van Fonds de economische voor verdediging Misdrijven tegen de veilig heid van den Staat Haagsche Courant van Zaterdag 4 Mei 1940 VIJFDE BLAD, PAGINA 1. en van een of soort van een Verhooging van het strafmaximum tot levenslang en, ingeval van oorlog de doodstraf Geen poging tot vorming mistgordijn economische dictatuur STADSNIEUWS Minister Bolkestein Brussel naar De Regeering zet haar prijspolitiek uiteen Wetsontwerp nader gewijzigd B| - JUBILEUM L. KLAWER het reedschappen, ge- Het is mogelijk dat de suiker- distributie verdwijnt De minister van Economische Za ken staat niet afwijzend tegenover opheffing van dezen maatregel, doch hiertoe zal eerst kunnen wor den overgegaan, wanneer de hier te lande aanwezige voorraden zoo groot zijn, dat het verbruik vanaf het moment van opheffing der dis tributie tot het tijdstip, waarop weder binnenlandsche suiker be schikbaar komt, gedekt is. welke overwegingen zijn weergegeven in het voorloopig verslag van de vaste commissie voor privaat- en strafrecht uit de Tweede Kamer, hebben de minister van Jus titie aanleiding gegeven tot de navol gende beantwoording. Ook de minister ziet de voorzienin gen, opgenomen in het thans aanhan gige wetsontwerp, slechts als een on derdeel van hetgeen voor een doeltref fende bestrijding en onderdrukking van hun controleerende taak wel zeer on voldoende zouden kunnen uitoefenen. Industrieele productie. De Regeering heeft niet het voor nemen tot een snelle uitbreiding van haar bemoeiingen op het gebied der industrieele productie over te gaan. Inderdaad zullen deze bemoeiingen tot het strikt noodzakelijke worden be perkt. Het doel der Regeering. De Regeering stelt zich als realiteit ver- nauwlettende aandacht volgt, acht zij echter nog niet den tijd gekomen zich uit te spreken van welken aard de door haar zoo noodig te nemen maat regelen zullen zijn. Art. 102 betreft het opzettelijk in tijd van oorlog hulp verleenen aan den vijand of den staat tegenover den vij and benadeelen. PRINSES JULIANA BIJ HET ALG. STEUNCOMITÉ H.K.H. Prinses Juliana heeft gisteren de vergadering van het dagelijksch be stuur van het Algemeen Steuncomité 1939 bijgewoond. Het nieuwe artikel 98 De tekst van de nieuwvoorgestelde redactie van art. 98 luidt als volgt: „Hij, die opzettelijk bescheiden, be richten, of inlichtingen omtrent eenige zaak waarvan hij weet of redelijker wijs moet vermoeden dat de geheim houding door het belang van den Staat wordt geboden, hetzij openbaar maakt, hetzij verschaft aan een buitenland- sche mogendheid of aan zoodanige personen, dat gevaar ontstaat dat de inhoud aan een buitenlandsche mo gendheid bekend wordt, wordt gestraft, indien het feit gepleegd wordt buiten den tijd van oorlog, met gevangenis straf van ten hoogste vijftien jaren, indien het gepleegd wordt in tijd van oorlog, met levenslange gevangenis straf of tijdelijke van ten hoogste twin tig jaren. Handelingen gepleegd ter voorberei ding van een misdrijf als omschreven in het voorgaande lid, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren”. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Z.Exc. G. Bolkestein is hedenochtend in gezelschap van den directeur- generaal van het Onderwijs naar Brussel vertrokken. Links de minister, naast hem de directeur-generaal van het Onderwijs prof. dr. G. A. van Poelje. De overwegingen, ten aanzien van het wetsontwerp houdende nadere Wijziging militair strafrecht in overweging. Mocht de Kamer dezen gedachten gang kunnen aanvaarden, zoo wil hij zijnerzijds gaarne toezeggen op korten termijn de indiening te zullen bevor deren van een tweede ontwerp, raken de deze materie, inhoudende o.m. een wijziging van het wetboek van Militair strafrecht. Daar hij omtrent deze laat ste wijziging overleg moet plegen met zijn ambtgenoot van Defensie, zou in voeging in het aanhangig wetsvoorstel ,tot vertraging aanleiding geven. Bij de behandeling van dit nieuwe ontwerp zullen de bovenbedoelde voorstellen opnieuw onder het oog kunnen worden gezien. Deze zienswijze, welke op een ge heel onjuist inzicht in de beteeke- nis en draagwijdte van het fonds moet berusten, wordt door de mi nisters volledig afgewezen. Het is geheel misplaatst om in het voorstel tot instelling van het fonds een poging der Regeering te zien een mistgordijn voor haar gestie te vormen. Veeleer is er aanleiding te spreken van een po ging der Regeering om de vor ming van zulk een mistgordijn te voorkomen. Gedurende de week van 26 April t/m 2 Mei 1940 verstrekte de vereeniging „Tehuis voor Onbehuisden" de la Reijweg 522 alhier, aan 752 man nen, 28 vrouwen en 57 kinderen gratis onderdak. Aan deze personen werden 2329 gratis maaltijden verstrekt. Tegen de z.g. glijdende loonschaal. Het eventueel zooveel mogelijk voor komen, dat te ruime loonsverhoogin- gen worden toegepast. Met name zal bezwaar gemaakt moeten worden te gen het systeem van de z.g. glijdende loonschaal, waarbij de loonen op ge zette tijden met het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud in overeenstemming worden gebracht. Dit systeem moet ongewenscht wor- Immers indien het Landbouw-crisis- fonds, waaruit de maatregelen voor de voedselvoorziening nu eenmaal vol gens de bestaande bepalingen niet kunnen worden bestreden, in stand zou gehouden worden en daarnaast alle andere maatregelen op het gebied der economische defensie gefinancierd zouden moeten worden met tal van verschillende afzonderlijke credieten, dan zou men eerst recht kunnen spre ken van een onoverzichtelijke en ver warde methode van financiering, wel ke voor de Regeering de grootste moeilijkheden zou opleveren en ten aanzien waarvan de Staten-Generaal landverraad en spionnage, voor moment aanhouden, en behoudens eventueele meer ondergeschikte wij zigingen en aanvullingen, thans willen I volstaan met het gewijzigd wetsont werp, waaromtrent vrijwel algemeen heid van gevoelen blijkt te bestaan en dat een spoedige totstandkoming be hoeft. *Tu]diging door bestuur Ned. bond van huis- en grondeigenaren en bouwondernemers. Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake de wetsont werpen instelling van een Fonds voor de economische verdediging, wijzi ging van de Landbouw-crisiswet 1933 en intrekking van de wet van 30 Sep tember 1938, zoomede vaststelling van de begrooting van het Fonds voor de economische verdediging voor het eerste dienstjaar van 1 September 1939 tot en met 31 December 1940, is het volgende ontleend: De ministers van Economische Za ken en Financiën willen niet verhelen, dat zij van het standpunt, dat ver scheidene leden ten opzichte van de instelling van het fonds en de be- I voegdheden der Regeering meenden te moeten innemen, met verwondering hebben kennis genomen. Deze leden blijken niet alleen van meening te zijn, dat zich door de in stelling van het fonds als het ware een mistgordijn zal vormen, waarach ter de daden der Regeering schuil zul len gaan, doch bovendien dat daar door in handen van den minister van Economische Zaken zeer groote be voegdheden en een even groote verant woordelijkheid zouden worden gelegd, waaruit een soort van economische dictatuur zou ontstaan. KATTENTENTOONSTELLING. Voor de Internationale Tentoonstel ling van Katten aller Rassen „Feli dae”, te houden 25 en 26 Mei e.k. m de bovenzalen van „Riche”, aan het Buitenhof, zijn als jury gevraagd de heeren L. W. van Dalen, alhier, dr. A. L. Hagedoorn, Soesterberg en F. C. Schaedtler uit Rotterdam, allen beken de experts in de kattensport. Alle rassen worden gevraagd. Secre taris is de heer H. Peters. Buitenhof 5, die nu 26 jaar kattententoonstellin gen in Nederland heeft geleid. hooging van de maximum-straf op een strafrecht I. aantal misdrijven tegen de veiligheid Sfraf js gesteld, van den Staat, welke overwegingen 1 De Minister heeft deze materie bij zich zelf herhaaldelijk overwogen. Hij is hierbij tot de conclusie gekomen, dat het te dezen om zeer vérstrekken de voorzieningen gaat, waartoe naar zijn overtuiging alleen zeer beraden en in volkomen rust, en na overdenking van alle in aanmerking komende ge zichtspunten, mag worden besloten. De minister zou ook daarom gaarne deze voorstellen, evenals een aantal an- het zoo gevaarlijke euvel van de spion-1 dere vraagstukken op het gebied van nage is vereischt. Bij voortduring en in de eerste plaats houdt hij zijn aan dacht gericht op al, wat een daad werkelijke bestrijding in den meest uitgebreiden zin van het woord en een doeltreffende vervolging van de spion- nagemisdrijven kan bevorderen. In dit verband wijst hij er op, dat op het gebied van de voorkoming, opsporing en vervolging van de hier bedoelde feiten in ons land den laatsten tijd reeds veel meer is bereikt, dan naar buiten kan blijken. Van het meeste belang schijnt hem op dit oogenblik, dat op korten ter mijn de voorzieningen tot stand komen waaromtrent tusschen Regeering en Staten-Generaal, ook blijkens den in houd van het voorloopig verslag, over eenstemming van gevoelens aanwezig is. Dit zijn voor alles: een aanmer kelijke verzwaring van straffen, ge steld op spionnage en een aantal an dere vormen van landverraad en een technische verbetering en aanvulling van de omschrijving van het misdrijf van spionnage in ons Wetboek van Strafrecht. Ter gelegenheid van zijn 25-jarig ju bileum als redacteur van het bonds orgaan heeft het bestuur van den Ne- derlandschen bond van huis- en grond eigenaren en bouwondernemers gister middag hier ter stede, den heer L. Kla- wer op zeer.hartelijke wijze gehuldigd. De plechtigheid, aan het slot waar van een receptie werd gehouden, werd door verscheidene belangstellenden bij gewoond. Tot hen behoorden ook de rijksinspecteur voor de volksgezond heid, dr. ir. van Beusekom, de referen daris aan het departement van Binnen landsche Zaken, de heer Kouwenhove en de administrateur aan het departe ment van Financiën, de heer Bakker. De jubilaris, die vergezeld was van zijn echtgenoote, werd toegesproken door den voorzitter van den bond, de heer S. J. Mook, die uiteenzette, waar om de bond groote waardeering heeft voor den arbeid, die de jubilaris thans reeds 25 jaar met groot enthousiasme verricht. Deze arbeid, welke ons met dankbaarheid vervult zoo zeide spr. is voor den bond van onschatbare beteekenis geweest en voor den jubi laris van dezen dag een levenswerk, dat ook buiten den kring van den bond be langstelling en waardeering heeft ge vonden. Spr. betoogd vervolgens dat de heer Klawer het vraagstuk van de par ticuliere woning-exploitatie heeft aan gevat, doorgezet en voltooid. Weinig evenaren hem in kennis en ervaring. Deze wetenschap moge den jubilaris met trots vervullen. Namens het be stuur van den bond en namens de af- deelingen bood spr. den heer Klawer een geschenk onder couvert aan. Nadat het eerelid van den bond, de heer Fischer uit Amsterdam, een persoonlijk woord van hulde en dank had gespro ken, dankte de jubilaris met een toe passelijk woord voor den hem toege- zwaaiden lof en voor het aangeboden geschenk. Hij wees in zijn toespraak met grooten nadruk op de beteekenis van organisatie, vooral in tijden als deze met hun sterk afwisselende econo mische omstandigheden. Inperking van bevoegdheden ongewenscht. Het was den ministers een teleur stelling thans, nu de moeilijkheden zich bij den dag verscherpen, van een deel der Kamer te moeten vernemen, dat naar een inperking van de aan de Regeering gegeven bevoegdheden en verantwoordelijkheid moet worden gestreefd. Dat zulks in de huidige omstandigheden volkomen onge wenscht zou zijn, wordt tot voldoening van de ministers door vele andere le den erkend. den geacht, niet alleen omdat dit de werking van de meergenoemde spi raalbeweging sterk in de hand zou werken zeer ten nadeele van die groepen onzer bevolking, zooals b.v. kleine zelfstandigen, rentetrekkers, die hun inkomsten niet op deze wijze vermeerderd zien doch ook omdat bij deze methode van loonbepaling aan een zoo belangrijken factor als den bedrijfstoestand geen beteekenis wordt toegekend. Richtprijzen. De Regeering is niet voornemens thans mededeelingen te doen omtrent de prijzen, welke zij in de naaste toekomst voor de landbouwproducten denkt vast te stellen. De publicatie van de overige richtprijzen voor den oogst 1940, zal echter, zoodra dat mogelijk is, geschieden. LUCHTBESCHERMING De Ned. Vereen, voor Luchtbescher ming schrijft ons: Waar zoovelen zich nog afzijdig houden van de luchtbe scherming, hetgeen blijkt uit de zeer velen, die nog van de formaties van de luchtbeschermingsorganisaties en diensten ontbreken, is het wel eens aangenaam melding te kunnen maken van personen, die uit appreciatie voor hetgeen door degenen die zich beschik baar hebben gesteld voor daadwerke lijke medewerking reeds is verricht, deze behulpzaam zijn in het organi- seeren van de luchtbescherming in hun blok. Zoo is door een heer, die onbekend wenscht te blijven, aan eenige secto ren. welke door de werkloosheid der bewoners heel veel moeite hebben met het verzamelen van gelden voor de aanschaffing van brandbluschmaterieel. doch in elk ander opzicht blijk geven zich hun plicht in dit opzicht volkomen bewust te zijn, reeds e» nige malen brandbluschmaterieel, gereedschappen en verbandmateriaal geschonken ten behoeve van de minder kapitaalkrach tige blokken. Door deze belangrijke giften, welke bestonden uit blokbrandweerwagentje, emmerspuiten, ladders, borden met ge- papieren zakken ver bandmateriaal, de toezegging van bij- storting van de helft eener collecte enz., is ineens de beveiliging van eenige dezer blokken in tijden van gevaar op zoodanig peil gebracht, dat men daar thans met een zeker gevoel van gerust heid een luchtbombardement durft tegemoet te zien. Van hoeveel belang zulks is. en dat de milde gever hierdoor niet alleen de bewoners der betrokken blokken aan zich heeft verplicht, maar ook die van de geheele stad, is duidelijk. En welk een verschil tusschen de houding van zoo iemand en die van de Hagenaars, die nog altijd niet er toe kunnen komen om zich voor de lucht bescherming als actief medewerker up te geven! Men kan zich steeds aanmelden bij de sectorbesturen consultatiebureaux en het secretariaat der afdeeling ’s-Gra- venhage van N.V.L., Sweelinckstraat 25. Memorie van antwoord aan de Tweede Kamer In een nota van wijzigingen wordt voor spionnage, althans voor wat feiten betreft gepleegd in tijd van oorlog, overeenkomstig het voor stel van de commissie, de moge lijkheid geopend van levenslange gevangenisstraf of tijdelijke ge vangenisstraf van ten hoogste twintig jaren. Dezelfde straffen zijn, eveneens overeenkomstig een voorstel van de commissie, welk voorstel de minister gaarne als een verbetering aanvaardt, in de nota van wijzigingen voorgesteld voor het misdrijf van artikel 97. Beide wijzigingen hebben tot ge volg, dat bij deze delicten „in ge val van oorlog”, d.i. dus indien oorlog werkelijk is uitgebroken, de doodstraf zal kunnen worden opgelegd, indien zij althans pleegd worden in een in staat van beleg verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks. Eveneens is in de nota van wijzigingen voor gesteld om ook de voorbereidings handelingen van het misdrijf van artikel 102 strafbaar te stellen. Op Donderdagavond 9 Mei zal in het gebouw Excelsior aan de Zeestraat voor de leden van de Kon. Vereen. „Oost en West” worden ver toond de film „De suikerindustrie op Java”. Kunstmeststoffen. Ongetwijfeld is de voorziening van den Nederlandsche land- en tuinbouw met kunstmeststoffen, naar achteraf is gebleken, gunstig verloopen. Aan gezien bij de huidige omstandigheden een gunstig lijkende toestand zich in zeer korten tijd ten ongunste kan wenden, moet handhaving van de distributie van kunstmeststoffen mo menteel gewenscht worden geacht. Art. 97 luidt: Hij die met een buitenlandsche mo gendheid in verstandhouding treedt, met het oogmerk om haar tot het ple gen van vijandelijkheden of het voe ren van oorlog tegen den staat te be wegen, haar in het daartoe opgevatte voornemen te versterken, haar daar bij hulp toe te zeggen of bij de voor bereiding hulp te verleenen, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren. Indien de vijandelijkheden worden gepleegd of de oorlog uitbreekt, wordt levenslange gevangenisstraf of tijde lijke van ten hoogste 20 jaren opgelegd. Op het oogenblik wil de minister niet verder gaan Verder zou de minister voor het oogenblik echter niet willen gaan. In het bijzonder bestaat bij hem bezwaar voor het tegenwoordige mede te gaan met de verder strekkende voorstellen van de meerderheid van de commis sie. Deze voorstellen houden in over brenging van de misdrijven van de De suikerdistributie. Ten aanzien van de distributie van suiker merken de ministers op, dat het in verband met de sterke vraag en de betrekkelijk geringe voorraden in het laatste half jaar van jaar 1939 en met het oog op bestaande onzekerheid omtrent eerste beide titels van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht, mis drijven tegen de veiligheid van den staat en de Koninklijke waardigheid, ook wat de burgers betreft, reeds on der den staat van beleg dus nog voor dat oorlog werkelijk is uitgebroken, naar den militairen rechter en het openen in verband met de bijzondere bepalingen voor de militaire recht spraak geldende, in aansluiting hier- wetsontwerp houdende nadere I aan reecis onder dien staat van de voorzieningen tegen het bekend worden mogelijkheid van doodstraf voor die van Staatsgeheimen en houdende ver-1 delicten, waarop in het Wetboek van 1 levenslange gevangenis- Onze economische positie. Doordat groote tegenslagen uitble ven, heeft, mede dank zij de genomen maatregelen, de ontwikkeling van de economische positie in de afgeloopen maanden een niet onbevredigend ver loop gehad. De Regeering is zich echter bewust, dat daarin ieder oogen blik een wijziging ten ongunste kan treden en dat ook in den bestaanden toestand gevaren schuilen. De toenemende uitgaven voor de defensie, de teruggang van den ex port en de mede in verband daar mede ongunstige positie van onze handelsbalans, dit alles zijn factoren, welke het economische leven in Ne derland bedreigen. De Regeering ziet in, dat, indien de omstandigheden nijpender worden, ingrijpende maatregelen niet zullen kunnen uitblijven. Hoewel haar gedachten in een bepaalde richting gaan en zij mede de uitwerking van de verschillende in het buitenland genomen economi- het de den toekomstigen aanvoer van suiker uit onze overzeebiedsdeelen geboden was tot distributie van dat artikel over te gaan. Hierbij heeft van het begin af de gedachte voorgezeten het verbruik van suiker niet meer te beperken dan strikt noodzakelijk was. Dat dientengevolge het rantsoen gesteld werd op een hoeveelheid, wel ke vrijwel precies met het gemiddelde verbruik overeenkomt, beteekent nog niet, dat de distributie overbodig zou zijn. De distributie dient er juist voor om te zorgen, dat ieder het beschik bare kwantum ook inderdaad kan verkrijgen. Aangezien de aanvoer van overzee vrij regelmatig plaats vindt, behoefde niet tot verlaging van het gestelde rantsoen te worden overge gaan. algemeene gebied zullen moeten plaats gehad van de „Koninklijke ver- I eeniging van officieren, ridders en Mi litaire Willemsorde”. Ter vergadering waren aanwezig 28 leden, onder wie de eere-voorzitter, ge neraal B. N A Swart, commandeur der Militaire Willemsorde, en het voltallige hoofdbestuur. Jaarverslag en financieel overzicht werden goedgekeurd. Besloten werd op 19 October a.s. het vijfjarig bestaan der vereeniging met een gemeenschappelijken maaltijd te vieren. Het gemeenschappelijk diner ter herdenking van de instelling der orde had ditmaal plaats in het hotel du Vieux Doelen op 30 April j.l. Het werd bijgewoond door 49 leden. De vereeniging telt nog steeds 102 leden. Wel heeft zij in het afgeloopen vereenigingsjaar een zwaar verlies ge leden door het overlijden van vijf leden, onder wie generaal C. J. Snij ders, die sedert 1875 het ridderkruis! droeg, terwijl op 3 April j.l. wederom een lid kwam te overlijden, doch zes nieuwe leden traden tot de vereeniging toe. Onder de leden is nog slechts één actief dienend officier, n.l. de heer G. F. G. F. V. Gosenson. Onder de gepen- sionneerde officieren zijn er acht van het K.N.L. (onder hen drie oorspron kelijk afkomstig van het K.N.I.L.), zeven van de Kon. Marine en de ove rigen van het K.N.I.L. Dan telt de ver eeniging onder haar leden nog twee (oud-) civiel-ambtenaren. Er zijn met den officiersrang nog in leven één commandeur, acht ridders derde klasse en 113 ridders vierde klasse. Onze handels- en betalingsbalans. Het maakt bij de Regeering een punt van overweging uit, op welke wijze een beperking van den invoer van niet-essentieele goederen kan wor den bereikt. Overigens is de ontwik keling van de handels- en betalings balans in hooge mate afhankelijk van omstandigheden, die buiten het bereik van de Regeering liggen. De politiek van de Regeering is er op gericht, de productie en het ver bruik van die goederen, die voor een groot deel uit Nederlandsche grond stoffen en met Nederlandschen arbeid worden gefabriceerd, te stimuleeren en de werkgelegenheid in het binnen land uit te breiden. Daarnaast zal ook een krachtige bevordering van den export eenerzij ds en door beper king van onnoodigen invoer anderzijds getracht.worden een ongunstige ont wikkeling van de betalingsbalans zoo veel mogelijk tegen te gaan. Prijzenpolitiek. I sche en financieele maatregelen met Het streven de kosten van levenson derhoud zoo laag mogelijk te houden, vormt een onderdeel van de algemee ne financieele en economische politiek der Regeering, welke zij met betrek king tot de prijzen en loonen voert. Alle maatregelen, welke op dat doel gericht zijn, zullen tevens de financie ring van het fonds vergemakkelijken. KONINKLIJKE VEREENIGING VAN OFF1CIEREN-RIDDERS M.W.O. voor oogen, dat tengevolge van ver-1 Dezer dagen heeft alhier de vijfde schillende oorzaken prijsverhoogingen jaarlijksche algemeene vergadering op verschillend plaats vinden en ook reeds plaats ge- I vonden hebben. Zij acht het de meest aangewezen politiek tegenover de om standigheden, welke een prijsverhoo- gende werking hebben, maatregelen te stellen, welke een remmenden invloed op de prijsstijging uitoefenen. Als zoo danige maatregelen komen in aanmer king: Schaarschte voorkomen of vermin deren door eenerzijds den a an voer van voor ons land onontbeerlijke buiten landsche producten, grondstoffen en halffabrikaten te bevorderen, ander zijds de productie van binnenlandsche goederen, waarvan een tekort ontstaat of kan ontstaan, zooveel mogelijk op te voeren. Indien van eenig product schaarsch te dreigt te ontstaan, onmiddellijk tot distributie over te gaan. Het instellen en uitoefenen van prijs controle. Ten aanzien van de land bouwproducten heeft de Regeering de prijsbeweging reeds in de hand. Voor de industrieele producten doen zich verschillende mogelijkheden voor. Tot het tegengaan van prijsopdrijving biedt de Prijsopdrijvings- en Hamster wet 1939 aan de Regeering de noodige bevoegdheden. Binnen het kader van I deze wet is de Regeering doende met het bedrijfsleven regelingen te treffen om er voor te zorgen, dat de prijzen binnen zekere door de Regeering af te bakenen grenzen worden gehouden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 17