verre in ons in Het circus Wenger De Duitsche troepen in Dinant - Huwelijk in den ouden stijl te Nieuwendam De strijd in het verre Oosten - Wat in ons land behouden bleef w URi iSLW.nr «1 I HA'AGSCTTE COURANT VAN VRIJDAG 59 STET TOW. TWEEDE BEAD. FEUILLETON. DE VELDBARBIER. HEEFT HET DRUK/ DE JAPANSCHE VELDTOCHT IN CHINA. EEN KOLONNE TANKS IN HET TERREIN. niet (Nadruk verboden.) niets £Wordt vervolgd.), k EEN LEVENDIGE FOTO VAN DE MARKT TE ’s-HERTOGENBOSCH„ WELKE-WEER GEWOON DOORGANG VINDT. DUITSCHE TROEPEN TREKKEN NA HARDEN STRIJD DE BELGISCHE STAD DINANT BINNEN. Hij overreedt niet, hij vraagt niets, maar hij wakkert, met een enkel woord, de vonk aan, die een jong meisje in het hart van Koert heeft ontstoken. Maar of het een vlam is, die werkelijk in het hart brandt of dat het maar een stroovuur is, dat kan op het oogenblik nog niet beslist worden. Het is al erg laat als Korting zijn petekind naar de logeerkamer brengt. Voort Korting is de dag nog niet ten einde. Weer loopt hij peinzend in de kamer heen en weer, tot hij plotseling blijft staan en het deksel van een oude kist opent. Papieren, papieren, half vol geschreven cahiers, brochures, prospecti, dagboeken, alle mogelijke aanteekeningen en kaarten komen in zijn handen, den buit van een wereldreiziger. Hij zoekt er in rond en vindt eindelijk wat hij noodig heeft, een oud schrift, vol geschreven ■net een stijl handschrift. Een schrift vol adressen uit zijn Amerikaanschen tijd. Hij bladert er in en gooit eenige losse notities op zijn schrijftafel en gaat naar de telefoon en dan gaat uit zijn huis een telegram door de wereld, een telegram met een curi- euzen inhoud. Maar de juffrouw van tie centrale verwondert er zich niet dagen niet gezien. Hij is toch ziek? Mevrouw Wolter heft het hoofd op en kijkt het blonde meisje ernstig en zwijgend aan. Er ligt een zwijgende aanklacht in haar blik. Gertrude voelt een angstig vermoe den. In ’s hemelsnaam, mevrouw Wolter, lieve mevrouw Wolter, spreekt u dan toch, wat is er met Koert? Is hem iets overkomen, men ziet hem niet meer? Een bitter lachje komt om den mond van de vrouw. Waar hij is? Weg is hijDe wijde wereld ingegaan. Weggeloopen. Opgewonden kijkt Gertrude haar aan. Weggeloopen is hij, omdat het hem te goed ging bij zijn moeder! Maar het zal hem geen zegen bren gen. Hij zal niet ver komen en gauw terug zijn. Nu weet u alles wat u weten wilt en vragen wie de schuld hiervan is, behoeft u zeker niet te doen. Het is gedaan met mevrouw Wolter’s zelfbeheersching, zij richt zich op, haar lippen beven en haar oogen vlammen. Ga weg, ga dan toch weg! Gertrude slikt alles wat haar in den mond komt in. De toorn om de on rechtvaardige aanklacht, de zorg om Koert en de gedachten van liefde. Antwoorden kan zij niet, zwijgend gaat zij terug naar het witte huis met het roode dak. Zij heeft maar één ver langen, weg, zoo spoedig mogelijk weg van dit alles! Maar er vergaat toch nog een groot aantal dagen eer de Wengers einde- in levensgevaarlijk tempo door de straten van Denver, dat steunt onder de Junihitte. De auto neemt zijn laatste bocht en gaat recht op zijn doel af, een groot plein waar het circus is opgebouwd. Drie paar oogen gaan open van verwondering. Zoo heb ben de Wengers het zich werkelijk niet voorgesteld! Dit is een stad op zichzelf en een stad, die hen toebe hoort. In het midden de reusachtige tent met palen en touwen vastgemaakt. Op de spits waait de Amerikaansche vlag. Rondom is een wirwar van wagens, tenten en van kleine en groo- te houten gebouwen en alles is vol leven. Daar ginds wordt een groep prach tige paarden naar buiten geleid en in de buurt daarvan sleept een olifant een zwaren wagen als een lucifers doosje achter zich aan, gehoorzamend op den wenk van den bruinen man, die op zijn nek zit. Ginds hamert een veldsmid en verderop stampt de machinewagen voor de verlichting. Er klinkt gelach en geroep, gehinnik van paarden, trompetten van olifanten en ergens vandaan weerklinkt het gebrul van wilde dieren. Als de auto met een ruk voor den ingang van de groote tent stopt, stroomen de menschen samen. Het is een monsterkaart van volken die de Wengers begroet. Blanken zwarten en koperrooden. Een mulat in een knalgeel wollen vest, trekt zijn gezicht in een breeden grijns. Mannen in cowboykleeren trekken hun breedgerande hoeden van het hoofd. Girls in witte trainingspakken ver- toonen hun witte tanden tusschen rood- geschminkte lippen en lachen en wenken. Nu komt er ruimte tusschen de menigte. Higgens heeft hen allen zonder complimenten terzijde geduwd* Ruimte voor den chief! Verward en verdoofd door het lange reizen volgen de Wengers hem naar een grooten woonwagen. Deze is, als alle anderen, blauw eh rood geschil derd en draagt met reusachtige letters het opschrift „Excelsior”. De raamp jes zijn gesloten, geen rook komt uit den schoorsteen., Op de treden van het trapje naar den ingang staat een breedgeschouder de man. Uit zijn bleek, vervallen ge zicht steekt een scherpe neus naar voren. Blond weerbarstig haar bedekt zijn hoofd. Hij buigt afgemeten. Welkom directeur Wenger, wel kom, welkom directeur junior en miss Wenger, moge uw werk gezegend zijn. Vader Wenger kijkt verstoord, deze manier bevalt hem niet erg. Dank u, zegt hij kort. Higgens stelt voor. Dit is Jaap Brouwers, een trouw en eerlijk leider, hoofdkassier, de man op wien uw broer zeer gesteld was. De man weert af. Te Veel eer, mister Higgens, ik ben blü, dat ik het circus van dienst kon zijn, maar nu hebben wij weer een nieuwen chief* Zijn blik gaat over het gezelschap. Hij neemt eeh sleutel uit zijn zak en ontsluit de deur. Een geur van stof en paarden slaat hen tegemoet* DE PRACHTIGE MIDDELEEUWSCHE KOPPELPOORT TE AMERSFOORT, WELKE ONBESCHADIGD IS GEBLEVEN. OUDE GEBRUIKEN HERLEVEN. EEN HUWELIJK TB NIEUWENDAM, HETWELK PER JACHT WAGEN GESCHIEDT. over. Zij is dergelijke dingen gewend. Als Korting met zijn werkzaamheden klaar is, drukt hij een grooten hoed op zijn hoofd, doet het licht in zijn kamer uit en gaat de straat op. Hij hoeft heelemaal niet lang te zoeken naar een auto. Naar Ridagshausen, zegt hij tot den chauffeur. De dagen gaan voorbij, de Wengers hebben de handen vol met hun voor bereidingen voor de reis en vooral Gertrude is onvermoeibaar. Een koortsachtige onrust is over haar gekomen, waar is de rust en de stilte van het kleine huis gebleven? Het lijkt wel op een groot hotel, over al staan volgepakte koffers en vele menschen komen en gaan. Vaak ko men er ook telefonische berichten voor de Wengers bij mevrouw Wolter. Dan moet iemand gauw naar mevrouw Wolter. Meestal is het Gertrude. Maar nooit ziet zij Koert, het is alsof hij haar ontwijkt, alsof hij haar ont vlucht. Want nergens is hij meer te zien, niet in den winkel, noch buiten in den tuin. Met den tijd komt haar dit griezelig voor en eindelijk vat zij moed, zij moet er met mevrouw Wolter over spreken. Zij is weder eens naar den kleinen winkel gegaan om een tele foongesprek te voeren. Met gebogen hoofd, zonder Gertrude aan te kijken, veegt mevrouw Wolter over de toon bank hoewel daar heelemaal af te vegen is. Gertrude blijft voor haar staan. Mevrouw Wolter, kan ik Koert niet even spreken? Ik heb hem sedert lijk reisvaardig zijn. Er is niets meer aan te doen. De plaatsen op het schip zijn besproken. Het huis en de tuin zijn onder de hoede van Detleven ge steld. Zoo reizen zij af, begeleid door Higgens en miss Keele. Niets heeft hen verontrust, zij heb ben niets meer gehoord en er is ner gens meer over gesproken. Zij hebben niets meer van „Death”, noch van den kleinen, armoedigen man gehoord. Rust voor den storm, heeft Hig gens met samengetrokken wenkbrau wen gezegd, toen Hans hem op het uitblijven van al de geheimzinnige dreigingen opmerkzaam maakte. De tijd van de rollende wielen en de trillende scheepsplanken komt, de tijd, dat een vloed van nieuwe indruk ken dagelijks en op ieder uur op de Wengers aanstormen. Er komt een dag, dat de boot, die hen over den Oceaan bracht, aan de kade van Hoboken gemeerd ligt. En weer komen rollende wielen. De enorme uitgestrektheid van Amerika ontrolt zich aan hun oogen, met zijn lawaai ende steden en donkere bergwouden, zijn breede rivieren en zijn bebouwde velden en zijn prairiën. Langs de rails .van den beroemden Union Pacific rij den zij van Staat naar Staat, steeds westwaarts. Tot zij op een dag bij Cannyon in Colorado komen. Naar Denver gaat het, de oude goudgravers- stad. Dan is het doel bereikt. In Denver heeft het circus „Excelsior”, komend van Salt Lake City, zijn tenten opgeslagen. Van het station raast de groote, grijze auto, die hen heeft afgehaald I 'x' BE» w w H II JFs ai - IBI t 8) r- ~.z.- BB z'

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5