het Noorden De strijd in DE ZWARTE ORCHIDEE Haagsche Courant van Donderdag 25 April 1940 STADSNIEUWS De positie van beide partijen nis, wonende J. H. Kettenis „HANS EN GRIETJE” FEUILLETON. (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XXV. Het motief. (Wordt vervolgd.^ JAARLIJKSCHE ALGEMEENE VERGADERING NEDERLANDSCHE REEDERSVEREENIGING NEDERLANDSCHE KAMER VAN KOOPHANDEL VOOR DUITSCHLAND. den her- Het belang van het stand houden door de Noorsche troepen. ZESDE BLAD, PAGINA 1. Met kalme vastberadenheid. Dat ondanks deze scheepsrampen de Nederlandsche zeelieden met kalme vastberadenheid de steeds toenemende gevaren der zee trotseeren en met in zet van hun leven hun taak vervullen, dient allen, die beseffen hoezeer het algemeen nationaal belang in de hui dige omstandigheden bij de vaart onzer koopvaardij betrokken is, tot groote erkentelijkheid te stemmen. De opmarsch der Duitschers. Thans volgt eerst een indruk van de wijze waarop de opmarsch der Duit schers wordt uitgevoerd, zoodat men een goed inzicht krijgt in de gebeurte nissen, zoodra de geallieerde troepen ingrijpen. De opmarsch der Duitschers kan niet anders dan in één lijn geschieden, zonder veel diepte en wij zullen nader uiteenzetten, welke bezwaren daaraan verbonden zijn. Wanneer een troepenmacht een ge vecht levert, gebeurt dit uit den aard der zaak door de voorste lijn. Nu zal deze aanvalslinie op vele plaatsen worden tegengehouden, waardoor daar de aanval stokt. Op andere punten heeft hij succes. De afdeelingen, wel ke in de diepte zijn opgesteld (dus meer naar achteren) dienen om de voorste troepan tn hun mcres te steunen. Daar De mijnenoorlog. Verscheidene schepen vielen ten offer aan den mijnenoorlog en het optreden van duikbooten. Naarmate de strijd vodrtduurde, nam de oorlogvoering ter zee steeds scherpere vormen aan; vooral magnetische mijnen, gelegd in vaarroutes, waarvan ook de neutrale scheepvaart gebruik moet maken, ver hoogden de gevaren en deden het aan tal slachtoffers toenemen, terwijl in een later stadium verscheidene Nederland sche schepen door vliegtuigen werden beschoten. Van begin September tot eind Maart gingen tengevolge van den oorlog 23 schepen met een totaal inhoud van 88109 b.r.t ten onder, ,237 menschen verloren daarbij het leven. Een dergelijke wijze van oorlogvoe ren aldus spr. waarbij de neu tralen niet worden ontzien, verdient scherpe afkeuring. OUDERAVOND „SCHOOL TOT OP LEIDING VAN WINKEL- PERSONEEL”. HAAGSCHE VEREENIGING VOOR VROUWELIJKE VRIJWILLIGE HULP De Vereeniging voor Vrouwelijke Vrijwillige Hulp, die nog steeds haar werk aan het uitbreiden is, heeft daardoor nog steeds extra onkosten te maken, o.a. voor de verspreiding van de kleine reclameplaat, welke zoo goed geslaagd is, voor plakzegels, ver- menigvuldigmachine enz. Wederom kreeg zij een zeer aanlok kelijk aanbod. Ditmaal wilde een belangstellende, die hartelijk meeleeft met het werk, 100 beschikbaar stel len, indien 20 instellingen of personen ieder een bedrag van 25 geven. We herinneren nog eens, dat het gironum mer 376900 is. De Haagsche V.V.H. hoopt, dat zij niet vergeefs een beroep doet op haar medeburgers én dat op deze wijze het benoodigde bedrag voor den llen Mei, den eindtermijn, door den aanbieder van de 100 gesteld, gemakkelyk zal inkomen. Op Vrijdagavond 19 April vond in het schoolgebouw De Gheynstraat 129 een ouderavond van de School tot op leiding van Winkelpersoneel plaats. Het teekenlokaal was geheel bezet met belangstellenden tóen de directeur den avond opende met een woord van wel kom. In zijn inleiding sprak de directeur vervolgens over de verhouding tus- schen de school, de ouders en de kin deren, erop wijzende, dat de persoon en het karakter van den toekomstigen verkooper van grooten invloed is op de verkoopkracht. Het is daarom ge- wenscht, dat de leiding van de school op de hoogte is van de karaktereigen schappen van elke leerling. Spreker wekte de ouders op, vooral naar hem toe te gaan als er moeilijkheden met de kinderen zijn. In verschillende ge vallen, welke op deze wijze behandeld zijn, zijn reeds bevredigende resulta ten bereikt. De heer Molier, docent in étaleeren en reclameteekenen, sprak hierna over de eischen, waaraan een goede étalage moet voldoen. Spreker besloot zijn voordracht met te zeggen, dat het étaleursvak een mooi beroep is, dat niet alleen voor de leer lingen van de school toekomstmogelijk heden opent, maar zeer zeker waard is ook om den wille van het vak zelf be oefend en geleerd te worden. Na deze voordracht werden de ouders van de leerlingen in de gelegenheid ge steld met de dames en heeren docen ten te spreken. reis" werd ook voor conditioneele contrabande onbeperkt toegepast RESULTATEN OVER HET AFGELOO- PEN JAAR NIET ONBEVREDIGEND. De Nederlandsche Reedersvereëniging heeft gisteren hier ter stede haar jaar- lijksche algemeene vergadering gehou den. De voorzitter, de heer E. G. Wesse- link, directeur van de N.V. Hollandsehe Stoombootmaatschappij te Amsterdam, herinnerde in zijn openingsrede aan het vele, dat in het afgeloopen jaar is ge beurd. Spr. herdacht in de eerste plaats de opvarenden der schepen, die als gevolg van den oorlog, bij de uitoefening van hun plicht ontijdig den dood vonden. Daarna bracht spr. een woord van hul de aan allen, die ongeacht de gevaren, hun taak aan boord vervullen. De resultaten over het afgeloopen jaar noemde spr. over het algemeen niet onbevredigend. De geografische ligging van ons land tusschen de belligerenten, gelegen aan de zee waar de strijd het felste woedt, houdt vele gevaren in zoo ging hij verder. De vervangingswaarde van ver loren gegane schepen is reeds zeer hoog en zal waarschijnlijk nog hooger wor den. De tijd benoodigd voor den bouw is reeds belangrijk verlengd en het laat zich aanzien, dat straks de oplevering nog langer zal duren, terwijl de reeds sterk gestegen kosten, afgescheiden nog van de langere reisduren, over de ge- heele linie steeds meer stijgen. Aan den anderen kant is te verwachten, dat bij een voortduren van den oorlog, het vo lume van den handel steeds verder zal inkrimpen, waarbij komt, dat vele fac toren de noodige vrachtverhoogingen belemmeren. Eerst na den oorlog zal men zijn po sitie met juistheid kunnen beoordeelen, zoolang de strijd voortduurt is groote voorzichtigheid geboden. Gedurende de eerste acht maanden veranderde het beeld ten opzichte van het jaar 1938 betrekkelijk weinig, de verhoudingen echter waren meer geac centueerd. De gevolgen der economische oorlogvoering. De laatste vier maanden geven een geheel ander beeld. In een mate als geen ander bedrijf blootgesteld aan de gevolgen der economische oorlogvoe ring, die zich voor een belangrijk ge deelte ter zee afspeelt, kreeg de Neder landsche scheepvaart reeds dadelijk na het uitbreken van den oorlog met groote moeilijkheden te kampen, die tot ingrij pende maatregelen noodzaakten. Als voornaamste taak stond voorop, de verzekering van den regelmatigen aanvoer van voor ons land onmisbare goederen en de instandhouding der voor Nederland essentieele verbindingen, in het bijzonder die met onze overzeesche gebiedsdeelen. Voorts was het van be lang de bestaande vaarten zooveel mo gelijk te handhaven. Reeds dadelijk ontstond ernstige stagnatie door het langdurige opont houd tengevolge van het contrabande- onderzoek van 'e zijde der oorlogvoe renden met als gevolg, vooral geduren de den eersten tijd, ontwrichting van het lijnbedrijf. Onze scheepvaart had ernstig te lijden van inbreuken op het beginsel, dat de neutrale scheepvaart, zoolang zij zich overeenkomstig de voor neutralen geldende verplichtingen gedraagt en zich onthoudt van het ver- leenen van eenigen steun aan bellige renten, haar taak zonder onnoodige stoornis en bedreiging met groote ge varen moet kunnen blijven vervullen van de „vrijheid der zee” bleef wei nig over. Contrabande. Het onderscheid tusschen absolute en conditioneele contrabande, hoewel officieel gehandhaafd, vervaagde en het was deze rekbaarheid, waarmede door de oorlogvoerenden het begrip contrabande werd geïnterpreteerd, welke aanleiding gaf tot vele moeilijk heden; de z.g. „leer der voortgezette ORANJE-AVOND. Ter herdenking van den geboortedag van H.K.H. Prinses Juliana, tevens als slotavond van het winterseizoen van „Weest Getrouw” wordt op Dinsdag 30 April in het gebouw Z.W.-Buitensingel 39 een bijzondere oranje-avond georga niseerd. Op het programma staan eenige sa menspraken. een voordracht-wedstrijd, terwijl ook ds. B. Fabrie dien avond het woord zal voeren. Medewerking verleenen mevr. A. Elsinga, sopraan, het zangkoor „Salem” en een mondac- cordeonclubje. Zelfs nu nog, begrijp je er niets van. Nu kan ik tenslotte het zegel van mijn lippen nemen. Kun je... kun je niet gissen, wie Armstrong in wer kelijkheid was? Dat heb ik al geprobeerd sinds ik zijn naam gehoord heb. Hij was iets van jou... maar wat? Hij was... mijn broeder, ant woordde zij heesch. Niet de Arm strong, die *s avonds om elf uur in de bungalow kwam, maar wel de man, die later wegging. De werkelij ke Joseph Armstrong stierf in... in die kamer op dien verschrikkelijken, onvergetelyken avond. ook niet eenvoudig, ondernemen zonder Aan het maandverslag van de Neder landsche Kamer van Koophandel voor Duitschland alhier over Maart 1940 wordt ontleend In de afgeloopen maand heeft de Ka mer weer vele gevallen behandeld van Nederlandsche firma’s, die moeilijk heden hadden met de aflevering van in Duitschland bestelde goederen. Deze moeilijkheden bestonden grootendeels uit te lange leveringstermijnen, verhoo- ging van den prijs en intrekking van reeds verleende uitvoervergunningen. Met betrekking tot het gebruik van „sperrmarken” in Duitschland kon de Kamer in enkele gevallen verzachting van de bestaande voorschriften ver krijgen. De Kamer onderzoekt in hoeverre het mogelijk is om stelselmatig levens middelen naar in Duitschland woonach tige Nederlanders te verzenden op der gelijke wijze als gedurende den wereld oorlog geschiedde. Herhaalde malen werd de bemidde ling van de Kamer ingeroepen door in Duitschland gevestigde firma’s, die or ders, welke zij voor een derde land hadden ontvangen voor den bouw van schepen tengevolge van de tijdsomstan digheden niet konden uitvoeren en deze aan Nederlandsche werven wilden overdoen. waar men vergeefsche pogingen heeft gedaan om door te stooten, houdt men dan den tegenstander vast, terwijl men op de punten waar men een succes kon behalen, alle krachten concentreert en het succes vergroot. Zoo ontstaat, een gat in de verdedigende stelling, dat steeds meer wordt uitgebreid, door het steeds opnieuw inwerpen van versche strijdkrachten, die uit de diepte wor den aangevoerd en zoo noodig de uit geputte aanvalstroepen vervangen. Heeft men het succes op zoo’n front- deel ten volle kunnen uitbuiten, dan valt het gedeelte van de stelling, dat nog heeft kunnen stand houden, van zelf in de handen van den aanvaller, omdat het van beide flanken bedreigd wordt. De aanval zoowel als de verdediging hebben dan ook opstelling in de diepte noodig, d.w.z, dat achter de voorste li nie nog over groote afstanden troepen gereed moeten staan om ingezet te kun nen worden naar gelang de omstandig heden dit eischen. Dit klemt te meer, wanneer één van de flanken van het opmarschfront wordt blootgesteld aan een aanval, want dan zullen die meer achter waarts opgestelde troepen front moe ten maken naar de zijde, vanwaar de aanval wordt ingezet. Passen wij deze theorie toe op het onderhavige geval, dan marcheerende Duitschers in een breed front op. Hun linker (West) vleugel moet dan be schermd zijn tegen een aanval der ge allieerden c.q. moet zelf tot den aanval kunnen overgaan. Het zou natuurlijk het meest eenvoudige zijn, wanneer het geheele Duitsche front naar het Wes ten zou kunnen worden omgebogen en de landingsplaatsen der Britten en Franschen zou omsingelen. Dit zal be zwaarlijk gaan, zoolang de Noren zoo veel mogelijk uit het Oosten, dus bij de Zweedsche grens, weerstand bie den. Wordt dan de Westhelft van het Duitsche front naar het Westen omge zwaaid, dan ontstaat er een geweldig gat in het Duitsche front, dat den Noren, die in het Oosten standhouden, een welkome gelegenheid biedt om door te dringen en de beide fronthelf- ten van elkaar te scheiden. In dat ge val zullen de Duitschers, juist door gebrek aan diepte in hun formaties, in een zeer ongunstige positie komen. Dat weet ik. Ik zag hem zooeven. Heb je eenig nieuws uit het kamp? Oh, met het kamp is het in or de. Daarover wilde ik je niet spreken. Het was over... Armstrong. Haar lippen beefden en hij zag, dat zij een bovenmenschelijke poging aan wendde om haar angst te beheer- schen. Heeft... heeft Murcheson hem ge vangen genomen? Hij schudde zijn hoofd. Bedoel je, dat hij... ontsnapt is? Oh, het is toch niet mogqlyk, dat hij... Is het dat... vertel het mij! Ik ben bang, dat dit inderdaad het geval is. Murcheson doorzocht de verbrande zone bij de doorwaadbare plaats, toen het vuur uitgewoed was. Hij vond iets, dat een onmiskenbaar bewijs opleverde. Zij sidderde en scheen heelemaal niet nieuwsgierig om te weten, waar uit dat onmiskenbare bewijs bestond. Zij was intelligent genoeg om haar eigen conclusies te trekken. Dood! mompelde zij. Dood! Uit haar gelaat sprak duidelijk smart en de gebogen schouders schok ten, alsof zij in haar binnenste ween de. Minutenlang sprak hij geen woord, diep onder den indruk van deze on miskenbare teekenen van verdriet. Toen zij tenslotte haar hoofd ophief, waren haar oogen droog. Is het voor jou een groote slag? zeide hij. Ja... een slag. En toch kan ik er piets aan doen, dat ik voel, dat het maar goed is, dat het gebeurd is. Ik kan niet zeggen, dat wij zoo heel erg veel van elkaar hielden. Van elkaar hielden! riep hij uit' Z.g. „vrije vaargeul”. Een z.g. „vrije vaargeul”, ingesteld in overleg met de belligerenten, waar door, indien aan bepaalde eischen om trent de lading wordt voldaan, onze schepen veilig en ongehinderd hun weg naar en van onze havens zullen kunnen volgen, zouden de gevaren waaraan onze scheepvaart thans is blootgesteld, be langrijk verminderen en het blijven varen onzer schepen verzekeren. De voedsel-voorziening voor mensch en dier en de instandhouding der econo mische uitrusting van ons land zouden daarmede tevens verzekerd zijn. De aandacht der Regeering is hierop ge vestigd. Spr. beëindigde zijn rede met uiting te geven aan de hoop, dat in het nu in getreden verslagjaar er een einde aan den oorlog moge komen. In verband met de buitengewone tijdsomstandigheden, welke de conti nuïteit in de behandeling van zaken wenschelijk maken, werd besloten geen wijziging te brengen in de samenstel ling van het bestuur en evenmin in het voorzitterschap en onder-voorzitter- schap. Gedurende het nieuwe vereenigings- jaar zal dus de heer E. G. Wesselink voorzitter en de heer F. C. Bouman, directeur van de N.V. HollandAme rika ijn te Rotterdam, onder-voorzitter blijven. Met het oog op de tijdsomstandighe den werd tot uitbreiding van het be stuur overgegaan door de benoeming als buitengewoon bestuurslid van den heer W. N. v. d. Vorm, directeur van de N.V. Scheepvaart en Steenkolen Mij., te Rotterdam. De vergadering keurde voorts het jaarverslag over 1939 goed. Tresa’s verklaring deed Carson als met stomheid geslagen staan. Als haar gezicht niet zoo ernstig geweest was, zou hy aan een lugubere grap hebben kunnen denken. Tresa, weet je wel, wat je daar zegt? sprak hij tenslotte. Ik zou wenschen, dat ik het niet behoefde te zeggen. Het com plot was zoo intens sluw, zoo wreed en gemeen, dat ik er geen woorden voor kan vinden. Ik kon het mij zoo slecht indenken, dat zelfs, toen de arg waan mij voor het eerst bekroop, ik niet kon gelooven, dat zoo iets moge lijk zou kunnen zijn. En toen ik mijn nasporingen begon, hadden mijn ver denkingen reeds vasten vorm aangeno men. Toen ik hem tenslotte gevonden had, herkende ik hem dadelijk, on danks zijn baard en snor en zijn groo ten bril. Dat is meer dan verschrikkelijk! Ja, ik weet het. Maar Goddank kan ik je nu vertellen, waarom ik in Essex wegvluchtte zonder een enkele verklaring. Deed je daar dan al een of an dere ontdekking? Ja. Toevallig nam ik het horloge op, dat hij achtergelaten had. Het achterdeksel vloog open en binnenin was een stukje papier, waarop de noodige aanteekeningen stonden, wel ke betrekking hadden op Joseph Arm strong. Daaronder waren onder ande ren zijn leeftijd en adres in Sydney, zijn clubs en liefhebberijen. Ook een kort verhaal van zijn levensloop. Hij was rijk... de zoon van een veekoning. Maar wat mij deed opschrikken en mijn ziel met argwaan vervulde, was het feit, dat Armstrong zijn linker hand had verloren. Maar, was dat dan geen toevalli ge omstandigheid? Het was inderdaad een coïnciden tie, maar ik voelde bij intuitie, dat het oog van... van iemand anders daar direct opgevallen was, en daar van gebruik gemaakt had. Wat betee- kende dat stuk papier in het horloge van mijn broeder? Ook kwam plotse ling iets anders mij weer voor den geest. Toen ik destijds het verminkte lijk zag, voelde ik, dat het niet van mijn broeder zijn kon. Maar ik was toen te ellendig om aan dien twijfel uitdrukking te geven. Daarbij kwam nog die kunsthand en al die kleinig heden als kleederen... horloge en ket ting. Ik wist, dat de menschen er an ders uitzien, wanneer zij dood zijn. Hoe kon ik veronderstellen, dat... Zij snakte naar adem en Carson vroeg haar of zij niet liever wilde op houden. Je hebt het recht om het te we ten... nu, antwoordde zij. De slag was het ergste, toen hij pas viel. Nu moet ik erin berusten en wil het ge heim aan iemand toe vertrouwen... an ders zou het mij te zwaar worden. Dat begrijp ik. Het motief van de misdaad was duidelijk. Mijn broeder verkeerde in moeilijke, financieele omstandighe den. Afgescheiden van honderden klei ne schulden was er nog iemand, die schuldbekentenissen in zijn bezit had tot een bedrag van duizenden ponden. Ik ontdekte later, dat deze mijn broe der dreigde hem te zullen ruineeren, indien hij niet binnen twee maanden zou betalen. Oh, denk niet, dat ik ook maar een schijn van verontschuldi ging zoek voor deze verschrikkelijke misdaad. Ik wilde je alleen maar aan- toonen, dat het armoede en onvermij delijk bankroet waren, welke hem tot wanhoop dreven. Toch kan ik mij niet goed voor stellen, hoe het eigenlijk gebeurd is. Het was een zorgvuldig beraamd complot. Mijn broeder heeft waar schijnlijk Armstrong eerst op de ge wone wijze ontmoet. Een kleine gelij kenis tusschen hen en de merkwaardi ge coincidentie van de kunsthand, heeft hem op het idee gebracht. Een man als Armstrong moest de noodige credieten hebben in Singapore en op andere banken. Wanneer hij zich in de plaats van Armstrong zou kunnen stellen, dan was hij in staat over enor me fondsen te beschikken. Onze Defensie-medewerker schrijft Wij hebben uiteengezet, dat de op marsch der Duitschers van den sector Oslo uit naar het Noorden in verschil lende colonnes moet geschieden, omdat de breedte van het in te nemen front, het vormen van één aaneengesloten en ondoorbreekbare linie niet toestaat, zulks in verband met de troepensterkte. Deze kan onmogelijk groot zijn en wij meenen niet zoo heel ver van de waar heid af te zijn, wanneer wij deze op 70.000 man schatten. Men*hioet den opmarsch niet alleen ais actie op zichzelf beschouwen want deze is onmogelijk uit te voeren, wan neer zij niet van achteren wordt ge voed uit de basis Oslo. Deze kan op haar beurt geen voorraden naar voren zenden, wanneer er geen aanvoer is uit Duitschland van personeel, geschut, vechtwagens, munitie enz. Zoo bestaat er een onverbreekbaar verband tus schen de operaties eenerzijds en de aanvoermogelijkheden anderzijds. Het Duitsche leger zal meer gaan verbrui ken, naarmate de gevechten heviger zullen worden dan thans het geval is en de vraag naar artillerie om de stellin gen van de Noren te kunnen vernielen zal daarmede gelijken tred houden. Zoo verkeeren de Duitsche troepen uit Oslo komende momenteel nog in gunstige positie, maar of dat zoo zal blijven, zal in hoofdzaak afhangen van het verder verloop van den strijd. Niet vergeten moet worden, dat er hevige verliezen zijn aan materieel, dat on bruikbaar wordt, terwijl de verliezen aan personeel bij elk gevecht de sterkte doen slinken, wanneer de aanvoer niet verzekerd is. Meer dan elk ander strijd- tooneel is het succes van de Duitschers afhankelijk van de aanvoermogelijk heden reden waarom de Engelschen, deze met alle beschikbare middelen zul len verkleinen. Voor de Duitschers nemen met eiken stap de moeilijkheden meer toe. In de eerste plaats worden de verbindingen met Oslo langer en moet dus meer auto-materieel voor vervoer beschik baar worden gesteld, maar tevens moe ten deze verbindingen bewaakt blijven tegen aanslagen van vijandelijke pa trouilles of van de zijde van de burger bevolking. Dat de verbinding van Oslo met Duitschland zoo betrouwbaar is, kan men ons niet wijs maken, want anders zou men niet zijn toevlucht gezocht hebben in het ongewone en weinig ren dabele vervoer van oorlogsmaterieel Per vliegtuig. Evenmin is het aanne melijk, dat de Engelschen er niet alles op zouden zetten, die verbinding over zee te verbreken, althans ernstig te be lemmeren. flank gekregen. Het is nu maar de vraag, in hoeverre deze kan standhou den en de Engelschen buiten Noorwe gen kan houden. Van Engelsche zijde gezien, is het vraagstuk ook niet eenvoudig. Een aanval te ondernemen zonder een schijn van kans, ligt niet in het voor nemen der verbondenen. Eerst moet dan ook de Duitsche vloot onschade lijk gemaakt worden, dan wel worden opgesloten en de gevechten bij de ver schillende havens duiden in die rich ting. Zij vormen als het ware de inlei ding van het grootsche gebeuren, dat de geallieerden hebben aangekondigd. Na deze schets van de moeilijkhe den, welke aan een landing zijn ver bonden, zal men wel begrijpen, dat een dergelijke actie niet snel kan verloo- pen. Wanneer het geallieerde leger heel sterk is, zal men niet van één, maar van meer havens gebruik moeten ma ken. Deze zal men eerst op den vijand moeten veroveren en aangezien de Duitschers met behulp van verraad de kustbatterijen in handen hebben ge kregen, zal het voor de Engelsche vloot niet eenvoudig zijn, deze havens binnen te dringen. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de kust andere geschikte landingspunten oplevert, zoo dat niet van een haven gebruik ge maakt behoeft te worden en dat het Noorsche leger de landingsplaatsen reeds thans beveiligt. In dat geval zal die landingsplaats ten Noorden van Bergen moeten liggen, omdat de Duit schers deze stad reeds bereikt hebben. Hevige luchtgevechten zullen zich bij de landingen ongetwijfeld afspelen. Cijfers over de koop vaardijvloot De totale Nederlandsche koopvaar dijvloot bestond op 1 Januari 1940 uit totaal 1133 schepen, metende 2.890.253 br. reg. ton. De tonnage onder Nederlandsche vlag vermeerderde met 132.118 b.r.t. De tankvloot bestaat uit 121 schepen, metende 550.329 b.r.t. of 19 pCt. van de totale vloot. GOUDEN JUBILEUM Zondag a.s. zal de heer J. H. Kette- Tasmanstraat 73, dag denken dat hij voor vijftig jaar in dienst trad bij den Wijn handel M. J. Antonis- sen, Frede- drik Hen- laan 87, voorheen firma S. Liesting. Als aanko mend ma gazijnbediende begonnen, werd de heer Kettenis toen de heer M. J. Antonis- sen in 1914 de zaak overnam, aange steld tot chef van het filiaal Wagen straat. Met groote plichtsbetrachting heeft de jubilaris steeds zijn werk zaamheden verricht. In bovengenoemd kindersprookje, dat Zondagmiddag 28 April o.l.v. mevr. Remmy Chabot de Joode in Diligentia zal worden opgevoerd is de rolverdee- ling als volgt: Grietje: Olly Rikkers, Hans: Ciska van Roon, Heks: Tilly Chabot, Buur vrouw Babbel: Paula de Jong Baas; Pannekoek: H. H. Pothmann; Hannes: Bertha van Gelderen. In het paleis zal optreden de toove- naar Zazaram. Neen. Een paar Maleiers, die deel uitmaakten van zijn gezelschap^ vertelden, dat Armstrong achter hen was. Hij wachtte totdat de hitte te sterk werd en maakte toen, dat hij wea kwam. Ik ontmoette hem, toen ik op weg was naar'het kamp. Hij keek tamelijk sip, toen hij tot de conclusie kwam, dat hij gefaald had. Den eer sten dag hebben we erg in angs. ge zeten, dat het kamp er aan zou gaan, maar gelukkig is de wind s nachts gaan liggen en is het vuur vanzelf uit gegaan. En is Murcheson, want het lichaam miste een hand en later werd nog het mon tuur van een bril gevonden. Verschrikkelijk! Ik veronderstel, dat onze bloedhond tevreden was over zyn werk? Hij deed alsof, maar ik geloof, dat hij nogal uit zijn evenwicht ge raakt is, toen hij bemerkte, dat het vuur niet de richting nam, welke hij op zijn programma gezet had. Ik ge loof, dat er verscheidene inlanders verbrand zijn. In ieder geval zag hij er gisteren erg beroerd uit. Heeft hü je verteld, wat htf over Armstrong ontdekt heeft? Neen... dat heb ik vergeten te vragen. Maar, dat komt er nu niet zoo heel erg meer op aan, wel? Niet, wat Armstrong betreft, maar er is nog iemand anders in het spel... Tresa! Ja, daar heb ik wel aan gedacht. Maar om je de waarheid te zeggen, begrijp ik niet, wat zij er eigenlijk mede te maken heeft. Het zou wel in teressant zjjn om dat te weten. We moeten dat spoedig zien te weten te komen. Ik moet het haar zonder uitstel mededeelen. Hoe zal zij het opnemen... daar ben ik wel be nieuwd naar. Terwijl Monroe zich ging ontdoen van het stof, waarmede hij als het ware overdekt was, deed Carson Tre sa een boodschap toekomen, met het verzoek om even te willen komen. Zij kwam na een paar minuten en keek erg bezorgd. Je... je wilt mij spreken? vroeg zij. Ja— Monroe is weer boven wa- texk Armstrong niet meer te voorschijn gekomen? Neen. Murcheson is er zelf heen gegaan en heeft mannen naar ver schillende kanten uitgezonden. Het is pas twee dagen geleden, dat men iets ontdekt heeft. Dichtbij de doorwaad bare plek was een geraamte... of lie ver een onherkenbaar verminkt lichaam. Er was niets om de identi teit van het lichaam vast te stellen, maar een paar meter verder lag een verkoold stuk hout... overblijfsel van een kunsthand! Dat was tamelijk overtuigend. Het was overtuigend genoeg voor MOEDERDAG. De Haagsche afdeeling van den Cen- tralen Middenstandsbond heeft het Gemeentebestuur verzocht onbeperkten verkoop toe te staan aan de bloemen- winkeliers op Zondag 12 Mei a.s. (Moe derdag). Zoolang de Noren aan de grens van Zweden standhouden, moeten de Duit schers daartegenover troepen stellen, zoodat de sterkte, welke zij tegen de gelande geallieerde troepen kunnen inzetten, minder bedraagt dan hun to- taalsterkte. Het is dan ook van uiter mate belang, de berichten te volgen en daaruit af te leiden of de Noren nog aan de Zweedsche grens doorvechten. Aan den anderen kant is het voor de Duitschers van hoog belang, allen weerstand buiten de kuststrook snel te breken, teneinde alle krachten te kun nen concentreeren op de geallieerde troepen. Alles hangt dus af van de plaats waar de geallieerde troepen zul len landen en wanneer dit zal geschie den. Het optreden der Duitschers gaat dusdanig snel, en met zulk een energie, dat men niet te lang moet talmen. An ders geven de Noren den weerstand op. Gezien het aantal troepen, dat naar Zweden uitwijkit, schijnt het Noorsche weerstandsvermogen al aar dig te verminderen. De Duitschers, hebben door hun onverwachte en ge staagde bezetting van de havens, een worloopige dekking op hun linker- 43)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 21