HAAGSCHE COURANT
DE MILITAIRE PERSVERORDENING
DE ZWARTE
ORCHIDEE
fW
to a
BINNENLAND
Zaterdag 27 April 1940
IN EN OM DEN HAAG
I
VIERDE BLAD.
Rotterdam zeshonderd jaar stad
Viering op 7 Juni a.s.
FEUILLETON.
(Nadruk verboden.)
te
HOOFDSTUK XXVI.
Een verrassing.
te
we-
(Wordt vervoegd.),
over
praten. Ik ben erg druk bezig geweest
sedert ik teruggekomen ben. De tuin
No. 17555
Op 7 Juni a.s. zal Rotterdam zeshonderd jaar
stad zijn. Den 7en Juni 1340 gelukte het Rotter
dam, uiteindelijk stadsrechten te verkrijgen.
Na overleg met het college van B. en W.
heeft een voorloopig comité het initiatief ge
nomen tot de viering van dit feit. Dit voor
loopig comité, dat bestaat uit de heeren mr. K.
P van der Mandele, voorzitterT. P. Baart
de la Faille, vice-voorzittermr. E. F. Bonger,
mr. Jac. Dutilh, mr. J. Leopold, Jac. Mees, mr.
W. C. Mees, H. G. J. de Monchy en mej. I. M.
van Dugteren, secretaresse, neemt de dagelijk-
sche leiding waar
Gistermiddag zijn in het Raadhuis te Rotter
dam de leden van het eere-comité, gevormd
door een aantal notabelen en eenige militaire
autoriteiten, door den burgemeester van Rot
terdam, mr. P. J. Oud, geïnstalleerd.
tijd dat lieve huisje in die prachtige
streek verlaten had.
Je kunt vertellen, dat de storm
geluwd is, zeide Carson.
Maar hij wist niet, dat deze opmer
king een weinig te voorbarig was. De
storm was nog in geenen deele ge
luwd... nu nog niet.
Inspecteur Murcheson was bezig
zich uit te sloven. Het was maar
goed, dat noch Tresa, noch Carson
konden zien, wat er in het brein van
dat heerschap omging!
Na drie maanden van hard zwoegen
had Carson zijn vacantie gekregen. In
dien tusschentijd had hij twee keer
iets van Tresa vernomen. Zij was
naar Singapore vertrokken met het
vaste plan om haar bungalow te ver-
koopen, daar zij voelde, dat het haar
onmogelijk zou zijn om daar nog lan
ger te wonen. Maar tot haar verwon
dering vond zij het minder griezelig,
dan zij zich had voorgesteld. Mis
schien lag dat aan Carson en de toe
komst, welke hij haar voorgesteld
had, maar het feit bleef bestaan, dat
zij er kon slapen zonder door droomen
te worden gekweld.
Zij besloot de bungalow aan te hou
den, totdat eventueele gebeurtenissen
haar zouden dwingen die te ontruimen.
Haar brieven aan Carson waren in
geen geval treurig. Hij kon haar hoop
tusschen de regels doorlezen. In haar
strijd tegen het verleden bleef zij
overwinnaar. De liefde had haar
moed aangewakkerd.
Toen Carson zijn boeltje inpakte en
de eerste de beste boot naar Singa
pore nam, was zijn hart zoo licht als
een veertje. Het moeilijkste gedeelte
van zijn taak was overwonnen en nu
de zaken vlot marcheerden was de as-
sistent-ingenieur overgekomen om de
leiding op zich te nemen. Carson voel
de zich als een schooljongen op een
vrijen dag. Daar, aan den anderen
kant van de schuimende golven, zou
hij Tresa vinden, terwijl al die treu
rige herinneringen zouden zijn wegge
vaagd.
Elk uur, dat hem nog van haar
scheidde, scheen hem een eeuwigheid
te duren. Steeds zwierven zijn oogen
naar den horizon om te zien of hij nog
morgen kwamen Tresa en hij samen
afscheid nemen. Carson had zich voor
deze gelegenheid, met behulp van van
Huyden, gekleed.
Het spijt mij, dat je een gedeelte
van je verlof verknoeid hebt, Monroe.
Verknoeid! Wel, ik heb iets me
degemaakt, dat ik nooit zal verge
ten... ik heb je daadwerkelijk aan den
arbeid gezien, Ned.
Eén dezer dagen zul je me nog
eens aan het werk zien.
Ik hoop het. Heb je nog één of
andere boodschap voor je menschen
over het water?
Carson keek Tresa aan en een blos
kwam op haar gelaat, toen het haar
voor den geest kwam, hoe zij inder-
Met vreugde in het harte zal ieder Hagenaar
de ontwakende Lente hebben gadegeslagen.
Het jonge groen, dat telken jare opnieuw door
zijn bekoorlijkheid onze bewondering af dwingt,
liet zich niet door zorgelijke tijden neer
drukken, maar vermocht integendeel, zij het
dan ook kort, ons onze zorgen lichter te doen
zien. Dat is in deze tijden al een groot voor
deel. De Gemeente echter dacht er anders over.
Zij deed den volke kond, dat de financiën op
den langen duur niet toereikend waren en dat
derhalve een verhooging van het opcentenper-
centage tegemoet mocht worden gezien. Kijk,
dat is nu het moment, waarvan we wisten,
dat het komen zou, doch waarom we nog niet
treurden zoolang de angst nog geen werkelijk
heid was geworden. Nu is het zoover. Over
zuinig beheer en het niet doen uitvoeren van
werken, welke niet strikt noodzakelijk zijn,
heb ik hier al menig keertje gemopperd. Of
eigenlijk mag het geen mopperen heeten. Er
zou een ander woord voor te stellen zijn, doch
op advies van Jodocus, die me de nieuw inge
voerde Persverordening in herinnering bracht,
laat ik aan een ieder over om te raden wat er
alzoo bedoeld kan zijn. Jodocus vond die Pers
verordening maar een raar ding. Ik ben maar
blij, filosofeerde hij, met mijn ambtenaars
baantje en ik benijd de journalisten geen
sikkepit. Die heeren loopen, volgens hem, met
de schaduw van de censuur krijgertje te spelen.
Enfin, hij zag het zwartgallig in. Zijn nicht
Wies en ik waren optimistischer gestemd en
zien het geval door een meer rosen bril. In-
tusschen wil ik van het onderwerp belasting-
verhooging niet afstappen zonder te hebben
gememoreerd, dat onze buren in Voorburg er
in dat opzicht beter voorstaan. Daar stellen
B- en W. voor om de opcenten te verlagen
Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk, vraag
je je zelf af. Hebben de heeren daar soms van
die ezeltjes, welbekend uit het sprookje Hoe
het echter ook zij, onze buren zijn benijdens-
waardige lieden en als ik hoor, dat iemand in
Voorburg woont, kijk ik hem of haar voortaan
met andere oogen aan. Wies verwacht er min
of meer een volksverhuizing van, omdat ze
denkt, dat iedereen nu een oogje zal slaan op
het lieve dorp met de lage belastingen. Als dat
niet trekt, trekt niemendal
Wies is voor haar auto’tje deze week een
distributiekaart gaan halen en ze kwam ver
rukt thuis. Ze was op den Rijswijkscheweg in
het H.T.O. (waar de benzine-dictatoren in spé
gezeteld waren) zoo vlot ontvangen, had niet
behoeven te wachten, in één woord, al haar
onaangename herinneringen aan een vorige
uitreiking van andere distributie-kaarten waren
in één slag verdwenen. Men heeft dus geleerd
ofwel de organisatoren hadden het zaakje beter
aangepakt. Ik vind het evenwel best de ver
melding waard. Als het goed marcheert, moet
het ook maar eens gezegd worden.
Onze politie (al of niet in samenwerking met
andere corpsen) gaat maar door met het doen
van goede vangsten, zooals zulks in de voor de
bladen bestemde politie-taal heet. Een feit,
waarover we ons slechts kunnen verheugen,
al wordt dan ook een heerschap pas gepakt
na den dertigsten kraak. Wies merkte zeer te
recht op, dat na den tweeden of derden keer
nog beter ware geweest. Er moet echter altijd
iets te wenschen o verblijven.
Ik zou hetzelfde willen zeggen van onzen
stadhuisbouw. Lang heeft men ons in de on
zekerheid gelaten over de plannen, welke B.
en W. met betrekking tot den bouw van een
was heelemaal verwaarloosd en ik
heb ’m heelemaal in orde gemaakt.
Dat heeft mij wat goed gedaan.
Dat wil ik best gelooven. Je ziet
er heel anders uit. Je hebt dus be
sloten de plaats niet te verkoopen?
Nog niet. Ik heb een uitstekende
huishoudster gevonden. Natuurlijk
kan zij niet zoo goed koken als Wah
Su, maar zij is vroolijk en door en
door betrouwbaar.
En, wat heb je al dien tijd uit
gevoerd?
Ik ben heel veel uit gewest...
twee danspartijen en een groote recep
tie. De Sinclairs wilden natuurlijk
veel meer weten, dan ik hun met mo
gelijkheid kon vertellen. Oh ja, Mur
cheson is hier twee keer geweest.
Waarvoor?
Ik weet het niet. Eerst was ik
wel een beetje nerveus, want hij keek
zoo eigenaardig. Hij vroeg een hoop
weer
ge-
,.Maak je niet ongerust. Het gaat alleen om het onkruid”.
onnoodige dingen en ging toen
weg. Den laatsten keer was hij
heimzinniger dan ooit en neusde wel
een uur lang in mijn tuin.
Ik zal hem eens opzoeken en vra
gen of hij daarmede wil uitscheiden,
zeide Carson verontwaardigd.
Waarom kan hij de zaak nu niet
laten loopen en jou met rust laten?
Het kan mij werkelijk niets meer
schelen, antwoordde zij zacht. Ik
veronderstel, dat hij gaarne zou wil
len weten, wat niemand ooit zal te
weten komen... hoe de vork precies in
den steel zit. Daar, nu heb ik gezwo
ren, dat ik de zaak niet meer zou op
rakelen en nu zitten we er weer mid
den in. Kom, we gaan naar de rozen
kijken.
Zij leidde hem door een zee van
kleuren aan het einde van den ruimen
tuin. Behalve de tropische planten
was daar nog een overvloed van En-
gelsche bloemen en deze spraken tot
Carson veel meer dan die reusachtig
groote exotische bloemen, welke hij in
zulk een groote verscheidenheid in de
wildernis ontmoet had.
Dit gedeelte herinnert mjj aan
Engeland, zeide hij.
Ik heb getracht die uit Engeland
over te planten, lachte zij.
Daar ben je dan wel in geslaagd.
Daarna vervolgde hij op zachten
toon: Tresa, je weet, waarvoor ik
hier gekomen ben, nietwaar?
Zij plukte gedachteloos een bloem
af en keek in de bloembladeren, alsof
zij daar hulp kon verwachten.
Je... je zeide alleen, dat je mij
zoudt komen opzoeken, zoodra je va
cantie zou kunnen krijgen.
Ja...' maar ik kwam met een spe
ciaal doel. Je hebt tijd gehad om de
dingen te overdenken en ik heb tijd
gehad om tot de ontdekking te ko
men, dat een leven zonder jou geen
waarde voor mij heeft. Totdat ik jou
ontmoette, ging ik op in mijn werk.
Op mijn belachelijke, eigenwijze ma
nier, dacht ik, dat dit wel genoeg voor
mij was, maar nu...
Is arbeid dan niet voldoende voor
een man als jij? Ik dacht, dat je
slechts gelukkig was, wanneer je
groote werken kon volbrengen... wa
tervallen aan banden leggen en rivie
ren omleggen.
Het is waar, dat ik in die soort
dingen opga, maar dat is slechts de
ééne kant van het leven. Ik zou het
zelfs voor altijd opgeven, wanneer ik
tusschen jou en die dingen te kiezen
had. Tresa, ik ben gekomen om te
vragen of je met mij trouwen wilt...
hier in Singapore.
Zij deed geen poging om een verras
sing voor te wenden, want dat zou
onder deze omstandigheden huichela
rij geweest zijn. Hij gaf uiting aan
hetgeen haar innigste wensch was.
Als je mjj nog steeds wilt heb
ben, antwoordde zij.
Je wil hebben! Hij lachte, de
blijde lach van een man, die zich plot
seling in den zevenden hemel ver
plaatst ziet en haar in zijn armen
knellend, zoende hij haar hartstochte
lijk.
Ik zal het vandaag nog aan het
Britsche Consulaat opgeven, sprak hij
opgewonden. Dan kunnen we binnen
drie weken trouwen en dezen keer zal
ik je vasthouden.
Dat zal ik niet meer noodig heb
ben, antwoordde zij ernstig. Ned,
je bent de beste man in de wereld.
Ik wilde, dat ik je mijn geheim ver
teld had... zoo verschrikkelijk als het
was. Door weg te vluchten heb ik een
jaar van mijn leven verknoeid. We
zouden het samen onder de oogen heb
ben kunnen zien, nietwaar, liefste?
45)
Ik heb tijd noodig... om na
denken, sprak zij nauw hoorbaar.
Dien kun je krijgen. Tresa, ik zal
binnen een week weer aan mijn werk
zijn. Het is nonsens om nu nog in
mijn bed te blijven liggen. Wanneer
ik met een paar dringende werkzaam
heden klaar ben, dan kan ik mij wel
de luxe permitteeren om een maand
vacantie te nemen. Wil je mij belo
ven om mij over drie maanden in Sin
gapore te ontmoeten?
Wil je dat werkelijk?
Meer dan iets anders in de
reld.
Ondanks alles, wat er gebeurd
is?
Al wat er gebeurd is, heeft al
leen maar tot gevolg gehad, dat je
voor mij begeerlijker bent dan ooit.
Zul je op mij wachten?
Zij knikte en duwde hem terug om
te voorkomen, dat hij opspringen zou
om uiting te geven aan zijn onmete-
lijke vreugde.
Eindelijk zijn we dan bijna het
donkere woud uit, riep hij vroolijk
uit. Als je ooit iets noodig hebt
om de donkere wolken, welke je le
ven overschaduwd hebben, te doen
verdwijnen, dan zal ik een poging
doen, om je dat te verschaffen. Ge
loof mij, ik voel mij beter dan ik mij
een jaar lang gevoeld heb. Gisteren
had ik het idee, dat ik maar niet be
ter werd, maar thans...!
Zij verliet hem spoedig, na hem
beloofd te hebben om ’s morgens voor
haar vertrek nog bij hem te komen.
Hij kon het zich indenken, dat zij al
leen wenschte te zijn voor een tijdje.
Zelfs voor hem was de gedachte aan
haar broeder een nachtmerrie. Wat
moest het wel voor haar zjjn, wier
moeder ook zijn moeder was?
Monroe kwam weer bij hem en
kreeg het geheele verhaal te hooren.
Het trof hem evenzeer als Carson en
Het programma der feestelijkheden.
Het programma van de viering in Juni denkt
men zich als volgtOp Vrijdag 7 Juni zal des
middags zoo mogelijk een tentoonstelling wor
den geopend in Museum Boymans, van schil
derijen en prenten met betrekking tot Rotter
dam.
Des avonds zal de première gaan van het
Egmond-spel van Goethe. Muzikale medewer
king zal worden verleend door het Rotter-
damsch Philharmonisch Orkest. Dit spel zal
bovendien nog op ten minste tien andere avon
den worden gegeven, waarbij ook gedacht is
aan uitvoering speciaal voor de jeugd en voor
werkloozen.
Op 8 Juni zal de morgen voor de schooljeugd
gereserveerd zijn. Afgevaardigden van alle
klassen zullen op het Doeleterrein bijeen
komen, waar de burgemeester de kinderen zal
toespreken, ’s Middags wordt de tentoonstel
ling, uitgaande van de vereeniging „De Hanze”,
van archiefstukken betrekking hebbende op
den landsheerlijken tijd, in te richten door mr.
Hazewinkel en dr. Kossman, geopend. Het
Nederlandsch Verbond sluit zich bij dit plan
aan met een lezing van prof. dr. Z. W. Sneller
over de geschiedenis van Rotterdam.
Van 6.307 uur zendt de Radio-Volksuniver-
siteit 5 minuten-toespraken uit. Bovendien op
Dinsdag 11 Juni, van 6.307 uur, uitzending
van een lezing over Rotterdam.
’s Avonds biedt het Rotterdamsch Philharmo
nisch Orkest, onder leiding van Ed. Flipse, in
de groote Doelezaal een gala-concert aan. Na
afloop van dit concert worden de gasten van
het Gemeentebestuur in de Burgerzaal van het
Raadhuis ontvangen, waar zij getuigen kunnen
zijn van het voorbijtrekken van de vaandel-
wachten van verschillende vereenigingen met
fakkels, vaandels en vlaggen. De burgemeester
houdt dan een toespraak en reikt herinnerings-
medailles uit. Tenslotte dirigeert Ed. Flipse
vóór het Raadhuis de gezamenlijke fanfare
corpsen, welke in den stoet zijn opgenomen.
evenals laatstgenoemde, kon hij zich
maar niet indenken, welke rol de
blaaspijp en de pijlen in het drama
gespeeld hadden. Uit Carson’s ge
laatsuitdrukking merkte hij op, dat er
nog iets bijzonders gebeurd was.
Is alles nu in orde, Ned?
Nu nog niet... maar ik geloof,
dat dit nog wel komt.
Prachtig. Het moet voor haar
iets vreeselijks geweest zijn! Ik heb
nog nooit van een dergelijke zaak ge
hoord. Ik ben benieuwd hoe Murche
son het te weten gekomen is... als hij
het tenminste wist?
Och, hij wist het best... evenals
Wah Su.
Ja, dat is tamelijk zeker. Het
schijnt mij toe, dat de oude Wah zijn
conclusie getrokken heeft uit Tresa’s
eigenaardig gedrag. Maar Goddank,
de zaak is nu voorbij! Nu zal ik ein
delijk eens mijn boot naar Engeland
kunnen pakken.
Wanneer denk je te vertrekken?
Over drie dagen, als alles goed
gaat.
Blijf je vannacht hier?
Ik heb dat al met van Huyden
in orde gemaakt. Ik zag Tresa zoo-
even en daar zij mij mededeelde, dat
zij morgen vertrekt, was ik zoo vrij
haar mijn geleide aan te bieden.
Uitstekend. Denk eraan, dat je
goed voor haar zorgdraagt.
Monroe glimlachte. Het was voor
hem een ongelooflijke genoegdoening,
dat hij weer de oogen van Carson zag
schitteren en hij veronderstelde, dat
er wel een huwelijk in Singapore zou
worden voltrokken, voordat hij naar
de Oost terugkwam. Den volgenden
nieuw stadhuis aan de Raadsleden wilden voor
leggen en nu eindelijk is men er mee voor oen
dag gekomen. Als iemand de benoodigde be
dragen weer zoo ijskoud op papier gedrukt
ziet, dan bekruipt hem toch een eenigszins
eigenaardig gevoel, zelfs als hij voor hel
overige een voorstander van bouwen is ge
weest. Maar belastingverhooging is niet erg
geschikt om den Hagenaar in zoo’n geval zijn
enthousiasme te doen behouden. De Raad komt
voor een moeilijke beslissing te staan en hoe
wel ik den moed bewonder van B. en W. om
in een tijd als die waarin wij thans zijn, met
dergelijke verstrekkende plannen te komen, zou
ik persoonlijk nog maar even de kat uit den
boom willen kijken. Hoe denken de Raadsleden
er over Ik ben al weer blij, dat ik niet in hun
schoenen sta. OOM KOOS.
niet het land kon ontdekken, waar zij
hem wachtte. Toen hij tenslotte voet
aan wal zette, was het alsof hij
zweefde. Hij besprak een kamer in
een hotel en een uur later was hij al
op weg naar de bungalow.
Een bejaarde vrouw opende de deur
en deelde hem, in antwoord op zijn
vraag, mede, dat juffrouw Dixon in
den tuin was en dat zij hem daar ver
wachtte. Hij vond haar een paar mi
nuten later onder een waaierpalm.
Met één oogopslag zag hij, dat het
verleden niet langer meer een beletsel
vormde. Haar oogen stonden weer hel
der en haar wangen waren gevuld.
Toen zij glimlachte, ontdekte hij weer
sporen van kuiltjes. Zij straalde van
jeugd en gezondheid.
Dus je bent toch aangekomen?
Je wist, dat ik komen zou.
Ik zat juist te bepeinzen of het
tenslotte niet een droom was. Kom,
ga zitten en vertel mij over... alles.
Hij lachte vroolijk, toen hij zoo vlak
bij haar zat. Wat viel er anders
vertellen dan dat hij haar oneindig
lief had en dat zij die drie laatste
maanden zijn gedachten van den och
tend tot den avond in beslag genomen
had. Hij vond, dat zij vandaag mooier
was dan ooit tevoren.
Het zou mij jaren kosten om je
alles te vertellen, zeide hij. Ik heb
van dit gedroomd sinds den dag, dat
je mij’bij de van Huydens verliet.
Toen zag je er een beetje anders
uit. Laat mij je handen eens zien...
heb je nog litteekens?
Hij stak ze haar toe. Zij droegen
nog de sporen van het vuur, maar
deze waren bezig te verdwijnen. Het
eenige blijvende litteeken was op zijn
voorarm en daar was zij natuurlijk
onkundig van.
Prachtig. En ook je haar is weer
aangegroeid. Oh, ik was zoo bang,
dat je verminkt zou blijven.
Dat zou toch niet zoo erg ge
weest zijn... voor een man, lachte hij.
In jouw geval toch wel, want
het was voor mij, dat je die ver
schrikkelijke taak op je nam. Zelfs in
dien tijd, toen je reden te over had
om mij te wantrouwen, riskeerde je
voor mij je leven...
Tresa! Alsjeblieft geen...
Neen, ik zal daar nu niet
■n
'S
SC'/ i
S,