Slachtoffer van moord te Delft was leerling-verpleegster St. Joris-gasthuis Haagsche Courant van Maandag 6 Mei 1940 ^^3 fczr r in Overvallen neergeslagen en eerst en sloot overleden BINNENLAND in Dader rijwiel nam en handtaschje mee Politie staat een voor raadsel Nadere bijzonderheden Aankoop van brandstoffen De meening van minister de Geer België, Luxemburg Nederland en Bergen (Noorwegen) Het radiogesprek met ir. Mussert DERDE BLAD, PAGINA 1. Weerkundige Waarnemingen Nederland kan Deenschen invoer in België ovememen Onderhoud met den commissaris van politie Het eeuwfeest van de Haarlemmermeer 3 g V 12 uur: er A van Koninklijke onderscheiding. heer Niet direct ongerust. In ruil voor boter, vee en vleesch worden staalproducten geleverd. Herdenkingsbijeenkomst in het polderhuis te Hoofddorp. - Niet met fietspomp neer geslagen. Het is een gewoon zwart handpompje, waarmee de moord onmogelijk kan zijn begaan. Daarvoor is het licht. De schedel van het vermoorde meisje is met zeer groote kracht ingeslagen. Bevinden zich in goeden welstand. Blijkens Zaterdag bij het departe ment van Buitenlandsche Zaken inge komen ambtsberichten bevinden zich de binnen het consulaat Bergen (Noorwe gen) woonachtige Nederlanders in goe den welstand. Barometerstand van hedenmiddag 12 uur Het dunne pijltje geeft den stand aan van gisteren. Barometer v.m. Een aanwijzing? Bij de politie komen uiteraard aller lei mededeelingen binnen van men- schen, die meenen, dat zij eenig licht kunnen brengen in den mysterieuzen moord Verlichting langs Rijkswegen gewenscht. Zaterdagavond hebben wij nog eens over den Rijksweg gereden en kunnen constateeren, dat verlichting zoo- als dit ook het geval is in het buiten land alleszins gewenscht is. Zeer zeker zou dit er toe kunnen bijdragen, dat misdrijven als hierboven geschetst niet kunnen plaats vinden. De ver- keersbonden hebben reeds meermalen gewezen op het euvel der onverlichte groote wegen. Toegezegd is, dat tot het plaatsen van lantaarns zou worden overgegaan. Niet alleen om verkeers technische redenen, doch ook om die van de openbare veiligheid, is spoed in de uitvoering der verlichting ge wenscht. zouden wijzen, dat zij naar beneden is gesleurd. Wel was het gras op den tweeden berm, welke naar den grooten verkeersweg leidt, platgetrapt, maar dit beteekent op zichzelf niet veel. Wanneer de vermoorde vrouw, die vrij forsch van gestalte was, door den dader van den grooten weg af naar de sloot is getransporteerd, dan moet hij haar ook over de afrastering hebben getild en het is vrijwel uitgesloten dat er dan geen sporen op deze afrastering zouden zijn achtergebleven. Het gras op den tweeden berm kan dus zeer goed op Hemelvaartsdag plat getreden zijn, toen het ter plaatse bui tengewoon druk is geweest. Verwachting tot den avond van 7 Mei: Wind, meest zwak, plaatselijk ochtend mist, helder tot halfbewolkte lucht, droog weer, weinig verandering in temperatuur. u. 765 mm., mm.; thermometer resp. In de sloot overleden. De sectie zou, zoo wij wel zijn in gelicht, hebben uitgewezen, dat mej. M. in het water is overleden, zoodat zij nog moet hebben geleefd toen zij in de sloot werd gewor pen. Twee lezingen Wat er zich na het vertrek uit Rot terdam heeft afgespeeld, laat zich vooralsnog gissen. Er waren aanvan kelijk twee lezingen. Uit het onderzoek, dat ook gisteren den geheelen dag met onverminderde kracht is voortgezet, zou gebleken zijn, dat de eerste veronderstelling het meest onwaarschijnlijk is. De verpleegster is of door den dader achterop gefietst en door eenige sla gen tegen den grond gewerkt, of hij heeft mej. M. staan opwachten en haar van de fiets getrokken. Misschien heeft het individu om gillen van zijn slachtoffer te voorkomen toen het meisjes op den grond lag, het bewuste- ^>os geslagen. Mej. M. had Vrijdagavond om 12 uur binnen moeten zijn. Toen dit echter niet het geval was, heeft men zich in het St. Joris Gasthuis nog niet direct ongerust gemaakt. Het komt Over het bezoek, dat de Belgische ministers van Landbouw en Economi sche Zaken aan hun collega in Den Haag brengen,verluidde te Brussel naar het Hdbld. meldt, dat vooral de situatie, die in België is ontstaan door de bezetting van Denemarken, onder oogen zal worden gezien. België voerde uit Denemarken boter, vee en vleesch in. Men hoopt, dat Nederland die zal kunnen leveren. De beduchtheid der Belgische land- en tuinbouwers, dat Nederland België dan overstroomen zal, hoopt men door een vaststelling van minimumprijzen te voorkomen. De minimumprijzen zou den vooral voor bepaalde soorten groenten moeten vastgesteld worden. Aan Nederland zouden in ruil voor vleesch en boter, producten der ijzer en staalnijverheid geleverd kunnen worden. Men hoopt, dat het mogelijk zal zijn de contingenteeringen in het belang van beide landen soepeler te maken. Onzekerheid, waar mej. M. is vermoord. De aanwijzingen waarover de politie beschikt zijn uiterst sober, hetgeen niet alleen de opsporing van den da der bemoeilijkt, doch ook een recon structie, hoe en waar het misdrijf zich heeft afgespeeld, uiterst lastig maakt. De verpleegster, mej. M., die in het St. Joris-gasthuis (gesticht voor gees teszieken) intern was, heeft zich Vrij dag, op haar vrijen dag, naar familie in Rotterdam, waar zij woont, begeven. Tegen half elf ’s avonds is mej. M. over het fietspad, dat langs den Rijks weg loopt, teruggefietst. van erkentelijkheid eeniging een marmeren aanbood ter plaatsing in huis. Het woord was daarna aan den mi nister van Waterstaat, ir. Albarda, die de Haarlemmermeer een monument van de wilskracht en het scheppings vermogen van ons volk noemde. Zij is een door het volk zelf geschapen bron van welvaart. Moge zij voor rampen gespaard blijven en ook in de toekomst de zetel zijn van een vrij en welvarend volksdeel. Zoo is gebleken, dat Vrijdagavond om 10 minuten over half 12 een heer en dame in een auto, komende uit de rich ting Rotterdam en op weg naar Delft, bij de plek waar het lichaam is gevon den, een forsch gebouwden militair zon der kepi langs den grooten verkeersweg hebben zien staan. Een fiets stond tegen de afrastering aan. Zij hebben niet kunnen zien of het een damesrijwiel was. De zeevisscherij. Zaterdag waren twee stoomtrawlers te IJmuiden binnen, waarvan er een maar 1280 besomde. Dat is een zoo bedroevende uitkomst in dezen tijd met hooge molestpremles en dubbele gages, dat er veel geld bij moet. Als het niet beter wordt met de vissche- rij, zullen er zeker stoomtrawlers op gelegd worden. Nu al zijn er eenige binnen gebleven. Er vertrokken Zaterdag twee stoomtrawlers en één logger ter vis» scherjj. Uit een gesprek dat wij hedenmorgen met commissaris U. van der Zee had den zijn ons nog de volgende bijzonder heden ter oore gekomen: Zaterdag had men eenige hoop spoe dig tot de arrestatie van den dader te kunnen overgaan, toen men hoorde dat het slachtoffer vroeger verloofd was ge weest en deze relatie verbroken had. Di. bleek niet het geval te zijn en in dit opzicht was ’..-•t leven van mej. M. zelfs geheel en al een onbeschreven blad. In deze richting kon dan ook niet de minste aanwijzing worden ge vonden, op grond waarvan het onder zoek in een bepaalde richting verder had kunnen bewegen. Het succes van de politie zal zeker niet in de laatste plaats afhangen van de mededeelingen, die haar van het publiek bereiken. Op de plaats van de misdaad zijn voorts reeds eerder gemeld, weinig spo ren aangetroffen. Het slachtoffer heeft waarschijnlijk, terwijl het in het water lag, veel bloed verloren, maar aan den slootkant was maar een klein plek je waar te nemen. Het gras was over een breedte van nog geen halven meter platgetreden en dit ka*n er op wijzen, dat er een wor steling heeft plaats gevonden, maar er moet rekening mee gehouden worden, dat er op de plaats waar het lichaam gevonden werd, al verschillende men- schen hadden gestaan, voordat de po litie arriveerde. Het gras van den berm, welke naar het rijwielpad leidt waar mej. M. waarschijnlijk overval len is, was niet platgetrapt en vertoon de ook verder geen sporen, welke erop De mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat de dader de fiets van zijn slacht offer ergens in de buurt weggeworpen heeft. De politie heeft de heele omgeving afgezocht, maar geen damesrijwiel kun nen vinden. Wanneer de man inderdaad met twee fietsen is weggereden, dan zou het toch wel toevallig zijn, indien dit de aandacht van geen der andere fietsers getrokken zou hebben. Daarom hoopt de politie, dat haar in dezen zin mededeelingen zullen bereiken, die al thans omtrent de richting, waarin de man verdwenen is, aanwijzing geven. Donderdagmiddag en Vrijdag vrij geweest. Het vermoorde meisje, dat ongeveer anderhalf jaar in het St. Joris Gasthuis werkzaam is geweest, heeft Donderdag middag en Vrijdag vrij gehad. In Rot terdam heeft zij verschillende visites afgelegd en uit de gesprekken, die zij daar voerde, is niets bijzonders geble ken. Zij was volkomen normaal en zich van niets bewust. Bij de pas gekochte fiets, waarop zij naar Delft terugreed, was nog geen pomp. De bij de sloot gevonden pomp kan dus niet van haar rijwiel afkomstig zijn en heeft vermoe delijk behoord tot de fiets, die de moor denaar bij zich had. Laat in den middag heeft de Delftsche politie, zooals reeds gemeld, Zaterdag de identiteit kunnen vaststellen van het stoffelijk overschot van de jonge vrouw dat in den vroegen morgen van denzelf- den dag in een sloot, welke loopt langs den afrit van den Rijksweg Den Haag Rotterdam, in Delft door de arbeiders Boekee en Dollekens is gevonden. Het slachtoffer is de 26-jarige leer- Hng-verpleegster G. Melaard, werkzaam in het St Joris-gasthuis te Delft, die door krachtige slagen op het achter hoofd, vermoedelijk met een ijzeren staaf, op gruwelijke wijze om het leven is gebracht. Ondanks de ijverige nasporigen, welke zich uitstrekten over verschillende gemeenten, is men er helaas nog niet in kunnen slagen, den dader van dit laffe misdrijf te arresteeren. Verbruikers moeten ontvangstbewijs teekenen Op grond van de desbetreffende voor schriften van den directeur van het Rijkskolenbureau, mogen gedurende het tijdvak van 1 Mei tot en met 30 September 1940 door handelaren aan hun afnemers niet meer vaste brand stoffen worden verkocht of geleverd dan de helft van de door deze afne mers in de maanden April 1939 tot en met Maart 1940 van den betreffenden handelaar ontvangen hoeveelheid. Met vaste brandstoffen worden hier bedoeld steenkolen, steenkoolbriketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten en petroleum cokes. Ter naleving van deze bepaling is de verbruiker verplicht een ontvangstbe wijs te teekenen, waarop de naam en het adres van den verbruiker, alsmede de leveringsdatum, en de hoeveelheid en soort der geleverde brandstoffen zijn vermeld. Het publiek wordt verzocht aan de uitvoering van deze voorschriften ten volle zijn medewerking te verleenen. Een resolutie waarin op samenwerking wordt aangedrongen. De heer P. H. Spaak, Belgisch minis ter van buitenlandsche zaken en van buitenlandschen handel heeft Zater dagochtend in audiëntie ontvangen de heeren L. Graux, Bald. Steverlynck, P. Ectors, G. Dailly, J. B. Vink, resp. voorzitter van het centraal nijver- heidscomité van België, het Vlaamsch Economisch verbond, de kamer van koophandel van Brussel., de kamer van koophandel van Antwerpen, de Neder- landsche kamer van koophandel voor België en Luxemburg, te Brussel. De delegatie, geleid door den Ph. van Isacker, oud-minister en voor zitter van de Belgisch-Luxemburgsche delegatie van het permanent econo misch comité, heeft den minister het besluit overhandigd, hetwelk werd aan. genomen op de Hollandsch-Belgische samenkomst, welke georganiseerd was ter gelegenheid van de jaarlijksche al- gemeene vergadering van de Neder- landsche kamer van koophandel voor België en Luxemburg, op 30 Maart j.L In dit besluit wordt de wensch uit gesproken, dat de regeeringen der be langhebbende landen gemeenschappe lijk handelend opdracht geven ieder voor zijn respectievelijk land aan een of meer personaliteiten, waaron der hoogere ambtenaren: te bestudee- ren, in nauwe samenwerking met de bestaande organisaties, o.a. met de permanente economische Nederlandsch- Belgisch-Luxemburgsche commissie de meest practische wijze waarop dit pro gramma verwezenlijkt kan worden, en binnen den korst mogelijken tijd, rap port uit te brengen aan hun respectieve regeering. De delegatie heeft zich vervolgens begeven naar baron Ph. van Harinxma thoe Slooten, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van H.M. de Koningin, evenals naar graaf G, de Marchant et d’Ansembourg, zaakgelas tigde van het groothertogdom Luxem burg te Brussel, om genoemd besluit te overhandigen. Het gebied van hoogen luchtdruk over Portugal verplaatste zich naar Frankrijk, en reikt thans reeds over het Zuiden van ons land Als gevolg van het feit, dat de lucht gisteravond in ons land opklaarde, kwam vannacht veel stralingsmist voor en werd de temperatuur in het Oosten van het land laag. De depressie over Midden-Europa, Italië en den Balkan vult zich thans op. Bij de Azoren ligt een vrij diepe depressie; het weer is i buiïg, de temperatuur vrij laag. Zonsopgang: 7 Mei 4.18 u. Zonsondergang: 7 Mei 7.36 u. Lantarens aan: 7 Mei tot 3.49 u. v.m.; 7 Mei 8.05 u. nam. Hoogwater te Sche veningem 7 Mei ’s morgens 2.40 u.; nam. 3 u. Morgen geen schietoefeningen op het strand. Volgens de eerste hypothese zou de verpleegster onderweg opge wacht en tegen den grond gesla gen zijn, waarna de dader mej. M zou hebben meegenomen in een auto en haar in de sloot langs den afrit hebben gedeponeerd; volgens de tweede is het slachtoffer bij de plek zelf, waar het stoffelijke over schot is gevonden overvallen. In dit laatste geval houdt men vast aan de mogelijkheid, dat de dader per rijwiel is geweest, of na zijn wandaad er op de fiets van mej. M. van door is gegaan met mede neming van een handtaschje waar in zich eenig geld bevond en dat toebehoorde aan een van haar zus jes. Noch het rijwiel, noch het handtaschje is teruggevonden. De politie acht het thans het waar schijnlijkst. dat mej. M. is opgewacht en overvallen door een onguur indivi du, dat eenvoudig op den loer lag om de eerste de beste voorbijganster, die binnen zijn bereik kwam aan te ran den, al wordt de mogelijkheid, dat zij in Rotterdam iemands aandacht ge trokken heeft en vandaar af is gevolgd, niet geheel verworpen. Voor de eerste veronderstelling pleit het feit, dat eenige weken ge leden op denzelfden weg, dicht bij Rotterdam, eveneens een meisje tegen het vallen van de duisternis onverhoeds door een man aange vallen en met een hard voorwerp op het hoofd geslagen is. Zij begon hard te gillen en trok zoodoende de aandacht van eenige tuinders, die haar te hulp snelden. De aan rander heeft toen ijlings het hazen pad gekozen. Het meisje was zóó overstuur, dat zij geen enkel signalement kon opge- ven en evenmin bij benadering kon zeggen, met wat voor voorwerp zij ge slagen was. Ook later schijnt zich op den weg nog een overval te hebben af gespeeld, doch hiervan is blijkbaar geen aangifte bij de politie gedaan. Het blijkt intusschen wel, dat de route den laatsten tijd door het een of andere ongure individu onveilig werd gemaakt. Zooals gezegd, de politie staat voor een moeilijke taak. Zelfs de volgorde van de verschillende geweldshandelin- gen, die op mej. M. zijn gepleegd, kan M niet met zekerheid worden vastgesteld. De Nederlanders in net consulaat Het feit, dat eenige kleedingstukken naast het lichaam van het vermoorde meisje in de sloot werden aangetrof fen, versterkt zeer het vermoeden, dat althans één phase van het afschuwe lijke misdrijf zich heeft afgespeeld bij de plek, waar het lichaam gevonden werd. Het stoffelijke overschot is door de justitie vrijgegeven. Spr. deed den dijkgraaf mededeeling van zijn benoeming door H. M. de Koningin tot officier in de orde van Oranje-Nassau en bood het teeken van die onderscheiding aan. Vervolgens onthulde spr. het door de „Vereeniging tot bevordering van de belangen van den Haarlemmermeer- polder” aangeboden gedenkteeken. De marmeren gedenksteen bevat de woorden „Ter herinnering aan het feit, dat op 5 Mei 1849 de eerste spade voor de droogmaking in den grond is ge stoken”. Daaronder zijn de namen van het bestuur en van de heemraden van den polder gegrifd. Tenslotte werd nog gesproken door den commissaris der Koningin in Noord-Holland, mr. dr. A baron Röell en door den dijkgraaf van Rijnland, mr. P. A. Pijnacker Hordijk. De genoodigden maakten een rond rit door de Haarlemmermeer. Tijdens den tocht werd afgestapt bij Lijnden, welk gemaal werd bezichtigd. Onge veer een uur waren de gasten bij het polderhuis terug, waar zij aanzaten aan een gemeenschappelijken koffie maaltijd. De bemodderde fietssporen. Op het tegelpad zijn naar men weet bemodderde fietssporen gevonden, die wezen in de richting Rotter dam. De veronderstelling is geop perd, dat die even goed afkomstig kunnen zijn geweest van de rijwie len der beide mannen, die het lichaam van de vermoorde vrouw 's morgens vroeg in den sloot aan troffen. Dit wordt door de politie echter niet aannemelijk geacht. Om 6 uur ’s morgens, was het zeer mod derige spoor nog half nat. Geen aanleiding tot maatregelen. Het Tweede-Kamerlid van der Goes van Naters had in verband met een radiogesprek, gehouden tusschen een Amerikaansche correspondente en ir. Mussert de volgende schriftelijke vragen aan den voorzitter van den Mi nisterraad gesteld: Is het der Regeering bekend, dat een Amerikaansche correspondente via het Columbia Broadcasting System een vraaggesprek met ir. A. Mussert, ver antwoordelijk leider van de Nationaal Socialistische Beweging, blijkbaar met diens toestemming, heeft wereldkundig gemaakt? Is het der Regeering bekend, dat in dat gesprek ir. Mussert op de vraag of de Nederlandsche nationaal-socialis- ten ingeval van een buitenlandschen inval al of niet voor hun Koningin zou den vechten, heeft doen weten, dat zij in dat geval absoluut niets zouden doen, alleen de armen over de borst kruisen? Heeft de overweging van een en ander de Regeering tot de conclusie ge leid, dat door dit antwoord, waarbij de in militairen dienst zijnde leden van de Nationaal Socialistische Beweging niet werden uitgesloten, en waarvan de ge ïnterviewde wist, dat het in het buiten land zou worden verspreid, de neutra liteit van den Staat in gevaar wordt gebracht, en dat voorts gezien het in deze Beweging gehuldigde leidersbe ginsel hierin moét worden gezien een opruiing tot dienstweigering en deser tie? Welke maatregelen heeft de Re geering bij geheel of ten deele beves tigende beantwoording van de derde j vraag genomen of beraamd? Antwoord van minister de Geer. Minister de Geer heeft de eerste en de tweede vraag bevestigend beant woord. Zijn antwoord op de andere vraag luidt: De conclusies, in deze vraag ge trokken, zijn niet geheel in overeen stemming met de beteekenis, door den geïnterviewde zelf aan zijn woorden ge geven. In een telegram aan zijn partij- genooten in Indië, gedateerd 1 Mei j.L. heeft ir. Mussert doen kennen, dat de „gekruiste armen” slaan op het feit, dat de officieren ,,uit het leger ge gooid” zijn en dus niet kunnen strij den. De censuur heeft „gegooid” veran derd in „gezet” en verder verschillen de passages, o.a. over „Britsch-Jood- sche propaganda”, geschrapt. Maar zoo wel in het aangeboden als in het door gezonden telegram staan deze woorden: „Soldaten in het leger doen natuur lijk hun plicht; dit valt buiten iedere bespreking, is geen vraagstuk voor be hoorlijke menschen”. De minister antwoordt op de vierde vraag? Met de laatstgeciteerde woorden is het interview allerminst gerechtvaar digd. Een goed vaderlander zal, zelfs indien hij onbillijk behandeld meent te zijn in de ure des gevaars niet zijn armen kruisen, maar desnoods in de nederigste functie zijn plicht doen. Tot het nemen van bijzondere maatregelen tegen ir. Mussert geeft echter het in terview, zooals het nader werd toege licht, de Regeering op dit oogenblik geen aanleiding. O 1 wel eens meer voor, dat verpleegsters die bewegingsvrijheid genieten, zich verlaten. Toen mej. M. ook gisterochtend nog niet thuis was, is er gedacht aan een eventueele ziekte van de verpleeg ster. De politie had in het ondergoed een waschnummer gevonden. Hieraan had men eenig houvast ten aanzien van de identiteit van het slachtoffer en na nauwgezet speuren leidde het spoor naar het Sint Joris gasthuis. Hier moest men bevestigen, dat het num mer bekend was. De vreeselijke be vestiging vond men in het feit, dat de verpleegster C. M. noch in het gasthuis, noch verblijf hield bij haar familie in Rotterdam. Geen der bewoners van de huizen langs den Delfgauwschenweg, gelegen op enkele honderden meters van de plaats, waar men het stoffelijk over schot vond, heeft iets verdachts ge hoord en gezien. Zonder twijfel moeten er tusschen 11 en 12 uur langs den afrit, welke naar Delft en Pijnacker leidt, menschen zijn gepasseerd. Gloednieuwe fiets. Men kon over een zoo volledig mogelijk signalement van het rijwiel beschikken, omdat mej. M. de fiets Vrijdagmiddag in Rotterdam had ge kocht. Per trein is zij dan ook des morgens van Delft naar Rotterdam gegaan. alhier v.m. 8 12 u. 766 13 gr. en 16 gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag stijgende. Vandaag zijn in de Haarlemmer meer de vlaggen uit, want hoewel de tijdsomstandigheden ertoe geleid heb ben van een feestelijke viering af te zien, geheel ongemerkt wil men het feit niet laten voorbijgaan, dat honderd jaar geleden een aanvang is gemaakt met de drooglegging en in poldering van de Haarlemmermeer. Men heeft zich beperkt tot een officieele herdenkingsbijeenkomst in het polderhuis te Hoofddorp, op welke bijeenkomst H.M. de Koningin zich officieel heeft doen vertegenwoordigen en welke voorts o.a. werd bij gewoond door den minister van Waterstaat, ir. J. W. Albarda, als vertegenwoordiger van den minister van Economische Zaken ir. A. L. H. Roebroek, directeur- generaal van den Landbouw, en als vertegenwoordiger van den minister van Sociale Zaken de heer M. de Vries, regeeringscommissaris bij den Rijks- dienst voor de werkverruiming, den commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Holland, mr. dr. A. baron Röell en oud-minister-president dr. Colijn, vergezeld van mevr. Colijn. De dijkgraaf van den Haarlem- mermeerpolder, de heer J. C. Rein- ders Folmer, heette in het bijzonder den vertegenwoordiger van de Konin gin, den kamerheer in b.d. jhr. F. J. E. van Lennep, welkom en begroet te vervolgens de genoodigden. In dr. Colijn begroette hij den zoon van een der pioniers van de Haarlemmer meer, in den vertegenwoordiger van het Amsterdamsche gemeentebestuur den vertegenwoordiger van de groot ste grondeigenares in den polder, sedert de gemeente Amsterdam met den aanleg van Schiphol de Haar lemmermeer het beste en mooiste vliegveld van Europa heeft geschon ken. Vervolgens hield de heer Reinders Folmer de herdenkingsrede, aan het eind waarvan spr. den vertegenwoordi ger van H. M. de Koningin een gedenk penning van de drooglegging aanbood, waarop de afbeelding voorkomt van Koning Willem I en van de Koningen Willem II en Willem III als Prinsen, terwijl een tweede exemplaar van dezen penning door hem werd aange boden aan den commissaris der Konin gin mr. dr. A. baron Röell. Hierna was het woord aan den voor zitter van de vereeniging tot beharti ging van de algemeene belangen den Haarlemmermeerpolder, den heer Ch. M. Reinders Folmer, die als blijk namens de ver- gedenkplaat het polder- Taschje van een harer zusjes megenotnen. Mej. M. is s avonds om kwart voor 11 van haar ouderlijk huis in de Wa- terloostraat te Rotterdam naar Delft vertrokken. De afstand bedraagt onge veer 20 k.m. en de moord zal tusschen half 12 en 12 uur zijn gepleegd. Mej. M. was gewoon een actentasch met boeken mee te nemen, omdat zij voor een examen zat. In die actentasch had zij dan nog een klein taschje met wat geld. Zij heeft deze beide tasschen Vrijdagavond echter niet meegenomen, maar wel een taschje van een van haar zusjes. Dit taschje is niet teruggevon den en wat erin gezeten heeft is niet precies bekend. Meer overvallen plaats gevonden. Gunstig bekend. Mej. M., die afkomstig was uit een gezin van acht kinderen, stond zeer gunstig bekend. Mannelijke ken nissen had zij weinig en aangenomen kan worden, dat zij den dader niet gekend heeft. De tragische wijze, Waarop de ver pleegster om het leven is gebracht heeft in het gasthuis groote versla genheid gewekt. Zij genoot de sym pathie van een ieder. Zooals hierboven reeds werd opge merkt, is het rijwiel van mej. M. verdwenen, waarop waarschijnlijk de dader zich uit de voeten heeft ge maakt. Niet onwaarschijnlijk is ook, dat de dader een eigen heerenrijwiel bij zich heeft gehad. Behalve de damesfiets is mede verdwenen een dameshand- taschje van bruin geribd leer van ongeveer 30 bij 20 c.m., ritssluiting, 2 metalen ringen aan een leeren hand vat en vier nikkelen knoppen aan de onderzijde. Signalement van de fiets. Het signalement van de fiets is: Burgers E.N.R. no. 71010, model Standaard, zwart gelakt, groen gebiesd zwart celluloid stuur, zwarte hand vatten, zwarte wasdoeken kettingkast, zwarte jasbeschermer, bagagedrager zonder standaard, ringslot merk H.A., electrische lantaarn voorzien van een controlelampje voor achterlicht, merk L.V.A. en oude electrische dynamo merk Philips, terryzadel, alle banden merk Burgers. Degenen, die op dien datum en genoemd uur een manspersoon hetzij met een heeren- en damesrijwiel, het zij alleen met een damesrijwiel heb ben waargenomen, wordt verzocht ten spoedigste hun bevindingen mede te deelen aan de politie van hun woon plaats. a I S J

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9