KRUIS WOORD-PUZZLE
Rubriek voor de Jeugd
FINANCIEEL
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 MEI 1940.
TWEEDE BLAD, PAGINA 3.
ONDERWIJS EN KERK
CORRESPONDENTIE
r
Nieuwe verschijningen
EINDEXAMENS H.B.S. EN
LYCEUM 1940
Z3
ZO
IV
3V
Vo
so
Of
&c>
os
OH
-
I
-
DE BEELDHOUWER EN ZIJN HOND
GERRIT ONZE „HUISEKSTER".
V erticaa 1
Horizontaa 1
het Indi-
naar
A.
Noor-
A m-
v a n
Ook
hok
olaenden geei.
i
Hij had een trouw kameraadje in zijn
hondje Azor,
rekenen 1
vonden 1
oorsprong.
ge-
groetje.' terug,
raadsel
Had 'je den
Fijn zeg. Hoe
ik wel. Neen, dat is
HET PAARD.
aan
ging eindelijk uit om
1. Stad uit de oudheid
8. Ook
15. Boom
16. Academische titel
17. Bijwoord
18. Openbaren
19. Rustig
20. Afscheiding
21. Rots
23. Hoofddeksel
24. Voorzetsel
25. Koningin der góden
26. Zanik
28. Beker
29. Voorzetsel
30. Kleed van hermelijn
35. Waarnemend voorzitter
36. Zijtak van de Tarn
37. Begroot
38. Maand
40. Verfstof
43. Volk
44. Toonaard
46. Bestanddeel
48. Doorgang
49. Heilige stad
50. Strook
52. Rechter
53. Muziekinstrument
54. Grondslag
55. Doopgetuige
57. Pleisterwerk
58. Kruik
62. Voorzetsel
64. Naamgever aan een
werelddeel
69. Immer
70. Groef
72. Boos
73. Alleen
74. Kwelgeest
76. Zijtak van de Sungari in
Mandsjoerije
77. Dierengeluid
79. Menschlievendheid
82. Van onderen
83. Tijdperk
85. Nakomeling
86. Roem,,
87. Zijtak van de Lena
88. Havenstad in Italië
90. Gesloten
91. Dorp in Gelderland
92. Fiets
93. Zeer groot
95. Zijtak van de Ural
96. Behoudens fouten
97. Muziekinstrument
98. Naspel
99. Metselwerk
1. Landstreek in Spanje
2. Geestelijken
3. Zuiver
4. Oogenblik
5. Maat
6. Vrekkerig
7. Stormen
8. Deugdzame
9. Kennis
10. Thans
11. Boom
12. Voedsel nuttigen
13. Staat in Azië
14. Afval
20. Vogel
22. Kracht
25. Crisisverschijnsel
27. Heugenis
30. Landstreek in Zuid-
Europa
31. Mop
32. Booze
33. Soort tarwe
34. Rivier in Rusland
36. Vaarwel
39. Europeaan
41. Te weten
42. Drukkend
44. Tusschenpersonen
45. U edele
47. Baksel
49. Genoeg
51. Hoofddeksel
52. Geld
56. Viering
58. Vaandels
59. Ter plaatse
60. Kunstproduct
61. Reputatie
62. Ontwerp
63. Bijbelsche naam
65. Losbol
66. Deel van een molecule
67. Goederen
68. Staathuishoudkundige
70. Vleeschhouwers
71. Woud
74. Gehalte
75. Scheepstrompet
78. Strijdperk
80. Weinig
81. Voorkeur
82. Landhuis
84. Razernij
87. Rustteeken in de
psalmen
89. Vreemde munt
92. Afstand
94. Academische titel
97. Met de zijnen
M.T.S. TE ROTTERDAM.
Het ligt in het voornemen om het on
derwijs aan de Middelbare Technische
School te Rotterdam te hervatten op nader
vast te stellen wijze.
In verband hiermede wordt den leer
lingen verzocht zich zoo spoedig mogelijk
persoonlijk, schriftelijk of telefonisch op
te geven onder vermelding adres, afdee-
ling, klasse, voor Rotterdam en omstreken
bij wnd, dir. ir. A. G van der Hoek,
Henegouwerplein 10a, Rotterdam en voor
’s-Gravenhage en omstreken bij ir Voi-
tus V. Hamme. Snelliusstraat 1, telefoon.
335535, alhier.
FRÖBEL-HERDENKING
UITGESTELD.
*aa,r?e‘ d^gelijksch bestuur van het
^±rd-nku,n.gSCOmité te Amsterdam
mededeelt, is het congres voor voorbe
reidend onderwijs en de tentoonstelling
Honderd jaar kleuteronderwijs” tot na
der aankondiging uitgesteld.
Eens was de slimme Azor ondeugend,
maar hij kreeg spoedig berouw.
Van alle echt gebeurde verhalen uit
het dierenleven vind ik de geschiede
nis van Azor, ’t hondje van den dooven
beeldhouwer, wel de grappigste. Zal ik
dat verhaal eens vertellen Goed,
luister maar.
De beeldhouwer, dien ik bedoel,
was heel erg doof, zóó doof, dat geen
mensch hem beschreeuwen kon. Bo
vendien was hij ongetrouwd en woon
de in z’n eentje op een atelier.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Zaltbommel
man te Borculo.
Blijkens mededeeling in de Staatscou
rant van Donderdag 16 Mei j.l. zullen de
eindexamens der hoogere burgerscholen en
lycea hier ter stede op de volgende data
worden gehouden, en zijn de navolgende
personen als deskundigen, tevens lid der
commissiën, belast met het afnemen van
de examens aangewezen:
bij de eindexamens van de 7de gemeen
telijke hoogere burgerschool (Raamstraat)
op 17, 18. 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26. 27, 28 en
29 Juni en 1, 2, 3 en 4 Juli:
bijzondere hoogere burgeschool (Swee-
linckstraat) op 5, 6 en 8 Juli;
En hij liep door, net of hij den hond
niet gezien ha 1. De hond volgde hem
op een paar pas afstands, heel schuld
bewust en langzaam. En toen ze thuis
waren ging Azor niet net als anders
mee de kamer in; hij bleef voor de
deur liggen alsof hij wel begreep, dat
hij de vriendschap van zijn baas ver
beurd had.
De beeldhouwer deed, alsof hij hem
niet gezien had en liet hem den heelen
dag en den daarop volgenden nacht
honger lijden.
Toen vond hij echter, dat hij streng
genoeg was geweest. Hij deed een
kwartje in een papiertje en riep
den hond, die over den grond kruipend
naar hem toe kwam.
„Azor.” zei zijn baas met een erg
booze stem, „tabak, tabak, tabak!”
De hond rende weg en de beeldhou
wer wachtte vol spanning, wat hij doen
zou. Zou hij weer naar den slager loo-
pen om zijn razenden honger te stil
len?
Maar nee hoor, vóór er vijf minuten
verloopen waren was Azor weer thuis
met het zakje tabak En nu was hij
niet te houden van vreugde. Kwispel
staartend huppelde hij om zijn baas
heen. Je begrijpt, dat hij direct z’n
belooning kreeg.
HET TANDHEELKUNDIG ONDER-
WIJS TE UTRECHT.
Het tandheelkundig onderwijs aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht wordt, be
houdens bijzondere omstandigheden, her
vat op Maandag 27 Mei. Voor het afleg
gen van de tneoretische examens zak
zooals gewoonlijk door den voorzitter van
de examencommissie opgeroepen worden.
Voor het practised examen worden op 25
Mei verwach de groepen van 11, 18 en
25 Mei. Zij, die reeds met het examen
begonnen waren, worden verwacht op
Maandag 27 Mei Het instituut is van 20
Mei af open voor alle noodzakelijke rege
lingen der studenten.
VRUE UNIVERSITEIT
De rector-magnificus der Vrije Univer-
siteit deelt mede, dat de colleges Dinsdag
a.s. 21 Mei zullen worden hervat. Ook
examens zullen van nu af aan weer wor-
N.V. Vereen. Hollandsche Sigaren
fabrieken.
Bij ontstentenis van elke opkomst is de
jaarlijksche algemeene vergadering van
aandeelhouders der N.V. Vereenigde Hol
landsche Sigarenfabrieken voor onbe-
paalden tijd verdaagd.
j nu’ r'
..Witkopje”. Je t
de ondeugendheid
„Wacht maar!’ dacht
thuis komt zal i_
Maar Azor begreep
want hij kwam i-
ging de I
gen naar
heele stadje door en
om zijn hond te
EXAMENS
Universiteit te Leiden.
Bevorderd tot doctor in de letteren en
wijsbegeerte, op proefschrift, getiteld „De
Allegorese ir het werk van Clemens
Alexandrinus de heet W. den Boer, ge
boren te Rotte-dam en wonende te Bus-
sum (met lof); doctoraal examen genees
kunde de heeren B. H. Gevers en F. E. E.
Haverman, beiden te Voorburg, en F. L.
■Westenberg te Overveen; doctoraal exa
men rechtswetenschap mej. H. C. Krol,
alhier
Universiteit
sterdam.
Bevorderd tot arts mej. G. W. V. d. Wal
en de heeren A. J, E. Hurkens, J. A.
Oosterbaan, C.Westerbeek, G. M. Bleeker,
J. A. v. d. Hoeven. H. W. M. de Jong,
W. 8- J. Gerrits, W. A. H. van Wijlick,
A. M. Juten, G. P. Bauer, N. H. Wepster,
G. J. H. Hoftekoesveld en A. H. Ankum;
eerste gedeelte van het artsexamen mej.
C. A. Otto en de heeren K. Brandsma, O.
j, van Bosveld Heinsius, K. van Wal
beek, A. L. T. M Hamers, N. J. H. F. van
Beek, J. J. van Lognem, A. W. Hoekstra,
F. W. M. Buys, C. J, Jonkman, A. F. W.
van Meurs, M. Ziekenoppasser, E. E. M.
Geelen, C. F. Brenkman en D. H. Kra
nendonk; bevor-’erd tot doctor in de ge
neeskunde, op proefschrift, getiteld
„Schoofwonden in de 16e eeuw", de heer
F. Croes, geb te Amsterdam; candidaats-
examen rechtswetenschap mej. S.
Vleeschhouwer en de heer Ed. J. Gerzon.
den afgenomen.
is in het lootjesbusje. Wel bedankt voor
je raadsel.
„IJ d e 11 u i t j e”. Ik zal het doen hoor.
Wat fijn zeg Neen, ik niet. Vele groetjes
terug.
„Langhaar”. Het was niets lekker
hoor. Neen, daar is Bep te oud voor. Ze
is 23 jaar. Dat is veel. Hoe heeten ze alle
maal?
„Pau-Li”. Nog wel gefeliciteerd. Is het
een prettige dag geweest? Heb je al wat
geteekend?
,,E i k e 11 j e”. Dat is weer een heele
drukte hè? Dat is een andere tijd Veel
vroeger ben je nu klaar.
,,B e 11 a r o o n t j e”. Met ons gaat het
goed. Ik zal goed schudden. Is het gezellig
geweest? Het zal wel weer komen.
„M a t r o o s j e”. Ja, het is erg mooi.
Raadsels oplossen kan ik niet hoor. Doe je
de oplossingen er bij?
„Moedersmeiske” Met ons gaat
het goed. Dat is veel Gelukkig, dat moe
der weer beter is. De groeten vai# Bep.
„Breistertj e”. Wat een fijne ca-
deaux. Wat kan je nu heerlijk snoepen
zeg. En wat zal je fijn ruiken.
„Valkoo g”. Was het naar je zin? Wat
ben je aan het maken? Waar ga je kam-
peeren? Vele groeten terug.
„H a g e d i s j e”. Mocht je kiezen? Wat
was het? Fijn zeg. De groeten aan allen.
,,Ro bbedoes" Je schuilnaam is in
het lootjesbusje. Leuk is dat. De rubriek
is van 7 tot en met 13 jaar. Zal je je
leeftijd niet meer vergeten? En een beetje
duidelijker schrijven?
„T i e 1 s F1 i p j e”. Je schuilnaam ver
geten. Fijn zeg. Wat zal je er leuk uit
zien. Dat is ai vlug. Vele groeten terug.
„Kabputertj e”. Gezellig hè? Werd
je niet duizelig? Heb je erg gelachen? Als
je veel pleizier hebt, dan gaat de tijd
Raadsel vriendjes en vriendinnetjes
wordt uitdrukkelijk verzocht op de
enveloppe te vermeldenVoor de
Kinderrubriek.
TECHNISCHE HOOGESCHOOL.
Naar wb vernemen is prot dr J A
ïaTde’Ta?btredue:i als ^ctor.magnificus
DezedfuncH^niiSChe Hoo«®school te Delft
dr i/r t °Y®r«en°men door prof
oi. ir. c. J. van Nieuwenbu|g.
zag hij den
aankomen met
den staart tusschen de pooten t Liefs»
„Bobberkop je". Dat is veel. Je eet
zeker wel veel eieren? Fijn zooveel die
ren. Kunnen ze allemaal goed met elkaar
overweg? De groeten aan allen.
,,L e e r g r a a g”. Het was erg druk hè?
Ik ben er ook geweest. Misschien zijn we
wel langs elkaar geloopen De groeten van
Bep.
„Halfje’. Ken je het goed? Heb je
het gewonnen? Fijn voor van den winter
hè? Vele groeten terug.
„Veldbloempj e”. Fijn, dat hij zoo
goed vooruit gaat. Daar zal hij wel blij
mee zijn. Houd hij veel van dieren? Het
is zeker wel stil zonder hem? Vele groe
ten terug.
,.P o p p e d ij n t j e”. Het was er zeker
wel erg druk? Ben je in alles geweest?
Dat duurt nog wel even. Vind je vacantie
zoo fijn? De groeten van Bep.
„Goudhaantje". Bep is mijn doch
ter. Ja, nu waren ze goed. Moeilijke raad
sels moeten er ook eens zijn. Vele groeten
terug
..Ali-Baba'. Het is een gezellige dag
geweest? Ja, je schuilnaam blijft er dan
in. De groeten van Bep
„Joke" Je schuilnaam is in het loot-
jesbusjt Leus zeg Mae je ze houden?
Hop oud is hij nu’ ’roetjes terug
ufje waj5 tuggc|)ïri i
De Arabische kooplui leerden op
hun reizen in de 8ste eeuw in Indië
het nieuwe cijferschrift kennen en
brachten het naar Bagdad, de hoofd
stad van het Arabische wereldrijk.
De eigenaardigheid van
§che cijferschrift bestaat hierin, dat
men met slechts negen verschillende
cijfers plus de nul, alle getallen schrij
ven kan, welke men maar wil, terwijl
men met die getallen ook rekenen
kan. Alle vorige telstelsels, o.a. het
Romeinsch, leenden zich hiertoe niet.
Ze waren alleen maar geschikt om de
getallen te noteeren. Heel vroeger ge
bruikten ook de Indiërs bij het reke
nen een hulpmiddel, n.l. een met zand
bestrooide plank, waarin met een stok
je gleuven werden gemaakt. In de eer
ste gleuf schreef men de eenheden, in
de tweede de tientallen, dan honderd
tallen, enz. Ontbrak een van die groe
pen, dan bleef de gleuf eenvoudig
leeg, zooals bijv, bij het getal 407.
In de 6e of 7e eeuw bedachten de
Indiërs, dat men eigenlijk beter een
teeken kon plaatsen inplaats van een
leege ruimte te laten. Dit teeken
noemden ze „sunia”, dat het leege be-
teekent en ze schreven het met een
rondje. Dit werd de nul. Deze vondst
heeft ’t rekenen zeer vergemakkelijkt.
had de beeldhouwer direct zijn
in zijn armer genomen zóo i was
hij. dat hii hm- teriHW»<’ Tp'
bij zichzelf Straf heb je verdiend en
straf zul [e krijgen!"
Een grappig dier, dat ook wel eens
lastig kan zijn.
Eén van de grappigste vogels, bijna
had ik gezegd „huisvogels”, is de ek
ster. Je kent hem natuurlijk allemaal
met zijn witte borst, lange staart, ster
ken snavel en mooie dekveeren, welke
een blauwzwarte metaalglans hebben.
Het vliegen van den ekster beteekent
niet veel, maar hij kan des te beter
trippelen zwierig en elegant huppelt
hij den heelen dag over den grond. Als
hij in het wild leeft, eet hij larven en
wormen en ook een muis of een vo
geltje versmaadt hij niet. Zijn jacht
partijen gaan gepaard met een duch
tig geschreeuw en geschetter. Tamme
eksters eten graag vruchten en ape
nootjes en langzamerhand kan men ze
er aan wennen, van alles mee te eten.
Toen ik klein was, hadden we bij
ons thuis een tammen ekster, die in
zijn prille jeugd door een van dehuis-
genooten in een bosch was gevonden,
toen hij uit het nest gevallen was.
Die ekster, die al gauw den naam
van Gerrit kreeg, was een allerverrria-
kelijkst dier, waar we ons vaak tranen
om gelachen hebben. Om hem een
nachtverblijf te bezorgen, hadden we
in een boom een klein botervaatje op
gehangen. Gerrit durfde er blijkbaar
niet in te gaan slapen..
.Eindelijk kwam iemand op de idee
om den bodem uit het vaatje te ne
men, zoodat de ekster aan beide kan
ten kon uitkijken of er ook onraad
was. En sindsdien was de zaak in orde
en begon Gerrit ijverig takjes‘aan te
sleepen voor zijn „nest”, waarvoor hij
tevens losse tuinaarde gebruikte. Hij
had al ’n halven seringenboom kaalge
plukt, toen we zagen, dat hij met dit
gepruts niet opschoot
We legden toen in den tuin een groo-
te kluit vochtige klei en nu maakte
Gerrit een prachtig nest in het vaatje.
Telkens als de klei weer wat was uit
gedroogd en Gerrit één van ons met
een bakje of een glas water zag loo-
pen, vloog hij er haastig op af, alsof
hij zeggen wilde„Toe, gooi nog wat
over, m’n klei
Gerrit was een leuk beest, maar
soms wel eens lastig. Als alle eksters
was hij dol op alles wat blinktzilve
ren lepeltjes, vingerhoeden, veilig
heidsspelden, alles was van zijn ga
ding en wee degene, die bij ongeluk
geld op tafel liet liggen. Gerrit vloog
er haastig mee weg en begroef het in
den tuin.
Soms, als we ’s avonds met open
tuindeuren zaten, trippelde hij in en
uit en stopte de schoenen van demen-
schen vol steentjes. Gewoonlijk kon
hij niet ver vliegen, omdat zijn vleu
gels waren ingekort, maar wanneer ze
weer een beetje te lang waren, vloog
hij doodbedaard bij al onze buren de
kamers binnen en stal alles, wat hij
aardig vond om te hebben.
Een geliefkoosde bezigheid van hem
was het „spelden inslikken”. Hij maak
te dan moeder’s naaidoos handig open,
trok alle spelden uit het kussentje of
van den speldenbrief en liet ze in
zijn snavel verdwijnen. Eerst dachten
we een tijdlang, dat hij ze inslikte,
doch later bleek, dat hij ze onder de
tong bewaarde, en soms na geruimen
tijd weer voor den dag haalde.
Natuurlijk hebben we ook wel eens
geprobeerd, Gerrit te leeren praten,
maar hierin bracht hij het niet zoo erg
ver. Hij leerde alleen het woord „dag”,
dat hij te pas of te onpas riep,
kon hij net zoo hard kakelen als een
vol kippen en het hoesten van
een mensch bootste hij precies na. Zijn
grootste vermaak was, in de kamer
voor het raam te gaan zitten en hard
met zijn snavel tegen de ruit te tik
ken, om dan, als een voorbijganger
naar hem keek, luidkeels „dagte
roepen.
Maar eens op een dag gebeurde er
iets verdrietigs. De beeldhouwer
stuurde Azor met een kwartje naar
den tabakswinkel en de hond kwam
niet terug. Er verliep een half uur en
een uur nog geen Azor.
Toen begon zijn baas zich ongerust
te maken. Zou hij onder een auto ge
raakt zijn? Of zou hij met andere hon
den hebben gespeeld en ’t geld hebben
verloren? De goede man zette z’n hoed
op en ging naar den tabakswinkel.
„Is Azor hier geweest?”
„Neen, vandaag niet,” zei de winke
lier. En toen moest de beeldhouwer
wel gelooven, dat Azor stout was ge
weest en het geld voor zichzelf besteed
had. In den slagerswinkel hoorde hij,
dat het waar was.
„Ik vond het ook al vreemd,” zei de
slager, „dat u hem een kwartje ge
geven had, maar ik dacht, dat u mis
schien jarig was en hem eens extra
wilde tracteeren.”
Onder 't naar huis gaan liep de
beeldhouwer verdrietig te peinzen over
van zijn hondje.
J hij, „als je
ik je wel krijgen!”
-> dit zeker ook,
niét terug. Dien avond
beeldhouwer erg terneergesla-
bed Hij miste zijn trouwen
kameééïd! En den volgenden morgen
kon hij maar niet met z’n werk óp
schieten. Hij moest t®1^®*^™33*
Azor denken en t
hem te zoeken
Hij wandelde t
hleef telkens staan
roepen.
Eindelijk ’s middags,
stouterd in de verte t
HOE EUROPA LEERDE REKENEN.
Als je op school je hoofd zit te bre
ken met vermenigvuldigingen en dee-
lingen, dan denk je er zeker nooit aan,
uit te vorschen, hoe we aan al die cij
fers gekomen zijn.
Ik zal het je vertellen Wij Euro
peanen hebben eigenlijk rekenen ge
leerd van de Arabische kooplui. Zij
konden verbazend handig met cijfers
omgaan maar het tientallig stelsel,
waarin wij allemaal al sinds eeuwen
hadden zij, niet zelf uitge
bet is van Britsch-Indischen
„A n e m o o n t j e” Het zal wel weer
beter worden. Niet den moed laten zakken
hoor. Fijn zeg Wat veel. Wat allemaal?
De groeten aan allen.
„Dwer4j e" Huiswerk gaat vóór. Heb
je nu weer minder? Jammer, dat het niet
kon. De groeten van Bep.
„Eli je”. Dat is naar. Laat je de zeere
kies niet trekken? Beterschap hoor. Vele
groeten van ons terug.
„Leperkaantj e”. Fijn zeg. Ging het
goed’ Is het een leuken avond geweest?
Vele groetjes terug.
,,A ssc h epoes te r”.
ziet het ei uit? Ja. ik
pas in Augustus lekker
„De Zwarte Adelaa r”. Dat zal een
feest zijn. Wel gefeliciteerd. Veel gehad?
Kan je netter schrijven’ Doe het dan
eens Doe je de groeten aan je zusje. Ik
vind haar briefje erg mooi.
„Parissin e”. Fijn zoo’n vacantie hè?
Ja. dat mag. Doe je er dan ook de oplos
singen bij? Ja, stuur het maar
het bureau, dan krijg ik het wel.
,,L e e s t e i t j e”. Dat was jammei Ga
je er nu eer anderen dag heen? Als je
vijf keer de raadsels goed hebt, dan komt
je schuilnaam in het lootjesbusje.
„Rozenknopje”; „Vlindertje”; „Zwem-
stértje”; „Zangvogeltje”; „Appelflapje",
„Pinksterbloem”: Allen hartelijk welkom
in de Kinderrubriek.
„Nel Verbern”: Ook welkom. Kies je
een anderen schuilnaam?
De hartelijke groeten van jullie aller
TANTE ETTY,
Erg zielig, zul je zeggen. Maar
nee, zóó erg was 't niet. Hij had n.l.
een trouwen kameraad in zijn hondje
Azor, die dag en nacht bij hem was.
Als de beeldhouwer in zijn atelier
aan het werk was, kon hij natuurlijk
niet hooren als er iemand aan zijn
dc ir klopte. Maar Azor sprong dan op,
ging voor hem staan en trok hem aan
z’n broekspijp naar de deur. En als de
kunstenaar 's avonds vermoeid naar
bed ging, sliep hij als een mol. Dan
zouden er best dieven in z’n huis kun
nen komen, zonder dat hij er iets van
zou merken Maar Azor hield de
wacht. Als hij maar ’t minste geluidje
hoorde dat hem niet aanstond trok hij
z’n baas de dekens van ’t lijf en blafte
net zoolang tot hij opstond en ’t licht
aanstak.
Soms vond de beeldhouwer dit wel-
eens vervelend, maar hij vond het toch
zóó aardig en flink van Azor, dat hij
't hem niet wilde afleeren.
Overdag deed de hond boodschappen
voor zijn baas. Als de beeldhouwer
tabak noodig had, deed hij een kwart
je in een stuk papier en riep:
„Azor, tabak.” En dan rende de hond
met het papier in zijn bek weg en
kwam een paar minuten later met een
zakje tabak terug. Kwispelstaartend
en erg blij en opgewonden kwam hij
er mee aan, want hij wist, dat hij z’n
belooning kreeg. Zijn baas wikkelde
n.l. een dubbeltje in een papiertje, gaf
het den hond en zei:
„Azor. dit is voor jou.” En dan holde
de hond naar den slager en kreeg een
stuk worst. Die laatste boodschap vond
hij natuurlijk ’t fijnste, want hondjes
hebben altijd honger!
zoo naar vlug
„Pietje Puk”. Ben je er naar toe
geweest? Veel pleizier gehad? Ook in den
draaimolen gezeten? De groeten terug.
,A-1 i c a n t e". Ja, ik vond het erg aar
dig. Het is niet zoo makkelijk om het zelf
te verzinnen.
„P a 1 j a s”. Fijn was dat zeker? Dat is
wel een prettig werkje, vind je niet?
„Happy”. Wat was het’ Jammer, dat
je ze niet kon. Ik had goed mijn best ge
daan hè? Vele groeten terug.
„Zilver pijl”. Wat een feesten alle
maal. Nog wel gefeliciteerd. Wel bedankt
voor je raadsels.
„De (snelle pijl”. Wat veel heb je
er AUemae. gewonnen’ Wat veel speel
goed Je verveelt je zeker nooit? Wel be
dankt voor je raadsels. Vele groeten terug.
,,P o e s e n m o e d e r t j e”. Dat is een
leuk raadsel. Dank je wel. Dat is veel Je
kan het hour Heb je het al geproefd’
Vele groeten terug v
„Weetgraag" Dat heb ik ook ge
nen Veei waren er hè’ Fijn zeg Heb ie
eel pleiziri eehad? Vele eJ
W l p’Dat is eert moeilijk
opr Dank je wel Wat laat IL,.
andere papieren in geraakt. Je schuilnaam j uitslapen’ eeei' slaap Of mocht je fijn
Het eerste paard, dat dezen morgen
mijn weg kruiste, heb ik met eerbied
begroet. Ik heb dit gedaan in het be
sef. dat voor het paard een nieuwe tijd
is aangebroken, waarin het een econo
mische rol van groote beteekenis gaat
vervullen. Wij spraken niet enkel meer
van paardenkrachten; wij gaan ook
weer van paarden spreken.
Elf vrachtwagens met paarden er
voor, heb ik op een kleine wandeling
ontmoet. Welk een verandering! Het
was als een glorieuse intocht: het paard
dat zijn plaats heroverd heeft in het
beeld van de straat. Er waren punten
waar ik vijf paarden telde tegen drie
auto’s. Elders was het 7-2 en éénmaal
zelfs 50, in het voordeel van het
paard.
Fier en zelfbewust loopt het paard,
nu de auto van den weg teruggedron
gen is. Het is een indrukwekkende ver
schijning. Natuurlijk, een paard is een
paard gebleven, en het heeft nog altijd
een kop, vier pooten (hoofd en beenen
zeggen de paardenvrienden) een staart
en een hals met manen. Maar het groote
verschil is, dat het paard niet langer
zijn rol vervult van' luxe-rijpaard. van
trekdier voor een boerenwagen of van
verwerkingsmateriaal voor den paar-
denslager. Het paard doet weer opgeld.
Ik verheug me over dit alles. Eerlijk
gezegd, heeft het me wel eens gehin
derd, dat ’s morgens in de vroegte de
melkboer met z’n motorbakfiets een li
ter melk kwam brengen en de kinderen
wakker maakte met het lawaai van dat
onding. Een uur later kwam de groen
boer, met een auto, waarop alles lag
uitgesteld. Heel mooi, maar duur en
ook weer: lawaai. Vanmorgen kwam hij
met een Wagen met een aardig, kittig
paardje ervoor. Vriendelijk en geruisch-
loos. Welk een vooruitgang!
Die geheele gemotoriseerde afdeeling
van huisleveranciers, van melkbezor
gers, groentenboeren, en zoo meer
zwaait af. Ze komen wel weer terug,
natuurlijk, en dan heeten we ze weer
hartelijk welkom, want een vlugge be
diening is óók wat waard. Maar voor-
loopig is het toch even rustig en van die
pauze genieten we.
Ik ga suikerklontjes koopen voor het
paard, als het mag van mijn vrouw.
Het lijkt op verkwisting, maar de terug
keer van het paard, van dien fieren, no-
belen viervoeter, in het stadsbeeld,
rechtvaardigt het.
Ik krijg weer schik in het leven.
Op straat ga ik de paarden tellen.
De cijfers zullen klimmen met den
dag.
SO
Ó>1
-1
4