KRUIS WOORD-PUZZLE Rubriek voor de Jeugd FINANCIEEL HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 18 MEI 1940. TWEEDE BLAD, PAGINA 3. ONDERWIJS EN KERK CORRESPONDENTIE r Nieuwe verschijningen EINDEXAMENS H.B.S. EN LYCEUM 1940 Z3 ZO IV 3V Vo so Of &c> os OH - I - DE BEELDHOUWER EN ZIJN HOND GERRIT ONZE „HUISEKSTER". V erticaa 1 Horizontaa 1 het Indi- naar A. Noor- A m- v a n Ook hok olaenden geei. i Hij had een trouw kameraadje in zijn hondje Azor, rekenen 1 vonden 1 oorsprong. ge- groetje.' terug, raadsel Had 'je den Fijn zeg. Hoe ik wel. Neen, dat is HET PAARD. aan ging eindelijk uit om 1. Stad uit de oudheid 8. Ook 15. Boom 16. Academische titel 17. Bijwoord 18. Openbaren 19. Rustig 20. Afscheiding 21. Rots 23. Hoofddeksel 24. Voorzetsel 25. Koningin der góden 26. Zanik 28. Beker 29. Voorzetsel 30. Kleed van hermelijn 35. Waarnemend voorzitter 36. Zijtak van de Tarn 37. Begroot 38. Maand 40. Verfstof 43. Volk 44. Toonaard 46. Bestanddeel 48. Doorgang 49. Heilige stad 50. Strook 52. Rechter 53. Muziekinstrument 54. Grondslag 55. Doopgetuige 57. Pleisterwerk 58. Kruik 62. Voorzetsel 64. Naamgever aan een werelddeel 69. Immer 70. Groef 72. Boos 73. Alleen 74. Kwelgeest 76. Zijtak van de Sungari in Mandsjoerije 77. Dierengeluid 79. Menschlievendheid 82. Van onderen 83. Tijdperk 85. Nakomeling 86. Roem,, 87. Zijtak van de Lena 88. Havenstad in Italië 90. Gesloten 91. Dorp in Gelderland 92. Fiets 93. Zeer groot 95. Zijtak van de Ural 96. Behoudens fouten 97. Muziekinstrument 98. Naspel 99. Metselwerk 1. Landstreek in Spanje 2. Geestelijken 3. Zuiver 4. Oogenblik 5. Maat 6. Vrekkerig 7. Stormen 8. Deugdzame 9. Kennis 10. Thans 11. Boom 12. Voedsel nuttigen 13. Staat in Azië 14. Afval 20. Vogel 22. Kracht 25. Crisisverschijnsel 27. Heugenis 30. Landstreek in Zuid- Europa 31. Mop 32. Booze 33. Soort tarwe 34. Rivier in Rusland 36. Vaarwel 39. Europeaan 41. Te weten 42. Drukkend 44. Tusschenpersonen 45. U edele 47. Baksel 49. Genoeg 51. Hoofddeksel 52. Geld 56. Viering 58. Vaandels 59. Ter plaatse 60. Kunstproduct 61. Reputatie 62. Ontwerp 63. Bijbelsche naam 65. Losbol 66. Deel van een molecule 67. Goederen 68. Staathuishoudkundige 70. Vleeschhouwers 71. Woud 74. Gehalte 75. Scheepstrompet 78. Strijdperk 80. Weinig 81. Voorkeur 82. Landhuis 84. Razernij 87. Rustteeken in de psalmen 89. Vreemde munt 92. Afstand 94. Academische titel 97. Met de zijnen M.T.S. TE ROTTERDAM. Het ligt in het voornemen om het on derwijs aan de Middelbare Technische School te Rotterdam te hervatten op nader vast te stellen wijze. In verband hiermede wordt den leer lingen verzocht zich zoo spoedig mogelijk persoonlijk, schriftelijk of telefonisch op te geven onder vermelding adres, afdee- ling, klasse, voor Rotterdam en omstreken bij wnd, dir. ir. A. G van der Hoek, Henegouwerplein 10a, Rotterdam en voor ’s-Gravenhage en omstreken bij ir Voi- tus V. Hamme. Snelliusstraat 1, telefoon. 335535, alhier. FRÖBEL-HERDENKING UITGESTELD. *aa,r?e‘ d^gelijksch bestuur van het ^±rd-nku,n.gSCOmité te Amsterdam mededeelt, is het congres voor voorbe reidend onderwijs en de tentoonstelling Honderd jaar kleuteronderwijs” tot na der aankondiging uitgesteld. Eens was de slimme Azor ondeugend, maar hij kreeg spoedig berouw. Van alle echt gebeurde verhalen uit het dierenleven vind ik de geschiede nis van Azor, ’t hondje van den dooven beeldhouwer, wel de grappigste. Zal ik dat verhaal eens vertellen Goed, luister maar. De beeldhouwer, dien ik bedoel, was heel erg doof, zóó doof, dat geen mensch hem beschreeuwen kon. Bo vendien was hij ongetrouwd en woon de in z’n eentje op een atelier. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Zaltbommel man te Borculo. Blijkens mededeeling in de Staatscou rant van Donderdag 16 Mei j.l. zullen de eindexamens der hoogere burgerscholen en lycea hier ter stede op de volgende data worden gehouden, en zijn de navolgende personen als deskundigen, tevens lid der commissiën, belast met het afnemen van de examens aangewezen: bij de eindexamens van de 7de gemeen telijke hoogere burgerschool (Raamstraat) op 17, 18. 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26. 27, 28 en 29 Juni en 1, 2, 3 en 4 Juli: bijzondere hoogere burgeschool (Swee- linckstraat) op 5, 6 en 8 Juli; En hij liep door, net of hij den hond niet gezien ha 1. De hond volgde hem op een paar pas afstands, heel schuld bewust en langzaam. En toen ze thuis waren ging Azor niet net als anders mee de kamer in; hij bleef voor de deur liggen alsof hij wel begreep, dat hij de vriendschap van zijn baas ver beurd had. De beeldhouwer deed, alsof hij hem niet gezien had en liet hem den heelen dag en den daarop volgenden nacht honger lijden. Toen vond hij echter, dat hij streng genoeg was geweest. Hij deed een kwartje in een papiertje en riep den hond, die over den grond kruipend naar hem toe kwam. „Azor.” zei zijn baas met een erg booze stem, „tabak, tabak, tabak!” De hond rende weg en de beeldhou wer wachtte vol spanning, wat hij doen zou. Zou hij weer naar den slager loo- pen om zijn razenden honger te stil len? Maar nee hoor, vóór er vijf minuten verloopen waren was Azor weer thuis met het zakje tabak En nu was hij niet te houden van vreugde. Kwispel staartend huppelde hij om zijn baas heen. Je begrijpt, dat hij direct z’n belooning kreeg. HET TANDHEELKUNDIG ONDER- WIJS TE UTRECHT. Het tandheelkundig onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Utrecht wordt, be houdens bijzondere omstandigheden, her vat op Maandag 27 Mei. Voor het afleg gen van de tneoretische examens zak zooals gewoonlijk door den voorzitter van de examencommissie opgeroepen worden. Voor het practised examen worden op 25 Mei verwach de groepen van 11, 18 en 25 Mei. Zij, die reeds met het examen begonnen waren, worden verwacht op Maandag 27 Mei Het instituut is van 20 Mei af open voor alle noodzakelijke rege lingen der studenten. VRUE UNIVERSITEIT De rector-magnificus der Vrije Univer- siteit deelt mede, dat de colleges Dinsdag a.s. 21 Mei zullen worden hervat. Ook examens zullen van nu af aan weer wor- N.V. Vereen. Hollandsche Sigaren fabrieken. Bij ontstentenis van elke opkomst is de jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Vereenigde Hol landsche Sigarenfabrieken voor onbe- paalden tijd verdaagd. j nu’ r' ..Witkopje”. Je t de ondeugendheid „Wacht maar!’ dacht thuis komt zal i_ Maar Azor begreep want hij kwam i- ging de I gen naar heele stadje door en om zijn hond te EXAMENS Universiteit te Leiden. Bevorderd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, op proefschrift, getiteld „De Allegorese ir het werk van Clemens Alexandrinus de heet W. den Boer, ge boren te Rotte-dam en wonende te Bus- sum (met lof); doctoraal examen genees kunde de heeren B. H. Gevers en F. E. E. Haverman, beiden te Voorburg, en F. L. ■Westenberg te Overveen; doctoraal exa men rechtswetenschap mej. H. C. Krol, alhier Universiteit sterdam. Bevorderd tot arts mej. G. W. V. d. Wal en de heeren A. J, E. Hurkens, J. A. Oosterbaan, C.Westerbeek, G. M. Bleeker, J. A. v. d. Hoeven. H. W. M. de Jong, W. 8- J. Gerrits, W. A. H. van Wijlick, A. M. Juten, G. P. Bauer, N. H. Wepster, G. J. H. Hoftekoesveld en A. H. Ankum; eerste gedeelte van het artsexamen mej. C. A. Otto en de heeren K. Brandsma, O. j, van Bosveld Heinsius, K. van Wal beek, A. L. T. M Hamers, N. J. H. F. van Beek, J. J. van Lognem, A. W. Hoekstra, F. W. M. Buys, C. J, Jonkman, A. F. W. van Meurs, M. Ziekenoppasser, E. E. M. Geelen, C. F. Brenkman en D. H. Kra nendonk; bevor-’erd tot doctor in de ge neeskunde, op proefschrift, getiteld „Schoofwonden in de 16e eeuw", de heer F. Croes, geb te Amsterdam; candidaats- examen rechtswetenschap mej. S. Vleeschhouwer en de heer Ed. J. Gerzon. den afgenomen. is in het lootjesbusje. Wel bedankt voor je raadsel. „IJ d e 11 u i t j e”. Ik zal het doen hoor. Wat fijn zeg Neen, ik niet. Vele groetjes terug. „Langhaar”. Het was niets lekker hoor. Neen, daar is Bep te oud voor. Ze is 23 jaar. Dat is veel. Hoe heeten ze alle maal? „Pau-Li”. Nog wel gefeliciteerd. Is het een prettige dag geweest? Heb je al wat geteekend? ,,E i k e 11 j e”. Dat is weer een heele drukte hè? Dat is een andere tijd Veel vroeger ben je nu klaar. ,,B e 11 a r o o n t j e”. Met ons gaat het goed. Ik zal goed schudden. Is het gezellig geweest? Het zal wel weer komen. „M a t r o o s j e”. Ja, het is erg mooi. Raadsels oplossen kan ik niet hoor. Doe je de oplossingen er bij? „Moedersmeiske” Met ons gaat het goed. Dat is veel Gelukkig, dat moe der weer beter is. De groeten vai# Bep. „Breistertj e”. Wat een fijne ca- deaux. Wat kan je nu heerlijk snoepen zeg. En wat zal je fijn ruiken. „Valkoo g”. Was het naar je zin? Wat ben je aan het maken? Waar ga je kam- peeren? Vele groeten terug. „H a g e d i s j e”. Mocht je kiezen? Wat was het? Fijn zeg. De groeten aan allen. ,,Ro bbedoes" Je schuilnaam is in het lootjesbusje. Leuk is dat. De rubriek is van 7 tot en met 13 jaar. Zal je je leeftijd niet meer vergeten? En een beetje duidelijker schrijven? „T i e 1 s F1 i p j e”. Je schuilnaam ver geten. Fijn zeg. Wat zal je er leuk uit zien. Dat is ai vlug. Vele groeten terug. „Kabputertj e”. Gezellig hè? Werd je niet duizelig? Heb je erg gelachen? Als je veel pleizier hebt, dan gaat de tijd Raadsel vriendjes en vriendinnetjes wordt uitdrukkelijk verzocht op de enveloppe te vermeldenVoor de Kinderrubriek. TECHNISCHE HOOGESCHOOL. Naar wb vernemen is prot dr J A ïaTde’Ta?btredue:i als ^ctor.magnificus DezedfuncH^niiSChe Hoo«®school te Delft dr i/r t °Y®r«en°men door prof oi. ir. c. J. van Nieuwenbu|g. zag hij den aankomen met den staart tusschen de pooten t Liefs» „Bobberkop je". Dat is veel. Je eet zeker wel veel eieren? Fijn zooveel die ren. Kunnen ze allemaal goed met elkaar overweg? De groeten aan allen. ,,L e e r g r a a g”. Het was erg druk hè? Ik ben er ook geweest. Misschien zijn we wel langs elkaar geloopen De groeten van Bep. „Halfje’. Ken je het goed? Heb je het gewonnen? Fijn voor van den winter hè? Vele groeten terug. „Veldbloempj e”. Fijn, dat hij zoo goed vooruit gaat. Daar zal hij wel blij mee zijn. Houd hij veel van dieren? Het is zeker wel stil zonder hem? Vele groe ten terug. ,.P o p p e d ij n t j e”. Het was er zeker wel erg druk? Ben je in alles geweest? Dat duurt nog wel even. Vind je vacantie zoo fijn? De groeten van Bep. „Goudhaantje". Bep is mijn doch ter. Ja, nu waren ze goed. Moeilijke raad sels moeten er ook eens zijn. Vele groeten terug ..Ali-Baba'. Het is een gezellige dag geweest? Ja, je schuilnaam blijft er dan in. De groeten van Bep „Joke" Je schuilnaam is in het loot- jesbusjt Leus zeg Mae je ze houden? Hop oud is hij nu’ ’roetjes terug ufje waj5 tuggc|)ïri i De Arabische kooplui leerden op hun reizen in de 8ste eeuw in Indië het nieuwe cijferschrift kennen en brachten het naar Bagdad, de hoofd stad van het Arabische wereldrijk. De eigenaardigheid van §che cijferschrift bestaat hierin, dat men met slechts negen verschillende cijfers plus de nul, alle getallen schrij ven kan, welke men maar wil, terwijl men met die getallen ook rekenen kan. Alle vorige telstelsels, o.a. het Romeinsch, leenden zich hiertoe niet. Ze waren alleen maar geschikt om de getallen te noteeren. Heel vroeger ge bruikten ook de Indiërs bij het reke nen een hulpmiddel, n.l. een met zand bestrooide plank, waarin met een stok je gleuven werden gemaakt. In de eer ste gleuf schreef men de eenheden, in de tweede de tientallen, dan honderd tallen, enz. Ontbrak een van die groe pen, dan bleef de gleuf eenvoudig leeg, zooals bijv, bij het getal 407. In de 6e of 7e eeuw bedachten de Indiërs, dat men eigenlijk beter een teeken kon plaatsen inplaats van een leege ruimte te laten. Dit teeken noemden ze „sunia”, dat het leege be- teekent en ze schreven het met een rondje. Dit werd de nul. Deze vondst heeft ’t rekenen zeer vergemakkelijkt. had de beeldhouwer direct zijn in zijn armer genomen zóo i was hij. dat hii hm- teriHW»<’ Tp' bij zichzelf Straf heb je verdiend en straf zul [e krijgen!" Een grappig dier, dat ook wel eens lastig kan zijn. Eén van de grappigste vogels, bijna had ik gezegd „huisvogels”, is de ek ster. Je kent hem natuurlijk allemaal met zijn witte borst, lange staart, ster ken snavel en mooie dekveeren, welke een blauwzwarte metaalglans hebben. Het vliegen van den ekster beteekent niet veel, maar hij kan des te beter trippelen zwierig en elegant huppelt hij den heelen dag over den grond. Als hij in het wild leeft, eet hij larven en wormen en ook een muis of een vo geltje versmaadt hij niet. Zijn jacht partijen gaan gepaard met een duch tig geschreeuw en geschetter. Tamme eksters eten graag vruchten en ape nootjes en langzamerhand kan men ze er aan wennen, van alles mee te eten. Toen ik klein was, hadden we bij ons thuis een tammen ekster, die in zijn prille jeugd door een van dehuis- genooten in een bosch was gevonden, toen hij uit het nest gevallen was. Die ekster, die al gauw den naam van Gerrit kreeg, was een allerverrria- kelijkst dier, waar we ons vaak tranen om gelachen hebben. Om hem een nachtverblijf te bezorgen, hadden we in een boom een klein botervaatje op gehangen. Gerrit durfde er blijkbaar niet in te gaan slapen.. .Eindelijk kwam iemand op de idee om den bodem uit het vaatje te ne men, zoodat de ekster aan beide kan ten kon uitkijken of er ook onraad was. En sindsdien was de zaak in orde en begon Gerrit ijverig takjes‘aan te sleepen voor zijn „nest”, waarvoor hij tevens losse tuinaarde gebruikte. Hij had al ’n halven seringenboom kaalge plukt, toen we zagen, dat hij met dit gepruts niet opschoot We legden toen in den tuin een groo- te kluit vochtige klei en nu maakte Gerrit een prachtig nest in het vaatje. Telkens als de klei weer wat was uit gedroogd en Gerrit één van ons met een bakje of een glas water zag loo- pen, vloog hij er haastig op af, alsof hij zeggen wilde„Toe, gooi nog wat over, m’n klei Gerrit was een leuk beest, maar soms wel eens lastig. Als alle eksters was hij dol op alles wat blinktzilve ren lepeltjes, vingerhoeden, veilig heidsspelden, alles was van zijn ga ding en wee degene, die bij ongeluk geld op tafel liet liggen. Gerrit vloog er haastig mee weg en begroef het in den tuin. Soms, als we ’s avonds met open tuindeuren zaten, trippelde hij in en uit en stopte de schoenen van demen- schen vol steentjes. Gewoonlijk kon hij niet ver vliegen, omdat zijn vleu gels waren ingekort, maar wanneer ze weer een beetje te lang waren, vloog hij doodbedaard bij al onze buren de kamers binnen en stal alles, wat hij aardig vond om te hebben. Een geliefkoosde bezigheid van hem was het „spelden inslikken”. Hij maak te dan moeder’s naaidoos handig open, trok alle spelden uit het kussentje of van den speldenbrief en liet ze in zijn snavel verdwijnen. Eerst dachten we een tijdlang, dat hij ze inslikte, doch later bleek, dat hij ze onder de tong bewaarde, en soms na geruimen tijd weer voor den dag haalde. Natuurlijk hebben we ook wel eens geprobeerd, Gerrit te leeren praten, maar hierin bracht hij het niet zoo erg ver. Hij leerde alleen het woord „dag”, dat hij te pas of te onpas riep, kon hij net zoo hard kakelen als een vol kippen en het hoesten van een mensch bootste hij precies na. Zijn grootste vermaak was, in de kamer voor het raam te gaan zitten en hard met zijn snavel tegen de ruit te tik ken, om dan, als een voorbijganger naar hem keek, luidkeels „dagte roepen. Maar eens op een dag gebeurde er iets verdrietigs. De beeldhouwer stuurde Azor met een kwartje naar den tabakswinkel en de hond kwam niet terug. Er verliep een half uur en een uur nog geen Azor. Toen begon zijn baas zich ongerust te maken. Zou hij onder een auto ge raakt zijn? Of zou hij met andere hon den hebben gespeeld en ’t geld hebben verloren? De goede man zette z’n hoed op en ging naar den tabakswinkel. „Is Azor hier geweest?” „Neen, vandaag niet,” zei de winke lier. En toen moest de beeldhouwer wel gelooven, dat Azor stout was ge weest en het geld voor zichzelf besteed had. In den slagerswinkel hoorde hij, dat het waar was. „Ik vond het ook al vreemd,” zei de slager, „dat u hem een kwartje ge geven had, maar ik dacht, dat u mis schien jarig was en hem eens extra wilde tracteeren.” Onder 't naar huis gaan liep de beeldhouwer verdrietig te peinzen over van zijn hondje. J hij, „als je ik je wel krijgen!” -> dit zeker ook, niét terug. Dien avond beeldhouwer erg terneergesla- bed Hij miste zijn trouwen kameééïd! En den volgenden morgen kon hij maar niet met z’n werk óp schieten. Hij moest t®1^®*^™33* Azor denken en t hem te zoeken Hij wandelde t hleef telkens staan roepen. Eindelijk ’s middags, stouterd in de verte t HOE EUROPA LEERDE REKENEN. Als je op school je hoofd zit te bre ken met vermenigvuldigingen en dee- lingen, dan denk je er zeker nooit aan, uit te vorschen, hoe we aan al die cij fers gekomen zijn. Ik zal het je vertellen Wij Euro peanen hebben eigenlijk rekenen ge leerd van de Arabische kooplui. Zij konden verbazend handig met cijfers omgaan maar het tientallig stelsel, waarin wij allemaal al sinds eeuwen hadden zij, niet zelf uitge bet is van Britsch-Indischen „A n e m o o n t j e” Het zal wel weer beter worden. Niet den moed laten zakken hoor. Fijn zeg Wat veel. Wat allemaal? De groeten aan allen. „Dwer4j e" Huiswerk gaat vóór. Heb je nu weer minder? Jammer, dat het niet kon. De groeten van Bep. „Eli je”. Dat is naar. Laat je de zeere kies niet trekken? Beterschap hoor. Vele groeten van ons terug. „Leperkaantj e”. Fijn zeg. Ging het goed’ Is het een leuken avond geweest? Vele groetjes terug. ,,A ssc h epoes te r”. ziet het ei uit? Ja. ik pas in Augustus lekker „De Zwarte Adelaa r”. Dat zal een feest zijn. Wel gefeliciteerd. Veel gehad? Kan je netter schrijven’ Doe het dan eens Doe je de groeten aan je zusje. Ik vind haar briefje erg mooi. „Parissin e”. Fijn zoo’n vacantie hè? Ja. dat mag. Doe je er dan ook de oplos singen bij? Ja, stuur het maar het bureau, dan krijg ik het wel. ,,L e e s t e i t j e”. Dat was jammei Ga je er nu eer anderen dag heen? Als je vijf keer de raadsels goed hebt, dan komt je schuilnaam in het lootjesbusje. „Rozenknopje”; „Vlindertje”; „Zwem- stértje”; „Zangvogeltje”; „Appelflapje", „Pinksterbloem”: Allen hartelijk welkom in de Kinderrubriek. „Nel Verbern”: Ook welkom. Kies je een anderen schuilnaam? De hartelijke groeten van jullie aller TANTE ETTY, Erg zielig, zul je zeggen. Maar nee, zóó erg was 't niet. Hij had n.l. een trouwen kameraad in zijn hondje Azor, die dag en nacht bij hem was. Als de beeldhouwer in zijn atelier aan het werk was, kon hij natuurlijk niet hooren als er iemand aan zijn dc ir klopte. Maar Azor sprong dan op, ging voor hem staan en trok hem aan z’n broekspijp naar de deur. En als de kunstenaar 's avonds vermoeid naar bed ging, sliep hij als een mol. Dan zouden er best dieven in z’n huis kun nen komen, zonder dat hij er iets van zou merken Maar Azor hield de wacht. Als hij maar ’t minste geluidje hoorde dat hem niet aanstond trok hij z’n baas de dekens van ’t lijf en blafte net zoolang tot hij opstond en ’t licht aanstak. Soms vond de beeldhouwer dit wel- eens vervelend, maar hij vond het toch zóó aardig en flink van Azor, dat hij 't hem niet wilde afleeren. Overdag deed de hond boodschappen voor zijn baas. Als de beeldhouwer tabak noodig had, deed hij een kwart je in een stuk papier en riep: „Azor, tabak.” En dan rende de hond met het papier in zijn bek weg en kwam een paar minuten later met een zakje tabak terug. Kwispelstaartend en erg blij en opgewonden kwam hij er mee aan, want hij wist, dat hij z’n belooning kreeg. Zijn baas wikkelde n.l. een dubbeltje in een papiertje, gaf het den hond en zei: „Azor. dit is voor jou.” En dan holde de hond naar den slager en kreeg een stuk worst. Die laatste boodschap vond hij natuurlijk ’t fijnste, want hondjes hebben altijd honger! zoo naar vlug „Pietje Puk”. Ben je er naar toe geweest? Veel pleizier gehad? Ook in den draaimolen gezeten? De groeten terug. ,A-1 i c a n t e". Ja, ik vond het erg aar dig. Het is niet zoo makkelijk om het zelf te verzinnen. „P a 1 j a s”. Fijn was dat zeker? Dat is wel een prettig werkje, vind je niet? „Happy”. Wat was het’ Jammer, dat je ze niet kon. Ik had goed mijn best ge daan hè? Vele groeten terug. „Zilver pijl”. Wat een feesten alle maal. Nog wel gefeliciteerd. Wel bedankt voor je raadsels. „De (snelle pijl”. Wat veel heb je er AUemae. gewonnen’ Wat veel speel goed Je verveelt je zeker nooit? Wel be dankt voor je raadsels. Vele groeten terug. ,,P o e s e n m o e d e r t j e”. Dat is een leuk raadsel. Dank je wel. Dat is veel Je kan het hour Heb je het al geproefd’ Vele groeten terug v „Weetgraag" Dat heb ik ook ge nen Veei waren er hè’ Fijn zeg Heb ie eel pleiziri eehad? Vele eJ W l p’Dat is eert moeilijk opr Dank je wel Wat laat IL,. andere papieren in geraakt. Je schuilnaam j uitslapen’ eeei' slaap Of mocht je fijn Het eerste paard, dat dezen morgen mijn weg kruiste, heb ik met eerbied begroet. Ik heb dit gedaan in het be sef. dat voor het paard een nieuwe tijd is aangebroken, waarin het een econo mische rol van groote beteekenis gaat vervullen. Wij spraken niet enkel meer van paardenkrachten; wij gaan ook weer van paarden spreken. Elf vrachtwagens met paarden er voor, heb ik op een kleine wandeling ontmoet. Welk een verandering! Het was als een glorieuse intocht: het paard dat zijn plaats heroverd heeft in het beeld van de straat. Er waren punten waar ik vijf paarden telde tegen drie auto’s. Elders was het 7-2 en éénmaal zelfs 50, in het voordeel van het paard. Fier en zelfbewust loopt het paard, nu de auto van den weg teruggedron gen is. Het is een indrukwekkende ver schijning. Natuurlijk, een paard is een paard gebleven, en het heeft nog altijd een kop, vier pooten (hoofd en beenen zeggen de paardenvrienden) een staart en een hals met manen. Maar het groote verschil is, dat het paard niet langer zijn rol vervult van' luxe-rijpaard. van trekdier voor een boerenwagen of van verwerkingsmateriaal voor den paar- denslager. Het paard doet weer opgeld. Ik verheug me over dit alles. Eerlijk gezegd, heeft het me wel eens gehin derd, dat ’s morgens in de vroegte de melkboer met z’n motorbakfiets een li ter melk kwam brengen en de kinderen wakker maakte met het lawaai van dat onding. Een uur later kwam de groen boer, met een auto, waarop alles lag uitgesteld. Heel mooi, maar duur en ook weer: lawaai. Vanmorgen kwam hij met een Wagen met een aardig, kittig paardje ervoor. Vriendelijk en geruisch- loos. Welk een vooruitgang! Die geheele gemotoriseerde afdeeling van huisleveranciers, van melkbezor gers, groentenboeren, en zoo meer zwaait af. Ze komen wel weer terug, natuurlijk, en dan heeten we ze weer hartelijk welkom, want een vlugge be diening is óók wat waard. Maar voor- loopig is het toch even rustig en van die pauze genieten we. Ik ga suikerklontjes koopen voor het paard, als het mag van mijn vrouw. Het lijkt op verkwisting, maar de terug keer van het paard, van dien fieren, no- belen viervoeter, in het stadsbeeld, rechtvaardigt het. Ik krijg weer schik in het leven. Op straat ga ik de paarden tellen. De cijfers zullen klimmen met den dag. SO Ó>1 -1 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 7