Een duister wetsontwerp De Indische begrooting Haagsdie Courant van Dinsdag 23 April 1940 van Financiering van den radio-omroep doet vele vragen rijzen BINNENLAND 35 cis peït. tOsiiUsj! De op De Eerste Kamer het streven over naar verdere met het beleid Instemming politieke Bezwaren stapelen zich 1 staatkundige hervormingen I Dienende neutraliteit 1 Regeling van de collegegelden het over Voldoening slagkruiserplan Minister verliest zich in vaagheden DERDE BLAD, PAGINA 1. De heropening van de luchtlijn Berlijn-Amsterdam 'SW Weerkundige Waarnemingen verbondenheid tusschen Nederland en België het onge- Gemeenschappelijke belangen. alhier v.m. 8 u. 758 m.m., uur: slagkruisers. De Omzichtigheid. De financieele toestand. Wederkeerig dienstbetoon. Gezamenlijke taak. vliegtuig- vreem- volgens Nederlandsch-Indië strooming Ontwikkeling tot zelf standigheid. ma’s van lezingen e.d.) kunnen worden weggenomen De minister laat ons in wisse. Sommige leden stelden de vraag, of in lndië een verbod voor ambtenaren van dat te De Nederlandsche industrie. Strenger toezicht op delingen. dunne pijltje geeft den stand aan van gisteren. De gemiddelde burger, die ’s minis ters voornemen, aldus kort samengevat, leest, zal er zich, uitgaande van de ge dachte, dat een radio-belasting, waar van de opbrengst strekt tot instandhou ding, verbetering en uitbreiding van den omroep billijk is, in algemeenen zin. mee kunnen vereenigen. Hij ziet er een zekere analogie in met de financiering van den wegen- en brug genbouw, welke sinds eenige jaren ge schiedt uit fondsen, welke in hoofdzaak door de gebruikers dier wegen en brug gen, in den vorm van speciale belastin gen en heffingen, worden opgebracht. Maar die „gemiddelde burger” oor deelt logisch en in dit geval onjuist. Dit bemerkt hij zelf aanstonds, wanneer hij kennis neemt van de Memorie van Toe lichting, het stuk, waarin de minister zijn bedoelingen nader omschrijft. Wanneer hij deze verklaring ten einde toe heeft gelezen, blijkt hem, dat zijn eerste gevolgtrekking in elk geval volko men fout was, maar daarenboven komt hij tot de ervaring, dat in het complex vaagheden, waarin de minister zich ver liest, de weg naar het doel geheel ver dwenen is en enkel vragen overblijven, waarop een antwoord vergeefs wordt gezocht Vele leden spraken hun voldoening uit over de beslissing van de Regeering inzake de slagkruisers. Zij gaven uiting aan hun stellige verwachting, dat de Regeering het hare zal doen om te be vorderen, dat het desbetreffende wets ontwerp nog in de huidige parlemen taire periode het Staatsblad zal be reiken. In het gebouw Industria te Amster dam werd de jaarlijksche gemeenschap pelijke maaltijd van de leden der In- dustrieele club gehouden. Tijdens dit diner heeft de voorzitter van de Belgi sche Kamer, de heer Fr. van Cauwelaert een rede uitgesproken. Lidmaatschap van ambte naren van bepaalde orga nisaties. Barometerstand van hedenmiddag 12 uur Het Het zal niet voldoende zijn, dat we ons braafjes schuil houden, onder het schamele afdak van de neutraliteit. Wij zullen in elk geval achteraf een helpende hand bieden aan degenen, die door het onheil minder werden ge spaard dan wij zelf. Minister de Geer gaf lucht aan dit nobel gevoel, toen hij sprak, van „dienende neutraliteit” Na dezen oorlog moet men geen tweede maal een weg opgaan, die ons bij eiken stap van de ware orde en den vrede verder heeft verwijderd en die, wat ons betreft, onvermijdelijk leiden moet naar den progressieven ondergang of het economisch lijfeigenschap der kleine staten. Het is te hopen, dat na dezen strijd de menschheid opnieuw zal komen tot inkeer en dat de volken in het bezit van een vrede, door rechtvaardigheid en loyale verstandhouding, opnieuw hun welvaart zullen willen bouwen op de eenige duurzame grondslagen, arbeid, spaarzin, initiatief, der meest begaaf den, eerlijken handel en vreugdeschep- penden gemeenschapszin. Maar het is ons recht, als kleine mogendheden, om daarvoor thans reeds te ijveren Ook de neutrale volken althans die van Europa moeten, zich op moei lijke dagen voorbereiden Maar onze plaats is in elk geval aangewezen. Onze plaats zal zijn aan de zijde van diece- nen, die na het beëindigen van den strijd, de zedelijke orde, dat is een rus tige en vaste verhouding tusschen de volken voor de toekomst willen mogelijk maken en de economische vrijheid en veiligheid willen herstellen in hun vroe gere rechten. waren van meening, zeer zeker niet bruiken doet zich dus voor, dat aan den individueelen burger de wette- lijke verplichting wordt opge legd van een jaarlijksche bijdrage „tot instandhouding en verderen uitbouw van den Nederlandschen radio-omroep”, terwijl de omroepvereenigingen, wier taak het volgens den minister is, deze opdracht uit te voeren, volkomen vrijgelaten worden in de wijze, waarop zij die* taak zullen uitvoeren. En zelfs óf zij dat zullen doen. Wij mogen aannemen, dat de omroep vereenigingen, zich haar roeping be wust zijnde, een redelijk deel der haar in den schoot geworpen gelden inder daad daartoe zullen bestemmen, maar een garantie ontbreekt. Wat gebeurt er, als naderhand blij ken zou, dat de reserveering van be dragen voor „den verderen uitbouw”, voor den wereldomroep, de uitzendingen naar de Overzeesche gebiedsdeelen en de televisie, niet of onvoldoende heeft plaats gehad Wordt dan eenvoudig- heidshalve de verplichte bijdrage tot 10 opgevoerd De minister zegt er niets over. En hoe gaat het met de andere in komsten van de omroepvereenigingen, o.a. die uit de exploitatie van hun omroepgidsen Mogen die gemengd worden met de verplichte bijdragen of moeten ze gescheiden blijven De minister laat er zich niet over uit. Heeft het Rijk, dat de bijdragen ver plicht stelt, eenige zeggenschap in de uitvoering van plannen der vereeni- gingen, die met den feitelijken omroep weinig of niets te maken hebben Wij bedoelen hier den bouw van min of meer luxueuze kantoren, studio-con- certzalen, tournée’s e.d. De minister geeft er geen bescheid over. Heeft het Rijk voorts wat rede lijkerwijs verwacht mag worden eenige controle op den aard en samen stelling der programma’s, óók in on derling verband der tegelijk uitzenden de vereenigingen Wij bedoelen hier natuurlijk niet het terrein, dat de Radio-Contróle-Commis- sie reeds bestrijkt, maar hebben het oog op de kosten der programma’s, hun ka rakter als bijdrage tot verhooging van het cultuurleven en hun onderlinge samenstelling, opdat de bestaande fou ten (samenvallen in beide program- Enkele leden bepleitten naast den voorgenomen vlootbouw de aanschaf fing van een groot aantal vliegtuigen en uitbreiding van het leger op Java, ter bescherming van de onderscheidene militaire steunpunten op dat eiland. De heer van Cauwelaert vatte, zooals hij zeide, de uitnoodiging om op deze bijeenkomst het woord te voeren, op als een uiting van sympathie voor zijn land en als een nieuwe uitdrukking van het verlangen, dat aan beide zijden van onze grens op een steeds duidelijker en meer intense wijze tot uiting komt om door een beter begrijpen van onze ge meenschappelijke belangen de samen werking tusschen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden te verruimen en te verstevigen. Spr. memoreerde de re cente bezoeken van Z.M. Koning Leo pold aan Nederland en H.M. Konin gin Wilhelmina aan België en den die- peren zin van deze bezoeken in verband met den huidigen internationalen toe stand. Wij mogen de Voorzienigheid danken zeide spr. dat zij onze Vorsten die met zooveel vooruitzicht en wijsheid hun landen hielpen voorberei den op de komende beproevingen, ook in de richting van onze saamhoorigheid lichtend zijn voorgegaan. Vv U weten, dat ons verhaal een tonig dreigt te worden. Er bestaan echter nog méér vragen. Doch alvorens die te stellen, moge de aandacht gevestigd worden op het feit dat nu reeds, terwijl het wetsontwerp nog nauwelijks is ingediend, de om roepvereenigingen zich beijveren den luisteraars, telkens bij den aanvang der door haar verzorgde uitzendingen, in de huiskamers te vermanen, zich als lid bij haar aan te sluiten, zulks onder verwijzing naar het voordeeltje van een gulden, dat te behalen valt en met een beroep op den komenden wereld omroep, waarvan niemand recht weet wat hij te beduiden heeft Zoo wordt dit wetsontwerp dus mis bruikt tot een propaganda-middel voor de ledenwerving. Dit kan toch zeker nooit de bedoeling zijn geweest. Het ziet er een weinig naar uit, dat hier bereids een voorschot wordt ge nomen op de propaganda, omdat de kans niet denkbeeldig is, dat, bij ge garandeerde inkomsten, de prikkel, om de programma’s zoo aantrekkelijk mogelijk te doen zijn, verminderen zal. Dat dit gereduceerde initiatief een ongunstigen invloed zou kunnen oefe nen op den „uitbouw van den omroep” behoeft hier geen nader betoog. De luisteraar gaat meer betalen, maar dreigt er minder voor te krijgen, hoe schoon de verre toekomst van we reldomroep, televisie e.d. ook moge zijn. Tenslotte nóg enkele vragen. Hoe gaat het met de exploitatie- overschotten der omroepvereenigingen over voorgaande jaren? Deze vertegen woordigen b.v. bij de A.V.R.O. een be drag, dat de 4 millioen gulden over treft. Worden deze bezittingen als een in breng van de vereenigingen beschouwd en dus als bijdrage harerzijds aan het groote doel: „de wereldomroep” enz.? Blijkbaar niet, want de minister rept er niet van. Welke regelingen zullen er worden getroffen om de aangeslotenen bij de radio-distributiecentrales uit een drei gende ongunstige positie te verlossen? Er zijn tienduizenden in den lande, die hierbij het grootste belang hebben en de cultureele taak, welke de mi nister aan de radio toekent, dient zich zeker niet in de laatste plaats tot dezen te richten. Overigens, en hiermee willen we be sluiten, is het toch de hoogste tijd, dat, als men de burgerij verplicht een niet onaanzienlijk offer te brengen, men haar tevens inlicht, waaróm dat offer noodig is, m.a.w., dat wij vernemen hoe het nu eigenlijk met dien wereld omroep staat, hoe men zich den nieu wen radio-omroep voor de overzeesche gebieden denkt en hoever de televisie inmiddels is ontwikkeld. Of vragen we misschien wat al te veel? Het is maar een vraag. Rede van den Belgischen Kamervoor zitter Fr. van Cauwelaert Ettelijke andere leden verklaarden, met het politieke beleid van de Regee ring in te stemmen. Evenals de minis ter meenden zij, dat het einddoel van het koloniale beleid is de zelfstandig heid van Nederlandsch-Indië, mits bin nen het Rijksverband. Voor alles moet, ook volgens de hier aan het woord zijnde leden, de ontwikkeling van de Inheemsche ber volking tot zelfstandigheid worden be vorderd. Gelet op het groote aantal in lndië aanwezige vreemdelingen van zeer uiteenloopende nationaliteit, die door gaans plegen te zijn vereenigd in groe pen, kolonies en dergelijke, werd de vraag gesteld, of het in dezen politiek roerigen tijd geen aanbeveling zou ver dienen, terzake veel strenger toezicht te oefenen, dan tot dusverre gebrui kelijk is. Weer andere leden waarschuwden met name voor toegeven aan ondoor- dachten, van verschillende zijden ge- oefenden. hervormingsdröng. De hui dige toestand, waarbij de Volksraad een aanzienlijken invloed op de wet geving heeft, zonder dat Regeering en Staten-Generaal daarbij zijn terzijde gesteld, is, zoo betoogden deze leden, in betrekkelijk snel tempo bereikt. De ontwikkeling, als gevolg daarvan in gezet, is nog in vollen gang en nog niet in zoodanig stadium gekomen, dat opnieuw tot hervorming moet worden overgegaan. Het ware huns inziens een bewijs van poover staatkundig besef, zoo men zonder ophouden bleef her vormen, als ware dit doel op zichzelf. bestaat ten aanzien van het lidmaat schap van communistische partijen of organisaties. Andere leden dat dergelijk verbod bestaat, omdat de bedoelde materie in lndië in het geheel niet is geregeld, daar de Indische Regeering van oor deel is, dat aan verboden, als de bo venbedoelde, ten aanzien van welke or ganisatie ook, aldaar geen behoefte be staat voorschrift of een aanbeveling Minister Bolkestein stelt een wijziging voor. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer -over het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der Hooger- Onderwijswet (regeling van de college gelden) zegt de minister, dat het ont werp in zijn oorspronkelijke redactie bij zeer vele leden op bezwaren stuit te. omdat werd voorgesteld het aantal jaren gedurende welke betaald zou moeten worden vast te stellen op vijf en tegelijkertijd het collegegeld te verhoogen van 300 tot 350. De mi nister heeft getracht aan deze bezwaren tegemoet te komen zonder belangrijke offers van 's Rijks schatkist te moeten vragen. Hij is van oordeel, dat de bestaande moeilijkheden alleen op bevredigende wijze kunnen worden opgelost door een regeling, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in studie duur, welke zich in de onderscheidene studierichtingen voordoen. Zonder overigens vooruit te loopen op den inhoud van het in het gewijzigd artikel VI bedoeld Kon. besluit, laat de minister bij wijze van voorbeeld volgen, hoe de aantallen jaren, waar over betaling verschuldigd zal zijn, zouden kunnen worden bepaald facul teit der rechtsgeleerdheid drie jaren vereenigde faculteiten der rechten en letteren a. Nederlandsch-Indisch recht drie jaren b. indologie vijf jaren fa culteit der godgeleerdheid vier jaren vereenigde faculteit der wiskunde en letteren vijf jaren faculteit der wis en natuurkunde vijf jaren faculteit der letteren en wijsbegeerte vijf jaren faculteit der geneeskunde vijf jaren tandheelkunde vijf jaren faculteit der veeartsenijkunde vijf jaren technische wetenschappen vijf jaren. Verwachting tot den avond van 24 Apr.: Voor het Noorden: Wind: meest matig. Oostelijk tot Zuidelijk, droog warm weer, behoudens eenige kans op onweer, ge deeltelijk bewolkte lucht. Voor het Zuiden: Ruiming van den wind, aanvankelijk warm, later toenemen de bewolking met kans op regen cf on weer, daling van temperatuur. II ET wetsontwerp tot financiering van denFtadio-omroep. gelijk dit door minister, van Boeyen bij de Volksver tegenwoordiging is ingediend, is, wij aarzelen niet het te zeggen, buitenge meen zwak van inhoud en constructie. In zijn algemeene vaagheid, zijn ge brekkige en onvolledige formuleering var den gedachtengang, welke er aan ten grondslag ligt; zijn zwakke argu mentatie en het buiten concrete be schouwing laten van de wijze, waarop de van staatswege opgelegde contributie door de vijf groote omroepvereenigingen zal worden besteed, is het stuk zelfs nauwelijks bruikbaar als basis voor een behandeling van het onderwerp in de Kamers, laat staan, dat ’t de grondslag zou kunnen zijn voor een zoo sterk de bevolking in al haar lagen rakende regeling. Wij zullen deze scherpe veroordeeling hieronder nader toelichten, maar vooraf ga, ter opfrissching van het geheugen, de weergave der essentialia van ’t ont werp. Zij zijn de volgende: De luisteraars worden verplicht 5 per jaar en per toestel aan een der be staande omroepvereenigingen bij te dra gen, of, indien men geen dezer wil steu nen, 6 per jaar en per toestel aan de Nozema (die dan voor verdeeling on der de vereeniging zorg draagt, naar de mate van haar zendtijd) teneinde in de toekomst de verzorging van de Nederlandsche radio-programma’s, de uitzending van de z.g.n. wereld- programma’s, de uitzendingen voor de overzeesche gebiedsdeelen en eventueel de televisie-uitzendingen naar behooren te kunnen financieren. Aan het voorloopig verslag der Eer ste Kamer over de Indische begrooting 1940 wordt ontleend Verscheidene leden achtten de Re geering te weinig doordrongen van het feit, dat zich ongetwijfeld, als gevolg van den oorlog, op staatkundig gebied essentieele veranderingen zullen vol trekken. Zoo vestigden zij er de aan dacht op, dat in reeds een sterke strooming bestaat, welke is gericht op de instelling van een volwaardig parlement en dat de Volksraad met dertig stemmen voor en twintig stemmen tegen een motie heeft aanvaard, ter aanbeveling van een be stel, waarbij de departementshoofden aan den Volksraad verantwoordelijk zullen zijn. Men onderschatte de beteekenis van zoodanige stroomingen en van zulke uitspraken niet. Zij vormen toch een aanwijzing, dat men in breeden kring met het bestaande geen genoegen meer wenscht te nemen en dat de drang, met name onder de Inheemschen, naar het verkrijgen van meer staatkundige be voegdheden veld Wint. Er zou in andere omstandigheden voor mij, een ruime en graag benuttig de mogelijkheid openstaan, voor bespie gelingen rondom de vraag hoever deze verbondenheid tusschen Nederland en België gaat, maar ik ben de eerste om te erkennen, dat zij in deze dagen met veel omzichtigheid in het openbaar moet worden aangeraakt. Ik zal me dan ook aan geen practische besluiten wagen, omtrent de gevolgtrekkingen, welke uit deze verbondenheid tegenover zekere gebeurlijkheden dienen te worden afge leid. Ik wensch alleen aan het vertrou wen lucht te geven, dat zij op haar volle waarde zal worden geschat en dat haar vorderingen in geval van nood zullen worden beantwoord, met de vastbera denheid en den mannenmoed, welke in tijden als deze, ook voor de kleinere landen, de eenige passende onderhouw voor ware staatsmanswijsheid leveren kunnen. Enkele leden verklaarden den finan- cieelen toestand zorgelijk te achten, al is het budgetaire verloop in de laatste jaren meegevallen. Deze leden waren van oordeel, dat de belasting van de bevolking en van het bedrijfsleven in lndië reeds een hoogte had bereikt, die den onder nemer zich wel tweemaal doet beden ken, voordat hij nieuw kapitaal in In- dië steekt. Ettelijke leden drongen met name er op aan, dat de voor lndië zoo onge meen belangrijke suikerindustrie niet te zwaar zou worden belast. Deze leden verklaarden voorts, ver dere bezuiniging op den openbaren dienst in lndië uiteraard theoretisch mogelijk te achten. Zulks zou echter al wat aan Westersche ontwikkeling al daar was gebracht, in gevaar brengen, weshalve deze leden meenden te moe ten ontraden, dien weg in te slaan. Zij gaven in overweging, de invoe ring van een stelsel van fiscale maat regelen, waarbij zeer zeker de onder nemingen zwaar worden belast, doch haar de mogelijkheid zou worden ge laten tot het maken vat? zoo ruim mo gelijke winsten in de goede jaren, zoo- dat ook de slechte jaren kunnen wor den doorstaan, zonder dat het behoeft te komen tot ontslagen op groote schaal. Waardeering werd geuit voor de maatregelen, door de Indische Regee ring in September 1.1. na het uitbreken van den oorlog genomen ten bate van een ongestoorde voedselvoorziening. Die maatregelen toch hebben hun doel niet gemist. Vele leden betreurden, dat terzake van de sociale wetgeving waaronder zij de sociale verzekering wenschten te zien begrepen, bij de Regeering elk ini tiatief van beteekenis ontbreekt. Gelet op de noodzakelijkheid, alles te doen, om de werkgelegenheid voor Nederlandsche arbeidskrachten te vermeerderen, zou men gaarne van den minister vernemen, hoe het staat met de bestelling bij de Nederlandsche in dustrie van de geheel metalen bombar dementsvliegtuigen, welke de Indische weermacht behoeft. Een bereidwillig wederkeerig dienst betoon wat betreft bevoorrading, voe ding en vervoer, kan bij langeren duur van den oorlog, niet alleen een kost bare bijdrage worden tot onze gemeen schappelijke weerbaarheid, maar tevens een voortreffelijke school voor samen werking, welke op de verdere toekomst van onze landen een weldadigen invloed kan uitoefenen. Maar, wat we elkander kunnen ge ven door ruil is weinig in vergelijking met hetgeen we te winnen en laat me er aan toevoegen, te verdedigen hebben voor een gemeenschappelijke actie naar buiten. Niet in de uitwisseling van goederen binnen de grenzen van onze eigen markten, maar in de samenvoe ging van onze krachten en middelen, in de vergemeenschappelijking van onze pogingen op internationaal gebied, is de meest volledige en ook de ware uitdruk king te zoeken van de verbondenheid, waarvan ik bij deze beschouwingen ben uitgegaan en welke de dekking moet uitmaken van onze toekomstige be staansmogelijkheden. De voornaamste dier vragen willen wij hier stellen. Het aantal luisteraars bedraagt onge veer een millioen, die dus, volgens de thans vastgestelde regeling, samen om streeks 5 a 6 millioen gulden zullen op brengen, welk bedrag als vaste in komsten aan de omroepvereenigin gen ten deel valt. Het aandeel van elk hater in dit totaal is verschillend. Het is afhankelijk van het ledental en voorts, voor wat de ver deeling der bijdragen, van niet-leden, ad 6 gulden per toestel, betreft, van den zendtijd, welken elk der vereenigingen tot haar beschikking heeft. Het gaat hier, naar men ziet, niet om kleinigheden. En de sommen stijgen nog aanzienlijk in grootte, indien na verloop van tijd zou blijken, dat de jaarlijksche bijdrage van 5 (subs. 6) onvoldoende is om de gestelde doeleinden te bereiken en een opvoe ring tot f 10 per toestel per jaar noodig wordt. Deze mogelijkheid is namelijk ook in het ontwerp opgenomen. Maar houden wij ons voorloopig aan de 5 a 6 millioen gulden per jaar. Krijgt elke omroepvereeniging haar aandeel daarin nu zoomaar uitgekeerd, zonder eenige bindende aanwijzing omtrent de besteding van al dat geld en zelfs zonder eenige controle op de bestemming Blijkbaar wel, want uit het ontwerp blijkt niets van een zelfs ook maar van daartoe. De conclusie ligt voor de hand de omroepvereenigingen kunnen met de millioenen der burgerij doen wat haar behaagt. Het merkwaardige verschijnsel om geen andere aanduiding te ge- Antwoord op de vragen van het Kamerlid van Kempen. Op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid van Kempen, in ver band met de aan een Duitsche lucht vaartmaatschappij verleende vergun ning tót het heropenen van de lucht lijn BerlijnAmsterdam voor vracht en postvervoer, hebben de ministers van Waferstaat en Defensie thans als volgt geantwoord Aan de Deutsche Luft Hansa A.G. is vergunning verleend voor het herope nen van een luchtlijn BerlijnAmster dam v.v. voor vracht- en postvervoer. Een wederkeerige vergunning van de Duitsche regeering ten behoeve van de K.L.M. alleen of voor haar tezamen met anderen, is niet gevraagd. De luchtverbinding, waartoe vergun ning is verleend, maakt versnelling van het postverkeer mogelijk en is be vorderlijk aan den uitvoer van Neder landsche producten, bijvoorbeeld snij bloemen. Op de vraag van den heer van Kem pen. of de ministers de noodzakelijk heid hebben overwogen voor het- vlieg veld Schiphol den staat van beleg af te kondigen de schriftelijke vragen werden 3 April j.l. ingezonden ant woorden de ministers, daf Schiphol bij Kon. besluit van 13 April j.l. in staat van beleg is verklaard. De wijzigingen in de algemeene lucht- drukverdeeling voltrekken zich slechts langzaam. Het gebied van hoogen lucht druk over het Ooszeegebied nam nog in beteekenis toe. Langs de Noord- en Oostzijde van dit maximum stroomen koude luchtmassa’s in Zuidoostelijk en Zuidelijke richting In de randstaten kwa men gisteren lichte sneeuwbuien voor. Langs de Zuidwestkust van het ge noemde gebied van hoogen luchtdruk voeren Zuidoortelijke winden warme en droge lucht rechtstreek uit het Middel- landsche zeegebied naai onze omgeving. Onder invloed van de Oceaandepressie, wordt over het Iberisch schiereiland en de golf van Biscaye echter koelere lucht aangevoerd. De scheidingslijn van de warme en koude lucht moet zich ergens over Frankrijk bevinden. Zonsopgang: 24 April 4.44 u. Zonsondergang: 24 April 7.13 u. Lantarens aan: 24 April tot 4.15 v.m.; 24 April 7.42 u. nam. Hoogwater te Scheveningem 24 April ’s m 3 u.; nam. 3 JJO u Morgen schietoefeningen op het strand tusschen de strandpalen 91 en 94 van 9.30 u. v.m.6 uur nam. Centraal adviesorgaan be pleit. Sommige leden waren, wat betreft de structuur van het Koninkrijk, van oordeel, dat ook zonder Grondwetsher ziening iets kon worden bereikt ter versterking van den invloed der over zeesche gewesten, zonder verzwakking van den Rijksband en zonder ontijdige „democratiseering” van het Indische staatsbestel in zijn geheel. Zij doelden daarbij op de instelling van een cen traal orgaan, adviseerende over ko loniale aangelegenheden, waarin ver tegenwoordigers van moederland en overzeesche gebiedsdeelen beide zitting zouden hebben. Verscheidene leden, die met voldoe ning hadden vernomen, dat de minis ter voornemens is, de mogelijkheid van verruiming van het kiesrecht voor den Volksraad en van vermindering het aantal benoemde leden van college te onderzoeken, drongen dezen aanzien op spoed aan. Andere leden verklaarden, voors hands niet in allen deele met de be doelde hervormingen te kunnen in stemmen. Barometer v.m. 12 u. 757J m.m.; thermometer resp.' 14j gr. en 22 gr. Celsius Barometer na hedenmiddag 12 dalende. ï- Al ‘‘•'I - V - d ac I H o rH Nvt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9