titel van registeraccountant. Hij merk
te op, dat er 16 verschillende accoun
tantsorganisaties bestaan en zou niet
weten bij welke van deze hij zich zou
moeten aansluiten, ondanks jaren
lange accountantspractijk.
Prof. Veraart antwoordde, dat de
minister geen overleg met de overige
bestaande accountantsorganisaties noo
dig heeft geacht en hij zelf zag het nut
er niet van in, de Kamer te overstel
pen met allerlei materiaal. Het be
zwaar van openlegging van dossiers
kon spr. volkomen onderschrijven. Bi;
de beoordeeling van het ontwerp moet
men zich niet op een individueel stand
punt plaatsen, doch de bezwaren van
een groote groep moeten worden er
kend.
De voorzitter sloot daarop met
woorden van dank de bijeenkomst.
Voor het Algemeen Verbond van
Accountants heeft Zaterdagmiddag in
hotel Wittebrug prof. dr. J. A. Veraart,
hoogleeraar aan de Technische Hooge-
school, ten inleiding gehouden over
wDe wettêlijke regeling van het ac-
countantswezen”.
De voorzitter,, de heer L. Mok, uit
Amsterdam, heette bij den aanvang een
vijftal leden van de Tweede Kamer, n.l.
de heeren Tilanus, Amelink, dr. Vos,
mr. van Dijken en Schilthuis in het bij-,
zonder welkom en constateerde, dat
het verbond bestaat uit door de prac
tijk gevormde accountants, voor wie
het aanhangige wetsontwerp van het
grootste belang is. Spreker herinnerde
eraan, dat deze vereeniging reeds in
1930 het initiatief heeft genomen, in
samenwerking met andere accountants-
vereenigingen tot het bestudeeren van
het verslag der commissie, ingesteld
bij beschikking van den toenmaligen
minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid van 2 Maart 1928, met op
dracht van advies te dienen omtrent
een regeling van het accountantswe-
zen.
Het resultaat van deze studie was
het verschijnen van een boekje, geti
teld „Bezwaren” tegen bovengenoemd
ontwerp. Daar het huidige wetsont
werp is gebaseerd op het verslag van
genoemde staatscommissie, vestigde de
spr. de aandacht op eenige conclusies,
in dat boekje voorkomende
1) . De staatscommissie inzake de
wettelijke regeling van het accoun-
tantswezen was niet zoo samengesteld,
dat door haar uitgebracht advies ge
acht kan worden te zijn objectief en
onpartijdig.
2) . De door de drie accountantsver-
eenigingen, wier ontwerp de commis
sie te beoordeelen kreeg, gevoerde tac
tiek en de enorme toeneming van de
behoefte aan accountantshulp recht
vaardigen ten volle het opkomen eener
buiten die vereenigingen staande groo
te groep van accountants, die zich,
evenals de oprichters dezer vereeni
ging, door zelfontwikkeling en de
practijk voor het vak hebben be
kwaamd.
3) . Een wettelijke regeling van het
accountantsberoep mag alleen en uit
sluitend ten doel hebben de bevorde
ring van het algemeen belang.
4) . Het voorstel der commissie, om
den titel „accountant” vrij te laten en
de wettelijke bescherming slechts toe
te passen op den titel „registeraccoun
tant” is in strijd met het algemeen be
lang, gebaseerd op in haar wezen on
ware overwegingen en zal leiden tot
harde consequenties.
Nog steeds, aldus spr., kunnen wij
ons met bovengenoemde conclusies
vereenigen.
Hierna verkreeg prot Veraart het
woord.
Spreker zeide, dat de algmeene over
tuiging, nu wel is, dat wij de toestan
den, zooals we die in het laatst van de
19e eeuw en de eerste decennia van de
20e eeuw gekend hebben, niet terug
zullen krijgen. De ordeningsgedachte
is groeiende en in deze ordening zal
ook het beroep van den accountant die
nen te worden opgenomen. De orga
nieke wet ingevolge de grondwetsher-
vorming van 1938 is er nog niet. Wel
zijn er allerlei aanwijzingen, dat aan-
Wat doet u aan mijn manu
script?
Uw manuscript? Ik meen te we
ten, dat dit het manuscript is van
Perry Dixon en dat het op zijn schrijf
tafel lag op den avond, dat u hem be
zocht
U bent gek. Ik neg n, dat het
van mij is.
Vreemd genoeg had Carson aan een
dergelijke eenvoudige verklaring niet
gedacht.
U zult mij toch niet willen wijs
maken, dat u dit zelf schreef?
Natuurlijk wel. Ik zie niet in,
waarom ik geen boek zou kunnen ge
schreven hebben.
Maar ik heb reden om te veron
derstellen, dat u dit in ieder geval
niet schreef.
Welke reden dan?
Ik weet toevallig, van wie dit
handschrift is.
U weet veel te veel, meneer Car-
son. Menschen, die zooveel weten, ko
men meestal treurig aan hun eind.
Carson vatte dit als een bedreiging
op. Hij stak zijn groote kin agressief
vooruit en wanneer Monroe hem niet
bij de mouw van zijn jas gepakt had,
dan zou hij den grijnzenden gevangene
een slag gegeven hebben.
Dus u houdt vol, dat dit uw werk
is?
Natuurlijk; waarom zou ik mij
voor een andermans werk interessee-
ren?
Dat is nu juist, wat ik probeerde
te ontdekken. Wat u ook moge bewe
ren, ik ben overtuigd, dat u dit manu
script dien nacht uit de bungalow ge-
JbaaJd hebt eo dat o dat zeker niet4
IrMS t
- •-