in De Engelsch-Italiaansche verhouding in het huidige conflict DE ZWARTE ORCHIDEE Haagsthe Courant van Woensdag 24 April 1940 De waarschuwing van Churchill RECHTZAKEN STADSNIEUWS WERKVERSCHAFFING heer kosten de op FEUILLETON. (Nadruk verboden.) van Wordt vervolgd. I om ons terug te BENOEMING EN ONTSLAG LEERKRACHTEN SOLDAAT SPEELDE MET EEN RE VOLVER EN DOODDE EEN MEISJE. Telen van bruine boenen en late aardappelen op braakliggende gemeentelijke bouwterreinen. GEMEENTELIJK ELECTRISCH BEDRIJF DE VACATURE VAN WIJLEN DS. A. B. TE WINKEL. Naar wij vernemen, heeft ds. G. van Veldhuizen te Kralingen eveneens be dankt voor het beroep in de vacature bij de Ned. Herv. Gemeente hier ter stede, ontstaan door het overlijden van ds. A. B. te Winkel. HOFMEESTER VERDACHT VAN MOORD OP ZIJN VROUW ten laste gelegd. Bovendien wordt K. er van beschuldigd, dat hij het lijk op 24 Juni heeft verborgen en weggevoerd. Raad voor de Scheepvaart DE „AMOR” VERLOREN GEGAAN ZESDE BLAD, PAGINA 1. MORGEN BEHANDELING VOOR DE RECHTBANK. Hoe de dader werd ontdekt Bramenzoekers in de buurt van Bar neveld, bij Terschuur, ontdekten in het begin van Augustus, dicht bij den groo- ten weg, onder het struikgewas een grooten koffer waarin zich de romp van een vrouwenlijk bevond, dat reeds in vergevorderden staat van ontbinding was. Het waschgoednummer, dat op de kleeren in den koffer voorkwam, 273, werd door de radio verspreid en daar- po- Morgen! Ja. Ik kan ónmogelijk langer blijven. De van Huydens zijn de vrien delijkheid in eigen persoon, maar ik ben nu weer beter... en moet weer op weg. Hij vermoedde, dat het haar bedoe ling was om nieuws over Armstrong in te winnen, en zijn oude antipathie werd weer opgewekt. Steeds was het Armstrong... Armstrong, die haar klaarblijkelijk verlaten had in het uur van het gevaar. Haar groote, onder zoekende oogen schenen de smart, wel ke hij leed, te doorgronden. Er is zooveel, dat je niet be grijpt, sprak ze zacht. Ik zou wel vijftig keer door die hel van vuur willen loopen, indien ik daardoor op een tiende gedeelte van de vragen, welke mij door het hoofd gaan, antwoord kon krijgen. En ik zou er mijn leven voor over hebben om ze te kunnen beant woorden, sprak zij met een onderdruk ten snik. Doch het heeft geen nut... ik moet morgen weg om te weten, wat er gebeurd is... met hem. Misschien moest ik je maar de waarheid zeggen, sprak hij met tegen zin. De waarheid! Wat bedoel je? Over den brand. Het was geen ongeluk... het is expres aangestoken-., door Murcheson. Zij verbleekte bij het hooien den naam van den inspecteur. Zij keek hem aan met wijdgeopende oogen. Je bedoelt om drijven? op meldde zich een vrouw bij de litie met de mededeeling, dat dit het waschnummer was van haar zus, die sedert eenigen tijd spoorloos was ver dwenen. De vermiste vrouw woonde in de Pijnackerstraat. Haar echtgenoot, de hofmeester K., had de woning echter ontruimd. De meubels had hij verkocht, zelf was hij weer naar Indië vertrok ken In de woning werden op vele plaatsen bloedsporen gevonden. Een buurman vertelde, dat hij K. omstreeks 23 Juni had geholpen met net naar be neden dragen van een zwaren koffer. Bij die gelegenheid had hij tegen den buurman gezegd: „Mn vrouw is er met een ander vandoor. Ik heb nu m’n heele hebben en houden maar verkocht”. Bo vendien kwam nog uit, dat hij dien dag een telegram had gestuurd naar familie te Deventer, met de mededeeling, dat hij een bezoek zou komen brengen. In derdaad is hij naar Deventer gereden, met den koffer in de auto, 's Nachts parkeerde hijden wagen voor de woning van zijn familie om den volgenden och tend verder te rijden. Dien dag reed hij langs Terschuur punt zou staan, Zuid-Slavië aan te val len (of in de moderne wijze van spre ken „onder bescherming nemen”) en van de Adriatische Zee een Italiaan- sche binnenzee te maken, daarom be hoeft men nog niet aan te nemen, dat dit ook werkelijk zal gebeuren. Van of- ficieele Londensche zijde geeft men trouwens allerminst steun aan zulke beweringen. Wat men hier als de hoofd zaak beschouwt, is, Italië te behoeden voor een vergissing in de machtsver houdingen. Vandaar de waarschuwing van Winston Churchill. Is zij in Italië begrepen en ter harte genomen? Wij weten het niet. Maar men heeft in Londen steeds een hoogen dunk gehad van de capaciteiten van Mussolini om de werkelijke positie van het ©ogen blik te beoordeelen en Italië’s kust is even lang als kwetsbaar, (Nadruk verbodenj Tot zes maanden hechtenis veroordeeld. De Krijgsraad te Utrecht heeft gistermiddag een 21-jarigen sergeant- capitulant veroordeeld tot een hechte- nisstraf van zes maanden, zooals des morgens door den auditeur-militair werd geëischt, daar de man eenlge maanden geleden een meisje met een revolverschot heeft gedood. Tijdens de behandeling van deze zaak door den Krijgsraad gistermorgen kwam vast te staan, dat de soldaat met een vriend en twee meisjes op een ka mer had vertoefd. Voor de aardigheid had hij zijn revolver getrokken. Zijn vriend had hem gewaarschuwd, doch even later richtte hij het wapen opnieuw op het meisje. Plotseling ging het schot af, waardoor het meisje zoo danig werd gewond, dat het eenige d gen later overleed. De verdachte werd verdedigd doe mr. J. W. Vieringa, die de uiterste cle mentie had ingeroepen en bovendier had gewezen op het blanco strafregister van verdachte. Persstrijd. De persstrijd is nu dus in vollen gang. Ik zeg met opzetpersstrijd, omdat er tot dusverre niets is gebleken van eenige démarche van den Brit- schen zaakgelastigde te Rome om op heldering omtrent de Italiaansche hou ding te verkrijgen. De term „pers strijd” moet verder ook niet worden verstaan in dezen zin, dat de Engelsche pers Italië vijandig gezind zou zijn. Zij geeft alleen uitdrukking aan een ge voel van teleurstelling en lichte erger nis over de anti-Britsche campagne in Italië. Voor het overige beperkt zij zich tot speculatie’s omtrent de vermoede lijke oorzaak van deze campagne. Men kan in de laatste dagen wel haast geen Engelsch blad meer open slaan, of men vindt er artikelen in, waarin de verhouding van Italië tot den oorlog en de oorlogvoerenden wordt besproken of waarin gegist wordt naar hetgeen Mussolini thans zal doen en wat de kansen van Italië zouden zijn in een eventueel conflict. Londen zelf heeft zich zeer actief be zig gehouden met vraagstukken, waar bij Italië ten nauwste betrokken is. Hoewel wij er temidden van het strijd- gerucht niet al te veel van hebben ge hoord, hebben er veel vergaderingen plaatsgevonden onder voorzitterschap van lord Halifax met de gezanten uit Athene, Belgrado, Boekarest, Boeda pest en Sofia, bij welke besprekingen ook de Britsche ambassadeurs te Rome en Moskou tegenwoordig zijn geweest. De positie van Zuid-Oost Europa en in het algemeen van het Middellandsche Zee-gebied is in deze conferenties uiteraard een belangrijk onderwerp van gesprek geweest, en in deze aangele genheden stelt Italië minstens even veel belang als Engeland. Indien men echter in Rome nog eenigen twijfel mocht hebben gehad omtrent de Brit sche bedoelingen in dit deel van de wereld, dan zou deze weggenomen moe ten zijn door minister Chamberlain’s verklaring, waarin hij zeide, dat de Britsche regeering er alleen op uit was, den vrede in den Balkan en in de Donaulanden te bewaren en de veilig heid in dat gebied te verzekeren. Geen dier landen behoefde te vreezen, dat de geallieerden ooit hun onafhankelijk heid of integriteit zouden bedreigen. góden, wat is die deken een prachtig schild geweest! Ja, voor mij. Voor mjj ook. Zij schudde haar hoofd, toen haar oogen op de mouwen van de kamerja pon vielen. Zij wist, dat hy daaronder de gezwachtelde armen verborg, op dat zij de waarheid niet zou raden. Oh, maar ik weet het, zeide zij. Je hebt vreeselyk geleden... en dat alles om mij. Indien ik die rekening maar eens kon vereffenend Wat praat je toch voor onzin! Ik ben net zoo goed door het vuur over vallen als jij. Toevallig, dat... dat ik jou daar tegen het lijf liep. Hoe staat het met Monroe... wij raakten ge scheiden. Ik hoop, dat hij er goed van afgekomen is. Dat hoop ik ook. Maar vertel mij eens, hoe kwam jtf daar zoo alleen? Was je van de anderen afgescheiden? Ja, door den rook. Ik... ik veron derstel, dat je niets van... Armstrong gezien hebt? Hij was mij vooruit, ge loof ik. Hij schudde zijn hoofd en trachtte van onderwerp te veranderen, want hjj vond het niet aanbevelenswaardig haar de ware reden van den brand mede te deelen en het doel daarvan. Indien Armstrong niet door het vuur gegrepen was, dan was hy toch door Murcheson en zijn mannen gevangen. Ben je van plan hier te blyven? vroeg hy. Neen. Dat is de reden, waarom ik je kwam opzoeken, Morgen ga ik naar Batavia. 42) Carson keek naar zijn gezwachtelde armen en ondervond een lichten schok. Hy vond het niet prettig, dat zij hem in een dusdanigen toestand zou zien en toch kon hij den wensch om haar te zien niet terugdringen. Ik wil haar graag zien, antwoord de j^ij. Maar niet in bed. Wilt u mij even helpen met mijn kamerjas? Dan zal ik in den armstoel gaan zit ten Zijn vriendelijke gastheer deed, wat hem gevraagd werd en ging een paar minuten later heen om Tresa te gaan halen. Zij kwam eenigszins zenuwach tig binnen, want het was de eerste keer, dat zij hem terugzag na dien verschrikkelyken tocht door den vuur haard. Ga zitten, verzocht hij haar, Ik heb, sinds we hier aangekomen zyn, erg naar je verlangd. En ik naar jou, sprak zy fluis terend. Oh, Ned, ik kan je niet zeg gen, wat ik voel. Wat jy... Praat daar niet over. Het voor naamste is, dat jy geen litteekens hebt overgehouden. Hy bekeek haar hoofd. Geen enkel litteeken. Groote Toekomst nog duister. Aan speculatie’s over hetgeen er in de toekomst zou gebeuren, moet men in het algemeen niet veel waarde hechten. Dingen, waarover het meest wordt ge sproken, hebben soms de geringste kans om te worden verwerkelijkt en zeker is dit waar ten aanzien van de politiek van de dictatoriale landen, die steeds op een groote verrassing is gericht. Al schrijft men dus in sommige Engelsche kranten, dat Mussolini op het B. en W. bieden den Gemeenteraad de volgende voordrachten aan ter be noeming van een onderwijzer aan de openbare school voor buitengewoon lager onder wijs Hooftskade 194a1. P. Hendrikse, onderwijzer bij het openbaar lager on derwijs in deze gemeente2. W. H. van Kampen, idem3. M. A. Koeman, onderwijzer bij het openbaar lager on derwijs te Dordrecht een onderwijzeres aan de openbare school voor buitengewoon lager onder- De lezing van verdachte. De hofmeester werd bij aankomst te Batavia, aan boord van de „Johan de Witt” gearresteerd en weer naar Neder land teruggebracht. Hij verklaarde, dat hij onschuldig was. Hij gaf toe, dat het huwelijk verre van gelukkig was. Toen hij na zyn laatste reis in Juni uit Indië terugkwam, had hy ruzie met zijn vrouw gekregen. Zij was tegen den kachel gevallen, en verd. had den in druk gekregen, dat zij dood was. In zijn opwinding had hij haar eenige malen met een keukenmes gestoken. In doods angst had hij toen besloten het lijk in gedeelten in twee koffers te bergen en ergens op een afgelegen plek te verber gen Deze tweede koffer is nooit teruggevonden. Het is nog gebleken, dat K. relaties had aangeknoopt met een vrouw in Indië. Ook op de boot had hij met een meisje een liefdesver houding. Aan de vrouw in Indië had hy gevraagd hem te willen schrijven naar een hotel op het Damrak, waar hij begin Juli „wanneer hij van zijn vrouw af was”, zijn intrek zou nemen. In het psychiatrisch rapport van dr. S. P. Tammenoms Bakker en dr. F. Grewel, wordt verd. toerekeningsvat baar geacht, al wordt hij in vele op zichten een infantiele persoonlijkheid genoemd. J. Clason, onderwijzeres bij het open baar lager onderwijs, alhier2. mej. G. E. Bloemendal, onderwijzeres bij het openbaar buitengewoon lager on derwijs te Zutphen3. mej. B. T. J. van Looy, tijdelijk onderwijzeres bij het openbaar lager onderwijs te Kuinre. Zij stellen den Raad tevens voor, dat deze benoemingen op een nader door hen te bepalen dag zullen ingaan. De volgende leerkrachten zullen den 6O-jarigen leeftijd bereiken en overeen komstig de bepalingen van de wet van 22 Februari 1936 in aanmerking komen voor voorloopig pensioen. B. en stellen daarom den Raad voor, met in gang van 1 September 1940 eervol ont slag te verleenen aan 1. mej. H. M. van Rijswijk,.als on derwijzeres aan de openbare lagere school de-Vliegerstraat 28 (school A) 2. A. van Dijke, als onderwijzer aan de openbare lagere school Stortenbe- kerstraat 10 3. mej. M. A. Dijkerman, als onderwyzeres aan de openbare la gere school Alexanderplein 144. R. Baars, als onderwijzer aan de open bare lagere school Galvanlstraat 43 5. H. Schaap, als onderwijzer aan de openbare lagere school Deventersche- straat 21. Laatstgenoemde onderwijzer heeft verzocht om ontslag als leeraar by het avondnijverheidsonderwijs voor meis jes, met ingang van 26 Augustus 1940, terwijl mevrouw A. W. Winterdijk- Bettink, thans wonende te Drachten, ontslag heeft verzocht als onderwijze res aan de openbare lagere school Ju- lianastraat 42 (L.), met ingang van 1 September 1939. B. en W. stellen den Raad voor, aan beide leerkrachten eervol ontslag te verleenen met ingang van de gevraag de dagen. 'richten heeft Kort hierop is de be kende rede van Ronald Cross, den En- gelschen minister voor de economische oorlogvoering, gevolgd, waarin hij kort en goed zeide, dat Italië, indien het als neutraal wenscht te worden be schouwd, zich ook neutraal dient te gedragen. Maar hier ligt nu juist een van de moeilijkheden. De Italianen be schouwen zichzelf niet als neutraal, maar enkel als ,,niet oorlogvoerend” een subtiele onderscheiding, welke men hier wel begrijpt, maar uiteraard allerminst waardeert. Ja. We kwamen hem bij de ri vier tegen. Hij was de kust langs ge weest en had Armstrong’s boot ge vonden en er beslag op gelegd. Hij wist, dat jullie je ergens tusschen de rivier en de kust moesten bevinden. Hy had er genoeg van naar jelui te zoeken en daarom kwam hy op dit prachtige idee. Hoe infaam! Onschuldige man nen zouden daarby hebben kunnen om komen. Ik geloof, dat hy alle inlanders uit de omringende kampongs gewaar schuwd heeft en hy bezwoer, dat het vuur hen niet zou bereiken, aangezien om de dorpen een groote cirkel werd uitgehakt. Hy berekende, dat de wind het vuur vooruit zou jagen naar de rivier en dat Armstrong het door waadbare gedeelte zou moeten over steken om te kunnen ontsnappen. En daar posteerde hy zich. Dus je gelooft, dat hij ontsnapt is? Ik weet het niet. Zoo gauw we hoorden, wat hy gedaan had, zyn we... we.,. Jy herinnerde je myner en kwam my te hulp. Ned, Ned, ik zal dat nooit vergeten. Maar nu kan ik nog niets doen... niets doen... Zy zonk met haar hoofd in haar handen en haar schouders schokten. Hy boog zich over haar heen en raak te haar zachtjes met zyn gezwachtel- den arm aan. Zij hief het hoofd om hoog en zag het, en tot zyn verwonde ring drukte zy op dien arm een kus. Tresa! riep hy verbaasd uit. Ik?... ik?... Oh, moet ik die ver- Monroe den invalide graag zou willen zien. Carson slaakte een zucht van verlichting, want hy had gevreesd, dat Monroe iets was overkomen. Laat u hem maar binnen, zeide hy. Is hy gewond? Daar ziet hy niet naar uit. Hij kwam met den boodschapper terug, dien ik naar het kamp gezonden had. Toen Monroe binnentrad, zag Car- son dadeiyk, dat hem niets mankeer de. Hy liep op Carson toe en was op het punt zijn hand te grijpen, toen hij de zwachtels opmerkte. Hij ging zit ten en keek verbaasd naar het bijna kale hoofd van zyn vriend. Ik ben bly, dat je het er levend afgebracht hebt. Wat is er gebeurd, nadat we van elkaar ge scheiden raakten? Ik raakte er mid den in en moest mij haastig terugtrek ken, maar kon de doorwaadbare plek niet meer bereiken en ben toen door het water heengezwommen. Ik ben er in leder geval heelhuids van af geko men, maar jy...? Ik ben er ook doorheen gekomen. En Tresa... je hebt haar gevon den, hoor ik? Ja. Heb Je haar gezien? Nog niet. Is zy nog hier? Tot morgen. Ik had het geluk haar te ontmoeten. Zij is erin ge slaagd er zonder verwondingen vanaf te komen. Maar, wat is er met Mur cheson gebeurd? Heeft hij Armstrong nog te pakken gekregen? MUN IN DE NABIJHEID ONTPLOFT De Raad voor de Scheepvaart on derzocht gistermiddag de oorzaak van het verloren gaan van het stoomschip „Amor” van de K.N.S.M. Het 2325 ton groote schip was met een bemanning van 33 personen op weg van Colon via Antwerpen naar Rotterdam. Op 11 Maart trof een ontploffing het schip op 5 myi van Fairy Bank. Kapitein Beuker verklaarde, dat hij op de brug was, toen de ontploffing geschiedde. Het was geen geweldige ontploffing, maar een waterzuil viel over het schip, waardoor het onmogelijk was de ge volgen te ©verzien. De reddingbooten waren buitenboord gedraaid. Aan stuurboord was de groote sloep on klaar, zoodat de geheele bemanning in de boot aan bakboord plaats nam. Ook deze sloep was volledig uitgerust met extra-rantsoenen levensmiddelen, kom pas en zeiltuig. De bemanning is spoe dig aan boord genomen door het ler- sche stoomschip „City of Bremen”, dat in de nabijheid voer. Dit schip was op weg naar Antwerpen, in Vlissingen zijn de schipbreukelingen aan land gezet. Op een vraag van den voorzitter van den Raad, verklaarde de kapitein, dat het waterdichte schot tusschen tunnel en machinekamer zooveel mogelijk ge sloten werd gehouden. Ook de machi nist, de heer de Bas, gaf als zyn mee ning te kennen, dat dit het werk niet kan hinderen. Het controleeren van de lagers vereischt slechts weinig tijd. Gedurende die oogenblikken werd een wacht bij dje deur geplaatst. Ook de derde-stuurman, de Kooyman, werd nog gehoord. Hy had wacht op het oogenblik van de ont ploffing. De heer Kooyman verkeerde wijs de-Réaumurstraat 43 mej. E. G. in de meening, dat er twee ontploffin gen hebben plaats gehad. Hij heeft ten minste door de schokken twee salto’s gemaakt, doch hy werd niet gewond. Het uitzetten van de reddingboot was niet gemakkelijk. Het schip maakte slagzij aan stuurboord en daar waren de booten vernield, zoodat de bak- boordsloep moest worden gebruikt. Naar omstandigheden is alles vlot ge gaan. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de heer P. S. van ’t Haaff. meende, dat bij dit ongeluk niet van een drijvende mijn sprake kan zijn ge weest. De ontploffing is dan heviger. W. Men krijgt den indruk uit de verkla ringen, dat de mijn het schip niet ge raakt heeft, doch in de buurt ont ploft is. De Raad zal later uitspraak doen. Heeft Italië haar ter harte genomen [(Van onzen correspondent.) Londen, April. Tusschen Engeland en Italië bestaat nog steeds het vriendschapsverdrag van 1938, maar vriendschap, zooals zoovele andere dingen, moet van twee kanten komen en men heeft in Londen den laatsten tyd sterk het gevoel, dat de Italiaansche regeering en de pers, welke onder haar controle staat, nu niet bepaald overvloeien van hartelijke gevoelens. Vooral in de laatste dagen is er sterk de nadruk gelegd op deze Italiaansche verkoeling, welke, naar men denkt, stamt uit den tijd waarop Mussolini en Hitler hun be kende ontmoeting op de Brennerpas hadden. Het is voor buitenstaanders niet gemakkelijk om te gissen, waarom juist nu deze aangelegenheid zoo op den voorgrond is getreden, maar het is in ieder geval een feit dat de ge beurtenissen in en rond Noorwegen welhaast op den achtergrond geschoven zijn in verhouding tot de publiciteit, welke aan deze Italiaansche kwestie is gegeven. De houding van Engeland is duidelijk genoeg. Dit land heeft geen belang bij een conflict met Italië en in het eerste halfjaar van den oorlog heeft men zelfs alle moeite gedaan om aan de Italiaansche regeering en pers geen aanstoot te geven. Men zag in de hoofd artikelen der kranten 1 zelden andere dan uiterst vriéndelijke of in ieder geval voorzichtige opmerkingen aan het adres van Italië en de nieuwe Italiaansche gezant, Bastianini, werd hier met de allergrootste voorkomend heid ontvangen. Zelfs in het sindsdien gerezen conflict over de transporten van Duitsche kolen naar Italië be trachtte Engeland groote terughoudend heid, al achtte men het hier noodzake lijk voor de toekomst vast te houden aan de volledige toepassing van de Engelsche oorlogvoerende rechten ter zee ook ten aanzien van deze trans porten. Deze tegemoetkomendheid is, althans in de Italiaansche pers, niet beloond. De berichten over Engeland en de En gelsche oorlogvoering hebben meer en meer het karakter van vijandigheid jegens Engeland aangenomen. De ge beurtenissen in Noorwegen zyn in de Italiaansche pers welhaast zonder uit zondering door den Duitschen bril be zien. Dit alles is hier natuurlijk niet onopgemerkt gebleven en hoewel er hier nog steeds niet het geringste ver langen bestaat om met Italië te twis ten, gevoelt men blijkbaar, dat men toch ook om het eens populair uit te drukken niet over zich kan laten loopen. In dit licht moet men de waarschu wingen bezien, welke twee Engelsche ministers dezer dagen aan Italië heb ben gegeven. Winston Churchill vond het noodig te zeggen en het was, gezien de berichtgeving in de Italiaan sche pers over het verloop van den strijd rond Noorwegen, zeker niet over bodig dat de Britsche vloot nog altijd sterk genoeg is om een oog te houden op de Middellandsche Zee, zelfs indien zij ook elders werk te ver- Voor de Amsterdamsche rechtbank zal zich morgen te verantwoorden heb ben de 36-jarige hofmeester P. L. K., vroeger in dienst van de stoomvaart maatschappij „Nederland”, wegens moord op zijn vrouw Maria Johanna T., gepleegd op 22 Juni van het vorige jaar in de echtelijke woning in de Pynackerstraat aldaar. Hij wordt er van beschuldigd op 22 Juni, na vooraf het plan beraamd en het besluit te hebben genomen, zijn echtgenoote opzettelyk van het leven te hebben beroofd, door haar met een mes zoodanige steken toe te brengen, dat zij is overleden. Subsidiair is dood slag en meer subsidiair zware mishan deling den dood ten gevolge hebbende Aan de vermeerdering van de natio nale bodemproductie kan ook deze ge meente medewerken, door tijdeiyk op verschillende aan den buitenkant der stad braakliggende gemeentelijke bouwterreinen bruine boonen. en late aardappelen te doen telen. De totale oppervlakte van den te betelen grond bedraagt ongeveer 20 h.a. Hiervan kunnen pl.nri. 15 h.a. met bruine boonen en pl.m. 5 h.a. met late aardappelen worden beplant. Hierdoor wordt het mogelijk om een aantal personen bij wijze van werk verschaffing te werk te stellen. B. en W. zouden dezen vorm van werkver schaffing willen bestemmen voor door krachtens de Armenwet ondersteun den, die dan voor hun ondersteuning moeten arbeiden, met toekenning van een bijslag van 10 pCt. op hun steun bedrag. Het aantal per week te werken uren wordt voor ieder bepaald door het steunbedrag in centen, vermeer derd met den bijslag, te deelen door 45 45 cent is het uurloon, dat in de werkverschaffing gebruikelijk is. De duur van het werk wordt ge raamd op pl.m. 23.000 man-dagen en 82,800, t.w. rond 75.300 voor ondersteuning en rond 7500 voor bijslag. B. en W. vertrouwen, dat het be stuur van den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon zich met een en ander kan vereenigen en dat het bereid is de steunbedragen, welke die dienst ook bij niet-tewerk- stelling in deze werkverschaffing zou moeten uitkeeren, voor zijn rekening te nemen. B. en W. hebben bereids het verzoek daartoe gedaan. De kosten van den bijslag op den steun zouden zij ten laste van de Ge meente willen brengen. Voor materialen als palen, draad, kunstmest, poot- en zaaigoed, enz., wordt voor het eerste teeltseizoen ƒ9800 noodig geacht. Voorts zijn noo dig 2 loodsen voor schaft- en berg plaatsen, alsmede eenige banken en tafels, waarvan de kosten worden be groot op 1000 zij kunnen worden ge maakt door de Gemeentelijke Vakcur sussen voor Werkloozen. B. en W. hebben zich tot den minister van So ciale Zaken gewend met het verzoek, om in het bedrag van 1000 een Rijks- bijdrage te verstrekken. In totaal zal dus 18.300 beschik baar moeten worden gesteld. Naar de meening van B. en W. kan de opbrengst van de teelt ter beschik king worden gesteld van den Gemeen telijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon ten behoeve van de verzor gingshuizen. De uitvoering van het plan zouden zy willen opdragen aan den directeur van de Gemeentelijke School- en Kindertuinen, in overleg met den directeur der Gemeenteplant- soenen. Op grond van het vorenstaande ge ven B. en W. den Raad in overweging, aldus te besluiten. Oprichting „N.V. tot Exploitatie van Transportwagen»” Voor het vervoer van zeer groote en zware lasten, machine-onderdeelen e.d., bestaat hier te lande geen daartoe ge schikte spoorwagen. De N.V. Trans- formatorenfabriek W. Smit en Co. te Nymegen bezit een wagen met een draagvermogen van 50 ton, doch bo vendien is er een noodig, welke lasten tot 150 ton kan vervoeren. Eenige Ne- derlandsche electriciteitsbedryven zijn nu, behoudens hoogere goedkeuring, in beginsel overeengekomen hierin ge zamenlijk te voorzien door oprichting van een „N.V. tot Exploitatie van Tran sportwagens”, waaraan ook de Trans- formatorenfabriek te Nymegen zal deelnemen, terwijl zij voorts haar wa gen van 50 ton draagvermogen daarin zal inbrengen. Het maatschappelijk ka pitaal zal ƒ300.000 bedragen, verdeeld in 600 aandeelen van 500, waarvan by oprichting 128 aandeelen worden geplaatst en volgestort. De bedoeling is, dat de gemeente ’s-Gravenhage daarvan 12 aandeelen neemt, dus voor ƒ6000 deelneemt. B. en W. stellen den Raad mitsdien voormede te werken aan de oprich ting van de N.V. tot Exploitatie van Transportwagens” en daartoe 12 aan deelen van ƒ500 in de N.V. te nemen, en hen te machtigen een vertegenwoor diger der Gemeente bij de oprichting van de bedoelde N.V. aan te wyzen. schrikkeiyke rol maar steeds door blijven spelen. Ik kan my voorstellen, wat er door je hoofd moet gaan, wan neer jy dat beziet met jouw oogen... jy, die nooit zult kunnen begrijpen in welk een mist ik moet blyven leven... totdat... Neen, neen... dat is een verschrik keiyke gedachte. Je moet vergeten, wat ik gezegd heb. Ik... ik wou alleen maar komen kyken of je al aan de beterende hand was, voordat ik je verliet en om je te laten weten, dat ondankbaarheid niet één van mijn ve le fouten is. En, ga je nu morgen? Ik moet. Ik zal naar je komen kyken, voordat ik vertrek... als ik ten minste mag. Spoedig daarop vertrok zy en van Huyden kwam binnen om zich te over tuigen, dat zijn invalide wel dadelijk weer naar bed ging. Hy keek Carson scherp aan, want hy begreep nog steeds niet, welke verhouding er be stond tusschen hem en Tresa. Maar zyn vrouw begreep al spoedig, dat er iets niet in orde was. Juffrouw Dixon gaat ons morgen verlaten, zeide hy. Wy zouden haar graag een poosje langer hebben willen houden, maar zy schynt erg benieuwd te zyn, hoe het met haar vrienden staat. Ik heb begrepen, dat die ook door het vuur zyn overvallen. Maar hy kreeg van Carson niets te hooren en ging hoofdschuddend heen, terwyi hy nog niets wyzer geworden was. Later op den dag verscheen een onverwacht bezoeker. Van Huyden kwam mededeelen, dat een zekere dr,.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 21