van
Fonds
de economische
voor
verdediging
Misdrijven tegen de veilig
heid van den Staat
Haagsche Courant van Zaterdag 4 Mei 1940
VIJFDE BLAD, PAGINA 1.
en
van een
of
soort
van
een
Verhooging van het strafmaximum tot
levenslang en, ingeval van oorlog
de doodstraf
Geen poging tot vorming
mistgordijn
economische dictatuur
STADSNIEUWS
Minister Bolkestein
Brussel
naar
De Regeering zet haar
prijspolitiek uiteen
Wetsontwerp nader
gewijzigd
B| -
JUBILEUM L. KLAWER
het
reedschappen,
ge-
Het is mogelijk dat de suiker-
distributie verdwijnt
De minister van Economische Za
ken staat niet afwijzend tegenover
opheffing van dezen maatregel,
doch hiertoe zal eerst kunnen wor
den overgegaan, wanneer de hier
te lande aanwezige voorraden zoo
groot zijn, dat het verbruik vanaf
het moment van opheffing der dis
tributie tot het tijdstip, waarop
weder binnenlandsche suiker be
schikbaar komt, gedekt is.
welke overwegingen
zijn weergegeven in het voorloopig
verslag van de vaste commissie voor
privaat- en strafrecht uit de Tweede
Kamer, hebben de minister van Jus
titie aanleiding gegeven tot de navol
gende beantwoording.
Ook de minister ziet de voorzienin
gen, opgenomen in het thans aanhan
gige wetsontwerp, slechts als een on
derdeel van hetgeen voor een doeltref
fende bestrijding en onderdrukking van
hun controleerende taak wel zeer on
voldoende zouden kunnen uitoefenen.
Industrieele productie.
De Regeering heeft niet het voor
nemen tot een snelle uitbreiding van
haar bemoeiingen op het gebied der
industrieele productie over te gaan.
Inderdaad zullen deze bemoeiingen tot
het strikt noodzakelijke worden be
perkt.
Het doel der Regeering.
De Regeering stelt zich als realiteit
ver-
nauwlettende aandacht volgt, acht zij
echter nog niet den tijd gekomen zich
uit te spreken van welken aard de
door haar zoo noodig te nemen maat
regelen zullen zijn.
Art. 102 betreft het opzettelijk in
tijd van oorlog hulp verleenen aan den
vijand of den staat tegenover den vij
and benadeelen.
PRINSES JULIANA BIJ HET
ALG. STEUNCOMITÉ
H.K.H. Prinses Juliana heeft gisteren
de vergadering van het dagelijksch be
stuur van het Algemeen Steuncomité
1939 bijgewoond.
Het nieuwe artikel 98
De tekst van de nieuwvoorgestelde
redactie van art. 98 luidt als volgt:
„Hij, die opzettelijk bescheiden, be
richten, of inlichtingen omtrent eenige
zaak waarvan hij weet of redelijker
wijs moet vermoeden dat de geheim
houding door het belang van den Staat
wordt geboden, hetzij openbaar maakt,
hetzij verschaft aan een buitenland-
sche mogendheid of aan zoodanige
personen, dat gevaar ontstaat dat de
inhoud aan een buitenlandsche mo
gendheid bekend wordt, wordt gestraft,
indien het feit gepleegd wordt buiten
den tijd van oorlog, met gevangenis
straf van ten hoogste vijftien jaren,
indien het gepleegd wordt in tijd van
oorlog, met levenslange gevangenis
straf of tijdelijke van ten hoogste twin
tig jaren.
Handelingen gepleegd ter voorberei
ding van een misdrijf als omschreven
in het voorgaande lid, worden gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste
tien jaren”.
De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Z.Exc.
G. Bolkestein is hedenochtend in gezelschap van den directeur-
generaal van het Onderwijs naar Brussel vertrokken. Links de
minister, naast hem de directeur-generaal van het Onderwijs
prof. dr. G. A. van Poelje.
De overwegingen, ten aanzien van
het wetsontwerp houdende nadere
Wijziging militair strafrecht
in overweging.
Mocht de Kamer dezen gedachten
gang kunnen aanvaarden, zoo wil hij
zijnerzijds gaarne toezeggen op korten
termijn de indiening te zullen bevor
deren van een tweede ontwerp, raken
de deze materie, inhoudende o.m. een
wijziging van het wetboek van Militair
strafrecht. Daar hij omtrent deze laat
ste wijziging overleg moet plegen met
zijn ambtgenoot van Defensie, zou in
voeging in het aanhangig wetsvoorstel
,tot vertraging aanleiding geven. Bij de
behandeling van dit nieuwe ontwerp
zullen de bovenbedoelde voorstellen
opnieuw onder het oog kunnen worden
gezien.
Deze zienswijze, welke op een ge
heel onjuist inzicht in de beteeke-
nis en draagwijdte van het fonds
moet berusten, wordt door de mi
nisters volledig afgewezen.
Het is geheel misplaatst om in
het voorstel tot instelling van het
fonds een poging der Regeering te
zien een mistgordijn voor haar
gestie te vormen. Veeleer is er
aanleiding te spreken van een po
ging der Regeering om de vor
ming van zulk een mistgordijn te
voorkomen.
Gedurende de week van
26 April t/m 2 Mei 1940 verstrekte de
vereeniging „Tehuis voor Onbehuisden"
de la Reijweg 522 alhier, aan 752 man
nen, 28 vrouwen en 57 kinderen gratis
onderdak. Aan deze personen werden
2329 gratis maaltijden verstrekt.
Tegen de z.g. glijdende
loonschaal.
Het eventueel zooveel mogelijk voor
komen, dat te ruime loonsverhoogin-
gen worden toegepast. Met name zal
bezwaar gemaakt moeten worden te
gen het systeem van de z.g. glijdende
loonschaal, waarbij de loonen op ge
zette tijden met het indexcijfer van
de kosten van levensonderhoud in
overeenstemming worden gebracht.
Dit systeem moet ongewenscht wor-
Immers indien het Landbouw-crisis-
fonds, waaruit de maatregelen voor
de voedselvoorziening nu eenmaal vol
gens de bestaande bepalingen niet
kunnen worden bestreden, in stand zou
gehouden worden en daarnaast alle
andere maatregelen op het gebied der
economische defensie gefinancierd
zouden moeten worden met tal van
verschillende afzonderlijke credieten,
dan zou men eerst recht kunnen spre
ken van een onoverzichtelijke en ver
warde methode van financiering, wel
ke voor de Regeering de grootste
moeilijkheden zou opleveren en ten
aanzien waarvan de Staten-Generaal
landverraad en spionnage, voor
moment aanhouden, en behoudens
eventueele meer ondergeschikte wij
zigingen en aanvullingen, thans willen I
volstaan met het gewijzigd wetsont
werp, waaromtrent vrijwel algemeen
heid van gevoelen blijkt te bestaan en
dat een spoedige totstandkoming be
hoeft.
*Tu]diging door bestuur Ned. bond van
huis- en grondeigenaren en
bouwondernemers.
Aan de memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer inzake de wetsont
werpen instelling van een Fonds voor
de economische verdediging, wijzi
ging van de Landbouw-crisiswet 1933
en intrekking van de wet van 30 Sep
tember 1938, zoomede vaststelling van
de begrooting van het Fonds voor de
economische verdediging voor het
eerste dienstjaar van 1 September
1939 tot en met 31 December 1940, is
het volgende ontleend:
De ministers van Economische Za
ken en Financiën willen niet verhelen,
dat zij van het standpunt, dat ver
scheidene leden ten opzichte van de
instelling van het fonds en de be-
I voegdheden der Regeering meenden te
moeten innemen, met verwondering
hebben kennis genomen.
Deze leden blijken niet alleen van
meening te zijn, dat zich door de in
stelling van het fonds als het ware
een mistgordijn zal vormen, waarach
ter de daden der Regeering schuil zul
len gaan, doch bovendien dat daar
door in handen van den minister van
Economische Zaken zeer groote be
voegdheden en een even groote verant
woordelijkheid zouden worden gelegd,
waaruit een soort van economische
dictatuur zou ontstaan.
KATTENTENTOONSTELLING.
Voor de Internationale Tentoonstel
ling van Katten aller Rassen „Feli
dae”, te houden 25 en 26 Mei e.k. m
de bovenzalen van „Riche”, aan het
Buitenhof, zijn als jury gevraagd de
heeren L. W. van Dalen, alhier, dr. A.
L. Hagedoorn, Soesterberg en F. C.
Schaedtler uit Rotterdam, allen beken
de experts in de kattensport.
Alle rassen worden gevraagd. Secre
taris is de heer H. Peters. Buitenhof
5, die nu 26 jaar kattententoonstellin
gen in Nederland heeft geleid.
hooging van de maximum-straf op een strafrecht I.
aantal misdrijven tegen de veiligheid Sfraf js gesteld,
van den Staat, welke overwegingen
1 De Minister heeft deze materie bij
zich zelf herhaaldelijk overwogen. Hij
is hierbij tot de conclusie gekomen,
dat het te dezen om zeer vérstrekken
de voorzieningen gaat, waartoe naar
zijn overtuiging alleen zeer beraden en
in volkomen rust, en na overdenking
van alle in aanmerking komende ge
zichtspunten, mag worden besloten.
De minister zou ook daarom gaarne
deze voorstellen, evenals een aantal an-
het zoo gevaarlijke euvel van de spion-1 dere vraagstukken op het gebied van
nage is vereischt. Bij voortduring en
in de eerste plaats houdt hij zijn aan
dacht gericht op al, wat een daad
werkelijke bestrijding in den meest
uitgebreiden zin van het woord en een
doeltreffende vervolging van de spion-
nagemisdrijven kan bevorderen. In dit
verband wijst hij er op, dat op het
gebied van de voorkoming, opsporing
en vervolging van de hier bedoelde
feiten in ons land den laatsten tijd
reeds veel meer is bereikt, dan naar
buiten kan blijken.
Van het meeste belang schijnt hem
op dit oogenblik, dat op korten ter
mijn de voorzieningen tot stand komen
waaromtrent tusschen Regeering en
Staten-Generaal, ook blijkens den in
houd van het voorloopig verslag, over
eenstemming van gevoelens aanwezig
is. Dit zijn voor alles: een aanmer
kelijke verzwaring van straffen, ge
steld op spionnage en een aantal an
dere vormen van landverraad en een
technische verbetering en aanvulling
van de omschrijving van het misdrijf
van spionnage in ons Wetboek van
Strafrecht.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig ju
bileum als redacteur van het bonds
orgaan heeft het bestuur van den Ne-
derlandschen bond van huis- en grond
eigenaren en bouwondernemers gister
middag hier ter stede, den heer L. Kla-
wer op zeer.hartelijke wijze gehuldigd.
De plechtigheid, aan het slot waar
van een receptie werd gehouden, werd
door verscheidene belangstellenden bij
gewoond. Tot hen behoorden ook de
rijksinspecteur voor de volksgezond
heid, dr. ir. van Beusekom, de referen
daris aan het departement van Binnen
landsche Zaken, de heer Kouwenhove
en de administrateur aan het departe
ment van Financiën, de heer Bakker.
De jubilaris, die vergezeld was van
zijn echtgenoote, werd toegesproken
door den voorzitter van den bond, de
heer S. J. Mook, die uiteenzette, waar
om de bond groote waardeering heeft
voor den arbeid, die de jubilaris thans
reeds 25 jaar met groot enthousiasme
verricht. Deze arbeid, welke ons met
dankbaarheid vervult zoo zeide spr.
is voor den bond van onschatbare
beteekenis geweest en voor den jubi
laris van dezen dag een levenswerk, dat
ook buiten den kring van den bond be
langstelling en waardeering heeft ge
vonden. Spr. betoogd vervolgens dat de
heer Klawer het vraagstuk van de par
ticuliere woning-exploitatie heeft aan
gevat, doorgezet en voltooid. Weinig
evenaren hem in kennis en ervaring.
Deze wetenschap moge den jubilaris
met trots vervullen. Namens het be
stuur van den bond en namens de af-
deelingen bood spr. den heer Klawer
een geschenk onder couvert aan. Nadat
het eerelid van den bond, de heer
Fischer uit Amsterdam, een persoonlijk
woord van hulde en dank had gespro
ken, dankte de jubilaris met een toe
passelijk woord voor den hem toege-
zwaaiden lof en voor het aangeboden
geschenk. Hij wees in zijn toespraak
met grooten nadruk op de beteekenis
van organisatie, vooral in tijden als
deze met hun sterk afwisselende econo
mische omstandigheden.
Inperking van bevoegdheden
ongewenscht.
Het was den ministers een teleur
stelling thans, nu de moeilijkheden
zich bij den dag verscherpen, van een
deel der Kamer te moeten vernemen,
dat naar een inperking van de aan
de Regeering gegeven bevoegdheden
en verantwoordelijkheid moet worden
gestreefd. Dat zulks in de huidige
omstandigheden volkomen onge
wenscht zou zijn, wordt tot voldoening
van de ministers door vele andere le
den erkend.
den geacht, niet alleen omdat dit de
werking van de meergenoemde spi
raalbeweging sterk in de hand zou
werken zeer ten nadeele van die
groepen onzer bevolking, zooals b.v.
kleine zelfstandigen, rentetrekkers,
die hun inkomsten niet op deze wijze
vermeerderd zien doch ook omdat
bij deze methode van loonbepaling
aan een zoo belangrijken factor als
den bedrijfstoestand geen beteekenis
wordt toegekend.
Richtprijzen.
De Regeering is niet voornemens
thans mededeelingen te doen omtrent
de prijzen, welke zij in de naaste
toekomst voor de landbouwproducten
denkt vast te stellen. De publicatie
van de overige richtprijzen voor den
oogst 1940, zal echter, zoodra dat
mogelijk is, geschieden.
LUCHTBESCHERMING
De Ned. Vereen, voor Luchtbescher
ming schrijft ons: Waar zoovelen zich
nog afzijdig houden van de luchtbe
scherming, hetgeen blijkt uit de zeer
velen, die nog van de formaties van
de luchtbeschermingsorganisaties en
diensten ontbreken, is het wel eens
aangenaam melding te kunnen maken
van personen, die uit appreciatie voor
hetgeen door degenen die zich beschik
baar hebben gesteld voor daadwerke
lijke medewerking reeds is verricht,
deze behulpzaam zijn in het organi-
seeren van de luchtbescherming in hun
blok.
Zoo is door een heer, die onbekend
wenscht te blijven, aan eenige secto
ren. welke door de werkloosheid der
bewoners heel veel moeite hebben met
het verzamelen van gelden voor de
aanschaffing van brandbluschmaterieel.
doch in elk ander opzicht blijk geven
zich hun plicht in dit opzicht volkomen
bewust te zijn, reeds e» nige malen
brandbluschmaterieel, gereedschappen
en verbandmateriaal geschonken ten
behoeve van de minder kapitaalkrach
tige blokken.
Door deze belangrijke giften, welke
bestonden uit blokbrandweerwagentje,
emmerspuiten, ladders, borden met ge-
papieren zakken ver
bandmateriaal, de toezegging van bij-
storting van de helft eener collecte
enz., is ineens de beveiliging van eenige
dezer blokken in tijden van gevaar op
zoodanig peil gebracht, dat men daar
thans met een zeker gevoel van gerust
heid een luchtbombardement durft
tegemoet te zien.
Van hoeveel belang zulks is. en dat
de milde gever hierdoor niet alleen de
bewoners der betrokken blokken aan
zich heeft verplicht, maar ook die van
de geheele stad, is duidelijk.
En welk een verschil tusschen de
houding van zoo iemand en die van
de Hagenaars, die nog altijd niet er toe
kunnen komen om zich voor de lucht
bescherming als actief medewerker up
te geven!
Men kan zich steeds aanmelden bij
de sectorbesturen consultatiebureaux
en het secretariaat der afdeeling ’s-Gra-
venhage van N.V.L., Sweelinckstraat 25.
Memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer
In een nota van wijzigingen wordt
voor spionnage, althans voor wat
feiten betreft gepleegd in tijd van
oorlog, overeenkomstig het voor
stel van de commissie, de moge
lijkheid geopend van levenslange
gevangenisstraf of tijdelijke ge
vangenisstraf van ten hoogste
twintig jaren. Dezelfde straffen
zijn, eveneens overeenkomstig een
voorstel van de commissie, welk
voorstel de minister gaarne als
een verbetering aanvaardt, in de
nota van wijzigingen voorgesteld
voor het misdrijf van artikel 97.
Beide wijzigingen hebben tot ge
volg, dat bij deze delicten „in ge
val van oorlog”, d.i. dus indien
oorlog werkelijk is uitgebroken,
de doodstraf zal kunnen worden
opgelegd, indien zij althans
pleegd worden in een in staat van
beleg verklaard gedeelte van het
grondgebied des Rijks. Eveneens
is in de nota van wijzigingen voor
gesteld om ook de voorbereidings
handelingen van het misdrijf van
artikel 102 strafbaar te stellen.
Op Donderdagavond 9 Mei
zal in het gebouw Excelsior aan de
Zeestraat voor de leden van de Kon.
Vereen. „Oost en West” worden ver
toond de film „De suikerindustrie op
Java”.
Kunstmeststoffen.
Ongetwijfeld is de voorziening van
den Nederlandsche land- en tuinbouw
met kunstmeststoffen, naar achteraf
is gebleken, gunstig verloopen. Aan
gezien bij de huidige omstandigheden
een gunstig lijkende toestand zich in
zeer korten tijd ten ongunste kan
wenden, moet handhaving van de
distributie van kunstmeststoffen mo
menteel gewenscht worden geacht.
Art. 97 luidt:
Hij die met een buitenlandsche mo
gendheid in verstandhouding treedt,
met het oogmerk om haar tot het ple
gen van vijandelijkheden of het voe
ren van oorlog tegen den staat te be
wegen, haar in het daartoe opgevatte
voornemen te versterken, haar daar
bij hulp toe te zeggen of bij de voor
bereiding hulp te verleenen, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten
hoogste 15 jaren.
Indien de vijandelijkheden worden
gepleegd of de oorlog uitbreekt, wordt
levenslange gevangenisstraf of tijde
lijke van ten hoogste 20 jaren opgelegd.
Op het oogenblik wil de
minister niet verder gaan
Verder zou de minister voor het
oogenblik echter niet willen gaan. In
het bijzonder bestaat bij hem bezwaar
voor het tegenwoordige mede te gaan
met de verder strekkende voorstellen
van de meerderheid van de commis
sie. Deze voorstellen houden in over
brenging van de misdrijven van de
De suikerdistributie.
Ten aanzien van de distributie van
suiker merken de ministers op, dat
het in verband met de sterke vraag
en de betrekkelijk geringe voorraden
in het laatste half jaar van
jaar 1939 en met het oog op
bestaande onzekerheid omtrent
eerste beide titels van het tweede boek
van het Wetboek van Strafrecht, mis
drijven tegen de veiligheid van den
staat en de Koninklijke waardigheid,
ook wat de burgers betreft, reeds on
der den staat van beleg dus nog voor
dat oorlog werkelijk is uitgebroken,
naar den militairen rechter en het
openen in verband met de bijzondere
bepalingen voor de militaire recht
spraak geldende, in aansluiting hier-
wetsontwerp houdende nadere I aan reecis onder dien staat van de
voorzieningen tegen het bekend worden mogelijkheid van doodstraf voor die
van Staatsgeheimen en houdende ver-1 delicten, waarop in het Wetboek van
1 levenslange gevangenis-
Onze economische positie.
Doordat groote tegenslagen uitble
ven, heeft, mede dank zij de genomen
maatregelen, de ontwikkeling van de
economische positie in de afgeloopen
maanden een niet onbevredigend ver
loop gehad. De Regeering is zich
echter bewust, dat daarin ieder oogen
blik een wijziging ten ongunste kan
treden en dat ook in den bestaanden
toestand gevaren schuilen.
De toenemende uitgaven voor de
defensie, de teruggang van den ex
port en de mede in verband daar
mede ongunstige positie van onze
handelsbalans, dit alles zijn factoren,
welke het economische leven in Ne
derland bedreigen.
De Regeering ziet in, dat, indien
de omstandigheden nijpender worden,
ingrijpende maatregelen niet zullen
kunnen uitblijven.
Hoewel haar gedachten in een
bepaalde richting gaan en zij mede
de uitwerking van de verschillende
in het buitenland genomen economi-
het
de
den
toekomstigen aanvoer van suiker uit
onze overzeebiedsdeelen geboden was
tot distributie van dat artikel over
te gaan.
Hierbij heeft van het begin af de
gedachte voorgezeten het verbruik van
suiker niet meer te beperken dan
strikt noodzakelijk was.
Dat dientengevolge het rantsoen
gesteld werd op een hoeveelheid, wel
ke vrijwel precies met het gemiddelde
verbruik overeenkomt, beteekent nog
niet, dat de distributie overbodig zou
zijn. De distributie dient er juist voor
om te zorgen, dat ieder het beschik
bare kwantum ook inderdaad kan
verkrijgen. Aangezien de aanvoer van
overzee vrij regelmatig plaats vindt,
behoefde niet tot verlaging van het
gestelde rantsoen te worden overge
gaan.
algemeene
gebied zullen moeten plaats gehad van de „Koninklijke ver- I
eeniging van officieren, ridders en Mi
litaire Willemsorde”.
Ter vergadering waren aanwezig 28
leden, onder wie de eere-voorzitter, ge
neraal B. N A Swart, commandeur der
Militaire Willemsorde, en het voltallige
hoofdbestuur.
Jaarverslag en financieel overzicht
werden goedgekeurd.
Besloten werd op 19 October a.s. het
vijfjarig bestaan der vereeniging met
een gemeenschappelijken maaltijd te
vieren. Het gemeenschappelijk diner
ter herdenking van de instelling der
orde had ditmaal plaats in het hotel du
Vieux Doelen op 30 April j.l. Het werd
bijgewoond door 49 leden.
De vereeniging telt nog steeds 102
leden. Wel heeft zij in het afgeloopen
vereenigingsjaar een zwaar verlies ge
leden door het overlijden van vijf
leden, onder wie generaal C. J. Snij
ders, die sedert 1875 het ridderkruis!
droeg, terwijl op 3 April j.l. wederom
een lid kwam te overlijden, doch zes
nieuwe leden traden tot de vereeniging
toe.
Onder de leden is nog slechts één
actief dienend officier, n.l. de heer G.
F. G. F. V. Gosenson. Onder de gepen-
sionneerde officieren zijn er acht van
het K.N.L. (onder hen drie oorspron
kelijk afkomstig van het K.N.I.L.),
zeven van de Kon. Marine en de ove
rigen van het K.N.I.L. Dan telt de ver
eeniging onder haar leden nog twee
(oud-) civiel-ambtenaren.
Er zijn met den officiersrang nog in
leven één commandeur, acht ridders
derde klasse en 113 ridders vierde
klasse.
Onze handels- en betalingsbalans.
Het maakt bij de Regeering een
punt van overweging uit, op welke
wijze een beperking van den invoer
van niet-essentieele goederen kan wor
den bereikt. Overigens is de ontwik
keling van de handels- en betalings
balans in hooge mate afhankelijk van
omstandigheden, die buiten het bereik
van de Regeering liggen.
De politiek van de Regeering is er
op gericht, de productie en het ver
bruik van die goederen, die voor een
groot deel uit Nederlandsche grond
stoffen en met Nederlandschen arbeid
worden gefabriceerd, te stimuleeren
en de werkgelegenheid in het binnen
land uit te breiden. Daarnaast zal
ook een krachtige bevordering van
den export eenerzij ds en door beper
king van onnoodigen invoer anderzijds
getracht.worden een ongunstige ont
wikkeling van de betalingsbalans zoo
veel mogelijk tegen te gaan.
Prijzenpolitiek. I sche en financieele maatregelen met
Het streven de kosten van levenson
derhoud zoo laag mogelijk te houden,
vormt een onderdeel van de algemee
ne financieele en economische politiek
der Regeering, welke zij met betrek
king tot de prijzen en loonen voert.
Alle maatregelen, welke op dat doel
gericht zijn, zullen tevens de financie
ring van het fonds vergemakkelijken.
KONINKLIJKE VEREENIGING VAN
OFF1CIEREN-RIDDERS M.W.O.
voor oogen, dat tengevolge van ver-1 Dezer dagen heeft alhier de vijfde
schillende oorzaken prijsverhoogingen jaarlijksche algemeene vergadering
op verschillend
plaats vinden en ook reeds plaats ge- I
vonden hebben. Zij acht het de meest
aangewezen politiek tegenover de om
standigheden, welke een prijsverhoo-
gende werking hebben, maatregelen te
stellen, welke een remmenden invloed
op de prijsstijging uitoefenen. Als zoo
danige maatregelen komen in aanmer
king:
Schaarschte voorkomen of vermin
deren door eenerzijds den a an voer van
voor ons land onontbeerlijke buiten
landsche producten, grondstoffen en
halffabrikaten te bevorderen, ander
zijds de productie van binnenlandsche
goederen, waarvan een tekort ontstaat
of kan ontstaan, zooveel mogelijk op
te voeren.
Indien van eenig product schaarsch
te dreigt te ontstaan, onmiddellijk tot
distributie over te gaan.
Het instellen en uitoefenen van prijs
controle. Ten aanzien van de land
bouwproducten heeft de Regeering de
prijsbeweging reeds in de hand. Voor
de industrieele producten doen zich
verschillende mogelijkheden voor. Tot
het tegengaan van prijsopdrijving
biedt de Prijsopdrijvings- en Hamster
wet 1939 aan de Regeering de noodige
bevoegdheden. Binnen het kader van
I deze wet is de Regeering doende met
het bedrijfsleven regelingen te treffen
om er voor te zorgen, dat de prijzen
binnen zekere door de Regeering af
te bakenen grenzen worden gehouden.