i»W#‘
Japan en Nederlandsch-Indië
De uitbreiding van den strijd
naar het Noorden
Haagsche Courant van Donderdag 18 April 1940
H JJ D N U T
3
HUDNUT
fc/r
a I F 4
o rS
r-’vl
L va
van
Onze Regeering waardeert de
houding van Japan
daarom
In het eerste stadium
voor
succes
van
voor
van
Indië
De positie
van
verdreven worden als de verbinding met
Duitschland blijvend verbroken wordt
De verklaring
Cordell Hull
een
Duitschland
Duitsche troepen kunnen alleen uit Noorwegen
Weerkundige Waarnemingen
I
Rapport van den
Japanschen gezant
Itaro Ishü
11
Wij vragen, voor geval
Nederland in den oorlog
wordt betrokken, geen
bescherming van Indië,
noch het aanbod daarvan
DERDE BLAD, PAGINA 1.
Amerika vraagt eer-
biediging van den status
quo in het belang van
den vrede in den Stillen
Oceaan
2
12
uur:
De te verwachten operation.
zeestrijdkrachten.
welijks
een
VANAF 60 <t
VANAF 49 et.
I
volstrekte
bij
De plaats gehad hebbende
operaties.
Denemarken en Noorwegen
hadden hun weermacht ver
waarloosd.
de door-
aan-
Domei meldt d.d. uit Tokio
Er wordt geen officieel commentaar
geleverd op de verklaring van Huil.
Vanmiddag om 5 uur heeft echter de
woordvoerder van het departement van
buitenlandsche zaken de volgende ver
klaring afgelegd over de kwestie van
Nederlandsch-Indië
en
factor
van
de
zeer
inter-
recht-
landen
Belangrijke diplomatieke
verklaring.
welk land ook, van de hand te wij
zen’*.
De Nederlandsche gezant te Tokio,
generaal J. C. Pabst, heeft heden
een bezoek gebracht aan den minis
ter van buitenlandsche zaken, Arita
en daarbij het bovenvermelde rap
port van Ishii bevestigd.
Barometer
v.m.
m.m».
resp.
Reuter meldt d.d. heden uit Tokio:
De woordvoerder van het departe
ment van Buitenlandsche Zaken
heeft heden verklaard:
status-quo
zou
vele
Barometerstand van hedenmiddag 12 uur
Verwachting tot den avond van 19 Apr.:
Meest zwaarbewolkte tot betrokken
lucht, kans op eenigen regen; weinig ver
andering in temperatuur.
Instemming met Hull’s ver
klaring in Londen
United Press meldt uit Londen:
In verantwoordelijke kringen alhier
commenteert men de verklaring van
Huil en wijst men er uitdrukkelijk op
dat Engeland het verlangen van de
Vereenigde Staten ten volle deelt n.l.
dat de status-quo van Nederlandsch-
Indië gehandhaafd blijve.
den aangeboden, te aanvaarden,
onder opmerking, dat de Regeering
van Nederlandsch-Indië in het on
derstelde geval, zoowel in feite als
rechtens in staat is het bestuur
over die gewesten in vollen omvang
te verzekeren en de orde aldaar
te handhaven.
'Bovenstaande afbeel
ding op de verpakking
garandeert de echte
Hudnut-producten.
Het minimum, dat zich de laatste da
gen over Scandinavië bevonden moet heb
ben, heeft thans zijn invloed op het weer
in onze omgeving geheel verloren. Over
het Iberisch schiereiland vormde zich een
nieuwe storing, die langzaam over de
Golf van Biscaye en Zuid-Frankrijk in
Noordoostelijke richting doordringt. On
der invloed hiervan liep in onze omgeving
de wind naar het Oosten om. Het gebied
van hoogen luchtdruk over Zuidoost-
Europa veranderde weinig in omvang en
beteekenis. Een weinig actieve depressie
deed de luchtdruk op de Azoren verder
afnemen.
Zonsopgang: 19 April 4.55 u.
Zonsondergang: 19 April 7.05 u.
Lantarens aan: 19 April tot 4.25 u.
’s m.; 19 April 7.34 u. nam.
Hoogwater te Scheveningen:
19 April v.m. 1130 u.; nam 12 u
Morgen geen schietoefeningen op het
strand.
en
Naar aanleiding van het gepubli
ceerde aangaande het onderhoud,
dat de Japansche minister van
Buitenlandsche Zaken, Arita, de
zer dagen met den Nederlandschen
gezant te Tokio heeft gehad, heeft,
naar het A.N.P. verneemt, de Ne
derlandsche Regeering aan de Ja
pansche Regeering doen weten,
dat zij niet voornemens is eenige
vreemde mogendheid te vragen, in
geval Nederland in Europa onver
hoopt in een oorlog mocht worden
gewikkeld, om bescherming van
Nederlandsch-Indië, noch derge
lijke bescherming, mocht zij wor-
sief verkeer tusschen Denemarken
de Noorsche kust. Afgaande op de
bere communique’s, geschiedt de
marsch in Noorwegen vanuit het rayon
Oslo, hetgeen de verbindingen in
aanmerking genomen ook logisch is.
Nu de verrassing niet meer bestaat
zetten de geallieerden uiteraard alles
op het spel om verdere transporten
zooveel mogelijk te beletten. Voor zoo
ver betreft de Westkust van Noorwe
gen behoort dat tot de taak van de ge
allieerde vloten voor den weg door
het Kattegat en het Skagerrak wer
den voor zoover de berichten dit
doen kennen tot nu toe alleen maar
luchtstrijdkrachten ingezet, welke ver
schillende malen successen tegen Duit
sche transportschepen wisten te beha
len. Zulks heeft echter niet kunnen
verhinderen, dat de Duitsche troepen
sterkte om Oslo ook gedurende de
laatste dagen nog steeds is toegeno
men. Of van het optreden van de
Noorsche troepen in het Zuiden onder
deze omstandigheden nog succes mag
worden verwacht is twijfelachtig.
deze wateren zoo groot zijn, dat de ge
allieerde vloten daardoor wellicht aan
ontoelaatbare verliezen zouden zijn
blootgesteld. Bij het begin van den
oorlog werd dan ook van geallieerde
zijde volstaan met het leggen van een
mijnenveld op de Westkust van Dene
marken, welk veld slechts een betrek
kelijk smalle couloir naar den Atlan-
tischen Oceaan openlaat. Geallieerde
zeestrijdkrachten, patrouilleerende bui
ten deze couloir, houden alzoo de con
trole van het verkeer naar het Skager
rak goeddeels in de hand.
Deze omstandigheden in aanmerking
nemende, is het verklaarbaar, dat men
er van Duitsche zijde in slaagde om,
ongehinderd van geallieerde zijde, troe
pen te Oslo en te Kristianstad aan
land te brengen. Practisch vielen leze
punten, alsmede de wegen daarheen,
buiten de geallieerde controle.
Minder begrijpelijk is echter dat de
Duitschers erin konden slagen ook
troepen aan land te brengen te Stavan
ger, Bergen, Trondheim en Narvik.
Om deze plaatsen te bereiken toch
moeten zeewegen worden afgelegd van
meerdere honderden kilometers' lengte,
wegen, welke geheel binnen het bereik
liggen van de geallieerde overmachtige
Temeer verwonde
ring baart zulks, daar toch nog nau-
dag tevoren geallieerde
zeestrijdkrachten in de betrokken zee
gebieden aanwezig moeten zijn geweest
wegens het leggen van de mijnenvelden
vóór de Noorsche kust.
De vraag of de geallieerde bewakings
dienst te slap is geweest, dan wel of
men aan geallieerde zijde de mogelijk
heid van zoodanige handelingen met
onder het oog heeft gezien, zal eerst
later opgelost kunnen worden. Voors
hands echter moet vastgesteld worden
dat het optreden gedurende de eerste
episode van deze operatie voor de ge
allieerden weinig succesvol was.
United Press meldt uit Washington:
De verklaring van Cordell Hull inzake
Nederlandsch-Indië wordt beschouwd
als de belangrijkste diplomatieke ver
klaring sedert de opzegging van het
Amerikaansche handelsverdrag met
Japan.
Uitgebreide reacties worden verwacht
vooral van de zijde der isolationisten,
die voortdurend critiek hebben uitge
oefend op de buitenlandsche politiek
van de regeering.
Senator King, die Hull’s verklaring
bijviel, zeide dat een aanval op Indië
een aanval zou zijn, „op het fatsoen en
de beschaving”. Hoe men het ook zou
keeren of wenden, het zou nimmer kun
nen worden beschouwd als ..uit vriend
schap of ter bescherming”.
Een andere ptem uit den Senaat be
schouwde Hull’s verklaring slechts als
een nadrukkelijke mededeeling, dat de
Vereenigde Staten het bestaansrecht -ter
kleine landen wenschen te beschermen.
Uw make-up mag nooit een strak masker zijn.
Gebruik daarom Hudnut Three Flowers Poeder,
die door haar microscopische fijnheid ieder foutje
der huid bedekt zonder in het minst afbreuk te
doen aan het natuurlijke karakter van Uw teint.
Deze natuurlijkheid in de moderne make-up is een
geraffineerd snufje, dat U met Three Flowers
bereikt. Wanneer als basis Three Flowers Vanishing
Crème wordt gebruikt, houdt de poeder uiterst
lang. Inderdaad de ideale combinatie voor een
verfijnde make-up
de Amerikaansche
de andere
eerbiediging
van Neder-
Van Duitsche zijde omvat deze.
a. het onmiddellijk in staat van u
genweer brengen van de Nnorsch ze,
gaten
b. het doordringen in het oinne!
land, teneinde zoo snel mogeliik al
verder Noorsch verzet te breken.
Bij de uitvoering van de taak ondi
a doet zich voor de Duitschers het na
deel gevoelen, dat zij behoudens de
aanwezige en wellicht nog bruikbart
Noorsche kustartillerie voorloopig
voor de verdediging van de kust slechts
over lichte en middelbare artillerie
kunnen beschikken.
De uitvoering van de taak, genoemd
onder b. vordert een voortdurend inten-
en I
so-
op-
het gebied van den Stillen Oceaan te
eerbiedigen.”
Een afschrift van de verklaring van
Cordell Hull zal aan het Japansche mi
nisterie van buitenlandsche zaken wor
den overhandigd bij wijze van hoffe
lijkheid en ter informatie.
Een antwoord op de
verklaring van Arita.
Aldus verklaarde de minister, wiens
betoog een antwoord was op de j.l.
Maandag afgelegde verklaring van den
Japanschen minister van buitenland
sche zaken, Arita, die uitdrukking gaf
aan de bezorgdheid van de Japansche
regeering over het behoud van den
status-quo in Nederlandsch-Indië.
De verklaring van Cordell Hull luidt
verder als volgt:
„Elke wijziging in den
van Nederlandsch-Indië
streeks de belangen van
raken.
Nederlandsch-Indië is
groote beteekenis voor
nationale verhoudingen in den ge-
heelen Stillen Oceaan en vormt
tevens een belangrijke factor in
den handel van de geheele wereld.
Ik baseer mijn verklaring op twee
belangrijke overeenkomsten, waarvan
de een vervat was in de nota’s, welke
in November 1908 zijn uitgewisseld tus
schen de Vereenigde Staten en Japan,
waarin elk der beide regeeringen ver
klaarde, dat haar politiek er op gericht
was den bestaanden status-quo in het
gebied van den Stillen Oceaan te
handhaven. De andere overeenkomst
was vervat in de nota’s, welke de Ver
eenigde Staten, Frankrijk, het Britsche
Rijk en Japan in Februari 1922 gezon
den hebben aan de Nederlandsche re
geering, en waarin elk dezer vier regee
ringen verklaarde vast besloten te zijn
de rechten van Nederland met betrek
king tot diens eilandenbezittingen in
8 u. 754
12 u. 754 m m. thermometer
In Tokio is tot dusverre geen of
ficieel commentaar te verkrijgen
betreffende de verklaring van
Huil, waarin
staatssecretaris
naties aandrong op
van den status quo
landsch-Oost-Indië. De woordvoer
der verklaarde heden: „Wij wen
schen Nederlandsch-Indië niet in
vreemde handen te zien vallen”.
Reuter meldt uit Washington:
De Vereenigde Staten hebben een
beroep gedaan op andere landen,
in het bijzonder op Japan, den
status-quo van Nederlandsch-Indië
te eerbiedigen, ongeacht wat er
gebeurt ten aanzien van Nederland.
Dit is gebleken uit een officieele
verklaring, welke Cordell Hull, de
Amerikaansche minister Van bui
tenlandsche zaken, gisteren heeft
af gelegd
„Een inmenging in de binnenland-
sche aangelegenheden van Neder-
landsch-Indië of eenige wijziging in
den status-quo van dezen Archipel op
een andere wijze dan langs vreedzamen
weg, zou schadelijk zijn voor de stabi
liteit, den vrede en de veiligheid, niet
slechts in de zóne van Nederlandsch-
Indië, maar in het geheele gebied van
den Stillen Oceaan.”
„De Nederlandsche minister van
Buitenlandsche Zaken heeft uit
drukking gegeven aan de waar
deer ing zijner Regeering voor de
Japansche houding ten aanzien
van Nederlandsch-Oost-Indië”.
De positie van de West.
Er is hier tevens groote belangstelling
voor het probleem wat er met Neder-
landsch Guyana en West-Indië zou ge
beuren indien Duitschland of de geal
lieerden na een event ueele bezetting
van Nederland de controle zouden krij
gen over de zes Nederlandsche Cari
bische eilanden, en Guyana, die allen
liggen binnen 1000 mijlen afstand van
het Panamakanaal.
Er wordt aan herinnerd, dat Roose
velt er op heeft gewezen, dat hij zich
op grond van de Monroeleer tegen bui
tenlandsche bezetting zou verzetten.
Men verwacht hier in welingelichte
kringen, dat deze aangelegenheid aan
een inter-Amerikaansche bespreking zal
worden onderworpen
Deskundigen zeggen, dat een derge
lijke bespreking beslist wordt voorge
schreven, door artikel 16 van de Pana-
ma-overeenkomst van October j.l. waar
in wordt gezegd, dat een consultatieve
bespreking dient te worden uitgeschre
ven met de haast die voor een bepaald
geval, noodig zal zijn, indien eenig deel
van Amerika onder de jurisdictie zou
kunnen komen te staan van niet-Ame-
rikaansche mogendheden en indien
daaruit gevaar zou kunnen ontstaan
voor de veiligheid van het Amerikaan
sche continent.
Het strategische belang van de Ne
derlandsche gebiedsdeelen omvat ten
eerste goede havens waar oorlogssche
pen zouden kunnen bunkeren voor zij
tot den aanval op handelsschepen zou
den overgaan, in de tweede plaats het
ter beschikking staan van vliegtuigba-
ses en ten derde de economische rijk
dom, de moderne olieraffinaderijen op
Aruba en Curacao, verder goud, suiker
en bauxiet.
Reeds in Februari hebben de Ver
eenigde Staten een blijk gegeven, van
hun besluit Nederlandsch-West-Indië
uit te sluiten van Europeesche bellige-
rente actie, door het zenden van twaalf
Amerikaansche oorlogsschepen naar de
Nederlandsche eilanden bij wijze van
vriendschapsbezoek.
„Wij hebben van onzen gezant
te ’s-Gravenhage, Itaro Ishii, een
rapport ontvangen van de vol
gende strekking
„De gezant, Ishii, heeft op 16 April
een bezoek gebracht aan den Ne
derlandschen minister van Buiten
landsche Zaken, van Kleffens, wien
hij een uiteenzetting gaf van de
houding der Japansche regeering
ten aanzien van de kwestie van
Nederla ndsch-Indië.
De Nederlandsche minister van
Buitenlandsche Zaken gaf uitdruk
king aan de waardeering der Ne
derlandsche Regeering voor de hou
ding der Japansche regeering en
verklaarde tezelfdertijd dat de Ne
derlandsche Regeering niet ge
streefd had naar, noch in de toe
komst zou streven naar de öescher-
ming van Nederlandsch-Indië door
welk land het ook zij, en dat de Ne
derlandsche Regeering vastbesloten
was om ieder aanbod van bescher
ming of interventie, van welken
aard dit ook zij, en komende van
weer 1
mede van de 1'
tweetal kruisers
.Blücher” -
kij gebracht
dend succes
heeft deze tegenstand niet kunnen'
hinderen, dat de Duitsche troepen zich
binnen zeer korten tijd van alle be
langrijke havens hebben kunnen meet
ter maken.
Inmiddels is de 2e periode. C_
voering van de landingsoperatie
gevangen.
Onze Defensie-medewerker schrijft:
In een reeds eenige maanden geleden
geschreven artikel mocht ik als mijn
meening doen kennen, dat, zoplang
Duitschland uit Scandinavië of uit Zuid-
Ocst-Europa in voldoende mate grond
stoffen kon betrekken, het voor dit land
slechts nadeelig kon zijn om het con
flict daarheen te verplaatsen. Reeds
toen voegde ik daaraan toe, dat, wan
neer op eenigerlei wijze stagnatie in
dezen aanvoer mocht komen, een op
treden in een van deze richtingen min
der onwaarschijnlijk moest worden ge
acht.
Inmiddels is het Finsche conflict in
ongunstigen zin voor de geallieerden ge
ëindigd. De reactie hiervan is in de be
trokken landen niet uitgebleven: in
Frankrijk zoowel als in Engeland kwa
men wijzigingen in de diverse regeerin
gen voor, waarbij de grondtoon van elke
verandering was: versterking van de
oorlogvoering.
Versterking van de oorlogvoering,
doch op welke wijze kan deze geschie
den?
Te land toch, noch in de lucht zijn de
geallieerden reeds nu in staat om
groote beslissingen militair af te dwin
gen, terwijl reeds meermalen mocht
ik dit aangeven door hen bovendien
niet over de operatieruimte wordt be
schikt om zoodariige beslissingen na te
streven. Als eenige mogelijkheid bleef
voor hen alzoo slechts open om te trach
ten een versterking van de blokkade te
verkrijgen. Als eerste uitvoering zien
wij een actie om een einde te maken
aan het vervoer, hetwelk door de Noor
sche territoriale wateren nog steeds in
veilige Duitsche havens werd gebracht.
Te dien einde werden in den nacht van
7 op 8 April mijnen gelegd op een drie
tal plaatsen in de Noorsche territoriale
wateren, met het gevolg, dat in den ver
volge alle in Noordelijke of Zuidelijke
richting langs de Noorsche kust plaats
hebbend scheepsverkeer op de betref
fende punten de territoriale wateren
zal moeten verlaten, teneinde aldus een
gemakkelijke prooi te worden van de op
de loer liggende geallieerde oorlogssche
pen.
De reactie hierop is van Duitsche zijde
niet uitgebleven.
In den nacht van 8 op 9 April stelt
de Duitsche regeering aan Denemarken
en Noorwegen den eisch om de betrok
ken landen onder Duitsche militaire ad
ministratie te brengen. Enkele uren la
ter overschrijden de Duitsche troepen d-
Deensch-Duitsche grens bij Jutland ter
wijl per schip Duitsche onderdeelen
aan land worden gezet o.m. te Kopen
hagen, Oslo, Bergen, Trondheim en
Narvik.
Verbijsterd vraagt de wereld zich
af, hoe zulks mogelijk is geweest.
Beschouwen wij hiertoe in het kort
de plaats gehad hebbende operaties.
Theoretisch kan eén landing slechts
geschieden, wanneer degene, die de
landing wil uitvoeren de
overmacht ter zee heeft.
Een transportvloot toch is gedurende
de verplaatsing en gedurende den tijd,
dat de troepen aan land worden ge
bracht uitermate kwetsbaar. Worden
vijandelijke oorlogsschepenen vlieg
tuigen niet op aanzienlijken afstand
gehouden, dan zullen zeer sterke ver
liezen niet uit kunnen blijven. Voorts
kan het eerste gedeelte troepen, dat
aan land wordt gebracht, relatief
slechts van geringe sterkte zijn. Wil
een landingsoperatie ook bij de door
voering succesvol zijn, dan is het
daarom absoluut noodzakelijk, dat de
verbinding met de basis van de opera
ties in dit geval de Duitsche Oost-
Zeekust blijvend in stand kan wor
den gehouden. Eerst dan kunnen de
Versterkingen alsmede aanvullingen van
materiaal, munitie en levensmiddelen
Worden aangevoerd, noodzakelijk om
het aanvankelijk verkregen succes uit
te breiden en blijvend te doen zijn.
Voor wat het eerste gedeelte betreft
het aan land brengen van het eerste
echelon is de Duitsche operatie een
Volledig succes geweest.
Weliswaar beheerschen de geallieer
de vloten de wereldzeeën, doch zulks
Wil niet zeggen, dat deze vloten op alle
Punten van deze zeeën blijvend hun
overmacht kunnen doen gevoelen.
Met name de groote toegangen naar
de Baltische zee, de betrekkelijk smalle
wateren, het Skagerrak en het Katte
gat zijn te dicht gelegen op de Duit
sche marinebases, dan dat de geallieer
de vloten daar blijvend met zwaar ma
terieel toezicht zouden kunnen uit
oefenen. Het gevaar toch uit de lucht
alsmede van onderzeebooten zou in
Doch bedriegen de teekenen niet, dan
zijn de geallieerden van zins om ook
met troepen de Noren te hulp te komen.
Zeer waarschijnlijk lijkt het, dat een
dezer dagen een aantal geallieerde di-
visiën op de Westkust van Noorwegen
zal worden gebracht. De geallieerde-
vlootaanval op Narvik, waarbij een
aantal Duitsche jagers door enkele
zware schepen tot zinken werd ge
bracht, kan hier de eerste episode van
vormen.
Zonder teveel een wissel op de toe
komst te willen trekken acht ik het
zeer waarschijnlijk, clat de geallieerden
bij eventueele landingspogingen, aan
vankelijk succes zullen hebben.
Of echter een geallieerde landing
uiteindelijk het succes zal kunnen op
leveren om de Duitsche troepen uit
Noorwegen te verdrijven blijft twijfel
achtig. Zulks toch kan alleen worden
verwacht wanneer de verbinding tus
schen Duitschland en Noorwegen blij
vend wordt verbroken.
(14 April 1940).
Bij de operatieën leverde Denemar
ken geen strijd, terwijl de tegenstand
van Noorwegen aanvankelijk -lechts
gering was. Zulks kan verklaard wei
den uit de omstandigheid dat de be
trekkelijke weermachten in de jaxen
voorafgaande aan den oorlog ernstig
waren verwaarloosd.
Denemarken toch kan weliswaar in
oorlogstijd een leger van pl.m. 100.000
man opstellen, doch de geoefendheid is
niet groot. TJet meerendeel der dienst
plichtigen toch maakte slechts een eer
ste oefeningstijd door van 6 maanden.
Voorts was de maferieele uitrusting on
voldoende. Wel werd in de laatste twee
jaar een bijzonder bedrag van 85.000.000
kronen besteed om de bewapening op
een beter peil te brengen, doch de tijd
heeft ontbroken om deze uitgave vol
doende rendabel te maken. Hoewel se
dert het uitbreken van den oorlog een
5-tal lichtingen (pl.m. 40.000) man on
der de wapenen was geroepen, terwijl
door de Deensche marine mijnenver
sperringen op de voornaamste toe
gangswegen waren gelegd, heeft de
Deensche regeering blijkbaar zoo wei
nig vertrouwen gekoesterd in de tracht
van de eigen verdediging, dat zij zich
zonder strijd aan de Duitsche eischen
heeft onderworpen.-
"Het Noorsche leger heeft in de jaren
voor het conflict evenzeer een tijd van
verwaaYloozing doorgemaakt. De lich-
tingsterkte van 12.500 man biedt wel
de mogelijkheid om in oorlogstijd een
leger van pl.m. 150.000 man te vor
men, doch de eerste oefeningstijd be
droeg slechts 84 dagen, terwijl jok de
stand van de bewapening te wenschen
overliet. Behalve enkele moderne ja
gers en duikbooten, beschikte de Noor
sche marine over eenige verouderde
groote schepen, terwijl de toegangen
naar de voornaamste havens door kust-
batterijen werden beschermd.
In tegenstelling tot Denemarken,
heeft Noorwegen aan den Duitschen
eisch niet toegegeven. Zeer nadeelig
doet zich bij de verdediging echter ge
voelen, dat de algemeene mobilisatie
eerst werd bevolen op het oogenblik,
dat de voornaamste steden de mo
bilisatiecentra zich reeds in Duit
sche hand bevonden. Gedurende de
eerste episode ondervonden de Duit
sche troepen dan ook slechts tegen
stand van de zich in staat van tegen-
bevindende kustbatterijen, als-
Noorsche marine. Een
-1 waaronder de
werden hierdoor tot zin-
I voorwaar geen onbedui-
voor de Noren. Overigens
ver-
alhier v.m.
I 9 gr. en 14 gr. Celsius.
Barometer na hedenmiddag
stationnair.