het Noorden
De strijd
in
DE ZWARTE
ORCHIDEE
Haagsche Courant van Donderdag 25 April 1940
STADSNIEUWS
De positie van beide
partijen
nis, wonende
J. H. Kettenis
„HANS EN GRIETJE”
FEUILLETON.
(Nadruk verboden.)
HOOFDSTUK XXV.
Het motief.
(Wordt vervolgd.^
JAARLIJKSCHE ALGEMEENE
VERGADERING NEDERLANDSCHE
REEDERSVEREENIGING
NEDERLANDSCHE KAMER VAN
KOOPHANDEL VOOR
DUITSCHLAND.
den
her-
Het belang van het stand
houden door de Noorsche
troepen.
ZESDE BLAD, PAGINA 1.
Met kalme vastberadenheid.
Dat ondanks deze scheepsrampen de
Nederlandsche zeelieden met kalme
vastberadenheid de steeds toenemende
gevaren der zee trotseeren en met in
zet van hun leven hun taak vervullen,
dient allen, die beseffen hoezeer het
algemeen nationaal belang in de hui
dige omstandigheden bij de vaart onzer
koopvaardij betrokken is, tot groote
erkentelijkheid te stemmen.
De opmarsch der Duitschers.
Thans volgt eerst een indruk van de
wijze waarop de opmarsch der Duit
schers wordt uitgevoerd, zoodat men
een goed inzicht krijgt in de gebeurte
nissen, zoodra de geallieerde troepen
ingrijpen.
De opmarsch der Duitschers kan niet
anders dan in één lijn geschieden,
zonder veel diepte en wij zullen nader
uiteenzetten, welke bezwaren daaraan
verbonden zijn.
Wanneer een troepenmacht een ge
vecht levert, gebeurt dit uit den aard
der zaak door de voorste lijn. Nu zal
deze aanvalslinie op vele plaatsen
worden tegengehouden, waardoor daar
de aanval stokt. Op andere punten
heeft hij succes. De afdeelingen, wel
ke in de diepte zijn opgesteld (dus meer
naar achteren) dienen om de voorste
troepan tn hun mcres te steunen. Daar
De mijnenoorlog.
Verscheidene schepen vielen ten offer
aan den mijnenoorlog en het optreden
van duikbooten. Naarmate de strijd
vodrtduurde, nam de oorlogvoering ter
zee steeds scherpere vormen aan;
vooral magnetische mijnen, gelegd in
vaarroutes, waarvan ook de neutrale
scheepvaart gebruik moet maken, ver
hoogden de gevaren en deden het aan
tal slachtoffers toenemen, terwijl in een
later stadium verscheidene Nederland
sche schepen door vliegtuigen werden
beschoten.
Van begin September tot eind
Maart gingen tengevolge van den
oorlog 23 schepen met een totaal
inhoud van 88109 b.r.t ten onder,
,237 menschen verloren daarbij het
leven.
Een dergelijke wijze van oorlogvoe
ren aldus spr. waarbij de neu
tralen niet worden ontzien, verdient
scherpe afkeuring.
OUDERAVOND „SCHOOL TOT OP
LEIDING VAN WINKEL-
PERSONEEL”.
HAAGSCHE VEREENIGING VOOR
VROUWELIJKE VRIJWILLIGE
HULP
De Vereeniging voor Vrouwelijke
Vrijwillige Hulp, die nog steeds haar
werk aan het uitbreiden is, heeft
daardoor nog steeds extra onkosten
te maken, o.a. voor de verspreiding
van de kleine reclameplaat, welke zoo
goed geslaagd is, voor plakzegels, ver-
menigvuldigmachine enz.
Wederom kreeg zij een zeer aanlok
kelijk aanbod. Ditmaal wilde een
belangstellende, die hartelijk meeleeft
met het werk, 100 beschikbaar stel
len, indien 20 instellingen of personen
ieder een bedrag van 25 geven. We
herinneren nog eens, dat het gironum
mer 376900 is. De Haagsche V.V.H.
hoopt, dat zij niet vergeefs een beroep
doet op haar medeburgers én dat op
deze wijze het benoodigde bedrag voor
den llen Mei, den eindtermijn, door
den aanbieder van de 100 gesteld,
gemakkelyk zal inkomen.
Op Vrijdagavond 19 April vond in
het schoolgebouw De Gheynstraat 129
een ouderavond van de School tot op
leiding van Winkelpersoneel plaats.
Het teekenlokaal was geheel bezet met
belangstellenden tóen de directeur den
avond opende met een woord van wel
kom.
In zijn inleiding sprak de directeur
vervolgens over de verhouding tus-
schen de school, de ouders en de kin
deren, erop wijzende, dat de persoon
en het karakter van den toekomstigen
verkooper van grooten invloed is op
de verkoopkracht. Het is daarom ge-
wenscht, dat de leiding van de school
op de hoogte is van de karaktereigen
schappen van elke leerling. Spreker
wekte de ouders op, vooral naar hem
toe te gaan als er moeilijkheden met
de kinderen zijn. In verschillende ge
vallen, welke op deze wijze behandeld
zijn, zijn reeds bevredigende resulta
ten bereikt.
De heer Molier, docent in étaleeren
en reclameteekenen, sprak hierna over
de eischen, waaraan een goede étalage
moet voldoen.
Spreker besloot zijn voordracht met
te zeggen, dat het étaleursvak een mooi
beroep is, dat niet alleen voor de leer
lingen van de school toekomstmogelijk
heden opent, maar zeer zeker waard is
ook om den wille van het vak zelf be
oefend en geleerd te worden.
Na deze voordracht werden de ouders
van de leerlingen in de gelegenheid ge
steld met de dames en heeren docen
ten te spreken.
reis" werd ook voor conditioneele
contrabande onbeperkt toegepast
RESULTATEN OVER HET AFGELOO-
PEN JAAR NIET ONBEVREDIGEND.
De Nederlandsche Reedersvereëniging
heeft gisteren hier ter stede haar jaar-
lijksche algemeene vergadering gehou
den.
De voorzitter, de heer E. G. Wesse-
link, directeur van de N.V. Hollandsehe
Stoombootmaatschappij te Amsterdam,
herinnerde in zijn openingsrede aan het
vele, dat in het afgeloopen jaar is ge
beurd.
Spr. herdacht in de eerste plaats de
opvarenden der schepen, die als gevolg
van den oorlog, bij de uitoefening van
hun plicht ontijdig den dood vonden.
Daarna bracht spr. een woord van hul
de aan allen, die ongeacht de gevaren,
hun taak aan boord vervullen.
De resultaten over het afgeloopen
jaar noemde spr. over het algemeen niet
onbevredigend.
De geografische ligging van ons land
tusschen de belligerenten, gelegen aan
de zee waar de strijd het felste woedt,
houdt vele gevaren in zoo ging hij
verder. De vervangingswaarde van ver
loren gegane schepen is reeds zeer hoog
en zal waarschijnlijk nog hooger wor
den. De tijd benoodigd voor den bouw
is reeds belangrijk verlengd en het laat
zich aanzien, dat straks de oplevering
nog langer zal duren, terwijl de reeds
sterk gestegen kosten, afgescheiden nog
van de langere reisduren, over de ge-
heele linie steeds meer stijgen. Aan den
anderen kant is te verwachten, dat bij
een voortduren van den oorlog, het vo
lume van den handel steeds verder zal
inkrimpen, waarbij komt, dat vele fac
toren de noodige vrachtverhoogingen
belemmeren.
Eerst na den oorlog zal men zijn po
sitie met juistheid kunnen beoordeelen,
zoolang de strijd voortduurt is groote
voorzichtigheid geboden.
Gedurende de eerste acht maanden
veranderde het beeld ten opzichte van
het jaar 1938 betrekkelijk weinig, de
verhoudingen echter waren meer geac
centueerd.
De gevolgen der economische
oorlogvoering.
De laatste vier maanden geven een
geheel ander beeld. In een mate als
geen ander bedrijf blootgesteld aan de
gevolgen der economische oorlogvoe
ring, die zich voor een belangrijk ge
deelte ter zee afspeelt, kreeg de Neder
landsche scheepvaart reeds dadelijk na
het uitbreken van den oorlog met groote
moeilijkheden te kampen, die tot ingrij
pende maatregelen noodzaakten.
Als voornaamste taak stond voorop,
de verzekering van den regelmatigen
aanvoer van voor ons land onmisbare
goederen en de instandhouding der voor
Nederland essentieele verbindingen, in
het bijzonder die met onze overzeesche
gebiedsdeelen. Voorts was het van be
lang de bestaande vaarten zooveel mo
gelijk te handhaven.
Reeds dadelijk ontstond ernstige
stagnatie door het langdurige opont
houd tengevolge van het contrabande-
onderzoek van 'e zijde der oorlogvoe
renden met als gevolg, vooral geduren
de den eersten tijd, ontwrichting van
het lijnbedrijf. Onze scheepvaart had
ernstig te lijden van inbreuken op het
beginsel, dat de neutrale scheepvaart,
zoolang zij zich overeenkomstig de
voor neutralen geldende verplichtingen
gedraagt en zich onthoudt van het ver-
leenen van eenigen steun aan bellige
renten, haar taak zonder onnoodige
stoornis en bedreiging met groote ge
varen moet kunnen blijven vervullen
van de „vrijheid der zee” bleef wei
nig over.
Contrabande.
Het onderscheid tusschen absolute
en conditioneele contrabande, hoewel
officieel gehandhaafd, vervaagde en
het was deze rekbaarheid, waarmede
door de oorlogvoerenden het begrip
contrabande werd geïnterpreteerd,
welke aanleiding gaf tot vele moeilijk
heden; de z.g. „leer der voortgezette
ORANJE-AVOND.
Ter herdenking van den geboortedag
van H.K.H. Prinses Juliana, tevens als
slotavond van het winterseizoen van
„Weest Getrouw” wordt op Dinsdag 30
April in het gebouw Z.W.-Buitensingel
39 een bijzondere oranje-avond georga
niseerd.
Op het programma staan eenige sa
menspraken. een voordracht-wedstrijd,
terwijl ook ds. B. Fabrie dien avond
het woord zal voeren. Medewerking
verleenen mevr. A. Elsinga, sopraan,
het zangkoor „Salem” en een mondac-
cordeonclubje.
Zelfs nu nog, begrijp je er niets
van. Nu kan ik tenslotte het zegel
van mijn lippen nemen. Kun je... kun
je niet gissen, wie Armstrong in wer
kelijkheid was?
Dat heb ik al geprobeerd sinds
ik zijn naam gehoord heb. Hij was
iets van jou... maar wat?
Hij was... mijn broeder, ant
woordde zij heesch. Niet de Arm
strong, die *s avonds om elf uur in
de bungalow kwam, maar wel de
man, die later wegging. De werkelij
ke Joseph Armstrong stierf in... in
die kamer op dien verschrikkelijken,
onvergetelyken avond.
ook niet eenvoudig,
ondernemen zonder
Aan het maandverslag van de Neder
landsche Kamer van Koophandel voor
Duitschland alhier over Maart 1940
wordt ontleend
In de afgeloopen maand heeft de Ka
mer weer vele gevallen behandeld van
Nederlandsche firma’s, die moeilijk
heden hadden met de aflevering van in
Duitschland bestelde goederen. Deze
moeilijkheden bestonden grootendeels
uit te lange leveringstermijnen, verhoo-
ging van den prijs en intrekking van
reeds verleende uitvoervergunningen.
Met betrekking tot het gebruik van
„sperrmarken” in Duitschland kon de
Kamer in enkele gevallen verzachting
van de bestaande voorschriften ver
krijgen.
De Kamer onderzoekt in hoeverre het
mogelijk is om stelselmatig levens
middelen naar in Duitschland woonach
tige Nederlanders te verzenden op der
gelijke wijze als gedurende den wereld
oorlog geschiedde.
Herhaalde malen werd de bemidde
ling van de Kamer ingeroepen door in
Duitschland gevestigde firma’s, die or
ders, welke zij voor een derde land
hadden ontvangen voor den bouw van
schepen tengevolge van de tijdsomstan
digheden niet konden uitvoeren en deze
aan Nederlandsche werven wilden
overdoen.
waar men vergeefsche pogingen heeft
gedaan om door te stooten, houdt men
dan den tegenstander vast, terwijl men
op de punten waar men een succes kon
behalen, alle krachten concentreert en
het succes vergroot. Zoo ontstaat, een
gat in de verdedigende stelling, dat
steeds meer wordt uitgebreid, door het
steeds opnieuw inwerpen van versche
strijdkrachten, die uit de diepte wor
den aangevoerd en zoo noodig de uit
geputte aanvalstroepen vervangen.
Heeft men het succes op zoo’n front-
deel ten volle kunnen uitbuiten, dan
valt het gedeelte van de stelling, dat
nog heeft kunnen stand houden, van
zelf in de handen van den aanvaller,
omdat het van beide flanken bedreigd
wordt.
De aanval zoowel als de verdediging
hebben dan ook opstelling in de diepte
noodig, d.w.z, dat achter de voorste li
nie nog over groote afstanden troepen
gereed moeten staan om ingezet te kun
nen worden naar gelang de omstandig
heden dit eischen.
Dit klemt te meer, wanneer één van
de flanken van het opmarschfront
wordt blootgesteld aan een aanval,
want dan zullen die meer achter
waarts opgestelde troepen front moe
ten maken naar de zijde, vanwaar de
aanval wordt ingezet.
Passen wij deze theorie toe op het
onderhavige geval, dan marcheerende
Duitschers in een breed front op. Hun
linker (West) vleugel moet dan be
schermd zijn tegen een aanval der ge
allieerden c.q. moet zelf tot den aanval
kunnen overgaan. Het zou natuurlijk
het meest eenvoudige zijn, wanneer het
geheele Duitsche front naar het Wes
ten zou kunnen worden omgebogen en
de landingsplaatsen der Britten en
Franschen zou omsingelen. Dit zal be
zwaarlijk gaan, zoolang de Noren zoo
veel mogelijk uit het Oosten, dus bij
de Zweedsche grens, weerstand bie
den. Wordt dan de Westhelft van het
Duitsche front naar het Westen omge
zwaaid, dan ontstaat er een geweldig
gat in het Duitsche front, dat den
Noren, die in het Oosten standhouden,
een welkome gelegenheid biedt om
door te dringen en de beide fronthelf-
ten van elkaar te scheiden. In dat ge
val zullen de Duitschers, juist door
gebrek aan diepte in hun formaties, in
een zeer ongunstige positie komen.
Dat weet ik. Ik zag hem zooeven.
Heb je eenig nieuws uit het kamp?
Oh, met het kamp is het in or
de. Daarover wilde ik je niet spreken.
Het was over... Armstrong.
Haar lippen beefden en hij zag, dat
zij een bovenmenschelijke poging aan
wendde om haar angst te beheer-
schen.
Heeft... heeft Murcheson hem ge
vangen genomen?
Hij schudde zijn hoofd.
Bedoel je, dat hij... ontsnapt is?
Oh, het is toch niet mogqlyk, dat
hij... Is het dat... vertel het mij!
Ik ben bang, dat dit inderdaad
het geval is. Murcheson doorzocht de
verbrande zone bij de doorwaadbare
plaats, toen het vuur uitgewoed was.
Hij vond iets, dat een onmiskenbaar
bewijs opleverde.
Zij sidderde en scheen heelemaal
niet nieuwsgierig om te weten, waar
uit dat onmiskenbare bewijs bestond.
Zij was intelligent genoeg om haar
eigen conclusies te trekken.
Dood! mompelde zij. Dood!
Uit haar gelaat sprak duidelijk
smart en de gebogen schouders schok
ten, alsof zij in haar binnenste ween
de. Minutenlang sprak hij geen woord,
diep onder den indruk van deze on
miskenbare teekenen van verdriet.
Toen zij tenslotte haar hoofd ophief,
waren haar oogen droog.
Is het voor jou een groote slag?
zeide hij.
Ja... een slag. En toch kan ik er
piets aan doen, dat ik voel, dat het
maar goed is, dat het gebeurd is. Ik
kan niet zeggen, dat wij zoo heel erg
veel van elkaar hielden.
Van elkaar hielden! riep hij uit'
Z.g. „vrije vaargeul”.
Een z.g. „vrije vaargeul”, ingesteld
in overleg met de belligerenten, waar
door, indien aan bepaalde eischen om
trent de lading wordt voldaan, onze
schepen veilig en ongehinderd hun weg
naar en van onze havens zullen kunnen
volgen, zouden de gevaren waaraan onze
scheepvaart thans is blootgesteld, be
langrijk verminderen en het blijven
varen onzer schepen verzekeren. De
voedsel-voorziening voor mensch en
dier en de instandhouding der econo
mische uitrusting van ons land zouden
daarmede tevens verzekerd zijn. De
aandacht der Regeering is hierop ge
vestigd.
Spr. beëindigde zijn rede met uiting
te geven aan de hoop, dat in het nu in
getreden verslagjaar er een einde aan
den oorlog moge komen.
In verband met de buitengewone
tijdsomstandigheden, welke de conti
nuïteit in de behandeling van zaken
wenschelijk maken, werd besloten geen
wijziging te brengen in de samenstel
ling van het bestuur en evenmin in het
voorzitterschap en onder-voorzitter-
schap.
Gedurende het nieuwe vereenigings-
jaar zal dus de heer E. G. Wesselink
voorzitter en de heer F. C. Bouman,
directeur van de N.V. HollandAme
rika ijn te Rotterdam, onder-voorzitter
blijven.
Met het oog op de tijdsomstandighe
den werd tot uitbreiding van het be
stuur overgegaan door de benoeming
als buitengewoon bestuurslid van den
heer W. N. v. d. Vorm, directeur van
de N.V. Scheepvaart en Steenkolen
Mij., te Rotterdam.
De vergadering keurde voorts het
jaarverslag over 1939 goed.
Tresa’s verklaring deed Carson als
met stomheid geslagen staan. Als
haar gezicht niet zoo ernstig geweest
was, zou hy aan een lugubere grap
hebben kunnen denken.
Tresa, weet je wel, wat je daar
zegt? sprak hij tenslotte.
Ik zou wenschen, dat ik het
niet behoefde te zeggen. Het com
plot was zoo intens sluw, zoo wreed
en gemeen, dat ik er geen woorden
voor kan vinden. Ik kon het mij zoo
slecht indenken, dat zelfs, toen de arg
waan mij voor het eerst bekroop, ik
niet kon gelooven, dat zoo iets moge
lijk zou kunnen zijn. En toen ik mijn
nasporingen begon, hadden mijn ver
denkingen reeds vasten vorm aangeno
men. Toen ik hem tenslotte gevonden
had, herkende ik hem dadelijk, on
danks zijn baard en snor en zijn groo
ten bril.
Dat is meer dan verschrikkelijk!
Ja, ik weet het. Maar Goddank
kan ik je nu vertellen, waarom ik in
Essex wegvluchtte zonder een enkele
verklaring.
Deed je daar dan al een of an
dere ontdekking?
Ja. Toevallig nam ik het horloge
op, dat hij achtergelaten had. Het
achterdeksel vloog open en binnenin
was een stukje papier, waarop de
noodige aanteekeningen stonden, wel
ke betrekking hadden op Joseph Arm
strong. Daaronder waren onder ande
ren zijn leeftijd en adres in Sydney,
zijn clubs en liefhebberijen. Ook een
kort verhaal van zijn levensloop. Hij
was rijk... de zoon van een veekoning.
Maar wat mij deed opschrikken en
mijn ziel met argwaan vervulde, was
het feit, dat Armstrong zijn linker
hand had verloren.
Maar, was dat dan geen toevalli
ge omstandigheid?
Het was inderdaad een coïnciden
tie, maar ik voelde bij intuitie, dat
het oog van... van iemand anders
daar direct opgevallen was, en daar
van gebruik gemaakt had. Wat betee-
kende dat stuk papier in het horloge
van mijn broeder? Ook kwam plotse
ling iets anders mij weer voor den
geest. Toen ik destijds het verminkte
lijk zag, voelde ik, dat het niet van
mijn broeder zijn kon. Maar ik was
toen te ellendig om aan dien twijfel
uitdrukking te geven. Daarbij kwam
nog die kunsthand en al die kleinig
heden als kleederen... horloge en ket
ting. Ik wist, dat de menschen er an
ders uitzien, wanneer zij dood zijn.
Hoe kon ik veronderstellen, dat...
Zij snakte naar adem en Carson
vroeg haar of zij niet liever wilde op
houden.
Je hebt het recht om het te we
ten... nu, antwoordde zij. De slag
was het ergste, toen hij pas viel. Nu
moet ik erin berusten en wil het ge
heim aan iemand toe vertrouwen... an
ders zou het mij te zwaar worden.
Dat begrijp ik.
Het motief van de misdaad was
duidelijk. Mijn broeder verkeerde in
moeilijke, financieele omstandighe
den. Afgescheiden van honderden klei
ne schulden was er nog iemand, die
schuldbekentenissen in zijn bezit had
tot een bedrag van duizenden ponden.
Ik ontdekte later, dat deze mijn broe
der dreigde hem te zullen ruineeren,
indien hij niet binnen twee maanden
zou betalen. Oh, denk niet, dat ik ook
maar een schijn van verontschuldi
ging zoek voor deze verschrikkelijke
misdaad. Ik wilde je alleen maar aan-
toonen, dat het armoede en onvermij
delijk bankroet waren, welke hem tot
wanhoop dreven.
Toch kan ik mij niet goed voor
stellen, hoe het eigenlijk gebeurd is.
Het was een zorgvuldig beraamd
complot. Mijn broeder heeft waar
schijnlijk Armstrong eerst op de ge
wone wijze ontmoet. Een kleine gelij
kenis tusschen hen en de merkwaardi
ge coincidentie van de kunsthand,
heeft hem op het idee gebracht. Een
man als Armstrong moest de noodige
credieten hebben in Singapore en op
andere banken. Wanneer hij zich in
de plaats van Armstrong zou kunnen
stellen, dan was hij in staat over enor
me fondsen te beschikken.
Onze Defensie-medewerker schrijft
Wij hebben uiteengezet, dat de op
marsch der Duitschers van den sector
Oslo uit naar het Noorden in verschil
lende colonnes moet geschieden, omdat
de breedte van het in te nemen front,
het vormen van één aaneengesloten en
ondoorbreekbare linie niet toestaat,
zulks in verband met de troepensterkte.
Deze kan onmogelijk groot zijn en wij
meenen niet zoo heel ver van de waar
heid af te zijn, wanneer wij deze op
70.000 man schatten.
Men*hioet den opmarsch niet alleen
ais actie op zichzelf beschouwen want
deze is onmogelijk uit te voeren, wan
neer zij niet van achteren wordt ge
voed uit de basis Oslo. Deze kan op
haar beurt geen voorraden naar voren
zenden, wanneer er geen aanvoer is uit
Duitschland van personeel, geschut,
vechtwagens, munitie enz. Zoo bestaat
er een onverbreekbaar verband tus
schen de operaties eenerzijds en de
aanvoermogelijkheden anderzijds. Het
Duitsche leger zal meer gaan verbrui
ken, naarmate de gevechten heviger
zullen worden dan thans het geval is en
de vraag naar artillerie om de stellin
gen van de Noren te kunnen vernielen
zal daarmede gelijken tred houden.
Zoo verkeeren de Duitsche troepen
uit Oslo komende momenteel nog in
gunstige positie, maar of dat zoo zal
blijven, zal in hoofdzaak afhangen van
het verder verloop van den strijd. Niet
vergeten moet worden, dat er hevige
verliezen zijn aan materieel, dat on
bruikbaar wordt, terwijl de verliezen
aan personeel bij elk gevecht de sterkte
doen slinken, wanneer de aanvoer niet
verzekerd is. Meer dan elk ander strijd-
tooneel is het succes van de Duitschers
afhankelijk van de aanvoermogelijk
heden reden waarom de Engelschen,
deze met alle beschikbare middelen zul
len verkleinen.
Voor de Duitschers nemen met eiken
stap de moeilijkheden meer toe. In de
eerste plaats worden de verbindingen
met Oslo langer en moet dus meer
auto-materieel voor vervoer beschik
baar worden gesteld, maar tevens moe
ten deze verbindingen bewaakt blijven
tegen aanslagen van vijandelijke pa
trouilles of van de zijde van de burger
bevolking.
Dat de verbinding van Oslo met
Duitschland zoo betrouwbaar is, kan
men ons niet wijs maken, want anders
zou men niet zijn toevlucht gezocht
hebben in het ongewone en weinig ren
dabele vervoer van oorlogsmaterieel
Per vliegtuig. Evenmin is het aanne
melijk, dat de Engelschen er niet alles
op zouden zetten, die verbinding over
zee te verbreken, althans ernstig te be
lemmeren.
flank gekregen. Het is nu maar de
vraag, in hoeverre deze kan standhou
den en de Engelschen buiten Noorwe
gen kan houden.
Van Engelsche zijde gezien, is het
vraagstuk ook niet eenvoudig. Een
aanval te ondernemen zonder een
schijn van kans, ligt niet in het voor
nemen der verbondenen. Eerst moet
dan ook de Duitsche vloot onschade
lijk gemaakt worden, dan wel worden
opgesloten en de gevechten bij de ver
schillende havens duiden in die rich
ting. Zij vormen als het ware de inlei
ding van het grootsche gebeuren, dat
de geallieerden hebben aangekondigd.
Na deze schets van de moeilijkhe
den, welke aan een landing zijn ver
bonden, zal men wel begrijpen, dat een
dergelijke actie niet snel kan verloo-
pen.
Wanneer het geallieerde leger heel
sterk is, zal men niet van één, maar
van meer havens gebruik moeten ma
ken. Deze zal men eerst op den vijand
moeten veroveren en aangezien de
Duitschers met behulp van verraad de
kustbatterijen in handen hebben ge
kregen, zal het voor de Engelsche
vloot niet eenvoudig zijn, deze havens
binnen te dringen. De mogelijkheid is
niet uitgesloten, dat de kust andere
geschikte landingspunten oplevert, zoo
dat niet van een haven gebruik ge
maakt behoeft te worden en dat het
Noorsche leger de landingsplaatsen
reeds thans beveiligt. In dat geval zal
die landingsplaats ten Noorden van
Bergen moeten liggen, omdat de Duit
schers deze stad reeds bereikt hebben.
Hevige luchtgevechten zullen zich bij
de landingen ongetwijfeld afspelen.
Cijfers over de koop
vaardijvloot
De totale Nederlandsche koopvaar
dijvloot bestond op 1 Januari 1940 uit
totaal 1133 schepen, metende 2.890.253
br. reg. ton.
De tonnage onder Nederlandsche
vlag vermeerderde met 132.118 b.r.t.
De tankvloot bestaat uit 121 schepen,
metende 550.329 b.r.t. of 19 pCt. van
de totale vloot.
GOUDEN JUBILEUM
Zondag a.s. zal de heer J. H. Kette-
Tasmanstraat 73,
dag
denken dat
hij voor
vijftig jaar
in dienst
trad bij
den Wijn
handel M.
J. Antonis-
sen, Frede-
drik Hen-
laan 87,
voorheen
firma S.
Liesting.
Als aanko
mend ma
gazijnbediende begonnen, werd de heer
Kettenis toen de heer M. J. Antonis-
sen in 1914 de zaak overnam, aange
steld tot chef van het filiaal Wagen
straat. Met groote plichtsbetrachting
heeft de jubilaris steeds zijn werk
zaamheden verricht.
In bovengenoemd kindersprookje, dat
Zondagmiddag 28 April o.l.v. mevr.
Remmy Chabot de Joode in Diligentia
zal worden opgevoerd is de rolverdee-
ling als volgt:
Grietje: Olly Rikkers, Hans: Ciska
van Roon, Heks: Tilly Chabot, Buur
vrouw Babbel: Paula de Jong Baas;
Pannekoek: H. H. Pothmann; Hannes:
Bertha van Gelderen.
In het paleis zal optreden de toove-
naar Zazaram.
Neen. Een paar Maleiers, die
deel uitmaakten van zijn gezelschap^
vertelden, dat Armstrong achter hen
was. Hij wachtte totdat de hitte te
sterk werd en maakte toen, dat hij
wea kwam. Ik ontmoette hem, toen ik
op weg was naar'het kamp. Hij keek
tamelijk sip, toen hij tot de conclusie
kwam, dat hij gefaald had. Den eer
sten dag hebben we erg in angs. ge
zeten, dat het kamp er aan zou gaan,
maar gelukkig is de wind s nachts
gaan liggen en is het vuur vanzelf uit
gegaan.
En is
Murcheson, want het lichaam miste
een hand en later werd nog het mon
tuur van een bril gevonden.
Verschrikkelijk! Ik veronderstel,
dat onze bloedhond tevreden was over
zyn werk?
Hij deed alsof, maar ik geloof,
dat hij nogal uit zijn evenwicht ge
raakt is, toen hij bemerkte, dat het
vuur niet de richting nam, welke hij
op zijn programma gezet had. Ik ge
loof, dat er verscheidene inlanders
verbrand zijn. In ieder geval zag hij
er gisteren erg beroerd uit.
Heeft hü je verteld, wat htf over
Armstrong ontdekt heeft?
Neen... dat heb ik vergeten te
vragen. Maar, dat komt er nu niet
zoo heel erg meer op aan, wel?
Niet, wat Armstrong betreft,
maar er is nog iemand anders in het
spel... Tresa!
Ja, daar heb ik wel aan gedacht.
Maar om je de waarheid te zeggen,
begrijp ik niet, wat zij er eigenlijk
mede te maken heeft. Het zou wel in
teressant zjjn om dat te weten.
We moeten dat spoedig zien te
weten te komen. Ik moet het haar
zonder uitstel mededeelen. Hoe zal zij
het opnemen... daar ben ik wel be
nieuwd naar.
Terwijl Monroe zich ging ontdoen
van het stof, waarmede hij als het
ware overdekt was, deed Carson Tre
sa een boodschap toekomen, met het
verzoek om even te willen komen. Zij
kwam na een paar minuten en keek
erg bezorgd.
Je... je wilt mij spreken? vroeg
zij.
Ja— Monroe is weer boven wa-
texk
Armstrong niet meer te
voorschijn gekomen?
Neen. Murcheson is er zelf heen
gegaan en heeft mannen naar ver
schillende kanten uitgezonden. Het is
pas twee dagen geleden, dat men iets
ontdekt heeft. Dichtbij de doorwaad
bare plek was een geraamte... of lie
ver een onherkenbaar verminkt
lichaam. Er was niets om de identi
teit van het lichaam vast te stellen,
maar een paar meter verder lag een
verkoold stuk hout... overblijfsel van
een kunsthand!
Dat was tamelijk overtuigend.
Het was overtuigend genoeg voor
MOEDERDAG.
De Haagsche afdeeling van den Cen-
tralen Middenstandsbond heeft het
Gemeentebestuur verzocht onbeperkten
verkoop toe te staan aan de bloemen-
winkeliers op Zondag 12 Mei a.s. (Moe
derdag).
Zoolang de Noren aan de grens van
Zweden standhouden, moeten de Duit
schers daartegenover troepen stellen,
zoodat de sterkte, welke zij tegen de
gelande geallieerde troepen kunnen
inzetten, minder bedraagt dan hun to-
taalsterkte. Het is dan ook van uiter
mate belang, de berichten te volgen en
daaruit af te leiden of de Noren nog
aan de Zweedsche grens doorvechten.
Aan den anderen kant is het voor de
Duitschers van hoog belang, allen
weerstand buiten de kuststrook snel te
breken, teneinde alle krachten te kun
nen concentreeren op de geallieerde
troepen. Alles hangt dus af van de
plaats waar de geallieerde troepen zul
len landen en wanneer dit zal geschie
den.
Het optreden der Duitschers gaat
dusdanig snel, en met zulk een energie,
dat men niet te lang moet talmen. An
ders geven de Noren den weerstand
op. Gezien het aantal troepen, dat
naar Zweden uitwijkit, schijnt het
Noorsche weerstandsvermogen al aar
dig te verminderen. De Duitschers,
hebben door hun onverwachte en ge
staagde bezetting van de havens, een
worloopige dekking op hun linker-
43)