HAAGSCHE COURANT de Sch. 15 van De bemanning „Bep” terug I Woensdag 1 Mei 1940. BINNENLAND De logger werd op 12 April door Duitsch patrouillevaartuig met geschutvuur tot zinken gebracht Veertigjarig jubileum Xcht Scheveningers zaten 12 dagen te Bremerhaven in de gevangenis ZESDE BLAD. Moederdag en mobilisatie De Nederlanders te Oslo Koninklijke onderscheidingen uitgereikt De vijfhonderdste mjjn gedemonteerd Begrafenis burgemeester W. J. H. J. M. Keyzer De heer J. P. Heytveldt herdacht heden zijn 4O-jarig jubileum als hoofdboekhouder aan het Gemeente- ziekemhuis-alhier. De jubilaris met zijn vrouw temidden van het administratiepersoneel na de huldiging.- Vijfde van links zittend de jubilaris. KENNISGEVINGEN Gevonden voorwerpen No. 17558 der de werden Het oponthoud door Schipper Antoon Pronk vertelt. Een groote telkens In goeden welstand. „Ik moet u tot zinken brengen”. Sch. 15 van schepen Zeer groote belangstelling in de kerk te Leidschendam en op de be graafplaats te Voorburg. aardig idee van de Ned. Banket- bakkersvereeniging. Op de begraafplaats. Op de begraafplaats merkten wij o.m. de wethouders H. J. Smits en L. C. Koning, en de raadsleden van Leid- „Bep” i ver- gedurende stuurman Neder- hadden Vollen- beman- aldus de ik het door een een bewa- van de I Nicolaas Rede van vice-admiraal J. T. Fiirstner Op het fort Oostoever te Den Helder had vanmorgen een eenvoudige plech tigheid plaats. Voor de entourage van een aantal gedemonteerde mijnen van verschillende nationaliteiten stond hier om elf uur het burger- en marineper soneel van den mijnendemontagedienst opgesteld, onder leiding van luitenant ter zee le kl. J. N. Sluyter, chef van den demontagedienst. Vergezeld van den marinecommandant, schout bij nacht H. Jolles, den kapitein ter zee P. J. Feteris, chef mijnendienst en den kapitein ter zee luitenant ter zee J. Varkevisser chef torpedodienst, arriveerde te 11 uur de chef van den marinestaf, vice-admiraal J. T. Fiirstner, die terstond het woord nam. Het is het Nederlandsche volk aldus spr. door de groote schade, veroorzaakt door de betrekkelijk weini ge mijnen, die op onze kust gesprongen zijn, natuurlijk wel bekend, dat „zoo’n mijn toch maar een gevaarlijk ding is”. Maar het is nu eenmaal in de wereld zoo, dat 500 gevallen, die geruischloos verloopen practisch aan de aandacht ontsnappen, terwijl één lawaaimaker de algemeene belangstelling trekt. Daarom is het goed hier even te memoreeren, dat in het geheel sedert het begin der mobilisatie op onze kust 859 mijnen aanspoelden, waarvan ruwweg de helft van vreemde nationaliteit. Van dit groote aantal werden meer dan 500 door ons demontage-personeel gedemon teerd, terwijl de rest, op enkele zelf- springers na, door vernietiging onscha delijk werd gemaakt. Om het juiste aantal te noemen De „Wega” te IJmuiden. Hedenmiddag 1 uur is de Groning- sche kustvaarder „Wega” van Aanwezig aan het hoofdbureau van po litie, Alexanderplein 20 en aldaar te be vragen op alle werkdagen, telefonisch al leen tusschen 10.30 en 12 uur en monde ling tusschen 12.30 en 2.30 uur: een zilveren beursje, inh. /0.80|, een paar zwarte regenbroekspijpen, een olie- spuit, een dop van een gastoestel, een zakje met 4 kaartjes zijde, een benzine dop, een autowieldop, 2 kisten met rabar ber, een doos inh. een nummerbewijs en wegenkaart t.n.v. P. J. Luyendijk, een mil. veldmuts, een rose babysokje, een br. lederen heerenportemonnaie, inh. 1 cent en o.a. een girostrookje met naam Crom, een roode portemonnaie met ritssluiting, inh. 0 72J, een benzinedop van auto, een ongemerkt damesrijwiel, no. 177813, een gummi kinderpopje, een wit metalen gor dijnroe, een schrift Telefonie-cursus, een bruin led. actetasch, inh. timmergereed schap, een blauwe dameshandtasch, inh. br. damesportemonnaie met 17 cent, poe derdoos enz., een zwart linker kinder- schoentje, een verm. gouden damespols- horloge met dito schakelarmband, een bruine kinderportemonnaie, een vulpen met glazen pen, een trouwboekje t.n.v. M. L. Groen en Wessels, een sleutel en fluitje, een beige kinderportemonnaie inh. ƒ0.02, diverse sleutels, handschoenen, rijwielbelastingmerken en ceintuurs. Bij de navolgende ingezetenen: een donkerbl. linker imit. suède dames- handschoen, Schoutenstraat 54; een witte kinderrozenkrans, Schiefbaanstraat 7; een gouden broche met camee, Bijenkorf, Bi bliotheek, 2e étage; een hondenmandje, Thorbeckelaan 52; een kluwen rose wol en kleine kluwen donker bl. wol, Stal- pertstraat 71; een rijwielbelastingmerk in étui, Wusten, Roggeveenstraat 176; een blauw jongensregenjasje, Hop, Appelstraat 274; een bril in étui, Florenstijn, Spring- fonteinstraat 3; 3 pakken pakpapier, Bik, L. Lombardstraat 3; een „Torens” sigaret tenaansteker, Essers, Hyacinthweg 8; een heerenrijwiel, Pronk, Badhuisweg 78; een heerenrijwiel, merk P.S.R., Delft, Frans- donk, Noordstraat 16; een ring met 8 sleu teltjes, Berzerik, Columbusstraat 251; een zwart hondje, v. d. Staaten, Jacobastraat 156; een jonge fox-terrier, Pousen, Zui- derparklaan 216; een rozenkrans, Vink, Hoefkade 842: een br. led. damestasch met kleeding en breiwerk, Stam, Mil. keuken, Waalsdorp; een damesrijwiel, no. B. 11128, merk Amerikaansche vlag, Entjes, Win- burgstraat 4; een portemonnaie, inh. een rozenkrans, Bovet, Herschelstraat 13; een ongemerkt kinderrijwiel (damesmodel), Oversloot, Julianastraat 29, Loosduinen; een abonnement W.S.M. ten name van J. J. Blom, Scheffer, v. EIburgstraat 47, Loosduinen; een donkerblauw gebreid kindermanteltje, Isingstraat 216; een nik kelen calot van Chevrolet-auto, Shell-sta tion, Slachthuiskade; een ring met 3 sleu tels, Ulsaner, Hofwijckstraat 37; een zwart fluweelen damesmuts, Gijzenij, Soestdijkschekade 510; 4 katten, Rossmöl- der, Calandplein 19; een rood-groen jon gensjasje, Heeneman, Koningstraat 15; een grijs bewerkt vloerkleedje, Repati, Troost- straat 127; een zw. portemonnaie, inh. 4 sleutels aan ring, Vienen, v. Diemenstraat 30; een zwart led. damestaschje, inh. por temonnaie met foto’s en eenig geld, Don- zelman, Loosduinscheweg 641; een rood led. portemonnaie met ritssluiting inh. heerenzakhorloge en Lipssleutel, Sanders, Obrechtstraat 524; een bruin étui, inh. schrijfbehoeften. Huisman, L. v. Meer- dervoort 246; een paar beige heerenhand- schoenen. Koster, Acaciastraat 6; een bruine damesparapluie, v. Son, Celebes- straat 77; een reservewiel van auto, Nib- bel, v. Mierisstraat 84; een bruin led. actetasch, inh. badgoederen, Hus-Carels, Azaleastraat 35; een sierhoes (metaal) van autowiel, v. Daalen, Stortenbekerstraat 49; een rijwielbelastingmerk, Essenberg, Pretoriusstraat 137; een schoolétui, Vlak, Gruttostraat 21; een wit met grijze kater, Padderatz, Zeeweg 11; een zak aardappe len, Groeneveld, Westduinweg 74d; een witte glacé dameshanddschoen, Scharroo, Westeinde 367; een doublé bril, gemerkt V.R. in zwart étui, v. Stek, Havenkade 9; een vulpen en potlood in bruin étui, Swikker, Rijswijkschestraat 84; 3 honden, Asyl, Nieuwe Haven 73. Opgevangen honden: Voor inlichtingen, Asyl, Nieuwe Haven 73. thans zijn er 588 gedemonteerd, de laat ste weken waren er zooveel „klanten” op de kust, die „afgetuigd” wenschten te worden, dat het 500-tal snel over schreden werd. De geheele marine heeft, als de gelegenheid zich daartoe aan bood, aan dit resultaat medegewerkt, maar het leeuwendeel van onze waar- deering komt toch toe aan het korps demonteurs, dat voor een deel uit bur- ger-beambten en werklieden der mijnen magazijnen bestaat en hetwelk werd georganiseerd en opgeleid door den luitenant ter zee der eerste klasse J. N. Sluijter. Het is mij daarom een bijzonder voor recht om, namens den opperbevelhebber van land- en zeemacht, U mededeeling te doen van het Kon. besluit, waarbij H.M. de Koningin het geheele korps mijnendemonteurs heeft willen beloo- nen, door een tweetal onderscheidingen te verleenen. De vice-admiraal deed voorts voor lezing van iiet Kon. besluit, waarbij de luitenant ter zee der le kl. J. Ni Sluyter benoemd wordt tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, het versiersel te dragen met de zwaarden, en waarbij aan den commandeur bij het mijnenmaga zijn te Veere H. A. Meyers de aan die orde verbonden eeremedaille in zilver wordt verleend. De minister van Defensie heeft mij opgedragen, aldus vervolgde de vice- admiraal, den schriftelijken geluk- wensch van Z. Exc. hierbij tegelijkertijd uit te reiken, terwijl ik namens den op perbevelhebber van land- en zeemacht en namens mijzelf, onze oprechte wen- schen uitspreek, dat de beide gedeco reerden hun welverdiende Koninklijke onderscheiding nog lang mogen dragen in het vol vermogen om hun plicht ten opzichte van Koningin en Vaderland te blijven vervullen. Wij weten allen hoe Hare Majesteit zelve Haar hoogen plicht opvat om ’s lands onafhankelijkheid met alle mid delen en tot het laatste toe te verdedi gen en onze vrijheid te bewaren. Wij mogen eerbiedig ons Haar plichtbe trachting ten voorbeeld stellen en onze onbezweken trouw aan Haar en Haar huis bezegelen door een driewerf hoe zee. „Leve de Koningin”. De beide geridderden, wien de admi raal persoonlijk de eereteekenen op de borst spelde, werden hierna door de aanwezige marine-autoriteiten en het personeel van den dienst met hun on derscheiding gelukgewenscht. En inderdaad bevestigde schipper Pronk ons dit, toen we hem na zijn verhoor in het bijzijn van een officier te spreken kregen. Onopgesmukt deed hij zijn relaas. Noch uit zijn woorden, noch uit zijn houding, viel iets van het spannende avontuur, dat de menschen hadden meegemaakt, te bespeuren. Schipper Pronk vertelde dat het op 12 April een kalme zee was, doch heiig weer, zoodat het zicht zeer slecht was. Gezien den gevaarlijken toestand hielden de Nederlandsche visschers- schepen herhaaldelijk contact met el kaar. Op een gegeven oogenblik doemden in den mist twee Duitsche patrouille vaartuigen op. Een der schepen kwam recht op ons aan. Ter waarschuwing werden eeni- ge schoten langszij gelost. Aan dit bevel tot stoppen werd di rect gevolg gegeven, evenals aan het bevel om over te stappen. Toen wij aan boord waren werd ik bij den commandant op de brug ge roepen. Op correcte wijze zeide hij mij, dat ons schip voor een Engelsch pa- trouilleschip werd aangezien. Door het heiige weer had hij de Hol- landsche merkteekenen niet kunnen waarnemen. Voorts deelde de com mandant mede, dat wij ons ook in het mijnengebied bevonden, hetgeen ik echter betwistte. „Tot mijn groote spijt, Duitsche commandant „moet schip tot zinken brengen”. U begrijpt dat dit ons buitengewoon aan het hart ging. Eerstens om het mooie vaartuig en ten tweede omdat we een mooie vangst hadden gemaakt. Hoe wij ook spraken, de comman dant af te brengen. Wij kregen geen gelegenheid meer aan boord van de „Bep” terug te gaan. Vandaar dat wij alles zijn kwijtge raakt, te weten onze kleeren en papie ren. Met kanonschoten en een mitrailleur- schot werd ons schip in den grond ge boord, hetgeen ons zeer aan het hart ging. Wij hebben niet direct koers gezet naar de kust, maar zijn ter plaatse nog een dag. voor anker gegaan. Daar na vertelde de schipper van het ver blijf aan land, hetgeen reeds eerder is vermeld. Ook de schipper verklaarde, dat de behandeling, die zij hier hebben onder vonden, niets te wenschen overliet. De eenige bewegingsvrijheid, welke wij hadden bestond uit een half uur luchten per dag. Tot onze verbazing werden wij Vrij dagmorgen j.l. door een marine-officier van het schip in de haven gehaald, waar we den vorigen dag per auto waren heen gebracht en vervoerd naar de marinekazerne. Wat hiervoor de reden is geweest weet ik niet. Vermoedelijk heeft het verband gehouden met het ver- i van troepen. In de marine- Blijkens bij het departement Buitenlandsche Zaken ingekomen ambtsberichten van den consul-gene- raal te Oslo, bevinden zich alle Neder; landers wonende binnen het ressort van het consulaat Oslo zich in goeden wel stand. Hedenmorgen had de begrafenis plaats van het stoffelijk overschot van den heer W. J. H. J. M. Keyzer, burgemees ter van Leidschendam. Des morgens half 10 werd een plech tige uitvaartdienst gehouden in de R.K. kerk van Petrus en Paulus te Leidschen dam, welke dienst geleid werd door pastoor Kammers, bijgestaan door kape laan van Niekerk. Het zangkoor bracht de 3-stemmige H. Mis van Perosi ten gehoore, onder lei ding van den heer B. van Beek. De be langstelling in de kerk was buitenge woon groot. Na den dienst werd de stoet opgesteld op het Kerkplein. Voorop ging een deputatie van de mare- chausse, daarachter een detachement van de Rijksveldwacht, de politie-vereeniging „St. Michaël”, 30 manschappen van ver schillende onderdeden van de te Leid schendam gelegerde militairen en deputa ties van de R.K. de Hanze, L.T.B., R.K. Volksbond, R.K. Staatspartij, kerkeraad Ned. Herv. Kerk, kerkeraad Geref. Kerk, R.K. Kerkbestuur, R.K. Armbestuur Veur, R.K. Armbestuur Leidschendam, Chr.Hist. Kiesver.. A.R. Kiesvereen., Gemeentebe lang, S.D.A.P., Chr. Tuinbouw Bond, Gr. Kruis, Roode Kruis, Wit-Gele Kruis, „Nooit Gedacht”, Luchtbescherming. Luchtbeschermingsdienst, Borgstellings- fonds, Bouwver. „St. Jozef”, bouwvereen. „St. Willibxordus”, Volksonderwijs, Groen tenveiling, de beide eierveilingen, Holl. Mij, van Landbouw, B.V.L., Brandweer, K.J.M.V., St. Josephgezellen, K.J.C., De Princevlag, Geref. J.M.V., Wilhelminaver., Oranjevereeniging, Comité Ouden van Da gen, R.K. Sport A.V.V., Harddraverijver- eeniging, Chr. Zangvereeniging, R.K. E H. B.O., Ned. E.H.B.O., IJsvereeniging en meisjespatronaat. op de schendam, den gemeente-secretaris, den heer H. J. v. Delft, ds. M. Boukema, Geref. predikant, den heer v. d. Ven, bur gemeester van Uitgeest, den heer G. de Regt, gemeente-architect, de heer Krop holler, architect van het nieuwe raads huis, den heer Schouten, directeur van het gasbedrijf, vele officieren van de al hier gelegerde troepen, alle ambtenaren van de gemeente-secretarie en de ge meentewerklieden, de burgemeester van Rijswijk, mr. J. A. G. M. Hellenberg Hu- bar, de burgemeester van Katwijk, mr. W J. Woldringh, die van Pijnacker, mr. dr. van der Helm, die van Bleiswijk, J. Baan, die van Bergschenhoek, J. M. M. "van Meetelen, mr. J. A. M. Gründeman, van Berkel en Rodenrijs, mr. N. Vernede, van Zoetermeer, H. Schölvinck, van Noot dorp, A. Verheul, oud-burgemeester van Benthuizen Moerkapelle, het gemeentebe stuur van Voorburg was vertegenwoordigd door den burgemeester, dr. J. A. Neder- bragt, wethouder P. A. Schreuder en P. J. M. Kemper, gemeente-secretaris, jhr. C. W. Stern, oud-burgemeester van Voorburg, gen.-majoor b.d H. Zeeman. D. van Geest gem.-secretaris van Rijs wijk, L. Moonen. referendaris dept, van Defensie, ds. D. M. Vermet. Ned. Herv. predikant van Leidschendam. pastoor I. Wils uit de residentie, W. Trapman, gem.- secretaris van Boskoop, Jos. van Segge- len namens den bond van overheidsperso neel St Paulus. G. Albarda, kapitein van de marechaussée te Amsterdam, dr. A. in ’t Veld, gew. inspecteur van de volksge zondheid in Zuid-Holland, res.-majoor J. Kruis, pl. leider van den B.V.L. in de residentie, wethouder D. Th. Ruys, na mens het gemeentebestuur van Wasse naar, P. van Rijn, plaatsverv. dir. van het openb. slachthuis in de residentie. J. L. W. van Beek district-administrateur van den B.V.L., A H. Goldberg, dir. van de drinkwaterleiding ..De Tien Gemeenten”, prof. ir. Chr. K. Visser, eere-adviseur en mr A. M. Gründeman. voorzitter van deze maatschappij, res.-kapitein G. H Pijster, majoor L. G Royaards. voorzitter gew. landstorm-commissie Zuid-Holland- West, Th. Ruys. secr en vertegenwoordi ger van de Nat. Landstormcommis- sie, overste J. P Boots, commandant van het landstormcorps Zuid-Holland-West en kapitein de Jong, vertegenwoordiger van de groep Leiden van den B.V.L, pa ter J. van Heiningen n M. A. Hollen namens ’t best, van het Borgstellingfonds,. Velen van hen hadden ook den kerk dienst bijgewoond. Hoewel verzocht was geen bloemen te zenden was de baar toch gedekt met kransen en bloemstukken van het Roo de Kruis, de B.V.L. en van de te Leid schendam gelegerde militairen. Aan het graf werd niet gesproken. De beaarding geschiedde door pastoor Kammers, kapelaan van Leid schendam. Dezer dagen heeft de Ned. Banket- bakkersvereeniging aan een duizendtal willekeurig over de geheele weermacht verspreide gemobiliseerden. een bon toegezonden. „U bent een geluksvogel”, aldus de aanhef van dezen bon. „U be hoort tot de duizend gemobiliseerden, die een taart krijgen”. De geluksvogels zenden den bon, ingevuld met naam en adres van hun moeder, vrouw of meis je, dat moeten ze zelf uitmaken aan de Ned. Banketbakkersvereeniging en deze zorgt er voor, dat op Moeder dag (Zondag 12 Mei) aan dit adres door een harer leden een keurige taart gra tis wordt afgeleverd. De banketbak kers hebben zich steeds goede propa gandisten voor den Moederdag ge toond. En voor de aan dezen feestdag verbonden taart niet minder. was niet van zijn voornemen de haven IJmuiden binnengeloopen, met aan boord 4 leden van de bemanning van de Sch 15. De „Wega” voer aan stonds door naar het hoogovenbedrijf te Velsen, waar de 4 opvarenden van de Sch. 15, o.w de schipper N. Pronk, werden opgewacht door een officier van de marine. Zij werden dadelijk met een marinesloep naar IJmuiden gebracht, waar zij voor den positie- commandant van de stelling IJmuiden werden geleid, waar zij aan een uit voerig verhoor werden onderworpen. den marine officier duurde ongeveer 2 uur. Schip per H. Pronk moest uit en te na ver tellen, wat er zich op dien 12den April in de omgeving van Terschellingerbank had afgespeeld. Nauwkeurig werd van zijn verklaringen aanteekening ge maakt. Terwijl schipper Pronk ondervraagd werd, wachtten de stuurman A. Kor- ving en de matrozen L. Spaans en S. Spaans in de gang. Ze droegen allen hun werk-visscherskleeding, waaruit men kon afleiden, dat de visschers in grooten haast den bewusten ochtend hun schip hadden moeten verlaten. De stoet ging langs het raadhuis, waar een oogenblik werd stilgehouden. Op de Damlaan en den Voorburgsche- weg, hadden de schoolkinderen zich op gesteld. De belangstelling tijdens den gang naar de R.K. begraafplaats te Voorburg was buitengewoon groot. Vandaag is de bemanning van den Scheveningschen motorlogger Sch. 15 „Bep”, van de reederij J. J. van der Toorn, in haar woon plaats teruggekeerd. Op 12 April ’s morgens, is dit vaartuig op 54° 25’ N.B. en 4° 20’ O.L., op ongeveer 50 mijl van Terschelling door een Duitsch patrouille-vaar- tuig aangehouden, en nadat de be manning daarop was overgespron gen, met kanonschoten tot zinken gebracht. De acht Scheveningeis werden medegenomen naar Bn»- merhaven, waar zij in de politie- gevangenis werden opgesloten. Daar zijn ze ondervraagd. Na 12 dagen konden zij vertrekken met twee kleine Groningsche kust vaarders. Deze zijn nog enkele da gen opgehouden, gedurende welken tijd de bemanning van de „Bep” moest verblijven in de marine haven Wasermünde. Maandag j.l. kon de bemanning van de Sch. 15 vertrekken met deze kustvaarders, resp. de „Nato” en de „Wega”. De „Nato” is hedenmorgen te Rot terdam en de „Wega” hedenmor gen te IJmuiden binnengeloopen. Wat matroos Leendert de Jong vertelde. We troffen matroos Leendert de Jong in den familiekring thuis in de Hoog aarsstraat aan. We vreesden te zullen storen, maar hij was juist bezig zijn moeder, zijn vader en broer en een oom, van zijn ervaringen te vertellen. Hij wees op de werkkleeding, die hij nog aan had. Als je aan wal komt, trek je wat beters aan! Maar dat betere was moeten achter blijven op de „Bep”, toen zij zonk. Ook een nieuwe trui, die zijn moe der hem voor de reis had meegegeven. De 24-jarige matroos vertelde ons, dat hij juist op dien 12en April 's morgens de wacht had, toen het Duitsche patrouillevaartuig begon te schieten. Hij was daarom erg geschrokken, want de granaten vlogen dicht voorbij. Hij vermoedde, dat de Duitscher de Sch. 15 voor een Engelsch patrouillevaartuig aanzag, maar toen de Nederlandsche vlag aan de mast ging hield het schie ten op. Het overspringen op het Duit sche vaartuig was nog niet zoo gemak kelijk» omdat er nogal-deining was. visschersvaartuigen, werd de „Bep” in den vroegen morgen van 12 April, toen ze drie dagen achtereen op vrijwel de zelfde plaats had gevischt, Duitsch patrouillevaartuig, penden treiler, beschoten. Het was heiig weer en een paar uur, zoo vertelde Pronk, konden we de andere landsche visschers niet zien. De kogels vlogen over het schip heen, dat duide lijk de Nederlandsche onnderscheidings- teekenen op den romp droeg. Pas toen de Nederlandsche vlag in top geheschen was, hield het vuren op. Het patrouille vaartuig kwam naderbij en we kregen het bevél om te stoppen. We waren al bezig met het in orde brengen van de boot, maar we moesten van boord, zonder iets van kleeren of zoo te kunnen meenemen. We waren gewoon in onze werkkleeren. De Duit- schers wilden geen tijd verliezen. Toen we aan boord van het Duitsche patrouillevaartuig waren, voeren we een eindje weg en schoot het kanon, van vrij groot kaliber de Sch. 15 in den grond. Dat was omstreeks 7 uur in den morgen. Er zijn zeker 20 scho ten gelost, maar nog was de „Bep” niet gezonken. „Nog twee”, zeide de commandant en toen was het schip verdwenen. Het was een ellendig gezicht, voegde stuur man Pronk er aan toe, na een korte stilte. Hij vertelde nog, dat het schip zeker een 4000 k.g. visch inhad, tong, tarbot en wat kabeljauw Dat was Vrijdag 12 April en dien dag en Zaterdag zijn we aan boord gebleven van het Duitsche patrouille vaartuig. Zaterdagavond laat, tegen 12 uur, werden we aan land gezet en werden we in de Polizeigefangnis in Bremerhaven opgesloten. Daar zijn we tweemaal ondervraagd door de Gestapo en hebben we 12 dagen gezeten. Hoe was de behandeling vroe gen we. Daarover had stuurman Pronk niet te klagen. Aan boord van het patrouille vaartuig en in de gevangenis waar het eten niet al te best was wer den de Scheveningers behoorlijk be handeld. Het motief van de aanhouding was vermoeden van spionnage, omdat de Sch. 15 zoo dicht bij het Duitsche mijnenveld had gevischt en misschien wel er in. Als dat waar was, zeide de stuurman, dan zouden we toch wel op een mijn moeten zijn geloopen. Op Donderdag 25 April mochten de Scheveningers weg met de „Nato”, een kleinen Groningschen motorkustvaarder. Maar den volgenden dag, de Weser- monding uitvarend, werden ze terugge wezen door een Duitsch patrouille vaartuig. Door een politieboot werden de Scheveningers van boord gehaald en nu kregen ze verblijf in een marine kazerne te Wesermünde, waar het eten heel goed was en waarbij verscheidene Duitsche marinemannen spraken, die in vredestijd bij de koopvaardij dien den en ook wel op Nederlandsche sche pen hadden gevaren; verscheidene hun ner spraken Nederlandsch. Tot j.l. Maandag hebben ze daar ge zeten en konden gedeeltelijk op de „Nato” en de overigen op de „Wega” naar Nederland terugkeeren. Stuurman Pronk sprak zijn waardeering uit voor de hartelijke ont vangst en de goede behandeling, welke zij aan boord van de „Nato” ondervonden. De kapitein P. hove en de andere leden der ning deden alles wat zij maar konden om het hun naar den zin te maken. Na een nacht op de reede te hebben gelegen, voeren de „Kato” en de „Wega” gistermorgen om 5 uur weg. Hedenochtend 8 uur was de „Nato” in Hoek van Holland. De „Wega” ging naar IJmuiden met de vier andere Scheveningers aan boord. De Rotterdamsche rivierpolitie heeft stuurman Pronk en zijn makkers van boord gehaald naar de Parkkade, van waar ze per auto naar Scheveningen zijn vertrokken. De „Nato” nam lig plaats aan de Stieltjeskade. Terwijl we werden aangehouden, aldus de Jong, stond de motor voor de lenspomp aan en deze is blijven werken tot het laatst toe, teen het schip met kanonschoten in den grond werd ge boord! Daarvoor waren wel zeker een 20 kogels noodig. Ook Leendert de Jong zeide geen klagen te hebben gehad over de behandeling door de Duitschers; op het patrouillevaartuig werd, zoo goed en zoo kwaad als het ging, voor slaap gelegenheid gezorgd en in de gevan genis had ieder zijn matras, al lagen allen dan dicht op elkaar. Maar het idee dat je, als onschul- digen, met zijn achten, Scheveningsche visschers, achter de tralies zatDat was toch wel heel moeilijk te ver duren, terwijl daarbij nog kwam de onzekerheid over thuis. Zouden ze thuis iets van ons af weten De moeder van Leendert vertelde, dat zij al dien tijd in onrust had ver keerd. Alleen het feit, dat geen andere visschersschepen iets van een ontploffing had gehoord, terwijl Sch. 15 plotseling was verdwenen, gaf nog een straaltje hoop, dat de logger was aangehouden. De radio bleef aan staan, maar deze gaf geen seinen van de „Bep”. Toch bleef men hopen, en niet te vergeefs Doch zoowel in dit Scheveningsche huis als in dat van stuurman Pronk werd de ramp van de Willy” genoemd. Ook daar had men zijn gedachten bij. De bemanning van de Sch. 15 „Bep” bestond uitNicolaas Pronk, schipper Maarten Pronk, stuurman Arie Korving, monteurPiet de Jong, 2e monteurZier Spaans, kok Leen Spaans, matroosLeendert de Jong, matroos en Piet de Jong, jong-matroos. Met den stuurman Pronk en den aangekoipen de stuurman M. Pronk, P. de Jong, 2e monteur, Leendert de Jong, matroos en P. de Jong, de 17- jarige jong-matroos. Een onderhoud met den stuurman. Met den suturman Pronk en den matroos Leendert de Jong hebben we een onderhoud gehad. Het spreekt vanzelf, dat hun mede- deelingen, wat de feiten betreft, vrij wel op hetzelfde neerkwamen en dat zij blij waren weer in Scheveningen bij hun familie terug te zijn, die zoo langen tijd in het onzekere heeft verkeerd over hun lot en die eigenlijk pas, toen de Groningsche kustvaarders op weg naar Nederland waren, vernamen, dat de mannen het leven hadden behouden. We troffen, nadat we Leendert de Jong hadden gesproken, stuurman Pronk in zijn woning in de Menning- straat aan. Hij deed een sober verhaal van zijn ervaringen. Een klein jongetje, een der 5 kin deren, dribbelde wat rond, blij vader terug te zien, dien hij telkens eens even moest aanraken. Op 4 April was de van Scheveningen ter visscherij trokken, koersend in de richting van Terschelling. Nadat men op een af stand van 50 mijl een achttal dagen had gevischt in gezelschap van wel een 30 a 40-tal andere Nederlandsche r »-1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 21