Een duister wetsontwerp
De Indische begrooting
Haagsdie Courant van Dinsdag 23 April 1940
van
Financiering van den radio-omroep
doet vele vragen rijzen
BINNENLAND
35 cis peït. tOsiiUsj!
De
op
De Eerste
Kamer
het streven
over
naar
verdere
met het
beleid
Instemming
politieke
Bezwaren stapelen
zich
1
staatkundige hervormingen
I
Dienende neutraliteit
1
Regeling van de collegegelden
het
over
Voldoening
slagkruiserplan
Minister verliest zich in
vaagheden
DERDE BLAD, PAGINA 1.
De heropening van de luchtlijn
Berlijn-Amsterdam
'SW
Weerkundige Waarnemingen
verbondenheid tusschen
Nederland en België
het
onge-
Gemeenschappelijke belangen.
alhier v.m. 8
u. 758
m.m.,
uur:
slagkruisers.
De
Omzichtigheid.
De financieele toestand.
Wederkeerig dienstbetoon.
Gezamenlijke taak.
vliegtuig-
vreem-
volgens
Nederlandsch-Indië
strooming
Ontwikkeling tot zelf
standigheid.
ma’s van lezingen e.d.) kunnen worden
weggenomen
De minister laat ons in
wisse.
Sommige leden stelden de vraag, of
in lndië een verbod voor ambtenaren
van
dat
te
De Nederlandsche
industrie.
Strenger toezicht op
delingen.
dunne pijltje geeft den stand aan
van gisteren.
De gemiddelde burger, die ’s minis
ters voornemen, aldus kort samengevat,
leest, zal er zich, uitgaande van de ge
dachte, dat een radio-belasting, waar
van de opbrengst strekt tot instandhou
ding, verbetering en uitbreiding van den
omroep billijk is, in algemeenen zin.
mee kunnen vereenigen.
Hij ziet er een zekere analogie in met
de financiering van den wegen- en brug
genbouw, welke sinds eenige jaren ge
schiedt uit fondsen, welke in hoofdzaak
door de gebruikers dier wegen en brug
gen, in den vorm van speciale belastin
gen en heffingen, worden opgebracht.
Maar die „gemiddelde burger” oor
deelt logisch en in dit geval onjuist. Dit
bemerkt hij zelf aanstonds, wanneer hij
kennis neemt van de Memorie van Toe
lichting, het stuk, waarin de minister
zijn bedoelingen nader omschrijft.
Wanneer hij deze verklaring ten einde
toe heeft gelezen, blijkt hem, dat zijn
eerste gevolgtrekking in elk geval volko
men fout was, maar daarenboven komt
hij tot de ervaring, dat in het complex
vaagheden, waarin de minister zich ver
liest, de weg naar het doel geheel ver
dwenen is en enkel vragen overblijven,
waarop een antwoord vergeefs wordt
gezocht
Vele leden spraken hun voldoening
uit over de beslissing van de Regeering
inzake de slagkruisers. Zij gaven uiting
aan hun stellige verwachting, dat de
Regeering het hare zal doen om te be
vorderen, dat het desbetreffende wets
ontwerp nog in de huidige parlemen
taire periode het Staatsblad zal be
reiken.
In het gebouw Industria te Amster
dam werd de jaarlijksche gemeenschap
pelijke maaltijd van de leden der In-
dustrieele club gehouden. Tijdens dit
diner heeft de voorzitter van de Belgi
sche Kamer, de heer Fr. van Cauwelaert
een rede uitgesproken.
Lidmaatschap van ambte
naren van bepaalde orga
nisaties.
Barometerstand van hedenmiddag 12 uur
Het
Het zal niet voldoende zijn, dat we
ons braafjes schuil houden, onder het
schamele afdak van de neutraliteit.
Wij zullen in elk geval achteraf een
helpende hand bieden aan degenen, die
door het onheil minder werden ge
spaard dan wij zelf. Minister de Geer
gaf lucht aan dit nobel gevoel, toen hij
sprak, van „dienende neutraliteit”
Na dezen oorlog moet men geen
tweede maal een weg opgaan, die ons
bij eiken stap van de ware orde en den
vrede verder heeft verwijderd en die,
wat ons betreft, onvermijdelijk leiden
moet naar den progressieven ondergang
of het economisch lijfeigenschap der
kleine staten.
Het is te hopen, dat na dezen strijd
de menschheid opnieuw zal komen tot
inkeer en dat de volken in het bezit
van een vrede, door rechtvaardigheid
en loyale verstandhouding, opnieuw hun
welvaart zullen willen bouwen op de
eenige duurzame grondslagen, arbeid,
spaarzin, initiatief, der meest begaaf
den, eerlijken handel en vreugdeschep-
penden gemeenschapszin. Maar het is
ons recht, als kleine mogendheden, om
daarvoor thans reeds te ijveren
Ook de neutrale volken althans die
van Europa moeten, zich op moei
lijke dagen voorbereiden Maar onze
plaats is in elk geval aangewezen. Onze
plaats zal zijn aan de zijde van diece-
nen, die na het beëindigen van den
strijd, de zedelijke orde, dat is een rus
tige en vaste verhouding tusschen de
volken voor de toekomst willen mogelijk
maken en de economische vrijheid en
veiligheid willen herstellen in hun vroe
gere rechten.
waren van meening,
zeer zeker niet
bruiken doet zich dus voor, dat aan
den individueelen burger de wette-
lijke verplichting wordt opge
legd van een jaarlijksche bijdrage „tot
instandhouding en verderen uitbouw
van den Nederlandschen radio-omroep”,
terwijl de omroepvereenigingen, wier
taak het volgens den minister is,
deze opdracht uit te voeren, volkomen
vrijgelaten worden in de wijze, waarop
zij die* taak zullen uitvoeren.
En zelfs óf zij dat zullen doen.
Wij mogen aannemen, dat de omroep
vereenigingen, zich haar roeping be
wust zijnde, een redelijk deel der haar
in den schoot geworpen gelden inder
daad daartoe zullen bestemmen, maar
een garantie ontbreekt.
Wat gebeurt er, als naderhand blij
ken zou, dat de reserveering van be
dragen voor „den verderen uitbouw”,
voor den wereldomroep, de uitzendingen
naar de Overzeesche gebiedsdeelen en
de televisie, niet of onvoldoende heeft
plaats gehad Wordt dan eenvoudig-
heidshalve de verplichte bijdrage tot
10 opgevoerd
De minister zegt er niets over.
En hoe gaat het met de andere in
komsten van de omroepvereenigingen,
o.a. die uit de exploitatie van hun
omroepgidsen Mogen die gemengd
worden met de verplichte bijdragen of
moeten ze gescheiden blijven
De minister laat er zich niet over
uit.
Heeft het Rijk, dat de bijdragen ver
plicht stelt, eenige zeggenschap in de
uitvoering van plannen der vereeni-
gingen, die met den feitelijken omroep
weinig of niets te maken hebben Wij
bedoelen hier den bouw van min of
meer luxueuze kantoren, studio-con-
certzalen, tournée’s e.d.
De minister geeft er geen bescheid
over.
Heeft het Rijk voorts wat rede
lijkerwijs verwacht mag worden
eenige controle op den aard en samen
stelling der programma’s, óók in on
derling verband der tegelijk uitzenden
de vereenigingen
Wij bedoelen hier natuurlijk niet het
terrein, dat de Radio-Contróle-Commis-
sie reeds bestrijkt, maar hebben het oog
op de kosten der programma’s, hun ka
rakter als bijdrage tot verhooging van
het cultuurleven en hun onderlinge
samenstelling, opdat de bestaande fou
ten (samenvallen in beide program-
Enkele leden bepleitten naast den
voorgenomen vlootbouw de aanschaf
fing van een groot aantal vliegtuigen
en uitbreiding van het leger op Java,
ter bescherming van de onderscheidene
militaire steunpunten op dat eiland.
De heer van Cauwelaert vatte, zooals
hij zeide, de uitnoodiging om op deze
bijeenkomst het woord te voeren, op
als een uiting van sympathie voor zijn
land en als een nieuwe uitdrukking van
het verlangen, dat aan beide zijden van
onze grens op een steeds duidelijker en
meer intense wijze tot uiting komt om
door een beter begrijpen van onze ge
meenschappelijke belangen de samen
werking tusschen de Noordelijke en de
Zuidelijke Nederlanden te verruimen en
te verstevigen. Spr. memoreerde de re
cente bezoeken van Z.M. Koning Leo
pold aan Nederland en H.M. Konin
gin Wilhelmina aan België en den die-
peren zin van deze bezoeken in verband
met den huidigen internationalen toe
stand. Wij mogen de Voorzienigheid
danken zeide spr. dat zij onze
Vorsten die met zooveel vooruitzicht en
wijsheid hun landen hielpen voorberei
den op de komende beproevingen, ook
in de richting van onze saamhoorigheid
lichtend zijn voorgegaan.
Vv U weten, dat ons verhaal een
tonig dreigt te worden.
Er bestaan echter nog méér vragen.
Doch alvorens die te stellen, moge de
aandacht gevestigd worden op het feit
dat nu reeds, terwijl het wetsontwerp
nog nauwelijks is ingediend, de om
roepvereenigingen zich beijveren den
luisteraars, telkens bij den aanvang
der door haar verzorgde uitzendingen,
in de huiskamers te vermanen, zich als
lid bij haar aan te sluiten, zulks onder
verwijzing naar het voordeeltje van
een gulden, dat te behalen valt en met
een beroep op den komenden wereld
omroep, waarvan niemand recht weet
wat hij te beduiden heeft
Zoo wordt dit wetsontwerp dus mis
bruikt tot een propaganda-middel
voor de ledenwerving. Dit kan toch
zeker nooit de bedoeling zijn geweest.
Het ziet er een weinig naar uit, dat
hier bereids een voorschot wordt ge
nomen op de propaganda, omdat de
kans niet denkbeeldig is, dat, bij ge
garandeerde inkomsten, de prikkel,
om de programma’s zoo aantrekkelijk
mogelijk te doen zijn, verminderen zal.
Dat dit gereduceerde initiatief een
ongunstigen invloed zou kunnen oefe
nen op den „uitbouw van den omroep”
behoeft hier geen nader betoog.
De luisteraar gaat meer betalen,
maar dreigt er minder voor te krijgen,
hoe schoon de verre toekomst van we
reldomroep, televisie e.d. ook moge
zijn.
Tenslotte nóg enkele vragen.
Hoe gaat het met de exploitatie-
overschotten der omroepvereenigingen
over voorgaande jaren? Deze vertegen
woordigen b.v. bij de A.V.R.O. een be
drag, dat de 4 millioen gulden over
treft.
Worden deze bezittingen als een in
breng van de vereenigingen beschouwd
en dus als bijdrage harerzijds aan het
groote doel: „de wereldomroep” enz.?
Blijkbaar niet, want de minister rept
er niet van.
Welke regelingen zullen er worden
getroffen om de aangeslotenen bij de
radio-distributiecentrales uit een drei
gende ongunstige positie te verlossen?
Er zijn tienduizenden in den lande,
die hierbij het grootste belang hebben
en de cultureele taak, welke de mi
nister aan de radio toekent, dient zich
zeker niet in de laatste plaats tot
dezen te richten.
Overigens, en hiermee willen we be
sluiten, is het toch de hoogste tijd, dat,
als men de burgerij verplicht een niet
onaanzienlijk offer te brengen, men
haar tevens inlicht, waaróm dat offer
noodig is, m.a.w., dat wij vernemen
hoe het nu eigenlijk met dien wereld
omroep staat, hoe men zich den nieu
wen radio-omroep voor de overzeesche
gebieden denkt en hoever de televisie
inmiddels is ontwikkeld.
Of vragen we misschien wat al te
veel?
Het is maar een vraag.
Rede van den Belgischen Kamervoor
zitter Fr. van Cauwelaert
Ettelijke andere leden verklaarden,
met het politieke beleid van de Regee
ring in te stemmen. Evenals de minis
ter meenden zij, dat het einddoel van
het koloniale beleid is de zelfstandig
heid van Nederlandsch-Indië, mits bin
nen het Rijksverband.
Voor alles moet, ook volgens de
hier aan het woord zijnde leden, de
ontwikkeling van de Inheemsche ber
volking tot zelfstandigheid worden be
vorderd.
Gelet op het groote aantal in lndië
aanwezige vreemdelingen van zeer
uiteenloopende nationaliteit, die door
gaans plegen te zijn vereenigd in groe
pen, kolonies en dergelijke, werd de
vraag gesteld, of het in dezen politiek
roerigen tijd geen aanbeveling zou ver
dienen, terzake veel strenger toezicht
te oefenen, dan tot dusverre gebrui
kelijk is.
Weer andere leden waarschuwden
met name voor toegeven aan ondoor-
dachten, van verschillende zijden ge-
oefenden. hervormingsdröng. De hui
dige toestand, waarbij de Volksraad
een aanzienlijken invloed op de wet
geving heeft, zonder dat Regeering en
Staten-Generaal daarbij zijn terzijde
gesteld, is, zoo betoogden deze leden,
in betrekkelijk snel tempo bereikt. De
ontwikkeling, als gevolg daarvan in
gezet, is nog in vollen gang en nog
niet in zoodanig stadium gekomen, dat
opnieuw tot hervorming moet worden
overgegaan. Het ware huns inziens een
bewijs van poover staatkundig besef,
zoo men zonder ophouden bleef her
vormen, als ware dit doel op zichzelf.
bestaat ten aanzien van het lidmaat
schap van communistische partijen of
organisaties.
Andere leden
dat dergelijk verbod
bestaat, omdat de bedoelde materie in
lndië in het geheel niet is geregeld,
daar de Indische Regeering van oor
deel is, dat aan verboden, als de bo
venbedoelde, ten aanzien van welke or
ganisatie ook, aldaar geen behoefte be
staat
voorschrift of
een aanbeveling
Minister Bolkestein stelt een
wijziging voor.
In de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer -over het wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling der Hooger-
Onderwijswet (regeling van de college
gelden) zegt de minister, dat het ont
werp in zijn oorspronkelijke redactie
bij zeer vele leden op bezwaren stuit
te. omdat werd voorgesteld het aantal
jaren gedurende welke betaald zou
moeten worden vast te stellen op vijf
en tegelijkertijd het collegegeld te
verhoogen van 300 tot 350. De mi
nister heeft getracht aan deze bezwaren
tegemoet te komen zonder belangrijke
offers van 's Rijks schatkist te moeten
vragen.
Hij is van oordeel, dat de bestaande
moeilijkheden alleen op bevredigende
wijze kunnen worden opgelost door
een regeling, waarbij rekening wordt
gehouden met de verschillen in studie
duur, welke zich in de onderscheidene
studierichtingen voordoen.
Zonder overigens vooruit te loopen
op den inhoud van het in het gewijzigd
artikel VI bedoeld Kon. besluit, laat
de minister bij wijze van voorbeeld
volgen, hoe de aantallen jaren, waar
over betaling verschuldigd zal zijn,
zouden kunnen worden bepaald facul
teit der rechtsgeleerdheid drie jaren
vereenigde faculteiten der rechten en
letteren a. Nederlandsch-Indisch recht
drie jaren b. indologie vijf jaren fa
culteit der godgeleerdheid vier jaren
vereenigde faculteit der wiskunde en
letteren vijf jaren faculteit der wis
en natuurkunde vijf jaren faculteit
der letteren en wijsbegeerte vijf jaren
faculteit der geneeskunde vijf jaren
tandheelkunde vijf jaren faculteit der
veeartsenijkunde vijf jaren technische
wetenschappen vijf jaren.
Verwachting tot den avond van 24 Apr.:
Voor het Noorden: Wind: meest matig.
Oostelijk tot Zuidelijk, droog warm weer,
behoudens eenige kans op onweer, ge
deeltelijk bewolkte lucht.
Voor het Zuiden: Ruiming van den
wind, aanvankelijk warm, later toenemen
de bewolking met kans op regen cf on
weer, daling van temperatuur.
II ET wetsontwerp tot financiering
van denFtadio-omroep. gelijk dit door
minister, van Boeyen bij de Volksver
tegenwoordiging is ingediend, is, wij
aarzelen niet het te zeggen, buitenge
meen zwak van inhoud en constructie.
In zijn algemeene vaagheid, zijn ge
brekkige en onvolledige formuleering
var den gedachtengang, welke er aan
ten grondslag ligt; zijn zwakke argu
mentatie en het buiten concrete be
schouwing laten van de wijze, waarop
de van staatswege opgelegde contributie
door de vijf groote omroepvereenigingen
zal worden besteed, is het stuk zelfs
nauwelijks bruikbaar als basis voor een
behandeling van het onderwerp in de
Kamers, laat staan, dat ’t de grondslag
zou kunnen zijn voor een zoo sterk de
bevolking in al haar lagen rakende
regeling.
Wij zullen deze scherpe veroordeeling
hieronder nader toelichten, maar vooraf
ga, ter opfrissching van het geheugen,
de weergave der essentialia van ’t ont
werp.
Zij zijn de volgende:
De luisteraars worden verplicht 5
per jaar en per toestel aan een der be
staande omroepvereenigingen bij te dra
gen, of, indien men geen dezer wil steu
nen, 6 per jaar en per toestel aan de
Nozema (die dan voor verdeeling on
der de vereeniging zorg draagt, naar
de mate van haar zendtijd) teneinde
in de toekomst de verzorging van de
Nederlandsche radio-programma’s, de
uitzending van de z.g.n. wereld-
programma’s, de uitzendingen voor de
overzeesche gebiedsdeelen en eventueel
de televisie-uitzendingen naar behooren
te kunnen financieren.
Aan het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer over de Indische begrooting
1940 wordt ontleend
Verscheidene leden achtten de Re
geering te weinig doordrongen van het
feit, dat zich ongetwijfeld, als gevolg
van den oorlog, op staatkundig gebied
essentieele veranderingen zullen vol
trekken. Zoo vestigden zij er de aan
dacht op, dat in
reeds een sterke strooming bestaat,
welke is gericht op de instelling van
een volwaardig parlement en dat de
Volksraad met dertig stemmen voor en
twintig stemmen tegen een motie heeft
aanvaard, ter aanbeveling van een be
stel, waarbij de departementshoofden
aan den Volksraad verantwoordelijk
zullen zijn.
Men onderschatte de beteekenis van
zoodanige stroomingen en van zulke
uitspraken niet. Zij vormen toch een
aanwijzing, dat men in breeden kring
met het bestaande geen genoegen meer
wenscht te nemen en dat de drang, met
name onder de Inheemschen, naar het
verkrijgen van meer staatkundige be
voegdheden veld Wint.
Er zou in andere omstandigheden
voor mij, een ruime en graag benuttig
de mogelijkheid openstaan, voor bespie
gelingen rondom de vraag hoever deze
verbondenheid tusschen Nederland en
België gaat, maar ik ben de eerste om
te erkennen, dat zij in deze dagen met
veel omzichtigheid in het openbaar moet
worden aangeraakt. Ik zal me dan ook
aan geen practische besluiten wagen,
omtrent de gevolgtrekkingen, welke uit
deze verbondenheid tegenover zekere
gebeurlijkheden dienen te worden afge
leid. Ik wensch alleen aan het vertrou
wen lucht te geven, dat zij op haar volle
waarde zal worden geschat en dat haar
vorderingen in geval van nood zullen
worden beantwoord, met de vastbera
denheid en den mannenmoed, welke in
tijden als deze, ook voor de kleinere
landen, de eenige passende onderhouw
voor ware staatsmanswijsheid leveren
kunnen.
Enkele leden verklaarden den finan-
cieelen toestand zorgelijk te achten, al
is het budgetaire verloop in de laatste
jaren meegevallen.
Deze leden waren van oordeel, dat
de belasting van de bevolking en van
het bedrijfsleven in lndië reeds een
hoogte had bereikt, die den onder
nemer zich wel tweemaal doet beden
ken, voordat hij nieuw kapitaal in In-
dië steekt.
Ettelijke leden drongen met name er
op aan, dat de voor lndië zoo onge
meen belangrijke suikerindustrie niet
te zwaar zou worden belast.
Deze leden verklaarden voorts, ver
dere bezuiniging op den openbaren
dienst in lndië uiteraard theoretisch
mogelijk te achten. Zulks zou echter al
wat aan Westersche ontwikkeling al
daar was gebracht, in gevaar brengen,
weshalve deze leden meenden te moe
ten ontraden, dien weg in te slaan.
Zij gaven in overweging, de invoe
ring van een stelsel van fiscale maat
regelen, waarbij zeer zeker de onder
nemingen zwaar worden belast, doch
haar de mogelijkheid zou worden ge
laten tot het maken vat? zoo ruim mo
gelijke winsten in de goede jaren, zoo-
dat ook de slechte jaren kunnen wor
den doorstaan, zonder dat het behoeft
te komen tot ontslagen op groote
schaal.
Waardeering werd geuit voor de
maatregelen, door de Indische Regee
ring in September 1.1. na het uitbreken
van den oorlog genomen ten bate van
een ongestoorde voedselvoorziening.
Die maatregelen toch hebben hun doel
niet gemist.
Vele leden betreurden, dat terzake
van de sociale wetgeving waaronder
zij de sociale verzekering wenschten te
zien begrepen, bij de Regeering elk ini
tiatief van beteekenis ontbreekt.
Gelet op de noodzakelijkheid, alles
te doen, om de werkgelegenheid voor
Nederlandsche arbeidskrachten te
vermeerderen, zou men gaarne van den
minister vernemen, hoe het staat met
de bestelling bij de Nederlandsche in
dustrie van de geheel metalen bombar
dementsvliegtuigen, welke de Indische
weermacht behoeft.
Een bereidwillig wederkeerig dienst
betoon wat betreft bevoorrading, voe
ding en vervoer, kan bij langeren duur
van den oorlog, niet alleen een kost
bare bijdrage worden tot onze gemeen
schappelijke weerbaarheid, maar tevens
een voortreffelijke school voor samen
werking, welke op de verdere toekomst
van onze landen een weldadigen invloed
kan uitoefenen.
Maar, wat we elkander kunnen ge
ven door ruil is weinig in vergelijking
met hetgeen we te winnen en laat me
er aan toevoegen, te verdedigen hebben
voor een gemeenschappelijke actie naar
buiten. Niet in de uitwisseling van
goederen binnen de grenzen van onze
eigen markten, maar in de samenvoe
ging van onze krachten en middelen, in
de vergemeenschappelijking van onze
pogingen op internationaal gebied, is de
meest volledige en ook de ware uitdruk
king te zoeken van de verbondenheid,
waarvan ik bij deze beschouwingen ben
uitgegaan en welke de dekking moet
uitmaken van onze toekomstige be
staansmogelijkheden.
De voornaamste dier vragen willen
wij hier stellen.
Het aantal luisteraars bedraagt onge
veer een millioen, die dus, volgens de
thans vastgestelde regeling, samen om
streeks 5 a 6 millioen gulden zullen op
brengen, welk bedrag als vaste in
komsten aan de omroepvereenigin
gen ten deel valt.
Het aandeel van elk hater in dit totaal
is verschillend. Het is afhankelijk van
het ledental en voorts, voor wat de ver
deeling der bijdragen, van niet-leden, ad
6 gulden per toestel, betreft, van den
zendtijd, welken elk der vereenigingen
tot haar beschikking heeft.
Het gaat hier, naar men ziet, niet
om kleinigheden. En de sommen stijgen
nog aanzienlijk in grootte, indien na
verloop van tijd zou blijken, dat de
jaarlijksche bijdrage van 5 (subs.
6) onvoldoende is om de gestelde
doeleinden te bereiken en een opvoe
ring tot f 10 per toestel per jaar noodig
wordt. Deze mogelijkheid is namelijk
ook in het ontwerp opgenomen.
Maar houden wij ons voorloopig aan
de 5 a 6 millioen gulden per jaar.
Krijgt elke omroepvereeniging haar
aandeel daarin nu zoomaar uitgekeerd,
zonder eenige bindende aanwijzing
omtrent de besteding van al dat geld
en zelfs zonder eenige controle op de
bestemming
Blijkbaar wel, want uit het ontwerp
blijkt niets van een
zelfs ook maar van
daartoe.
De conclusie ligt voor de hand de
omroepvereenigingen kunnen met de
millioenen der burgerij doen wat haar
behaagt.
Het merkwaardige verschijnsel
om geen andere aanduiding te ge-
Antwoord op de vragen van het
Kamerlid van Kempen.
Op schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid van Kempen, in ver
band met de aan een Duitsche lucht
vaartmaatschappij verleende vergun
ning tót het heropenen van de lucht
lijn BerlijnAmsterdam voor vracht
en postvervoer, hebben de ministers
van Waferstaat en Defensie thans als
volgt geantwoord
Aan de Deutsche Luft Hansa A.G. is
vergunning verleend voor het herope
nen van een luchtlijn BerlijnAmster
dam v.v. voor vracht- en postvervoer.
Een wederkeerige vergunning van de
Duitsche regeering ten behoeve van de
K.L.M. alleen of voor haar tezamen
met anderen, is niet gevraagd.
De luchtverbinding, waartoe vergun
ning is verleend, maakt versnelling
van het postverkeer mogelijk en is be
vorderlijk aan den uitvoer van Neder
landsche producten, bijvoorbeeld snij
bloemen.
Op de vraag van den heer van Kem
pen. of de ministers de noodzakelijk
heid hebben overwogen voor het- vlieg
veld Schiphol den staat van beleg af
te kondigen de schriftelijke vragen
werden 3 April j.l. ingezonden ant
woorden de ministers, daf Schiphol bij
Kon. besluit van 13 April j.l. in staat
van beleg is verklaard.
De wijzigingen in de algemeene lucht-
drukverdeeling voltrekken zich slechts
langzaam. Het gebied van hoogen lucht
druk over het Ooszeegebied nam nog in
beteekenis toe. Langs de Noord- en
Oostzijde van dit maximum stroomen
koude luchtmassa’s in Zuidoostelijk en
Zuidelijke richting In de randstaten kwa
men gisteren lichte sneeuwbuien voor.
Langs de Zuidwestkust van het ge
noemde gebied van hoogen luchtdruk
voeren Zuidoortelijke winden warme en
droge lucht rechtstreek uit het Middel-
landsche zeegebied naai onze omgeving.
Onder invloed van de Oceaandepressie,
wordt over het Iberisch schiereiland en
de golf van Biscaye echter koelere lucht
aangevoerd. De scheidingslijn van de
warme en koude lucht moet zich ergens
over Frankrijk bevinden.
Zonsopgang: 24 April 4.44 u.
Zonsondergang: 24 April 7.13 u.
Lantarens aan: 24 April tot 4.15
v.m.; 24 April 7.42 u. nam.
Hoogwater te Scheveningem
24 April ’s m 3 u.; nam. 3 JJO u
Morgen schietoefeningen op het strand
tusschen de strandpalen 91 en 94 van 9.30
u. v.m.6 uur nam.
Centraal adviesorgaan be
pleit.
Sommige leden waren, wat betreft
de structuur van het Koninkrijk, van
oordeel, dat ook zonder Grondwetsher
ziening iets kon worden bereikt ter
versterking van den invloed der over
zeesche gewesten, zonder verzwakking
van den Rijksband en zonder ontijdige
„democratiseering” van het Indische
staatsbestel in zijn geheel. Zij doelden
daarbij op de instelling van een cen
traal orgaan, adviseerende over ko
loniale aangelegenheden, waarin ver
tegenwoordigers van moederland en
overzeesche gebiedsdeelen beide zitting
zouden hebben.
Verscheidene leden, die met voldoe
ning hadden vernomen, dat de minis
ter voornemens is, de mogelijkheid van
verruiming van het kiesrecht voor den
Volksraad en van vermindering
het aantal benoemde leden van
college te onderzoeken, drongen
dezen aanzien op spoed aan.
Andere leden verklaarden, voors
hands niet in allen deele met de be
doelde hervormingen te kunnen in
stemmen.
Barometer
v.m. 12 u. 757J m.m.; thermometer resp.'
14j gr. en 22 gr. Celsius
Barometer na hedenmiddag 12
dalende.
ï-
Al
‘‘•'I
-
V -
d
ac I H
o rH
Nvt