279000 MAN
15
DIE ZIJN NIET GEK
20 st
HAAGSCHE COURANT VAN’ ZATERDAG 4 MEI 1940.
FINANCIEELE KRONIEK
ct.
Scheveningsche klanken
De
koop-
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
Verordening op het
fotografeeren
jl
®oudOozM w Drukker
‘DEN !AAG «TEL. 335340
ff
ff
ff
fff
hulpdienst voor
vaardijschepen
29 .4pri/
is de
Visum vereischt voor België
Ox\\
-
Bespoediging van het voorbereident
onderzoek van wetsontwerpen
Regeering acht moment voor duurte-
toeslag nog niet gekomen
Vastgesteld door den opper-
J bevelhebber
ĥ-?
Een „buikje”
oorzaak van talrijke
ongemakken. Waak
voor Uw lijn! Be
scherm Uw gezond
heid door het dragen
van een
LIMA j
GORDEL
I
Uitsluitend verkrijgbaar bij*.
J. ROUSSEL
HEBBEN EEN PAKJE
MONTE CARLO
sigaretten gekocht
iet eerste schip vaart Maandag uit
(Van onzen financieelen medewerker)
Vroag de brochure No. It
CXXXI.
kijkje aan boord van de „Irene”
Een
groote
gezinne-n-in
flinke
KEES DE KLINKER.
i
Eerst als indexcijfer met 10 pCt.
is gestegen.
Voorstel tot wijziging van het
reglement van orde der
Tweede Kamer.
Jaarvergadering Nederlandsche
Bakkersbond.
De 50ste algemeene ledenvergade
ring van den Ned. Bakkersbond zal
dit jaar op Woensdag 19 en Donderdag
20 Juni te Rotterdam worden gehou
den.
Oud-minister mr. J. A. de Wilde
zal een inleiding houden.
IIIHEM.^TERHUISSTPAAT185-195
Op dat
aan de
daarmede
een regeling. De houders
officieele fotoperskaart,
door de N.I.P., zullen
wel van dit vervoerverbod vrijgesteld
worden.
Maar as je dat denkt, dan ben
je glad abuiès. ’t Is zoawat allemaei
visch, die op de grond zwemt en deur
’t leve-n-en de beweging, die de visch-
lèine maeke met ’t an boord 'trekke.
ziet de visch gien enkelde uiètweg en
gaet as ’t waere vanzelf ’t vischnet
in en komt strakkies an boord van de
logger terecht. Datzelfde werkje wordt
vèif, züsmael op ’n dag er-aèld.
F A -
r'GAftFTTe$ Ij
Pensioenpremie gemobiliseerden.
De commissie stemde in met het
regeeringsvoorstel tot wijziging van
Op alle marktei ligt een soort „magi
sche” druk Bedrijvigheidsberichten,
jaarverslagen, dividenden, kunnen nog
zoo bevredigend zijn, hun invloed ver
mag dien druk niet of nauwelijks te
verminderen, laat staan op te heffen.
Dit geldt niet slechts het oorlogvoeren
de Europa, doch ook het van verre toe
kijkende Amerika. Niemand zal toch
kunnen ontkennen, dat over het alge
meen de berichten uit het Amerikaan-
sche bedrijfsleven gunstig zijn, in die
mate, dat zij in normale tijden ongetwij
feld stimuleerend op de beurs zouden
werken. Niemand kan ontkennen, dat
de gemiddelde kwartaalsresultaten der
vooraanstaande Amerikaansche onder
nemingen aandeelhouders een hart
onder den riem zouden moeten steken,
al blijven de dividenden (men denke
bijv, aan het van 1 op 1.25 verhoogde
dividend der Bethlehem Steel) ook bij
normale verwachtingen ten achter. Nie
mand kan ontkennen, dat in de ontzag
lijke geldruimte in de Vereenigde Staten
en de aanhoudende toestrooming van
goud een groote potentieele hausse ligt.
Niemand kan tenslotte ontkennen, dat
verschillende Amerikaansche bedrijfs
takken, met name de vliegtuigindustrie,
mede door de geallieerde orders, prac-
tisch tot capaciteit zijn bezet. Wanneer
nu desondanks de New Yorksche beurs
elke haussebeweging in de kiem
smoort, dan moet er wel iets fundamen
teel verkeerds zijn. Men schrijft de
lusteloosheid toe aan de komende can-
didaat-nominatie voor de presidents
verkiezing. Allicht zal de bestaande on
zekerheid dienaangaande eenigen in
vloed uitoefenen, doch haar de volle
schuld te geven, is „des Guten zuviel”.
Veeleer is het, naar de meening van
vooraanstaande financieele kringen te
Amsterdam, de algemeene politieke en
strategische onzekerheid, die op alle
markten haar domper zet. Wij rijden
thans in een dichten mist, die elk uit
zien belemmert en wij weten bij geen
benadering wanneer eens de mist zal
optrekken. Onder die omstandigheden is
het waarlijk niet te verwonderen, dat
eiken ondernemingsgeest den kop wordt
ingedrukt en het speculatief element
wordt verlamd.
Daar komt bij, dat het vertrouwen in
de oude beleggingstheorieën is geschokt.
De risico-verdeeling volgens geografi
sche en valuta-richtlijnen heeft in dezen
tijd in elk geval schijnbaar haar nut niet
bewezen. Men denke aan de ontzaglijke
verliezen, welke beleggers in obligaties
en aandeelen der Scandinavische landen
hebben moeten lijden. In tijden als de
huidige schijnt risicoverdeeling risico-
vermeerdering met zich mee te brengen.
Een typisch voorbeeld hiervan is de
Amsterdam Rubber, welker financieele
resultaten over 1939, mede uit hoofde
van haar groote belangen in de palm
olie- en koffiecultuur, naar verhouding
In haar vergadering van gisteren
beëindigde de centrale commissie
voor georganiseerd overleg in ambte
narenzaken de behandeling van den
duurtetoeslag. Overeenstemming werd
over dit punt niet bereikt. De Regee
ring gaf als haar uiteindelijk standpunt
te kennen van meening te zijn, dat
op dit oogenblik het nog niet gewet
tigd is een duurtetoeslag toe te kennen
maar dat zulks wel het geval zal zijn,
wanneer het indexcijfer in verhouding
tot dat van de periode 1937-1938 met
10 pCt. zal zijn gestegen,
tijdstip zou de Regeering
gehuwde ambtenaren en
gelijkstaanden met een bruto inkomen
van ten hoogste 1800 een duurte
toeslag van 5 pCt. willen toekennen.
De vertegenwoordigers der organisa
ties waren van oordeel, dat de
positie, waarin in het bijzonder het
lagere personeel verkeert, zoodanig
is, dat reeds thans op toekenning van
een duurtetoeslag, zij het ook niet
over de geheele linie, aanspraak be
staat.
Noordelnde 21
Amsterdam, Hobbemastraat 13
Rotterdam, Coolsinge! 57 C.
Buenos Aires hierheen gebracht, welke
men daar had laten liggen en die hij
op eigen risico en met goed gevolg
naar ons land terugbracht. Dat is een
zeeman van het oude ras, voor geen
klein gerucht vervaard.
Ook de kapiteins van de beide an
dere schepen zijn reeds aangesteld, n.l.
de „Vios IV”, de heer van Oosten, die
het diploma voor eerste-stuurman
groote vaart bezit en voor de „Vios V”
de heer Kempff. Deze twee schepen
vertrekken resp. 13 en 20 Mei.
Men heeft ook gedacht aan het feit,
dat de opvarenden ontspanning noodig
hebben. Er zijn verschillende spelen,
als dam- en schaakspel, enz., aan
boord, benevens gramofoon met een
groot aantal platen. Ook is er voor
ieder een koptelefoon, om naar de ra
dio te kunnen luisteren.
De heeren Deckers, Drees, Joekes,
Schouten en Tilanus hebben een voor
stel tot wijziging van het reglement
van orde der Tweede Kamer inge
diend.
Aan de toelichting is het volgende
ontleend
Het is meermalen als een bezwaar
gevoeld, dat het voorbereidend onder
zoek van eenig wetsontwerp niet kan
aanvangen alvorens de Kamer in de
gelegenheid is gesteld zich in een
openbare vergadering over den vorm
en c.q. over het tijdstip van dat on
derzoek uit te spreken. In perioden,
waarin de Kamer niet geregeld bijeen
is, moeten of de sedert haar uitéén
gaan ingekomen wetsontwerpen gedu
rende een zekeren tijd blijven liggen of
de leden voor een openbare vergade
ring van slechts luttele minuten wor
den geconvoceerd.
De voorstellers zijn van oordeel,
dat thans het tijdstip voor wijziging
van de in dit opzicht bestaande rege
ling is aangebroken.
De constructie is thans deze, dat de
centrale afdeeling met betrekking tot
het voorbereidende onderzoek van
wetsontwerpen verschillende besluiten
kan nemen, doch dat in een openbare
vergadering der Kamer elk lid een
voorstel kan doen om van zulk een
besluit af te wijken. Naar de voor
stellers meenen, verdient het aanbeve
ling de desbetreffende bepalingen te
wijzigen in dien zin, dat dit laatste in
den vervolge alleen het geval zal zijn,
wanneer het besluit der centrale af
deeling niet met eenparigheid van
stemmen is genomen, zoodat in de ge
vallen, waarin van zoodanige eenpa
righeid wel sprake is, met mededee-
ling van het besluit aan de leden kan
worden volstaan en het voorbereiden
de onderzoek kan aanvangen zonder
dat daaraan een openbare vergade
ring is voorafgegaan.
roode streepen ge
schilderd zijn, als teeken dat het een
hulpschip is. Aan beide kanten staat
in flinke letters Holland, terwijl een
stalen vlag in den voormast is aange
bracht.
In het groote viscbruim zijn 20
kooien getimmerd, aan eiken kant vijf
maal twee boven elkaar. Voor in den
boeg zijn nog acht kooien aangebracht,
zoodat eventueel 28 schipbreukelingen
kunnen worden geborgen. De kooien in
den boeg zijn speciaal voor gewonden,
daar hier ook een tafel e.d. zijn voor
den ziekenverpleger, om de gewonden
te helpen. Achter in het schip zijn de
slaapplaatsen van de opvarenden. De
kapitein, de ziekenverpleger en de kok
van de „Irene” waren reeds present
en aan het werk. De kok was al in de
kombuis bezig, waar hij straks het
brood moet bakken en de maaltijden
bereiden. De ziekenverpleger had heel
wat te doen, om alles in orde te ma
ken. In de werkplaatsen der reederij
stonden alle benoodigdheden voor de
kooien en de groote verbandkisten.
met daarop geschilderd Nederlandsche
Reedervereeniging. welke dezen hulp
dienst heeft georganiseerd.
De kapitein was op de brug, waar de
radio-installatie is aangebracht, ook
de richtingzoeker voor het peilen der
schepen. De kapitein van de „Irene”
is de heer S. Jongeling, een zeeman,
die al vele zeeën bevaren heeft en heel
wat heeft meegemaakt. Een paar jaar
geleden heeft hij een baggermolen van
Instelling van touristenvisa wordt
overwogen
United Press meldt uit Brussel: Van
10 Mei af moeten de inwoners van
Nederland en van het groothertogdom
Luxemburg, indien zij naar België
wenschen te gaan, voorzien zijn van
een geviseerd paspoort. Er zullen
echter faciliteiten worden verleend
aan de bewoners van de grensstreken,
terwijl verder wordt overwogen het
instellen van touristenvisa met een
geldigheidsduur van 15 en 30 dagen.
’k Zou op de „Snurrevaadvissche-
rij” nog er is brom komme. Dat eb ik
de leste keir an ’n lezer beloofd, die
der nog wat meir van wete wou. De
„Snurrevaad” is belangrik genog om
der nog ’n enkeld wooretje an te span-
deere. We ebbe-n-al der is eirder
ezèid. dat die soort van visscherij veul
voor de toekomst belooft. Maar met
alles wat je der vorders van verneemt,
wordt die overtuièging omtrent de be-
teekenis van die visscherij nog meir
en meir bevestigd.
Laete we eirst nog maar ’s voor
buiètestaenders duièdelik maeke, oe
die visscherij zoa’n beetje in mekaar
zit. Dat de Aèringvisscherij ’n drèif-
netvisscherij is en de aèringnette-n-as
’n gordèin in ’t waeter ange, dat mag
taemelik algerrrien bekend acht worde.
De aèringzwürme zwemme der in en
de aèringkies blèive met der kiewe in
de maèze van de nette-n-ange. Oak
zelle de mèiste klanke-lezers wel wete,
oe ’t er met de Trawlvisscherij nae toe-
gaet. ’t Trawlnet wordt met zoaveul
mogelik vaert over de grond esleept.
Oe greater of dat net is en oe meir
kracht of de motor ontwikkele ken.
oe meir visch of er met elke trek an
boord ebrocht wordt.
Maar dat gaet er met de „Snur
revaad” eil aars nae toe. As de -Snur-
revaadvisscher op de plek ankomt.
waer die gaen vissche wuh dan goait
ie ’n anker uièt met ’n boei der op.
IJ legt ongeveer rondvürmig z’n visch-
lèine-n-uièt. waer die de vischgrond as
’t waere bij öfbaekent. In ’t midde van
die lèine, dus recht teugenover de plek
waer de boei staet, daer is ’t vischnet
uièt-ezet. Non gaet ’t er om, zoa veul
mogelik al de visch, die op die ófge-
perkte ruièmte tussche de vischlèine-n-
anwezig is, te bemachtige en an boord
te trekke. De visch wordt dus èigelik
deur ’t uiètlegge van de vischlèine van
tevore-n-omcirkeld.
Nae al die werkzaem-eedes. die
over ’n groate oppervlakte plaes ebbe,
is de logger weer brom ekomme-n-op
de plek, waer de boei staet. En dan
wordt sebiet begonne-n-om ’t vischnet
binne te trekke.
De lèine, die non nog bolvurmig
uiètstaen, worde dan van boord of
annetrokke, rechts zoawel as links.
En al nae dat ’t werkje vordert, komt
’t vischnet naeder en naeder. De visch
lèine komme dichter en dichter mi-
mekaar. Ze neme deur ’t nae boord
trekke van lieverlee ’n rechte stand
an en al de visch, die tussche de lèine-
n-anwezig is, wordt op die menier ’t
vischnet innejaegd.
Non zou je zoa as buiètestaen-
der zegge: laet die visch z’n èige dan
zoa makkelik vange? Ze kenne toch
geweun over die vischlèin één zwem
me en dan benne ze uièt de greep
van de visscherman verlost!
het Kon. Besluit van 28 Nov. 1922,
Staatsblad 638, ertoe strekkende voor
gemobiliseerde ambtenaren, die geen
burgerlijke bezoldiging genieten, wijl
de door hen genoten militaire be-
looning gelijk is aan of hooger is dan
hun burgerlijke bezoldiging, het
pensioenpremieverhaal te doen inhou
den op de door hen genoten militaire
belooning.
oak de schelvischvangst al met veul
verwachting tegemoetzien. ’t Zou wèl
’n kostelik ding weze-n-as die visscherij
opgang maeke kon. We benne tot op
dat oagenblik nog oafzaekelik op de
Aèringvisscherij anneweze. Oak voor
dat leger van negosie-mensche zou ’t
een uiètkomst kenne weze.
En dan is er nóg ’n belangrik voor-
dèil voor die visscherij an te wèize. De
algemiene koste benne tóch al veul Iae
ger, maar vooral die groate stookolie-
rekening wèist ’n machtig verschil uièt.
’t Is ier èigelik allien maar ’n uièt- en
thuièsreis. Overigens blèift de motor
zoa goed as onbelast.
Non. die èige snurrevaadvisscherij
belooft wel wat goes!
Al magge we ’t as ’n wonderlike
Bestiering beschouwe, dat ons land tot
nog toe buiète den oorlog ebleve-n-is,
toch benne der op onze visschersplaes
weer tien oarlogs-slachtoffers te be-
treure. Toe de blije tèiding kwam, dat
de bemanning van de SCH 15 vèilig en
wel in ’n Duitsche aève binne-n-ebrocht
was, toe ging de mare al rond van ’t
verongelukke van de SCH 61. Tot de
leste dag toe bleef, er nog ’n kléin
beetje oop bestaen, dat ’t schip be-
ouwe binnekomme zou. Maar van lie
verlee wiere de bewèize zoa overstel
pend, dat ook dat leste beetje moed
verdween.
Tien gezinne-n-in diepe rouw
edompeld. As buiètestaender kenne we
’t ons met gien mogelik-èid indenke,
wat dat zegge wul. Tien mensche jong
nog en in de kracht van der leve, in
ien enkeld moment de èiwig-èid in! We
kenne gien woorde vinne, om de
ellende, die dat in al die gezinne te
weegbrengt, al was ’t maar flauwties
weer te geve.
As er, ’t zij vanwege stürmweer,
’t zij deur mèinegevaer, slachtoffers
valle, dan is ‘t wel opmerkelik, datte
de ergste slaege-n-altèid op onze plaes
neerkomme. Dat was met de vorige
oarlog al zoa ’t geval. En dat kon oak
ezèid worde van de Oktober-stürm van
1936, toe-e der 19 Schevelingers in de
golve-n-omkwamme. En dat blèikt non
bij vernieuwing weer met de SCH 61.
’t Was tot nog toe alles zoa geze
gend ovveloape. Verlede jaer in ’t lest
van de aèringteelt iel iederien z’n art
vast, wat er met dat mèjnegevaer van
de vloot terechtkomme zou. Elke dag
was je bang, datte der ongelukke ge-
beure zoue. En toe de teelt ten ende
was, wier der algemien ’n zucht van
verlichting eslaekt, dat alles zoa goed
verloape was.
’t Zei voor de achterblèivende
familie-leeje in 't eirste oogenblik mis-
schie nog ’n droam eleke-n-ebbe. Maar
wat mot ’t weze-n-azze ze de raauwe
werkelik-èid van die droam in z’n volle
omvang gewaer worde?
Ik wensch die mensche-n-uièt de
grond van m'n art Starkte van Bove
toe!
De opperbevelhebber van land- en
zeemacht heeft een verordening op
het fotografeeren vastgesteld.
Aan deze verordening, welke is op
genomen in de Staatcrt., ontleenen
wij het volgende:
Het fotografeeren van militaire
onderwerpen is verboden. Het is in
de binnenwateren verboden aan boord
van andere dan Nederlandsche zee
schepen en aan boord van binnensche
pen, die niet in Nederland thuis
behooren, fototoestellen te vervoeren,
in voorraad te hebben of voorhanden
te hebben, anders dan in een op last
van het militair gezag verzegelde
bewaarplaats. Het is op voor het
openbaar verkeer openstaande rij
wegen verboden in vreemde motor
rijtuigen fototoestellen te vervoeren,
in voorraad te hebben of voorhanden
te hebben.
Het is verboden in een trein of in
eenig ander openbaar middel van
vervoer fototoestellen voor onmiddel
lijk gebruik voorhanden te hebben.
Voorts is het verboden voor onmiddel
lijk gebruik gereed zijnde fototoestel
len in het openbaar te vervoeren of
op of aan den openbaren weg of op
voor het publiek toegankelijke plaat
sen voor onmiddellijk gebruik voor
handen te hebben, in die gebieden,
waarvoor dit verbod door of vanwege
het militair gezag door middel van
aanplakking nader ter algemeene
kennis is gebracht.
Van deze verbodsbepalingen kan
door of vanwege den opperbevelhebber
van land- en zeemacht al dan niet
voorwaardelijk schriftelijk ontheffing
worden verleend. Deze ontheffingen
kunnen te allen tijde en zonder opgaaf
van redenen worden ingetrokken. Zij
zijn slechts van kracht voorzoover zij
op eerste aanvraag worden vertoond.
Bij misbruik of op vermoeden van
misbruik kunnen de met de naleving
belaste personen ontheffingen voor-
loopig intrekken en daartoe innemen.
Zij moeten alsdan de ingenomen ont
heffingen onverwijld inzenden bij de
betrokken autoriteiten, bekleed met
militair gezag, die terzake nader
zullen beslissen.
Het is een mooi werk, dat de Ne
derlandsche Reedersvereeniging met
dezen hulpdienst verricht. Al zou het
zijn en dat hoopt ieder dat deze
schepen nimmer hulp behoeven te ver-
leenen, het is een geruststellende ge
dachte, dat bij mogelijke rampen, ge
lijk de „Simon Bolivar” overkwam,
twee van deze hulpschepen steeds
dicht in de nabijheid zijn.
Onze correspondent te IJmuiden
meldt
Wij hebben eens een kijkje genomen
aan boord van den stoomtreiler „Ire
ne” Urn 89, van de reederij Kramer
en Booy, welk schip het eerste is van
de drie schepen, welke den hulpdienst
voor koopvaardijschepen zullen uit
oefenen. dat naar zee zal gaan en wel
a.s. Maandag. Er waren heel wat men-
schen aan het werk op het schip schil
ders. lasschers. timmerlieden men-
schen van de Mij. Radio Holland, enz.
Het schip is van buiten geheel licht
grijs geschilderd, terwijl op bepaalde
afstanden breede.
ver achterstaan bij die van de „zuiver»"
rubberondernemingen haar nettowinst
bedroeg slechts 3.573.000 tegen
4.109.000 in het vorige jaar. Dit zelfde
symptoom doet zich ook voor in de
suikerindustrie.
Terwijl een onderneming als de
N.I.S.U. uit ’n netto-winst ad 1.515.000
(vorig jaar 769.000) een dividend van
18 pCt. (vorig jaar 11% pCt.) kan uit-
keeren, heeft een gemengde onder
neming als de H.V.A. haar dividend
verhoudingsgewijs slechts in veel ge
ringer mate kunnen verhoogen, n.l. van
17 op 20 pCt.
Toch dient men er wel voor te
zorgen, zich niet door den schijn te
laten bedriegenrisicoverdeeling, op
welk terrein ook, is niet slechts theore
tisch, doch ook practisch een voordeel.
Al moge in een abnormaal jaar eens één
enkel risico grooter voordeel opleveren
dan een verdeeld risico, men moet de
afwisseling van voordeelen en nadeelen
over een periode van jaren bezien en
dan is er geen kwestie van, of de oude
theorie der risicoverdeeling herstelt zich
in volle glorie.
Ook de vraag, of de eerste-klas obli
gatie, eens beschouwd als de veiligste
belegging voor „weduwen en weezen”,
als zoodanig nog in aanmerking komt,
wordt thans meer dan ooit van vele zijde
betwist. In dit opzicht kan men ten
aanzien van de beantwoording niet zoo
positief zijn, temeer omdat de vraag
„obligatie of aandeel” reeds lang een
probleem was. De groote verliezen,
welke obligatiehouders sinds het uit
breken van den oorlog hebben moeten
lijden, zijn inderdaad aanleiding voor
twijfel aan de absolute waarde van
obligatiebezit. Aan den anderen kant
behoeft men slechts een blik te slaan op
de daling in de aandeelenmarkt, om tot
de conclusie te komen, dat ook hier het
uitsluitend heil niet te verwachten is.
Het is slechts gebleken, dat de aan
deelenmarkt iets spoediger en scherper
reageert op gunstiger berichten, zoodat
ik de meening ben toegedaan, dat een
behoorlijke verdeeling van het risico
tusschen obligaties en aandeelen thans
meer dan ooit op haar plaats is. Dit
wil geenszins zeggen, dat men aandee
len daarom de voorkeur zou moeten
geven in dezen tijd, omdat het wat de
Duitschers noemen „Sachwerte” zijn. Er
is immers niet de minste reden, om in
tijden van kapitaalvernietiging een
grooter intrinsieke waarde aan deze
„Sachwerte” toe te kennen. Zulks blijkt
ook wel uit de houding der goederen
markten, die reeo sinds maanden niet
uit haar lusteloosheid kunnen worden
gewekt. De jongste scherpe daling van
den rubberprijs op de Amsterdamsche
markt, de waarschijnlijkheid van een
verder aanhalen der restrictieschroef bij
de rubber- en tinrestrictie zijn duidelijke
symptomen van de zeer betrekkelijke
waarde van „Sachwerte”.
Terwijl de Nederlandsche obligatie-
markt onverminderd onder druk blijft
staan, mede ook als gevolg van jhr. de
Geer’s verklaring, dat hij niet denkt
aan een kunstmatigen steun van de
mark, en mede onder den invloed van
de «verwachting eener nieuwe half-ge-
dwongen leening, is de druk op den
gulden even verminderd. Dit heeft zich
weerspiegeld in een vermindering der
goudafvloeiïng (die de vorige week
slechts 10 millioen heeft bedragen
tegen 25 en 40 millioen in de daar
aan voorafgaande weken) en in een,
schoon zeer geringe verruiming van de
geldmarkt. Toch is nauwelijks aan te
nemen, dat deze situatie van langen
duur zal zijn, omdat nu eenmaal de
voornaamste stroomingen tegen den
gulden werken.
Zoo ontwikkelen zich de cijfers van
onze handelsbalans nog bij lange na niet
in gunstigen zin. Overziet men de zeven
maands periode sinds het uitbreken van
den oorlog, dan blijkt, dat het invoer-
saldo tot 464 millioen is gestegen tegen
199 millioen in de overeenkomstige
periode van 1938/’39. Of tegenover deze
ve slechtering voldoende compensaties
staan, valt te betwijfelen. Zeer zeker
zullen de inkomsten uit de scheepvaart
niet onbelangrijk grooter zijn en mis
schien ook die uit buitenlandsche beleg
gingen, doc'i de ontvangsten uit den
doorvoerhandel staan nagenoeg stil, ter
wijl ook twijfel moet worden geuit aan
de waarde van het argument, dat het
Indische uitvoersaldo een behoorlijk
tegenwicht vormter zijn namelijk aan
wijzingen, dat de band tusschen Neder-
landschen en Indischen gulden aanzien
lijk losser is geworden. Bestudeert men
de geografische verdeeling van onzen
buitenlandschen handel, dan valt bij den
uitvoer op een daling in de afname van
Duitschland, België, Frankrijk en de
Vereenigde Staten. Aan de invoerzijde
is een zeer sterke toeneming in den
import uit de Vereenigde Staten en
België te constateeren. Dit heeft tot
resultaat, dat ons invoeroverschot in
onzen handel met de Vereenigde Staten
in het eerste kwartaal van 1940 is ge
stegen tot 63 millioen tegen 27 mil
lioen in de overeenkomstige periode van
1939. Van nog grooter practisch belang
is echter de stijging van ons import-
saldo met België van 17 millioen tot
46 millioen. Bij het thans aan vele
zijden tot uiting komend streven naar
nauwer samenwerking tusschen België
en Nederland mag aan deze „verslech
tering” der handelsbalans wel eens spe
ciaal de aandacht worden gewijd.
De Nederlandsche Regeering heeft
thans het wetsontwerp tot heffing van
een oorlogswinstbelasting ingediend. Ge
heven zal worden 25 pCt. van de oor
logswinst, gemaakt door particulieren
en 40 pCt. van die, gemaakt door licha
men. De heffing heeft terugwerkende
kracht tot 1 Januari 1939. Ter bepaling
van de oorlogswinst wordt het netto
jaarlijksch inkomen vergeleken met het
gemiddelde van 1936-1938, waarbij een
meerdere winst van 1000 van belasting
is vrijgesteld.
Blijkens de toelichting is de Regee
ring niet optimistisch ten aanzien van
de opbrengst, vooral niet in vergelijking
met de oorlogswinstbelasting uit den
oorlog 1914-’18, aangezien de maatrege
len tegen abnormale prijsopdrijving de
mogelijkheden tot het maken van groote
oorlogswinsten aanmerkelijk hebben
verminderd
Regeling voor persfotografen.
Men deelt ons mede van de zijde
van de Nederlandsche Illustratie Pers:
Het spreekt vanzelf, dat het bericht
betreffende de politieverordening van
den opperbevelhebber van land- en
zeemacht, speciaal wat betreft het
verbod om in een trein of in eenig
ander openbaar middel van vervoer
fototoestellen voor onmiddellijk ge
bruik voorhanden te hebben, alom in
kringen van persfotografen
consternatie heeft verwekt.
Het bestuur van de Nederlandsche
Illustratie Pers heeft zich intusschen
reeds met het algemeen hoofdkwar
tier verstaan en wij kunnen de pers
fotografen gerust stellen. Binnen
enkele dagen komt er ook voor hen
van de
uitgegeven
vermoedelijk
Van de week is de snurrevaad-
visscher de SCH 69, weer binne-n-
eweest met ’n moai scheepje visch,
waer die zoa ongeveer duièzend guide
van besomde. ’t Was jammer, dat ie
de mart iet erg méé aa, aars aa die
nog wel ’n onder gulde-n-of wat meir
kenne beschouwe.
Da’s non z’n twiede reisje-n-al,
dat ie dee. En we kenne wel zegge,
dat die prebaesie iet allien goed gelukt
is, maar in z’n gevolge-n-oak van de
groaste beteekenis ken worde voor
onze visscherij. ’k Eb n paer man-
schappe-n-esproke, die met de SCH 69
mee-eweest benne. De mensche wazze
best over die nieuwe visscherij te
spreke, ’t Zou ze niet verwondere, azze
der van lieverlee meir schepe voor de
„snurrevaad” klaer emaekt wiere. De
voordèile van die visscherij in verge-
likking met de Trawlvisscherij bènne
van ’t groaste belang.
Der eb je in de eirste plaes al
’t fèit, dat die visschrij allien op den
dag uièt-oefend ken worde. En dan
nog op ’n beperkte ruièmte, die-e ze
zelf uiètkieze kenne. s Nachts legt ’t
schip stil. Dat benne toch allemaei van
die omstandig-eede. die meewerke-n-om
’t mèinegevaer op ’n gceie ofstand te
ouwe De Zundag wordt vrij-ouwe. dus
de mensche-n-ebbe, voor zoavord as dat
voor 'n visscherman op zèi mogelik is,
’n betrekkelik geregeld leve. jZwaer
werk is 't in gien geval. Allien benne de
mensche langdurig in ’t getouw, van
’s ochens vroog tot 's aevens laeti, Maar
dat schèint daer non ienmael iet aars
bij te kenne. Over ’t algemien wazze de
mensche best tevreeje.
De vangst bestaet vernaemelik uièt
schol en schar. Rondvisch, zoa-as kaw-
welaauw, wolf en poan wordt ,èr mee
let veul deur n Snurrevaerder evange.
Maar de visch is levender en lekkerder
as de visch van ’n trawllogger. En dat
laet z’n èige-n-oak wel zoa’n beetje ver-
staen. want de vischies lije veul minder
as met de trawl De vangst, die de SCH.
69 an de mart broch, was uiètstekend
van kwaelitèit. 't Was bepaeld lekker
levend goedje. Gien wonder, dat de
Deensche visch. die op de èige menier
evange wordt en ’n tèid lang over onze
grenze-n-ekomme-n-is, in ’n korte
spanne tèid zoa’n goeie naem wis te
maeke. Snurrevaadvisch is visch van de
bovenste plank
In Juli en Augustus gaet de snurre-
vaadman op schelvisch vissche. Daer
benne dan weer aare nette voor noadig.
Me zegslui wazze zóa in de wolke-n-
over die soort van visscherij, datte ze