Ijstaarten LEGER EN MARINE FINANCIEELE KRONIEK TELEFOON HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 APRIL 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2. aan Versterking 2E VECHTEN OM EEN Scheveningsche klanken Richtingaanwijzers bij tramrijtuigen Nederlandsche studenten gaan oogsten De Surinaamsche begrooting voor 1940 DOE GEWOON-KOOPGEWGON en neem.... Vereeniging tot steun miliciens van de kas dringend noodig in RECLAMES. RECLAMES. volgende ont- den van CXXX. Honderdduizend radio-telefoon- bespreke, we De zeevisscherjj. er nog KEES DE KLINKER. Algemeene vergadering Christelijk- Democratische Unie Raad voor zelfstandig levensmiddelen- bedrijf. Uitgaven geraamd op twintig duizend gulden per maand uitgekeerd de vereeni- die-e onze tal.: MARNIXSTRAAT 18 TEL. 334010* Roomijs in chocolade ƒ1.* per stuk ’S-GRA VENH A AGSCHE IJSFABR (bacteriologische contr.) TELEF. 180225 - OOK ZONDAGS sterke mate ook op de obligatiemarkt j.. - ge_ de en gesprekken Binnen enkele dagen zal het zoover zijn, dat het 100.000ste radio-telefoon- gesprek, via de Nederlandsche radio zenders en ontvangers, wordt gevoerd. De P.T.T.-dienst zal van den aanvra ger van dit gesprek geen kosten heffen. dan èit ie de Klanke van 10 Februaeri blèikbaar toch óver-esloge, want daer wordt uiètgebreid in vermeld, oe met die visscherij toe gaet. 'n Volgpndi keir kom ik daer nog wel op brom! de sociale groot deel volk gebukt gaat. S. WOLDRINGH OVERLEDEN. ïn den ouderdom van 47 jaar is te den Helder plotseling overleden de kapitein luitenant ter zee S. Woldringh. sedert begin Maart commandant van het wacht schip „Willemsoord”. De begrafenis geschiedt Dinsdag a.s. om twee uur op de algemeene begraaf plaats te Rijswijk, 's Morgens tien uur wordt het stoffelijk overschot van het marine-hospitaal in den Helder met mi litaire eer uitgeleide gedaan tot aan de grens der gemeente hadden met van genomen, opzichte van (Van onzen financieelen medewerker). De beurs is op het oogenblik de wis pelturige registrator van psychologische reacties op elkaar vaak lijnrecht tegen sprekende sensationeele berichten en geruchten. Vandaar dat beursman noch buitenstaander er meer peil op kan of durft te trekken. De markt is zoo „dun” geworden, dat aanbod van of vraag naar enkele stukjes zelfs leidende fondsen bij punten tegelijk doet dalen of stijgen. Het is een soort angstpsychose, die de beurs onder dezen druk houdt. Vrees wordt geuit ten aanzien van de uiteindelijke positie der gealli eerden in dezen oorlog, ten aanzien van de naaste toekomst der kleine neutralen in Europa's stormhoek en sedert deze week ook ten aanzien van Ned.-Indië’s positie in het geval Nederland onver hoopt in den oorlog mocht worden mee gesleept. Bepaalde uitlatingen van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken met betrekking tot onzen Oost hebben namelijk in Nederland en in het buitenland een zekere ongerustheid ge schapen. die echter, naar mijn meening. niet den minsten grond heeft: de positie van Ned.-Indië is namelijk practisch ge waarborgd door het bestaande machts evenwicht in de Stille Zuidzee. Zulks neemt niet weg, dat Indische aandeelen de leiding hebben genomen in de koers daling. welke begin dezer week is inge zet en die lang niet malsch is geweest. Met name onze beursleiders Konink lijke. H.V.A. en Amsterdam Rubber heb ben zware koersverliezen geleden, ter wijl hetzelfde gezegd kan worden van verschillende andere Indische fondsen zooals Billiton. Vele dezer aandeelen zijn thans gedaald tot onder het peil, dat gold vóór de waardevermindering van den gulden. De reactie is zóó scherp ge weest. dat het gemiddelde koerspeil der Amsterdamsche beurs, dat op 8 April een recordhoogte voor 1940 vertoonde, in ruim een week tijds tot éen record- laagte voor dit en vermoedelijk ook voor het vorig jaar is gedaald. Uit de zeer geringe omzetten mag men ongetwijfeld Oak van enkelde lezers eb ik, in verband met de leste Klanke. weer blèike van instemming ekrege. Alles ken ik iet wéérgeve. daer eb ik glen plaesruièmte genog voor. Maar toch mot ik met enkelde woorde vermelde, wat 'n zekere klankelezer me schreef in ver band met onze beroemde kaeperkap- tèin Daniël Verbaen. die de lont in ’t kruièt stak. Kort wéér-egeve schrèift de man zoa ongeveer: ..as je van strang of langs ‘t zoagenaemde „Schuiètegat” de rich ting uiètgaet van de Wassenaersche belang in stelt, oe visscherij" èigelik wordt. De man zegt, dat ie de Klankê- n-altéid met belangstelling leest. Maar Nadere inlichtingen over de kolonisa tie door blanken gevraagd Aan het verslag van de Eerste Kamer over de Surinaamsche begroo ting voor 1940 is het leend Verscheidene leden voldoening kennis er dat de minister ten Suriname blijk geeft van een gema tigd optimisme. Het voornaamste probleem achtten zij de vraag, hoe de Inlandsche be volking tot voldoende activiteit kan worden geprikkeld. Het had hun in stemming, dat de minister in overleg met den gouverneur daartoe van de hulp van zending en missie gebruik wenschte te maken. Ook konden zij zich vereenigen met de wederopneming van de immigratie van Javanen. Zij verklaarden eenigszins gereser veerd te staan tegenover de zooge naamde blankenkolonisatie, al oordeel den zij het onjuist, een volstrekt sceptisch standpunt te dien aanzien in te nemen. Zij vertrouwden, dat de minister zoo spoedig mogelijk na het verschijnen van het rapport der commissie, waarvan professor Swel- lengrebel deel uitmaakt, dienaangaan de nadere inlichtingen zou willen verstrekken. Tenslotte spraken deze leden hun voldoening uit over de vestiging van een vliegveld op den Zandberg en over het in exploitatie brengen, door de Koninklijke Luchtvaartmaatschap pij van vaste lijnen met de omliggende gebiedsdeelen. Onder voorzitterschap van den heer M.C. Koning, werd dezer dagen te Amsterdam een vergadering gehouden van het hoofdbestuur der „Stamil”, waarin werd herdacht het overlijden van den oud-voorzitter, den luitenant- generaal b.d. H. F. C. baron van Omphal Mulert. Bij het algemeen secretariaat zijn sedert het begin der mobilisatie reeds circa 6000 aanvragen van gemobili- seerden ingekomen. Vergeleken bij de mobilisatie van 1914-1918 moest de huidige hulpactie op grooter schaal worden ingezet, ondanks de betere regelingen van overheidswege. Na de afkondiging eener nieuwe regeling voor de kostwinnersvergoeding, bij beschikking van den minister van Defensie, dd. 2 November 1939, bleef de categorie der ongehuwden de aan dacht der vereeniging vragen. Voor bedoelde groep is in het begin dezer maand de lang verbeide vergoeding afgekomen. Voor de gevallen, waarin de beide regelingen niet of niet voldoende voor zien, zijn de gemobiliseerden en hun gezinnen op de „Stamil” aangewezen. Het moeilijkst op te lossen zijn de gevallen, waarin de gemobiliseerden door hun oproeping in militairen dienst groote nadeelen in hun zaak of bedrijf ondervinden, vooral omdat vaak de eenige oplossing zou bestaan in het verleenen van zakenverlof, iets waarin de vereeniging geenerlei zeg genschap heeft. Moet financieele hulp verleend worden, dan geschiedt zulks in zoo- danigen vorm, dat de prikkel om be drijf of zaak met eigen kracht in stand te houden voor den betrokkene niet wordt weggenomen. Velen zien daartoe echter in het geheel geen kans en liquideeren hun onderneming. Het is dan ook te verwachten, dat de meeste hulp zal moeten worden geboden bij demobilisatie, gelijk zulks in 1918 het geval was. Er werd toen ruim 6 millioen gulden door tusschenkomst van ging. Blijkens het verslag penningmeester, den heer L. H. van ’t Sant, werd in 1939 aan recht- streeksche mobilisatiebijdragen en gewone contributies ruim 20.000 ont vangen, terwijl voorts voorloopig een zesde gedeelte der opbrengst van het algemeen steuncomité 1939 aan de „Stamil” ten goede kwam, bedragende rond 70.000. In de eerste maanden van 1940 werd gemiddeld 30.000 uit gekeerd, zoodat versterking der kas dringend gewenscht is, ook al zou men na de rijksregeling voor ongehuw den de uitgaven op 20.000 per maand ramen. Groentenconservenindustrie. De Staatscourant van gisteren bevat een ministerieele beschikking, waarbij wordt overgegaan tot algemeen verbin- dendverklarng van een ondernemers- overeenkomst voor de gröentenconser- venindustrie voor de periode van 20 April 1940 tot en met 19 April 1941. Hier ter stede is opgericht de ver eeniging „raad voor het zelfstandig levensmiddelenbedrijf” op welker sta tuten inmiddels reeds de Koninklijke goedkeuring is aangevraagd. Tot dezen raad zijn toegetreden de volgende organisaties: de federatieve bond van winkeliers- organisaties in het koloniale warenvak „Febowiko” te Amsterdam, de Neder landsche kruideniersbond „N.K.B.” te Rotterdam, de Nederlandsche R.K. kruideniersbond te Amsterdam, de Nederlandsche grossiersbond, alhier, de vereeniging „Centra” te Amers foort en de vereeniging van fabrikan ten en importeurs in het levensmidde lenbedrijf te Amsterdam. Tot voorzitter van den raad is gekozen mr. J. A. G. M. van Hellen- berg Hubar te Rijswijk en tot secre taris dr. E. J. Tobi, alhier. Dezer dagen heeft de eerste verga dering van den raad plaats gehad, in welke vergadering o.a. richtlijnen zijn uitgestippeld voor de verdere ac tie inzake prijshandhaving van merk artikelen. nooden, waaronder een van het Nederlandsche aflezen, dat de werkelijk geleden ver liezen niet bijzonder groot zijn geweest' doch de boekverliezen hebben zeer zeke’ groote afmetingen aangenomen en zulk! za. niet nalaten, op verschillende gebie den invloed uit te oefenen. Daar komt bij, dat de druk zich Vrijwillige arbeidsdiensten op het platteland. In verband met de door de mobi lisatie te verwachten moeilijkheden bij het oogsten, hebben eenige Utrecht- sche studenten het initiatief genomen om te komen tot een landelijke actie in de Nederlandsche studentenwereld in de hoop op deze wijze een corps van vrijwillige arbeidskrachten in het leven te roepen. De leden van dit corps zullen bestaan uit leden van de landelijke en plaatselijke studen- tenvereenigingen, die zich vrijwillig tegen kost en inwoning gedurende eenige weken ter beschikking stellen ter plaatsing op een landbouwbedrijf, teneinde mede te werken aan het binnenhalen van den oogst. De vrijwillige arbeidsdiensten zullen zich niet uitsluitend uitstrekken tot de mannelijke studenten. De vrouwelijke studenten kunnen zich zeer verdienste lijk maken bij den tuinbouw. Het ligt in de bedoeling, dat de mannelijke studenten een verbinding van drie weken aangaan, welke kan worden uitgebreid tot een maand of tot de •eheele vacantieperioAe. Toen eenmaal gebleken was, dat het plan bij verscheidene instanties een gunstig onthaal vond, hebben bespre kingen plaats gehad tusschen vertegen woordigers van alle universiteiten en hoogescholen in den lande. Van offi- cieele zijde waren bij deze conferentie aanwezig de heer de Goeij, voedsel- commissaris voor de provincie Utrecht en de heer van Hoffen, ambtenaar van het rijksbureau voor de voedsel voorziening. Op deze vergadering werd de „Nederlandsche studenten- oogstcommissie” landelijk geconstitu eerd. Als secretaris van de landelijke com missie zal optreden de heer M. Crans. van Wijkckskade 21 bis, Utrecht. maar ij stong <ak allerwege bekend as 'n man van z’n woord. Zoa-as je 'm zag, zoa was ie. Van omwege of sluwe berekeninge was ie iet gediend. Oak in al die jaere, dat ie in Pretoria weunde en dat zei al wel ’n jaer of twaelf, dürtien eweest ebbe eb ik noait in ienig gesprek 'n kwaed woord over de man oare verluie. Met elke gelegen-èid wiere z’n èigeschoppe juist altèid epreze. Al de tèid. dat ie in Afrika was. leefde-n-ie nog, zoaveul as dat nog kon. met de toestande-n-in Olland mee en vernaemelik met de visscherij— angelegen-eedes. As ’n kenmerkende bizonder-eid mag vooral ier nog wel vermeld worde, dat ie ’n trouwe lezer ebleke-n-is van de „Schev Klanke” Neen, de naegedachtenis van Arie van Gerrit den Dulke zei in Olland nog lang voortleve! Aane we de leste keir nog alle rede-n-om ons te beklaege-n-over ’t fèlt, dat onze plaes deur gien enkeld lid in de Raed verteugewoordigd wier, daer is non onverwachs 'n verandering in ekomrr/e. Binnekort kenne we onze vrind Wout van Jacob den Dulke in z’n funksie van Raeslid begroete. IJ wordt dan de opvolger van iemand, die nae Indië vertrekt, ’t Ooft dem iet vreemd te valle-n-om as Raeslid op te treeje, want jaere-n-eleeje èit ie dat werk al ’n tèidlang bij de and aad. Komme der non weer speciaele Schevelingsche belange en belangeties an de orde, dan zit er teminste weer ’n man, die van al de plaeselike toestan- de uiètstekend op de oagte-n-is. We kenne teminste non gelukkig weer zegge, dat er ’n Schevelinger in de Raed zit. Zoa benne we weer ’n stapje vorder ekomme en met vertrouwe ziene we z’n optreeje in de Raed te gemoet. Nae 't ziele-n-antal erekend. zou onze plaes èigelik ’t volste recht eb- be-n-op vier of vèif Raedzetels. Daer- om al kenne we dankbaer weze voor dat iene Raeslid. der ken moeielik ezèid worde, datte we voldaen benne. Der zei toch ewerkt motte worde-n-in de richting van ’n paer Schevelingsche Raesleeje derbij. 't Duurt nog jaere-n- eir der weer Raesverkiezing is. Maar met de verschillende kiesverieniginge zei alles op „aère-n-en snaere” ezet motte worde, cyn verstarking van 't Schevelingsche element in de Raed ge- daen te krèige. En dan vooral iet wachte tot ’t leste oagenblik neen, die zaek mot bijtèis nae vore-n-ebrocht worde. Der ken buiète-n-onze plaes an gien mensch 'n verwèit ericht worde. Azze we vinne, datte de rechte van onze plaes in de verdrukking komme. dan lèit ’t an de Schevelingers zélf, om voor der belange-n-öp te komme. 't Dee me plezier, dat ons nieuwe Raeslid der al persoonlik blèik van egeve-n-eb. dat ie ’t ten opzichte van die naemsveranderinge van zekere straete. volkome met me iens was. Er lagen gisteren 9 stoomtrawlers en eenige loggers klaar te IJmipden, om naar zee te gaan. Vanwege het stormachtige weer zijn ze alle binnen gebleven, op den stoomtrawler „Delft” IJm. 17 na, welke is uitgeva ren. Er was gisteren geen enkele stoomtrawler aan den afslag te IJmuiden. Uitoefenen der tandheelkunde door practiseerende medici Op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Bijlsma aan de ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Sociale Zaken, betreffende het feit dat algemeen prac tiseerende medici tevens de tandheel kunde uitoefenen, en dat zij zich met name bezig houden met het vervaar digen van kunstgebitten, hebben de ministers geantwoord: De bedoelde praktijk algemeen niet bevorderlijk fondsen als U.S. en Bethlehem Steel. Men aarzelt daar dus geenszins, niet slechts om de kapitaalvlucht te beletten (van kapitaalvlucht is in Engeland reeds lang niet meer sprake), doch om tot een nagenoeg algeheele mobiliseering van in het buitenland gehouden kapitaal te geraken. Wij zitten thans midden in de periode van jaarverslagen en over het algemeen mag men over de positie van ons be drijfsleven. zooals deze hierin tot uiting komt, niet ontevreden zijn. Slechts ziet men alom naast een gestegen of op peil gebleven exploitatiewinst een verlies op effectenbezit alsmede een streven tot sterke reserveering. Zulks komt bijv, tot uiting in het verslag der Incasso- Bank. waar de brutowinst slechts wei nig lager was. doch een afschrijving van 1.115.000 tegen vorig jaar ƒ400.000 noodzakelijk is gebleken. De Nederland sche Kabelfabriek heeft bij een aanzien lijk grootere winst het dividend op 25 pCt. gehandhaafd, ofschoon over een met 2 millioen vergroot kapitaal. De Gist- en Spiritus handhaaft haar divi dend op 15 pCt Minder gunstig was het verslag der Tabakmij. Arendsburg. die o haar tabaksoogst 1938 een vrij groot verlies moest boeken. De gunstige resul- L taten der in Indië en tot dusver in Am sterdam gehouden Sumatra-veilinsen doen echter verwachten, dat dit verlies spoedig zal zijn ingehaald. Vrijdagavond werd in hotel „Noord Brabant” te Utrecht, een aanvang ge maakt met het tweedaagsch congres van de Christelijk-democratische unie. Na de opening op de gebruikelijke wijze sprak de voorzitter, de heer R. van der Brug, het openingswoord. Met diep leedwezen en ontroering constateerde spr. hoe alle arbeid van vredesorganisaties op alle gebied schijnbaar zonder resultaat is geble ven. Toch meent spr. te mogen con- stateeren, dat de vredesarbeid niet geheel vergeefsch is geweest, in bijna alle landen is de gezindheid tegenover den oorlog thans een andere dan ~in 1914. Ondanks alle teleurstellingen zei spr., is er voor de C.D.U. alle reden om met haar getuigenis voor een an deren, een meer Christelijken maat- schappijvorm, voort te gaan. Ook in stormgetij is de beweging onverzwakt gebleven. Het reeds groote aantal af- deelingen groeit nog regelmatig. De C.D.U. wil naar vermogen krachtig medewerken om ons volk vrij te houden van alle vreemde en de volksvrijheden bedreigende invloe den. Om met vrucht in deze richting werkzaam te kunnen zijn, is de C.D.U. evenwel van oordeel, dat ook en vooral in dezen tijd, krachtig moet worden gestreefd naar leniging van straet, dan splist die straet z’n èige in twie-e. En ’t èigenaerdige van ’t geval is, datte-n-’t dus twie straete worde, maar datte ze allebei toch dezelfde naem blèive drege. Alderlei ongemakke benne der al uièt voort-ekomme met mensche, die-e ter plaese niet bekend wazze”. En non stelt die man vóór, om de iene straet, die van strang óf recht op de Würfstraet anloapt, de naem te geve van „Daniël Verbaenstraet”. Vooral oak omdat ’t geval wul, dat de bewuste Da niel Verbaen altèid op ’t ookje van die zelfde straet eweund eb. ’t Is dus 'n straet waer in zekere zin oak de geschiedenis van dat kaeper- schipp al an verbonne-n-is. En as 't dan tóch al noadig was om an die straet ’n aare naem te geve, welke betere naem as „Daniël Verbaenstraet” zou der dan nog te verzinne weze? Azze de autoritei- te van de Gemiente daèr toe konne be- sluiète, geloaf dan maar zeker, datte ze dan op de instemming van èil Scheve- ling rekene kozze! ’t Zou iet te doen weze-n-om al de overlijdensgevalle te over ’t algemien de andacht op plaes trekke. Maar toch benne der al tèid nog enkelde, die-e we moeielik pas- seere kenne zonder der ’n wooretje an te u ije. Zoa benne der de leste daege twie bekende Schevelingers overlede. 't Eir- ste geval, dat ik noeme wou, is 't over- lije van de algemien bekende kapper G. de Lugt, in den ouderdom van bijnae 82 jaer. De Lugt was èigelik gien Sche velinger van oorsprong. Met z’n 15-de jaer kwam die p ons dürp. De man èit z’n èige-n-altèid op ’n bizondere menier onderscheie. Met art en ziel was ie de Christelike Beginsele toe- edaen. En dat iet allien, want dat ken wel van meir mensche-n-ezèid worde. Maar de menier waerop ie z’n èile leve lang bezig eweest is om die be- ginsele-n-in praktèik te brenge en met aare mensch-n-ingang te doen vinne, daer blonk ie in uièt. Kerk, zending, drankbestrèiding, anwakkere van Ko- ningsgezindèid dag an dag was ie dervoor in de weer. Waer die z'n èige voorspande, dat dee die uièt volle over- tuièging en dat dee die goed. En wat ’t moaiste nog was, ij dee dat zonder ienig èigebelang! Der zelle-n-èil wat Schevelingers en niet-Schevelingers weze. die onze de Lugt iet gaauw ver- gete zelle. En dan nog ’n aare Schevelinger. Arie den Duik, de oudste zeun van de vroogere alom-bekende firmae Gerrit den Duik van de Weststraet, is deuzer daege op 77-jaerige leeftèid in Zuièd- Afrika overlede. Wie van de ouwere-n- onder ons èit m let ekend, toe die in- dertèid. groate rèiderij eu aèring-ex portzaeke dreef? Iet allien was ie as rèider en vooral as koapman in groat anzien, is in het voor een behoorlijke tandheelkundige verzor ging. Zij strookt niet met de belangen van tandartsen. Vanwege het staats toezicht op de volksgezondheid is deze aangelegenheid reeds ten vorigen jare aanhangig gemaakt bij de Nederland sche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst, die er bereids aandacht aan heeft geschonken. In de verwachting, dat van die zijde nog nadere aandacht aan het euvel zal worden besteed, achten de minis ters voorshands geen termen aanwezig om wettelijke maatregelen in overwe ging te nemen. De Wateler-vredesprijs wordt niet toegekend. Naar wij vernemen zal de Wateler- vredesprijs in 1940 niet worden toe gekend. Zoa blèift er wéinig plaes meir over, om nog veul van visscherijtoe- stande te vermelde. Veul ken der oak èigelik iet van ezèid worde. Wat de aèringvisscherij anbelangt, zelle maar óf motte wachte dt dinge die komme. In normaele tije gaet alles wat visscherij betreft, tóch al „op oop van zegen”. Maar in de tèid, die we teuge- woordig beleve, komt dat spreekwoord wel dubbeld tot z’n recht. lederien weet, wat er sins de leste Klanke van Denemarke en Noor- wege-n-eworde-n-is. We kenne dus voorloapig op gien Noorsche sloe-aèring meir rekene. En wat de vischvoorzie- ning van orjs land betreft der komt gien Deensche visch meir over de grens en de Deensche scheepies zelle voor- overgenomen. In deze lijst bevinden zich loapig ier iet meir komme marte. We zelle dus èilemael op de Ollansche anvoere anneweze worde. Enkelde motorloggers, die voor de Trawlvisseherij vaere, maeke moaie besomminge. Der benne der bij van óver de drie duièzend gelde. Dat is nog noait of maar uièterst zelde vóór- ekomme Der worde deur die scheepe bar veul tonge-n-an de mart ebrocht Oak de snurrevaadvisscher (de SCH 69) is van z’n eirste reisje binne- n-ekomme met 'n besomming van 1400 guide. Waerlik gienslecht resultaet. De réis mot over 't algemien nogal nae wensch verloape weze ’t Is 'n soort visscherij, die veul voor de toe komst belooft. Op 't leste oagenblik komt er ’n brief binne van ’n lezer, die der die Snorrevaad wel uièt-oefen'i Niet noodig geacht Waarom zijn de trams ook niet voorzien van richtingaanwijzers? Dat is een vraag, die telkens weer van de zijde der automobilisten wordt gesteld en die een op het eerste ge zicht gerechtigd verwijt aan de tram- directies inhoudt. De Nederlandsche vereeniging voor tramweg- en auto- transportdiensten heeft thans een rapport over deze aangelegenheid doen verschijnen, dat is opgesteld door een commissie, bestaande uit vertegen woordigers van de stadstramwegen van de residentie, Rotterdam, Amster dam en Arnhem. Uit het ingestelde onderzoek is ge bleken, dat in de jaren 1935 tot 1939 in de zes voornaamste steden van ons land het percentage van het aantal botsingen, waarbij trams waren be trokken, niet meer dan 3,6 heeft bedragen van het totaal aantal bot singen. Van meer belang nog is het aantal botsingen op plaatsen waar de tram van den rechten weg afbuigt. Dit percentage was gemiddeld niet meer dan 0,1 pCt. Wanneer men zich goed rekenschap geeft van de verschillende mogelijke oorzaken van deze botsingen, dan komt de commissie tot de conclusie, dat het effect van het aanbrengen van richtingaanwijzers aan de tramwagens practisch te verwaarloozen is en zeker niet een rechtvaardiging zou kunnen zijn voor het doen van onevenredig hooge uitgaven, die aan het voorzien van alle tramrijtuigen van eenvoudige richtingaanwijzers zijn verbonden. Tenslotte wordt er nog op ge wezen, dat de tramwegbedrijven er voortdurend voor waken, op die pun ten, waar de loop der tramwagens inderdaad voor het overige verkeer bijzondere moeilijkheden zou kunnen opleveren, tramseinen ter beveiliging aan te brengen. in den ruimsten zin des woords doet voelen. Hier wreekt zich terdege slappe onoverzichtelijke leenings- financieele politiek onzer Regeering Deze had er mede toe geleid, dat eeti zeer groot deel van de obligaties der leening l!H0 II in harden was gekomen van bezitters, die zich dit bezit eigenlijk moeilijk konden veroorloven en zich derhalve geleidelijk ervan wenschten te ontdoen. Waar de Regeering niet ge neigd bleek, minimumkoersen in te voe ren of de markt in sterke mate te steu nen en er dus practisch geen bodem in deze markt zat, kon het geschieden, dat reeds enkele maanden na de uitgifte de semi-gedwongen leening een disagio van liefst 9 pCt. vertoonde, een direct rendement opleverend van circa 43/4 pCt. Het is begrijpelijk, dat hierdoor de andere staatsfondsen, provinviale en ge- meenteleeningen. en de pandbriefmarkt werden meegesleept. De kortstondige periode van geldruimte, in het leven ge roepen door de herwaardeering van het goud, heeft de Regeering volkomen on benut laten voorbijgaan en tenzij thans krachtig wordt opgetreden, is het te voorzien, dat een periode van toenemen de geld- en kapitaalschaarste, dus van dalende koersen van rente-dragende fondsen voor de deur staat. Wij moeten op deze situatie het volle licht laten schijnen, teneinde publieke opinie en Regeering wakker te roepen. De kapitaalrente vertoont ’n sterke nei ging tot aantrekken. De geldrente is reeds aanzienlijk gestegen, zoowel voor prolongatie, als voor parrticulier disconto en callgeld. Een ietwat verdere stijging van het marktdisconto zal een verhoo- ging van het officieel disconto der Nederlandsche Bank tot 31^ pCt. of 4 pCt. noodig maken. En indien niets ge schiedt, om aan deze voor Nederland zoo betreurenswaardige ontwikkatoig hinderpalen in den weg te leggen, zal dit duurder worden van het geld inder daad verder voortgang vinden, tot ern stig nadeel van staatsfinancieën en be drijfsleven en vooral ook van de finan cieele positie van onze groote staats- fondsenbezittende organen. Het zal daarom noodig zijn, aan die ontwikkeling den voet dwars te zetten, allereerst door het invoeren van mini mumkoersen en van een krachtigen officieelen steun aan de staatsfondsen- markt. Hiermede wordt echter de wortel van het kwaad slechts ten deele aan getast. Er is weer kapitaalvlucht aan den gang. Nederlanders, die met bral lende woorden hun vaderlandsliefde uit bazuinen. openen rekeningen in New York en ondermijnen hierdoor ons staatscrediet en de verdedigingskracAt V^ons' land. In het vorig overaral werd reeds de verwachting eener groote goudafvloeiïng uitgesproken. Inderdaad is deze geschied en in nog grooter om vang dan men had vermoed: ƒ40 mil lioen aan goud zijn door de Nederland sche Bank aan het Egalisatiefonds afge staan. Wij Weten niet, of al dit goud of wellicht zelfs nog meer (n.l. mede uit het door de herwaaraeering toegenomen bezit van het Egalisatiefonds) naar New York is af gevloeid, doch zeker is, dat dag in dag uit dit Fonds onzen gulden door zware dollarverkoopen moet steu nen. Hieraan dient een einde te komen. Er is niet de minste reden, om die kapitaalvlucht den vrijen loop te laten. Waar ons geheele economische leven reeds in zoo nauwe banden is gebonden, is het dwaasheid, een volkomen vrije valuta te handhaven, die in tijden als deze onze levenssappen uitzuigt. Het handhaven van een vrijen gulden is, ik zeide zulks reeds vroeger, een over bodige en wel zeer dure weelde, die wij ons niet langer mogen veroorloven. Kapitaalvlucht en gouduitvoer moeten ophouden en valutaréstricties moeten worden ingevoerd, opdat ons kapitaal uitsluitend worde geleid daarheen waar het ’t meest noodig 1st staatskas en eigen bedrijfsleven. Indien hier heilige huisjes zijn, dan is het nu tijd, deze af te breken. Want zoo gaat het waarlijk nipt langer 1 Het heeft weinig zin. om zich telkens aan anderen te spiegelen. Tenslotte heeft elk land zijn eigen speciale vraag stukken. die op speciale wijze dienen te worden opgelost. Niettemin mogen wij wel eens weer bij Engeland om den hoek gluren, waar de Regeering niet geschroomd heeft-, dezer dagen een tweede groote lijst van Amerikaansche fondsen te publiceeren. die door haar van Engelsche houders zullen worden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14