Ijstaarten
LEGER EN MARINE
FINANCIEELE KRONIEK
TELEFOON
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 APRIL 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2.
aan
Versterking
2E VECHTEN OM EEN
Scheveningsche klanken
Richtingaanwijzers bij tramrijtuigen
Nederlandsche studenten gaan
oogsten
De Surinaamsche begrooting
voor 1940
DOE GEWOON-KOOPGEWGON
en neem....
Vereeniging tot steun
miliciens
van de kas dringend
noodig
in
RECLAMES.
RECLAMES.
volgende ont-
den
van
CXXX.
Honderdduizend radio-telefoon-
bespreke,
we
De zeevisscherjj.
er nog
KEES DE KLINKER.
Algemeene vergadering Christelijk-
Democratische Unie
Raad voor zelfstandig levensmiddelen-
bedrijf.
Uitgaven geraamd op twintig
duizend gulden per maand
uitgekeerd
de vereeni-
die-e
onze
tal.: MARNIXSTRAAT 18 TEL. 334010*
Roomijs in chocolade ƒ1.* per stuk
’S-GRA VENH A AGSCHE IJSFABR
(bacteriologische contr.)
TELEF. 180225 - OOK ZONDAGS
sterke mate ook op de obligatiemarkt
j.. - ge_
de
en
gesprekken
Binnen enkele dagen zal het zoover
zijn, dat het 100.000ste radio-telefoon-
gesprek, via de Nederlandsche radio
zenders en ontvangers, wordt gevoerd.
De P.T.T.-dienst zal van den aanvra
ger van dit gesprek geen kosten heffen.
dan èit ie de Klanke van 10 Februaeri
blèikbaar toch óver-esloge, want daer
wordt uiètgebreid in vermeld, oe
met die visscherij toe gaet. 'n Volgpndi
keir kom ik daer nog wel op brom!
de sociale
groot deel
volk gebukt gaat.
S. WOLDRINGH OVERLEDEN.
ïn den ouderdom van 47 jaar is te den
Helder plotseling overleden de kapitein
luitenant ter zee S. Woldringh. sedert
begin Maart commandant van het wacht
schip „Willemsoord”.
De begrafenis geschiedt Dinsdag a.s.
om twee uur op de algemeene begraaf
plaats te Rijswijk, 's Morgens tien uur
wordt het stoffelijk overschot van het
marine-hospitaal in den Helder met mi
litaire eer uitgeleide gedaan tot aan de
grens der gemeente
hadden met
van genomen,
opzichte van
(Van onzen financieelen medewerker).
De beurs is op het oogenblik de wis
pelturige registrator van psychologische
reacties op elkaar vaak lijnrecht tegen
sprekende sensationeele berichten en
geruchten. Vandaar dat beursman noch
buitenstaander er meer peil op kan of
durft te trekken. De markt is zoo „dun”
geworden, dat aanbod van of vraag naar
enkele stukjes zelfs leidende fondsen
bij punten tegelijk doet dalen of stijgen.
Het is een soort angstpsychose,
die de beurs onder dezen druk
houdt. Vrees wordt geuit ten aanzien
van de uiteindelijke positie der gealli
eerden in dezen oorlog, ten aanzien van
de naaste toekomst der kleine neutralen
in Europa's stormhoek en sedert deze
week ook ten aanzien van Ned.-Indië’s
positie in het geval Nederland onver
hoopt in den oorlog mocht worden mee
gesleept. Bepaalde uitlatingen van den
Japanschen minister van buitenlandsche
zaken met betrekking tot onzen Oost
hebben namelijk in Nederland en in het
buitenland een zekere ongerustheid ge
schapen. die echter, naar mijn meening.
niet den minsten grond heeft: de positie
van Ned.-Indië is namelijk practisch ge
waarborgd door het bestaande machts
evenwicht in de Stille Zuidzee. Zulks
neemt niet weg, dat Indische aandeelen
de leiding hebben genomen in de koers
daling. welke begin dezer week is inge
zet en die lang niet malsch is geweest.
Met name onze beursleiders Konink
lijke. H.V.A. en Amsterdam Rubber heb
ben zware koersverliezen geleden, ter
wijl hetzelfde gezegd kan worden van
verschillende andere Indische fondsen
zooals Billiton. Vele dezer aandeelen zijn
thans gedaald tot onder het peil, dat
gold vóór de waardevermindering van
den gulden. De reactie is zóó scherp ge
weest. dat het gemiddelde koerspeil der
Amsterdamsche beurs, dat op 8 April
een recordhoogte voor 1940 vertoonde,
in ruim een week tijds tot éen record-
laagte voor dit en vermoedelijk ook voor
het vorig jaar is gedaald. Uit de zeer
geringe omzetten mag men ongetwijfeld
Oak van enkelde lezers eb ik, in
verband met de leste Klanke. weer
blèike van instemming ekrege. Alles
ken ik iet wéérgeve. daer eb ik glen
plaesruièmte genog voor. Maar toch mot
ik met enkelde woorde vermelde, wat 'n
zekere klankelezer me schreef in ver
band met onze beroemde kaeperkap-
tèin Daniël Verbaen. die de lont in ’t
kruièt stak.
Kort wéér-egeve schrèift de man
zoa ongeveer: ..as je van strang of langs
‘t zoagenaemde „Schuiètegat” de rich
ting uiètgaet van de Wassenaersche
belang in stelt, oe
visscherij" èigelik
wordt. De man zegt, dat ie de Klankê-
n-altéid met belangstelling leest. Maar
Nadere inlichtingen over de kolonisa
tie door blanken gevraagd
Aan het verslag van de Eerste
Kamer over de Surinaamsche begroo
ting voor 1940 is het
leend
Verscheidene leden
voldoening kennis er
dat de minister ten
Suriname blijk geeft van een gema
tigd optimisme.
Het voornaamste probleem achtten
zij de vraag, hoe de Inlandsche be
volking tot voldoende activiteit kan
worden geprikkeld. Het had hun in
stemming, dat de minister in overleg
met den gouverneur daartoe van de
hulp van zending en missie gebruik
wenschte te maken.
Ook konden zij zich vereenigen met
de wederopneming van de immigratie
van Javanen.
Zij verklaarden eenigszins gereser
veerd te staan tegenover de zooge
naamde blankenkolonisatie, al oordeel
den zij het onjuist, een volstrekt
sceptisch standpunt te dien aanzien
in te nemen. Zij vertrouwden, dat
de minister zoo spoedig mogelijk na
het verschijnen van het rapport der
commissie, waarvan professor Swel-
lengrebel deel uitmaakt, dienaangaan
de nadere inlichtingen zou willen
verstrekken.
Tenslotte spraken deze leden hun
voldoening uit over de vestiging van
een vliegveld op den Zandberg en
over het in exploitatie brengen, door
de Koninklijke Luchtvaartmaatschap
pij van vaste lijnen met de omliggende
gebiedsdeelen.
Onder voorzitterschap van den heer
M.C. Koning, werd dezer dagen te
Amsterdam een vergadering gehouden
van het hoofdbestuur der „Stamil”,
waarin werd herdacht het overlijden
van den oud-voorzitter, den luitenant-
generaal b.d. H. F. C. baron van
Omphal Mulert.
Bij het algemeen secretariaat zijn
sedert het begin der mobilisatie reeds
circa 6000 aanvragen van gemobili-
seerden ingekomen. Vergeleken bij de
mobilisatie van 1914-1918 moest de
huidige hulpactie op grooter schaal
worden ingezet, ondanks de betere
regelingen van overheidswege. Na de
afkondiging eener nieuwe regeling
voor de kostwinnersvergoeding, bij
beschikking van den minister van
Defensie, dd. 2 November 1939, bleef
de categorie der ongehuwden de aan
dacht der vereeniging vragen. Voor
bedoelde groep is in het begin dezer
maand de lang verbeide vergoeding
afgekomen.
Voor de gevallen, waarin de beide
regelingen niet of niet voldoende voor
zien, zijn de gemobiliseerden en hun
gezinnen op de „Stamil” aangewezen.
Het moeilijkst op te lossen zijn de
gevallen, waarin de gemobiliseerden
door hun oproeping in militairen
dienst groote nadeelen in hun zaak
of bedrijf ondervinden, vooral omdat
vaak de eenige oplossing zou bestaan
in het verleenen van zakenverlof, iets
waarin de vereeniging geenerlei zeg
genschap heeft.
Moet financieele hulp verleend
worden, dan geschiedt zulks in zoo-
danigen vorm, dat de prikkel om be
drijf of zaak met eigen kracht in
stand te houden voor den betrokkene
niet wordt weggenomen. Velen zien
daartoe echter in het geheel geen
kans en liquideeren hun onderneming.
Het is dan ook te verwachten, dat
de meeste hulp zal moeten worden
geboden bij demobilisatie, gelijk zulks
in 1918 het geval was. Er werd toen
ruim 6 millioen gulden
door tusschenkomst van
ging.
Blijkens het verslag
penningmeester, den heer L. H. van
’t Sant, werd in 1939 aan recht-
streeksche mobilisatiebijdragen en
gewone contributies ruim 20.000 ont
vangen, terwijl voorts voorloopig een
zesde gedeelte der opbrengst van het
algemeen steuncomité 1939 aan de
„Stamil” ten goede kwam, bedragende
rond 70.000. In de eerste maanden
van 1940 werd gemiddeld 30.000 uit
gekeerd, zoodat versterking der kas
dringend gewenscht is, ook al zou men
na de rijksregeling voor ongehuw
den de uitgaven op 20.000 per
maand ramen.
Groentenconservenindustrie.
De Staatscourant van gisteren bevat
een ministerieele beschikking, waarbij
wordt overgegaan tot algemeen verbin-
dendverklarng van een ondernemers-
overeenkomst voor de gröentenconser-
venindustrie voor de periode van 20
April 1940 tot en met 19 April 1941.
Hier ter stede is opgericht de ver
eeniging „raad voor het zelfstandig
levensmiddelenbedrijf” op welker sta
tuten inmiddels reeds de Koninklijke
goedkeuring is aangevraagd.
Tot dezen raad zijn toegetreden de
volgende organisaties:
de federatieve bond van winkeliers-
organisaties in het koloniale warenvak
„Febowiko” te Amsterdam, de Neder
landsche kruideniersbond „N.K.B.”
te Rotterdam, de Nederlandsche R.K.
kruideniersbond te Amsterdam, de
Nederlandsche grossiersbond, alhier,
de vereeniging „Centra” te Amers
foort en de vereeniging van fabrikan
ten en importeurs in het levensmidde
lenbedrijf te Amsterdam.
Tot voorzitter van den raad is
gekozen mr. J. A. G. M. van Hellen-
berg Hubar te Rijswijk en tot secre
taris dr. E. J. Tobi, alhier.
Dezer dagen heeft de eerste verga
dering van den raad plaats gehad,
in welke vergadering o.a. richtlijnen
zijn uitgestippeld voor de verdere ac
tie inzake prijshandhaving van merk
artikelen.
nooden, waaronder een
van het Nederlandsche
aflezen, dat de werkelijk geleden ver
liezen niet bijzonder groot zijn geweest'
doch de boekverliezen hebben zeer zeke’
groote afmetingen aangenomen en zulk!
za. niet nalaten, op verschillende gebie
den invloed uit te oefenen.
Daar komt bij, dat de druk zich
Vrijwillige arbeidsdiensten op het
platteland.
In verband met de door de mobi
lisatie te verwachten moeilijkheden
bij het oogsten, hebben eenige Utrecht-
sche studenten het initiatief genomen
om te komen tot een landelijke actie
in de Nederlandsche studentenwereld
in de hoop op deze wijze een corps
van vrijwillige arbeidskrachten in het
leven te roepen. De leden van dit
corps zullen bestaan uit leden van
de landelijke en plaatselijke studen-
tenvereenigingen, die zich vrijwillig
tegen kost en inwoning gedurende
eenige weken ter beschikking stellen
ter plaatsing op een landbouwbedrijf,
teneinde mede te werken aan het
binnenhalen van den oogst.
De vrijwillige arbeidsdiensten zullen
zich niet uitsluitend uitstrekken tot de
mannelijke studenten. De vrouwelijke
studenten kunnen zich zeer verdienste
lijk maken bij den tuinbouw. Het ligt
in de bedoeling, dat de mannelijke
studenten een verbinding van drie
weken aangaan, welke kan worden
uitgebreid tot een maand of tot de
•eheele vacantieperioAe.
Toen eenmaal gebleken was, dat het
plan bij verscheidene instanties een
gunstig onthaal vond, hebben bespre
kingen plaats gehad tusschen vertegen
woordigers van alle universiteiten en
hoogescholen in den lande. Van offi-
cieele zijde waren bij deze conferentie
aanwezig de heer de Goeij, voedsel-
commissaris voor de provincie Utrecht
en de heer van Hoffen, ambtenaar
van het rijksbureau voor de voedsel
voorziening. Op deze vergadering
werd de „Nederlandsche studenten-
oogstcommissie” landelijk geconstitu
eerd.
Als secretaris van de landelijke com
missie zal optreden de heer M. Crans.
van Wijkckskade 21 bis, Utrecht.
maar ij stong <ak allerwege bekend
as 'n man van z’n woord. Zoa-as je 'm
zag, zoa was ie. Van omwege of sluwe
berekeninge was ie iet gediend. Oak
in al die jaere, dat ie in Pretoria
weunde en dat zei al wel ’n jaer of
twaelf, dürtien eweest ebbe eb ik
noait in ienig gesprek 'n kwaed woord
over de man oare verluie. Met elke
gelegen-èid wiere z’n èigeschoppe juist
altèid epreze.
Al de tèid. dat ie in Afrika was.
leefde-n-ie nog, zoaveul as dat nog
kon. met de toestande-n-in Olland mee
en vernaemelik met de visscherij—
angelegen-eedes. As ’n kenmerkende
bizonder-eid mag vooral ier nog wel
vermeld worde, dat ie ’n trouwe lezer
ebleke-n-is van de „Schev Klanke”
Neen, de naegedachtenis van Arie van
Gerrit den Dulke zei in Olland nog
lang voortleve!
Aane we de leste keir nog alle
rede-n-om ons te beklaege-n-over ’t
fèlt, dat onze plaes deur gien enkeld
lid in de Raed verteugewoordigd wier,
daer is non onverwachs 'n verandering
in ekomrr/e. Binnekort kenne we onze
vrind Wout van Jacob den Dulke in
z’n funksie van Raeslid begroete. IJ
wordt dan de opvolger van iemand, die
nae Indië vertrekt, ’t Ooft dem iet
vreemd te valle-n-om as Raeslid op te
treeje, want jaere-n-eleeje èit ie dat
werk al ’n tèidlang bij de and aad.
Komme der non weer speciaele
Schevelingsche belange en belangeties
an de orde, dan zit er teminste weer ’n
man, die van al de plaeselike toestan-
de uiètstekend op de oagte-n-is. We
kenne teminste non gelukkig weer
zegge, dat er ’n Schevelinger in de
Raed zit. Zoa benne we weer ’n stapje
vorder ekomme en met vertrouwe
ziene we z’n optreeje in de Raed te
gemoet.
Nae 't ziele-n-antal erekend. zou
onze plaes èigelik ’t volste recht eb-
be-n-op vier of vèif Raedzetels. Daer-
om al kenne we dankbaer weze voor
dat iene Raeslid. der ken moeielik
ezèid worde, datte we voldaen benne.
Der zei toch ewerkt motte worde-n-in
de richting van ’n paer Schevelingsche
Raesleeje derbij. 't Duurt nog jaere-n-
eir der weer Raesverkiezing is. Maar
met de verschillende kiesverieniginge
zei alles op „aère-n-en snaere” ezet
motte worde, cyn verstarking van 't
Schevelingsche element in de Raed ge-
daen te krèige. En dan vooral iet
wachte tot ’t leste oagenblik neen,
die zaek mot bijtèis nae vore-n-ebrocht
worde. Der ken buiète-n-onze plaes an
gien mensch 'n verwèit ericht worde.
Azze we vinne, datte de rechte van
onze plaes in de verdrukking komme.
dan lèit ’t an de Schevelingers zélf,
om voor der belange-n-öp te komme.
't Dee me plezier, dat ons nieuwe
Raeslid der al persoonlik blèik van
egeve-n-eb. dat ie ’t ten opzichte van
die naemsveranderinge van zekere
straete. volkome met me iens was.
Er lagen gisteren 9 stoomtrawlers
en eenige loggers klaar te IJmipden,
om naar zee te gaan. Vanwege het
stormachtige weer zijn ze alle binnen
gebleven, op den stoomtrawler
„Delft” IJm. 17 na, welke is uitgeva
ren. Er was gisteren geen enkele
stoomtrawler aan den afslag te
IJmuiden.
Uitoefenen der tandheelkunde door
practiseerende medici
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid Bijlsma aan de
ministers van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen en van Sociale Zaken,
betreffende het feit dat algemeen prac
tiseerende medici tevens de tandheel
kunde uitoefenen, en dat zij zich met
name bezig houden met het vervaar
digen van kunstgebitten, hebben de
ministers geantwoord:
De bedoelde praktijk
algemeen niet bevorderlijk
fondsen als U.S. en Bethlehem Steel.
Men aarzelt daar dus geenszins, niet
slechts om de kapitaalvlucht te beletten
(van kapitaalvlucht is in Engeland reeds
lang niet meer sprake), doch om tot een
nagenoeg algeheele mobiliseering van
in het buitenland gehouden kapitaal te
geraken.
Wij zitten thans midden in de periode
van jaarverslagen en over het algemeen
mag men over de positie van ons be
drijfsleven. zooals deze hierin tot uiting
komt, niet ontevreden zijn. Slechts ziet
men alom naast een gestegen of op peil
gebleven exploitatiewinst een verlies op
effectenbezit alsmede een streven tot
sterke reserveering. Zulks komt bijv,
tot uiting in het verslag der Incasso-
Bank. waar de brutowinst slechts wei
nig lager was. doch een afschrijving van
1.115.000 tegen vorig jaar ƒ400.000
noodzakelijk is gebleken. De Nederland
sche Kabelfabriek heeft bij een aanzien
lijk grootere winst het dividend op 25
pCt. gehandhaafd, ofschoon over een
met 2 millioen vergroot kapitaal. De
Gist- en Spiritus handhaaft haar divi
dend op 15 pCt Minder gunstig was het
verslag der Tabakmij. Arendsburg. die
o haar tabaksoogst 1938 een vrij groot
verlies moest boeken. De gunstige resul-
L taten der in Indië en tot dusver in Am
sterdam gehouden Sumatra-veilinsen
doen echter verwachten, dat dit verlies
spoedig zal zijn ingehaald.
Vrijdagavond werd in hotel „Noord
Brabant” te Utrecht, een aanvang ge
maakt met het tweedaagsch congres
van de Christelijk-democratische
unie.
Na de opening op de gebruikelijke
wijze sprak de voorzitter, de heer R.
van der Brug, het openingswoord.
Met diep leedwezen en ontroering
constateerde spr. hoe alle arbeid van
vredesorganisaties op alle gebied
schijnbaar zonder resultaat is geble
ven. Toch meent spr. te mogen con-
stateeren, dat de vredesarbeid niet
geheel vergeefsch is geweest, in bijna
alle landen is de gezindheid tegenover
den oorlog thans een andere dan ~in
1914.
Ondanks alle teleurstellingen zei
spr., is er voor de C.D.U. alle reden
om met haar getuigenis voor een an
deren, een meer Christelijken maat-
schappijvorm, voort te gaan. Ook in
stormgetij is de beweging onverzwakt
gebleven. Het reeds groote aantal af-
deelingen groeit nog regelmatig.
De C.D.U. wil naar vermogen
krachtig medewerken om ons volk
vrij te houden van alle vreemde en
de volksvrijheden bedreigende invloe
den. Om met vrucht in deze richting
werkzaam te kunnen zijn, is de
C.D.U. evenwel van oordeel, dat ook
en vooral in dezen tijd, krachtig moet
worden gestreefd naar leniging van
straet, dan splist die straet z’n èige in
twie-e. En ’t èigenaerdige van ’t geval
is, datte-n-’t dus twie straete worde,
maar datte ze allebei toch dezelfde naem
blèive drege. Alderlei ongemakke benne
der al uièt voort-ekomme met mensche,
die-e ter plaese niet bekend wazze”. En
non stelt die man vóór, om de iene
straet, die van strang óf recht op de
Würfstraet anloapt, de naem te geve
van „Daniël Verbaenstraet”. Vooral oak
omdat ’t geval wul, dat de bewuste Da
niel Verbaen altèid op ’t ookje van die
zelfde straet eweund eb.
’t Is dus 'n straet waer in zekere
zin oak de geschiedenis van dat kaeper-
schipp al an verbonne-n-is. En as 't dan
tóch al noadig was om an die straet ’n
aare naem te geve, welke betere naem
as „Daniël Verbaenstraet” zou der dan
nog te verzinne weze? Azze de autoritei-
te van de Gemiente daèr toe konne be-
sluiète, geloaf dan maar zeker, datte ze
dan op de instemming van èil Scheve-
ling rekene kozze!
’t Zou iet te doen weze-n-om al de
overlijdensgevalle te
over ’t algemien de andacht op
plaes trekke. Maar toch benne der al
tèid nog enkelde, die-e we moeielik pas-
seere kenne zonder der ’n wooretje an
te u ije.
Zoa benne der de leste daege twie
bekende Schevelingers overlede. 't Eir-
ste geval, dat ik noeme wou, is 't over-
lije van de algemien bekende kapper
G. de Lugt, in den ouderdom van bijnae
82 jaer. De Lugt was èigelik gien Sche
velinger van oorsprong. Met z’n 15-de
jaer kwam die p ons dürp. De man
èit z’n èige-n-altèid op ’n bizondere
menier onderscheie. Met art en ziel
was ie de Christelike Beginsele toe-
edaen. En dat iet allien, want dat ken
wel van meir mensche-n-ezèid worde.
Maar de menier waerop ie z’n èile
leve lang bezig eweest is om die be-
ginsele-n-in praktèik te brenge en met
aare mensch-n-ingang te doen vinne,
daer blonk ie in uièt. Kerk, zending,
drankbestrèiding, anwakkere van Ko-
ningsgezindèid dag an dag was ie
dervoor in de weer. Waer die z'n èige
voorspande, dat dee die uièt volle over-
tuièging en dat dee die goed. En wat
’t moaiste nog was, ij dee dat zonder
ienig èigebelang! Der zelle-n-èil wat
Schevelingers en niet-Schevelingers
weze. die onze de Lugt iet gaauw ver-
gete zelle.
En dan nog ’n aare Schevelinger.
Arie den Duik, de oudste zeun van de
vroogere alom-bekende firmae Gerrit
den Duik van de Weststraet, is deuzer
daege op 77-jaerige leeftèid in Zuièd-
Afrika overlede. Wie van de ouwere-n-
onder ons èit m let ekend, toe die in-
dertèid. groate rèiderij eu aèring-ex
portzaeke dreef?
Iet allien was ie as rèider en
vooral as koapman in groat anzien,
is in het
voor een
behoorlijke tandheelkundige verzor
ging. Zij strookt niet met de belangen
van tandartsen. Vanwege het staats
toezicht op de volksgezondheid is deze
aangelegenheid reeds ten vorigen jare
aanhangig gemaakt bij de Nederland
sche Maatschappij tot bevordering der
geneeskunst, die er bereids aandacht
aan heeft geschonken.
In de verwachting, dat van die zijde
nog nadere aandacht aan het euvel
zal worden besteed, achten de minis
ters voorshands geen termen aanwezig
om wettelijke maatregelen in overwe
ging te nemen.
De Wateler-vredesprijs wordt niet
toegekend.
Naar wij vernemen zal de Wateler-
vredesprijs in 1940 niet worden toe
gekend.
Zoa blèift er wéinig plaes meir
over, om nog veul van visscherijtoe-
stande te vermelde. Veul ken der oak
èigelik iet van ezèid worde. Wat de
aèringvisscherij anbelangt, zelle
maar óf motte wachte dt dinge die
komme. In normaele tije gaet alles wat
visscherij betreft, tóch al „op oop van
zegen”. Maar in de tèid, die we teuge-
woordig beleve, komt dat spreekwoord
wel dubbeld tot z’n recht.
lederien weet, wat er sins de
leste Klanke van Denemarke en Noor-
wege-n-eworde-n-is. We kenne dus
voorloapig op gien Noorsche sloe-aèring
meir rekene. En wat de vischvoorzie-
ning van orjs land betreft der komt
gien Deensche visch meir over de grens
en de Deensche scheepies zelle voor- overgenomen. In deze lijst bevinden zich
loapig ier iet meir komme marte.
We zelle dus èilemael op de Ollansche
anvoere anneweze worde.
Enkelde motorloggers, die voor
de Trawlvisseherij vaere, maeke moaie
besomminge. Der benne der bij van
óver de drie duièzend gelde. Dat is
nog noait of maar uièterst zelde vóór-
ekomme Der worde deur die scheepe
bar veul tonge-n-an de mart ebrocht
Oak de snurrevaadvisscher (de
SCH 69) is van z’n eirste reisje binne-
n-ekomme met 'n besomming van 1400
guide. Waerlik gienslecht resultaet.
De réis mot over 't algemien nogal
nae wensch verloape weze ’t Is 'n
soort visscherij, die veul voor de toe
komst belooft.
Op 't leste oagenblik komt er
’n brief binne van ’n lezer, die der
die Snorrevaad
wel uièt-oefen'i
Niet noodig geacht
Waarom zijn de trams ook niet
voorzien van richtingaanwijzers? Dat
is een vraag, die telkens weer van
de zijde der automobilisten wordt
gesteld en die een op het eerste ge
zicht gerechtigd verwijt aan de tram-
directies inhoudt. De Nederlandsche
vereeniging voor tramweg- en auto-
transportdiensten heeft thans een
rapport over deze aangelegenheid doen
verschijnen, dat is opgesteld door een
commissie, bestaande uit vertegen
woordigers van de stadstramwegen
van de residentie, Rotterdam, Amster
dam en Arnhem.
Uit het ingestelde onderzoek is ge
bleken, dat in de jaren 1935 tot 1939
in de zes voornaamste steden van ons
land het percentage van het aantal
botsingen, waarbij trams waren be
trokken, niet meer dan 3,6 heeft
bedragen van het totaal aantal bot
singen. Van meer belang nog is het
aantal botsingen op plaatsen waar de
tram van den rechten weg afbuigt.
Dit percentage was gemiddeld niet
meer dan 0,1 pCt.
Wanneer men zich goed rekenschap
geeft van de verschillende mogelijke
oorzaken van deze botsingen, dan komt
de commissie tot de conclusie, dat
het effect van het aanbrengen van
richtingaanwijzers aan de tramwagens
practisch te verwaarloozen is en zeker
niet een rechtvaardiging zou kunnen
zijn voor het doen van onevenredig
hooge uitgaven, die aan het voorzien
van alle tramrijtuigen van eenvoudige
richtingaanwijzers zijn verbonden.
Tenslotte wordt er nog op ge
wezen, dat de tramwegbedrijven er
voortdurend voor waken, op die pun
ten, waar de loop der tramwagens
inderdaad voor het overige verkeer
bijzondere moeilijkheden zou kunnen
opleveren, tramseinen ter beveiliging
aan te brengen.
in den ruimsten zin des woords doet
voelen. Hier wreekt zich terdege
slappe onoverzichtelijke leenings-
financieele politiek onzer Regeering
Deze had er mede toe geleid, dat eeti
zeer groot deel van de obligaties der
leening l!H0 II in harden was gekomen
van bezitters, die zich dit bezit eigenlijk
moeilijk konden veroorloven en zich
derhalve geleidelijk ervan wenschten
te ontdoen. Waar de Regeering niet ge
neigd bleek, minimumkoersen in te voe
ren of de markt in sterke mate te steu
nen en er dus practisch geen bodem in
deze markt zat, kon het geschieden, dat
reeds enkele maanden na de uitgifte
de semi-gedwongen leening een disagio
van liefst 9 pCt. vertoonde, een direct
rendement opleverend van circa 43/4
pCt. Het is begrijpelijk, dat hierdoor de
andere staatsfondsen, provinviale en ge-
meenteleeningen. en de pandbriefmarkt
werden meegesleept. De kortstondige
periode van geldruimte, in het leven ge
roepen door de herwaardeering van het
goud, heeft de Regeering volkomen on
benut laten voorbijgaan en tenzij thans
krachtig wordt opgetreden, is het te
voorzien, dat een periode van toenemen
de geld- en kapitaalschaarste, dus van
dalende koersen van rente-dragende
fondsen voor de deur staat.
Wij moeten op deze situatie het volle
licht laten schijnen, teneinde publieke
opinie en Regeering wakker te roepen.
De kapitaalrente vertoont ’n sterke nei
ging tot aantrekken. De geldrente is
reeds aanzienlijk gestegen, zoowel voor
prolongatie, als voor parrticulier disconto
en callgeld. Een ietwat verdere stijging
van het marktdisconto zal een verhoo-
ging van het officieel disconto der
Nederlandsche Bank tot 31^ pCt. of 4
pCt. noodig maken. En indien niets ge
schiedt, om aan deze voor Nederland
zoo betreurenswaardige ontwikkatoig
hinderpalen in den weg te leggen, zal
dit duurder worden van het geld inder
daad verder voortgang vinden, tot ern
stig nadeel van staatsfinancieën en be
drijfsleven en vooral ook van de finan
cieele positie van onze groote staats-
fondsenbezittende organen.
Het zal daarom noodig zijn, aan die
ontwikkeling den voet dwars te zetten,
allereerst door het invoeren van mini
mumkoersen en van een krachtigen
officieelen steun aan de staatsfondsen-
markt. Hiermede wordt echter de wortel
van het kwaad slechts ten deele aan
getast. Er is weer kapitaalvlucht aan
den gang. Nederlanders, die met bral
lende woorden hun vaderlandsliefde uit
bazuinen. openen rekeningen in New
York en ondermijnen hierdoor ons
staatscrediet en de verdedigingskracAt
V^ons' land. In het vorig overaral
werd reeds de verwachting eener groote
goudafvloeiïng uitgesproken. Inderdaad
is deze geschied en in nog grooter om
vang dan men had vermoed: ƒ40 mil
lioen aan goud zijn door de Nederland
sche Bank aan het Egalisatiefonds afge
staan. Wij Weten niet, of al dit goud of
wellicht zelfs nog meer (n.l. mede uit
het door de herwaaraeering toegenomen
bezit van het Egalisatiefonds) naar New
York is af gevloeid, doch zeker is, dat
dag in dag uit dit Fonds onzen gulden
door zware dollarverkoopen moet steu
nen. Hieraan dient een einde te komen.
Er is niet de minste reden, om die
kapitaalvlucht den vrijen loop te laten.
Waar ons geheele economische leven
reeds in zoo nauwe banden is gebonden,
is het dwaasheid, een volkomen vrije
valuta te handhaven, die in tijden als
deze onze levenssappen uitzuigt. Het
handhaven van een vrijen gulden is, ik
zeide zulks reeds vroeger, een over
bodige en wel zeer dure weelde, die wij
ons niet langer mogen veroorloven.
Kapitaalvlucht en gouduitvoer moeten
ophouden en valutaréstricties moeten
worden ingevoerd, opdat ons kapitaal
uitsluitend worde geleid daarheen waar
het ’t meest noodig 1st staatskas en
eigen bedrijfsleven. Indien hier heilige
huisjes zijn, dan is het nu tijd, deze af
te breken. Want zoo gaat het waarlijk
nipt langer 1
Het heeft weinig zin. om zich telkens
aan anderen te spiegelen. Tenslotte
heeft elk land zijn eigen speciale vraag
stukken. die op speciale wijze dienen
te worden opgelost. Niettemin mogen
wij wel eens weer bij Engeland om den
hoek gluren, waar de Regeering niet
geschroomd heeft-, dezer dagen een
tweede groote lijst van Amerikaansche
fondsen te publiceeren. die door haar
van Engelsche houders zullen worden